De proefpersoon 1 en 2 'het genootschap'

Little Endy

Sayori the shy Enderman :3 (he/they)
Leuk hoofdstuk weer :) ben blij om in steeds meer verhalen op dit forum te lezen dat er uiteindelijk een ABDL-crèche in voorkomt ^-^
 

Peter1970

Superlid
Little Endy zei:
Leuk hoofdstuk weer :) ben blij om in steeds meer verhalen op dit forum te lezen dat er uiteindelijk een ABDL-crèche in voorkomt ^-^
Hoi Little Endy, dank voor je reactie. Ik denk dat een ABDLcreche een droom van velen is. Zou het niet mooi zijn als we in Nederland een ABDlcreche hebben die laagdrempelig en betaalbaar is. Waar je af en toe is een dagje naar toe zou kunnen gaan. Zo iets als een dagje sauna. Lijkt mij heerlijk ontspannend.
 

Peter1970

Superlid
De proefpersoon deel 20

Ik lig op het verschoonkussen en heb alleen mijn luier aan die net is verschoond. Mijn moeder kriebelt zachtjes over mijn buik. Ik vind dit heerlijk en lig te genieten.
Mijn moeder geeft een kusje op mijn buik. 'Kom Sophie we gaan woordjes oefenen. Zeg mij maar na: Mama.'
Ik probeer het. 'Maahaa' Het komt er beter uit dan ik had verwacht. Ook mijn moeder is blij.
'Goed zo Sophietje, nog een: Pop.' 'Pooh' probeer ik. Het begint zo waar ergens op te lijken. Mijn moeder probeert nog een aantal woordjes. Het lukt me redelijk om deze na te doen.
In ieder geval veel beter dan het tot nu toe ging. Blijkbaar heeft mijn moeder de dosering van de medicijnen wat aangepast op advies van Joke Koenen van de kliniek. Ik ben benieuwd waar dit toe gaat leiden.
Na het woordjes oefenen kleedt mijn moeder me verder aan. 'We gaan vandaag op bezoek' zegt ze. Mammi gaat koffie drinken bij iemand die we bij de kliniek hebben ontmoet.'
We gaan vandaag naar Inez, bedenk ik me. Mijn hart maakt ren vreugde sprongetje ik verheug me er enorm op om Inez weer te zien.

Even later zitten we in de keuken te ontbijten. Ik zit in de rolstoel en mijn moeder voert me een bordje pap. Ze maakt er een heel spelletje van. Mijn mond is een boederij die steeds open moet voor de dieren.
Mijn vader leest de krant. 'Oh Henry, kun je zo even op Sophie passen, we gaan vandaag op bezoek en ik wil nog even een bosje bloemen kopen.' Mijn vader knikt en kijkt mij strak aan.
Ik krimp ineen. Sinds de keer dat in zijn hand heb gebeten ben ik niet meer met hem alleen geweest. Met een knoop in mijn buik eet ik de laatste hapjes pap. Ook het flesje melk helpt niet om mijn stemming te verbeteren.
'Nou ik ben zo terug.' Mijn moeder geeft een vlugge kus. 'Lief voor pappie zijn.' Ze moest eens weten denk ik.

Zodra mijn moeder weg is legt mijn vader zijn krant neer. 'Zo Sophie jij hebt nog wat te goed.
Jij denk zeker dat je ongestraft in pappies hand kunt bijten, maar dat gaat zo maar niet. Babietjes horen lief te zijn en hun pappies te gehoorzamen.
Babietjes die niet lief zijn verdienen straf.' Mijn vader duwt mijn rolstoel de keuken uit en we gaan naar mijn kamer. Hij haalt me uit de rolstoel en legt me op het verschoonkussen.
Hij trekt mijn maillot naar beneden en maakt de knoopjes van mijn rompertje los. Vervolgens maakt hij mijn luier los. Ik probeer tegen te stribbelen maar hij is veel te sterk. Hij tilt me op en legt me over zijn schoot. Ik krijg een flink pak slaag, mijn billen branden. Mijn vader lijkt met al zijn kracht te slaan. 'Dit zal je leren mij te gehoorzamen.' Ik gil en huil het uit. 'Ja jank maar, niemand kan je horen.'
Eindelijk houdt hij op met slaan. Hij brengt zijn mond vlak bij mijn oor en fluistert: 'ik verwacht dat jij je vanaf nu als een braaf babietje gedraagt. We hebben nu geen tijd, maar zaterdag is mammie er niet, ze gaat met een vriendin naar de bioscoop. Wij zijn dan samen thuis en jij gaat dan heel lief voor pappie zijn.
Anders heeft Pappie ook nog een paar andere straffen in petto.' Zwijgend kleedt hij me aan terwijl ik nog lig na te snikken.
Even later zitten we in de keuken als of er niets gebeurd is, behalve dan dat ik nauwelijks kan zitten en mijn billen in brand lijken te staan. Als mijn moeder weer binnenkomt ziet ze mijn betraande gezicht.
'Wat is er met Sophie gebeurd?' Vraagt ze. 'Die was weer eens stout, ik heb haar wat opvoedkundige tikken gegeven.' Mijn moeder kijkt vol ongeloof naar mijn vader en schudt haar hoofd. 'Henri, dat is toch niet de manier bij een babietje.' 'Dat bepaal ik anders zelf wel.' En hij trekt zich terug achter zijn krant. 'Nou kom maar Sophietje dan gaan wij lekker op bezoek.'

Niet veel later rijden we in het busje door het dorp. Inez woont blijkbaar aan de andere kant van het dorp. Het is bomenrijke laan met mooie statige huizen. Sommige zijn klassiek maar er zijn ook een aantal moderne. Inez woont in een moderne bungalow die er duur uit ziet.
Maar ja de ouders van Inez zullen ook wel genoeg geld hebben. Ik vermoed dat ook zij 2,5 ton hebben betaald voor Inez. We parkeren op de oprijlaan. Inez moeder heeft ons gezien en komt ons al tegemoet. 'Hallo, ik vind het zo leuk dat jullie er zijn.'
En ze begroet mijn moeder met drie zoenen. Ik krijg een knuffel. In de woonkamer ligt Inez op een spleelkleedje. Ze heeft een onesie aan en aan de bult in haar kruis te oordelen een flinke luier om. Ze ligt op een speentje te zuigen en kijkt onze kant op als we binnenkomen.
Ik zie geen blik van herkenning in haar ogen. 'Kom leg Sophie er maar gezellig naast' stelt de moeder van Inez voor. Mijn moeder tilt me uit de rolstoel en legt me op het kleedje naast Inez. 'Kijk nou wat een schatjes, even een foto maken.' En de moeder van Inez maakt met haar telefoon een foto.
Inez' moeder stopt een knuffeltje in mijn handen. mijn moeder en Inez' moeder drinken koffie en raken intensief aan de praat. Het klikt blijkbaar goed tussen de twee dames. Zelfs zo goed dat ik Inez' moeder op een gegeven moment hoor zeggen:
'Dan blijf je toch hier lunchen dan bestellen we lekker sushi.' Ok zegt mijn moeder. 'Maar Sophie moet zo wel haar middag slaapje doen.'
'Geen probleem, Inez ook, we leggen ze gewoon bij elkaar op de kamer van Inez.' De moeders staan op.'kom op dames tijd voor jullie middagdutje.' Inez wordt door haar moeder opgetild en mijn moeder zet mij in de rolstoel. De kamer van Inez ligt aan de zijkant van het huis. Inez wordt op het verschoonkussen gelegd. 'Zo, zo meisje dat is een volle. Ik zal jou eens een lekkere schone luier aan doen.' Even later ben ik aan de beurt. Mijn moeder ziet mijn rode billen en schrikt.
'Wat zijn die billen van Sophie rood.' Zegt de moeder van Inez. 'Ja Henri is nogal hardhandig.' 'Nou ik zou dat niet pikken.' 'Ik vind het ook heel erg, maar ik kan geen kant op.' Ik hoor een snik in de stem van mijn moeder.
Ook ik krijg tranen in mijn ogen. Ik besef, het kan zo niet verder. Zwijgend word ik verschoond. Ik krijg een lieve knuffel van mijn moeder. 'mammie zal er altijd voor je zijn.' Fluistert ze in mijn oor.
'Hoe doen we het met slapen? Vraagt ze opeens praktisch. 'Nou Inez gaat gewoon in haar ledikantje en Sophie kan op dit matrasje op de grond.' 'Maar dan kunnen we haar niet fixeren.' Zegt mijn moeder.
'Ach dat zal toch voor een keertje niet erg zijn?' Antwoordt Inez moeder. 'Nee daar heb je wel gelijk in. Het is meer een soort gewoonte.' Even later liggen Inez en ik in onze bedjes. We krijgen een dikke kus. ' en zoet gaan slapen meiden.'

Ik kan niet slapen, teveel emoties van vanochtend. Ik sta op. Het is lang geleden dat ik niet volledig was gefixeerd als ik in bed lag. Ik probeer contact te krijgen met Inez, maar die reageert niet. Ik ga boven haar bedje staan. Ze kijkt me lief lachend aan, met haar speentje in haar mond. Ik loop naar het raam en schuif de gordijnen een stukje weg. Het is de begane grond realiseer ik me opeens en er is een schuifpui. Ik kan hier naar buiten! Ik neem snel mijn besluit. Ik kleed me aan en haal Inez uit haar bedje. Ik kleed haar ook aan en zet haar in mijn rolstoel en maak de riempjes vast. Ik doe de schuifdeur open, duw Inez naar buiten en stap de vrijheid in. (wordt vervolgd)
 

luierdromer

Niet geschoten is altijd mis.
Ik ook, en wat mij betreft wordt Henry, goed hard op zijn nummer gezet.
Denk aan opgepakt wegens mishandeling, van zowel Sophie als zijn vrouw.
 

Peter1970

Superlid
De proefpersoon deel 21

Ik sta buiten, ik moet zo snel mogelijk weg van dit huis. Ik duw Inez naar de oprijlaan.
Gelukkig ligt de woonkamer aan de achterzijde van het huis. Ik kijk rond, aan de voorzijde ligt zo te zien de keuken. Ik zie niemand en waag het er op.
Zo snel als ik kan loop ik de oprijlaan af naar de straat. Op de straat ben ik achter de heg uit het zicht. Door het sprintje over de oprijlaan ben ik enigzins buitenadem. Het duwen van de rolstoel valt nog niet mee.
Ik kom een beetje op adem. Gelukkig blijft het stil rond het huis, ik ben niet gezien.

Ik begin aan de wandeling richting het dorp. Een oudere vrouw komt me tegemoet op de fiets, ze kijkt me vreemd aan. Als ze me voorbij fietst kijkt ze een paar keer om, ze fietst bijna tegen een boom.
Ik realiseer me dat ik mijn speentje nog in mijn mond heb. Het moet een bizarre vertoning zijn voor die vrouw.
Twee volwassenen verkleed als baby, waarvan een in een rolstoel.
Gelukkig fietst de vrouw door. Als ze gestopt was had ik niet met haar kunnen praten. Het spreken gaat wel iets beter sinds de medicijnen wat zijn afgebouwd, maar een fatsoenlijk gesprek is nog niet mogelijk. De vrouw zou vast gedacht hebben dat ik niet goed wijs was ben en misschien in de buurt gaan rondvragen en zo bij mijn moeder en die van Inez uitkomen.
Ik besef dat ik me een paar dagen moet zien schuil te houden tot mijn spraak weer terug is. Als ik geen medicijnen meer krijg gaat dit misschien best wel snel.
Ik moet in ieder geval van de openbare weg af. Ik ben teveel een bezienswaardigheid, de kans dat de volgende fietser wel stopt en mij aanspreekt is te groot. De huizen zijn hier best luxe met flinke tuinen.
Ik loop langs het huis van de buren van Inez. Er staat geen auto op de oprijlaan, misschien zijn de bewoners niet thuis.
Wellicht kan ik me hier in de tuin schuilhouden tot ik weer kan praten. Ik loop de oprijlaan op. Het is een groot klassiek huis. Ik kijk de door de ramen naar binnen. Het ziet er uit alsof er niemand thuis is. Ik loop door naar de achtertuin. Het is een enorme tuin met flinke struiken.
Hier kan ik me wel voorlopig verstoppen. Van achter de struiken kan ik het huis en de oprijlaan goed in de gaten houden. Inez vindt dit avontuur ondertussen wel best. Kraaiend van plezier zit ze in haar rolstoel.

Ik weet niet hoe lang ik hier al zit, maar na een tijdje zie ik mijn moeder en die van Inez de oprijlaan opkomen. Ze kijken zoekend om zich heen. Ze bellen aan bij het huis, maar er wordt niet gereageerd. Ze lopen door naar de achtertuin. Ik hoop maar dat Inez zich nu stil houdt. Ze kijken wat rond maar lopen vervolgens gelukkig weer weg. Ik haal opgelucht adem.

Een ding weet ik nu wel, er is niemand in het huis. De avond begint inmiddels te vallen en is er nog steeds niemand thuis gekomen, ik besef dat ik hier niet dagen in de tuin kan blijven. Inez begint ondertussen een beetje te jammeren, ze zal wel honger hebben. Volgens mij heeft ze ook gepoept en ik zelf moet inmiddels ook verschoond worden.
Ik heb spijt dat ik niet een paar luiers heb meegenomen.
Ik besluit nog eens bij het huis te gaan kijken. Ik check de achterdeur, die is dicht. Wel zie ik dat de sleutel aan de binnenkant in het slot zit. Het is zo'n ouderwetse deur met van die kleine ruitjes. Met een steen tik ik een ruitje in, en draai voorzichtig de sleutel om.

Ik ga naar binnen en kom in een grote woonkeuken. Het eerste wat ik moet doen is op zoek gaan naar iets om ons te verschonen en als luier te gebruiken, handdoeken of zo. Mijn luier hangt inmiddels zwaar tussen mijn benen en Inez stinkt een uur in de wind.
Ik zet Inez in de woonkamer en inspecteer het huis. Op de eerste verdieping vind ik in de badkamer voldoende handdoeken. Ik moet hier maar een beetje mee improviseren.
Ik kijk verder en kom in een meisjes kamer. Blijkbaar woont hier de dochter des huizes. Er hangen veel paardenfoto's aan de muur en er staat veel roze prullaria. Ik heb geluk. In de kast van het meisje vind ik een voorraadje Drynites, de grootste maat.
Blijkbaar heeft de dochter nog een bedplasprobleempje. Deze drynites zijn perfect, Inez en ik zijn allebei vrij tenger, die luierbroekjes zullen best passen.

Beneden aangekomen til ik Inez uit de rolstoe, leg haar op een van de handdoeken en begin haar te verschonen. Ze heeft flink gepoept, met wc papier veeg ik haar billen schoon, en trek haar het luierbroekje aan, het zit als gegoten. Inez lacht, ze is blijkbaar ook blij van die volle luier af te zijn.
Ik verschoon ook mezelf. Ik ben trots, we kunnen er weer even tegenaan. En nu wat te eten, denk ik. In de keuken vind ik de voorraadkast pasta en kant en klare tomatensauzen. Niet veel later zit ik Inez te voeren, ze geniet van de warme maaltijd en trekt weer een beetje bij.
Ik realiseer me opeens dat er natuurlijk elk moment iemand thuis zou kunnen komen. Ik ga op zoek naar pen en papier en schrijf op wat Inez en mij is overkomen. Tot dat ik weer kan praten moet dit voorkomen dat we zonder meer als niet toerekeningsvatbaar worden beschouwd.
Maar er komt gelukkig niemand thuis.

Aan het eind van de avond verschoon ik ons zelf nog een keer en gaan Inez en ik samen in het tweepersoonsbed liggen. Ik knuffel en streel Inez die daar duidelijk behoefte aan heeft. Ze glimlacht lief naar me. Langzaam valt ze een diepe slaap. Ik zelf lig nog lang wakker, ik denk over hoe het leven straks verder moet als we weer vrij zijn.
Ik kan me eigenlijk niet goed voorstellen dat ik geen luier meer zou willen dragen. Maar misschien komt deze gedachte wel door de medicijnen. We zullen wel zien denk ik. Als ik straks nog luiers wil dragen is dat in ieder geval mijn eigen keus. Uiteindelijk val ook ik in slaap.

De volgende morgen word ik wakker gemaakt door Inez. Ze zit op haar knieen naast me. Ik kijk haar aan, de blik in haar ogen is anders. Het lijkt wel of ze me weer herkent. 'Goeee moggge Inez' zeg ik. Ik schrik van me zelf, dit klinkt alweer best redelijk. 'Wa eeh mooi dahh is heh vandaahh, vin je nieh?' Dit klint zelfs al heel verstaanbaar, vind ik zelf.
Inez lacht en probeert wat terug te zeggen. Maar helaas zijn het bij haar nog alleen klanken. Maar desondanks zie ik bij Inez gelukkig ook de verbetering. Ik schat dat als ik het hier nog een dagje volhoud ik weer vrij normaal kan praten. Mijn hart maakt een sprongetje van vreugde. Maar de vreugde is van korte duur als ik plotesling de stem mijn van mijn vader hoor. 'Ik zie de rolstoel, volgens mij zitten ze hier.' (Wordt vervolgd)
 

Paddy

Superlid
Whaaaaaaaaaaaaahhh, waar kan ik een klacht in dienen? Dit kan je ons niet aandoen. De spanning is om te snijden en poef afgelopen.
!1 !1 !1 echt een top verhaal. Met een mooie lijn er in en goed geschreven. Ben blij dat je het met ons deelt ,./
 

Peter1970

Superlid
De proefpersoon deel 22

Mijn vader stormt de kamer in, gevolgd door een tweede man. De vader van Inez vermoed ik. Mijn vader kijkt mij woest aan. 'Daar ben je dan klein kreng' schreeuwt hij.
Inez wordt bang van het geschreeuw van mijn vader en begint te huilen. 'Henry doe eens rustig, je maakt ze helemaal bang' zegt de vader van Inez. En hij pakt Inez op en houdt haar troostend tegen zich aan.
Inez is blijkbaar blij haar vader te zien en ze kalmeert enigzins. 'Volgens mij zit Sophie hier achter' zegt mijn vader.
'Ik weet niet wat er aan de hand is maar volgens mij is ze tot meer in staat dan wat we denken, misschien dat de medicijnen zijn uitgewerkt.'
'Wat doen we nu?' Vraagt de vader van Inez. 'Ik denk dat we Sophie en Inez naar de kliniek moeten brengen voor onderzoek.' Ik schrik, ik wil niet terug naar de kliniek dan begint alles weer van voor af aan.

De vaders staan te overleggen hoe ze het verder zullen aanpakken en letten even niet op mij. Ik schiet overeind en sprint naar het gat van de deur. Helaas. Mijn vader heeft het door en pakt me bij mijn arm.
'Hier blijven jij!' Schreeuwt hij. 'Laah muh los' Ik probeer me los te rukken, maar hij is veel te sterk. Ik gil de boel bij elkaar en ook Inez begint weer te huilen.
'Ik weet wel raad met jou' zegt mijn vader. Hij legt mij over zijn schouder, mijn vuisten beuken op zijn rug. Mijn vader zet mij in de rolstoel en maakt alle riempjes vast, ik kan geen kant meer op. Ik scheld mijn vader uit voor alles wat los en vast zit. Mijn vader pakt een theedoek en rolt die op. Hij propt hem in mijn mond en knoopt deze achter mijn hoofd vast.
De theedoek trekt strak in mijn wangen en ik kan geen woord meer uitbrengen. Van woede springen de tranen in mijn ogen. 'We gaan naar de kliniek.' Zegt mijn vader. Even later lopen we de oprijlaan van het huis van Inez op.
Ik in de rolstoel en Inez, die de situatie niet echt lijkt door te hebben, op de arm van haar vader. Mijn vader duwt mij het busje in.

In de centrale hal van de kliniek staat directeur Joke Koenen ons al op te wachten, samen met een verpleegkundige. 'Door telefoon zei U dat er wat probleempjes waren met Sophie.'
'Ja, ze kan weer lopen en praten gaat ook heel behoorlijk, ze is samen met Inez bij ons weggelopen.' Antwoordt mijn vader. 'Jullie waren bezig om de medicijnen wat af te bouwen, misschien dat de oorzaak is. We zullen het onderzoeken.' De verpleegkundige stroopt een van mijn mouwen op, zoekt een ader en drukt er een injectienaald in. 10 seconden later wordt alles zwart.

Ik word wakker, het is donker. Ik heb het gevoel dat ik iets mis. Ik kan alleen niet bedenken wat. Ik voel een huilbui opkomen en barst in snikken uit. 'Wat is er Sophietje?'
Het is een stem die ik herken, maar door de duisternis kan ik niet zien wie het is. 'Waarom moet jij huilen? Oh, ik zie het al je bent je speentje kwijt.' Ik voel dat er een speentje in mijn mond wordt gedrukt, onmiddellijk kalmeer ik en val weer in slaap.

Ik word opnieuw wakker. Dit keer is het licht. Ik kijk om heen om te zien waar ik ben. Het is de babyruimte van de kliniek, ik herken de 6 bedjes aan elke kant.
In het bed naast me ligt Inez. Aan de overkant zijn nog twee bedjes bezet. Ik onderzoek mijn situatie. Ik leeg volledig vastgebonden.
Ik kan mijn voeten niet bewegen, en mijn polsen zitten met riempjes vast aan mijn tailleband. Ik voel wel dat ik kracht in mijn armen en benen heb. Ik probeer te praten, maar er komen alleen klanken uit.
Blijkbaar ben ik weer terug in de toestand toen ik de kliniek verliet. Aan het gevoel in mijn kruis te oordelen heb ik een luier om die allang niet is verschoond en heb ik ook gepoept.
'Goedemorgen Sophietje' hoor ik plotseling. Ik herken de stem van vannacht en zie nu ook de persoon. Het is Claudia een van de twee verpleegkundigen van de babygroep.
'Niet gedacht, dat ik jou hier nog eens zou zien, maar leuk dat je er bent.' Zegt ze. 'Ik zal eens beginnen met jou lekker te verschonen en daarna gaan we een lekker flesje drinken want je zult wel honger hebben.'

Ze maakt de riempjes los en tilt me van het bed op de komode. 'Nou, nou, dat is wel nodig' zegt ze, terwijl ze mijn rompertje open knoopt. Niet veel later ben ik verschoond en lig ik op de schoot van Claudia. Ze stopt het flesje in mijn mond en ik begin gretig te zuigen. Even later komt Joke binnen. 'Hoe is het met haar?'
'Volgens mij is ze weer volledig terug naar het babyniveau. Ik zie geen tekenen dat ze coordinatie heeft over armen en benen en toen ze wakker werd lag ze wat onsamenhangend te brabbelen, dus haar spraakvermogen is ook weer weg.'
'Goede zaak, we kijken het vanmiddag aan en anders kan ze morgen weer naar huis.' Zegt Joke en ze geeft me een aai over mijn wang. 'Je hebt ons wel laten schrikken kleine deugniet.'

Ik lig op het speelkleed samen met Inez en de twee andere babies. Inez is zo te zien ook weer volledig terug naar haar babyniveau. Ze herkent mij niet meer. Ik overdenk de situatie.
Als ik niks doe ga im morgen weer naar huis, naar mijn vader die zint op wraak. Maar als ik forceer dat ik hier kan blijven dan wordt waarschijnlijk de dosering van de medicijnen verhoogd, met het risico dat ik straks daadwerkelijk mijn armen en benen niet meer kan gebruiken.
Als dat eenmaal gebeurt ben ik echt reddeloos verloren. Ik besluit me als dociel babietje te gedragen, ook al betekent dat, dat ik morgen naar mijn verschrikkelijke vader terugga.

De volgende dag word ik al vroeg door Claudia gewekt. 'Wakker worden Sophietje, vandaag mag je naar huis.' Na het ochtend ritueel van verschonen, flesje en bordje pap word ik in de rolstoel gezet, de riempjes worden vastgemaakt.
Niet veel later rijden we door de gangen van de kliniek. In de kamer van Joke zitten mijn ouders al te wachten. Mijn moeder komt huilend op me af. 'Oh, Sophietje, meisje, ik heb je zo gemist en wat was ik ongerust.'
Ze streelt door mijn haar en aait over mijn wang. 'Ik krijg een brok in mijn keel, ik merk nu dat ik mijn moeder ook heb gemist.' Mijn vader keurt mij geen blik waardig.

'Nou gelukkig is alles weer goed gekomen met Sophie' zegt Joke. 'We hebben de dosering van de medicijnen weer teruggebracht naar het oude niveau.
Het was blijkbaar niet zo'n goed idee deze te verlagen. Ik denk dat we niet meer moeten experimenteren. Ik stel voor dat we de controle even wat vaker doen, ik denk aan eens per week.' Mijn ouders knikken. 'Nou het beste met Sophie, en nogmaals ik ben blij dat het zo is afgelopen. En jij niet meer stout zijn, he? Zegt Joke met een glimlach naar mij.
We lopen door de centrale hal. 'Oh wacht even Henry. Ik moet nog even naar het toilet.' Zegt mijn moeder en ze loopt weg. Mijn vader en ik staan alleen in de hal. Mijn vader brengt zijn gezicht vlak bij die van mij.
'Je begrijpt natuurlijk wel dat je straf hebt verdiend. Mammie is vanavond niet thuis en dan zal pappie eens wat tijd aan jouw opvoeding besteden. Ik denk dat jij dan maar eens moet laten zien dat jij ook heel lief voor pappie kan zijn en hem lekker moet verwennen.' Mijn vader kijkt mij indringend aan. Mijn maag draait zich om. Hoe kom ik hier onder uit? (Wordt vervolgd)
 

baby Robin

groot zijn is fijn, maar klein zijn is fijner
Grrr. Kan die vader niet eens "per ongeluk" een dosering van die medicijnen krijgen?
 
Thread starter Similar threads Forum Replies Date
H Meedoen als betaald medische proefpersoon. Pub 3
Similar threads

Bovenaan