Verhaal Klaar Afstudeerklaskamp

Hoe goed is dit verhaal?

  • 1

    Stemmen: 0 0,0%
  • 2

    Stemmen: 0 0,0%
  • 3

    Stemmen: 0 0,0%
  • 4

    Stemmen: 0 0,0%
  • 5

    Stemmen: 0 0,0%
  • 6

    Stemmen: 0 0,0%
  • 7

    Stemmen: 0 0,0%
  • 8

    Stemmen: 0 0,0%
  • 9

    Stemmen: 0 0,0%
  • 10

    Stemmen: 1 100,0%

  • Totaal stemmers
    1

Little Endy

Sayori the shy Enderman :3 (he/they)
Editor's notes: ik had beter niet moeten zeggen dat <a href="http://www.ab-dl-tb-club.nl/index.php?topic=19097.0">het vorige verhaal met mij als hoofdpersoon</a> de laatste van die serie was... ik had niet zo lang hierna toch weer een ideetje gekregen met mezelf in de hoofdrol! funny Plus, hier zijn de meeste namen ook weer op het Engels uitgesproken.

Dit verhaal is volledig verzonnen, behalve het ik-figuur, want dat ben ik en ik besta wel echt. In dit verhaal ga ik mee op een kamp van de geslaagden uit de afstudeerklas van de Snow Wood kostschool. Ik hoop dat jullie het verhaal leuk vinden!

1. Vier weken voor het kamp
Ik zat thuis aan tafel met de laptop, een bord met het één en ander te eten erop en een zuigfles met fris, dit laatste om te voorkomen dat er drinken over mijn toetsenbord zou vallen.
Lucas was op de sofa tv aan het kijken, en wij waren vandaag even met zijn tweeën thuis omdat Kumatora en Duster, onze surrogaatouders, naar het buurthuis waren vanwege een vergadering over uitbreiding van bepaalde voorzieningen. Weet je nog dat Lucas en ik wel eens naar een crèche gaan waar, in plaats van echte baby's en peuters, nog meer mensen van rond onze leeftijd zijn die liever zo'n kindje zijn dan hun gewone zelf? Wel, dat is één van die vele (of nou ja, eigenlijk nu nog weinige) voorzieningen, maar ze willen op het hele eiland meer voorzieningen voor mensen zoals ons stichten, vandaar dat daar dus een vergadering over is in het buurthuis.
Op de laptop was ik op Skype ingelogd, wachtend tot Jeff en Tony online zouden komen. Hoezo? Wel, zij waren recentelijk geslaagd voor hun examens, en zouden hierna dus op kamp gaan met de andere geslaagden, waarvoor zij mij toevallig hadden uitgenodigd, en ik wilde graag meer weten, en zo hadden we beloofd dat we het vandaag rond zes uur 's avonds op Skype zouden bespreken. Geduld was altijd al mijn zwakte geweest, ik zat onrustig aan tafel en trommelde met mijn vingers zachtjes op het toetsenbord zonder te typen.
“Marcie, heb je wel trek?” vroeg Lucas, die zag dat ik in de tussentijd nog niets had gegeten. “Je hebt nog niets van je bord aangeraakt, dadelijk wordt het nog koud.”
“Jawel” zei ik, terwijl ik voorzichtig een bitterbal doorbeet. “Geduld is gewoon mijn zwakte, en ik ben het wachten tot ze eindelijk eens online zijn inmiddels wel beu.” Ik stopte de rest ervan in mijn mond. “Maar ja, ik moet er misschien toch maar mee leren omgaan.”
“Als er echt iets aan de hand is” zei Lucas, “dan ben ik er, hè?”
“Ik ook” zei ik, terwijl ik mijn eten doorslikte en even van tafel opstond om Lucas een knuffel te kunnen geven.
Om ongeveer 5 over 6 waren Jeff en Tony dan eindelijk online, en belde ik ze. Ik dronk intussen wat van mijn fris, en sloot mijn hoofdtelefoon aan op de computer.
“Hallo, hallo!” zei ik, toen iedereen aan de telefoon was, “nogmaals van harte gefeliciteerd met jullie slaging!”
“Nogmaals bedankt” lachte Tony. “Dus in dit gesprek gaan we het dus een beetje over het kamp van over een paar weken hebben?”
Ik zette de webcamera aan en knikte toen ik eenmaal in beeld was.
“Laat me jullie gezicht zien” zei ik, “anders kan ik niet zien of jullie iets menen of niet.” Ik pakte een servetje, en hiermee een kleine loempia van mijn bord, zodat ik geen vette vingers kreeg.
Ik hoorde en zag vooral Jeff lachen aan de andere kant van de lijn.
“Je méént het!” zei hij. “Wel, laten we je eerst over de locatie vertellen. Of weet je al waar we heen gaan?”
Ik schudde mijn hoofd, terwijl ik in alle rust door at.
“Ik zal je eerst wel zeggen op welke tijdzone we zullen zijn” zei Tony. “We zitten daar straks 2 uur achteruit van onze locatie, en slechts één uurtje van de jouwe. Drie keer raden waar we heen gaan?”
“Welke bestemming werd het ook alweer?” zei ik. “Jullie hadden het gezegd, maar ik weet het zelf niet meer.”
“We konden stemmen op vier verschillende bestemmingen” zei Jeff, “namelijk het zuiden van Hyrule, de minder drukke zijde van Florida, de Inkwell-eilanden, en het noordwesten van Silicon Valley. Welke bestemming denk je dat het net genoemde tijdsverschil heeft?”
“Eh... de Inkwell-eilanden?” gokte ik. “Daar was ik laatste december en april nog heen, da's toevallig!”
“We hebben een winnaar!” lachte Tony, die een emoticon van een confetti opstuurde. “Ik zweer, toen ik eens de locaties te horen had gekregen, was ik meteen aan het zoeken geslagen, en man, ik ben zo blij dat ik die andere drie bestemmingen niet had gekozen... je wil niet zien hoe lelijk die camping in Silicon Valley is.”
“Welke camping is dat?” vroeg ik. “Ik ben in Amerika namelijk niet veel verder geweest dan zijn gelijknamige staat en Washington.”
“Ben je bekend met Camp Camp?” vroeg Jeff. “Die webshow waar je zo'n camping hebt waar een groepje van drie kinderen van die rare dingen beleven?”
Ik knikte. “Die camping is inderdaad best lelijk. Plus, ik merkte in de show zelf al dat er niet zoveel internet daar is, dus ik ben net zo blij als jij nu, Tony!” Ik haalde mijn tweede kleine loempia door de ketchup en stopte deze in mijn mond. “Naar welke camping op de Inkwell-eilanden gaan we eigenlijk? Camping Moldenhauer? Want daar ben ik laatste april al eens geweest. Niet dat ik het erg vind als we daar nog eens heen gaan, hoor.”
“Toevallig wel” zei Tony, “is het echt zo luxe als dat het op de website staat? Want ik heb er van alles gelezen. Er is zelfs een kantine, en ik heb in de klas gehoord dat we daar elke avond gaan verzamelen.”
“Jazeker” zei ik. “Die kantine ben ik eens eerder geweest, maar dat was ergens in de middag, voordat er een voorstelling was. Er is echt van alles, zoals een zen-tuin met koikarpers die ik en Lucas destijds namen hadden gegeven, een stille disco, een lopend buffet voor grotere groepen, een sportveld, een speeltuin, en zelfs een waterpark aan het uiterste einde, dat ik overigens niet heb bezocht vanwege het feit dat ik allergisch ben voor chloor.”
“Een wat?” zei Jeff. “Ik heb nog nooit van iets als een 'stille disco' gehoord.”
“Ik wel” zei Tony. “Ik was daar laatste zomer ook heen, op een camping ergens in Florida, en dat was best wel leuk.”
“Ik ook, toen ik in Abberdaal was” zei ik, “en toen was er ook een soort kantine waar je dingen als frietjes of pizza kon kopen, maar op de camping van straks weet ik niet of die dan ook in die disco is, want ik was toen vooral op plekken als de markt, de moestuin, en vlakbij het strand.”
“Horen die ook allemaal bij de camping?” vroeg Jeff.
Ik schudde mijn hoofd, en nam een paar frietjes van mijn bord.
“Er is in ieder geval wel internet” zei ik, “want ik en Lucas konden gewoon series kijken destijds.”
“Mooi” zei Tony, “want de leraren willen ook graag dat er internet is, niet alleen omwille van ons, hoor, maar ook voor hen, omdat zij tussendoor natuurlijk ook nog het online portaal voor het personeel willen bezoeken om alles over ons te noteren en zo.” Hij rekte zich eens goed uit. “Ik zweer, vandaag was al een lange dag met alle uitleg over het kamp vanmorgen, maar vanaf morgen zal alles alleen maar langer worden, en daar is koffers inpakken dan een onderdeel van.”
“Goed dat je het zegt” zei ik, “ik zal morgen gelijk alvast mijn koffer opzoeken in de kelder, dat ik die in ieder geval alvast klaar heb. Trouwens, hoe gaan we straks naar de Inkwell-eilanden? Met een grote bus, het vliegtuig, de veerpont? Of misschien een andere boot?”
“We gaan inderdaad met een boot” zei Jeff, “die wacht ons dan op bij de centrale haven van Winters, en dan duurt het ongeveer een dag voordat we bij de haven van het tweede eiland aankomen, die toevallig vlak bij de camping is.” Hij klikte en typte wat, en stuurde me vervolgens een link. “Hier, kun je je even een route erbij voorstellen.”
Ik dronk nog wat fris, en klikte op de link, die me naar Google Maps verwees. Daar stond inderdaad een bootroute aangegeven. Een reis van slechts één dag door zo'n 2 uur tijdsverschil?! Had die boot van straks bovennatuurlijke krachten of zo?! Ik spoog mijn drinken haast uit van verbazing, en sloeg met mijn hand in mijn bord, ook van verbazing. Ik had dat beter niet kunnen doen, want er zaten nu dus druppels fris en ketchup op het beeldscherm.
“Kaas met crackers nog aan toe!” riep ik uit, terwijl ik snel terug klikte naar Skype en de ketchup van mijn linkerhand likte.
“Gaat het wel, Marcie?” vroeg Lucas.
Ik stak mijn duim naar hem op en glimlachte.
“Wat is er?” vroeg Jeff. “Is de link langzaam?”
“Nee” zei ik, “zie je dat dan niet?” Ik veegde met een ander servet mijn beeldscherm schoon. “Ik was verbaasd over hoe snel die boot doet door 2 uur tijdsverschil! Ik had eerder twee dagen verwacht in plaats van slechts één. En dus sloeg ik per ongeluk op mijn bord, waardoor ik nu mijn scherm moet poetsen.” Met mijn nog redelijk schone hand voelde ik aan mijn luier. Die was wat warmer aan gaan voelen, maar hij kon nog wel mee.
“Ben je dat soort boten dan langzamer gewend?” zei Tony. “Maar één ding moet je wel weten. Het is een soort van cruise waar we mee gaan, dus een soort hotel op het water, en niet iets als een speedboot of zo, nee, want dan zou het juist wel langer duren.”
“En nee, het is géén luxe cruise” zei Jeff, “anders had ik dat wel gezegd. Nee, de school kan dat nauwelijks betalen.”
“Ik snap het” zei ik, “maar ik dacht even dat die boot bovennatuurlijke krachten had of zo vanwege de duur. Laten we nu maar even over de bagage praten. Moeten we straks het gewoonlijke meenemen? Dus kleren, toiletspullen, je kussen, eventuele luiers en elektronica en dat soort dingen?”
Jeff knikte, en noteerde iets op een post-it briefje.
“Goed dat je het vertelt” zei Jeff, “je weet dat ik 's nachts nog steeds een zwakke blaas heb, neem ik aan? Wel, mij kan het nog wel eens ontgaan, vandaar dat ik het net even heb genoteerd.” Hij schudde zijn hoofd en lachte er wat bij.
“Wat jij net noemde, moeten we wel precies meenemen” zei Tony. “Dat zijn dan de primaire dingen, maar dat betekent niet dat we van de school geen secundaire dingen mee mogen nemen, dus als je iets van je knuffels of je speen mee zou willen, mag dat ook.”
“Natuurlijk” zei ik, “ik kan tegenwoordig niet meer zonder. Trouwens, Jeff, zijn er nog meer mensen die zoals jij 's nachts een zwakke blaas hebben?”
“Goeie vraag...” zei Jeff, “dat weet ik eigenlijk niet... we zullen er wel achter komen, want het navragen is ook weer niet zo'n goed idee.”
Ik knikte erbij.
“Marcie, nog even dat je weet” zei Tony, “slechts twee mensen zijn er niet geslaagd van onze klas met 16 leerlingen, dus er gaan er maar 14 mee, en met jou erbij opgeteld zijn het er 15, om precies te zijn. De leraren die het kamp hebben georganiseerd weten dat jij er ook zult zijn, maar ze kennen je nog niet helemaal, dus je zal jezelf straks aan hen moeten voorstellen.”
“Helemaal prima” zei ik. “Nog even een vraagje, hoeveel dagen zijn wij straks op reis? Dan weet ik welk vliegtuig ik straks naar Winters moet pakken en wanneer.” Ik at de laatste restjes van mijn bord en spoelde ze weg met de andere helft fris in mijn fles.
“Zondag tot en met vrijdag” zei Jeff. “De boot vertrekt uit Winters op een zondag, dat we op maandag op de Inkwell-eilanden aankomen. De hele reis terug duurt van de vroege avond van donderdag tot en met de late ochtend van vrijdag, dat je hierna gewoon weer het vliegtuig terug naar huis kunt pakken.” Hij pakt een aantal papieren erbij. “Op de planning zijn de belangrijkste dingen in ieder geval dat we ook buiten het park wat dingen gaan doen. Op maandag doen we het rustig aan gezien we dan net zijn aangekomen, op dinsdag gaan we naar het theater en het strand, op woensdag gaan we 's morgens naar de moestuin en 's middags naar de markt, en donderdag gaan we naar het pretpark. Klinkt dat interessant in jouw oren?”
“Reken maar van yes” zei ik, “en zien we hierna verder wat we eventueel ook op het park zelf gaan doen?”
Tony en Jeff knikten.
“Heb je nu genoeg informatie gekregen?” zei Tony. “Ik zal het voor de zekerheid ook nog in een mail sturen straks.”
Ik knikte, en stak mijn beide duimen op.
“Alles is nu in orde” zei ik. “Als ik het even in een notendop mag noemen, vertrekken we 10 juni al, en komen we op de vijftiende terug. Is dat correct?” Ik typte het deel uit in een klein tekstdocumentje.
“Jazeker” zei Jeff. “Tot die tijd hebben we nog alle tijd om alles voor te bereiden en zo, dus doe het vooral rustig aan. Wij gaan Skype zometeen afsluiten om te douchen, dus voor jou, Lucas en jullie surrogaatouders alvast een fijne avond toegewenst.”
“Jullie ook” zei ik met mijn schattigste glimlach. “We spreken elkaar misschien nog wel vaker, maar in ieder geval tot over 4 weken!” Ik zwaaide en gaf een handzoentje naar de camera.
“Dag, tot later!” zei Tony, en na een aantal seconden was ik offline gegaan.
“En? Is alles goed geregeld?” vroeg Lucas, die opstond en onze borden naar de keuken bracht.
Ik knikte, en gaf Lucas nog een zoen.
“Ik zal jou, mam en pap tegen die tijd vast verschrikkelijk missen” zei ik, “maar ondanks dat heb ik er toch wel erge zin in.”
“Fijn” zei Lucas, “ik ben benieuwd hoe het zal gaan.”
 

Little Endy

Sayori the shy Enderman :3 (he/they)
2. Chaos, vliegangst en zeeziekte (heenreis deel 1)
Vandaag, 4 weken later, is het dus zover. Ik ga met de geslaagden van de Snow Wood kostschool mee op hun kamp. En ik kan je vertellen, tot nu toe is het reizen hectisch maar verder prima verlopen.
Vooral vanmorgen had ik de grootste opstartproblemen, want ik sliep bij Jasper omdat hij vandaag ook iemand anders van het vliegveld op moest pikken, maar ook al was dit het geval, ik wilde nog steeds niet opstaan om half 3 's morgens, ik was er gewoon nog te moe voor. Desondanks ben ik wel met die volle tegenzin uit bed gegaan om mezelf eerst voor te bereiden op vandaag, en probeerde ik hierna ook zo normaal mogelijk te doen.
Na snel wat gegeten en mijn tanden gepoetst te hebben waren Jasper en ik met de trein naar het vliegveld gegaan.
“Waar ga je eigenlijk heen?” vroeg Jasper. “Toch niet ver, hè?”
“Ik neem het vliegtuig naar Winters” zei ik, “maar ga na aankomst daar met een boot, een soort hotel op het water, naar de Inkwell-eilanden.”
“Dat is al de derde keer dat je daarheen gaat!” lachte Jasper. “Wat is het doel deze keer, als ik vragen mag?”
“Ik mag mee met mensen op afstudeerklaskamp” zei ik, “zij zitten op een kostschool en zijn recentelijk geslaagd, en hadden de leraren daar gesmeekt of ik als een vriendin van buiten de school ook mee mocht. En ik mag bij deze dus mee.” Ik deed mijn capuchon af en wreef mijn ogen uit.
“Waarvoor waren die eerdere twee keren ook alweer?” vroeg Jasper. “Was de eerste keer niet een bruiloft of zo, iets in die richting?”
“Nee, dat was een begrafenis, donshoofd!” riep ik lichtelijk geïrriteerd, “van papa's grunkle Morty die daar woonde!” Ik zuchtte en schraapte mijn keel. “Sorry dat ik net even uitviel, maar die verwarring werkte me echt op mijn zenuwen... de tweede keer was om alle bekende eilanders te ontmoeten, en ik heb nu nog steeds al hun foto's en handtekeningen. Sommige foto's zijn zelfs met van die echte Polaroids gemaakt, en dat vind ik best wel bijzonder!”
“Dat is het zeker” zei Jasper, “want hier op de Nowhere Islands zie je die dingen nauwelijks meer sinds 2013. Ik kan je vertellen, ik ben zo blij dat ik de mijne nog heb, anders had ik nu echt verschrikkelijke spijt gehad dat ik hem weg had gegeven of zo.” Hij legde een hand op mijn schouder. “Mijn excuses voor die verwarring, trouwens, ik wist het echt niet meer.”
“Dames en heren” zei de bekende computergestuurde stem. “Om kwart over 3 stopt deze trein op het centrale station van New Pork City op perron 1. Ik herhaal: perron 1.”
Ik pakte mijn koffer bij het uitschuifbare handvat, ritste mijn jas dicht, ging staan en pakte met mijn andere hand de paal aan welke mijn en Jasper's zetels verbonden waren.
“Wie ga jij eigenlijk ophalen van het vliegveld straks?” vroeg ik. “Iemand die belangrijk is?”
“Mijn ouders” zei Jasper. “Zij zijn zojuist helemaal naar India op vakantie geweest, en dat lijkt me zo erg aan de andere kant van de wereld, dat ik er wel vanuit ga dat ze met een knallende jetlag straks aankomen. Jij daarentegen zit straks één uur vooruit, en hierna één uur achteruit, en dat scheelt best wel weinig, denk ik.”
Ik knikte. India was zeker ver weg. Ik ging er ook maar vanuit dat meneer en mevrouw Smith straks helemaal uitgeblust aan zouden komen.
Toen de trein tot stilstand kwam, stapten we uit, en liepen we straight away naar het vliegveld, waar we afscheid van elkaar namen en ik eerst op de schermen naar de aankomst- en vertrektijden van de vliegtuigen keek. Het mocht dan wel pas kwart over 3 zijn, maar het vliegtuig dat ik straks moest hebben vertrok om ongeveer half 5, dus ik haastte me stilletjes (er lagen nog mensen te slapen omwille van hun vroege vertrektijden) naar het platform om mijn ticket en paspoort te laten zien en mijn koffer op de band te leggen om hem na te laten kijken. Hij hoefde deze keer ook weer niet in het laadruim, en daar was ik weer blij mee.
Ik voelde wat aan mijn luier om te kijken of hij nog mee kon. Hij was nog droog, dus niets bleek minder waar. Ik had voor de zekerheid een katoenen tas met een rits aan mijn schouder hangen, die nu ook fungeerde als mijn luiertas, net als bij het laatste aantal vliegreizen die ik had gemaakt.
Ik ging op één van de vele bankjes zitten, en dacht na. Ik ben nu zo frequent op en neer gevlogen naar zoveel plekken op deze wereld, maar nog lang niet alles, wat overigens wel een droom van mij was om op een dag te doen.
Ik pakte mijn telefoon erbij, en bekeek wat foto's. Ik had in Seattle gewoond, en was na 16 en een half jaar naar de Nowhere Islands verhuisd, en dat is een zeer grote verandering voor mij geweest. Voordat ik verhuisde, ging ik ook wel eens op vakantie, maar nauwelijks buiten Amerika. Behalve toen ik eens in Canada was, eerder in Vancouver, later in Inkopolis, of in Eagleland, naar Fourside, of in Foggyland, naar Jeff en Tony in Winters, dat waren de enige keren. Maar nu ik op de Nowhere Islands woonde, werd mijn wereld van reizen aanzienlijk groter. Het begon eerst met het welbekende Amerika, in haar gelijknamige staat, en uiteindelijk bezocht ik zelfs de Underground, Abberdaal in Arizona, en nu ging ik al voor de derde keer naar de Inkwell-eilanden. En te bedenken dat ik deze keer voor het eerst via-via zou gaan reizen. Eerst de ene bestemming, en later de andere. Eerst met het vliegtuig, en dan met de boot. Ik was zeer benieuwd hoe alles zou gaan verlopen.

Allereerst wil ik het graag hebben over de vliegreis naar Winters. Er was eventjes turbulentie, en ik werd er wat bang van, en al helemaal gezien er geen bekenden aanwezig waren. Ik zat bij het raam, en had het ijskoud, dus was blij dat ik momenteel mijn dikkere jas aan had. Mijn zomerjas en -kleren zaten in mijn koffer, want gezien het nu juni was, ging ik er vanuit dat de zon op de Inkwell-eilanden momenteel als een bos lasers zou schijnen, gezien het ook redelijk in de buurt van de evenaar lag, maar ook weer niet helemaal.
“Ben je voor het eerst in je eentje op reis?” vroeg een jongeman, ik schatte hem een jaar of 14, 15, die naast me zat. “Je ziet er wat onzeker uit.” Hij had dunne, rode krullen, een donsachtig, beginnend baardje, lichtbruine ogen en een gezicht vol sproeten.
“Voor het eerst in tijden” zei ik. “Ik ben nu 18, en de laatste keer dat ik in mijn eentje reisde, was ongeveer 2 jaar geleden. Wat betreft reizen ben ik het tegenwoordig gewend met anderen. Zoals vrienden, mijn broertje, en mijn surrogaatouders.”
“Interessant” zei de jongeman. “Weet je, ik ben momenteel ook in mijn eentje op reis. Terug aan het komen van een weekend weg bij mijn tantes op de Nowhere Islands, en ik ga straks op afstudeerklaskamp. Ben jij bekend met de Snow Wood kostschool? Ik zit daar toevallig. Nou ja, straks eerder 'zat', want ik ben zojuist geslaagd.”
“Hé, ik ben voor dat kamp uitgenodigd!” zei ik verrast. “Ken je Jeff en Tony? Zij hebben mij uitgenodigd om als hun vriendin mee te gaan. Hoe heet je eigenlijk?”
“Louie Rogers” zei de jongeman, die me een hand gaf. “Gaaf zeg, dat jij meegaat. Ik ken die Jeff en Tony inderdaad, zij zitten bij mij in de klas, en hadden het laatst over ene... hoe is je naam ongeveer? Marsha?”
“Bijna” zei ik. “Marcie is de naam. Marcie Minch.” Ik voelde intussen mijn blaas vol raken, en sloot mijn ogen even om deze nog wat te ontspannen. Ik vond het zo fijn dat mijn natte luier me nu even warm zou houden. “Welke bestemming heb jij oorspronkelijk gekozen voordat de definitieve keuze onthuld werd?”
“Leuk dat je het vraagt” zei Louie, “ik stemde op Silicon Valley. Die camping ligt in de natuur, en dat lijkt me zo fijn. Ach, als ik er straks niet heen kan, dan misschien wel een andere keer.”
“Oh, dat was leuk geweest” giechelde ik. “Dan had je na een aantal dagen vast al de hele dag het volgende liedje in je hoofd zitten, want ik ken die camping wel.” Ik begon wat te zingen.
Oh, there's a place I know that's tucked away
A place where you and I can stay
Where we can go to laugh and play
And have adventures every day
I know it sounds hard to believe
But guys and gals, it's true
Camp Campbell is the place for me and you...

Louie en ik lachten er beiden bij.
“Ben je er zelf eens heen geweest dan?” vroeg Louie.
“Nee, dat zou leuk zijn geweest” zei ik, het eerste ironisch bedoelend, “ik ben niet zo'n natuur-freak, ik hou meer van grote steden bezoeken, zoals de grote markt in Abberdaal, of het winkelcentrum in Fourside, snap je?”
“Ik normaal gesproken ook niet” zei Louie, “maar voor een verandering is het toch wel eens leuk? Alhoewel, nu ik erover nadenk, niet als het een halve week duurt... eerder voor een weekend of zo.”
Ik knikte, en glimlachte een beetje.
Vanaf de minuut dat Louie en ik elkaar beter leerden kennen, ging de vliegreis voor mij al iets beter.

De aankomst in Winters ging ook prima. Louie en ik werden door een auto van het vliegveld opgepikt en daarmee naar de kostschool gebracht.
“Goedemorgen” zei degene van de auto, “jij moet Marcelien zijn, neem ik aan?” Ze gaf me een hand. “Ik ben Evangeline Baker, één van de organisatoren van het kamp van straks, en tevens lerares drama, muziek en cultuur op de school zelf.” Ze liet mij en Louie onze gordels nog even om doen voordat ze de auto opstartte. “Hebben jullie er al zin in?”
Louie en ik knikten, en binnen ongeveer 10 minuten waren we al aangekomen. Een fractie van de afgestudeerde leerlingen stond op het schoolplein al te wachten.
Gierend van de zenuwen stapte ik uit, pakte ik mijn koffer uit de achterbak, gaf Louie ook de zijne, en samen liepen we naar het schoolplein terwijl mevrouw Baker haar spullen ook pakte en haar auto hierna op slot deed.
“Jeff!” riep ik. “Tony! Ik ben er, hoor!” Intussen keek ik het schoolplein rond of ze er waren, maar ik zag nog niemand met een blond bloempotkapsel, een dikke, haast beslagen bril, bruine krullen of een identiek zwart hoedje.
“Ik denk dat ze binnen zijn” zei Louie. “Ga er gerust maar heen, mijn clique is tenslotte toch al hier.”
Ik knikte, stak mijn duim op, en liep naar binnen, terwijl ik steeds meer nerveuze rillingen van binnen kreeg. Ik urineerde zelfs opnieuw in mijn luier, die nu wat begon te hangen, zoveel waren het er.
Ik keek de hal rond, en zag uiteindelijk Jeff en Tony bij een statafel, maar zij zagen mij alleen nog niet. Ik liep naar ze toe en noemde hun namen.
“Hoi Marcie!” riepen ze beiden enthousiast, terwijl ze me haast wurgden met een wel heel stevige knuffel.
“Hi” zei ik terug, met een beknepen stem. Ik werd hierna losgelaten. “Jullie zijn wel erg blij om mij te zien, hè?”
Jeff en Tony knikten duidelijk.
“We hebben nu nog wat vrije tijd, hoor” zei Jeff, die op zijn horloge keek. “Het is nu ongeveer kwart voor 7, en als je wilt, kun je nog even naar de wc gaan of zo.”
“Prima idee” zei ik, “ik ben zo nerveus, ik ben bang voor nog één zo'n keer urineren dat ik anders doorlek. Dan ben ik zo terug, hoor.” Ik liep met mijn bagage naar de wc, waar niemand aanwezig was, en voorzag mezelf van een droge luier. Ik had mijn streek zelfs flink ingepoederd en goed voorzien van zinkzalf, want wie weet duurde het wel lang voordat ik mezelf straks weer kon verschonen.
Nadat ik mijn handen goed had afgespoeld bij de wastafel liep ik weer terug naar de statafel.
“Waarvoor ben je eerder naar de Inkwell-eilanden geweest?” vroeg Tony, “als ik vragen mag?”
“De eerste keer moest ik wel” zei ik, “dat was afgelopen december, toen was ik er een weekend met mama, papa, pappy, Peridot en tante Lilian heen, omdat pappy's oom en papa's grunkle Morty was overleden, en die woonde daar toevallig, en dus was er een begrafenis van hem. Dat was zo hartbrekend... en toen bleven we ook niet op een camping, en in plaats daarvan in een redelijk luxe hotel, dat overigens perfect is voor in de weekenden, gezien er best wel weinig te doen is.”
“Ach, wat sneu” zei Jeff, die een arm over mijn schouder legde, “maar ja, zo is een begrafenis nou eenmaal.”
“Ja, ik had er ook liever letterlijk heen gemoeten als het iets als een bruiloft was” zei ik, “of de geboorte van een bijzonder persoon, maar ja, c'est la vie, liegen ze, hè?”
We konden hier gelukkig wel om lachen.
“Was je de tweede keer ook verplicht om te gaan?” vroeg Tony.
“Nee, gelukkig niet” lachte ik, “toen was ik met papa, mama en Lucas, en toen waren we er een week. We waren toen op dezelfde camping Moldenhauer, dus waar wij straks ook blijven slapen, en ik was toen vooral op vakantie omdat ik graag de foto's en handtekeningen van alle bekende eilanders daar wilde. Weten jullie nog dat ik die toen aan jullie liet zien?”
“Inderdaad” zei Jeff, “toen was je zo trots dat er zelfs spoken op fotobeelden konden staan. Ja, dat weet ik nog, en op je app-status zag ik ook geregeld foto's langskomen van je vakantie, al was dat toen je net terug was, maar het zag er toch zo gaaf uit...!”
“Ja, dat weet ik ook nog wel” zei Tony. “Ik vond vooral die foto van jou leuk waar je met Lucas en een paar van die bekende eilanders aan de creatieve tafel zat, en je zag er toch zo schattig uit met die strik voorop in je haar. Mag ik vragen of de Sketchbook van je favoriete show er op dat moment ook was?”
“Nee joh, gekkie” zei ik, “die woont helemaal in een studio in Engeland, en da's voor mij nu best wel ver weg. Maar nu je het zegt, zou ik haar wel graag willen ontmoeten op een dag, dus wie weet komt die dag ooit wel.” Ik gaf Tony een vriendelijk klapje op zijn schouder.
Met zijn drieën praatten we nog over het één en ander, tot we op het schoolplein werden geroepen.

We zijn rond half 8 met een bekende gele bus naar de haven gebracht, waar we op de boot zijn gestapt.
Ik voel me nu zo gedesoriënteerd, het is letterlijk zo dat ik schommel tussen tijdzones op dit moment. Ik vertrok met een vliegtuig om half 5, ging een uur vooruit en kwam dus om half 7 in Winters aan, en ging nu om iets van kwart voor 8 met een boot alweer 2 uur achteruit. Mozeskriebel, wat vermoeiend, al dat reizen. En te bedenken dat we een hele dag op de boot door gingen brengen. Hoe laat zou het dan zijn? Als je 2 uur lang wacht van bijvoorbeeld 7 tot 9 uur... nee, dat verhaal zal jullie te lang worden, dus ik zal er al niets meer over zeggen. Ons werd in ieder geval verteld dat we morgen op onze bestemming aan zullen komen om iets van 7 uur, althans, dat is dan hoe laat het straks op de Inkwell-eilanden zal zijn.
“Het zal me wel benieuwen” zei Mark, één van de leerlingen, “hoe lang we op dit drijvende tuchthuis zullen zijn...” Dit was sarcasme, dat kon ik duidelijk merken.
“Hoe bedoel je 'tuchthuis'?” vroeg ik. “Ben je zeeziek dan?”
“Ja” zei Mark, “en niet zo'n beetje ook. Ik denk dat ik het maar rustig aan ga doen de komende uren...” Hij plofte op een bank neer en sloot zijn ogen.
“Slapen we dan ook op die banken?” vroeg Dave.
“Ik hoop het niet” zei Louie, “ik zou dat verschrikkelijk vinden. Besides, volgens mij is zo'n ding echt knoerthard en zeer ongeschikt voor ten minste één uur aan slaap.”
“Meneer Sanchez?” vroeg één van de meisjes aan een leraar. “Waar brengen wij straks de nacht door?”
“Op aparte kamers” zei meneer Sanchez, “die wij hebben ingedeeld op basis van hoe leerlingen zijn. Amaryllis, jij deelt er een met Jillian, Emerald en Keira.”
“In dat geval ben ik wel benieuwd met wie ik kom te liggen” zeiden Jeff en ik toevallig in koor.
“Zijn er dan ook kamers waar er gemengde geslachten slapen of dat niet?” vroeg een ander meisje.
“Jazeker” zei mevrouw Baker, die op een andere bank zat en een lijst in een ringband doorkeek. “Jeff en Marcie, jullie delen de kamer met Tony en Brianne...”
Jeff en ik gaven elkaar een brede glimlach en een high-five.
Yes! Leuke verrassing, joh!” zei ik.
“En Zos, jij deelt er een met Mark, Louie en Viola” zei mevrouw Baker.
Het meisje Zos knikte er gewoon op, alsof het haar nauwelijks een fluit kon schelen.
“Delen wij een kamer met elkaar?” vroeg Tony ongeduldig aan mij en Jeff.
“Yep” zei ik, “en Brianne, die ik nog niet ken, ligt er ook.”
“Brianne is aardig” zei Jeff, “ik ga er vanuit dat jullie prima vrienden kunnen worden.”
“Oh, dat gaat zo leuk worden” zei Tony. “Brianne! Ik, Marcie en Jeff delen een kamer met je!”
Een meisje met kort, lichtbruin haar en een onopvallende paarse bril keek naar ons op, en stak haar duim omhoog.
“Ik ben benieuwd hoe zo'n kamer eruit ziet” zei ik, “en of we dan ook ergens specifiek ingedeeld staan.” Ik fluisterde hierna in Tony's oor. “Heb je je trouwens pas geleden nog verschoond? Als je wil, kan ik je erbij helpen. De wc is toch om de hoek.”
“Eigenlijk niet” fluisterde Tony terug. “Ik was daarnet zo nerveus, het ontging mij even wat er tussen mijn benen warm werd en begon te hangen. Ik zou het wel fijn vinden als je mijn luier voor me zou verwisselen.”
Ik knikte, en we liepen samen naar de wc om de hoek, die gelukkig groot genoeg was voor zelfs het uitgebreid verwisselen van een luier.
“Wacht, ik zal ook even mijn hoofdkussen uit mijn koffer halen” zei Tony, “anders doet het liggen op de vloer erge pijn straks.” Hij ritste zijn koffer open en haalde een schone luier uit het voorvakje.
“Prima” zei ik, terwijl ik uit mijn katoenen tas de lotiondoekjes, zinkzalf en poeder haalde. Ik keek zelfs nog snel of de deur nog op slot zat, en gelukkig zat hij dat ook nog.
Toen alles in orde was gemaakt, was Tony alvast op de vloer gaan liggen en had hij zelf zijn broek omlaag gedaan, dat ik dat straks niet meer hoefde te doen. De verschoning verliep prima, en Tony vroeg uit sympathie zelfs of ik er nog eentje nodig had.
“Nee” zei ik, “maar als je denkt dat ik straks zeeziek word, kan ik je alvast zeggen dat ik dat toch nooit word, dan komt de pijn en het verdriet gewoon door defecatie. Als je zo'n vuile luier liever niet wilt verwisselen, dan hoeft dat van mij ook niet.”
“We zien wel, hè?” zei Tony, die zijn kussen terug in zijn koffer stopte, waarna de deur ontgrendeld werd en wij de wc uit liepen. We waren net op tijd, want toen we eens terug bij alle leerlingen stonden en/of zaten, werd er bekend gemaakt op welke kamers iedereen precies kwam te liggen...
 

Little Endy

Sayori the shy Enderman :3 (he/they)
3. Geen land meer in zicht, alleen nog maar water (heenreis deel 2)
“De eersten mogen met mij mee komen om te zien op welke kamer zij precies komen te liggen” zei meneer Sanchez. “Gerald, Dave en Gene, volg mij maar.”
De drie jongens volgden meneer Sanchez naar achteren, waar de kamers waren.
“Jeff, Tony, Marcie en Brianne” zei meneer Parker, “jullie mogen mij volgen naar jullie aangewezen kamer.”
Wij vieren volgden meneer Parker precies dezelfde kant op, en hij opende een deur voor ons.
“Wauw, een echte hotelkamer!” riep Brianne uit. “Mogen we er al in?”
“Jazeker” zei meneer Parker, “leef jullie in alle rust uit.” Hij liep terug naar de leerlingen die nog een kamer aangewezen moesten krijgen.
“Ik ben zo benieuwd hoe de bedden liggen” zei ik, “hopelijk net zo comfortabel als in echte hotels, want dit was toch een hotel op het water?”
“Klopt volledig” zei Tony, “eens kijken of het toevallig ook waterbedden zijn?” Hij lachte erbij.
“Grapjas” grinnikte Jeff, die hem in zijn wang kneep.
Toen wij vieren eens de kamer binnen gingen, zagen we cadeaus op de bedden liggen.
“Ik ben benieuwd wat erin zit...” zei Brianne, die naar haar aangewezen bed liep en rigoreus het papier van het cadeau af scheurde. “Wauw, een slang!” Ze drukte de knuffel dicht tegen haar aan.
“Nou, in dat geval” zei ik, toen ik op mijn aangewezen bed ging zitten, “ben ik ook wel benieuwd wat mijn cadeau kan zijn.” Ik pakte mijn cadeau netjes uit en geloofde mijn ogen niet toen ik eens het pakpapier opzij legde en mijn knuffel even omhoog hield. “Tony de pratende klok...!”
“Wacht, wat?” zei Tony. “Heb je die knuffel uit het niets naar mij genoemd of zo?”
“Ah, de bekende klok” zei Jeff. “Dus hoe weet je zijn naam? Ben jij toevallig fan van Don't Hug Me I'm Scared? Niet dat ik het erg vind of zo.”
“Ja, Jeff” zei ik, “en Tony, deze klok heet ook echt Tony, dus accepteer het alsjeblieft maar.” Ik drukte mijn nieuwe knuffel dicht tegen me aan en piepte van blijdschap.
“Cool” zei Brianne, “ik wed dat je niet wilt ruilen?”
Ik schudde duidelijk mijn hoofd, terwijl ik mijn knuffel van top tot teen kneep om te kijken of er mogelijk een geluidsbron in zat. Ik zuchtte van opluchting toen dit niet zo bleek te zijn, want als het wel zo was, zou ik bezorgd zijn van hier tot Koppai vanwege hoe vol de batterij nog zou kunnen zitten.
Intussen pakte Tony zijn cadeau uit. Hij piepte ook van geluk toen hij zag dat het een groot kussen in de vorm van een hart met handen was.
“Ik heb precies dezelfde!” zei ik. “Je was toen toch jaloers op de mijne?”
“Ja!” zei Tony, “en hoe toevallig dat ik er nu eentje voor mezelf heb!”
Jeff's cadeau was een menselijke handpop. Het had lang, oranje haar en realistische blauwe ogen.
“Wist één van jullie dat ik in mijn vrije tijd soms wil buikspreken?” zei Jeff. “Wel, raad eens, die droom is nu eindelijk uit.”
Tony, Brianne en ik knikten.
“Trouwens” zei Brianne, “ik ben benieuwd of de andere leerlingen ook van die cadeaus hebben gekregen? Plus, geeft de organisatie van deze boot standaard cadeaus aan mensen? Of is het gewoon toeval?”
Ik haalde mijn schouders op. Ik wist van tevoren helemaal niets over die cadeaus, en hoe de mensen hierachter wisten dat ik sindskort groot fan was van Don't Hug Me I'm Scared. Maar dat betekende niet dat ik niet blij mocht zijn met iets nieuws in mijn collectie. Terug thuis zou Lucas waarschijnlijk jaloers op me zijn. Net als mijn internationale vrienden, als ik het ook aan hen liet zien.
Ik pakte mijn telefoon uit mijn zak, en keek naar de tijd. Bijna 9 uur. Ik had in het vliegtuig de klok al opnieuw ingesteld, maar was het nu nog steeds zo laat? Ik keek uit de patrijspoort aan Jeff en Tony's kant, maar zag geen land meer, enkel nog de zee. En straks als we eens op onze bestemming aan waren gekomen, moest ik hem alweer 2 uur achteruit zetten. Ik zei het je al eerder, een verschrikkelijke warboel met al die tijden.
“Ik ben doodop” zei ik, toen ik mijn schoenen uitdeed en met mijn rug op mijn bed plofte. “Al dat tijdsverschil, ik vind het maar niets.”
“Vertel mij wat” zei Jeff, die zijn bril poetste met zijn shirt. “Twee hele uren achteruit, 't is niet te geloven...”
“Ach, we zijn tenminste niet in het zuiden van Hyrule straks” zei Brianne, “da's nog veel verder weg, en Silicon Valley ook.” Ze deed haar pluchen slang om haar nek alsof het een sjaal was. “Pff, camping Campbell, lijkt me verschrikkelijk daar, ik zou het in het bos zonder internet absolúút niet kunnen overleven...” Ze keek mij aan. “Jij was toch al eens eerder naar camping Moldenhauer geweest, Marcie? Of heb ik dat verkeerd begrepen?”
“Dat heb je zeker niet verkeerd begrepen, Brianne” zei ik. “Het is daar echt vele keren beter dan op camping Campbell. Op camping Moldenhauer hebben ze echt alles. Internet, een kantine, een zen-tuin, soms een voorstelling, en zelfs een waterpark.”
“Is die luxe nog overbodiger dan in dat hotel waar je toen bleef?” vroeg Tony.
Ik schudde mijn hoofd, en grinnikte erbij.
“Ik zei je al eerder dat ik dat waterpark niet had bezocht vanwege het feit dat ik allergisch ben voor chloor, gekkie” zei ik, “ik hoop van harte dat we straks ook tenminste mogen pootjebaden op het strand. Dat wordt echt fantastisch met de zon die daar inmiddels flink stookt.”
“We zullen wel zien hoe het gaat worden, hè?” zei Jeff, die wat van zijn kleding en zijn laptop uit zijn koffer pakte.
“Goed idee” zei Brianne, die ook haar koffer open ritste en daar haar hoofdkussen uit haalde.
Tony en ik volgden hun voorbeeld op, en binnen no time waren al onze bedden al goed geclaimd.
Ik pakte mijn laptop er ook bij, en keek of er internet op de boot was. Ik knikte toen dit ook zo bleek, en logde er gelijk op in.
“Er is internet hier” zei ik, “dus we kunnen misschien ieder op de website van de camping kijken.” Ik klopte op mijn bed. “Brianne, jij kunt met mij mee lezen.” Ik opende intussen de browser en typte het adres in.
Brianne kwam naast mij op het bed zitten, en we lazen samen op de website. Jeff en Tony, die tegenover ons zaten, deden precies hetzelfde.
“Wauw” zei Brianne, “ochtenden voor hobbyisten van maart tot en met mei... jammer dat het nu juni is en dat er van de school al een planning is, maar het lijkt me toch zo gaaf.”
“Ik kan je uit ervaring vertellen dat het ook wel gaaf is” zei ik, “gezien ik er in april was geweest. Er is dan zelfs redelijke kans dat je bekende eilanders ziet die ook meedoen.”
Aan de overkant zagen en hoorden we Jeff en Tony ergens om lachen.
“Wat nou?” grinnikte Brianne.
“Oh, niets bijzonders” zei Tony, “één of andere droge foto bij de pagina van de kantine.” Hij las die pagina verder. “Let's see here... volgende maandag... da's morgen dus al... sport op de televisie. Rugbybal, de Inkwell-eilanden tegen Schotland... half 8... het zal wel.”
“Oh, dat zal mij benieuwen” lachte ik, “dat we dan straks als een stel dronken sukkels mee mogen zingen met het volkslied!” Dit maakte de andere drie ook aan het lachen.
“Als dat op de planning komt” zei Jeff, “ga ik die leraren gewoon letterlijk uitlachen. Achter hun rug om, natuurlijk...”

Om half 1 hadden we de lunch, en ongeveer een kwart van de mensen die aan tafel zat, zag nog steeds groen van zeeziekte, dus die lieten de helft van hun bord liggen.
Ik kreeg uiteindelijk zelf lichte pijn in mijn buik, maar niet van het feit dat ik plotseling ook zeeziek was.
“Jij ook al?” vroeg Mark. “Heb ik je soms aangestoken?”
“Nee” loog ik, “misschien valt er momenteel iets verkeerd op mijn maag...” Op hetzelfde moment bevuilde ik mezelf. “Damn...” Ik stond op. “Als jullie me zoeken, ben ik op mijn aangewezen kamer en straks in de wc...” Ik liep gegeneerd van de tafel weg en slaakte een diepe zucht toen ik eens op de kamer was. “Masked Man's zij dank dat alleen Jeff en Tony hier meer over weten...” Ik pakte mijn katoenen tas en hoofdkussen en liep hiermee naar de wc, waar ik mezelf verschoonde en goed mijn streek en achterste schoonlapte met meerdere doekjes. Ik deed tenslotte de gebruikte luier en doekjes in een plastic zak om weg te gooien voordat ik mijn handen goed afspoelde en de wc verliet.
“Gaat het weer?” vroeg Louie, die weer op één van de banken zat.
“Jawel” zei ik, “ik was even aan... je begrijpt vast wel wat ik bedoel.”
Louie knikte, en stak zijn duim omhoog.
Ik liep terug naar mijn aangewezen kamer, waar Jeff, Tony en Brianne al waren.
“Gaat het wel, Marcie?” vroeg Brianne. “Je zag er minstens zo groen uit als de mensen die net echt zeeziek waren...”
Ik knikte. “Er viel iets verkeerd, en kreeg meteen last van mijn buik.” Ik plofte met mijn volle zelf op het bed, nam al mijn knuffels bij me en rolde mezelf op tot een bal.
Jeff kwam naar me toe gelopen, boog zich over mij heen en fluisterde in mijn oor.
“Had je een vuile luier?” fluisterde hij. “En daarvoor last van je buik? Dat je daarom even wat loog?”
Ik knikte, en stak mijn duim omhoog. Ik wilde zelfs even mijn ogen sluiten, ik was echt zo moe van alles op dit moment.
Ik schrok lichtelijk toen ik merkte dat Tony bij mij op het bed kwam liggen.
“Moe van al het reizen en constante verandering van tijden?” vroeg hij. “Je bent niet de enige. Mag ik bij je komen liggen?”
“Tuurlijk” zei ik, en ik draaide me om, zodat ik Tony kon zien. “Waar heb jij straks eenmaal op de camping zin in?”
“Goeie vraag...” zei Tony. “Ik hoop in ieder geval dat we ook wat vrije tijd krijgen, dat ik met jou, of met Jeff, of met jullie allebei iets leuks kan doen. Met Jeff ga ik bijvoorbeeld wel eens naar het bos, en dan zoeken we samen naar het centrale punt ervan, dat we altijd de bosnavel noemen.”
Ik lachte om het woord bosnavel. Wat leuk bedacht.
“Ik hoop ook op voldoende vrije tijd” zei ik, “en dat we wc-pauzes krijgen.” Op hetzelfde moment voelde ik mijn mobieltje trillen. Ik pakte deze uit mijn zak en zag dat er bericht was van Lucas.
Ben je al goed aangekomen? :)
Ik grinnikte, en startte de camera op.
“Lucas denkt dat we al zijn aangekomen” zei ik, “wil jij op de foto voor het bewijs, Tony?”
Tony knikte, en ik maakte de foto, die ik naar Lucas opstuurde.
Nee, ben nog op die slome boot. Hier is bewijs. :p
“Dat hij sloom is klopt volledig” zei Tony. “Maar we hebben niets te klagen met die comfortabele bedden, ruime wc's en gratis internet.”
“Hebben jullie trouwens al iets van badkamers gezien?” vroeg Jeff. “Het zou een beetje raar zijn als we een dag niet in bad of onder de douche zouden moeten gaan.”
“Ik ga wel kijken” zei Brianne, die snel van haar bed opstond en de hal in rende, “ben zo terug.”
Tony en ik gingen op het bed rechtop zitten, en keken wat voor ons uit, gezien we niet echt iets hadden om over te spreken.
“Jeff?” vroeg ik. “Heb jij er al zin in als we straks op de camping zijn?”
“Reken maar” antwoordde Jeff. “Als er een naderbij bos is, zal ik daar ook heen gaan, hè Tony? Zoeken naar de bosnavel?”
Tony knikte en giechelde.
“Ik heb het allermeeste zin in het opnieuw zien van de bekende eilanders” zei ik, “de moestuin, en het pretpark.” Ik nam mijn nieuwe, grote knuffel bij me. “Het enige rare is dat ik nu op reis ben met twee Tony's.” Ik lachte erbij.
“Welke vind je liever?” vroeg Tony. “Mij, of die grote pluchen klok?”
Ik barstte in hysterisch lachen uit. Wat voor een vraag was dat?! Natuurlijk vond ik het mens liever dan de knuffel!
“Jou” lachte ik, terwijl ik Tony een zoen gaf op zijn zachte wang. “Ik vind alleen de knuffel liever als ik heel erg droevig ben en even geen mensen om me heen wil.”
Brianne kwam op hetzelfde moment terug van de hal, met een brede grijns op haar gezicht.
“Raad eens” zei ze. “Ze hebben echt hele luxe badkamers. De douche heeft iets in de richting van een muziekspeler, en zo'n draaiknop dat je de koppen ervan kunt veranderen, en een functie die zelfs de waterstralen licht laat geven! Het is alsof je in iets van Star Trek of zo zit!” Ze gierde het uit van geluk.
“Gaaf zeg” zeiden Jeff, Tony en ik in koor, terwijl we alledrie ook opstonden om te kijken.
“De badkamers zijn in de tweede hal links” riep Brianne ons nog na toen we eens in de hal waren.
In de aangewezen hal opende ik de eerste deur, en meteen stonden Jeff, Tony en ik versteld van het gave interieur. Nog meer luxe waren de wc, de doorzichtige wastafel en een portaal van een vuilnisbak in de muur die in dezelfde ruimte aanwezig waren.
“Gaaf joh, een vuilnisbak in de muur” zei Tony. “Ik hoop wel dat hij luchtdicht is, anders valt men flauw als ze merken dat er iets van de richting van een luier in zit.”
“Dat zullen we 's avonds wel merken” zei Jeff, terwijl we met zijn drieën terug liepen naar onze aangewezen kamer. “Het is echt gaaf, Brianne. Ik ben zo blij dat we met zo'n luxe boot zijn. Ik hoop dat we met ongeveer dezelfde gaan als we straks de terugreis hebben.”
“Ja, ik ook” zei Brianne. “Ik ben benieuwd hoe luxe die camping straks eigenlijk is...”
“Ik kan je vertellen” zei ik, “dat hij ongeveer de luxe heeft van het gemiddelde viersterrenhotel.” Ik rekte me eens goed uit, maar hierdoor schoot mijn shirt uit mijn broek, en daar schrok ik van, want Brianne wist nog niet dat ik luiers droeg, en nu kon ze de rand ervan zien. Ik wilde snel het shirt terug in mijn broek stoppen, maar Brianne maakte een afwerend gebaar en keek me sympathiek aan.
“Wacht” zei ze, “is dat een luier? Geen zorgen, ik ben daar ook best aan gebonden.”
“Waarom, als ik vragen mag?” vroeg ik.
“Omdat bij iedere keer dat ik voel dat ik moet urineren” zei Brianne, “het eigenlijk al te laat is. Het heet urge-incontinentie, en het zit bij me in de familie.”
Ik knikte. “Ik ben alle controle van mijn organen kwijt sinds ik een bepaalde levensstijl begon te leven. Als je er meer over wilt weten, zul je me 's nachts wel met een speentje zien slapen.”
“Oh, dus jij bent ook één van die mensen?” zei Brianne. “Oké. Dan is het maar goed dat wij vieren deze kamer delen.”
“Zeker weten” zei Tony, “sinds jij één van de weinigen bent die ook weet over mijn zelfde geheime levensstijl.”
Ik was zo blij dat dit gewoon werd geaccepteerd. Ik voelde dat ik even overweldigd werd door dit alles, ging op mijn bed zitten, nam mijn pluchen klok bij me en weende in zijn rug.
“Het is al goed, Mars” zei Brianne. “Je hoeft er niet verdrietig om te zijn.”
“Nee, zo zit het niet” snikte ik. “Ik ben gewoon blij dat jij het ook accepteert. Er zijn gewoon teveel mensen op deze domme planeet die het nog steeds weigeren. En ik kan je vertellen, de bekende eilanders straks zijn daar geen van, en dat is maar beter ook.” Ik voelde tegelijkertijd mijn luier warm worden.
“Hoezo?” vroeg Jeff. “Was jij er als je 'kleine' zelf destijds?”
“Hoe reageerde iedereen daarop?” vroeg Tony.
Ik veegde mijn tranen weg, blies mijn neus in mijn zakdoek en drukte mijn knuffel dicht tegen me aan.
“Ik was daar destijds als iemand tussen mijn 'kleine' zelf en degene die ik nu ben in” zei ik, “dus zeg maar als een kleuter van 3 of 4. Ik liep vrijwel overal rond met mijn speentje aan een koord, en om mijn schouder een tasje waar een kladboekje en wat pennen in zaten, en de bekende eilanders zetten daar gewoon hun handtekeningen in. Ze zeiden helemaal niet dat mijn appearance raar of een vloek of erger was, integendeel, ze vonden me zelfs schattig, en met name toen er iets van een staartje of een strik in mijn haar zat.”
“Ach, wat een vrij land, joh!” zei Brianne verrast, “die Inkwell-eilanden!” Ze ging naast mij op het bed zitten en legde een arm om mijn schouder. “Ik heb zelf dan wel niets met terug kind willen zijn, maar mag ik je iets anders interessants vertellen?”
Ik knikte. “Je mag me vrijwel alles vertellen, behalve van die dingen met gruwelijke horror waar ik zo queasy van word.”
Brianne lachte me toe en schudde haar hoofd.
“Ik beloof je dat dit niet zo eng is, hoor” grinnikte ze. “Maar ondanks dat ik die luiers dus nodig heb, vind ik het ook wel fijn om deze te dragen.” Ze wreef me eens goed over mijn rug. “Mag ik misschien later iets met je haar doen? Maak jij die staartjes en strikjes zelf?”
Ik schudde mijn hoofd. “Niet altijd. Mijn surrogaatouders doen het vaker.”
“Hoe is het met hen?” vroeg Jeff. “Ik heb hen al best lang niet meer gezien. Behalve wel eens via Skype dan, maar dat was niet officieel.”
“Goed” zei ik, “en met de rest van mijn huishouden ook, jazeker, inclusief de trilspinnen die nog wel eens bij ons komen schuilen.”
Dit maakte iedereen in de kamer aan het lachen.
Brianne keek ons intussen wel niet-begrijpend aan.
“Oh, lang verhaal” zei ik. “Ik was geboren en getogen in Amerika, verloor mijn vader toen ik amper een jaar was, en mijn moeder bijna twee jaar geleden. Ik had een buurjongen, Lucas, bij wie ik kwam wonen toen ik er alleen voor stond, en hij, de hond en zijn vader verhuisden uiteindelijk terug naar de Nowhere Islands, en ik moest dus ook mee, en sindsdien woon ik daar bijna twee jaar.”
“Ach, nee” zei Brianne, “wat sneu...”
“Geen zorgen, Bri” zei Tony, “inmiddels heeft ze het al beter. Vertel maar verder, Marcie.”
“Ik woonde nog geen dag op die eilanden” zei ik, “en meteen kwam er een soort vriendin van Lucas aan de deur. Haar naam is Kumatora, en ze besloot uiteindelijk mijn zorg op zich te nemen, mijn surrogaatmoeder te worden. Met mijn 'aparte' levensstijl was het voor haar even wennen, maar nu weet ze wel hoe het is om een baby of peuter in het gezin te hebben.” Ik sloeg intussen onrustig de armen van mijn pluchen klok op en neer. “Ze vindt het helemaal niet erg, mijn levensstijl, en accepteert deze ook. Eind dat jaar jaar kwam haar vriend, Duster, mijn surrogaatvader dus, ook bij ons wonen, en ze raakten begin vorig jaar verloofd.”
“Het zijn aardige surrogaatouders” zei Jeff. “Als jullie elkaar beter kennen, kun jij misschien eens bij Marcie gaan logeren, Brianne.”
Brianne knikte. “Ik zal erover nadenken.”
“Maart vorig jaar kwam er nog één uitbreiding in huis” zei ik, “en dat was Lucas, die ook bij ons wilde komen wonen. Nee, hij heeft geen gespannen band met zijn vader of zo, het was gewoon zijn keuze, en die werd door zijn vader ook prima geaccepteerd. Anyways, hij kwam dus bij ons drieën wonen, en werd zo mijn soort van broertje. Ik heb zelf dan wel geen echte broers of zussen gehad, maar met Lucas heb ik toch zo'n goede band.”
“Die band is ongeveer gelijk aan mij en mijn zusje” zei Tony, knikkend.
“Ik ben jaloers op jullie” lachte Brianne. “Mijn oudere broer en zus zijn helemaal niet aardig, die denken nog dat ik ten minste vijf jaar jonger ben.” Ze deed haar armen over elkaar.
“En juli vorig jaar waren onze surrogaatouders getrouwd” zei ik, “en gingen we met zijn vieren naar Abberdaal toe. Daar hebben ze trouwens ook een leuke luxe camping, voor als jullie nog een bestemming kiezen om met wie dan ook heen te gaan. Het heet daar trouwens camping Page.”
“Ja, ik had toen foto's gezien” zei Jeff, “en je had iemand ontmoet die bijna mijn naam deelde.” Hij lachte erbij.
“Prima suggestie” zei Tony, “ik zal 'm onthouden voor als ik later met mijn ouders en zusje nog ergens heen zou willen.”
Brianne was intussen wel een beetje stil geworden van mijn verhaal. Ze friemelde stilletjes met het kopje van haar pluchen slang en probeerde rustig adem te halen.
“Heftig allemaal, Marcie” zei Brianne. “Maar ik ben blij voor je dat je zoveel liefde krijgt, en zulke aardige vrienden hebt.” Ze kijkt me met een schattige blik aan. “En ik toch ook?”
“Maar natuurlijk, Brianne” zei ik, terwijl ik haar een knuffel gaf, en de armen van mijn pluchen klok ook 'om haar heen sloeg'. “Ik ben blij dat we elkaar hebben leren kennen.” Ik liet haar weer los, en ging languit op mijn bed liggen. “Ik ben aan een droge luier toe.”
“Ik ook” zei Tony. “Verschonen we elkaar in de normale wc, of in de badkamer?”
Ik dacht even na, en rommelde wat in mijn koffer, gezien er nog maar één luier in mijn katoenen tas zat. Ik had in mijn koffer genoeg luiers mee voor een week, nee, zelfs twee weken, dus ik zou niets tekort kunnen komen.
“Ik ga het eens doen in zo'n badkamer” zei Brianne, die een luier uit haar grote tas pakte. “Ik kan het prima zelf, trouwens. Ik ben zo terug.” Ze deed de luier eerst nog onder haar shirt voordat ze de kamer uit liep.
Ik had intussen wat meer luiers in mijn katoenen tas gestopt, en Tony had vanuit zijn koffer Brianne's voorbeeld gevolgd.
“Kun jij je vermaken in je eentje, Jeff?” vroeg Tony.
Jeff knikte, ging op zijn bed liggen, en pakte zijn laptop erbij, terwijl Tony en ik naar één zo'n badkamer liepen om elkaar te kunnen verschonen.

De tijd was weer snel gegaan, en we waren inmiddels langs de tijdzone van mijn thuisland gevaren. Het was nu iets van half 9, maar door alle verschillen in tijd voelde het voor mij en alle leerlingen later.
Inmiddels liggen we allemaal bekaf in bed. Ik zal jullie nog even vertellen over de avond in een notendop.
Om half 6, ten minste, voor iedereen van de school half 7, hadden we het avondeten, dat helaas erg tegenviel. Veel te droge aardappels, een slap stuk vis en een half blaadje sla. Ik had wel vijf glazen water mogen drinken om de vochtigheid in mijn mond weer normaal te krijgen. Ik hoop dat we op de terugreis straks wel een betere scheepskok krijgen, want degene van wie we het eten kregen was echt zo'n stereotypisch persoon die je vaker in van die films met piraten zag.
Bijna direct na het eten had ik mijn handdoek, toiletspullen, slaapkleding en katoenen tas gepakt, en ben hiermee naar één zo'n badkamer gegaan. Eens daar had ik mezelf uit mijn kleding en vuile luier gewerkt (de vuilnisbak in de muur is gelukkig wel luchtdicht!), van tevoren schoongelapt, en ben hierna meteen onder de fluorescente douche gegaan.
Het douchen deed me gelijk denken aan mijn vakantie in de Underground, waar ze ongeveer net zo'n douche hadden, maar dan zonder die leuke lichtjes die uit de waterstralen kwamen. Ik heb zelfs de lichtgevende waterstralen alleen op video gezet, om Lucas, mijn surrogaatouders en vrienden een beetje jaloers te maken (grapje), want ook als er niemand onder staat vind ik het er heel gaaf uit zien.
Na de douche had ik me afgedroogd, in de schone luier en mijn slaapkleding gehesen, mijn haar geborsteld en mijn tanden gepoetst, en was ik met spullen en al terug naar mijn aangewezen kamer gegaan.
Iedereen had zich gedoucht, voor de nacht gekleed en hun tanden gepoetst rond half 8, en we waren allemaal moe omdat het een lange dag met veel verandering in de tijd was, en dat is best wel te begrijpen.
Ik had mijn laptop en telefoon uitgezet en opzij gelegd, mijn speentje in gedaan, al mijn knuffels bij me genomen, een klein nachtlichtje aangezet en mezelf eens goed in de dekens gerold.
“Zeg” realiseerde Brianne zich, “misschien weet ik wel waarom wij vieren zo op dezelfde kamer zijn ingedeeld. Omdat we allevier luiers dragen, en dat hoeft nog niet eens per sé de hele dag door te zijn.”
“Hè, ja, inderdaad” zei Jeff, die zijn bril af deed.
“Krijgen we ook hetzelfde principe als we straks op de camping zijn?” zei Tony. “Ik wil namelijk niet in een slaapzaal waar vrijwel alle anderen 's nachts wel droog kunnen blijven.”
“Ik ook niet” zei ik. “Zijn wij de enige leerlingen die in ieder geval een vorm van een affiliatie met luiers hebben?”
Er viel even een stilte. Was het een lastige vraag?
“Geen idee, eigenlijk” zei Tony. “Ik heb ook geen geruchten gehoord toen leerlingen als Marie en Summer vorig jaar op kamp gingen. Ik weet wel dat Marie op dat moment de 'tijd van de maand' had, en dat... oh ja, maar natuurlijk. Marcie, weet je nog toen we twee zomers geleden ergens logeerden, en dat Dave langskwam?”
Ik plantte mijn hand in mijn gezicht. Dat ik daar niet aan dacht! Dave die er ook van hield om 'kind' te zijn!
“Ik denk niet dat hij de hele dag draagt, zoals wij” zei ik.
“Nee” zei Brianne, “daar heb je gelijk in. Hij heeft het mij inderdaad eens verteld, inclusief dat detail.” Zij deed haar bril ook af, stopte hem in het doosje dat erbij hoorde en legde deze op haar grote tas neer. “Tony, waar waren die mensen dan waar jullie logeerden?”
“Happy Happy Village” zei Tony. “Ze zijn gespecialiseerd in het opvangen en verzorgen van mensen zoals mij en Marcie, en wij bleven daar een weekje.”
“Dat was een leuke week, kan ik je zeggen” zei ik, “maar eerlijk gezegd nog lang niet zo leuk als de vakanties waarop ik ben geweest sinds mijn verhuizing. Ik heb er internationale vrienden door gekregen!”
“Als we nou eens een dag meeliepen in een klas van zo'n andere kostschool” zei Jeff, “in plaats van op zo'n uitwisseling gingen, dan had ik ook aanzienlijk meer dan mijn kleine aantal internationale vrienden gehad.”
“Je moet maar denken” zei Brianne, “beter dat dan alleen maar regionale vrienden, Jeff.”
Ik gaapte luid, en rolde me op mijn zij, waar ik in een foetale houding ging liggen.
“Ik ben kapot” zuchtte ik. “Wat een dag vandaag.”
“Vertel mij wat” zei Tony, “ik hoop dat we morgen er al vroeg genoeg zijn, maar dat we niet op dezelfde tijd op hoeven te staan.” Hij pakte zijn speentje en stopte deze in zijn mond. “Ik ga maar eens proberen te slapen. Goedenacht.”
Hier en daar werd er door ieder van ons een goedenacht gewenst, en niet lang hierna lagen we als blokken te slapen.
 

Little Endy

Sayori the shy Enderman :3 (he/they)
4. Land ahoy! (Dag 1 op de camping)
Ik werd wakker en het was nog donker. Gisteravond had ik mijn horloge en klok van mijn telefoon voor de zekerheid nog eens verzet, want wie weet waren we nu al in de nieuwe tijdzone. Ik pakte mijn horloge, keek ernaar en probeerde te kijken hoe laat het op dit moment was. Half 5 's morgens. Hopelijk nog tijd zat om te slapen. Ik legde het horloge terug opzij, sloot mijn ogen weer en nam mijn pluchen klok bij me. Ik bedacht me dat de tweede reden dat het fijn was dat hij geen batterij had was dat ik dan ook geen letterlijke klok in hoefde te stellen. Hij had wel wijzers die je kunt bewegen, maar ze waren niet aan iets van tandwielen verbonden dat ze met de letterlijke tijd mee bewogen, en hij tikte ook niet.
Ik luisterde wat om me heen. Op het hele zachte getik van mijn horloge en iedereens ademhaling na was het doodstil. Perfect om mee te visualiseren om terug in slaap te kunnen komen.
Ik visualiseerde van alles. Dingen die ik maanden geleden deed en meemaakte. Februari. De eerste keer dat ik mocht kijken naar Don't Hug Me I'm Scared, samen met Duster, aangezien ik net 18 jaar geworden was. Veel bloed en rare beelden, maar toch erg interessant. Vervolgens een tweede vakantie naar Abberdaal, omdat we te horen hadden gekregen dat Perry en Brien officieel grote broers zouden worden, en we het geslacht van de ongeboren baby's mochten weten. Ze zouden allebei een zusje krijgen, beiden uitgerekend op een andere datum, en te denken dat ze over ongeveer anderhalve maand al geboren zouden worden straks. Hoe we eerst door het rooster van de tweede woonkamer van Brien's huis zijn mooie pianomuziek al konden horen voordat we überhaupt binnen waren. Hoe ik later door de brievenbus van Perry's huis luisterde voordat ik op de deur klopte, en ik hem in de woonkamer hoorde lachen tegen de televisie. Ik vond hem echt de mooiste lach van het universum hebben. De liefste stem ook. Was ik stiekem dan toch verliefd op hem? Geen idee... Maar wat was het koud op dat moment! Op de galerij van de flat tochtte het echt verschrikkelijk, en er leken wel ijspegels uit mijn neus te hangen op dat moment. Ik lachte er nu zelfs per ongeluk om.
“Gaat het, Marcie?” vroeg Brianne. “Wat is er?”
“Nee, ik moest ergens om lachen” fluisterde ik. “Ik ben niet verdrietig, hoor. Ik dacht alleen aan februari, waar het echt zo ijskoud was, dat er ijspegels uit mijn neus hingen.”
“Dan is het goed” gniffelde Brianne. “Hoe laat is het eigenlijk?”
“Iets over half 5” zei ik, “dus nog genoeg tijd om te slapen.”
“Oké” fluisterde Brianne, en hierna was het weer stil.
Ik luisterde in mijn hoofd naar de pianomuziek uit februari. Dat was een liedje uit iets van Zelda. Het klonk zo mooi. Op datzelfde moment had ik zelfs onthuld dat ik piano kon spelen, en dit ook bewezen. Een geheim dat ik lang genoeg had bespaard voor mijn surrogaatfamilie en een deel van mijn internationale vrienden. Ondanks dat ik het al zo lang niet had gedaan, was ik er nog steeds wel goed in. Ik kan dan wel geen klassiek of zo spelen, maar toch word ik tot op heden hierom als een fenomeen* beschouwd.
Nu vroeg ik me af of er straks op de camping ook een piano zou zijn, in de kantine of zo. De vorige keer was er een keyboard, bij de voorstelling van twee bekende eilanders, maar die was van de vier Richardsons, dat waren reizende broers en zussen die muziek maakten, die hadden ze zelf meegenomen. Als er een echte piano zou zijn, zou ik iedereen ermee willen verbazen straks. Dan ben ik wel benieuwd hoe ze erop zullen reageren.
Ik visualiseerde weer over de afgelopen maanden. April. Meteen op de eerste dag ervan was Britta jarig, en dit was geen grap. Wat al helemaal geen grap was, was dat ze absolúút nooit wil dat er liedjes als Lang zullen ze leven worden gezongen, en met name bij feestjes met thema's, want dat zou volgens haar dan 'niet passend' zijn. Dit was schijnbaar al jaren zo, maar ik merkte het pas april vorig jaar, toen ik en Lucas voor het eerst naar zo'n feestje van haar mochten. Dat feestje had het thema Amerika, en toen zongen we het Amerikaanse volkslied, en dat was wel lachen.
Dit jaar was het nog grappiger, eigenlijk. Toen gaf Britta een feest met het thema Camp Camp, en toen haar nicht met de taart (met maar liefst achttien brandende kaarsen erop!) aan kwam zetten, zongen we met zijn allen de titelsong van de serie, waarna we allemaal erg moesten lachen tijdens het applaudisseren.
Ik zelf geef nooit feesten als ik jarig ben, laat staan dat ze überhaupt ooit zulke liedjes voor me mogen zingen. Dat gebeurt al circa 12 jaar niet meer, en ik vind het helemaal niet erg, want door mijn handicap kon ik het op gegeven moment absoluut niet meer aan. En sindsdien zingt men totaal afwijkende liedjes als ik hen vertel dat ik jarig ben, en dat vind ik dan wel weer fijn.
Na nog wat meer gevisualiseerd te hebben, viel ik toch wel weer terug in slaap.

Circa vier uur later schrokken Brianne, Jeff, Tony en ik wakker van een geluid dat op een misthoorn leek.
Jeff schoot overeind in zijn bed, en keek uit het raam.
“We zijn bijna op onze bestemming aangekomen!” zei hij blij. “Ik zie land!”
Tony, Brianne en ik juichten erom. Hierna gingen we allevier uit ons bed om ons voor te bereiden op vandaag.
Brianne en ik kleedden samen om in dezelfde badkamer.
“Ga jij je ook kleden op het momentele 'nieuwe' seizoen?” vroeg ik, terwijl ik na de verschoning mijn gebruikte luier weg deed en me verder kleedde in een sportbroek tot op de knieën, een T-shirt en een bloesje met korte mouwen.
“Ja” zei Brianne, die een kort broekje en een jurk tot op de enkels aandeed. “Heb jij ook wel eens een jurk aan, als ik vragen mag?”
“Niet als degene die ik nu ben” zei ik. “Als mijn 'kleine' zelf draag ik aanzienlijk vaker jurkjes en rokjes, maar dat is omdat ik het anders een beetje kinderlijk vind. Niet offensief bedoeld of zo.”
Brianne gaf me een vriendelijk klapje op de schouder, pakte haar borstel en kamde haar haren ermee door.
Ik besloot haar voorbeeld op te volgen, en toen we allebei klaar waren, deden we de overige spullen terug in onze koffer of grote tas en gingen we naar de eetzaal toe, waar een klein aantal leerlingen al aanwezig waren.
“Brianne, wat zie je er goed uit!” zei het meisje Viola. “Ik ben zo blij dat we eindelijk eens géén uniform aan hoeven!” Zij was gekleed in een jumpsuit met bloemetjes erop en een effen gele blouse met lange mouwen.
“Jij ziet er ook goed uit, Viola” zei ik, “die kleding reflecteert je persoonlijkheid denk ik wel!”
Viola giechelde wat en bloosde erbij.
Een aantal seconden later kwamen Jeff en Tony ook aan de tafel zitten, eveneens gekleed in iets anders dan hun uniform dat ook erg zomers was. Jeff was gekleed in een groene stereotypische Hawaïaanse blouse met witte bloemen en een lichtgroene korte broek. Tony was gekleed in een ruim vallend zwart T-shirt met kleine witte sterretjes en een blauwe broek tot op de knieën.
“We zien er allemaal denk ik leuk uit” zei Tony, “en zomers.”
Iedereen die tot nu toe aan tafel zat lachte hierom.
Langzamerhand kwamen alle leerlingen en leraren aan de tafel zitten, en kregen we van alles te eten voorgeschoteld: verse broodjes, allerlei soorten beleg, verse jus d'orange, en wat allemaal wel niet. Dit was honderd keer lekkerder dan het diner van gisteren, moet ik zeggen.
Na het eten poetsten we allemaal onze tanden, en om iets van 10 uur waren we dan eindelijk echt aangekomen.
“Land ahoy!” riep ik samen met alle leerlingen in koor, toen we allemaal net uit waren gestapt. Hiervoor hadden we onze koffers en tassen goed ingepakt en gecontroleerd of er verder niets miste. Dit was gelukkig allemaal niet zo, alles was in orde, dus we konden prima verder.
We waren als volledige groep nog lang niet van de haven af toen ik al de bekende borden van de wegbewijzering zag staan. Ik las deze.
“Mevrouw Baker” zei ik, “we moeten de borden volgen. Kijk, ik zie de naam 'camping Moldenhauer' al staan. Ik ben er al eens eerder geweest.”
“Da's mooi” zei mevrouw Baker, die hierna tegen de leerlingen aan het woord ging. “Dames en heren, we gaan bij deze alle bordjes volgen die naar onze camping toe leiden! Anders komen we dadelijk nog op de verkeerde bestemming aan!”
Hier konden alle leerlingen en ik gelukkig wel om lachen, dus zo gezegd, zo gedaan, en iets van 5 tot 10 minuten later waren we er al.

We kwamen op het park aan, en we werden verwezen naar een gebouw met maar één verdieping. Hier schrokken we eerst van, omdat we hierbij een slaapzaal zouden verwachten. Nee, integendeel: ook hier waren er meerdere kamers, en we hadden per kamer dezelfde indeling als op de boot, betekenend dat ik nog steeds de kamer deelde met Brianne, Tony en Jeff, en dat was fijn voor ons.
Toen wij vieren eens onze aangewezen kamer betraden, keek ik eerst of het raam dicht was, maar dat bleek overbodig, want het raam dat aanwezig was kon niet eens open of dicht. Wel keek ik rond of er spinnen of dergelijke beesten zaten, en die waren er gelukkig ook niet.
“Maar dan moet wel de deur altijd dicht zitten” zei Jeff, “als we toch niet stiekem spinnen en zo willen laten betreden.”
“Of gewoon een bordje ophangen met 'spinnen en overige geleedpotigen niet betreden'” lachte Brianne, “al betwijfel ik of dat ook echt gaat helpen.”
Ik haalde mijn hoofdkussen en complete deken uit de tas om mijn geclaimde bed mee op te maken, en klopte het kussen even op.
De kamer had twee stapelbedden. Rechts sliep ik onderin en Brianne bovenin, en links sliep Tony onderin en Jeff bovenin.
“Ik vind het niet eens zo erg om onderin te moeten slapen” zei ik, “want als ik toch al bovenin lig, ben ik paranoïde om er 's nachts uit te vallen.”
“Dat is onnodig” zei Tony, “kijk eens, er zit gewoon een reling daar.” Hij tikte met zijn hand op de reling van het bed.
“Nou, in dat geval...” zei Brianne, die boven op haar bed klom en er zonder twijfel in één keer op ging staan. “Ik ben de koning van de bananen!” Ze ging weer zitten, en lachte erbij.
Jeff, Tony en ik konden hier ook wel om lachen. Brianne is aardig, maar soms ook wel een beetje gek, maar dan wel goed gek.
Terwijl ik zat, voelde ik iets onder mijn zitvlak ontwikkelen. Meteen wetend wat het precies was, pakte ik mijn katoenen tas en stond op.
“Ik ben zo terug, hoor” zei ik, “al heb ik totaal geen idee waar de badkamer precies is.” Ik ging de kamer uit, en opende een deur met een andere kleur dan de slaapkamers dat hadden, waarachter inderdaad een badkamer zat, met een vuilnisbak in de muur, een douchecel, een gootsteen en een wc.
Ik ging de ruimte in, deed de deur op slot en verschoonde mezelf in alle rust. Ik moest wel goed mijn streek schoonmaken omdat ik had gedefeceerd tijdens het zitten, en dan wordt het altijd wel wat erger.
Terwijl ik mijn achterste en streek goed had voorzien van zinkzalf en net een schone luier aan wilde trekken, werd er op de deur gebonkt. Ik schrok me hier kapot van.
“Waarom doe je er nu zo lang over?” vroeg het meisje Zos, van de andere kant van de deur. “Ben je ongesteld of zo?”
“Nee” zei ik. “Ik, eh... had zojuist een klein ongelukje op de vloer gehad, en die maak ik nu schoon.” Ik kleefde snel mijn luier dicht en deed mijn broek omhoog.
“Maakt niets uit!” zei Brianne, ook van de andere kant van de deur. “Neem je tijd.”
Ik deed snel mijn gebruikte luier in een plastic zak, knoopte hem dicht en deed deze in de vuilnisbak voordat ik mijn handen goed waste en de deur ontgrendelde.
“Kijk eens aan” zei ik, “nu heb je alle ruimte.”
“Mooi” zei Zos. “Nog één vraagje: doe je hier altijd langer over dan normaal?”
Ik knikte. “Lang verhaal, kan ik je later vertellen.”
“Je hebt haar gehoord, Zossie” zei Brianne. “Ga nu maar snel voordat je ontploft en alle urine overal druipt.” Ze gaf Zos een vriendelijk klapje op haar rug en knipoogde naar haar.
“Noem me geen Zossie!” zei Zos, die duidelijk geïrriteerd was, terwijl ze de badkamer betrad en de deur op slot deed.
“Oh, let maar niet te veel op haar” zei Brianne, toen we terug naar onze kamer gingen. “Ze is altijd zo. Ze speelt niet de baas, en probeert niet gemeen te zijn, enzovoorts. Ze is gewoon hartstikke ongeduldig.”
“Snap ik” zei ik. “Geduld is ook één van mijn zwaktes.”
“Ik ga eens even kijken of er nog meer badkamers zijn” zei Jeff, “want anders staat er straks wel een eeuwige rij aan mensen die de douche of de wc willen gebruiken.” Hij stond op, liep naar de hal en was snel alweer terug. “Er zijn maar liefst zes badkamers, waarvan twee grote gezamenlijke, zullen we er zo eentje gebruiken 's avonds?”
“Prima idee” zei ik, “en nog even ter informatie, als je een vuilnisbak zoekt, die zit net als op de boot hier ook in de muur. Ik denk dat ze minstens net zo luchtdicht zijn.”
“Goeie” zei Tony, “want het is niet de bedoeling dat men flauwvalt als iemand zich heeft verschoond...” Hij grabbelde wat in zijn koffer, en sprokkelde eerst een luier en een pakje lotiondoekjes bij elkaar.
“Heb je geen losse andere tas die je als luiertas kunt gebruiken?” vroeg ik, “zoals ik dat ook heb?”
“Ach, daar denk ik nauwelijks aan” zei Tony, “eens kijken...” Hij onderzocht zijn koffer nog meer, totdat hij een kleinere, pluizige tas met rits vond. “Dit idee?”
Ik knikte. “Ook handig voor onderweg, want we gaan morgen bijvoorbeeld naar het theater en het strand.”
“Goed” zei Tony, die knikte, zijn tas had ingepakt en opstond, “ik ben op de wc.” Hij ging naar de hal, en daar snel naar zo'n wc toe.
Ik keek op mijn horloge. Inmiddels was het al half 12, en bijna tijd voor de lunch.
“Ik ben zeer benieuwd waar de lunch zich plaats zal vinden” zei Brianne.

De lunch vond zich plaats in een aparte eetzaal, waar ze een lopend buffet hadden. Er was echt van alles: meerdere soorten brood, van alles dat je erop kon doen, allerlei soorten drinken, er was zelfs een sectie waar je een warme lunch kon halen, en dit deed ik voor de verandering maar eens. Mijn lunch bestond uit een aantal neutraal en hartig belegde broodjes en een kom aardappelsoep, en het smaakte echt heerlijk.
Na de lunch kon ik mijn serviesgoed, met dienblad en al, in een rek zetten, zodat deze later door het personeel afgewassen kon worden.
Buiten was het lang niet meer zo bewolkt als vanmorgen. De zon scheen nu zo fel als een bos lasers zonder doek of dergelijke ervoor.
“Mag ik met jullie mee naar het bos?” vroeg ik aan Jeff en Tony, “ook al kunnen er enge beestjes zitten?”
“Tuurlijk” zei Tony, “als jij ook benieuwd bent naar een bosnavel... waar is Brianne eigenlijk? Weet één van jullie dat?”
“Zij ging met een paar anderen kijken bij het waterpark” zei Jeff, “en deze misschien ook bezoeken.”
Met zijn drieën liepen we richting het bos, waar een aangename verkoelende wind stond, die de bladeren zachtjes deed ruisen.
“Kijk, zie je daar de zon in de kern schijnen?” zei Tony, die op een plek wees waar geen schaduw was. “Dat noemen we nou een bosnavel. In ieder midden van een bos zit er wel zo eentje.”
“Nou, daar zijn we dan snel gekomen” zei Jeff. “Hoe groot is dit bos wel niet? Een halve vierkante kilometer?” We lachten hierom.
“We kunnen verder lopen” zei ik, “en kijken wat er misschien achter ligt. Wie weet kunnen we wel iets van het pretpark zien, of de winkelstraat waar ze niets anders dan snoep verkopen. Ik was er zelf niet geweest, omdat ze ook al genoeg snoep op de markt hadden.”
We liepen met zijn drieën verder, tot we hekken naderden. Hier stonden we stil, en keken we door de bomen heen. Zachtjes luisterend of er nog meer geluid op de achtergrond zou zijn dan alleen het geruis van de bladeren.
“Horen jullie dat ook?” zei ik zachtjes. “Ik hoor mensen praten.” Ik luisterde nog wat meer, en hoorde steeds duidelijker het gepraat en gelach van mensen, met name jonge kinderen of meisjes.
“Ik hoor ook iets van water” zei Jeff, en toen hoorde ik het ook. “Wacht eens even, volgens mij hebben we gewoon een sluiproute naar het waterpark gevonden! Deze herken ik gewoon van de website!”
Ik keek wat meer tussen de bladeren door, en inderdaad, daar was het bekende waterpark. Met al die gekleurde glijbanen, metershoge fonteinen, en sproeiers in de vorm van allerlei zeedieren.
We lachten alledrie, en gingen toen het bos weer uit, terug naar de bungalow, waar we op onze kamer bedachten wat we mogelijk nog meer kunnen doen.
Ik pakte mijn mobieltje, en verbond met de wifi van het park.
“Misschien even het internet raadplegen” zei ik, “kijken wat er mogelijk nog meer op de camping is.” Ik opende de browser, bezocht de site van de camping en bekeek alles even.
“Zullen we straks de kantine anders bekijken?” stelde Tony voor. “Ik heb gehoord dat een aantal andere leerlingen daar ook gingen kijken.”
“Geen gek idee” zei ik, “dan kan ik eindelijk zien of het echt zo raar eruit ziet als dat pap en mam dat aan mij vertelden.”
We vertrokken alledrie naar de kantine, waar inderdaad al een aantal leerlingen waren.
“Hey, daar heb je het dynamische trio!” riep Mark enthousiast, waarop de andere jongens net zo reageerden, terwijl ze ons alledrie applaus gaven.
“Ja” zei Jeff, “men zei al dat een aantal van jullie hier zouden zijn, en toen kwamen we hier ook.” We gingen met zijn drieën op krukken aan de bar zitten. “Wauw, het ziet er beter uit dan ik me had voorgesteld!”
Ik keek rond, en Jeff had absoluut gelijk. De ruimte zag er zeer psychedelisch uit, helemaal niet als iets in de richting van western, zoals ik me het bij de verhalen van mijn surrogaatouders had voorgesteld, en met veel neonkleuren. Zouden er 's avonds ook blauwe lampen branden, dat de neonkleuren licht zouden geven? Ik zag wel een discobal hangen, maar het leek me nu niet de plek waar ze de stille disco's zouden houden.
Aan de bar waren er al kaarsjes aangestoken, terwijl het buiten nog klaarlicht was. Ik snapte het niet meer.
Op hetzelfde moment kwam Brianne er ook aan, met Viola, Gerald en Zos.
“We schijnen hier 's avonds te moeten verzamelen” zei Gerald, “maar waarvoor is me een raadsel. Een vergadering van hippies misschien?”
Die opmerking maakte iedereen aan het lachen, gezien de sfeer van de kantine er ook wel erg trippy uit zag. Ik luisterde naar de achtergrond, maar hoorde alleen maar de publieke radio, waar ze momenteel het nieuws lazen. Apart, voor zo'n sfeer voor hippies.
Brianne, Dave en Mark kwamen bij mij, Jeff en Tony aan de bar zitten.
“Hoe is het waterpark?” vroeg ik.
“Verschrikkelijk druk” zei Brianne. “We konden het niet betreden, zoveel volk is er op dit moment. Ik hoop morgenochtend dan wel te kunnen.”
“En dan hopen dat het niet te koud is, hè?” riep Louie, die op één van de sofa's zat. “Al weet ik zelf niet eens welke temperatuur het water daar heeft.”
Brianne, Dave, Mark, Jeff, Tony en ik knikten er maar op. We zaten dan wel als een stel perfect bevriende twintigers aan de bar, maar we wisten totaal niet waar we het over moesten hebben wat betreft een gesprek.
“Zullen we een klein kampvuurtje maken?” stelde Mark voor, die de kaarsjes helaas had ontdekt.
“In dat geval” zei Dave, “hebben we iets nodig om de vlam verder mee aan te wakkeren.” Hij stak zijn hand in Jeff's borstzak. “Mag ik, Jeff?”
“Nee, niet het boodschappenlijstje!” zei Jeff, die Dave's hand weghaalde.
De zojuist gesproken zin maakte iedereen aan het lachen. Ik deed het er zelfs letterlijk van in mijn broek.
“Ik denk niet dat een klein kampvuurtje nou zo'n goed idee is” zei Brianne. “Op die manier staat de hele boel straks in de fik. Denk nou eens aan de mensen die bang zijn voor vuur, zoals ik.”
“Ja, en ik” zei ik. “Plus, de zon schijnt momenteel al fel genoeg, en dat maakt de atmosfeer al prima.”
“Ze hebben gelijk” zei Mark. “Dave, laat dat kampvuurtje maar zitten, en dan verzinnen we wel iets anders leuks dat we kunnen doen, zoals normale tieners.”
Jeff en ik zuchtten in opluchting.
Masked Man's zij dank dat ze ineens aan ons dachten” zei Tony. Hij ging niet veel later een soort één-op-één gesprekje aan met Jeff, gezien zij een stel waren.
Ik draaide me om naar Brianne, Mark en Dave, en besloot maar een gesprek met hen te beginnen.
“Ik heb op de site van deze camping gelezen dat er 's avonds sport in de kantine is” zei ik, “rugbybal, om precies te zijn, en de Inkwell-eilanden tegen Schotland. Het kan me wel niets schelen, maar als we het gaan kijken, zullen we het zo hilarisch mogelijk maken, oké?”
“Sport?” vroeg Dave. “Hier direct in de kantine? Daar passen twee van die hele teams toch niet in.”
“Nee” zuchtte Brianne hoofdschuddend, “wat er wordt gezegd, is sport op de televisie, dombo, kijk maar eens boven je, en vertel me wat het is.” Ze wees op de televisie die precies boven Dave hing.
“Dat is een banaan, nou goed?” zei Dave. “Nee, natuurlijk weet ik wat het is. Daar kunnen we dus sport op kijken? En hoe zit het dan met films straks? Kunnen we die hier ook op kijken?”
“Ik denk het wel” zei Mark, “zolang het niet van die vreselijke horror of onbegrijpelijke sci-fi is, dan zou ik het graag willen kijken.” Hij dacht even na. “Het zou leuk zijn als we dan naar zo'n hartbrekende dramafilm mogen kijken, daar schommel ik altijd wel tussen lachen en huilen in.”
“Of naar cartoons” zei ik, “neem nou Camp Camp, past toch goed bij het feit dat we op een kamp zijn, of niet soms?”
“Nooit van gehoord” zeiden Dave en Mark.
“Kom op, dat kennen jullie heus wel” zei Brianne, “met zo'n chagrijn die bevriend is met een nerd en een meisje met blauwe haren?”
Dave en Mark schudden hun hoofd nog eens.
“Die oude filmpjes van Disney dan?” stelde ik voor. “Die kent wel iedereen. Ik lach me daar helemaal plat van als ik dat kijk.”
“Past niet genoeg bij de sfeer van deze kantine” zei Mark, wat de rest van ons aan de bar aan het lachen maakte.
“Ik kan mijn telefoon verbinden met deze tv” zei Dave, “gezien het een Samsung is, en dan kan ik van die trippy muziekvideo's laten zien, dat we hier helemaal gedesoriënteerd en uitgeteld weggaan 's avonds.” Nog een lachsalvo van ons zessen volgde.
“Of toch gewoon rugby kijken” zei Tony, “en dan heel luid en desnoods vals met ieder volkslied meezingen. Dat wil mevrouw Baker toch altijd, dat we ons zo goed mogelijk aanpassen aan andere culturen?”
“Prima idee!” zei ik, “dat vind ik nou eens leuk, bij live sport meezingen met die liedjes, en dat we verder dan eigenlijk niet kijken, en in plaats daarvan gewoon interessante gesprekken met elkaar aan gaan, terwijl we alle chips kanen en cola zuipen omwille van de leraren. Die willen toch altijd dat alles honderd procent op is?”
“Inderdaad” zei Zos, vanaf de sofa, “jij bent echt geniaal... wat was je naam ook alweer?”
“Marcie” zei ik.
“Geef applaus voor Marcie de geniale, mensen!” riep Zos, “ze heeft onze avond van straks bedacht, al nog niet voorspeld, maar nog steeds!”
Iedereen die aanwezig was in de kantine gaf applaus. Ik voelde me ten zeerste vereerd.

Later in de middag had ik me ook prima vermaakt. Ik en Tony hadden eerst met Jeff het spelletje met de dino op Chrome gedaan gezien hij geen verbinding kon maken met het internet van de camping. Hierna zorgde ik er wel voor dat hij verbinding kon maken, want van die twee maanden geleden was ik het wachtwoord nog echt niet vergeten.
Nice, dank je” zei Jeff, “ik zal eens even verder kijken wat er op dit park nog meer is.”
Ik knikte, en ging bij het raam staan. Het was nu lichtelijk bewolkt geworden, en maakte me zorgen om Brianne, Viola, Gerald en Zos, want zij waren momenteel naar het waterpark, en bewolking kon best regen betekenen.
“Ik ben benieuwd welk weer het morgen wordt” zei ik, toen ik alvast mijn zwemtas uit mijn koffer haalde, “want dan kunnen we misschien zwemmen op het strand.”
“Ja, inderdaad” zei Tony, “maar ik dacht dat je nauwelijks kon zwemmen?”
“Geen zorgen, hoor” zei ik, “ik heb ook zwemvleugels en een zwemband bij me, I've got myself covered.” Ik knipoogde naar hem, terwijl ik bij Jeff op het bed ging zitten, kijkend naar zijn computer. Hij keek momenteel op de website van het theater, welke voorstellingen er waren.
“Ze hebben ons niet verteld naar welke voorstelling we morgen zullen gaan” zei Jeff, “want er zijn er op dit moment drie aan de gang. Een mimeshow, een kleine musical Songs Of The Dark Lantern, en een ballet met mannen. Die laatste klinkt zeer interessant.”
“Ik zou best naar dat ballet willen” zei ik, “maar de titel van die musical pakt me ook wel.” Ik keek naar Tony, die nog steeds bij het raam stond. “Tony, wat denk jij dat er interessant is in het theater?”
“Sorry?” zei Tony, lichtelijk verward. “Oh ja. Eh... ja, ik zou niet kunnen kiezen tussen het ballet en de mimeshow. We zien het morgen wel.”
Niet veel later was het 6 uur, en verzamelden wij als volledige klas weer in de eetzaal voor het diner. Vandaag stond er gehaktbrood op het menu, met rijst of aardappels. Ik nam de aardappels, want die smaakten het lekkerste in het vleesvet.
“Dus wat hebben jullie zoal gedaan toen wij zwommen vanmiddag?” vroeg Brianne, wiens haren nog wat vochtig waren.
“Niets” zei ik, “gewoon een beetje gepraat, ik en Tony hadden wat geslapen voordat Jeff met zijn computer aan kwam zetten, en we keken op de site van het theater naar de voorstellingen van dit moment. Ik ben benieuwd naar welke we morgen gaan.” Ik nam mijn laatste hap en legde mijn bestek op het bord neer.
“Ja, ik heb dat ook eens bekeken” zei Mark, “er is ballet met mannen, een musical, en mime, en ik zou best naar het ballet willen.”
“Moeten we misschien vragen aan meneer Sanchez straks” stelde Dave voor, “hij is tenslotte degene die het volledig georganiseerd heeft, dus hij weet er alles van.”
Ik, Tony, Jeff, Mark en Brianne knikten, terwijl we met zijn zessen van tafel af gingen om terug te gaan naar de bungalow zodat we straks om de beurt konden douchen.
Mark en Dave gingen als eerste douchen, en gezien er zes badkamers waren, gingen Brianne, Jeff, Tony en ik ook maar.
“Vind je het erg als ik in mijn eentje ga en jij met Tony?” vroeg Brianne aan mij.
Tony en ik schudden ons hoofd, en betraden één van de grotere badkamers.
“Wie gaat er eerst douchen?” vroeg ik. “Degene wiens luier meer vuil is?”
“Ja, hallo, dat kan ik niet weten!” lachte Tony, “en aan elkaars luier voelen is ook niet zo'n fatsoenlijk idee, vind je?”
“Of we gaan tegelijk” zei ik, “kijken of we beiden in die douchecel passen.” Ik ging er als eerste in, en wenkte Tony dat hij er ook bij mocht.
Helaas, we pasten er niet allebei tegelijk in. Het was zo krap, dat het vuil in mijn luier zelfs flink tegen mijn bil aan werd gedrukt, en mijn rug deed zeer van het tegen de muur gedrukt staan.
“Dan doen we het anders” zei Tony, en na twee keer steen-papier-schaar te hebben gespeeld, mocht ik als eerste, en dat vond ik stiekem toch wel fijn.
“Jouw schuld” zei ik plagerig, “jij verpletterde het vuil in mijn luier door weinig ruimte voor mij te maken daarnet.” We konden er gelukkig wel allebei om lachen.
We hadden om de beurt goed gedoucht, en hierna elkaars haar geborsteld, maar nog geen tanden gepoetst aangezien we straks in de kantine naar Amerikaans football zouden kijken.
Toen Tony en ik de badkamer uit gingen, stond Zos weer voor de deur, en die keek ons eerst pseudo-boos aan.
“Sorry, rekten we net je tijd?” vroeg Tony, die deze blik geloofde. “Het spijt me echt.”
“Nee, ik plaag jullie maar” zei Zos hoofdschuddend en met een grijns. “Ik weet heus wel waarom jullie er langer over deden.” Tony en ik keken elkaar even geschrokken aan. “Omdat jullie natuurlijk per sé allebei tegelijk in die douchecel wilden, en eerst wouden kijken of het paste.” Een zucht van opluchting dat we niet waren verraden.
“Ja” lachte ik ietsje onzeker, “soms lijken we net twee kleuters, niet dan?”
Tony sloeg gewoon een arm over mijn schouder zonder verder iets te zeggen.
“Jullie zijn me er wel een paar” grinnikte Zos. “Tot straks.” Ze betrad de badkamer en vergrendelde de deur.
Tony en ik gingen even terug naar onze kamer om de jassen en schoenen te pakken, zodat we het niet koud zouden krijgen als we straks in de ijzige koelte naar de kantine zouden gaan.
“Hoi” zei Jeff, die weer zijn laptop erbij had gepakt, “ik heb net even naar het weer gekeken. Morgen is het zonnig, en zo warm, bijna snikheet, zonder enige wind, dat zwemmen morgen zeker essentieel zal worden na het bezoek aan het theater.”
“Ah, nee, verschrikkelijk” zeiden Tony, Brianne en ik tegelijk, omdat we alledrie natuurlijk de hele dag luiers droegen en nooit zonder konden.
“Ja, vind ik ook” zei Jeff, “maar overmorgen trekt het weer bij, zal er hopelijk wel wat wind staan.”
“Dan hoop ik voor ons allevier dat het niet 's nachts al begint” zei Brianne, “want dan is de kans op uitslag nog veel groter.” Ze klom van haar bed af en deed haar slippers en poncho aan. “Je weet wel, omdat wij luiers dragen, en jij alleen 's nachts, Jeff.”
“In dat geval” zei ik, “kan ik adviseren om bij de volgende verschoning een massieve laag aan zinkzalf aan te brengen, is ook lekker verkoelend.” Hier konden we allevier wel om lachen.
Om half 7 verzamelden we allemaal in de kantine, en werden alle snacks en frisdranken alvast klaargezet.
“Wat gaan we nou eigenlijk doen straks?” vroeg Gerald, die wel vaker van niets scheen te weten. “Bordspellen? Hier een kleine disco geven? Eh, hier een tijdelijk casino opzetten voor de andere mensen op de camping?”
“Rugby kijken op de televisie” zei meneer Parker, “heb je dan niets meegekregen van de aankondiging van half 3 's middags?” Deze opmerking maakte sommigen van ons aan het lachen. “Dat is dus niet grappig.”
“Ja hoor, heus wel” zei het meisje Emerald, die hierna verder roddelde met wat andere meisjes. Niet over mij, gelukkig, maar over hun ouders, broers en zussen thuis.
De televisie werd alvast aangezet, en er was eerst eeuwige reclame op het sportkanaal, gezien het voorbereiden van de volgende wedstrijd nog een eeuwigheid zou gaan duren.
Ik ging recht in de blikken van alle leerlingen staan en nam het woord.
“Dames, heren en Smizmars” zei ik. “Straks als er door de teams met sport straks de volkslieden worden gezongen, zingen we deze gewoon zo hard en desnoods vals mogelijk mee, want dat is het leukste aan sport kijken op de televisie.”
“Oh, ik heb er al zin in!” riep Mark enthousiast.
“Vertel mij wat!” zei Dave.
“Ja, vals zingen!” riepen een paar andere leerlingen in koor.
“Het enige leuke aan sport op tv” grinnikte Viola, “en we mogen het straks nog echt doen ook! Geef allemaal applaus voor Marcie!”
Iedereen applaudisseerde en juichte voor me, waarna ze ritmisch mijn naam riepen en hierbij op de maat ervan klapten, welke steeds sneller ging, net zolang tot ze nog eens applaudisseerden en ik hierbij weer bij Jeff, Tony, Brianne, Mark en Dave op de sofa ging zitten. En de leraren schenen zich hier zelfs niet om te bekommeren, hoe geniaal was dat!
Om kwart voor 7 begon de sport officieel, en mochten we zelf de snacks en frisdranken voor ons pakken.
“Zien jullie die supporters zich al uitsloven?” grapte Jeff, die naar het momentele beeld op de tv wees. “Wel, ik moet zeggen, wij zijn allemaal véél beter dan hen.”
“Reken maar” grinnikte ik.
Tony kneep Jeff haast fijn met zijn knuffel, en glimlachte erbij.
“En ik dan?” zei hij. “Ben ik de beste van hen?”
“Voor mij wel” zei Jeff, die Tony kalmpjes een klein zoentje terug gaf voordat hij werd losgelaten.
“Weten jullie allemaal wel hoe de volkslieden gaan?” vroeg mevrouw Baker aan ons allemaal. “Van Schotland en de Inkwell-eilanden?” Ze knipoogde naar ons, betekenend dat ze eigenlijk maar een grapje maakte.
“Ja, mevrouw Baker” zuchtte Louie, “ik ben zelf half Schots, en die weet ik zelfs beter.”
“Ik heb ze allebei al heel frequent gehoord, hoor!” opperde het meisje Jillian, “dus mij hoef je sowieso niets meer te vragen!”
Ik grinnikte om de opmerking, en sprak tegen Tony, Jeff, Mark, Brianne en Dave.
“Dat Schotse lied weet ik dus totaal de tekst niet van” grinnikte ik hoofdschuddend, “dus die ga ik maar fonetisch meezingen, als jullie dat niet erg vinden.”
“Zoals dit?” vroeg Brianne, die hierna Scotland The Brave zong zonder woorden.
Ik knikte, terwijl ik mijn hoofd schuin hield, alsof ik wilde zeggen:
Bijna... maar niet volledig zo.”
Niet lang hierna blies meneer Parker op zijn fluitje, betekenend dat we nu allemaal goed op de televisie moesten letten.
Na een eeuwige stilte zongen we eerst als een stel gekken het Schotse volkslied mee, en ik merkte uiteindelijk dat ik niet de enige was die de tekst nauwelijks kende, en dus maar fonetisch meezong. Het eilandse volkslied kenden we daarentegen aanzienlijk beter, en die zongen we dus uit volle borst en vloeiend mee.
Jeff, Tony, Brianne, Dave, Mark en ik keken niet echt, wij waren gewoon zachtjes terug aan de praat gegaan, onder genot van chips en Slurm.
“Dat was leuk...!” gierde Mark enthousiast uit, “moeten we vaker doen, dat zingen...!”
“Ik zei je toch dat ik vaker bizarre ideeën heb die uiteindelijk toch leuk blijken” grinnikte ik, terwijl ik mijn duim opstak.
De sport op de tv duurde tot ongeveer 9 uur, en toen moesten we allemaal terug naar de bungalow. Een deel van de leerlingen was nog steeds volledig enthousiast van daarnet, het andere deel was doodop, en ik was daar één van, al was ik geen officiële leerling, maar nog steeds.
Ik was deze keer met Jeff in de badkamer, en we bespraken nog het één en ander van daarnet tijdens het tandenpoetsen.
“Ik hoop nu maar niet dat ik morgen keelpijn heb” zei Jeff, “want ik moet ook nog juichen en applaus geven in het theater morgen.”
“Ik ook niet” zei ik. “Weet je overigens al meer over waar we morgen heen gaan, qua voorstelling?”
“Ik heb het aan meneer Sanchez gevraagd” zei Jeff, “samen met Mark, maar hij zei dat het een verrassing zou blijven tot morgen, en als we door zouden drammen, dat de verrassing dan minder waard zou worden.”
“Tony zei al dat we het later zullen zien” zei ik, “ach, nu denk ik daar precies zo over. De toekomst bestaat niet, toch?” Ik spuwde in de wasbak, spoelde mijn tandenborstel af en ging terug naar onze kamer.
Eens aangekomen kleedde ik me snel in mijn slaapkleding, kroop ik hierna meteen onder de dekens, stopte mijn speentje in mijn mond en nam de knuffels bij me.
“Moe van alle drukte van daarnet?” mompelde Brianne van boven me. “Je bent niet de enige. Als ik niet op tijd ga slapen straks, heb ik wallen tot aan mijn knieën.”
“Goed dat je het zegt” zei ik, “ik zal meteen mijn telefoon even uitzetten.” Zo gezegd, zo gedaan, en nu lag hij gewoon naast mijn kussen.
Tony volgde mijn voorbeeld op, en sloeg meteen hierna de dekens over zich heen.
“Au!” riep hij, “ik lig ergens op...!” Hij tilde zijn hoofd even op om te kijken wat het was. “Ach, het was mijn speen maar... met mij gaat het verder prima.” Hij pakte zijn speentje van zijn kussen en stopte deze in zijn mond.
Een aantal seconden later kwam Jeff binnen, die de deur sloot, het centrale licht doofde, boven in zijn bed klom en zich even snel omkleedde.
Ik deed mijn nachtlichtje aan, en kon nu wat beter zien wat er om me heen gebeurde. Ik zag dat Jeff een boek en een zaklamp pakte toen hij volledig omgekleed was, en hiermee onder de dekens kroop.
“Goed idee” zei Brianne, die wat in haar bed rommelde, en waarschijnlijk ook een boek pakte.
“Ik ga gewoon slapen” zei Tony, “ik ben al moe van de hele dag vandaag. Slaap lekker.”
“Ik ga ook slapen om dezelfde reden” zei ik, “goedenacht.”
“Slaap lekker, hoor” zeiden Jeff en Brianne om de beurt.
Ik was zo moe van vandaag, met zoveel indrukken en alles, ik lag om ongeveer 10 voor half 10 als eerste te slapen.

*een vertaling uit prodigy waarvan ik het meeste dacht “Good enough!”.
 

Little Endy

Sayori the shy Enderman :3 (he/they)
5. Zon, zee en maskers (Dag 2 op de camping)
Ik werd wakker van iets dat tegen het raam aan kwam. Ik was niet de enige, want ik hoorde Brianne ook iets mompelen, en Jeff en Tony zaten ook allebei rechtop in hun bed.
Ik ging mijn bed even uit, en bekeek het raam. Geen schade of niets. Ik keek naar buiten, naar de grond. Niets bijzonders. Misschien alleen maar een vogeltje dat even tegen het raam aan was gevlogen.
Ik ging mijn bed terug in en keek op mijn horloge. 8 uur. Ik had geen zin meer om uit te slapen, deed mijn nachtlichtje uit, stond op, pakte mijn toiletspullen, kleding en katoenen tas en liep naar één van de badkamers.
“Hoe laat is het dan?” hoorde ik Jeff nog vragen.
“8 uur” zei ik, “en ik heb geen slaap meer.” Ik sloot de deur achter me, betrad de badkamer en vergrendelde de deur daar. Ik kleedde me uit, en ging voor de zekerheid op de wc zitten. Ik zette lichtjes kracht, en bracht mijn urine op gang. Intussen deponeerde ik de inhoud van mijn luier in de wc, vouwde deze goed op, en deed hem in de vuilnisbak.
Toen alles in orde was, lapte ik mijn streek goed schoon met een lotiondoekje, deed deze hierna ook in de vuilnisbak, bracht een massieve laag zinkzalf en poeder op mijn streek aan, voorzag mezelf van een schone luier, spoelde de wc door en kleedde me in de rest van mijn kleding, waarna ik mijn handen goed waste, me aankleedde, mijn haar deed, mijn spullen weer meenam en de badkamer verliet.
Het gaat vandaag een lange warme dag worden, dacht ik, dus het is maar voor het betere dat ik zoveel zinkzalf heb aangebracht.
Terug in de kamer deed ik alleen mijn slippers aan en besloot ik mijn jas maar op het bed te laten, die had ik vandaag tenslotte toch niet nodig, als het bijna 30 graden celsius zou worden.
“Goedemorgen trouwens” zei ik tegen de andere aanwezigen.
“Jij ook goedemorgen, Marcie” zei Brianne, die van haar bed klom en een luier en een pakje lotiondoekjes in de ene hand had, en een tube zinkzalf in de andere. “Is er niemand in de hal?”
“Voor zo ver ik weet niet” zei ik, “dus voor mijn part hoef je de inhoud van je handen niet per sé te verbergen.”
Brianne knikte bevestigend, en liep naar de hal om één van de badkamers te betreden.
Ik checkte intussen de inhoud van mijn zwemtas, of alles wel echt in orde was, gewoon om zeker te zijn. Eens kijken. Ik had een lange bikinitop, een zwembroek tot op de knieën, een zwemluier... nee, twee zelfs, zonnebrandolie, mijn zwemband en -vleugels, een aantal handdoeken... ja, alles was in orde.
“Heb je alles dat je echt nodig hebt erin zitten?” vroeg Tony voor de zekerheid na.
Ik knikte. “Ik heb zelfs zonnebrandolie voor wie het niet bij zich heeft, dat ik het misschien bij één van jullie aan kan brengen.”
“Goeie” zei Jeff, die met een stapel kleding bij zich uit zijn bed klom. “Ik heb er niet eens aan gedacht, wat slim van je.”
“Dat kan best” giechelde ik, “want in Winters is de zon nog lang niet zo warm als hier...!”
Tony lachte hier ook om.
“Daar heb je een goed punt, mijn vriend” zei hij.
Jeff liep naar één van de badkamers, terwijl Tony zijn kleding, luier en verzorgingsspullen klaarlegde en Brianne alweer terug kwam.
“Ik heb een beetje een onlogische vraag” zei ze, toen ze de deur sloot, terug op haar bed klom en aanstalten maakte voor het aankleden.
“Vraag maar raak” zei ik, “al heb ik misschien al zo'n vermoeden van wat het kan zijn... gaat het om het dragen van luiers, betreffende defecatie?”
Brianne lachte. “Hoe weet je dat?! Daar wou ik het precies over hebben!”
“Ik kan je zeggen” zei Tony, “ik draag nu iets van anderhalf jaar voltijd luiers en ben met verloop van die tijd de controle over alles kwijtgeraakt. Het heeft volgens mij te maken met gewenning.”
“Dan denk ik precies hetzelfde als jij, Tony” zei ik. “Maar Brianne, heb jij daar dan nog wel controle over, ook al heb je die nauwelijks over het urineren?”
“Jawel” zei Brianne, “maar hoe is het nou om dat in een luier te doen? Is het raar, onwennig, en klef? Want mij lijkt dat het wel... al wil ik stiekem het best eens meemaken zonder uiteindelijk op mijn kop te krijgen thuis straks.” Ze ging weer van haar bed af en deed haar slippers aan.
Ik wist hier niet zo snel antwoord op, en aan de verdere dodelijke stilte te horen had Tony dat ook niet zo.
“Op het eerst wel de hele tijd” zei ik, de stilte doorbrekend, “maar uiteindelijk went het wel, behalve als er mensen bij zijn, dan kan je je er alsnog gegeneerd en doodszenuwachtig om voelen. Dat heb ik zelfs thuis nog steeds, maar ja, dat hoort dan wel bij die kant van mijn leven.”
“Precies dat” zei Tony. “Brianne, wil je het dan gelijk doen of zo? Dan kan ik je adviseren het stiekem 's nachts of zo te doen.”
“Nee, nee” zei Brianne, met een licht blosje, “ik ben er nog niet klaar voor, hoor. Maar als ik dat wel ben, dan had ik het allang gezegd. Voorlopig nog niet, dat is wat ik jullie nu kan vertellen.”
Tony ging ook maar naar één van de badkamers, en op precies hetzelfde moment was Jeff ook terug.
“Wat denken jullie?” vroeg hij, “zal ik vandaag een jas aandoen of niet, ondanks de hitte?”
“Nee” riepen Brianne en ik tegelijk, “absolúút niet.”
Jeff knikte erbij, en deed ook zijn slippers aan, voordat hij ook in zijn zwemtas ging kijken.
“Ah, goed idee” zei Brianne, die Jeff's voorbeeld opvolgde. “Zeg, heeft één van jullie geen zonnebrand bij zich, als ik vragen mag? Ik heb een flinke fles vol bij me.”
“Ik ook” zei ik, “dus mij hoef je niet in te smeren.”
Om kwart over 8 waren we allevier klaar en voorbereid, en gingen we alvast naar buiten. De eetzaal was zo te zien wel al open, maar er was nog niemand anders binnen dan het personeel.
Buiten was het nog niet zo warm als voorspeld, maar er stond ook geen wind. Deze warmte was wel aangenaam, en ik genoot er wat van.
We waren allevier even stil aan het genieten van de temperatuur van nu, totdat één van de leraren naar buiten kwam.
“Goedemorgen, meneer Parker” zeiden we in koor.
“Jullie ook een goedemorgen” zei meneer Parker terug. “Wachten jullie nog op ons?”
“Jazeker” zei Brianne, “dat is toch wel de bedoeling, neem ik aan.”
“Zijn er al meer mensen dan alleen wij wakker?” vroeg ik.
“Een groot deel” zei meneer Parker, “en mijn twee collegae ook, dus die zullen jullie straks zo snel mogelijk verwachten.”
Ik, Tony, Jeff en Brianne knikten allevier, en bleven op het bankje zitten tot half 9, toen moest iedereen uiterlijk wakker zijn.
Rond dezelfde tijd vertrokken wij met het andere deel van het eerste aantal leerlingen naar de eetzaal, waar we onszelf voorzagen van brood, beleg en iets te drinken en ons plekje opzochten.
“Goedemorgen” zei ik tegen Dave en Mark, “hoe was jullie nacht?”
“De mijne was verschrikkelijk...” kreunde Dave. “Die andere twee jongens bleven maar aan één stuk door praten, al had ik ze echt al een ziljoen keer verteld dat ze hun mond eens moesten houden, en ze waren pas echt stil toen meneer Sanchez bij ons kwam kijken.”
“Wel oké” zei Mark, “kon beter, want ik moest 's nachts echt constant naar de wc, maar wat bleek, mijn blaas was gewoon weer eens ontstoken, dus ik wilde cranberry pakken in het donker, maar ik zag niets, en had toen de anderen per ongeluk ermee wakker gemaakt, maar zij schenen het niet zo erg te vinden. Ik had snel aan de wasbak van de badkamer zo'n tablet genomen en ben snel hierna weer mijn bed in gegaan.”
“Ik sliep tot er iets tegen het raam aan knalde” zei Jeff, “en toen zat iedereen van ons denk ik wel rechtop in bed, toch?”
“Ja” zei ik, “maar ik zag geen spoor of zo, dus het was vast een vogeltje dat niet goed kon zien en dus per ongeluk tegen het raam op vloog.”
Mark lachte erom, en Dave knikte er maar op. Hij voelde zich nog te groggy om de dag al te kunnen plukken.
Na te hebben gegeten ging iedereen om de beurt terug in de bungalow hun tanden poetsen en zich voorbereiden op vandaag.
Ik, Jeff, Tony en Brianne waren als eerste klaar, namen ieder onze zwemtas op de rug, verlieten onze aangewezen kamer met een gesloten deur en alle waardevolle dingen uit het zicht, en wachtten zolang buiten.
“Is het strand dichtbij?” vroeg Jeff.
“Op zich wel” zei ik, “ten minste, als je er als eerste heen wilt. Het theater heb ik wel gezien, maar ben ik niet in geweest, en die ligt wel verder weg dan het strand.” Ik pakte mijn telefoon erbij en maakte een foto van ons vieren met de binnenste camera. “Mag ik hem delen?”
“Van mij wel” zei Brianne, “en je hoeft ook geen clipart op mijn gezicht te plakken, ik ben niet zo lelijk als de duivel of zo.” Ze lachte om haar eigen uitspraak.
Ik opende Insta, logde in en deelde de foto met een mooie beschrijving.
Het wordt later bijna 30 graden, maar dat maakt niet dat we het theater en het strand vandaag over zullen slaan! :D
Nog een paar passende tags en het noemen van Jeff, Tony en Brianne als gebruikers en ik had hem geplaatst. Hoe leuk iedereen hem zou vinden zou mij wel benieuwen.
“Ik ben trouwens benieuwd over de lunch” zei Jeff, “waar we dat gaan doen. Ben zo terug, hoor.” Hij vroeg zijn vraag aan mevrouw Baker, en had niet lang hierna goed antwoord. “We gaan lunchen in het theater, na de voorstelling.”
“Oh, gaaf zeg” zei Tony, “ik ben benieuwd wat we dan voor lunch zullen krijgen.”
Om ongeveer half 10 was iedereen klaar met het zich voorbereiden op vandaag en konden we vertrekken. We gingen allemaal te voet naar het theater, en daar was het voor een dinsdag redelijk druk, en dan te bedenken dat het op de eilanden zelf nog niet eens vakantie was. Eén voordeel was wel dat het er lekker koel was, in tegenstelling tot buiten, waar de zon nu langzamerhand echt lasers van hitte begon te schieten.
Ik, Tony, Jeff en Brianne zeiden niets, we luisterden daarentegen zoveel mogelijk naar de gesprekken op de achtergrond, misschien dat daar nog wat interessants tussen zat.
“Wat denken jullie dat we zo gaan bekijken?” hoorde ik Louie vragen. “Mij lijkt dat ballet wel gaaf.”
“Nee, de mime is leuker” zei Gene, “daar heb je dan van die dodelijke stilte in de zaal, en dat is fijn.”
“Uiteindelijk word je daar wel gek van, hoor” lachte het meisje Keira, “stilte kan ook best zeer doen aan je oren. Ik denk momenteel hetzelfde als Louie.”
“Ik ben benieuwd of we zometeen gaan stemmen op één van die voorstellingen” zei Zos, “of dat we het gewoon als een abrupte verrassing te horen zullen krijgen. Mij maakt het geen zak uit naar welke voorstelling we straks gaan kijken.”
“Waar wil jij het liefste naar kijken, Brianne?” vroeg ik. “Het ballet, de mimeshow of de musical?”
“De musical” zei Brianne, “ik heb hem eens eerder gezien, met pinksteren, en hij is echt gaaf. Ik wed dat ik die liedjes straks mee kan zingen gezien ik ze al eerder heb gehoord.”
Uiteindelijk moesten we allemaal zwijgen omdat meneer Sanchez aan het woord ging.
“Dames en heren” zei hij, “ik heb samen met mijn collegae in het privé besproken naar welke voorstelling we zometeen zullen gaan, en bij deze zal ik jullie nu vertellen welke het wordt.” Een lange stilte volgde, nee, zelfs geen geroezemoes of wat dan ook. “We gaan kijken naar de musical Songs Of The Dark Lantern, gezien die het meest geschikt leek voor de groep in het algemeen.”
Alle leerlingen en ik gaven applaus, en hierna mochten we de zaal waarin het gehouden werd betreden.
Op de achtergrond was er niets anders te horen dan wat geroezemoes en ouwige muziek om op te 'wachten', omdat alles achter de gordijnen nog klaargezet moest worden gezien het van de musical de eerste uitvoering van vandaag was.
Toen iedereen die de show straks wilde kijken om iets van half 11 aanwezig was, kregen we allemaal nog chips en limonade voor tijdens de voorstelling, gingen de muziek en het licht uit en werd het echt stil, waarna de show langzaam maar zeker begon.

Anderhalf uur later, rond circa half 1, was de voorstelling afgelopen, en kregen alle mensen op het podium een goed applaus van alle aanwezigen.
Alle leerlingen en ik stonden op, en we volgden de leraren naar het cafetaria in het theater, waar we de lunch kregen.
“Dat was echt een gave voorstelling, joh” zei ik, “ik had nou nooit verwacht dat de serie Achter de Tuinmuur zo succesvol was dat het ook een plekje op het podium verdiende.”
“Ja, die had ik inderdaad gekeken!” zei Tony. “Veel van die liedjes zijn niet meer uit het hoofd te krijgen, hè?”
We gingen allemaal aan een grote tafel zitten die speciaal voor ons was gereserveerd. Toen ik ging zitten, merkte ik dat ik aan een verschoning toe was. En daar was ik uiteindelijk niet meer de enige in.
“Mevrouw Baker!” riep Brianne, die haar hand haastig omhoog hield. “Mag men intussen ook naar de wc? Ik moet toevallig best wel.”
Ik stak mijn hand ook omhoog om dezelfde reden.
“Ga maar, Brianne” zei mevrouw Baker, “en zo te zien moet jij ook, Marcie, en dan mag jij van mij ook.”
Ik en Brianne stonden op, en zochten de wc's op, die ongeveer om de hoek waren. We betraden de invaliden-wc aangezien er daar een betere gelegenheid voor luiers verwisselen was dan in de gewone wc's.
“We zijn er dan wel tegelijk” zei ik, “maar laten we het gewoon met onze ruggen naar elkaar toe doen, is dat een goed idee?”
“Ja” zei Brianne, “dan gunnen we elkaar tenminste ook nog wat privacy.”
We draaiden ons beiden om en verwisselden de luiers op ons eigen tempo. Toevallig waren we wel bijna tegelijk klaar, ook al had ik wel een redelijk vuile luier waardoor ik er langer over moest doen. Maar in plaats van een gewone luier deed ik alvast mijn zwemluier aan, zodat ik dat straks tijdens het omkleden voor het bezoek aan het strand niet meer hoefde te doen.
Toen alles klaar was, trok ik mijn broek op, pakte ik een grote plastic zak uit de muur en deed daar eerst mijn gebruikte luier in.
“Er is ruimte voor twee luiers in deze zak, Brianne!” zei ik, “dus doe de jouwe er ook maar bij als je wilt.”
Zo gezegd, zo gedaan, waarna de zak werd dichtgeknoopt en weggegooid, en Brianne en ik ieder onze handen wasten voordat we de wc verlieten.
In de hal zag ik Tony staan die wat twijfelde, niet zeker wetend naar welke wc hij precies moest.
“Waar is het beter om een luier te verwisselen?” vroeg Tony zachtjes aan mij en Brianne. “De invaliden-wc, of de gewone wc?”
“Zeker niet de gewone” zei ik, “want dan kan iedereen je horen. Betreed de invaliden-wc maar, daar is namelijk genoeg ruimte en privacy, en zelfs plastic zakken voor dat soort materiaal in de muur.”
Tony knikte, stak zijn duim op, en betrad die wc, terwijl Brianne en ik terug naar het cafetaria liepen.
We gingen zitten, terwijl de geur van de lunch in de keuken ons al tegemoet kwam. Vers brood, en nog iets zoetigs. Een gebak misschien?
“Ik ben benieuwd wat er zometeen voor lunch is” zei Jeff. “Het ruikt namelijk al zo lekker.”
“Wedden dat we gewoon weer verwend worden straks?” zei Louie, die aan de andere kant van de tafel zat. “Daarnet al chips en limonade, en ik heb toen we hier net aankwamen zelfs al een hele taart gezien! Ik moet er nu niet naar kijken voordat ik straks zoveel kwijl als het water dat er in de zee vlakbij hier is...” Hij lachte erbij.
“Als het geen appeltaart is” zei ik, “dan is het oké.” Ik had in mijn leven al zo veel appeltaart gehad, dat het nu wel te algemeen voor me was geworden.
“Nee, erger!” zei Louie, die alweer stond te watertanden bij het idee van die grote taart. “Ik zag onder andere chocolade, een stokje vanille en kilo's botercrème en slagroom. En je weet wat dat betekent...!”
“Dat we straks allemaal van hier naar het strand moeten worden gerold?” lachte Mark, “zo dik zijn we dan?”
Alle andere leerlingen aan tafel lachten hierom, zelfs Tony die net van de wc terugkwam en weer ging zitten.
“Nee” zei ik, terwijl ik mijn vork en telefoon pakte, de laatste om mee te filmen. “Dan krijgen we allemaal massale scheurbuik omdat er zo te horen niet eens één vitamientje in die taart zit!” Ik startte de camera op en begon te filmen terwijl ik met mijn andere hand, waarmee ik de vork vasthield, op tafel begon te slaan. Ik zong er zelfs wat bij, en niet zo'n beetje ook. “Scheurbuik, scheurbuik, scheurbuik...”
Alle andere leerlingen pakten hun vork en lepel er ook bij en begonnen ook met hun vuisten op tafel te slaan, en zelfs mij na te zingen.
Ik ging wat met de camera rond, en na een aantal seconden stopte ik het filmen, waarna ik gebaarde dat iedereen nu rustig moest zijn, omdat we misschien anders geen lunch zouden krijgen.
“Meneer Parker, en meneer Sanchez!” vroeg Gerald. “Wat krijgen we precies voor lunch?”
“Een soort lopend buffet” zei meneer Parker, “dat jullie kunnen eten en drinken wat jullie willen. En achteraf een stuk van die grote taart die Louie eerder had gezien.”
Bij het woord taart begon iedereen “oeh” te roepen, omdat we er duidelijk al zin in hadden.
“Hij ziet er ook zo professioneel uit” zei Emerald, “moeten zeker hele goede bakkers zijn hier. Mijn tante, die zelf ook bakker is, zou trots zijn.”
“Nou, dan zou je bij haar denk ik wel goed zitten, Louie” zei Brianne.
“En ik dan?” vroeg ik. “Ik heb een zwakte voor zoetigheid, en al helemaal voor taarten en ander gebak...”
Louie kon er alleen maar om lachen.
“Dan zouden jullie zeker wel goed zitten” zei Emerald. “Vooral de fruitbollen die net uit de oven komen zijn het waard, want die verkopen als... warme broodjes!” Met een wijde glimlach sloeg ze haar beide handen om de beurt op tafel en klapte er vervolgens mee, alsof het een rimshot op een drumstel was bij een show met moppen.
Niet veel later kwam onze lunch op tafel te staan, inclusief verse broodjes en sappen, en die waren ook wel erg lekker. De taart die we hierna kregen was echt een bom van zoetigheid, maar het alsnog waard, want de soorten zoetigheid waren er zeer goed in verdeeld. De vanille hier, en de chocolade daar... perfetto, zeg ik.
Om kwart over 1 vertrokken we uit het theater, naar het strand, en de zon scheen al volop. De leerlingen die per ongeluk toch jassen mee hadden genomen, trokken ze net zo snel weer uit.
Ik kende het strand nog zo goed van de vakantie in april. Ik had er twee bekende eilanders ontmoet, en er waren achterin ruime kleedhokjes waar maximaal vier personen in konden.
Jeff kleedde zich om bij Mark en Dave, terwijl ik een kleedhokje claimde met Tony en Brianne, gezien we alledrie de hele dag aan luiers gebonden waren.
“Heeft iedereen al zijn of haar zwemluier aan sinds de verschoning in het theater?” vroeg ik. “Even voor de zekerheid?”
Tony en Brianne knikten, en we kleedden ons op het eigen tempo aan. We hoefden zelfs niet onnodig opnieuw een luier te verwisselen, want de luxe was dat we hem al van tevoren aan hadden. Het enige wat ik na het bijna volledig uitkleden hoefde te doen, was mezelf in mijn zwemkleding hijsen, mezelf voorzien van zonnebrandolie en mijn zwemband en -vleugels opblazen, maar de laatste twee deed ik maar buiten, anders zou het in het kleedhokje misschien te krap worden.
Toen ik eerst mijn zwemvleugels op had geblazen en aan mijn armen had gedaan, zag ik dat ik niet de enige was die minder goed kon zwemmen. Gerald, Louie, Keira, Viola en Jillian hadden ook zulke opblaasdingen bij zich, en keken er niet van op of om toen ze mij er eenmaal mee zagen.
Op het moment dat ik mijn zwemband volledig had opgeblazen en om mijn middel deed, waren Tony en Brianne klaar met het omkleden, net als Jeff, Dave en Mark, en met zijn zessen zochten we eerst een plekje waar we onze spullen zolang neer konden leggen. Een klein tijdje later lagen er zes grote handdoeken netjes op een rij, met de tassen aan het bovenste uiteinde, en kwam er zelfs iemand van het strand zelf langs die een grote parasol bij ons plantte.
“Dank u wel, meneer” zeiden ik, Jeff, Tony, Brianne, Mark en Dave in koor.
De jongeman glimlachte naar ons en liep verder voor het volgende aantal parasols voor de gasten.
“Had jij ook een parasol bij je plek toen je hier eerder was?” vroeg Brianne. “Wel een luxe, hoor, voor zo'n megagroot strand waarvan je het anders niet zou verwachten.”
Ik knikte. Ik wist dat nog heel goed. Toen ik, Lucas en onze surrogaatouders destijds eens een plekje hadden gevonden, kregen we ook meteen zo'n parasol, en toen we vertrokken, werd die weer gewoon door één van die werknemers meegenomen. Nog luxer dan je denkt dus.
“Wacht, je bent hier eerder geweest?” zeiden Dave en Mark vol ongeloof.
“Jazeker” zei ik. “Pas bij de tweede keer heb ik ook dit strand bezocht, want toen ging ik er heen voor een leukere reden. De eerste keer was maar een sullig weekendje in een soort luxe hotel omdat er een begrafenis was.”
“Vervelend” zei Mark, “maar wel fijn dat je ook een tweede keer voor de leukere reden kon.” Hij gaf me een vriendelijk klapje op de schouder, en dat deed een beetje pijn door de hitte die al eerder in mijn huid was getrokken voordat ik de zonnebrandolie op had gedaan. “Sorry.”
“Vertel eens” zei Dave, “wat heb je nog meer gedaan in die leuke vakantie? Want gisteren was het me inderdaad ook wel opgevallen dat je de route naar de camping al prima wist, nu ik erover nadenk...”
“Ik was naar de markt” zei ik, “de moestuin, een restaurant, de winkels hier vlakbij, en op het park zelf deed ik ook het één en ander. Her en der had ik zelfs alle bekende eilanders ontmoet, en hun handtekeningen gekregen, en ik ben zelfs met ze op foto's geweest, die ik nog thuis heb.” Ik rekte me uit. “Heb je net tijdens de voorstelling een blonde mevrouw met een lange neus gezien? Dat is één van die bekende eilanders, en een echte ster in dat theater. De enige echte Sally Stageplay.”
“Vet” zei Jeff, “dat wist ik nog niet eens, maar bij deze dus wel.”
“Dan kan ik op een dag ook best voor jouw reden hierheen gaan, Marcie” zei Brianne, “want ik hou daar wel van, een beetje aardige interactie met bekenden.”
We praatten nog wat verder, totdat Mark besloot dat we maar eens zouden gaan zwemmen. Het water leek eerst ijskoud, maar het bleek later toch reuze mee te vallen, gezien de zon het water ook deels verwarmde.
We deden het rustig aan in de zee, en lachten zo nu en dan andere leerlingen uit die zich behoorlijk uit konden sloven. Zo zagen we Louie, die door Viola en Emerald met alle gemak de zee in werd gejonast, ondanks dat hij eigenlijk geen zin in zwemmen had.
“Blegh, zout!” riep hij luid, toen hij met zijn hoofd boven het water uit kwam.
“Logisch!” riep Viola, “de zee is zout, of ben je dat soms vergeten?!”
“Zeg Brianne” zei ik, “zullen we één van de jongens bij ons zometeen ook maar het water in jonassen?”
“Leuk idee” grinnikte Brianne. “Wie zullen we eerst doen?”
We dachten even na, en besloten uiteindelijk Mark het eerste slachtoffer te maken.
“Zeg, zijn jullie nu iets van plan of zo?” vroeg Mark, terwijl hij aan onze handen mee de zee uit liep, waar het water niet verder kwam tot de enkels.
Eens op het land liet ik mijn zwemband even op het natte zand met het kleine laagje water vallen, dat ik alle ruimte voor mijn handen had.
“Ga liggen, Mark” zei ik, “want dit gaat leuk worden.”
Mark keek mij en Brianne ieder eerst wat vreemd aan, maar deed uiteindelijk wel wat hem gezegd werd.
Ik pakte hem bij zijn polsen, en Brianne bij zijn enkels, en we tilden hem met alle kracht op.
“Klaar voor?” zei Brianne, en voordat Mark ook maar kon antwoorden, zwaaiden we hem allebei van links naar rechts.
“Nee!” riep Mark, “ik word straks nog zeeziek!”
“Toen Jonas in de walvis zat!” zongen ik en Brianne tegelijk, “van je één, twee, drie!” Bij de drie zwaaiden we Mark naar mijn links en haar rechts en lieten hem los, waarmee hij met een smak de zee in plonste.
“Zeg, wat is dat?!” riep Dave, die er een beetje van op keek, maar moest lachen toen hij mij en Brianne met een grijns zag, en Mark die toch nog kon lachen om onze actie. “Ach, jullie deden Viola en Emerald gewoon na. Dan is het oké.”
“Jullie gaan het niet nog eens doen, hè?” vroeg Mark.
“Nee” zei ik, terwijl ik mijn band weer pakte en terug de zee in liep. “Je bent te zwaar voor me.” Ik grijnsde erbij.
We hadden nog een tijdje lol in de zee, totdat ik een beetje duizelig werd van alle golven, toen ging ik met Brianne terug naar onze plek.
“Ik hoop nu niet dat er straks vloed komt” zei Brianne, die lief een handdoek om mijn schouders heen sloeg.
“Geen zorgen” zei ik, “voor nu liggen we er ver van weg.” Ik deed mijn zwemvleugels af en liet deze net als mijn zwemband leeglopen.
Brianne sloeg ook een handdoek om haar eigen schouders, en pakte een boekje uit haar tas, waar ze zelf even wat in ging lezen.
Ik ging daarentegen maar even liggen, ik was doodop.
Niet veel later waren Jeff, Tony, Dave en Mark het zwemmen ook beu, en gingen Dave en Mark naar achteren om zich om te kleden.
“Goed idee” zei ik, terwijl ik wat van mijn spullen bij elkaar sprokkelde en hen volgde, maar zelf wel in een ander kleedhokje ging.
Ik vergrendelde de deur en kleedde me in alle rust om. Er was zelfs een wc'tje achterin, waar ik voor de zekerheid op ging zitten toen ik letterlijk niets meer aan had. Ik zette lichtjes kracht, maar er kwam niets uit, en deed meteen hierna een droge gewone luier aan, evenals de rest van mijn kleding. Straks terug op het park zou ik maar gaan douchen, want hier was er geen aanwezig.
Ik stopte mijn natte zwemkleding en handdoek in een plastic zak in mijn zwemtas, en de opblaasdingen in een andere. Hierna ging ik het kleedhokje uit en liep ik terug naar mijn plek op het strand.
Langzamerhand kleedde iedereen zich wel om, en toen iedereen klaar was en alles van zichzelf had ingepakt, gingen we weer terug naar de camping.

Eens aangekomen op de camping rond 3 uur had ik eerst mijn zwemkleding en handdoeken uitgehangen aan de waslijn die toevallig in onze bungalow aanwezig was, net als alle leerlingen en de leraren. Er waren gelukkig 2 waslijnen aanwezig, dus er was genoeg ruimte voor iedereen.
Hierna was ik maar naar één van de badkamers gegaan om te douchen, niet alleen omdat ik me redelijk vies voelde van het strand, maar ook omdat ik plots een flink natte en vuile luier had gekregen tijdens het spullen ophangen aan de waslijn.
Na een fijne lauwwarme douche van zo'n 8 minuten had ik me afgedroogd, gekleed in een schone luier en comfortabelere kleding, mijn haar goed geborsteld, en was ik hierna gelijk op mijn bed geploft om even wat te rusten.
“De volgende kan naar de badkamer” gaapte ik, terwijl ik mezelf tot een bal oprolde, mijn speentje in deed en mijn knuffels bij me nam.
Hoewel momenteel alleen Jeff aanwezig was, sprokkelde hij toch zijn toiletspullen en wat kleding bij elkaar, klom van het bed af en ging naar één van de badkamers.
Ik sloot mijn ogen en legde één van de armen van mijn pluchen klok over me heen. Wat had ik het heet op dit moment, maar de bezoeken aan het theater en het strand waren het net wel waard. Bovendien was het hier op de kamer ook wel een beetje koel, maar dat hielp net iets minder gezien ik nog een warme huid had van een combinatie van de zon en de douche.
Een paar seconden later kwam Tony binnen, en hij kwam op mijn bed zitten.
“Ben je heel moe van vanmiddag?” vroeg hij, terwijl hij een hand op mijn bovenbeen legde.
Ik knikte, opende mijn ogen en draaide wat op mijn rug, zodat ik beter oogcontact kon maken.
“En jij?” vroeg ik. “Je mag best bij me komen liggen, hoor, en je speentje en knuffels erbij pakken.”
“Goed idee” zei Tony, die de opgenoemde spullen van zijn bed pakte en bij mij ging liggen. “Vind jij het ook zo verschrikkelijk heet buiten?” Hij deed zijn speentje in en ik schoof wat op.
“Ja, vreselijk, joh” zei ik. “Ik zweette me kapot tijdens het lopen. Morgen doe ik maar andere kleren aan, ze zijn echt bijna doordrenkt nu.”
We hadden allebei een tijdje onze ogen dicht, en het was in de kamer verder doodstil, op de zachte geluiden van ademhaling en mijn horloge na.
“Ik vind het eerlijk gezegd een beetje krap hier” zei Tony, die na een klein tijdje opstond, “vind je het erg als ik even in mijn eigen bed ga liggen?”
“Nee, hoor” zei ik, “want ik denk momenteel precies hetzelfde.” Ik liet Tony zijn gang gaan en toen de ruimte bij mij in bed er weer was, draaide ik me op mijn buik, en legde één van mijn armen boven mijn hoofd.
Tijd ging voorbij, en even later was Jeff er ook weer.
“Heeft één van jullie Brianne gezien?” vroeg hij.
“Ze is naar de zen-tuin” zei ik, “met een paar andere meisjes, maar niet voor de karpers.” Ik deed mijn ogen terug open en ging rechtop zitten, met mijn speentje nog in en mijn grote pluchen klok nog bij me. “Wisten jullie trouwens dat ik die karpers allemaal namen had gegeven samen met Lucas?”
Tony giechelde wat om het idee.
“Grappig” zei Jeff. “Hoezo, heb je haar verteld dat ze de groeten aan ze moet doen of zo?”
Ik schudde mijn hoofd. “Ik weet dat jij het volgende onderwerp niet zo fijn vindt en ik wel, maar ik en Lucas hadden ze destijds naar wat karakters uit Don't Hug Me I'm Scared genoemd. Gewoon, omdat hun patronen en kleuren soms bij één zo'n karakter pasten.”
“Ach, wat maakt het uit” zei Jeff, “ze zijn nu tenminste wel meer waard. Alle levende wezens die ten minste één naam hebben, zijn meer waardevol, toch?”
Ik knikte, en ging weer terug liggen, merkend dat ik toch niet zo goed rechtop kon zitten met mijn ogen die nog altijd te regelmatig open en dicht gingen. Voorlopig leek ik wel een knipperbol.
Jeff klom op zijn bed en pakte zijn laptop erbij.
“Ik zal zachtjes voor jullie doen” zei hij, “ik weet hoe moe jullie nu zijn. Rust maar goed uit.”
“Prima” mompelde Tony.
Ik zei niets, ik rustte net zo lang verder tot ik zelfs even in slaap was gevallen.

Om 6 uur was het diner weer in de eetzaal, en vandaag stond er pasta bolognese op het menu. Ik dacht dat ze vandaag vanwege de hitte iets kouds zouden maken, maar dat betekende niet dat ik het eten vandaag minder lekker vond. Integendeel, de saus en de balletjes smaakten prima, het was zelfs één van de betere dingen die ik tijdens het hele kamp had gegeten.
Om ongeveer 7 uur verzamelden we allemaal weer in de kantine, en stond er weer tv kijken op de planning, maar geen sport deze keer.
“Oké, allemaal” zei mevrouw Baker, “over een paar minuten gaan we een film kijken, of meerdere afleveringen van één serie...”
“Kunnen we alsjeblieft Star Trek kijken?” vroeg Dave wanhopig.
“Nee, laten we de beste serie ter wereld kijken” zei Mark, “ook wel bekend als Don't Hug Me I'm Scared.”
“Ik denk niet dat we zoiets gaan kijken” zei Jeff, die duidelijk geïrriteerd klonk wegens het feit dat hij die serie niet leuk vond.
“Jullie kunnen allemaal eerst kiezen uit de volgende films” zei mevrouw Baker, die in haar handen klapte om iedereen stil te krijgen, “voor het geval jullie een film zouden willen kijken. De keuzes zijn de SpongeBob film, Big Hero 6, en Pixels. Wat betreft series kunnen jullie kiezen uit Camp Camp, Monsters vs. Aliens en Friends.”
“Ik hou niet van Camp Camp...” zuchtte Emerald.
“Dan stem je toch op een andere serie” zei ik.
Alle leerlingen en ik bespraken onze keuzes. Ik vond ze allemaal wel leuk, maar ik zelf dacht niet dat Camp Camp nou zo perfect was voor onze totale gemiddelde leeftijd, sinds het te gelijk was aan andere series voor volwassenen.
“Ik wil Friends wel zien” zei Tony, “da's één van mijn favorieten.”
“Ja, die van mij ook wel” zei ik. “Misschien is dat wel de enige show die we allemaal goed kunnen kijken.”
“Daar heb je gelijk in” zei Jeff, “daar zal ik dan ook op stemmen. Stiekem wou ik ook wel dat Star Wars één van de keuzes zou zijn geweest.”
“Dat dacht ik nou precies over Rick & Morty” zei ik.
Uiteindelijk stemde het grootste deel op Friends, dus dat gingen we dan ook maar kijken. De laptop van mevrouw Baker werd eerst aangesloten op de tv via een HDMI-kabel, waarna Netflix werd opgestart en we gelijk konden kijken vanaf de allereerste aflevering.
Ook vandaag kregen we allemaal weer chips en frisdrank tijdens het kijken.
“Veel chips krijgen we vandaag ineens, hè?” zei Brianne, “we worden volop verwend ermee.”
“Vond je die taart dan niet genoeg?” grapte Zos. “Maar ja, nu je het zo zegt, we hadden vanmorgen inderdaad ook al chips gehad in het theater.”
“Straks komen we allemaal thuis met scheurbuik” zei ik, “en dan zijn alle ouders en verzorgers denk ik niet zo blij.” Ik lachte, pakte mijn glas gemengde fris en hield deze omhoog. “Cheers op het kamp tot nu toe!”
Cheers!” riepen alle leerlingen, die ook hun glas omhoog hielden. We tikten ze echter niet tegen elkaar aan omdat we daarvoor soms te ver uit elkaar zaten.
We keken hierna verder naar Friends, onder genot van chips en fris, net zolang tot het kwart over 9 was, toen gingen we allemaal terug naar de bungalow om tanden te poetsen en ons voor te bereiden op het naar bed gaan.
“Dat was weer een lange dag, hè?” zei Brianne, die boven in haar bed klom en meteen de dekens over zich heen sloeg.
“Vertel mij wat” zei ik, “ik heb het nog steeds warm van het zonnen van vanmiddag. Ik ben benieuwd of ik straks dan ook met een kleurtje thuiskom.”
“Hoezo?” vroeg Jeff. “Is dat alleen dan niet genoeg of zo?”
“Nee, niet in dat opzicht” zei ik, “weet je nog toen ik vandaag twee keer een grapje maakte over scheurbuik? Wel, dat is eigenlijk niet helemaal waar, hoor, want we krijgen best wat groenten bij de diners, hoor. Die roosjes broccoli in die rode saus waren anders ook best wel lekker.”
“Da's waar” zei Tony, “maar ik kan je wel één ding zeggen, en dat is dat je van alle aanwezigen de beste humor ooit hebt. Iedereen geniet er volop van!”
Ik plofte met mijn volle zelf op mijn bed, deed mijn nachtlichtje aan, mijn speentje in mijn mond en de dekens over me heen.
“Moet de bodem straks kraken?” grapte Brianne, die het zelfs in het bovenste bed nog kon voelen.
“Nee, ik ben gewoon doodop” zei ik, “dat ik er letterlijk bij neer mag vallen.” Ik sloot mijn ogen en nam mijn knuffels bij me. “Slaap lekker, allemaal.”
Hier en daar wenste iedereen elkaar ook weer een goedenacht, en was het hierna weer fijn stil.
Om iets van half 10 lag ik echt te slapen.
 

Little Endy

Sayori the shy Enderman :3 (he/they)
Editor's note: sorry dat ik laat ben met het plaatsen van het volgende hoofdstuk, ben zojuist terug van een feest! Hieruit blijkt dus één ding, en dat is dat het sociale leven en schrijven absolúút niet samen gaan. :p

6. Wortels trekken en cultuur opsnuiven (Dag 3 op de camping)
Ik had het ijskoud toen ik wakker werd. Ik rolde mezelf op tot een bal en probeerde het warmer te krijgen, maar niets had echt geholpen.
Ik pakte mijn horloge en keek hoe laat het was. Half 9, maar waarom was het dan zo koud? Ik keek vanuit mijn ooghoeken naar buiten door het raam, maar er was niets bijzonders aan de hand. Het was wel bewolkt, maar ik hoorde niet dat het waaide of zo.
Ik pakte mijn jas en legde deze maar over me heen, maar toen ik verder geen slaap meer kreeg, stond ik maar op, deed mijn nachtlichtje en speen uit, pakte een stapel nieuwe kleding uit mijn koffer, nam mijn katoenen tas en toiletspullen bij de hand en snelde me zachtjes naar één van de badkamers, waar ik me goed verschoonde, aankleedde en mijn haar deed.
Toen ik op de kamer terugkwam was iedereen al wakker, en hun kleding aan het pakken. Niet veel later merkte ik dat het in de hal ook langzamerhand drukker werd, dus ik was blij dat ik alvast klaar voor de dag was.
“Goedemorgen” zeiden we hier en daar.
“Hadden jullie het 's morgens ook zo koud?” zei ik, “ik trek voor de zekerheid toch maar mijn jas aan.”
“Ja, ik vroor bijna vast aan mijn bed!” zei Brianne, “gezien het bovenin misschien wat kouder is...!” Zij en Tony claimden ieder gauw een badkamer in de hal.
“Het ziet er nu inderdaad wel bewolkt uit, nu je het zegt” zei Jeff, die naar buiten keek. “Ik zal denk ik ook maar mijn jas pakken straks.” Hij liep naar de deur en keek even in de hal. “Zo te zien zijn alle badkamers ook nog bezet...”
“Je mag me van mij ook wel hier omkleden” zei ik, “dat je je luier wat later weggooit. Ik beloof je niet stiekem te gaan kijken, hoor, maar wel de deur goed in de gaten te houden.”
“Prima idee” zei Jeff, die zich binnen een aantal seconden al klaar had gemaakt voor vandaag, en ook nog precies voordat Tony en Brianne weer terug op de kamer kwamen.
“Jeff!” riep Tony verrast uit. “Hoe heb jij je zo snel voor weten te bereiden?”
Ik wees op mezelf en knipoogde naar Tony.
“Snap ik heel goed” zei Brianne, “alle badkamers waren bezet, en Tony en ik waren gelukkig nog net op tijd.” Ze legde haar slaapkleding terug in haar tas en ging zolang bij mij op bed zitten.
Tony keek of het in de hal al minder druk was.
“Jeff, van mij kun je de badkamer nu wel gebruiken” zei hij, “ik zie nauwelijks iemand op dit moment.”
Jeff knikte, pakte zijn luier die inmiddels al goed dichtgevouwen was om deze straks te deponeren, en claimde een badkamer.
“We gingen vandaag toch naar de moestuin en de markt?” vroeg ik voor de zekerheid na. “Ik kan je zeggen dat het allebei wel leuk is, wortels trekken en cultuur opsnuiven.”
Tony en Brianne lachten erom.
“Ik ben benieuwd hoe laat we straks zullen vertrekken” zei Brianne, “want als we op tijd in de moestuin willen zijn, denk ik wel dat het vroeg zal gaan worden.”
“Dan kunnen we beter al aanstalten maken om naar de eetzaal te gaan” zei Tony, terwijl we alledrie opstonden en de kamer verlieten. Op hetzelfde moment was Jeff klaar en moest hij daar nog even zijn spullen neerleggen en jas pakken voordat we met zijn vieren ook naar de eetzaal gingen.
Het was buiten inderdaad een beetje fris, ondanks dat de zon zich uiteindelijk ook even liet zien.
In de eetzaal deelde ik de tafel weer met Jeff, Tony, Brianne, Mark en Dave.
“Mark en Dave?” vroeg ik, “hadden jullie het vanmorgen ook zo koud?”
“Ja, vreselijk” zei Mark, “ik had verschrikkelijke spijt dat ik niet iets van een extra deken had meegenomen.” Hij warmde zijn handen aan een kop fancy koffie.
“Watjes!” zei Dave met zijn mond vol. “Jullie stellen jullie gewoon aan.”
“Nee, echt niet” zei Tony, “ik vroor ook haast vast, en ik rilde zelfs.”
Jeff knikte en gaf Tony een vriendelijk klapje op zijn schouder.
Ik stak het laatste korstje van mijn broodje in mijn mond en dronk daar de rest van mijn thee achteraan.
“Ik ben tenminste blij dat ze hier ook warm drinken hebben” zei ik, “op ieder deel van de dag.”
Na het eten ging iedereen nog even terug naar de bungalow om hun tanden te poetsen voor het vertrek. Tony, Brianne en ik hadden ons zelfs voorzien van onze tassen voor het geval er een luier verwisseld moest worden, maar vrijwel niemand die hiervan op keek.
“Ik hoop dat het in de loop van de dag ook warmer wordt” zei Jeff. “Misschien dat het dan ongeveer zoals gisteren wordt. Ik ben in ieder geval wel blij dat we tussendoor nog even hier zijn voor de lunch, dan kan ik misschien ook mijn jas even achterlaten.”
“Goed punt, Jeff” zei Brianne, “of voor een kleine wc-pauze als er straks vlakbij de moestuin geen wc's zijn.”
We vertrokken om kwart over 9, en de moestuin lag ongeveer net zo ver weg als het strand, alleen dat het dan rechtsaf was vanaf de camping in plaats van linksaf.
Het was een vrije tuin, dus we mochten deze gewoon betreden. Er was niemand aanwezig, zelfs niet de bekende eilanders waarvan je niet zou denken dat ze er echt als een tuinanjer en drie verschillende wortelgroenten uit zouden zien. Ze zouden vast nog slapen, en dat heb ik ook verteld aan mevrouw Baker, meneer Sanchez en meneer Parker. Die hebben de leerlingen gelijk verteld dat we het rustig aan moesten doen, en dat ook gezien het nog redelijk vroeg in de morgen was.
We bekeken allerlei soorten bloemen, van simpele rozen tot de wat grotere en duurdere lotussen. Ik bleef er wat meer uit de buurt gezien er bijen steeds op de bloemen zaten voor bestuiving en zo, en ik wilde ze niet graag storen.
“Niet zo bescheiden” lachte Louie, “die beestjes kunnen best wel tegen een stootje.”
“Echt niet, Louie” zei Zos, “ik kan je vertellen, ze kunnen best wel schrikken, wat als gevolg had dat mijn broertje eens door zo'n beest werd gestoken. Maar ja, ze steken dan maar één keer, en hierna leven ze niet meer.” Ze knipte haar vingers naast Louie's oor, maar hij schrok er niet van.
Ik keek of er een bloem was die niet bestoven werd of zo, en rook uiteindelijk voorzichtig aan een lelie. Die was zo zoet en sterk, dat ik even achteruit moest gaan om deze niet te besmetten met mijn keiharde nies die hierna kwam.
“Gezondheid!” zei Tony. “Allergisch voor pollen, als ik vragen mag?”
Ik knikte, en blies mijn neus in mijn zakdoek.
“Vervelend” zei Jillian, “ben ik ook. Op dit moment kan ik misschien beter verder gaan naar de vruchten en groenten. Ga jij ook mee, Marcie?” Ze droogde haar allergische tranen.
Ik liep met Jillian mee, en we gingen even onder de appelboom zitten. We waren beiden even stil, we keken en luisterden maar wat om ons heen. Totdat er een vlinder ineens op mijn been kwam zitten, en daar schrok ik wel best van. Ik zwaaide gelijk met mijn handen om hem weg te jagen.
“Ksst, weg jij!” riep ik, “jij vervelende bij!” Het werkte nog ook. “Sorry, ik ben als de dood voor insecten.”
“Dat was niet eens een bij” grinnikte Jillian, “maar oké. Ik ben tenminste blij dat je hem niet plat had geslagen, dat had er ook wel lelijk uit gezien.” Ze schudde haar voorste pluk haar uit haar gezicht. “Ik heb gehoord dat jij hier eens eerder op vakantie bent geweest. Klopt dat?”
Ik knikte. “Met mijn broertje en surrogaatouders. We waren op dezelfde camping, op de dag voor het vertrek in dezelfde moestuin, en op de tweede dag naar ongeveer dezelfde markt.”
“Vet” zei Jillian. “Ik had hiervoor nog nooit gehoord dat dit land bestond, en volgens mij had ik het ook vaak gemist tijdens lessen topografie en zo... ik ben zo blij dat we niet naar Hyrule zijn gegaan, want daar ga ik ieder jaar al heen met vakantie, samen met mijn ouders. Ik vind dit land ook wel de moeite waard om er later nog eens heen te gaan, hoor. Kun je het aanraden?”
“Zeker” zei ik, “maar dan wel het liefste tussen maart en mei, want dan is er op dezelfde camping ook nog wel eens een creatieve morgen, en dat is best wel gezellig, kan ik je vertellen.”
Jillian knikte, en giechelde wat voor zich uit.
Ik bekeek haar eens goed. Haar lange, zwarte haren contrasteerden heel mooi met haar redelijk donkere huid, en ik kon een klein beetje sproeten op haar wangen zien. Ik had geen enkele vorm van aantrekking tot haar, maar ik had deze mening vooralsnog.
Opeens schrok ik van iets dat uit het niets redelijk hard op mijn hoofd viel.
“Au!” riep ik uit, wat Jillian liet schrikken. Ik keek om me heen, en zag ineens een appel naast me liggen. “Hè, was het maar zo'n dom vruchtje...” Ik lachte en pakte de appel op.
“Gaat het, Marcie?” vroeg Brianne, die naar ons toe kwam.
Ik liet de appel zien, en bekeek hem tegelijkertijd nog eens goed, want als hij er nog prima uit zag, kon ik 'm prima eten.
“Kunnen we beter niet meer onder een appelboom zitten” lachte Jillian, en we stonden beiden op. “Ben je nu trouwens een stuk slimmer, Marcie? Want dat was toen ook gebeurd toen Isaac Newton destijds een appel op zijn hoofd kreeg.”
“Helaas niet” zei ik, “ik denk dat ik zojuist 1% dommer ben geworden.” Ik grinnikte erbij, poetste de appel op aan mijn jas en at deze. “Maar dat maakt niet dat deze appel minder lekker is.”
“Mooi” zei Brianne. “Komen jullie? We gaan meer vruchten bekijken, en straks misschien wortels trekken.”
Jillian en ik volgden Brianne naar de rest van de vruchten en de groenten, en dat waren er ook behoorlijk wat. De welbekende appels, maar ook onder andere de wat minder bekende kumquats, waarvan ik liever uit de buurt bleef gezien ik die niet zo lekker vond.
“Zijn al die vruchten allemaal even lekker?” vroeg Tony, die er te verwonderd door was geworden.
“Niet allemaal” zei ik, “ik kan je vertellen dat ik de wat meer vreemde vruchten liever vermijd. Ik krijg al misselijke rillingen als ik ze zie!” Ik knabbelde de laatste mogelijke restjes uit mijn appel en gooide het klokhuis bij de compost weg. “Als ik mocht kiezen uit de vreemde vruchten die ik misschien toch lekker vond... dan zou het waarschijnlijk toch de papaja zijn. En nee, dat is niet omdat ik daar alleen maar vruchtensap van had gedronken.”
Hier lachten een aantal leerlingen om. Ik keek ze allemaal serieus aan, en toen trok het wel weer bij.
“Maar mogen we alle groenten en vruchten echt pakken?” vroeg Jeff. “Ook al valt het misschien op je hoofd vanuit een boom?”
“Jawel” zei ik, “maar met mate. Zo was ik de vorige keer ook wel verder van de wortels afgebleven, ook al werd ons gezegd dat we er best een paar mochten pakken. Dus onthoud: 'best een paar', oké?” Ik draaide me om naar de leraren. “Meneer Parker, mogen we straks echt wat groenten en vruchten bij elkaar sprokkelen?”
“Van mij wel” zei meneer Parker, “pak maar wat je lekker vindt.” Hij verdeelde vervolgens iedereen in groepjes van drie. Ik ging met Jeff en Tony, terwijl Brianne ging met Jillian en Zos.
“Ik denk dat vrijwel niemand van ons de wat meer vreemde vruchten bij zich wil hebben?” zei Jeff. “Heb ik dat goed?”
Tony en ik knikten, en even later hadden we met zijn drieën vooral een mand vol wortels, citrusvruchten, aardbeien, appels, peren en bramen.
Iedereen vroeg zich af wat er straks mee zou gebeuren.
“Het grootste deel is voor het personeel in de eetzaal” zei meneer Sanchez, “gezien ze er vandaag en morgen iets mee zouden willen doen, maar jullie krijgen uiteraard ook wel wat.”
“Dan kunnen we in dat geval beter van iedere vrucht en groente er ééntje voor onszelf bewaren” zei ik, “en deze dan ieder in drie stukjes snijden, zodat het voor ons drieën wel zo eerlijk is.”
“Goed idee” zei Tony, “want beter dat dan helemaal niets, hè?”
Nadat iedereen genoeg had geplukt en getrokken, gingen we om 11 uur weer terug naar de camping, waar we het grootste deel van alles aan het personeel van de eetzaal afstonden, en de andere restjes voor onszelf bewaarden. Die 'andere restjes' waren overigens wel erg lekker, kan ik jullie vertellen.

We hadden de lunch in de eetzaal om 12 uur, en om half 1 vertrokken we met zijn allen naar de markt.
In de tussentijd was het gelukkig wel wat warmer geworden, maar voor de zekerheid hield iedereen zijn of haar jas nog wel gewoon bij zich.
Voor het vertrek was iedereen ook nog even naar de wc geweest, en hadden Tony, Brianne en ik ook even tijd om de luiers uitgebreid te verwisselen.
De markt was ongeveer hetzelfde ingedeeld als op mijn vorige reis, maar het was gek genoeg weer aanzienlijk minder druk, net als gisteren in het theater en op het strand.
Jeff, Tony, Brianne en ik keken om ons heen, naar alle marktkramen, wat ze allemaal te bieden en te kijken hadden. Zo nu en dan zagen we ook wel eens een bekende eilander met een polaroidcamera, die de algemene situatie zorgvuldig fotografeerde.
“Hebben ze hier echt nog polaroidcamera's?” vroeg Brianne.
“Jazeker” zei ik, “ze leven hier in een gemengd tijdperk. Zo heeft het ene huishouden nog een bakbeest van een CRT-tv en een polaroidcamera, en het andere weer een smartphone en een mac-computer. Veel verschil maakt uniek, toch?”
“Ik heb altijd al zo'n camera gewild, wisten jullie dat?” zei Jeff. “Mijn vader heeft er net zo eentje, maar tot nu toe heeft hij hem nog niet aan mij uitgeleend, terwijl ik hem nou juist zo interessant vind.”
“Als je wilt” zei ik, “kun je zo'n bekende eilander om een foto vragen en meer details over zo'n camera.” Ik legde een arm om Jeff's schouder. “En je weet het, hè, niks moet, alles mag, en het hoeft niet per sé.”
“In dat geval zit ik eraan te denken dat we dan opsplitsen in groepjes van twee” zei Brianne. “Jeff, ga jij met mij mee? Dan kunnen jullie, Tony en Marcie, met elkaar gaan.”
“Prima” zeiden Jeff, Tony en ik tegelijk, en zo gezegd, zo gedaan.
Tony en ik liepen verder over het marktplein, en straalden ineens heel veel positieve energie uit.
“Denk jij wat ik denk?” vroeg ik.
“Dat er misschien stiekem een kraampje is waar ze dingen speciaal voor mensen als ons verkopen?” vroeg Tony terug.
Ik lachte erbij, en we gaven elkaar een high-five.
Op hetzelfde moment kwamen we inderdaad een marktkraam tegen waar ze allerlei hebbedingetjes voor kinderen hadden, van houten speelgoed tot knuffels, en van allerlei soorten sjaaltjes tot een uitgebreide collectie aan speentjes. Het leek wel een pop-up modezaak of zo.
“Ik heb eerlijk gezegd leukere knuffels gezien” fluisterde ik in Tony's oor, “zal ik er morgen eentje voor je scoren in het pretpark, als ze daar iets met blikken schieten of eendjes vissen of zo hebben?”
Tony knikte en giechelde, terwijl we samen een beetje keken naar de spullen die ze hadden. Zo nu en dan keken we uiteraard wel om ons heen, om te kijken of er geen bekenden waren die ons mogelijk vierkant uit konden lachen.
“Goedemiddag” zei de verkoopster, “kan ik jullie helpen, of kijken jullie nog even?”
“Wij zouden nog even willen kijken” zei ik, “want kiezen is echt lastig voor ons.”
Uiteindelijk hadden Tony en ik toch wel onze keuze gemaakt, ondanks dat we dit misschien niet van plan waren. Tony had een bilboquet gekocht, terwijl ik een houten marionet* had.
“Bedankt, en een fijne dag verder” zei de verkoopster, terwijl Tony en ik onze aankopen in onze tassen deden.
“Insgelijks” zeiden Tony en ik tegelijk, waarna we verder liepen om te kijken of er misschien nog iets interessants te koop of te kijk was.
That reminds me” zei ik, “ergens is hier een kraampje met leuke armbandjes, zou jij er eentje willen, Tony? Ik heb er zelf namelijk al eentje van.” Ik liet het bandje aan mijn rechterarm zien, want links droeg ik mijn horloge.
“Leuk” zei Tony, “ik ben wel geïnteresseerd, hoor. Staan de markten hier altijd op dezelfde plek, dat je misschien weet?”
Ik haalde mijn schouders op, en toevallig kwamen we een plattegrond van het marktplein tegen, waar we op keken.
“Eens zien...” zei ik, “accessoires, of dat ergens staat...” Ik ging met mijn vinger over de plattegrond heen, totdat ik het opgenoemde woord tegenkwam. “Rechtsaf, en dan is het de derde kraam hierzo, naast degene waar ze noten verkopen.”
We liepen in die richting, en Tony kocht er een bandje. Deze was donkergroen met lichtgroene kralen, en dat paste wel bij hem.
“Hoe vind je 'm?” vroeg Tony.
“Hij past leuk bij je” zei ik, “en de kleuren zijn erg mooi.”
Tony gaf me uit het niets een knuffel en een vriendelijk klapje op mijn rug, waarna we verder wilden gaan, maar schrokken bij een bankje. Daar was mevrouw Baker met Louie, die ergens verdrietig om was.
“Mevrouw Baker, mag ik vragen wat er is?” vroeg Tony bezorgd.
“Louie was net bijna flauwgevallen” zei mevrouw Baker, “en heeft zich hierbij behoorlijk gestoten tegen een lantaarnpaal. Ik zag het vanuit mijn ooghoek, terwijl ik bijna aan een binnenband probeerde te komen.”
“Was er iemand anders bij?” vroeg ik, me zorgen makend over Louie's veiligheid. “Zoals hoe Tony en ik nu met zijn tweeën zijn, en Jeff en Brianne ook?”
“Nee” zei mevrouw Baker hoofdschuddend, “en ik snap heel goed dat dit je shockeert, Marcie, want zoiets hebben terwijl er niemand bij is lijkt mij ook wel wat eng.”
Even was er een stilte tussen ons, op het geruis van de wind en wat gepraat van andere mensen na, totdat Tony en ik zonder woorden besloten om Jeff en Brianne weer op te zoeken.
“Sterkte, Louie” zeiden we tegelijk, voordat we verder liepen.
Bij een marktkraam met accessoires betreffende kleding scoorden we ook ieder een bandana, twee paar lange sokken en een lange sjaal.
Het was ongeveer half 2 toen we beiden merkten dat we aan een verschoning toe waren.
“Waar is de openbare wc?” vroeg Tony.
“Daarginds” zei ik, terwijl ik op het bekende kleine gebouwtje met gespiegelde muren wees. “Van binnen ziet hij er gaaf uit, laten we kijken.”
We liepen naar het gebouwtje toe, en er naar binnen. De geur van chloor bedwelmde ons eerst, betekenend dat er recentelijk was schoongemaakt.
“Hè?” zei Tony, die verbaasd om zich heen keek nadat ik de deur had vergrendeld. “Zijn het geblindeerde ramen? Kunnen ze ons zien dan?”
“Nee joh” grinnikte ik, “wij kunnen hen wel zien, maar omgekeerd niet. Ik vond het eerst ook eigenaardig.” Ik zette mijn tas op de grond, ritste deze open en haalde er een luier, de lotiondoekjes en de zinkzalf uit. “Zou je me een lol willen doen? Pretty please?” Ik keek Tony schattig aan en hield mijn hoofd schuin.
“Oké, vooruit dan maar” zei Tony met een plagerige hint in zijn stem. “Hoezo, wil jij mijn luier straks verwisselen?”
Ik knikte, en liet me gewoon door hem verschonen. Mijn luier was flink nat, maar ook een beetje vuil, al stelde dat niet zo heel relatief veel voor.
Toen ik zelf van een schone luier was voorzien en ik degene die gebruikt was had gedeponeerd, was Tony aan de beurt. Hij bleef tijdens het luiers verwisselen ook gewoon rustig en geduldig staan, en ik werkte zo zorgvuldig mogelijk. Ik vroeg hem zelfs bij de laatste stap of de luier te strak zat of niet, want ik kon dat niet altijd even snel weten.
“Nee, hij zit prima” zei Tony, en hij liet zich zelfs nog zijn broek door mij terug omhoog trekken, voordat hij zelf zijn gebruikte luier deponeerde.
Hierna wasten we onze handen goed en gingen we de wc uit, en zagen we op een bankje verderop Jeff en Brianne zitten. Ze zagen er moe uit. Dat waren Tony en ik op zich ook wel, dus we kwamen erbij zitten.
“Hoi” begroetten we elkaar hier en daar.
“Wat hebben jullie allemaal gescoord?” vroeg ik. “Tony en ik hebben gewoon maar wat uitgekozen, maar niets lekkers gekocht, want dat krijgen we straks nog van meneer Parker, meneer Sanchez en mevrouw Baker.”
“Allerlei leuke kleine accessoires” zei Brianne, “en wat buttons die ik op mijn jas of tas kan zetten.”
“Eigenlijk alleen maar wat strikjes voor bij mijn nette kleding” zei Jeff, “en van een mevrouw Hilde Berg of zo allerlei linkjes naar websites voor polaroidcamera's. Volgens mij is ze een bekende eilander, gezien werkelijk alle blikken op haar gericht stonden.”
“Nee, Hilda Berg is haar naam, Jeff” corrigeerde ik hem, “en ze is inderdaad een bekende eilander, en ik heb haar ook eens ontmoet... maar oké. Heb je toevallig ook met haar op zo'n foto gestaan?”
Jeff pakte zijn grote portefeuille uit zijn jaszak en liet de foto zien.
Ik knikte, en stak een duim omhoog. Klasse, dat hij eens een bekende eilander had ontmoet.
“Het briefje met de linkjes zit er ook in” zei Jeff, “maar ik denk niet dat je dat interessant gaat vinden. Of toevallig wel?”
Ik schudde mijn hoofd, en liet Jeff zijn portefeuille terug in zijn binnenzak stoppen.
“Ik heb haar niet meer gezien” zei Brianne, “ik was op hetzelfde moment druk met het uitzoeken van een ketting, en er moest per sé een saffier aan hangen, want dat hoort bij mijn sterrenbeeld... en na een beetje gedoe heb ik er toch eentje. Lang verhaal.” Ze pakte een klein doosje uit haar tas en liet de ketting die erin zat zien.
“Mooi” zei Tony, “ik vind hem misschien leuk staan bij je bril.”
Brianne grinnikte, deed het doosje weer dicht en stopte deze terug in haar tas, voordat ze haar bril op haar neus verstelde.
We wachtten met zijn vieren op het bankje en kletsten nog wat bij, tot 2 uur, toen kregen wij en de rest van de leerlingen iets lekkers van de leraren. De drie collegae liet ons ijsjes van maximaal twee bolletjes uitkiezen op hun kosten. Ik had sinaasappel en mint, en die waren best wel lekker bij elkaar. Ik had zelfs een foto genomen van het ijsje, hij was zo mooi bereid.
Toen we ongeveer een kwartier later allemaal alles op hadden, keerden we weer terug naar de camping, waar we vrije tijd kregen.

Om 6 uur was het laatste diner van dit kamp in de eetzaal, aangezien we morgen rond half 4 alweer op de haven moeten zijn voor de terugreis. Wat vliegt die tijd, en te bedenken dat ik het al behoorlijk naar mijn zin heb op dit moment!
Vandaag aten we friet met snacks en ingemaakte groenten (denk hierbij bijvoorbeeld aan augurken) naar keuze, en dat was wel geslaagd voor een laatste diner op de camping voor het vertrek van de volgende dag.
“Wat mogen we zometeen eigenlijk doen?” vroeg Jeff. “Er is niet iets als een film gepland voor vanavond...”
“Mevrouw Baker zei volgens mij dat we straks weer vrije tijd hebben” zei Tony, “dus dan mogen we naar de kantine om bij te kletsen, of het waterpark waar straks alle fonteinen licht geven, of de stille disco, en desnoods gewoon je eigen bed in de bungalow.”
“Gaaf” zei Brianne, “dan ga ik straks Gerald, Viola en Zos weer vragen of ze met me mee gaan naar het waterpark. En dan hoop ik ook dat daar net zulke muziek als in de disco zal spelen, maar natuurlijk niet te hard.”
“Ik zou straks naar de disco willen” zei ik, “maar die is pas om 8 uur open, dus tot die tijd is het misschien beter om te wachten in de kantine.” Ik stak een hele augurk in mijn mond en at deze op.
“Dan wil ik met je mee, Marcie” zei Mark. “Maar wat is een stille disco nou eigenlijk? Weet één van jullie dat? Het klinkt zo ironisch, net zoiets als een oxymoron... dat je dan wel danst, maar er is alleen maar licht, en geen muziek.”
Onze hele tafel barstte bij deze opmerking in lachen uit.
“Nee, Mark” gierde Dave, “een stille disco wil zeggen dat je een hoofdtelefoon op krijgt waar je de muziek door hoort. Ik denk dat dit is geregeld omwille van de andere gasten op deze camping, om geluidsoverlast te voorkomen, snap je?”
Mark knikte.
“Op de camping in Abberdaal hebben ze dat ook” zei ik, “en dat wist ik pas veel later, omdat ik destijds wel over een disco daar had gelezen, maar er stond niet bij dat het een stille disco was, dus ik snapte eerst niet waarom het elke avond zo stil was. Ik dacht eerst zo van: draaien ze er rustige jazz of zo? Nee, alles bleek minder waar toen ik hem met mijn broertje en drie nieuwe vrienden bezocht op de zevende dag. Het is wel leuk, kan ik jullie zeggen.”
“Dan zou ik wel met je mee willen” zei Jeff, “als je het zo zegt.”
“Het spijt me zeer” zei Brianne, “maar ik vertrek straks toch liever richting het waterpark.”
We aten rustig ons bord leeg, haalden hierna nog een schaaltje ijs voor achteraf, en toen we allemaal uitgegeten waren, gingen we terug naar de bungalow om ons voor te bereiden op straks.
“Ik heb het net nog even aan mevrouw Baker nagevraagd” zei Tony, die eerst zijn verzorgingsspullen, toiletspullen en joggingpak bij elkaar sprokkelde, “en we hebben straks echt weer vrije tijd. Er is niets gepland, en dat is dan wel fijn voor een laatste avond hier.”
“Dank je voor het zekere voor het onzekere te nemen” zei Brianne. “Als jullie me zoeken, ben ik straks niet in de badkamer, maar nog even hier, en dan naar het waterpark met Zos, Gerald en Viola. Ik ga pas douchen als we terugkomen.” Ze pakte haar zwemtas, klom van haar bed af en verliet de kamer.
Ik had ook alles wat ik nodig had bij elkaar gesprokkeld, en liep ermee naar een ruime badkamer. Ik legde daar alles klaar, kleedde mezelf volledig uit, lapte goed mijn streek schoon met meerdere lotiondoekjes, en ging onder de douche staan, van welke ik de radio en lichteffecten aanzette. Omdat het de laatste avond op de camping was, en ik het wel verdiend had na zo hard gewerkt en veel beleefd te hebben.
Ik waste mezelf en mijn haar goed, en als er een leuk liedje op de radio was, zong ik er luidkeels bij mee. De commerciële radio had momenteel zoveel leuks, dat het wat langer duurde voordat ik de radio zelf uit had, zelfs na het douchen.
Na 7 minuten gedoucht te hebben zette ik de douche en de lichteffecten uit, droogde ik mezelf goed af, deed een schone luier en mijn comfortabele kleding aan, borstelde ik mijn haar en deed het in twee staartjes. Pas toen het leuke liedje op de radio voorbij was, zette ik deze uit, pakte mijn spullen weer en verliet de badkamer, om mijn spullen op de slaapkamer te parkeren voordat ik met Jeff en Tony, die ook net hadden gedoucht, naar de kantine vertrok. Het was momenteel bijna 7 uur, dus we hadden nog alle tijd.
“Lekker gedoucht?” vroeg Jeff. “Ik kon je in de badkamer ernaast helemaal horen. Jij had mazzel met zo'n zingende douche en gave commerciële radio.”
“Ik had ook lichteffecten, om je niet al te jaloers te maken” grinnikte ik. “Het was net alsof ik in een compacte disco was gestapt. Behalve dat er dan geen rock draait qua muziek, maar meestal techno en EDM.”
Jeff lachte, en gaf me een vriendelijk klapje op de schouder. Hierna vertrokken wij met Tony en Mark naar de kantine, waar we zolang wachtten tot de disco open was, onder genot van praatjes en de publieke radio op de achtergrond.
“Zal het er in de disco minstens net zo trippy uit zien?” vroeg Mark, “als hier in de kantine? Zou gaaf zijn, als er dan ook blauwe lichten waren, dan gaf alles er ook licht bij.”
“Ik had foto's van de disco op de site gezien” zei Tony, “en aan alle muurschilderingen te zien, ziet het er wel zo naar uit. Maar of er blauw licht is, dat zullen we dan wel weer zien.”
Ik luisterde maar half, omdat ik ook op de radio lette, met hun interessante roddels. Totdat ze er ook echt liedjes uitzonden.
“Straks hoor je Feels Like We Only Go Backwards” zei de presentator op de radio, “maar nu eerst Miracles.”
“Zeg, is dat niet diegene die je me laatst had gestuurd?” vroeg Jeff, “die straks op de radio zal komen?”
“Klopt” zei ik. “Zullen we het lekker luid meezingen, alsof we een stelletje dronken sukkels of zo zijn?”
“Ja, dat lied is inderdaad leuk” zei Tony, “dus zullen we?”
Ik knikte. “Maar dan moeten we nu ook wat fracties uit Miracles meezingen, oké? Terwijl we dat doen, gaat de wachttijd misschien ook wat sneller voorbij.”
“Je hebt zo'n gelijk” zei Mark, “dan kunnen we ons misschien ook wat voorbereiden op de disco voor straks. Weet je wel, beetje meezingen, lui dansen aan de bar...”
Tony, Jeff, Mark en ik zongen met de radio mee. We zongen niet zo hard, tot het volgende lied kwam, welke we meezongen als het stelletje eerder genoemde 'dronken sukkels', sinds psychedelische rock daar perfect voor was.
“Gaat het wel goed met jullie?” vroeg Amaryllis, die net klaar was met de kaarten schudden voor het tweede potje eenentwintigen met een paar anderen.
“We zijn dronken!” grapte Tony, die naar haar knipoogde en hierna ongestoord verder zong met ons.
Toen het lied afgelopen was en er instrumentale muziek voor in de plaats kwam, wachtte ik bewust tot Amaryllis, Louie, Keira en Dave klaar waren met hun spelletje.
“Zullen we met hen meedoen?” vroeg ik. “Ik zou best een potje willen pesten tot acht uur.”
“Prima idee” zei Mark, en we stonden met zijn vieren op van de bar, liepen naar de sofa toe, gingen zitten en keken Amaryllis lief aan. “Amaryllis, zullen we met zijn achten een potje pesten? Pretty please?
“Oké” zei Amaryllis. “Dit gaat leuk worden, met zijn achten.” Ze grinnikte erbij.
“Gezellig ook” zei Louie.
Amaryllis schudde de kaarten en verdeelde ze over ons.
We hadden het absoluut gezellig tijdens het spelen, en zo nu en dan werd er ook nog wel eens een leuk grapje gemaakt.
We speelden behoorlijk wat potjes tot ongeveer 5 voor 8, toen legde Amaryllis de kaarten terug in de kast met spelletjes en liepen we met zijn achten naar het gebouw van de stille disco.
“Hebben we er allemaal al zin in?” vroeg ik enthousiast.
“Jazeker!” riepen Jeff, Tony, Mark, Dave, Louie, Amaryllis en Keira.
Op hetzelfde moment ontgrendelde één van de werknemers de deur alvast omwille van ons.
“En wanneer gaan we beginnen?” vroeg ik.
“Nu meteen!” riepen de zeven leerlingen.
De werknemer verwelkomde ons, legde ons het één en ander uit, en gaf ons de hoofdtelefoons, die we direct op mochten zetten.
“Er is geen muziek...” zei Keira een beetje verbaasd.
“Kijk eens naar het podium” zei de werknemer, die op dezelfde plek wees.
De muziekspeler kwam eraan, logde in op zijn computer en sloot het één en ander eerst aan. Niet lang hierna ging al het gave licht aan, en begon het eerste nummer zich af te spelen.
“Nu horen we het wel!” zei Mark enthousiast, terwijl hij zijn duim omhoog stak naar de werknemer. “Laten we een uur lang losgaan!”
Met zijn achten genoten we door en door in de disco. Zo nu en dan kwamen er ook nog anderen bij, maar dit waren vooral andere mensen die op de camping verbleven, en ze waren ongeveer twaalf tot twintig jaar, als ik hun leeftijd eerlijk mocht schatten.
De muziek die we hoorden was vaak wel bekend, maar soms kwam er ook unieke techno of EDM langs, die we nog niet kenden, waarschijnlijk omdat het buiten de Inkwell-eilanden dan geen hit was of zo.
Zoals Tony al had gezegd, en ik zelf ook op de site van de camping had gezien, waren de muren inderdaad beschilderd met neonkleuren, en brandde er blauw licht, zodat het net leek alsof ze licht gaven.
We hadden gefeest tot kwart over 9, toen waren we niet alleen maar moe, maar zaten we allemaal ook nog eens vol versnaperingen zoals chips, andere zoutjes, snoep, koekjes, cola, Fanta, Slurm en limonade.
Na het tandenpoetsen wensten we elkaar eerst een goedenacht voordat we op onze eigen kamers ons in orde maakten voor het slapen en in onze bedden kropen.
Jeff had het algemene licht nog niet uitgedaan of Brianne kwam nog even als laatste binnen, gewassen en wel.
“Ik ben kapot!” riep ze, terwijl ze de deur sloot en direct in haar bed klom. “Wat een avond was dat. Hoe ging het, vragen jullie je af? Beetje te goed, kan ik zeggen.”
“Met ons ging het minstens net zo” zei Tony. “Nu zitten we dus vol snacks en drinken, en liggend uitbuiken wordt lastig.”
“Zullen we alle verhalen tot morgenochtend besparen?” bood ik aan. “Als we nog tot 's avonds laat door praten, krijgen we straks een preek van hier tot aan Koppai en wallen tot aan de knieën bij het wakker worden.” Ik zocht mijn nachtlichtje, deed deze aan, en pakte tenslotte mijn speentje, welke ik in mijn mond stopte.
“Prima idee” zei Jeff. “Ten minste, als we het ons morgen dan nog net zo helder herinneren...” Tony, Brianne en ik lachten hem zogenaamd uit. “Hey, het is niet alsof we echt dronken zijn, hoor, 't is maar een grapje.”
“Snap ik toch” zei Brianne. “Maar slaap kan ook invloed hebben, hè, 't hoeft niet per sé alcohol te zijn. In ieder geval zeg ik bij deze niets bijzonders meer. Slaap lekker.”
Tony, Jeff en ik zeiden ook nog goedenacht, en niet veel later lagen we direct als blokken te slapen.

*hij ziet er precies <a href="https://pm1.narvii.com/6616/69be1f0d8e48efcd925b4819d2c29e30293cfde7_hq.jpg">zo</a> uit!
 

Little Endy

Sayori the shy Enderman :3 (he/they)
7. Van extreme snelheid naar slakkentempo (Dag 4 op de camping en terugreis deel 1)
Ik werd om half 8 wakker, en besloot mezelf maar direct voor te bereiden op vandaag. Ik deed mijn nachtlichtje uit, stond op, pakte mijn kleding, toiletspullen en katoenen tas, ging naar een badkamer, verschoonde mezelf goed (mijn luier was 's nachts flink nat en vuil geworden na het vele all-you-can-eat eten en drinken van gisteravond), kleedde me aan en deed mijn haar. Hierna zat ik weer terug op mijn bed, met een fractie van mijn spullen terug in mijn koffer gepakt, maar met mijn grote pluchen klok nog op schoot en mijn speentje nog in mijn mond gezien ik nog niet helemaal wakker was op dit moment.
“Goedemorgen” zei Brianne, “weet jij hoe laat het op dit moment is?”
“Iets over half 8” zei ik, “en ik kon niet meer slapen, dus heb ik mezelf alvast voorbereid.”
“Dan zal ik dat ook maar doen” zei Brianne, die wat spullen bij elkaar sprokkelde en ook naar een badkamer liep.
Op hetzelfde moment werd Jeff ook wakker, en hij keek eerst wat geschrokken naar Brianne's bed.
“Waar is Brianne?” vroeg hij, half slapend.
“Zich aan het voorbereiden” zei ik. “Ze volgde mijn voorbeeld ineens op.” Ik leunde met mijn hoofd op de grote pluchen klok die op mijn schoot zat. “Behalve dan dat ze niet zoals ik alvast een fractie van de spullen in haar tas heeft gestopt. Waar laten we die koffers straks eigenlijk als we in het pretpark zijn?”
“Goeie vraag” zei Jeff, “dat is ons inderdaad niet verteld, hè? Ik hoop dat we hier niet terug hoeven te komen voor het vertrek naar de haven alleen maar omwille van de koffers en tassen, dus dat we ze alvast mee mogen nemen.” Hij ging rechtop zitten, rekte zich uit, wreef zijn ogen uit, deed zijn bril op en pakte zijn kleding. “Ik ga me in ieder geval ook maar even voorbereiden.” Hij klom uit bed en ging de kamer uit, precies op het moment dat Brianne voorbereid en wel binnenkwam.
“Oh, je hebt ook alvast een deel van je koffer ingepakt!” zei ze verrast, “dan volg ik dat voorbeeld ook maar op.”
Tony, van wie we nog lang niets hadden gehoord, stapte nu ook zijn bed uit, met zijn kleding, verzorgings- en toiletspullen bij zich.
“Is het al rond half 9?” vroeg hij voor de zekerheid nog na.
“Nee, iets over half 8” zei ik.
Tony glimlachte van achter zijn speentje en liep naar een badkamer.
Niet veel later was iedereen voorbereid en wel, en hadden we onze bedden afgehaald en koffers en tassen goed ingepakt. Alles goed gecheckt en gecontroleerd, en het was allemaal gewoon in orde, niets was weg of missend, dus dat was wel fijn.
“Dus hoe ging het gisteravond, Brianne?” vroeg ik.
“Het was fantastisch” zei Brianne, “met Gerald, Zos en Viola op het waterpark. De fonteinen, glijbanen en waterstralen gaven licht, en het leek erg op een luxe hotel in een romantische film of zo. Er was rock en/of roll muziek, en heel gezellig ook met de andere verblijvers van de camping. We kenden elkaar amper of we hadden al nummers uitgewisseld, en dat is zo gaaf, dat ik nu meer internationale vrienden heb dan alleen jij, Marcie.”
“Leuk” zei ik. “Was het water op dat moment wel verwarmd, of nog steeds zo koud?”
“Gelukkig wel” lachte Brianne. “Als ze het koud hadden gelaten, had ik ze waarschijnlijk aangeklaagd. Maar toen ik alsnog uit het zwembad ging, voordat ik mijn handdoek om mijn schouders deed, had ik verschrikkelijk veel kippenvel, alsof ik van de sauna in een koud bad of zo stapte!” Ze kneep haar neus dicht om haar lachen in te houden. “En hoe was jullie avond gisteren?”
“Ook gaaf” zei Tony. “We hoorden zowel bekende als onbekende muziek, en de muren leken erg op die van de kantine, maar ze gaven ook nog eens licht gezien er ook blauwe lichten waren! Serieus de beste disco die ik ooit heb bezocht!” Hij stak twee duimen op. “Marcie, dit is wel de eerste en tot nu toe enige stille disco waar ik ooit ben geweest. Kun je diegene in Abberdaal ook aanraden?”
Ik knikte. “Ik kan je ook zeggen dat daar een stroboscoop is, en die hadden we gisteren helaas niet, maar dat maakte het er niet minder saai op. Het leukste was het aan de bar lui dansen, en het schransen van oneindig veel koeken en chips. Uiteindelijk kwamen we als een stelletje dikke zuiplappen terug in de bungalow, zo uitgeteld waren we en zo vol zaten we.”
“Klopt” zei Jeff, “er was gewoon een soort all-you-can-eat faciliteit aan de bar, en met weinig keuze, dat we niet zo na hoefden te denken. Ik genoot vooral van het snoep en de Fanta, en ik kreeg er op gegeven moment zelfs een sugar rush van, die mij gewoon forceerde om eens even flink los te gaan op de dansvloer. Maar dat was het wel waard.”
“Ach, beter dat dan extreem dronken zijn, hè?” grinnikte Brianne.
“We zouden eerst met zijn vieren naar de disco gaan” zei ik, “dus zeg maar ik, Jeff, Tony en Mark, totdat we al wachtend en zingend in de kantine een potje pesten mee speelden met Keira, Louie, Amaryllis en Dave, en toen waren we ineens met zijn achten wezen dansen. Dat was heel gezellig geworden, moet ik zeggen.” Ik lachte zelfs nog even om Jeff die vertelde over zijn sugar rush, want ik was daar letterlijk bij en het zag er zo komisch uit. Louie had het zelfs op film gezet en naar mij doorgestuurd. “Tony en Brianne, willen jullie zien hoe Jeff gisteren precies was?” Ik zette mijn telefoon aan, nam alle tijd tot hij echt opgestart was, en liet hen het filmpje zien.
“Oh, mag ik het ook zien?” vroeg Jeff. “Soms is het toch wel grappig om mezelf zo op video terug te zien.”
Zo gezegd, zo gedaan, en we hadden er eens goed om gelachen.
We hadden nog veel gepraat tot half 9, toen gingen we met alle andere leerlingen naar de eetzaal, en genoten we van verse baguette uit de oven. Wat een luxe voor een laatste dag.
Na het eten poetste iedereen nog hun tanden in de bungalow voordat de toiletspullen opnieuw in de koffer of tas mochten, en we mochten onze jassen, koffers en tassen meenemen.
“We zullen na het vertrek niet meer hier terugkomen” kondigde meneer Sanchez aan, “en als we eenmaal op het pretpark zijn, laten we de koffers en tassen in een aparte ruimte achter, tot we daar weer langs komen aan het einde van het bezoek, dan halen we ze weer op om ermee naar de boot te gaan.”
Na nog meer uitleg, en vooral over wat er vandaag zoal in het pretpark wel en niet mocht en zo, vertrokken we te voet van de camping weg.
Sayounara, camping Moldenhauer” fluisterde ik, terwijl ik met mijn handje naar het bord zwaaide toen we allemaal van de camping af waren. “Ik hoop zo snel mogelijk weer eens een verblijf bij je te hebben.”

We waren om 10 uur in het pretpark aangekomen, en hadden onze koffers en tassen in de aangewezen ruimte neergelegd.
“Oké, en nog één ding dat jullie moeten weten” zei mevrouw Baker, voordat we allemaal ons uit mochten leven. “Je kamergenoten zijn ook je groepsgenoten, en jullie mogen alleen opsplitsen onder jullie eigen afspraak, gesnopen?”
“Ja, mevrouw Baker” zeiden ik en alle leerlingen in een eentonige koor, en hierna trok ik dus op met Jeff, Tony en Brianne, als hetzelfde groepje van vier.
“Dus waar zullen we eerst in gaan?” vroeg Tony.
“De zweefmolen!” zei Brianne enthousiast. “Ik zou best eens willen weten hoe hoog hij zal gaan...!”
We hoefden voor de zweefmolen niet lang in de rij te staan, gezien deze net pas was geopend, in tegenstelling tot de vele andere attracties. Er waren zelfs veel stoelen over, zo weinig mensen wilden er op dit moment in.
“Zonde van al die vele lege plekken” zei Tony, die vlak bij me zat. “Ik hoop dat de volgende attractie dat minder heeft.”
Ik pakte mijn telefoon erbij en stopte deze veilig in een opening van mijn jas terwijl hij een fractie van de rit in de zweefmolen mocht filmen. Na een rit van ongeveer 10 minuten gingen we met zijn vieren naar de volgende attractie toe.
Jeff, Tony, Brianne en ik stonden in de rij voor de boomstamattractie. De rij was, in tegenstelling tot de vorige, te lang voor ons, en we hadden nauwelijks iets te doen in de tussentijd.
Jeff en Brianne begonnen een gesprek over hun ervaringen met andere attracties, veelal die waar we nog niet in waren geweest. Tony en ik hadden daarentegen niets om over te praten.
“Mijn ongeduld laat me hier letterlijk stikken” zuchtte ik. “We zullen maar iets zinvols moeten doen.”
“Zullen we heel hard iets zingen?” bood Tony aan. “Weet je wel, zoals we dat gisteren in de kantine ook deden?”
Ik giechelde, en dacht aan een liedje. Ik stak drie vingers op, telde hiermee af, en toen er alleen nog maar vuist over was, begonnen Tony en ik tegelijkertijd te zingen, behalve dat we dan twee verschillende liedjes zongen in plaats van allebei hetzelfde. We zongen eerst twee titelliedjes, en op het moment dat we liedjes van de radio zongen, mochten we eindelijk de attractie in.
“Eindelijk!” zei Jeff. “Maar echt, ik wou dat ik met jullie gezang van daarnet wel even mee kon doen.”
“Volgende keer dat we zingen” zei ik, “mogen jij en Brianne ook meedoen. Ik knipoogde naar Jeff. “Toch, Tony?”
Tony knikte en glimlachte, terwijl we met zijn vieren in de op hetzelfde moment stilstaande boomstam gingen.
Met volle vaart gingen we naar beneden, en er waren een paar druppels water op ons terecht gekomen, maar dat hinderde niet zo gezien het maar water was.
Hierna gingen we ook met zijn vieren in onder andere de draaimolen, het reuzenrad (om onze hoogtevrees proberen te overwinnen, gepaard met veel nerveus gelach), de achtbanen en de vrije val.
Om 5 voor 12 namen we met zijn vieren een verschoon- annex wc-pauze, en niet veel later zaten we met de leraren en alle andere leerlingen aan de lunchtafel, waar we broodjes hotdog kregen met wat fris en achteraf wat snoep, we konden kiezen uit een lolly of een kleine suikerspin.
“Hoe vinden jullie alles tot nu toe?” vroeg Mark, die tegenover ons zat.
“Vet gaaf” zei Jeff. “Ik heb veel minder angst voor al die hoogtes en snelheden, gezien Brianne en Marcie hier letterlijk in bijna alle spannende attracties willen...”
“Klopt volledig” zei Brianne, “maar het spookhuis slaan we over, toch?”
“Nee, die is zo gaaf, joh!” zei Zos met haar mond vol, “daar waren wij net in geweest, en het valt allemaal hartstikke mee!” Ze dacht even na. “Maar ja, het is verder allemaal aan jullie, hè, waar jullie in willen en waar niet.”
“Helemaal mee eens, Zossie” zei ik, en ik knipoogde naar Zos, die ironisch genoeg hier wel om glimlachte, en de vorige keer redelijk tegen Brianne tekeer ging toen ze dezelfde koosnaam gaf.
“Zeg, ik heb een ideetje” zei Tony. “Waarom gaan we straks niet met zijn achten als een groepje optrekken? Dan wordt het in de wachtrijen ook een stuk gezelliger, en voelen we ons minder eenzaam en zo.”
“Hoezo gezelliger?” vroeg Viola.
“Omdat ik en Tony liedjes zongen toen ons geduld bijna op was” zei ik, “en toen waren we in an instant weer prima in ons vel.”
Mark, Zos, Louie en Viola moesten even lachen, en na de lunch namen we ons besluit ook: met zijn achten optrekken, en het mocht van de leraren ook gewoon.
We waren eerst maar in wat rustigere attracties, zoals de grote glijbaan, gegaan aangezien we net hadden gegeten en geen van ons direct zou willen vomeren. Het reuzenrad sloegen we over omwille van Mark die anders misselijk zou worden van de extreme hoogte, en het spookhuis was zijn groepje al in geweest en wilde de mijne niet in, dus die sloegen we ook maar over.
Om kwart voor 1 keken we met zijn achten naar een korte maar grappige show, waar vooral het publiek betrokken werd bij de grappen die uit werden gehaald, en dat was wel grappig, want toen Viola werd gevraagd om aan wat slagroom te ruiken, werd ze er vol met haar gezicht in geduwd, en toen had ik weer inspiratie voor een grapje dat ik tijdens een verjaardag of zo uit kon halen, anders dan bijvoorbeeld playbacken tijdens het zingen als mijn keel zelfs al lichtelijk zeer deed.
We hadden met zijn achtste de grootste lol, en gingen voor een tweede keer in de boomstamattractie, achtbanen, zweefmolen en vrije val, en zelfs twee keer in de octopus, want daar waren we nog niet in geweest. Tenslotte gingen we ook nog onder andere blikken schieten en eendjes vissen, wat normaal gesproken alleen op een kermis is, maar dat maakte niet dat we bijna allemaal niets voor elkaar wonnen. Ik had Tony een knuffel beloofd, dus die kreeg hij ook toen hij zelf won bij blikken schieten, namelijk een grote groene kikker met klittenband aan zijn pootjes, dat je deze bijvoorbeeld om je nek kon hangen, of een trapeze, om even wat gekke voorbeelden te noemen. Verder won Zos bij hetzelfde spel een grote pluchen eenhoorn, Mark een identieke sjaal bij het ballen in het blik werpen en Brianne een reusachtige pluchen eend bij het eendjes vissen. (Ja, hè hè...) De rest, inclusief ik, kreeg allemaal een badge, die bijvoorbeeld aan een jack of tas kan worden bevestigd, als troostprijs.
Om 3 uur was de pret voorbij, want toen moesten we allemaal onze bagage weer pakken omdat onze boot over een half uur vertrok. Gelukkig was de haven dichtbij, dus we hoefden ons niet te haasten.

De boot was om half 4 vertrokken nadat we er een kwartier van tevoren in waren gestapt, en we deden het voor de verandering eens nog rustiger aan dan op de heenreis.
Op de boot zag alles er, in tegenstelling tot de heenreis, ook minder goedkoop en shabby uit, want de muren waren op zijn allerbest beschilderd, en je had er niet zo het gevoel dat je op een oud vrachtschip of zo zat.
De indelingen van de slaapkamers waren weer hetzelfde, alleen hadden we voor de verandering wel allemaal een badkamer eraan zitten, dat we niet met alle gène van de wereld door de hal hoefden te lopen om naar de douche te komen. Ten minste, als je mij, Tony of Brianne bent, want wij zijn tot nu toe de enige drie die luiers dragen, zo ver ik weet.
Ik lag moe en uitgeteld op het bed, met mijn schoenen uit, al mijn knuffels bij me, mijn speentje in mijn mond en werkend op mijn telefoon. Ik stuurde foto's van de beste momenten van het kamp naar mijn vrienden en surrogaatfamilie, via de wifi die ze gelukkig weer op de boot hadden.
“Ik zal jullie overigens ook wat foto's sturen waar jullie ook op staan” zei ik, “alhoewel, Brianne, ik heb jouw nummer nog niet. Kun jij hem aan mij geven zodat ik je een berichtje ter bevestiging kan sturen?”
Ik opende mijn contacten en Brianne noemde haar nummer op, terwijl ik deze uittypte.
“Maar stuur ons niet de meest gênante foto's, oké?” zei Brianne plagerig.
“Nee, ik weet zeker dat ik die niet heb” zei ik, nu ook wat foto's naar haar, Jeff en Tony sturend.
Ik pakte zelfs wat van mijn spullen erbij dat ik gedurende het kamp had gekregen of gekocht, welke ik bij elkaar zette, fotografeerde en ook naar mijn meeste contacten stuurde, en zelfs in mijn app-status zette.
“Wauw, een marionet!” zei Jeff, die mijn marionet zag zitten. “Waar heb je die gekocht?”
“De markt” zei ik, “daar hadden ze één kraampje met allerlei hebbedingetjes voor kinderen, maar deze vond ik toch echt te leuk om daar te laten staan...” Ik pakte het houten kruis met de touwen van de marionet en liet hem zo amateuristisch mogelijk bewegen. “Ik moet de besturing van dit gekke mannetje nog wel onder de knie krijgen.” Ik stopte de pop terug in mijn koffer, samen met de andere dingen die ik gedurende het kamp had gekregen of gekocht.
“Ik kan je wel zeggen dat ik nog verwender ben dan jij, Marcie” zei Brianne, “met mijn grote slang, en nog grotere eend en zo.” Ze lachte.
“En ik dan?” zei Tony. “Ik heb een kikker die waarschijnlijk de tweelingbroer is van mijn pyjama waarmee ik ook een kikker kan zijn!”
“Ach, ik vind het helemaal niet erg” zei ik, “ik wil niet eens zoveel verwend worden, want als ik veel krijg, ben ik er niet altijd gelukkig mee.” Ik pakte mijn laptop en startte deze op om wat mijnenveger te spelen.
Jeff pakte de zijne er ook bij, en speelde zelf een spelletje kaarten.
De tijd kroop weer eens voorbij, en ineens schoot me iets te binnen, over tijd gesproken.
“Onze klokken moeten weer worden verzet” zei ik, “nu één uurtje naar voren, en morgen nog een.” Ik verstelde mijn horloge en telefoon direct.
“Ach, wat goed dat je daaraan denkt” zei Tony, “daar had ik niet eens bij stilgestaan, dank je.”
Niet veel later waren alle klokken verzet. Maar er was nog iets dat ik me afvroeg.
“Ik moet morgen met het vliegtuig weer terug” zei ik, “maar ik weet niet of één van de leraren al het retourticket voor mij heeft geregeld. Sterker nog, volgens mij vraag ik dat nu zo'n 5 dagen te laat. In ieder geval ben ik zo terug, en vraag ik jullie vriendelijk om van mijn spullen af te blijven.” Ik klapte de laptop dicht, deed mijn speentje uit en onder mijn kussen, stond op van mijn bed en ging de kamer uit, op zoek naar de leraren, die gewoon in de algemene hal op een bank zaten.
“Dag, Marcie” zei mevrouw Baker, “ik zie dat iets je dwarszit, kun je het mij vertellen?”
“Wel” zei ik, “ik moet morgen met het vliegtuig terug naar huis, en ik was benieuwd of één van jullie het retourticket voor me had geregeld, want dat hadden we destijds afgesproken.” Ik zuchtte van opluchting het eindelijk te hebben verteld, het zat me inderdaad redelijk dwars.
“Die had ik eergisteren geregeld” zei meneer Parker, “op verzoek van mevrouw Baker, en die zal je morgen gewoon terug naar het vliegveld brengen en jou het ticket geven zodat je veilig en zorgeloos naar huis kunt.”
“Morgen een uur na de aankomst terug in Winters kan ik je terug naar het vliegveld rijden” zei mevrouw Baker. “Het ticket zit in mijn voorvakje, dat ik er echt aan zal denken.”
“Oké, helemaal prima” zei ik, “en hartelijk bedankt.” Ik ging terug naar mijn aangewezen kamer en ging terug op mijn bed zitten. “Mevrouw Baker heeft het ticket en zal het me morgen geven als ik terug op het vliegveld ben.”
“Mooi” zei Jeff, “dan hoef je je in ieder geval nergens zorgen meer om te maken.”
Ik ging languit op mijn bed liggen en met zijn vieren praatten we over het één en ander, wat ook wel eens grappig resultaat opleverde. Zo vertelde ik eens dat een begrafenis saaier was dan een bruiloft, en toen kwam Tony erbij dat bruiloften feitelijk net begrafenissen* waren, maar dan met taart. Misschien dat de taart het dan minder saai maakte en een stuk vrolijker? Wist ik veel.

De tijd kroop weer voorbij, en voor we het wisten was het alweer 6 uur. We hadden allemaal romige champignonsoep voor diner, en die smaakte aanzienlijk lekkerder dan die slappe hap die we op de heenweg kregen. Zelfs de zachte broodjes die we erbij kregen schenen nog vers gebakken te zijn ook. Dit was weer het perfecte diner, simpel maar toch zo fantastisch.
Een half uur later sprokkelde ik alvast wat spullen klaar voor straks in de badkamer, terwijl Brianne als eerste onder de douche stond.
Ik telde zelfs de luiers in mijn koffer die nog over waren. Gelukkig, ik had er nog ruim voldoende, en met het pak dat op dit moment open was had ik niet zo heel lang gedaan, leek het wel, er was namelijk nog een kwart over. Voor mijn part kon degene die nog gesloten was straks voor in de kast staan, om als volgende gebruikt te worden thuis.
“Nog genoeg voor morgen ook?” vroeg Tony voor de zekerheid na.”
“Ja” zei ik, “en jij?”
Tony keek ook in zijn koffer, en stak zijn duim omhoog, betekenend dat hij ook nog voldoende luiers had om de rest van de terugreis mee door te komen.
Op het moment dat ik de douche in de badkamer uit hoorde gaan, voelde ik mijn onderbuik tekeer gaan, en niet veel later defeceerde ik volautomatisch. Nu was het een kwestie van wachten tot Brianne afgedroogd, aangekleed en wel de badkamer uit kwam straks, want ik moest er nu echt bijna bij.
Gelukkig was dit niet veel later ook zo, toen kwam Brianne de badkamer uit, met een handdoek om haar haren heen, en ik stond gelijk van het bed op met mijn spullen om als volgende de badkamer te claimen.
“Neem gerust je tijd” zei Brianne, “er is nu geen haast gezien het onze eigen badkamer is!”
Ik stak mijn duim op, sloot de badkamerdeur, vergrendelde deze en legde mijn spullen binnen handbereik neer. Ik deed al mijn kleren en mijn luier uit, ging op de wc zitten, en gooide er hetgeen dat nog niet uit mijn systeem was eruit, terwijl ik de luier goed dichtdeed en in de vuilnisbak in de muur deponeerde. Tenslotte veegde ik mijn hele streek schoon, spoelde de wc door en ging in de douchecel staan, waar ik de douche en de lichteffecten aanzette.
Wat voelde dat toch fijn, even douchen na zo'n lange drukke dag, en wat verheugde ik me erop om morgen weer in bad gestopt te worden als ik terug thuis kom.
Na 10 minuten eens goed gedoucht te hebben ging alles uit, droogde ik me goed af, deed een schone luier en mijn slaapkleding aan, borstelde mijn haar en deed het in twee vlechten, poetste ik mijn tanden en pakte tenslotte al mijn spullen weer voordat ik de deur ontgrendelde en de volgende de badkamer in liet.
“Staat er niets gepland voor straks?” vroeg ik.
“Nee” zei Jeff, “we hebben gewoon vrije tijd. Morgen op school krijgen we het weer druk, want dan moeten we 's middags laat ons voorbereiden op het terug naar onze ouderlijke huizen gaan, en dan is aanstaande maandag de diploma-uitreiking, en dan is als het goed is de hele verhuizing al klaar.”
“Ik hoop dat het ons tegen die tijd goed zal gaan” zei Tony, die niet veel later met zijn spullen de badkamer betrad.
“Ik hoop voor jullie allemaal dat het goed zal gaan” zei ik, “en dat het terug thuis ook weer fijn gezellig is.”
“Ja, ik ben zo blij!” zei Brianne, “om dan niet meer alleen maar in de vakanties terug naar huis te moeten, maar gewoon wat langer herenigd te zijn met iedereen! Hoezo wat langer? Wel, wie weet woon ik binnen de kortste keren wel voor het eerst op kamers of zo, toch?”
We kletsten met zijn drieën nog wat verder, en later met zijn vieren, totdat het echt voor ons de hoogste tijd was om te slapen.
Ik en Jeff zetten onze laptops uit, wij allevier zetten ook alle telefoons uit, het licht ging ook uit, en mijn nachtlichtje aan.
Maar toen we eens helemaal in orde waren om in slaap te proberen te komen, lukte het niet. We hadden hierna zelfs van alles geprobeerd om nog moeier te worden: een kussengevecht, het zingen van rustige liedjes naar elkaar, zelfs een minishow met Jeff's handpop en mijn marionet en allemaal flauwe grappen, wat eigenlijk niet de bedoeling was, want van dat lachen bleven we allevier juist langer wakker.
Uiteindelijk besloten we maar gewoon in ons bed te blijven en een beetje bij te kletsen over het hele kamp.
“Ik denk dat we allemaal wel blij waren met de keuze van de bestemming” zei Brianne, “gezien er ook aanzienlijk meer te doen was volgens de website dan op alle andere campings. Het is voor ons allemaal wel voor herhaling vatbaar, denk ik, ook al ben jij, Marcie, er al eens eerder heen geweest, maar wat maakt het uit?”
“Niet zo heel veel” zei ik, “de bekende eilanders zullen me de volgende keer gewoon alweer herkennen, en me uiteindelijk beschouwen als één van die 'gewoonlijke' toeristen als ik vaak genoeg naar de Inkwell-eilanden op vakantie zal gaan.”
“Zo mogen we het horen” zei Jeff. “Wel, ik voel de slaap nu wel komen, dus ik zeg goedenacht aan jullie allemaal.”
Hier en daar wenste iedereen elkaar ook een goedenacht heen en terug, en om ongeveer kwart voor 10 lagen we allevier te slapen.

*letterlijk gejat van dit gedichtje! “Roses are dead, love is fake, weddings are basically funerals with cake.” -Rick Sanchez
 

Little Endy

Sayori the shy Enderman :3 (he/they)
8. Oost west thuis best (terugreis deel 2)
Van de zenuwen om het feit dat ik vandaag weer terug thuis zou zijn was ik vroeg wakker. Het eerste dat ik deed was kijken op mijn horloge hoe laat het was. Ik zette bewust de tijd niet opnieuw vooruit gezien dat straks toch niet echt ergens meer voor nodig was, maar het was in ieder geval al bijna 7 uur, ten minste, als je woonachtig was in Winters, anders niet.
Ik sloop zachtjes mijn bed uit, liep naar de andere kant van de kamer en keek door de patrijspoort. Nee, er was nu geen land in zicht, maar er kwam wel een waterige zon uit het water op, betekenend dat het echt al ochtend aan het worden was.
Ik rilde. Wat was de vloer toch koud, dacht ik, en waarom had ik het nou bedacht om zonder sokken aan te gaan slapen. Ik ging snel weer terug mijn bed in en begon te visualiseren.
Tegelijkertijd vroeg ik me ook af hoe het met iedereen ging in de tussentijd. Ik weet dat Maxwell van dezelfde kostschool al een jaar geleden was afgestudeerd, waar zou hij nu zijn? Ik pakte mijn telefoon en stuurde hem een berichtje.
Hoi, heb je lang niet meer gesproken, ben momenteel op een boot omdat ik mee was met een afstudeerklaskamp van je oude school, en nu dus op de terugweg. Hoe gaat het met je, en wat doe je zoal op dit moment? :)
Mijn telefoon stond altijd op stil, dus ik zou straks niemand laten schrikken als ik straks bericht ontving. Over dat gesproken las ik ook veel positieve reacties op de foto's die ik gisteren naar de meeste contacten had gestuurd. Mijn surrogaatouders vonden het wel gaaf, dus er was besluit dat als we weer naar dezelfde camping zouden gaan met zijn vieren, dat we eens gaan eten in de eetzaal in plaats van zelf koken. Lucas wist niet eens dat er een eetzaal op de camping was, en vond het wel grappig, omdat je in eetzalen nou nooit van tevoren weet wat je precies gaat eten. Verder had ik mensen als Fuel en Peridot opnieuw jaloers gemaakt, en heeft Britta de camping op haar lijst van vakantie-goals gezet.
Ik deed hierna zachtjes mijn oortjes in, sloot ze aan op mijn telefoon, en luisterde naar klassieke pianomuziek, terwijl ik opnieuw begon te visualiseren. Over rustigere situaties deze keer, zoals dat ik in een bos was en dat de wind zachtjes door de blaadjes waaide. Of aan het strand, luisterend naar het geruis van de golven. In ieder geval waar ik even helemaal op mezelf was, en mijn centerpunt aan rust kon vinden.
Ondanks dat de muziek eigenlijk was om mezelf wakker te houden, viel ik toch weer in slaap, kort nadat ik de muziek had gepauzeerd.

Ik werd opnieuw wakker om half 10, en tot mijn grote verbazing lag iedereen nog steeds te slapen. Ik ging mijn bed maar weer uit, deed het nachtlichtje uit, liep naar de deur en zette deze op een kiertje waar ik even doorheen keek. Op de leraren na was het er verder uitgestorven, misschien lieten ze ons de leerlingen wel toe om even uit te slapen gezien we vandaag toch weer op een ander tijdstip aan zouden komen? Ach, ik liet het ze maar toe.
Ik sloot de deur weer en pakte mijn benodigde spullen, welke ik mee naar de badkamer nam. Ik vergrendelde de deur, verwisselde mijn luier, deed mijn kleding aan en borstelde mijn haar.
Pas toen ik de badkamer uit was en terug op mijn bed ging zitten, werden Tony en Jeff wakker. Ik keek achter me, en Brianne lag nog gewoon te slapen.
“Goedemorgen” fluisterde ik ze toe. “Het is uitgestorven in de hal, op de leraren na.”
“Misschien omdat we toch pas aan het begin van de middag aankomen” zei Jeff. “Ten minste, zo had meneer Sanchez dat gisteren aan mij verteld, dat we op een andere haven uit zouden stappen, die wat meer tussen de school en het vliegveld in zit. Omwille van ons allemaal in totaal, denk ik.”
“Maar ik ga toch mee terug rijden met mevrouw Baker?” zei ik, ietwat verbaasd. “Hoe in de naam van de Masked Man heeft ze haar auto dan geparkeerd, als ik vragen mag?”
“Bij de school” zei Jeff, “en nu ik er zelf over nadenk, snap ik er eigenlijk ook geen fluit van.” Hij stond op, pakte zijn kleding en liep naar de badkamer.
Ik deed mijn speentje uit en pakte alles behalve mijn toiletspullen en katoenen tas (die ik zometeen nog nodig had) terug in, keek opnieuw uit de patrijspoort en zag toch een klein beetje land in zicht, in de verte.
“Schat, we komen pas om iets van 12 uur aan” lachte Tony, “waar is je geduld?”
“Er niet” zei ik, “sowieso is dat mijn zwakte, of ben je dat vergeten?” Ik ging bij Tony op het bed zitten en kietelde hem onder zijn voeten.
Hij probeerde echt wel zijn lachen in te houden, maar dat mislukte uiteindelijk, waarop Brianne langzaam maar zeker ontwaakte. Op datzelfde moment stopte ik met het kietelen.
“Goedemorgen...” gaapte Brianne, die zich eens goed uitrekte. “Hoe laat is het nu?”
“Iets over half 10” zei ik, “maar in de hal was het verder uitgestorven, dus misschien laten de leraren ons wel uitslapen, juist omdat we pas 's middags aankomen.”
Jeff was klaar in de badkamer en ik liet Tony er heen gaan.
“Ik ben zelf nu wel benieuwd of het nog net zo uitgestorven is als dat jij zei, Marcie” zei Jeff, die door de deur de hal in keek. “Verhip, je hebt gelijk. Maar misschien dat er in de kamers al wat leven is. Ik ga eens even kijken... nou ja, luisteren dan, ook goed.” Hij liep de hal in, en ik ging terug op mijn eigen bed zitten, waar ik wat met mijn telefoon klooide.
Niet veel later was Tony ook klaar in de badkamer en mocht Brianne erin. Tony ging zelf ook bijna al zijn spullen terug inpakken, en ook wat op zijn telefoon doen.
“Wat gaat dat apart worden” zei hij, “voor een langere tijd terug thuis zijn. Ik hoop dan wel flink verwend te worden.” Hij keek me uiteindelijk met een stralende lach aan. “En wie weet kan ik misschien op een dag weer bij je te kunnen logeren, of met je ergens op een vakantie te kunnen gaan. Al is het logeren bij jou eigenlijk een stuk leuker.”
“Of ik organiseer op een dag eens een slaapfeest” suggereerde ik, “bij mij thuis, en dan mag iedereen met onze geheime gevoelens en verlangens komen, inclusief jij. Dat gaat leuk worden...! Dan mogen we bij de sofa een fort bouwen, een kussengevecht houden, tot laat opblijven terwijl we met chips en limonade naar een hele meeslepende film of serie kijken, noem maar op. In ieder geval wel alles geassocieerd met luiers, speentjes, flessen en dat soort dingen.”
Tony en ik gingen even van onze bedden af om elkaar een high-five te geven, en niet lang hierna kwam Jeff terug binnen.
“Er is ook leven op de andere kamers” bevestigde hij, “dus straks zal het weer bruisen, bij wijze van spreken.” Hij bekeek mij en Tony. “Wat is de reden dat jullie nu die brede grijns op jullie gezicht dragen?”
“Oh, niets bijzonders, hoor” zei Tony, “hooguit een slaapfeest dat Marcie had gesuggereerd, maar dan wel alleen voor mensen als haar en mij. Alhoewel, als jij ook eens op een dag bij haar wilt komen logeren, mag dat van mij.”
“Van mij ook” zei ik, “maar dan wel gewoon met zijn vijven, dus ik, mam, pap, Lucas en jij, dat je niet in al die drukte zit.”
Jeff glimlachte, en gaf ons ieder een vriendelijk klapje op de schouder.
“Maar met zijn tweeën kunnen we ook erg druk zijn” zei hij, “bijvoorbeeld als we spreken over dingen die we beiden erg leuk vinden, of een amusante film of serie kijken...” Hij ging op zijn bed zitten en pakte ook zijn telefoon.
Brianne kwam de badkamer uit en pakte ook maar het grootste deel van haar spullen in.
Om 10 uur was iedereen zo goed als wakker en voorbereid, en gingen we allemaal eten. Het was precies hetzelfde eten als op de heenreis, en het smaakte net zo lekker.
Na het eten poetsten we allemaal onze tanden, pakten de rest van de spullen in, en hadden we vrije tijd totdat we om 12 uur aankwamen.
Jassen en schoenen aan, kijken of alles in orde is, koffers en tassen mee, en uitstappen met die handel.
Ik had mijn dikkere jas terug aangetrokken, ik was de koude in Winters echt niet meer gewend na ongeveer een halve week in de warme zon van de Inkwell-eilanden te hebben gestaan. En ik was niet de enige...!
“Oh, wat zal ik toch blij zijn als ik terug binnen ben” zeiden een aantal leerlingen hier en daar.
We hadden een kwartier gelopen, en eens terug bij de school aangekomen kregen we bijna direct onze lunch. Warme aardappelpuree en wat spinazie. Ik moest lachen, want ik at dit vaak als mijn 'kleine' zelf.
“Ik voel me er niet echt 'klein' bij” zei Tony, “maar als jij het zo zegt, zal ik het denk ik ook maar eens proberen. Ten minste, als ik dan alleen thuis ben, om zorgen en een eventuele preek te voorkomen...”
Ik knipoogde naar Tony en at in alle rust verder.

Conclusie
Ik ben inmiddels veilig thuisgekomen, en deze keer door zowel Jasper als Nana geassisteerd tijdens de terugreis vanaf het vliegveld bij aankomst en naar de trein naar huis toe.
Ik heb thuis alles over het kamp in geur en kleur verteld aan Lucas en onze surrogaatouders, en veel interesse en amusement gekregen. Wie weet gaan we op een dag toch nog eens naar die camping toe, maar dan met de eetzaal in plaats van het zelf koken gepland, zoals we dat met elkaar hebben beloofd. Tot die tijd hebben we allemaal nog vele andere dingen gepland staan, inclusief een derde vakantie naar Abberdaal in half juli of zo, om te kijken hoe het met onze vrienden daar gaat... en met de zusjes van Brien en Perry, als die straks ook geboren zijn. Ik denk niet dat het nodig is te zeggen dat ik me er al helemaal op verheug, al is zo'n echte baby toch wel erg anders dan iemand als ik of Lucas, met zo'n 'kleine' zelf.
Ik ben zo moe van alle indrukken van de afgelopen dagen, dat ik er best van uit ga dat ik 's avonds gewoon vroeg mijn eigen vertrouwde bed in ga, en morgen alle tijd wil om alles te verwerken en eens echt uit te slapen.
Momenteel is het rond 5 uur 's middags, en bekijk ik alle foto's en video's die ik gedurende het kamp gemaakt heb nog eens goed. Wat had ik het leuk, maar wat heb ik het 'klein' zijn ook zo erg gemist. Ik kan niet wachten tot na het bad, want dan ben ik weer baby Marcie, en dan hoef ik niet zo veel lastige dingen te doen.
Tenslotte hoop ik dat je het fijn vond om dit verhaal gelezen te hebben, en er al of niet uiterst van hebt genoten. Misschien tot later, en als je op elk moment toevallig ook op reis gaat of al bent (gegaan)... een uiterst fijne reis toegewenst! :)
 

Peter1970

Superlid
Vlotte schrijfstijl, mooie zinnen. Leuk om te lezen. Je stopt heel veel informatie en details in je verhaal. Het verhaal krijgt meer spanning en balans als je af en toe wat gas terugneemt en 'rijke' en 'drukke' stukken afwisseld met 'arme' en 'rustige' stukken.
 
Bovenaan