Iets eerder dan gepland, aangezien ik morgen erg druk ben!
Hoofdstuk 07: Escalatie
Sofie kookt van binnen. Wat wil die idioot nou van haar? Eerst moet ze braaf tot twaalf uur wachten op een opdracht. Vervolgens komt die opdracht nooit en nu blijkt dat diegene gewoon wéér op haar kamer is geweest!
“Echt, zo stoer dat je die gewoon nog hebt”, zegt Renée vrolijk.
Sofie heeft geen idee hoe ze dat moet vertalen. Meent ze dat? Dat ze het stoer vindt dat Sofie die bewaard heeft? Of denkt ze soms dat het gewoon haar speen van nu is? En meent ze het dan dat ze het stoer vindt? Wacht eens, wie zegt eigenlijk dat Renée die niet gewoon zelf hier heeft neergelegd? Zou het kunnen?
“Ja, die is nog van vroeger”, probeert Sofie dan maar.
Ze kijkt naar Tijgertje. Niet alleen de speen is nieuw. Hij draagt nu een halsband, die via een ketting aan een verwarmingsbuis is vastgemaakt. Het slotje, waarmee alles vastgezet is, hangt duidelijk open. De sleutel zit er ook gewoon in.
“Oh, echt? Hij is wel een beetje groot voor een baby”, zegt Renée. Houdt dat meisje ooit op met glimlachen?
“Ik heb hem dan ook lang gehad”, zucht Sofie, terwijl ze haar irritatie nog maar nauwelijks kan verbergen.
Langzaam begint ze de eindjes aan elkaar te knopen. Dit is niet het werk van Renée. Daar zou ze iets van hebben gemerkt. Hoe afgeleid Sofie ook was, dat zou haar zijn opgevallen. Maar er is niets dat ze nu kan doen. Niet met Renée erbij. Wat er nog over is van de waardigheid van Sofie, wil ze ook proberen te bewaren.
“Ja, ik ook! Echt, ik zou er zo weer een willen hebben. Maar dan heb ik echt ruzie met mijn ouders, want dan kan ik weer terug naar de ortho voor een beugel”, ratelt Renée vrolijk verder.
“Ah, ja, snap ik. Heb je de opdracht doorgelezen?”
Het lukt Sofie om van onderwerp te veranderen. Het project brengt nou niet bepaald een leuker onderwerp met zich mee, maar dat is een stuk minder confronterend. Terwijl Renée haar ideeën voor het project uiteen begint te zetten, blijft Sofie nog even naar de speen kijken. Hij is inderdaad erg groot. Met sierlijke letters staat er BABY GIRL op het schildje.
“Wil je wat drinken, trouwens?”
Sofie besluit om even uit de situatie te stappen en te proberen om haar evenwicht terug te vinden. Ze haalt beneden twee glazen en doet wat oefeningen met haar ademhaling. Kalméér, kalméér, kalméér. Langzaam komt ze terug tot zichzelf.
Eenmaal weer boven, schenkt ze voor Renée en zichzelf wat Rivella in. Daarna hebben ze nog een uurtje aan het project gewerkt. Sofie moet toegeven dat Renée een aantal heel goede ideeën heeft over hun campagne. Haar inzichten zijn prima. Maar elke keer als ze het over DryNites hebben, blijft het Sofie steken. Ze krijgt het woord soms amper over haar lippen en verslikt zich zelfs een keer bijna als Renée het woord ‘luiers’ gebruikt.
Uiteindelijk spreken ze een goede taakverdeling af en besluiten ze om het er morgen op school nog even over te hebben. Sofie loopt met Renée mee tot aan de voordeur en zwaait haar beleefd uit. Als ze er zeker van is dat Renée de straat uit is, gaat Sofie snel terug naar boven. Op haar slaapkamer haalt ze Tijgertje snel uit de halsband en maakt ze de ketting los van de verwarmingsbuis.
Met grote, boze stappen vervolgt Sofie dan haar weg naar een andere slaapkamer. Zonder te kloppen maakt ze de deur open en loopt ze naar binnen.
Mia kijkt Sofie stomverbaasd aan. Ze zit – zoals altijd – aan haar bureau te werken en wordt nogal overvallen door het bezoekje van Sofie. Mia volgt elke beweging die Sofie maakt. Al snel staat deze naast Mia en kwakt ze de halsband en ketting met een flinke knal op het bureau. Mia ziet dat Sofie redelijk kwaad is, maar is niet snel onder de indruk.
“Denk je dat je grappig bent?”, briest Sofie.
“Lieverd, ik ben hilarisch.”
“Waarom doe je dit?!”
Mia maakt een paar sarcastische bewegingen.
“Zitten, bedoel je? Dan zie ik meestal net iets meer dan wanneer ik lig.”
“Nee, dit!”, roept Sofie, terwijl ze naar de spullen wijst. “Wat moet dit op mijn kamer?”
Mia grinnikt.
“Omdat je een nieuwe hobby hebt gevonden? Even je seksuele vrijheid kunt vieren? Lekker experimenteren? Zolang het maar niet met Dimi is, want Fleur breekt je nek.”
De totale desinteresse van Mia brengt Sofie in verwarring.
“Dus je geeft het niet toe?”
“Wat moet ik toegeven? Waarom zou ik in vredesnaam mijn spullen op jouw kamer later slingeren? En – dat je het even weet – dit soort flutmateriaal gebruik ik al lang niet meer.”
Met een blik van walging bekijkt Mia de ketting en halsband. Wat denkt die rare trut wel niet?
“Serieus, volgens mij heb ik handboeien die dikker zijn dan dat bandje. Geef me je arm eens?”
Sofie trekt snel haar arm weg bij Mia en doet een stap achteruit. Mia schatert het uit. Het was precies de reactie waar Mia op hoopte.
“Ja, zie je? Geen wonder dat je ondersteboven bent van dat amateurspeelgoed. En begrijp me niet verkeerd: we moeten het allemaal leren. Je mag altijd langskomen voor een les. Graag zelfs. Die Drentse preutsheid krijg ik er wel uit, hoor. Maar ik denk dat iemand anders met je aan het kloten is. Hier verspil ik mijn tijd niet aan.”
Sofie staart naar Mia. Ze is nog steeds enorm boos, maar iets aan Mia’s gedrag vertelt dat ze toch echt de waarheid spreekt. Verslagen draait Sofie zich om.
“Neem je die troep even mee?”
Als Sofie de halsband en ketting van het bureau wil pakken, veegt Mia ze met één vloeiende beweging op de grond.
“Daar liggen ze.”
Sofie slikt haar trots in en bukt om de spullen op te rapen.
“Volgende keer wel even kloppen, ja?”
Met een harde klap slaat Sofie de deur achter zich dicht. Het is maar goed dat er verder niemand thuis is, want dan had ze nu heel wat uit moeten leggen. Ze was er zo van overtuigd dat Mia degene is die haar chanteert. Het klopte gewoon aan alle kanten: die halsband, het spelen met mensen, het feit dat ze ICT studeert.
En toch is Sofie er nu zeker van dat het Mia niet is. Dan zou ze nu niet naar haar eigen kamer lopen, maar nog steeds in het hol van de leeuw zitten. Ze heeft zichzelf net zo’n beetje op een bordje aangeboden. Mia had kunnen doen wat ze wilde, als ze die foto daadwerkelijk zou hebben. Die macht zou ze volledig uitgemolken hebben.
Maar wie dan wel? Sofie sluit haar slaapkamerdeur achter zich en gaat op haar bed zitten. Ze neemt een lijstje door in haar gedachten. Fleur en Puck? Die kans is aanwezig, maar Sofie ziet niet in waarom. Mia zou een overduidelijke reden hebben, maar die schrijft Sofie nu af. Dimi zou een mogelijkheid kunnen zijn. Maar daar wil Sofie liever niet aan denken. Hij is altijd zo lief voor haar, dus welke motivatie zou daar dan achter moeten schuilen.
Renée schrijft Sofie ook af. Wat zou zij hier te zoeken hebben? Ze wist niet eens waar Sofie woonde tot vandaag. Daarnaast ziet Sofie ook Renée niet tot zoiets in staat. Of zou het meneer Spoor zijn? Hij had gisteravond naar binnen kunnen komen, als hij had gewild. De sleutels van Sofie hingen aan de voordeur. Blijkbaar. Maar dat zou iemand zijn opgevallen. En aangezien iedereen Spoor zo’n engerd vindt, zou daar ongetwijfeld wel een opmerking over zijn gemaakt.
En waarom zou hij het doen? Sofie wikt en weegt, maar ze komt tot de conclusie dat niemand een duidelijke reden heeft om haar te chanteren. In ieder geval geen die zij nu zelf kan zien. Of begrijpen. Ze doet toch verdorie niemand kwaad?
Sofie pakt het speentje van de poot van Tijgertje. Ze bekijkt het even goed, maar is er inderdaad van overtuigd dat deze niet voor kleine kinderen bedoeld is. Ergens voelt Sofie zo’n kriebel. Hoe zou het zijn? Hoe zou het smaken?
Maar ze geeft daar nu echt niet aan toe. Ze weigert om nog verder toe te geven aan wie het dan ook is die haar dit aandoet.
Waar blijft diegene trouwens? Nog altijd heeft Sofie geen nieuw bericht ontvangen van haar belager, wat ze toch maar vreemd vindt. Het zal toch niet zo zijn dat dit het is? Het grote plan? Sofie afleiden en plaagstootjes uitdelen?
Misschien kan Sofie maar beter hopen van wel.
Uiteindelijk besluit Sofie om haar tijd dan maar productief te besteden. Ze kan niet blijven zitten en bezorgd zijn. Dat is precies waar diegene op hoopt en dus weigert Sofie dat. Ze gaat aan haar bureau zitten en opent haar laptop. Renée is amper een uur weg en heeft nu toch al een paar nieuwe ideeën op de mail gezet. Enthousiast is ze, dat moet Sofie haar nageven.
Sofie wil echter liever aan een ander vak werken en besluit om haar boek voor Engels te pakken. Als ze de bureaulade opentrekt, wacht haar een volgende verrassing. Een pak van haar luierbroekjes ligt in die lade. Verder niets. Woest trekt Sofie ook de andere lades één-voor-één open. In elke lade ligt alleen een pak luierbroekjes. Alle andere spullen zijn weg.
“Wacht eens”, denkt Sofie hardop. “VIJF pakken? Ik heb er maar vier gekocht! Dus toch! Ik wist dat ik er nog één had meegenomen van thuis! Maar.. dan heeft iemand die hier op de eerste dag al weggehaald. Is het echt al zo lang bezig?!”
Verslagen laat Sofie zich op de rand van haar bed zakken. Ze weet wel hoe dit afloopt. Met een boze blik haalt ze alle bureaulades uit het kastje. Jawel, dáár zijn al haar spullen. Hij of zij heeft de luierbroekjes en de spulletjes van plaats gewisseld. Wat een kwaad genie, zeg. Absolute terreur..
Zuchtend ruimt Sofie alles weer op zoals ze het vanmorgen achtergelaten had. Alle broekjes terug op de verstopplek, op ééntje voor vanavond na. De spulletjes weer keurig gesorteerd in de lades. Ook het boek Engels. Sofie heeft er wel weer even genoeg van voor vandaag. Voordat ze laatste bureaula terug schuift, gooit Sofie ook het speentje, de halsband en de ketting in de verstopplek.
Het is natuurlijk nog veel te vroeg om echt te gaan slapen, maar Sofie besluit toch om een oogje dicht te knijpen. Met Tijgertje in haar armen voelt een middagdutje erg fijn. Al gauw zakt ze diep in slaap. Eindelijk weer even rust.
De klok geeft al bijna middernacht aan op het moment dat Sofie eindelijk wakker schrikt. Ze kan niet geloven dat ze zo lang geslapen heeft! Ze ziet het luierbroekje dat ze voor zichzelf had klaargelegd nog op het bureau liggen en beseft dat ze die vergeten is. Ze schrikt op, trekt snel haar jurkje een stuk omhoog en checkt haar bed.
Alles is droog. Opgelucht staat Sofie op. Daar is ze nog goed mee weggekomen. Voor het eerst heeft Sofie in Maastricht een droge slaap meegemaakt en daar is ze best een beetje trots op. Voor alle zekerheid gaat ze nu eerst even plassen. Wat weg is, is nu eenmaal weg. Zelfs op de wc blijft Sofie met gespitste oren luisteren of er niet op haar kamer wordt gerommeld.
Eenmaal terug op haar kamer is Sofie gerustgesteld. Alles ziet er goed uit. Ze besluit beneden nog iets te eten te gaan maken. Iets makkelijks. Gelukkig heeft ze die diepvriespizza nog. Hoe laat het ook is, haar maag geeft duidelijk aan dat er iets gegeten moet worden.
Als ze beneden komt, is Sofie verbaasd om te zien dat al haar huisgenootjes samen een film zitten te kijken in de woonkamer. Zelfs Mia. Ze zit er ongeïnteresseerd bij, maar doet toch mee. Niemand zegt iets terug als Sofie ze groet. Ze haalt haar schouders op en vertrekt maar richting de keuken. Hier heeft ze toch geen zin in.
Terwijl Sofie de oven voorbereid en haar pizza uit de diepvries haalt, spreekt Puck haar aan. Ze is toch even achter Sofie aangelopen om haar uit te leggen dat donderdagavond nu eenmaal de vaste groepsavond is en dat ook van Sofie wordt verwacht dat ze daarbij is. Sofie wist dit ook, maar was helemaal uit het oog verloren dat het vanavond al zo ver was.
Sofie maakt excuses en iedereen wuift het een beetje weg. Ze is nieuw, dus er is niemand die er een al te groot probleem van wil maken. Om haar goede wil te tonen, nestelt Sofie zich na een tijdje met haar pizza op de enige vrije stoel. Hij zit comfortabel en Sofie besluit dat ze dit vaker moet doen.
Halverwege de pizza – en tegen het einde van de film – slaat de klok in de woonkamer middernacht. Iedereen is verzonken in de film, behalve Sofie. Die schrikt zich rot. Direct na de twaalfde slag van de klok, maakt haar telefoon een geluid.
Datzelfde geluid als vanmorgen. Ze heeft een nieuw bericht van de stalker. Voordat ze het opent, kijkt Sofie om zich heen. Niemand zit op een telefoon, computer of tablet. Niemand. Dan kunnen de meiden het dus niet zijn. Toch?
Bevreesd opent Sofie het bericht.
“
Vanaf nu draag jij altijd een luierbroekje. 24 uur per dag. 7 dagen per week. Geen smoesjes.”