Karin_1982
Beginneling
Brian’s treinreis: of hoe onze vriendschap begon
“Brian, ik waarschuw je. En nu stil.” Ik keek op van mijn boek en zag een vrouw met een jongen en een meisje in haar kielzog de coupe binnenstappen. Een flauwe glimlach verscheen op haar gezicht toen ze merkte, dat ik haar waarschuwende woorden richting de jongen had gehoord. De vrouw ging tegenover me zitten en ik schikte wat in. De jongen ging expres aan de overkant van het gangpad zitten en hij keek naar buiten. Het meisje ging naast mij zitten.
Even keek ik de drie medereizigers aan en verdiepte me toen weer in mijn boek. Als ik me niet vergiste was het moeder, zoon en dochter. De dochter schatte ik een jaar of achttien, de jongen misschien een jaartje jonger. In ieder geval een echte puber. Beetje slungelachtig, nonchalante haardracht met flink wat gel en een houding van “boeiend”. Boeiend werd het.
Een paar minuten later stopte de trein plotseling. Ik keek naar buiten. Ik wist voldoende. De trein stopte vaker op dit punt en ik had het vermoeden dat het nog wel even kon duren. De plotselinge stop maakte de jongen nerveus. “What the … “ het derde woord slikte hij snel in. Zijn moeder had hem al verwijtend aangekeken. “Dit moet echt niet te lang duren” zei de jongen. Zijn zus speelde wat met haar mobieltje en ze schaamde zich zichtbaar voor de opmerkingen van haar broer. Ik keek weer op van mijn boek. Ik merkte iets zenuwachtigs aan de jongen. Alsof hij. Natuurlijk. Dat was het. Zoonlief had hoge nood.
Ik dacht terug aan het moment dat ik was ingestapt. Op de toiletdeur was aangegeven dat het toilet defect was. Dat was voor een moeder met een jong kind aanleiding geweest snel uit te stappen en de coupe een aantal meters verderop te pakken. Maar het defecte toilet had de jongen naast me overvallen. Arme jongen, ik had best medelijden met hem. En het was best een schatje ook nog.
Een kwartier later was de trein misschien honderd meter verder gereden, waar hij nu alweer enkele minuten stilstond. De jongen had wanhopig uit het raam gekeken, maar kon niks zien. Ik besloot me ermee te bemoeien.
“Het kan best even duren. De trein staat hier vaker stil. Vorige week nog bijna een uur.” De jongen keek me verbijsterd aan. Als hij niet zo’n hoge nood had gehad, had hij ongetwijfeld een houding aangenomen van waar bemoei jij je mee, maar nu probeerde hij te glimlachen. “Ik moet vet nodig” biechtte hij op. “Dat merk ik” lachte ik. “Nog even doorbijten.” “Ja, de toilet is kapot, dus ik heb weinig keus he”. “Precies.” “Je had keus genoeg Brian, je had gewoon bij je tante naar het toilet moeten gaan” bemoeide zijn moeder zich ermee. Ze vond kennelijk dat haar zoon het helemaal aan zichzelf te wijten had. Brian trok een boos gezicht.
Vanuit mijn ooghoeken zag ik, dat Brian af en toe in zijn plasser kneep om de druk wat te verlichten. Dat leidde tot boze blikken van zijn moeder. Opeens was de maat vol voor Brian. Hij trok zijn rugzak open en haalde daar een flesje cola uit. Hij draaide de dop los en liet de inhoud door het geopende raam naar buiten lopen. “Brian ga zitten!” commandeerde zijn moeder. Maar Brian luisterde niet. Hij stond op en ging met de rug naar ons toe staan. Hij deed zijn gulp los. Even later hoorde ik hoe hij in het flesje plaste. Dat was nog best moeilijk, want af en toe hoorde ik dat er wat lekte en hij zijn broek een beetje nat plaste. Zijn moeder had haar hand voor haar mond gedaan. Zijn zus lachte.
Waarschijnlijk was ik de enige die merkte dat Brian’s hoge nood niet alleen uit een volle blaas bestond. Opeens ging zijn rechterhand naar zijn achtwerk. Ik had even daarvoor zijn strakke spijerbroek aan de achterzijde zien opbollen. Ik wist genoeg.
Maar Brian deed of er niks aan de hand was. Het gevulde flesje gooide hij zonder pardon uit het raam en alsof er niks gebeurd was, ging hij zitten. De schade aan de voorzijde van zijn spijerbroek viel mee. Als je niet beter wist, zou je denken dat hij water had geknoeid of had gezweet. “Thuis zwaait er wat vriend” was het enige wat zijn moeder uit kon brengen.
Alsof de machinist had gewacht totdat Brian was uitgeplast, begon de trein weer te rijden. Ondertussen vroeg ik me af, of ik inderdaad de achterkant van de broek van de jongen had zien opbollen. Hij was gewoon gaan zitten en deed alsof hij weer op zijn gemak was. “Ah, dat was even nodig” had hij stoer gezegd en zonder schaamte had hij me aangekeken. De paar natte vlekken nam hij voor lief. Een minuut of wat later, wist ik dat mijn ogen inderdaad hadden waargenomen, wat ik vermoedde. De flauwe geur van poep kwam mijn neusgaten in. Ik keek opzij. Ik merkte duidelijk dat de jongen de schade aan het opnemen was. Ik was benieuwd of zijn zus of moeder iets zouden merken.
De geur van poep werd niet sterker. Als je niet beter zou weten, zou je denken dat het uit de afvalbakken kwam, of dat een reiziger een wind had gelaten. Zo te zien, verdachten moeder en zus Brian niet van een poepbroek. Maar hoe lang dat zou duren?
“Goedemiddag vervoersbewijzen alstublieft.” De conducteur was de coupe binnengekomen. Ik toonde snel mijn ov-kaart. De moeder van Brian pakte haar tasje om naar de kaartjes te zoeken. De conducteur had ondertussen de broek van Brian gezien en wist niet of hij er iets van moest zeggen. Zonder er verder woorden aan vuil te maken controleerde hij de kaartjes. “Zo dadelijk in Zwolle overstappen op de stoptrein” adviseerde de conducteur de moeder. Deze knikte. Toevallig, ik moest ook die trein hebben.
De trein reed Zwolle binnen. Zuslief was al opgestaan en de coupe uitgegaan, gevolgd door haar moeder. Brian was even blijven zitten en liep achter mij de coupe uit. Ik hoorde hem zachtjes “shit oh nee” zeggen. Ik draaide me om. Zonder twijfel stond de jongen nu echt helemaal in zijn broek te poepen. “Gaat het?” vroeg ik. “Ja best” zei hij. Ik bleef expres in het halletje staan, zodat hij mij moest passeren om de trein uit te stappen. Ik had wederom zicht op zijn achtwerk. Nu was het duidelijk zichtbaar. De jongen had een flinke poepbroek. Zo te zien was het een stevige lading die keurig op zijn plaats bleef. Het lekte in ieder geval niet door. De geur was wel sterker geworden. “Ik ga even naar de toiletten” riep hij naar zijn moeder en zus die richting perron 3 liepen. “Als je maar opschiet, de trein vertrekt over twintig minuten.” De jongen keek me aan. “Sorry” zei ik. “Waarvoor?” vroeg de jongen. “Dat ik ervan weet. Je weet wel.” Het gezicht van de jongen kleurde rood. “Hier” zei ik. Ik opende mijn tas en haalde er een luier uit die ik voor noodgevallen altijd bij me had. “Gebruik die maar als onderbroek voor straks.” De jongen keek me verbaasd aan. “Een luier?” fluisterde hij. “Ja, die kun jij wel gebruiken” lachte ik. Verbaasd pakte hij het ding aan en stopte het in zijn rugtas. Hij mompelde nog iets en liep toen naar de toiletten.
Een kwartier later liep hij mij voorbij. Hij glimlachte en zei bedankt. Op het papiertje wat hij me in de hand drukte stond zijn mobiele telefoonnummer.
Ik koos bewust voor een andere coupe. Als ik door het glas van de tussendeur keek, kon ik Brian zien zitten. Ik was benieuwd of hij inderdaad de luier aan had gedaan. Als hij verstandig was wel, want het zou erg koud aanvoelen zonder onderbroek en alleen een spijerbroek. Ondertussen vroeg ik me af, of ik er wel verstandig aan had gedaan mijn luier weg te geven. Als we nog ooit zouden bellen, dan zou ik wat uit te leggen hebben. Van de andere kant, ik had hem er mee geholpen.
Heel toevallig moesten we er op hetzelfde perron uit. Ik liep naar mijn fiets. Even later fietste ik hen voorbij. De moeder mopperde, maar leek wel wat bedaard. Aan de overkant van de weg bleef ik wachten. Ik zag dat ze dezelfde kant opliepen. Brian leek me niet op te merken. Een paar minuten later zag ik ze het witte huis aan de rand van het dorp ingaan. Het zijn de nieuwe bewoners, dacht ik bij mezelf. Een minuutje later ging ik mijn ouderlijk huis binnen, dat schuin tegenover het nieuwe huis van de ouders van Brian stond.
“Dag schat” begroette mijn moeder me vriendelijk. “Hai mam” zei ik. “En alles goed gegaan vandaag?” vroeg ze. “Ja hoor, prima” zei ik. Nonchalant zette ik mijn tas in de hoek neer. Ik schrok toen mijn moeder de tas oppakte en erin keek. Ze keek me aan. “Is het echt goed gegaan?” vroeg mijn moeder nu bezorgd. Ik knikte. Ik wist dondersgoed waar ze heen wilde, maar ik had er geen zin in.
Ik droeg vanaf mijn veertiende af en toe luiers. Eigenlijk van de ene op de andere dag kreeg ik moeite op mijn grote boodschap lang op te houden. Als ik aandrang voelde, moest ik heel snel zijn. Zo niet, dan ging het mis. Een echte oorzaak is nooit gevonden. Gelukkig ging het wel steeds beter en sinds een half jaar waren de ongelukjes echt tot een minimum beperkt. Mijn moeder stond erop dat ik een luier bij me droeg, gewoon uit voorzorg. Het was een hele tijd geleden dat ze voor het laatst had gecontroleerd of ik er nog een bij me had. Maar nu was me dat dus weer overkomen. Ik wist dat ik me op kon maken voor een discussie. Waarschijnlijk vermoedde ze, dat ik weer een ongelukje had gehad. Dat zou betekenen dat ze erop stond dat ik weer een luier aandeed als ik de deur uitging. Het werkelijke verhaal hoefde ik in ieder geval niet te vertellen. Dat was veel te onlogisch. Ik besloos maar af te wachten wat komen ging.
Toen ik de keuen in liep ging mijn moeder voor me staan. “Lief, zeg eens eerlijk, is het mis gegaan vandaag?” Mijn moeder streek door mijn haar en even legde ze een hand op mijn billen om te controleren of ik een luier droeg. Toen dat niet zo bleek te zijn, keek ze me glimlachend aan. Ik antwoordde niet en liep naar mijn kamer.
Wordt vervolgd…
“Brian, ik waarschuw je. En nu stil.” Ik keek op van mijn boek en zag een vrouw met een jongen en een meisje in haar kielzog de coupe binnenstappen. Een flauwe glimlach verscheen op haar gezicht toen ze merkte, dat ik haar waarschuwende woorden richting de jongen had gehoord. De vrouw ging tegenover me zitten en ik schikte wat in. De jongen ging expres aan de overkant van het gangpad zitten en hij keek naar buiten. Het meisje ging naast mij zitten.
Even keek ik de drie medereizigers aan en verdiepte me toen weer in mijn boek. Als ik me niet vergiste was het moeder, zoon en dochter. De dochter schatte ik een jaar of achttien, de jongen misschien een jaartje jonger. In ieder geval een echte puber. Beetje slungelachtig, nonchalante haardracht met flink wat gel en een houding van “boeiend”. Boeiend werd het.
Een paar minuten later stopte de trein plotseling. Ik keek naar buiten. Ik wist voldoende. De trein stopte vaker op dit punt en ik had het vermoeden dat het nog wel even kon duren. De plotselinge stop maakte de jongen nerveus. “What the … “ het derde woord slikte hij snel in. Zijn moeder had hem al verwijtend aangekeken. “Dit moet echt niet te lang duren” zei de jongen. Zijn zus speelde wat met haar mobieltje en ze schaamde zich zichtbaar voor de opmerkingen van haar broer. Ik keek weer op van mijn boek. Ik merkte iets zenuwachtigs aan de jongen. Alsof hij. Natuurlijk. Dat was het. Zoonlief had hoge nood.
Ik dacht terug aan het moment dat ik was ingestapt. Op de toiletdeur was aangegeven dat het toilet defect was. Dat was voor een moeder met een jong kind aanleiding geweest snel uit te stappen en de coupe een aantal meters verderop te pakken. Maar het defecte toilet had de jongen naast me overvallen. Arme jongen, ik had best medelijden met hem. En het was best een schatje ook nog.
Een kwartier later was de trein misschien honderd meter verder gereden, waar hij nu alweer enkele minuten stilstond. De jongen had wanhopig uit het raam gekeken, maar kon niks zien. Ik besloot me ermee te bemoeien.
“Het kan best even duren. De trein staat hier vaker stil. Vorige week nog bijna een uur.” De jongen keek me verbijsterd aan. Als hij niet zo’n hoge nood had gehad, had hij ongetwijfeld een houding aangenomen van waar bemoei jij je mee, maar nu probeerde hij te glimlachen. “Ik moet vet nodig” biechtte hij op. “Dat merk ik” lachte ik. “Nog even doorbijten.” “Ja, de toilet is kapot, dus ik heb weinig keus he”. “Precies.” “Je had keus genoeg Brian, je had gewoon bij je tante naar het toilet moeten gaan” bemoeide zijn moeder zich ermee. Ze vond kennelijk dat haar zoon het helemaal aan zichzelf te wijten had. Brian trok een boos gezicht.
Vanuit mijn ooghoeken zag ik, dat Brian af en toe in zijn plasser kneep om de druk wat te verlichten. Dat leidde tot boze blikken van zijn moeder. Opeens was de maat vol voor Brian. Hij trok zijn rugzak open en haalde daar een flesje cola uit. Hij draaide de dop los en liet de inhoud door het geopende raam naar buiten lopen. “Brian ga zitten!” commandeerde zijn moeder. Maar Brian luisterde niet. Hij stond op en ging met de rug naar ons toe staan. Hij deed zijn gulp los. Even later hoorde ik hoe hij in het flesje plaste. Dat was nog best moeilijk, want af en toe hoorde ik dat er wat lekte en hij zijn broek een beetje nat plaste. Zijn moeder had haar hand voor haar mond gedaan. Zijn zus lachte.
Waarschijnlijk was ik de enige die merkte dat Brian’s hoge nood niet alleen uit een volle blaas bestond. Opeens ging zijn rechterhand naar zijn achtwerk. Ik had even daarvoor zijn strakke spijerbroek aan de achterzijde zien opbollen. Ik wist genoeg.
Maar Brian deed of er niks aan de hand was. Het gevulde flesje gooide hij zonder pardon uit het raam en alsof er niks gebeurd was, ging hij zitten. De schade aan de voorzijde van zijn spijerbroek viel mee. Als je niet beter wist, zou je denken dat hij water had geknoeid of had gezweet. “Thuis zwaait er wat vriend” was het enige wat zijn moeder uit kon brengen.
Alsof de machinist had gewacht totdat Brian was uitgeplast, begon de trein weer te rijden. Ondertussen vroeg ik me af, of ik inderdaad de achterkant van de broek van de jongen had zien opbollen. Hij was gewoon gaan zitten en deed alsof hij weer op zijn gemak was. “Ah, dat was even nodig” had hij stoer gezegd en zonder schaamte had hij me aangekeken. De paar natte vlekken nam hij voor lief. Een minuut of wat later, wist ik dat mijn ogen inderdaad hadden waargenomen, wat ik vermoedde. De flauwe geur van poep kwam mijn neusgaten in. Ik keek opzij. Ik merkte duidelijk dat de jongen de schade aan het opnemen was. Ik was benieuwd of zijn zus of moeder iets zouden merken.
De geur van poep werd niet sterker. Als je niet beter zou weten, zou je denken dat het uit de afvalbakken kwam, of dat een reiziger een wind had gelaten. Zo te zien, verdachten moeder en zus Brian niet van een poepbroek. Maar hoe lang dat zou duren?
“Goedemiddag vervoersbewijzen alstublieft.” De conducteur was de coupe binnengekomen. Ik toonde snel mijn ov-kaart. De moeder van Brian pakte haar tasje om naar de kaartjes te zoeken. De conducteur had ondertussen de broek van Brian gezien en wist niet of hij er iets van moest zeggen. Zonder er verder woorden aan vuil te maken controleerde hij de kaartjes. “Zo dadelijk in Zwolle overstappen op de stoptrein” adviseerde de conducteur de moeder. Deze knikte. Toevallig, ik moest ook die trein hebben.
De trein reed Zwolle binnen. Zuslief was al opgestaan en de coupe uitgegaan, gevolgd door haar moeder. Brian was even blijven zitten en liep achter mij de coupe uit. Ik hoorde hem zachtjes “shit oh nee” zeggen. Ik draaide me om. Zonder twijfel stond de jongen nu echt helemaal in zijn broek te poepen. “Gaat het?” vroeg ik. “Ja best” zei hij. Ik bleef expres in het halletje staan, zodat hij mij moest passeren om de trein uit te stappen. Ik had wederom zicht op zijn achtwerk. Nu was het duidelijk zichtbaar. De jongen had een flinke poepbroek. Zo te zien was het een stevige lading die keurig op zijn plaats bleef. Het lekte in ieder geval niet door. De geur was wel sterker geworden. “Ik ga even naar de toiletten” riep hij naar zijn moeder en zus die richting perron 3 liepen. “Als je maar opschiet, de trein vertrekt over twintig minuten.” De jongen keek me aan. “Sorry” zei ik. “Waarvoor?” vroeg de jongen. “Dat ik ervan weet. Je weet wel.” Het gezicht van de jongen kleurde rood. “Hier” zei ik. Ik opende mijn tas en haalde er een luier uit die ik voor noodgevallen altijd bij me had. “Gebruik die maar als onderbroek voor straks.” De jongen keek me verbaasd aan. “Een luier?” fluisterde hij. “Ja, die kun jij wel gebruiken” lachte ik. Verbaasd pakte hij het ding aan en stopte het in zijn rugtas. Hij mompelde nog iets en liep toen naar de toiletten.
Een kwartier later liep hij mij voorbij. Hij glimlachte en zei bedankt. Op het papiertje wat hij me in de hand drukte stond zijn mobiele telefoonnummer.
Ik koos bewust voor een andere coupe. Als ik door het glas van de tussendeur keek, kon ik Brian zien zitten. Ik was benieuwd of hij inderdaad de luier aan had gedaan. Als hij verstandig was wel, want het zou erg koud aanvoelen zonder onderbroek en alleen een spijerbroek. Ondertussen vroeg ik me af, of ik er wel verstandig aan had gedaan mijn luier weg te geven. Als we nog ooit zouden bellen, dan zou ik wat uit te leggen hebben. Van de andere kant, ik had hem er mee geholpen.
Heel toevallig moesten we er op hetzelfde perron uit. Ik liep naar mijn fiets. Even later fietste ik hen voorbij. De moeder mopperde, maar leek wel wat bedaard. Aan de overkant van de weg bleef ik wachten. Ik zag dat ze dezelfde kant opliepen. Brian leek me niet op te merken. Een paar minuten later zag ik ze het witte huis aan de rand van het dorp ingaan. Het zijn de nieuwe bewoners, dacht ik bij mezelf. Een minuutje later ging ik mijn ouderlijk huis binnen, dat schuin tegenover het nieuwe huis van de ouders van Brian stond.
“Dag schat” begroette mijn moeder me vriendelijk. “Hai mam” zei ik. “En alles goed gegaan vandaag?” vroeg ze. “Ja hoor, prima” zei ik. Nonchalant zette ik mijn tas in de hoek neer. Ik schrok toen mijn moeder de tas oppakte en erin keek. Ze keek me aan. “Is het echt goed gegaan?” vroeg mijn moeder nu bezorgd. Ik knikte. Ik wist dondersgoed waar ze heen wilde, maar ik had er geen zin in.
Ik droeg vanaf mijn veertiende af en toe luiers. Eigenlijk van de ene op de andere dag kreeg ik moeite op mijn grote boodschap lang op te houden. Als ik aandrang voelde, moest ik heel snel zijn. Zo niet, dan ging het mis. Een echte oorzaak is nooit gevonden. Gelukkig ging het wel steeds beter en sinds een half jaar waren de ongelukjes echt tot een minimum beperkt. Mijn moeder stond erop dat ik een luier bij me droeg, gewoon uit voorzorg. Het was een hele tijd geleden dat ze voor het laatst had gecontroleerd of ik er nog een bij me had. Maar nu was me dat dus weer overkomen. Ik wist dat ik me op kon maken voor een discussie. Waarschijnlijk vermoedde ze, dat ik weer een ongelukje had gehad. Dat zou betekenen dat ze erop stond dat ik weer een luier aandeed als ik de deur uitging. Het werkelijke verhaal hoefde ik in ieder geval niet te vertellen. Dat was veel te onlogisch. Ik besloos maar af te wachten wat komen ging.
Toen ik de keuen in liep ging mijn moeder voor me staan. “Lief, zeg eens eerlijk, is het mis gegaan vandaag?” Mijn moeder streek door mijn haar en even legde ze een hand op mijn billen om te controleren of ik een luier droeg. Toen dat niet zo bleek te zijn, keek ze me glimlachend aan. Ik antwoordde niet en liep naar mijn kamer.
Wordt vervolgd…