Verhaal Klaar De Mislukte Opvoeding

Hoe goed is dit verhaal?

  • 1

    Stemmen: 0 0,0%
  • 2

    Stemmen: 0 0,0%
  • 3

    Stemmen: 0 0,0%
  • 4

    Stemmen: 0 0,0%
  • 5

    Stemmen: 1 33,3%
  • 6

    Stemmen: 0 0,0%
  • 7

    Stemmen: 1 33,3%
  • 8

    Stemmen: 0 0,0%
  • 9

    Stemmen: 0 0,0%
  • 10

    Stemmen: 1 33,3%

  • Totaal stemmers
    3

DL_Michel

Administrator
Forumleiding
Geschreven door: Pieter


Ik glimlachte terwijl ik aan vroeger dacht. Er kwamen veel herinneringen boven, en de meeste daarvan waren goed. Ik stond in de grote tuin en keek naar de boomhut. De hut was kleiner dan ik me herinnerde, en hing ook minder hoog in de oude, kromme boom. De houten planken waren verrot, en de ladder was verdwenen. Het zou mijn gewicht nu niet meer kunnen houden, maar het was sterk genoeg geweest voor mij en mijn buurjongen. Ik vroeg me af wat er van hem geworden was. Ik had hier drie jaar gewoond, tot mijn tiende jaar. Toen waren we verhuisd naar de stad, en waren mijn oom en tante in dit huis komen wonen. Ik was nog maar één keer kort terug geweest, maar toen regende het en was ik niet buiten geweest. Ik keek over de uitgestrekte akkers aan de andere kant van de sloot die de tuin scheidde van de omgeving. Langzaam liep ik terug naar voren, naar het huis. Het gras tussen de bomen en struiken was lang, maar goed onderhouden. Mijn oom was gepensioneerd en had alle tijd van de wereld. Hij leek wel dag en nacht in en rond het huis bezig te zijn. Ik liep langs de hoge heg terug. Aan twee kanten strekten de weilanden zich naast het huis uit, een de voorkant lag de provinciale weg aan de andere kant van de brede sloot. Aan de andere kant van de weg stonden nog meer huizen, maar dit was wel de rand van het dorp. Achter de hoge heg stond een ander huis, en vroeger woonde daar Peter. Aangezien hij mijn buurjongen was hadden we veel samen gespeeld. Ook omdat er niet zoveel kinderen in dit dorp woonden, en de anderen een stuk verder weg woonden. We waren geen echte vrienden geweest, maakten veel ruzie en hadden duidelijk andere interesses. Toch hadden we uren met elkaar doorgebracht, in de weilanden, of in de boomhut. Samen spelen was een beter alternatief dan alleen zijn. Een deel van de heg was niet zo dicht begroeid, en nieuwsgierig bleef ik voor een gat stilstaan. Ik keek naar de tuin van de buren en zag dat er weinig veranderd was. Acht jaar terug had het er net zo uit gezien.

De tuin was rommelig, het gras was kort, maar op sommige plekken kaal gelopen. De perkjes met bloemen en planten waren overwoekerd, alhoewel een enkel perkje er wel onderhouden en net omgespit uit zag. Er lag speelgoed op het gras en ook in de perkjes. Er stond een droogmolen met witte was in het midden van het grasveldje. De lakens, handdoeken en ondergoed belemmerden me het zicht op het huis. Net toen ik me om wilde draaien en terug naar huis wilde lopen, liep er een peuter in beeld. Hij had een tuigje om en waggelde met zijn blote voetjes over het gras. Het leren riempje belette hem verder dan een paar meter van de paal van de droogmolen te lopen. De peuter leek het niet erg te vinden en lachte en huppelde. Hij droeg alleen een luier en zijn handjes en voetjes zaten onder het vuil. Hij brabbelde wat onverstaanbaars en schopte naar een grote, rode bal. Ineens keek het jongetje naar me op. Zijn gezicht betrok en ik zag hem schrikken. Ik glimlachte naar hem, en na een paar seconden begon het jongetje ook te lachen. “Allo, allo.” Riep hij vrolijk.

“Hoi,” zei ik, “hoe heet je?” Hij keek me aan, maar leek me niet te begrijpen of niet te willen antwoorden. Hij bloosde nu en keek achterdochtig achterom. Hij leek toch wat verlegen. De droogmolen achter hem bewoog en er kwam een jongen achter de lakens vandaan. Hij was tot nu toe verborgen gebleven achter de lakens die bijna tot op de grond hingen, maar nu stond hij open en bloot voor me. We keken elkaar sprakeloos aan, en we waren beiden even verbaasd elkaar te zien. “Peter?” Vroeg ik, terwijl ik mijn vroegere buurjongen herkende. We waren allebei flink wat jaren ouder geworden, maar zijn gezicht herkende ik nog gemakkelijk ondanks dat ik hem al jaren niet meer gezien had. Peter keek me verdoofd aan, verstijfd van de schrik. Zijn gezicht trok langzaam wit weg. Hij kwam bij zijn positieven en zonder een woord te zeggen draaide hij zich om en stapte zo snel mogelijk uit het zicht. Ik hoorde hem achter de lakens het huis binnen lopen. Ik slikte en kon een brede glimlach niet onderdrukken. Ik was er honderd procent zeker van dat het Peter was die voor me had gestaan, en Peter was precies even oud als ik. Beiden waren we achttien jaar, ruim zestien jaar ouder dan de peuter die nog steeds naar me stond te kijken. Peter droeg echter precies hetzelfde als de kleuter: een grote, witte luier. Behalve de luier was Peter ook naakt geweest, op blote voeten en met geheel ontbloot bovenlichaam. De gelijkenis met zijn jongere broertje was treffend, maar eigenlijk durfde ik er niet om te lachen. Toch was een komisch gezicht geweest, en Peter had blijkbaar niet verwacht om zo gezien te worden. Ik voelde me schuldig om mijn leedvermaak. Was Peter ziek? Ernstig?

“Peter?” Riep ik, maar alles bleef stil. Peter was verdwenen en liet zich niet meer zien. Ik zwaaide naar de peuter en beduusd liep ik weg. Ik wist niet van dit alles moest denken en ik ging op zoek naar mijn tante. Misschien wist zij was er aan de hand was. Ik volgde de heg naar voren, liep langs de schuur, over het grindpad naar voren. Mijn tante zat op haar knieën in de tuin en schoffelde het perkje. Ze keek naar me op en glimlachte. “Heb je de boomhut nog gevonden? Er is niet zoveel meer van over, ben ik bang. Er komen ook niet meer zoveel kinderen meer in de tuin.” Zei ze. Ik knikte. Mijn oom en tante hadden nooit kinderen gekregen, maar tante was wel vaak mijn oppas geweest. Ze woonden vroeger verderop in het dorp en tante was altijd beschikbaar geweest als oppas. “Ik zag Peter net. Is hij ziek?” Vroeg ik. Tante keek naar me op. Even keek ze verbaasd, toen lachte ze. “Via het gat in heg?”

“Ja.” Ik knikte. “Peter droeg een luier. Toen hij mij zag rende hij snel weg.” Tante zag mijn bezorgde blik en lachte nog harder. Ze schudde haar hoofd. “Peter is niet ziek, hoor.” “Maar…”

“Hij woont sinds twee weken weer hier in het dorp. Zijn ouders zijn gescheiden en Peter woonde bij zijn vader en stiefmoeder. Dat zal zo’n jaar of vier geleden geweest zijn. Ik geloof dat die relatie ook alweer uit is, en dat Peter min of meer door zijn vader hier is gedumpt.” Vertelde mijn tante, maar ze gaf geen antwoord op mijn prangende vraag. “Maar waarom die luier?” Vroeg ik nogmaals. Mijn tante haalde glimlachend haar schouders op. Ze plaagde me. “Tante, je weet het wel!” Lachte ik. Ik zag aan tante’s blik dat ze het inderdaad wist, maar ze wilde het niet zeggen. “Waarom ga je het niet vragen?” “Wat? Ik kan… Ik kan toch niet zomaar…” Zei ik verbaasd, maar tante knikte. “Jawel, hoor. Ik weet zeker dat buurvrouw Corrie het niet erg vindt. En Peter kan ook wel wat gezelschap gebruiken, want hij heeft nog weinig vrienden in het dorp.” Ik twijfelde, ondanks de aanmoedigingen van mijn tante en ondanks mijn eigen nieuwsgierigheid. Nu ik wist dat Peter niet ziek was, was mijn nieuwsgierigheid alleen maar groter geworden. Waarom zou Peter een luier dragen als hij niet ziek was? Was hij incontinent? Dat is toch ook een soort ziekte, of niet? Tante zag me twijfelen. “Ga nu maar. Je kunt voor de sloot door de heg heen.” Zei ze, en wees me de juiste richting op. Ik keek naar tante om en zag haar glimlach. Mijn nieuwsgierigheid won het van het ongemakkelijke gevoel, en ik mijn nieuwsgierigheid te laten overwinnen. Ik liep naar de lage heg en stapte eroverheen. Ik liep door de tuin van de buren en stapte snel van het gras het brede grindpad op. Hier was het gras wel gemaaid en de tuin zag er zowaar netjes onderhouden uit. Ik stond even stil voor de voordeur, maar ik geloof niet dat ik hier ooit door de voordeur naar binnen ben gegaan. Ik was hier heel wat keren geweest, en de gewoonte was om achterom te lopen. Nu twijfelde ik, en durfde ik niet. Besluiteloos stond ik stil, maar toen hoorde ik de schaterende lach van de kleuter achter uit de tuin komen. Ik verzamelde wat moed en liep door, over het grind langs het huis naar achteren. Het viel me op dat het tuinonderhoud halverwege het huis was opgehouden, de spa en hark stonden nog tegen de muur. Ik liep de hoek om en stond in het stukje tuin dat ik door het gat had kunnen zien. Rechts was het gat in de heg, en links stond de molen met drogende was. De peuter stond me alweer aan te kijken, hij leek me te herkennen en was niet bang voor me. Ik hurkte twee meter voor hem neer en stak mijn hand naar hem uit. Ik gaf het kind zo de keuze om naar me toe te komen of afstand te bewaren. “Hallo?” Riep ik, terwijl de kleuter naar me toe kwam lopen. “Peter?” Er gebeurde niets. Alles bleef stil, behalve de kleuter. Zodra hij vlakbij me stond en met zijn vieze handjes de mijn vastpakte rook ik zijn poepluier. Ik had ik mijn leven veel opgepast, dus de stank deerde me niets. “Bah.” Brabbelde de kleuter. “Bah broek.” Zei hij. Ik glimlachte. De kleine jongen was niet zo verlegen om zijn luier dan Peter, en wilde blijkbaar graag verschoond worden. Ik aaide hem over zijn hoofd en stond toen weer op. Ik liep om de schone was heen, en stapte het terras op. De kleuter zat nog steeds vast en ik kon hem vertrouwd alleen laten. Op het terras stond een kunststof tuinmeubelset, een ronde tafel met daaromheen vier stoelen waar geen kussens op lagen. Op tafel lagen de benodigdheden om de kleuter te verschonen, en ook een tuimelbeker met drinken. De deur naar de bijkeuken stond open, maar toen ik er op af stapte hoorde ik Peters stem. “Ga weg, Karin.”

“Wat, waarom? Het spijt me dat ik je in… dat ik je zo gezien heb. Het was onbeschoft van me om zo door de heg heen te kijken.” Zei ik verontschuldigend. Peter zei niets, en bleef verborgen in de bijkeuken. Voorzichtig deed ik een stapje naar voren, en opzij, en zag toen hoe Peter zich probeerde te verbergen achter de deur. Er was weinig ruimte en ik zag dat zijn luier nog steeds zijn enige kledingstuk was. “Trek even wat kleren aan, dan kunnen we praten. Over vroeger, en over… over van alles.” Zei ik, maar ik zag dat Peter zijn hoofd schudde. “Mijn kleren liggen binnen, en ik… Ik kan hier niet naar binnen.” Zei hij onzeker. Ik stapte achteruit en draaide mijn rug naar hem toe. “Ik zal niet kijken.” Zei ik. Ik snapte best dat Peter niet gezien wilde worden als hij in zijn luier uit de bijkeuken zou komen om het huis binnen te gaan. En ondanks dat ik wel erg graag Peter, en vooral zijn luier, nog eens goed zou willen bekijken, gunde ik hem de privacy. “Zal ik ondertussen anders even die kleine verschonen? Hij heeft een poepluier. Hoe heet hij eigenlijk?” Even was het stil. “Hij heet Lucas. Het is mijn halfbroertje.” Hoorde ik toen vanuit de bijkeuken. Peter leek niet in beweging te komen. Zijn schaamte hield hem gevangen in de kleine ruimte waar hij zich maar deels achter de deur kon verbergen. Ik draaide me naar Lucas die op de rand van het grasveld stond. Verder kon hij niet komen door het tuigje. “Wil je een schone luier, Lucas?” Riep ik en liep nu wel met beide handen vooruit op hem af. De jongen lachte, en ik bevrijdde hem snel van zijn tuigje. Daarna tilde ik hem op en legde hem op de tuintafel neer. Lucas werkte gewillig mee, en zijn beentjes staken vrolijk in de lucht. Ik maakte de luier open en met de vochtige doekjes had ik zijn billetjes zo weer schoon, en net toen ik de schone luier onder zijn billetjes wilde leggen hoorde ik voetstappen. “Mamma!” Riep Lucas meteen, en inderdaad stapte mijn vroegere buurvrouw om de hoek van het huis heen en keek me verbaasd aan. Haar gezicht was echter vriendelijk en ik voelde me maar een kort ogenblik ongemakkelijk. “Karin? Dat is lang geleden?” Zei ze hartelijk, en met een hand op mijn schouder liet ze merken dat ik welkom was. We gaven elkaar geen hand aangezien ik net met een verschoning bezig was. “Ik logeer een paar dagen bij mijn tante, hiernaast.” Zei ik. “Het is leuk om hier weer eens terug te zijn.” De buurvrouw knikte instemmend, en keek toen de tuin rond. Ik plakte Lucas’ luier dicht, en tilde hem op de grond. Meteen greep hij het been van zijn moeder en leunde ertegen. “Ik zag Peter door… door het gat in de heg, en toen…” Ging ik verder, maar ze bleef nog even rond kijken voordat ze mij weer aankeek. “Je zag hem in zijn luier?” Vroeg ze. Ik knikte ongemakkelijk, maar ze leek het niet erg te vinden dat ik haar zoon in zo’n beschamende situatie gezien had.

“Tante zei dat u het niet erg zou vinden als ik even…” Mijn vroegere buurvrouw lachte mijn onzekerheid weg. Ze schudde haar hoofd en legde een hand op mijn schouder. “Natuurlijk ben je welkom, en Peter zal je zeker veel te vertellen hebben. Maar het spijt me dat ik eerst even wat ongezellig moet gaan doen. Weet je trouwens waar Peter is?” Zei ze, en terwijl ze zich omdraaide en nogmaals om zich heen keek, kwam Peter in de deuropening van de bijkeuken staan. Zijn blik was op de grond gericht en zijn houding leek wel onderdanig. Zijn gezicht was rood en bezweet. De blik van zijn moeder was strak op hem gericht. “Ik ben nauwelijks een uurtje weg geweest, en ik heb je twee dingen gevraagd: de was opvouwen en op Lucas letten. Was dat teveel gevraagd?” De stem van mijn buurvrouw was scherp, maar rustig. De kracht van de woorden waren echter enorm, en ik was blij dat ze niet tegen mij gericht waren. Ik zag Peter huiveren, voordat hij zijn moeder aankeek. “Ik was bezig met… Maar Karin… En…” Peter stamelde en schuifelde nerveus met zijn voeten. Ik bekeek hem en kon nu voor het eerst zijn luier eens rustig bekijken. Het enorme, witte gevaarte zat strak dichtgeplakt in zijn liezen en om zijn heupen, maar puilde uit tussen zijn benen. De luier moest wel knellen op zijn huid, maar gaf hem genoeg ruimte om normaal te bewegen. “Je hebt alle tijd gehad. Maar de was hangt nog, en hoe lang heeft Lucas in een poepluier gelopen voordat Karin hem verschoonde?” Peter werd aangesproken alsof hij een kleuter was, en Peter stond er verslagen bij. Peter kreeg geen enkel mededogen van zijn moeder, en eigenlijk kon ik wel begrijpen dat Peter behoorlijk onder de indruk was van de strenge blik en krachtige stem van zijn moeder. Ik stond er bij en vroeg me af of ik niet beter weg kon gaan. “Ik… Het was nog nat, en… en Lucas…” Verontschuldigde Peter zich. Met twee flinke stappen liep Peters moeder naar hem toe en sloeg hem met haar platte hand op zijn linker wang. De hand kletste tegen Peters wang. De klap was helemaal niet hard geweest, en de schrik was groter dan de pijn. Peter deinsde met waterige oogjes achteruit. “Leugenaar! De was was al droog toen ik wegging.” Riep de vrouw en ik realiseerde me dat ze nu pas echt kwaad werd. “Het kwam zeker wel erg goed uit dat Karin langskwam om Lucas te verschonen. Je schijt wel je eigen luier vol, maar je weigert je moeder te helpen om je broertje te verschonen.” Peter wist zich geen houding te geven en het leek alsof hij op het punt stond in huilen uit te barsten. Deze hele scène zou onuitwisbaar in mijn geheugen gekerfd worden: een jongen van achttien met een luier om die bijna in huilen uitbarstte omdat hij een standje kreeg van zijn boze moeder. “En wie helpt mij met jou te verschonen? Je bent net zo’n klein kind als Lucas. Ik denk dat ik Karin ook maar vraag om jou te verschonen.” Peter schudde heftig zijn hoofd, en nu zag ik pas dat Peter inderdaad zelf ook een vieze luier had. Peter had de hele tijd in de schaduw van de bijkeuken gestaan en de zon was van achter hem vandaan gekomen. Nu zag ik pas de donkere, gelige plek aan de voorkant van zijn luier. De inhoud van de luier was er ook samengeklonterd. Van de scherpe stank van urine had ik inwendig Lucas al beschuldigd, maar ik realiseerde me nu dat dát ook van Peter gekomen kon zijn. “Mam, alsjeblieft. Ik… het spijt me. Ik…” Stamelde Peter.

“Bespaar me je kinderachtige gejammer. Wanneer stop je eindelijk eens met dat kinderachtige gedrag. Zolang jij je als een klein kind gedraagt, zal ik je als een baby behandelen. Je liegt, je steelt, je bent brutaal. Die opvoeding van je vader met die hoer die jij ma noemde, is hopeloos mislukt, en ik zit met de narigheid. Je bent zelfs gezakt voor school. Je bent een lui, vervelend bedplassertje, Peter. Dat ben je!” Peter stond verstijfd op zijn plek, met afgezakte schouders en met zijn handen op zijn rug. Hij liet de tirade van zijn moeder over zich heen komen, want hij wist dat het geen zin had om hier tegenin te gaan. Er stroomde een enkele traan over zijn wang. “En kleine kinderen hier in huis dragen luiers. Ze mogen niet naar de wc, maar worden verschoond als dat nodig is. Ik denk dat Lucas eerder uit de luiers is, dan jij. Hij gedraagt zich tenminste een stuk beter.” De vrouw zuchtte diep en stond met haar handen in haar zij recht voor haar zoon die misschien wel iets groter was, maar totaal niet tegen haar op kon. “Heb je Karin al bedankt voor het verschonen van Lucas?” De stem van de vrouw klonk weer een wat kalmer. Haar woede en ergernis waren gezakt en met haar tirade was ze een deel van haar frustratie kwijt. Ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat Peter hier toch ook een beetje het slachtoffer was van de strijd tussen zijn ouders. Het leek zelfs alsof Peters moeder haar zoon strafte voor het feit dat hij bij zijn vader was gaan wonen. Peter schudde zijn hoofd en stapte toen langs zijn moeder. Hij leek opgelucht eindelijk buiten het bereik van zijn moeder te kunnen zijn. Peter liep naar mij toe en ging voor me staan. Met een sterk blozend gezicht keek hij me kort aan. “Bedankt dat je me geholpen hebt… dat je Lucas verschoont hebt.” Zei hij hees. Ik knikte ongemakkelijk. Peters moeder leek tevreden en met sleutels uit haar handtas opende ze de schuifpui naar de woonkamer. Verbaasd realiseerde ik me dat ze Peter blijkbaar had buitengesloten met alleen de spullen die hij nodig had. Peter keek even snel om en zag zijn moeder het huis binnenlopen. Lucas volgde zijn moeder. Peter haalde opgelucht adem en keek me met een voorzichtige glimlach aan. “Ik… Ze heeft me volledig onder de duim.” Zei Peter. “Sinds ik twee weken geleden teruggekomen ben kan ik helemaal niets goed doen bij haar.” Ik wist niet wat ik moest zeggen, en kon al helemaal geen woorden van troost vinden. Mijn blik gleed onwillekeurig naar Peters luier, en naar de onmiskenbare tekenen van de plas die hij in zijn luier had gedaan. Er viel een pijnlijke stilte tussen ons, en Peter keek nogmaals over zijn schouder om te zien of zijn moeder in de buurt was. “Meteen al de tweede dag ging ze volledig door het lint. Ze heeft me een hele tijd naakt opgesloten in de badkamer, en toen ze terugkwam waren al mijn kleren weg, lag er een zeiltje in mijn bed, en lag er een luier voor me klaar.” Peter lachte ongemakkelijk om zijn eigen ongelofelijke avonturen. Ik schudde mijn hoofd van afschuw, maar eigenlijk kon niets me meer verbazen. “Wat heb je in hemelsnaam gedaan dan?” Vroeg ik. Dat was een vraag die Peter blijkbaar liever niet beantwoordde, maar na een korte stilte deed hij het toch. Peter haalde nonchalant zijn schouders op “Ik had in bed geplast.” Zei hij, maar ik wist dat dát niet alles kon zijn.

“En?” Vroeg ik. Peters blik vonden weer even mijn ogen, en wendde ze meteen daarna weer af. “En ik had te dicht bij Lucas gerookt, had aan háár fles drank gezeten, was lui, en toen kreeg ze ook nog de uitslag van het examen onder ogen. Toen werd ze boos en voordat ik het wist waren we aan het bekvechten.” Ik voelde dat Peter nu wel de waarheid sprak. Ik kon niet begrijpen dat dit de reden was om Peter nu volledig als klein kind te behandelen. Ik kon eigenlijk helemaal geen goede reden bedenken om een achttienjarige als een kleuter te behandelen, maar Peters moeder dacht daar heel anders over. “En toen stond je ineens naakt in de badkamer en kon je er niet meer uit?” Vroeg ik, bijna sprakeloos. Peter knikte instemmend.

“Je oom en tante moeten ons hebben kunnen horen schreeuwen.” Toen draaide Peter zich om naar de was, en ineens leek hij zich te realiseren dat hij zijn opdracht nog steeds niet had gedaan. Ik zag hem kijken, en uit medelijden begon ik hem te helpen. Zwijgend haalden we de lakens van de waslijn en vouwden hem met zijn tweeën op. Binnen drie minuten hadden we alle was netjes opgevouwen en op de tuintafel gestapeld. Toen pas zagen we dat Peters moeder in de opening van de schuifpui had staan toekijken. Nu liep ze ineens naar voren en pakte de stapel was op. “Bedankt Karin.” Zei ze, en keek daarna naar Peter. “Kom, dan krijg je een schone luier van me. Daarna kun je verder gaan met je klusjes in huis.” Peter keek nog even kort naar mij, voordat hij gedwee achter zijn moeder aan het huis binnen liep. Ik keek naar het enorme witte oppervlak van de luier op zijn billen, en hoorde het gekraak terwijl hij liep. Het was een afzichtelijk gezicht, en ik hoopte maar dat Peter zo snel mogelijk weer aan de volwassen maatstaven van zijn moeder kon voldoen. Het moest een gigantische straf zijn om zo door je moeder behandeld te worden. Ik had intens medelijden met hem, maar kon het niet nalaten om te glimlachen. Ik vond het bijna jammer dat ik vanavond alweer naar huis ging.
 
Bovenaan