Tim80
Superlid
Ik scrhijf dit verhaal in de ‘verhalen’ sectie, maar eigenlijk is het precies gegaan zoals ik hier beschrijf.
Ik ben piloot en ik ben incontinent. Mijn vrienden weten van mijn conditie, en dat ik een luier draag. Maar de meeste van mijn collega’s weten van niets.
Elke zes maanden moeten wij opnieuw vliegexamen doen in een flight simulator, waarbij we zowel routinehandelingen als noodsituaties oefenen.
Zo’n simulator ziet er van buiten een beetje uit als een zeecontainer op hydraulische poten. Van binnen is hij identiek aan de cockpit van het type waar ik op vlieg.
Deze apparaten zijn ongelofelijk duur. Vele miljoenen euro’s. Om de kosten per sessie laag te houden, worden ze soms 24 uur per dag gebruikt.
Mijn laatste training was door de nacht, van middernacht tot 6 uur ’s morgens, en bestond uit een briefing van 2 uur, een training op de ‘sim’ van 3 uur, en een debriefing van een uur.
Soms denken mensen dat piloten gewend zijn aan jetlag en nachtwerk, maar dat is niet echt waar. Je leert ermee omgaan, maar het blijft altijd een loodzware aanslag op je lichaam.
Mijn collega en ik meldden ons om middernacht bij onze instructeur voor de briefing. Eigenlijk was het bedtijd. We waren allebei flink vermoeid, en ik ben gewend om elke nacht een paar keer uit mijn bed te komen om te plassen.
Het is ’s nachts vaak wel rustiger in het trainingscentrum dan overdag, en deze nacht konden we zelfs vaststellen dat we de enige aanwezigen waren. Behalve wij drieën was er alleen de nachtwaker.
Tijdens de briefing bereidden we onze sessie voor, waarna de instructeur zich naar de simulator begaf. We hadden nog een paar minuten voor onze sessie zou beginnen, voor een korte plaspauze.
Ik ging eerst even naar de pantry om een bekertje water te drinken. (Je krijgt een droge mond van zo’n briefing, en ook tijdens de training wordt er veel gepraat.) Daarna ging ik naar de toiletten. Ik zag de nachtwaker achter de balie zitten.
Er waren twee hokjes, waarvan er één op slot was. Dat moest dus mijn collega zijn. Ik nam het andere hokje.
Ik maakte de plakkers van mijn luier los om te kunnen plassen. Ik probeerde dat zo stil mogelijk te doen, want ik wist dat mijn collega naast me zat. Maar in de stilte van de nacht ging het geluid van de plakkers door merg en been! Griebels wat was dat hard. Ik maakte ze alle vier los, liet mijn luier zakken, en plaste.
Ik weet zeker dat mijn collega me heeft gehoord. Ook toen ik mijn luier liet zakken. Dat kraakte behoorlijk. Hij is natuurlijk niet gewend aan het geluid, maar zal zich wel hebben afgevraagd wat het was, en mogelijk de link hebben gelegd.
De stilte werd doorbroken door mijn collega. Een keihard geknetter was te horen vanuit zijn hokje. Hij ging helemaal los.
Kijk, het was bijna 2 uur ’s nachts. Hij had waarschijnlijk thuis zijn avondeten gegeten en ging met een volle maag naar de training. Midden in de nacht doet je maag gekke dingen.
Hij moet net zo zelfbewust zijn geweest als ik. Wetend dat ik hem goed kon horen. En ruiken. Het was niet te missen. En ondertussen vroeg hij zich af wat dat geluid was van plakband en krakend plastic. “Hij zal toch niet...” zal hij misschien hebben gedacht.
Met evenveel gekraak trok ik de luier weer omhoog en plakte ik de plakkers weer vast. Wat een herrie, midden in de nacht. Ik kwam mijn hokje uit en waste mijn handen. Ik begaf me naar de simulator.
Nog geen minuut later arriveerde mijn colleg. Ik denk dat hij in zijn hokje had gewacht tot hij zeker wist dat ik de ruimte had verlaten, zodat ik hem niet zou zien, na het horen van zijn geknetter. Maar ja, door het proces van eliminatie wist ik donders goed dat hij het was.
En hij wist het van mij. Het gekraak van mijn plakkers en van mijn plastic luier.
Maar dat kon me niets schelen.
Mijn geheim was veilig bij hem. En zijn geheim, bij mij.
Ik ben piloot en ik ben incontinent. Mijn vrienden weten van mijn conditie, en dat ik een luier draag. Maar de meeste van mijn collega’s weten van niets.
Elke zes maanden moeten wij opnieuw vliegexamen doen in een flight simulator, waarbij we zowel routinehandelingen als noodsituaties oefenen.
Zo’n simulator ziet er van buiten een beetje uit als een zeecontainer op hydraulische poten. Van binnen is hij identiek aan de cockpit van het type waar ik op vlieg.
Deze apparaten zijn ongelofelijk duur. Vele miljoenen euro’s. Om de kosten per sessie laag te houden, worden ze soms 24 uur per dag gebruikt.
Mijn laatste training was door de nacht, van middernacht tot 6 uur ’s morgens, en bestond uit een briefing van 2 uur, een training op de ‘sim’ van 3 uur, en een debriefing van een uur.
Soms denken mensen dat piloten gewend zijn aan jetlag en nachtwerk, maar dat is niet echt waar. Je leert ermee omgaan, maar het blijft altijd een loodzware aanslag op je lichaam.
Mijn collega en ik meldden ons om middernacht bij onze instructeur voor de briefing. Eigenlijk was het bedtijd. We waren allebei flink vermoeid, en ik ben gewend om elke nacht een paar keer uit mijn bed te komen om te plassen.
Het is ’s nachts vaak wel rustiger in het trainingscentrum dan overdag, en deze nacht konden we zelfs vaststellen dat we de enige aanwezigen waren. Behalve wij drieën was er alleen de nachtwaker.
Tijdens de briefing bereidden we onze sessie voor, waarna de instructeur zich naar de simulator begaf. We hadden nog een paar minuten voor onze sessie zou beginnen, voor een korte plaspauze.
Ik ging eerst even naar de pantry om een bekertje water te drinken. (Je krijgt een droge mond van zo’n briefing, en ook tijdens de training wordt er veel gepraat.) Daarna ging ik naar de toiletten. Ik zag de nachtwaker achter de balie zitten.
Er waren twee hokjes, waarvan er één op slot was. Dat moest dus mijn collega zijn. Ik nam het andere hokje.
Ik maakte de plakkers van mijn luier los om te kunnen plassen. Ik probeerde dat zo stil mogelijk te doen, want ik wist dat mijn collega naast me zat. Maar in de stilte van de nacht ging het geluid van de plakkers door merg en been! Griebels wat was dat hard. Ik maakte ze alle vier los, liet mijn luier zakken, en plaste.
Ik weet zeker dat mijn collega me heeft gehoord. Ook toen ik mijn luier liet zakken. Dat kraakte behoorlijk. Hij is natuurlijk niet gewend aan het geluid, maar zal zich wel hebben afgevraagd wat het was, en mogelijk de link hebben gelegd.
De stilte werd doorbroken door mijn collega. Een keihard geknetter was te horen vanuit zijn hokje. Hij ging helemaal los.
Kijk, het was bijna 2 uur ’s nachts. Hij had waarschijnlijk thuis zijn avondeten gegeten en ging met een volle maag naar de training. Midden in de nacht doet je maag gekke dingen.
Hij moet net zo zelfbewust zijn geweest als ik. Wetend dat ik hem goed kon horen. En ruiken. Het was niet te missen. En ondertussen vroeg hij zich af wat dat geluid was van plakband en krakend plastic. “Hij zal toch niet...” zal hij misschien hebben gedacht.
Met evenveel gekraak trok ik de luier weer omhoog en plakte ik de plakkers weer vast. Wat een herrie, midden in de nacht. Ik kwam mijn hokje uit en waste mijn handen. Ik begaf me naar de simulator.
Nog geen minuut later arriveerde mijn colleg. Ik denk dat hij in zijn hokje had gewacht tot hij zeker wist dat ik de ruimte had verlaten, zodat ik hem niet zou zien, na het horen van zijn geknetter. Maar ja, door het proces van eliminatie wist ik donders goed dat hij het was.
En hij wist het van mij. Het gekraak van mijn plakkers en van mijn plastic luier.
Maar dat kon me niets schelen.
Mijn geheim was veilig bij hem. En zijn geheim, bij mij.
Laatst bewerkt: