Little Lost
Groot voor buiten, klein van binnen
Hi all!
Dit verhaal is langzaam gegroeid in mijn hoofd. Ik hoop dat jullie evenveel plezier beleven aan het lezen als ik heb van het schrijven. Ik hoor het graag!
---
Met een diepe zucht rol ik in bed. Mijn e-reader heeft nog nét genoeg batterij voor een hoofdstuk voor het slapen gaan, maar er zit nog teveel onrust in mijn hoofd en lijf om mezelf te kunnen verliezen in de andere wereld achter de woorden.
Vandaag was druk. Ik heb mijn administratie gedaan: wat mails met vragen die nog in de wacht stonden, afspraken ingepland die moesten (van de wereld, zoals de tandarts) en "moesten" (van mezelf, zoals vrienden die ik al een halfjaar niet gezien heb).
Boodschappen gedaan, kaartje gekocht voor een jarige vriendin en gepost, wat opruimen - je kent het wel. Vrij maar niet echt vrij... En tussen al deze, voor mij niet vanzelfsprekende klusjes door altijd gedachten op de achtergrond over gisteren, morgen, de toekomst en het verleden. Dingen die nog moeten gebeuren, dingen die al zijn geweest - en helaas vaak, onbewust, vooral de dingen die niet goed gaan.
Gelukkig weet ik dat dit allemaal even verdwijnt als ik slaap: de makkelijkste escape.
Na een paar keer draaien en de kat die zich naast me nestelt lukt het dan toch. Met Freddie, mijn grote knuffelhond aan mijn andere kant, verlies ik me in mijn boek tot mijn ogen zanderig aan beginnen te voelen en alle druk verdwijnt.
Ik voel dat het ochtend is.
De gordijnen, die ik zelf gemaakt heb, laten weinig licht door - maar door het raampje in de voordeur straalt de vroege zon de gang in, waardoor een gouden baan mijn slaapkamer in schijnt. Ik zucht tevreden en nestel me nog even dieper, de deken over mijn hoofd. Het holletje van mijn bed, de kat die inmiddels tegen mijn gezicht aan gekropen is en de bosdieren die vrolijk over mijn gordijnen heen huppelen.
.. Wacht even. Het is het patroon waarop die dieren blij lijken te doen, toch? Die kunnen toch niet écht over de stof bewegen? Ik wurm één oog open en gluur richting het gordijn.
De beer. De vossen en de konijntjes. Het huisje met de schoorsteen, bomen. Het zwijn en haar biggetjes die vrolijk scharrelen over de berg. Ik zie de neusjes wegzinken in het groen van de getekende heuvels, terwijl mama-varken gemoedelijk aan haar kroost snuffelt. De konijnen die verdwijnen in het gestippelde gras en de vossen die om elkaar heen dartelen, de glimlachjes op hun cartooneske gezichten helemaal blij.
Een grote gaap dringt zich naar buiten en met beide handen wrijf ik de slaap uit mijn gezicht. Met grote ogen kijk ik naar het tot leven komende bos op de stof. De dieren dansen, springen, graven en dartelen in de baan zonnegoud. Uit de schoorsteen komt een klein wolkje.
Maar dat kán toch helemaal niet? Een patroon op de stof ligt vast, zit ingeweven. Dat kan toch niet bewegen? Toch is dat wat ik zie - als een eenvoudige animatiefilm of de herhalende voorstelling van een kinderlamp, zo is het bos tot leven gekomen in het licht van de ochtendzon.
De rook van het huisje wordt vergezeld door een geluid. Ik hoor zachtjes wat pannen kletteren - het zal wel, als mijn gordijn in een prentenboek is veranderd kan daar vast ook geluid bij. En.. geur? Iets ZOETS?!
Echt waar, mijn neus bedriegt me niet: ik ruik de geur van iets lekkers wat gebakken wordt! HOE KAN DAT.
Van binnen bubbelt er iets. Alle zorgen van gisteren zijn ver weg, begraven door de neusjes van de zwijnen en vermorzeld in de stevige omhelzing van de beer - ik voel me licht en vrolijk! Enthousiast en nieuwsgierig besluit ik toch uit mijn holletje te kruipen en sla het dekbed van me af. De kat weet hoe laat het is en stuitert naar het voeteneinde.
Ik zwaai mijn benen over de rand van mijn bed en mijn blote voeten raken het koude laminaat. “Als dit een droom is, had ik daar best iets aan mogen doen,” mopper ik in mezelf. Snel trek ik mijn Nijntje-oodie van de Hema over mijn lichtgroene Bambi-nachthemd heen. Dit is warm genoeg - de zachte stof van de oodie komt nét voorbij de zoom van het hemd en strijkt langs mijn bovenbenen.
De bosdieren huppelen, de kat blèrt tegen me dat het 'm allemaal te lang duurt en dat ik normaal moet doen. En die koekjeslucht... Mijn nieuwsgierigheid wint, en ik sta op. Door de zonnige gang naar de keuken - alles lijkt verder min of meer normaal. Mijn blote voeten maken zachte pad-pad-pad geluiden op het namaakhout.
Dit verhaal is langzaam gegroeid in mijn hoofd. Ik hoop dat jullie evenveel plezier beleven aan het lezen als ik heb van het schrijven. Ik hoor het graag!
---
Met een diepe zucht rol ik in bed. Mijn e-reader heeft nog nét genoeg batterij voor een hoofdstuk voor het slapen gaan, maar er zit nog teveel onrust in mijn hoofd en lijf om mezelf te kunnen verliezen in de andere wereld achter de woorden.
Vandaag was druk. Ik heb mijn administratie gedaan: wat mails met vragen die nog in de wacht stonden, afspraken ingepland die moesten (van de wereld, zoals de tandarts) en "moesten" (van mezelf, zoals vrienden die ik al een halfjaar niet gezien heb).
Boodschappen gedaan, kaartje gekocht voor een jarige vriendin en gepost, wat opruimen - je kent het wel. Vrij maar niet echt vrij... En tussen al deze, voor mij niet vanzelfsprekende klusjes door altijd gedachten op de achtergrond over gisteren, morgen, de toekomst en het verleden. Dingen die nog moeten gebeuren, dingen die al zijn geweest - en helaas vaak, onbewust, vooral de dingen die niet goed gaan.
Gelukkig weet ik dat dit allemaal even verdwijnt als ik slaap: de makkelijkste escape.
Na een paar keer draaien en de kat die zich naast me nestelt lukt het dan toch. Met Freddie, mijn grote knuffelhond aan mijn andere kant, verlies ik me in mijn boek tot mijn ogen zanderig aan beginnen te voelen en alle druk verdwijnt.
~
Ik voel dat het ochtend is.
De gordijnen, die ik zelf gemaakt heb, laten weinig licht door - maar door het raampje in de voordeur straalt de vroege zon de gang in, waardoor een gouden baan mijn slaapkamer in schijnt. Ik zucht tevreden en nestel me nog even dieper, de deken over mijn hoofd. Het holletje van mijn bed, de kat die inmiddels tegen mijn gezicht aan gekropen is en de bosdieren die vrolijk over mijn gordijnen heen huppelen.
.. Wacht even. Het is het patroon waarop die dieren blij lijken te doen, toch? Die kunnen toch niet écht over de stof bewegen? Ik wurm één oog open en gluur richting het gordijn.
De beer. De vossen en de konijntjes. Het huisje met de schoorsteen, bomen. Het zwijn en haar biggetjes die vrolijk scharrelen over de berg. Ik zie de neusjes wegzinken in het groen van de getekende heuvels, terwijl mama-varken gemoedelijk aan haar kroost snuffelt. De konijnen die verdwijnen in het gestippelde gras en de vossen die om elkaar heen dartelen, de glimlachjes op hun cartooneske gezichten helemaal blij.
Een grote gaap dringt zich naar buiten en met beide handen wrijf ik de slaap uit mijn gezicht. Met grote ogen kijk ik naar het tot leven komende bos op de stof. De dieren dansen, springen, graven en dartelen in de baan zonnegoud. Uit de schoorsteen komt een klein wolkje.
Maar dat kán toch helemaal niet? Een patroon op de stof ligt vast, zit ingeweven. Dat kan toch niet bewegen? Toch is dat wat ik zie - als een eenvoudige animatiefilm of de herhalende voorstelling van een kinderlamp, zo is het bos tot leven gekomen in het licht van de ochtendzon.
De rook van het huisje wordt vergezeld door een geluid. Ik hoor zachtjes wat pannen kletteren - het zal wel, als mijn gordijn in een prentenboek is veranderd kan daar vast ook geluid bij. En.. geur? Iets ZOETS?!
Echt waar, mijn neus bedriegt me niet: ik ruik de geur van iets lekkers wat gebakken wordt! HOE KAN DAT.
Van binnen bubbelt er iets. Alle zorgen van gisteren zijn ver weg, begraven door de neusjes van de zwijnen en vermorzeld in de stevige omhelzing van de beer - ik voel me licht en vrolijk! Enthousiast en nieuwsgierig besluit ik toch uit mijn holletje te kruipen en sla het dekbed van me af. De kat weet hoe laat het is en stuitert naar het voeteneinde.
Ik zwaai mijn benen over de rand van mijn bed en mijn blote voeten raken het koude laminaat. “Als dit een droom is, had ik daar best iets aan mogen doen,” mopper ik in mezelf. Snel trek ik mijn Nijntje-oodie van de Hema over mijn lichtgroene Bambi-nachthemd heen. Dit is warm genoeg - de zachte stof van de oodie komt nét voorbij de zoom van het hemd en strijkt langs mijn bovenbenen.
De bosdieren huppelen, de kat blèrt tegen me dat het 'm allemaal te lang duurt en dat ik normaal moet doen. En die koekjeslucht... Mijn nieuwsgierigheid wint, en ik sta op. Door de zonnige gang naar de keuken - alles lijkt verder min of meer normaal. Mijn blote voeten maken zachte pad-pad-pad geluiden op het namaakhout.