Verhaal Klaar Jasper

toet

Superlid
Deel 1



Een zachte lentezon beloofde een mooie zomer. De kinderen waren terug aan het buitenkomen na de lange winter. Het was nog fris maar de rechtstreekse zonnestralen deden deugd en de jassen waren thuis gelaten. Zachtjes waren twee jongens met elkaar bezig, met opgestroopte mouwen verstopt achter een tuinhuis waar ze uit het zicht van het huis zaten, beschut tegen de wind en ongewenste blikken.

'Zo, dan zijn we nu bloedbroeders.' zei Dries terwijl hij zijn bebloede pols tegen die van Jasper duwde. Vol blijdschap keken ze naar elkaar. Het was Dries die de leiding genomen had in heel het gebeuren, maar Jasper ging er graag in mee. Ze waren sinds lang beste vrienden en deelden alle lief en leed. Als ze niet bij Dries thuis waren, dan waren ze twee straten verderop te vinden bij Jasper thuis of op het speelpleintje tussen beide gezinnen in. Vaak werd er een plaatsje extra aan tafel gedekt als Jasper of Dries in één van de twee huizen bleef hangen. Als Jasper of Dries op vakantie waren, en ze elkaar daardoor meer dan drie dagen niet konden zien, voelde ze beiden een grote knoop in hun buik vanwege het gemis.

'Nu we bloedbroeders zijn, mogen we niets meer van geheimen hebben voor elkaar en delen we alles.' vervolgde Dries. 'En als je een geheim van de andere verklapt, valt daardoor je hand af.' zei hij ook nog. Dries meende wat hij zei, maar Jasper was van dat laatste toch niet zo zeker. Maar het maakte voor hem geen verschil uit, het vertrouwen van zijn beste vriend zou hij nooit beschamen.
Het was Dries geweest die het hele gebeuren verzonnen had. Hij had er in een boek over gelezen hoe ze dat vroeger deden en begon er over tegen Jasper. Hij wilde graag bloedbroeders worden en Jasper deed volgzaam mee. Op vraag van Dries had Jasper een zakmes van zijn grote broer mee genomen en samen hadden ze zich verstopt achter het tuinhuis bij Dries. Dries had het ritueel helemaal uitgedacht. Eerst vragen aan de grote geesten om getuige te zijn. Vervolgens zweerden ze samen wat het betekende om bloedbroeders te zijn. 'Ik zweer dat ik mijn bloedbroer vanaf nu zal beschermen. Ik zal al mijn lief en al mijn leed delen met hem. Ik zweer dat ik hem altijd zal beschermen. Mijn geheim is zijn geheim, En het zijne zal ook het mijne zijn. Ik zweer dat ik nooit iets zal doen om het vertrouwen van mijn bloedbroeder te beschamen.' lazen ze wat haperend samen op van een briefje.
Daarna zegenden ze het mes. 'O grote geesten, aanschouw dit mes waarmee we onze band zullen verzegelen.' zei Dries terwijl hij het mes in de hoogte hield, in de richting van de zon. Dries nam het mes en sneed er mee in zijn onderarm. Niet dat het veel uitmaakte. Het mes was nogal bot en er was niet meer dan een striem zichtbaar waar op twee plaatsen een klein druppeltje bloed uit kwam. Dries besloot dat dat voldoende was. Het was pijnlijk genoeg, en nergens in wat Dries erover gelezen had stond hoeveel bloed er voor nodig was. Jasper herhaalde het ritueel bij zichzelf en bood zijn pols aan bij Dries, waarna hij die van hem er op legde. 'Zo, dan zijn we nu bloedbroeders.'
Jasper kuiste het mes af aan zijn broek, klapte het mes dicht en stak het terug in zijn zak. De twee vrienden gingen naast elkaar zitten en zogen beiden op hun wonde om het bloed af te kuisen.
'Ik ben blij dat we nu bloedbroeders zijn.' zei Dries. Jasper knikte overtuigend van ja. Hij was nooit een grote prater geweest, maar dat vormde geen probleem voor hun vriendschap. Ze begrepen elkaar.

'Dries, komen eten!' riep Kathy, de moeder van Dries. Vlug snelden Dries en Jasper naar het huis van Dries. 'Ah, ben je er ook Jasper?' zei Kathy. 'Weet je mama dat?' Jasper knikte vlug van ja, hij had inderdaad iets in die aard naar zijn moeder geroepen vanmiddag voor hij vertrok. 'Schuif maar aan Jasper, ik stuur je mama een berichtje. Welke van je twee mama's zijn thuis?' ging Kathy vervolgens door.
'Mama Helga is thuis.' zei Jasper. 'Mama Celine moet werken vandaag.'
Kathy nam vlug haar GSM en stuurde een berichtje door naar Helga. <<Jouw varkentje krijgt vandaag hier zijn voer. ;-) >> en het antwoord van Helga kwam spoedig.
<<Dank je wel, stuur dat aapje van jou morgen maar naar hier, dan krijgt hij hier zijn rantsoen.>> Het was sinds hun kinderen naar school gingen dat ze elkaar hadden leren kennen, maar ze kwamen goed met elkaar overeen.

Terwijl Kathy bezig was met berichtjes uitwisselen met zijn mama, nam Jasper een extra bord en bestek en zette dat op tafel. Dries nam ondertussen nog een glas en vlug zaten ze met zijn vijven aan tafel. Heleen, de grote zus van Dries, en hun vader was er ook. 'Oh Dries en Jasper. Jullie handen zijn nog vuil. Kom je mee naar de kraan? Ik help wel even.' Heleen was dertien, vijf jaar ouder dan Dries en Jasper. Ze was zo een overbezorgd type zus dat heel beschermend was over Dries. Als Jasper er was maakte dat haar alleen maar gelukkiger, want dat wilde zeggen dat ze twee 'slachtoffers' had voor haar goede bedoelingen en voornemens in plaats van één. Jasper en Dries lieten haar meestal wel doen. Het kon wel handig zijn als ze ergens hulp voor nodig hadden, maar soms was dat bemoederende toch wel storend veel.
Gezellig werd de tijd aan tafel volgepraat. Na het eten bleven Dries en Jasper binnen spelen. Dries haalde de Lego van zijn kamer en in de living begonnen ze aan de bouw van een kasteel dat hopelijk de aanval van een draak kon weerstaan. Jasper had vroeger nog gevraagd of ze niet gewoon op Dries zijn kamer konden gaan spelen, maar dat heeft nooit gemogen. Na een tijdje vroeg Jasper dat niet meer. Ander huis, andere regels, dacht hij stilletjes.

Na een uurtje bouwen rinkelde Kathy haar GSM. <<Dat varkentje van mij mag op stal. Het is morgen ochtend vroeg training voor hem en hij moet vroeg op. Stuur je hem? Grtz Helga>> Kathy draaide zich meteen om naar de jongens. 'Kom Jasper, tijd om te gaan slapen stuurt je moeder. Beter thuis in je eigen bed dan hier. Is het niet?' 'Zal wel' antwoordde Jasper beteuterd. Hij had enerzijds graag nog wat langer blijven spelen. (het kasteel was nog niet af) en anderzijds wilde hij eigenlijk wel graag eens mee bij Dries blijven slapen. Hij had dat al verschillende keren gevraagd maar het was er nooit van gekomen. Er was altijd wel een reden geweest. (Het is morgen school, er is training morgen, Dries is moe van vorige nacht en moet zeker goed slapen nu,...) Reden na reden werd elke uitnodiging of voorstel afgeslagen en nooit was het er van gekomen. Uiteindelijk had Jasper het opgegeven om te vragen.
'Hop Jasper. Jas en schoenen aan en naar huis. Je mama wacht.' Dries nam afscheid van Jasper terwijl die zijn spullen aan deed. 'Kom Dries. Hup jij, naar boven. Je kan dan ook meteen gaan slapen.' eindigde Dries zijn mama terwijl ze vlug Jasper hielp met het dichtknopen van zijn veters. Kathy keek op straat nog na of Jasper goed overstak waarna ze naar binnen ging om haar zoon in bed te steken.

Jasper kwam goedgezind thuis. 'Fijn gespeeld bij Dries?' vroeg Helga aan haar zoon toen die binnenkwam. Jasper knikte opgewekt van ja. 'Ik vind het altijd jammer als het gedaan is.'
Helga ging samen met Jasper naar boven om hem klaar te maken voor bed. Pyjama, tanden poetsen, wc en tot slot nog een verhaal. Jasper kan natuurlijk zelf al lezen, maar gezellig voorgelezen worden (met mama die van die fijne stemmetjes doet) maakt het allemaal nog net iets leuker.
 

toet

Superlid
Dag Allen,
Bedankt voor de fijne reacties. Hieronder zie je deel 2 staan. Ik wil ook @carg85 bedanken voor het lees en verbeterwerk dat hij gedaan heeft voor mij.
Als jullie iets van fouten in het verhaal, spelling, schrijfwijze opvalt, of voor de Nederlanders, als ik iets te veel Belgische spreektaal gebruik die niet meteen duidelijk is wil ik je graag uitnodigen om dat hier of via PM te delen. Ik kijk uit naar positieve opbouwende commentaar.

Geniet er van. Deel 2 is hier onder en ik heb nog redelijk wat klaar staan om te verbeteren en te publiceren.

Met vriendelijke groet,
Toet

Deel 2


Een week later zaten Dries en Jasper 's middags opnieuw achter het tuinhuis. 'Weet je nog van vorige week?' vroeg Dries aan Jasper. Jasper keek verbaasd op naar Dries. Hij wist nog wel wat ze hier vorige week gedaan hadden, iets dergelijks belangrijk zou hij niet licht vergeten. Een bloedeed is iets voor het leven. Jasper geloofde in de hele boodschap met lief en leed delen, geen geheimen hebben voor elkaar. Maar waarom moest Dries nu zo ongemakkelijk heen en weer zitten schuiven? Jasper werd ongerust dat er iets ergs aan de hand was.

'Weet je nog dat we gezworen hebben dat we geen geheimen voor elkaar gingen hebben?' vroeg Dries verder terwijl hij zachtjes rood kleurde.
'Natuurlijk weet ik dat nog. Dries. Jij en ik. Wij zijn bloedbroeders. Je mag me alles vertellen en ik heb gezworen dat ik het nooit aan iemand anders ga doorvertellen.' antwoordde Jasper daarop. Jasper had niet over dat antwoord moeten twijfelen. Hij meende het met heel zijn hart.
Dries keek scherp alle kanten op om zeker te weten of er niemand in de buurt was. Toen Jasper zag waarmee hij bezig was keek hij zenuwachtig ook vlug om het hoekje van het tuinhuis, maar daar was ook niemand te zien.
'Kom hier.' fluisterde Dries zachtjes. Jasper verzette zijn billen wat en kwam met zijn oor naar voren om Dries te kunnen verstaan.
Jasper was bang om wat ging komen. Dries had zich nog nooit zo geschaamd om iets te vertellen.
'Ik doe 's nachts nog pipi in bed en je hebt beloofd om dat aan niemand te vertellen.' fluisterde Dries dringend en gehaast in Jasper zijn oor. Jasper keek verbaasd naar Dries. Plaste hij nog in bed? Dat waren toch alleen maar baby's die dat deden? Jasper wist niet goed wat hij met deze info aanmoest. Hij ging het wel voor zich houden, Dries was immers zijn beste vriend, maar wat moest hij er mee? Waarom vertelde Dries dat? Allemaal vragen die door het hoofd van Jasper aan het spoken waren.

Dries keek ongerust terug naar Jasper in afwachting van een reactie. De stilte, hoe kort ook, was pijnlijk en deed hem voor het ergste vrezen. 'Nu je dat weet mag je hier wel blijven slapen.' voegde Dries er stilletjes aan toe. Dat deed het dubbeltje vallen naar de goeie kant voor Jasper. 'Echt, mag ik blijven slapen? Graag! Eindelijk!' riep Jasper uit. 'Ik ga vragen aan jouw mama of ze een bericht stuurt naar die van mij om te vragen of dat mag.' ratelde Jasper er meteen achteraan. Het bedplassen al vergeten spurtten de beide kinderen naar binnen om de goedkeuring van de ouders te krijgen.
'Mama, mag Jasper hier blijven slapen?' vroeg Dries. Dries zijn mama bleef even staan denken. Morgen moesten ze er redelijk op tijd uit, een bezoek naar opa en oma, dus paste het eigenlijk niet zo. Maar het was de eerste keer dat Dries een vriendje vroeg om te blijven slapen. Ze wist wel waarom, hij schaamde zich rot voor dat bedplassen. Het kwam eigenlijk niet goed uit maar de eerste stap mag je toch echt niet ontmoedigen. 'Voor mij is het goed, maar we gaan het ook eerst nog vragen aan de mama van Jasper.”' zei Kathy. 'Weet wel Jasper, dat je morgen ochtend vlug naar huis moet, want wij gaan weg. Ga maar verder spelen, ik stuur een berichtje naar je mama.'

<< Hey, mijn aapje heeft gevraagd aan jouw varkentje om hier te blijven slapen. Kan dat? Grts Kathy>>
<< Voor mij is dat goed. Kent mijn varkentje het probleem van jouw aapje? Grts Helga>>
<<Ik weet het niet. Ik spreek hen straks aan. K>>
<<Stuur je mijn varkentje daarna naar huis? Dan geef ik hem een zak mee met wat slaapspullen. H>>
<<Ok, is goed. Ik heb hier een kussen en lakens op reserve, dat hoef je niet mee te geven. K>>
<< Dat is goed, tot hoe lang mag hij blijven? H.>>
<< Ik stuur hem tussen 9 en 10u terug. We worden verwacht bij mijn schoonouders morgen middag. K>>
<< Dat is goed, ik zie hem wel komen.>>
Nadat de berichtjes uitgewisseld waren ging Kathy, de mama van Dries op zoek naar haar zoon en Jasper. 'Ik heb net een paar berichtjes gewisseld met Helga. Jasper, het is voor haar ook goed, je mag hier blijven slapen van je mama.'

'Joepie!' riepen de twee jongens in koor. Ze hadden er zin in. Dries was wel wat ongerust over hoe de avond zou verlopen. Hij had wel gezegd tegen Jasper dat hij in bed plaste, maar niet wat er allemaal bij hoorde.
'Jasper, er is wel nog iets dat ik je moet vertellen van Dries.' Dries werd rood want hij wist meteen wat er ging komen.
'Dries heeft mij juist verteld dat hij 's nachts in bed plast.' was Jasper Kathy voor.
Kathy glimlachte. 'Dat is inderdaad waar. Heeft hij ook verteld dat hij daar niets aan kan doen?'
'Nee, nog niet, hoe bedoel je?' vroeg Jasper daarop.
'Bij het ene kind gaat bedplassen vlug over vanzelf, bij andere kinderen duurt dat langer. Dat is iets heel normaals. Er zijn veel kinderen die in bed plassen, maar niemand weet dat van een ander omdat niemand daar iets over zegt. Bij jou in de klas zullen er behalve Dries waarschijnlijk nog twee of drie andere kinderen ook in bed plassen.'
'Dat wist ik niet, ik dacht dat dat alleen maar hele kleine kinderen waren.' zei Jasper voorzichtig, twijfelend om zijn beste vriend niet te beledigen.
'Natuurlijk niet. Sommige grote kinderen, zelfs nog groter dan jullie hebben ook dat probleem.' verzekerde Dries' moeder tegenover Jasper.

Dries stond er wat beteuterd bij. Hij hield er niet van als zijn moeder zijn 'nachtelijk probleempje' besprak met iemand anders, zelfs al was dat zijn beste vriend.

Ervan verzekerd dat Jasper goed begrepen had dat Dries er niets aan kon doen, en Dries verzekerd dat hij zich daar dus echt niet voor hoeft te schamen, stuurde ze beide kinderen naar Jasper thuis zodat ze zijn spullen konden gaan afhalen. Gewapend met pyjama, knuffel, tandenborstel, tandpasta en een set verse kleren voor de volgende dag kwamen Jasper en Dries terug bij Dries thuis.
'Breng die spullen maar meteen naar boven. Ik kom helpen met je bed klaar te maken.' Jasper volgde Dries voorzichtig naar boven. Hij was nog nooit boven geweest en keek nieuwsgierig rond op de kamer. Hij zag de bakken met speelgoed staan, een bureau met zijn schoolwerk, bed, nachtkastje en twee grote kasten. 'Amai, zo groot en mooi.' zei Jasper terwijl hij langzaam ronddraaide en zich daarna neer zette op bed. 'Waarom mocht ik hier nooit komen?' vroeg hij terwijl hij met zijn hand op de matras dat rare ding voelde dat zo een vreemd lawaai maakte.
'Daarom, zodat je dat plastic over de matras niet zou voelen.' zei Dries met rode kaken. 'Dat is bescherming voor de matras. Je zou dan geweten hebben dat ik in bed plaste.'
'Is toch niet erg?' vroeg Jasper. 'Ik ben zo blij dat ik bij jou mag blijven slapen nu.'

Dries zijn mama kwam binnen met een plooibed en een stel lakens. 'Hier Jasper, doe je jouw kussen in de kussensloop?' vroeg ze terwijl ze zelf in de weer ging met matrasbeschermers en lakens. Een paar minuten later stond het bed mooi opgesteld.
Dries etaleerde Jasper zijn knuffel nog mooi op het hoofdeinde en nadien daalden ze de trap af richting de living.
Met alles in orde nu gingen de jongens aan de slag met het legokasteel waar ze de week voordien aan bezig geweest waren. Er moest nog flink wat muren en een zo hoog mogelijke toren gebouwd worden. Vandaar kon de katapult het kasteel zeker beschermen tegen de draak.

Na het avondeten werkten en speelden de jongens nog even door, tot het tijd werd om te gaan slapen. 'Hier Jasper. Neem je pyjama en ga maar naar de badkamer. Dries, welke pyjama wil jij?' Jasper vertrok naar de badkamer om zich om te kleden en zijn tanden te poetsen. Terwijl hij bezig was met zijn tanden te poetsen hoorde hij naast de badkamer de wc gaan. Even later kwam Dries in zijn pyjama binnen en nam hij zijn tandenborstel. Hij had blijkbaar zijn pyjama al op zijn kamer aangedaan. Jasper ging nog naar de wc en toen naar Dries zijn kamer. De mama van Dries was al aan het wachten en had een voorleesverhaal in haar handen. Jasper zijn ogen begonnen te twinkelen. Hij hield van verhalen. 'We wachten nog even op Dries, en als hij klaar is beginnen we.' Dries kwam kort daarna de badkamer uitgelopen en nestelde zich aan de andere kant van zijn mama. Kathy deed het boek open en begon. 'De ridderprinses. Er was eens een Prinses, sterker en stoerder dan...'
De jongens genoten van het verhaal van het begin tot het einde. Ze kregen elk nog een 'slaap lekker zoen' en het licht ging uit.
Jasper lag te draaien in zijn bed. Hij was het niet gewoon, een andere kamer, een ander bed. En hij was nu ook wel benieuwd naar dat bedplassen van Dries. Hoe zou dat er uit zien? Jasper zijn hoofd liep over van de vragen, maar hij durfde niet te beginnen. Dries zijn papa was heel streng geweest. Als hij één keer naar boven naar de slaapkamer moest komen omdat ze te veel lawaai maakten, was dit meteen ook de laatste logeerpartij. En Jasper hoopte dat er na deze eerste nog vele zouden kunnen volgen.
Het duurde dan ook even voor hij zijn rust vond, maar de rustige ademhaling van Dries werkte toch wat aanstekelijk en uiteindelijk viel hij ook in slaap.

Jasper werd wakker van het licht dat tussen de gordijnen uitkwam. Thuis moest hij altijd blijven liggen tot het 8 uur was, maar hier zag hij nergens een klok staan. Voorzichtig probeerde hij naar Dries te kijken om te zien of hij al wakker was. Doordat het logeerbed een stuk lager was zag hij niets. Voorzichtig probeerde hij zich recht te zetten, maar het bed maakte vreselijk veel lawaai bij die beweging. Jasper stopte daarom maar en bleef rustig liggen. Hij dacht dat hij met het lawaai van dat bed zeker de ouders van Dries ging wakker maken, en dat wilde hij niet. Hij ging zich zo flink mogelijk gedragen dat hij zeker nog mocht blijven slapen.
Jasper bleef nog (naar zijn gevoel) vijf minuten liggen. 'Dries, ben je wakker?'
Jasper luisterde even na zijn gefluister en hoorde niets. Hij zou misschien niet hard genoeg gefluisterd hebben. 'Dries, ben je wakker?' volgde nog een keer, deze keer wat luider. Nu moet Dries het zeker gehoord hebben. Jasper hoorde nu inderdaad beweging in het bed van Dries. Dries draaide zich om waarbij er van alles ritselde. Er kwam ook een zacht gemompel van het bed af dat niet duidelijk genoeg was om te verstaan.
'Dries, luider, ik versta je niet.' zei Jasper nu meer dan dat hij fluisterde tegen Dries. 'mja, watiser, ishetaltijd?'
'Sliep je nog?' vroeg Jasper aan Dries. Jasper begon stilletjes zijn fout in te zien. Maar Dries was nu toch wakker en ze begonnen te spelen. Niet veel later (of zo voelde het toch) kwam de mama van Dries binnen en was het ook echt tijd om op te staan.

Kathy had een druk programma en maande de kinderen tot spoed aan.
'Jasper, ga maar naar beneden en begin maar te eten. Helga komt binnen een half uurtje je ophalen. Dries moet mee met ons, we gaan op bezoek bij zijn opa en oma.'
Beneden aan tafel zat Heleen al te eten. 'Zet je maar neer. Ik zal je boterham wel smeren voor jou. Wat wil je er op?' vroeg ze aan Jasper.
Jasper koos voor die rare blauw-witte knetter smeerpasta. Hij had die nog maar één keer eerder gegeten en vond die wel leuk smaken.
Terwijl dat Heleen bezig was met smeren kwam de rest van het gezin ook naar beneden. Dries had ondertussen zelfs al zijn kleren aan!
Jasper was juist het laatste van zijn boterham aan het wegknabbelen toen zijn moeder aan de deur stond. 'Ga je vlug gaan omkleden Jasper, wij gaan dan ook weg.' zei Kathy.
Vliegensvlug was Jasper boven en in zijn kleren. Hij nam nog vlug afscheid van de familie en wandelde met zijn mama naar huis. Er werd nog even getoeterd en gezwaaid toen Dries met zijn gezin voorbij reed. 'Mag Dries volgende week bij ons komen?' vroeg Jasper verlangend aan zijn moeder terwijl hij de auto achterna keek.
'Dat zal wel lukken, we spreken wel af' kwam het antwoord.
Jasper glimlachte een brede lach en liep huppelend aan de hand van zijn mama naar huis.
 
Laatst bewerkt:

toet

Superlid
Deel 3

De eerstvolgende schooldag werd gestart met het maken van de plannen voor het volgende weekend. Dries ging 's morgens al komen, ze gingen met het hele gezin op daguitstap naar een bos in de buurt gaan waar Jasper de perfecte geheime plek wist om een kamp te bouwen. Niemand anders wist die te vinden in dat speelbos. Daar was Jasper zeker van.
Ze waren bezig met een minuut tot minuut planning aan het uitschrijven tijdens de les op een kladpapiertje van Dries toen ze tot orde werden geroepen door de leerkracht. 'Opletten jongens. De les is hier bezig' gromde de meester. Het was hem al van in het begin opgevallen dat de jongens vooral met elkaar bezig waren. De meester liep tot aan de bank van Dries en nam het papier bij hem. Zonder dat papier zelfs maar een blik waardig te gunnen schoof hij het de oud papierbak ik voordat hij verder ging met zijn les.
'Jasper, 56 gedeeld door 7, hoe veel is dat?'
Jasper was gelukkig goed in rekenen. Zijn correcte 'acht!' klonk meteen na de vraag luid en duidelijk door de klas. De meester ging verder en vroeg aan een meisje dat een paar banken verder zat de volgende opgave. 'Marie, 9 maal 9, hoeveel is dat?'
Jasper gaf een knipoog naar Dries en fluisterde 'Morgen doen we wel verder.'

Toen de volgende schooldag de bouwplannen van het kamp werden afgepakt waren Jasper en Dries boos. Al hun denkwerk weg! Gisteren de tijdsplanning, vandaag de bouwplannen. Ze probeerden stilletjes af te spreken en te fluisteren en deden echt hun best om de les niet te storen.

De derde schooldag geraakten ze hun materiaallijst kwijt tijdens de les nederlands en de vierde schooldag van die week werd tot hun verbazing de zelfgemaakte kaart van het gebied rond het kamp afgenomen. Besefte hun leerkracht dan echt niet waar de prioriteiten lagen?
Al het werk dat ze gedaan hadden de voorbije week werd dunnetjes de vrijdagmiddag tijdens de speeltijd overgedaan. Jasper en Dries zaten onder het afdak op de speelplaats in kleermakerszit met gebogen hoofden tegenover elkaar 'Nu hebben ze tenminste geen reden meer om ons werk af te pakken.' gromde Dries tussen zijn tanden. Jasper knikte voorzichtig. Met het puntje van zijn tong tussen zijn lippen was hij juist bezig de kaart te hertekenen. Tijdens de speeltijd mochten ze altijd vrij doen wat ze wilden.
'Jasper. Dat is je schoonschrift dat je daar vast hebt. Wat doe je nu!' brieste een moegetergde leerkracht boven de hoofden van de twee kinderen uit. Ze waren al heel de week meer bezig met elkaar dan met de lessen. 'Had je nu gewoon achter papier gevraagd! Geef hier dat schrift.'

Teleurgesteld gaf Jasper zijn schoonschrift af. Weer al hun werk voor niets. Maar zo standvastig de kinderen hun voorbereiding wilden maken, zo variabel is het weer. Toen Dries de volgende dag 'smorgens bij de start van de logeerpartij van onder een paraplu aanbelde bij Jasper was er in plaats van de beloofde lentezon enkel wolken, regen en veel wind te zien. Het bos was afgesloten omdat de kans op vallende bomen en takken te groot was door het stormweer en de uitstap was dus geannuleerd.
Liggend bij een spelletje Hotel werden de gekste soorten van straf besproken die ze de weerman konden aandoen. Uiteindelijk gingen ze een vals huwelijksaanzoek doen tussen hun meester en de weervrouw. Dat waren uiteindelijk degenen die hun weekend gekelderd hadden.
Hotel werd afgewisseld met elektrische race-auto's, monopoly, een bed opmaken, Playmobil, gewone auto's en een spelletje Goudzoekers.

Het enige wat vreemde moment was als Dries zijn bed opmaakte. Zoals gebruikelijk strooide en gooide de slordige Dries alles in het rond, zijn knuffel bijvoorbeeld kaatste hij via het plafond het bed in. Zijn tandenborstel en tandpasta mikte hij vanop 3 meter naar de lavabo en bleven op respectievelijk een halve meter en 30 cm van het doel liggen.
Maar op het moment dat hij zijn pyjama nam en deze richting het bed wilde gooien, bedacht hij zich. Voorzichtig liep hij tot aan zijn hoofdkussen en schoof zijn pyjama als het mooie pakketje dat het was met veel zorg onder zijn hoofdkussen. Daarna vlogen de propere kleren voor de volgende dag richting de stoel.
Jasper keek even verbaasd waar die pauze in Dries zijn normale doen vandaan kwam. Maar vlug werd de aandacht verschoven naar een volgende activiteit en was het moment vergeten.

Enkele uren en een figuurlijk ontploft huis later lagen de jongens lam in de zetel, de verveling nabij.
'Kom schuif op snotneuzen.' Gert, de grote broer van Jasper kwam binnen en liet zich zoals altijd, meteen gelden. Hij wilde altijd het beste plekje in de zetel. En dat was nu net het plekje waar Jasper zat. Jasper wist wel dat hij Gert zijn plekje moest vrij laten, maar op één of andere manier leek Jasper altijd op Gert 'zijn beste plekje' te zitten.
Jasper maakte een rol uit de zetel en krabbelde vlug uit de weg in de richting van Dries om niet verpletterd te worden onder Gert. De 'Schuif op' was de enige waarschuwing die hij kreeg en Jasper wist dat het haasten geblazen was wilde hij geen grote of kleine consequenties van zijn broer te verdragen hebben.
Gert was dubbel zo oud, dubbel zo sterk, dubbel zo zwaar,... Hij genoot van de macht die hij had over die twee 'kleine etterbuiltjes.' of 'snotneuzen' zoals hij het wel eens zegt.
Gaan klikken bij Helga, de mama van Jasper hielp wel kort, maar later op de dag of de volgende dag maakte Gert altijd goed duidelijk waarom dat klikken 'ongewenst gedrag' was en welke consequenties dat had. Dat 'ongewenste gedrag' moest voor Gert dus zo vlug mogelijk op een liefst zo origineel mogelijke manier de kop ingedrukt worden. Origineel voor Gert betekende meestal een combinatie met handen of voeten en pijn.
Gert leefde dan ook volgens de standaard dat klein, schattig en lief per definitie niet bij kleine broers horen. Hij had enkele levensmotto's waar Gert zo goed mogelijk naar toe leefde. 'De sterkste staat vanboven' 'Als je niet kan winnen dan moet je valsspelen.' en tot slot ook: 'Opgroeien en groot worden is de remedie op alles.'
Wat hij zelf toen hij nog 8 jaar was perfect normaal vond, vind hij nu als 16 jarige, al deze dingen voor kleuters en baby's. Niemand mag zeggen dat hij als 8 jarige nog plezier had met lego, playmobil of op speeltuinen spelen.
Kortom: Gert en Jasper ontkenden het liefst elkaars bestaan en het samenleven gebeurde op basis van wankele en vooral scheefgetrokken machtsverhoudingen.

Gert zapte weg van het kinderkanaal waarmee de twee jongens hun verveling probeerden weg te kijken en ging door naar een serie over het meest oninteressante onderwerp dat er was. Traag sjokten ze weg van de zetel naar de keuken op zoek naar iets anders.
Helga was bezig met de laatste voorbereiding voor het avondeten. 'Goed dat jullie er zijn jongens. Als je nu je pyjama gaat aandoen mogen jullie na het avondeten nog even Mario Karts spelen. Anders zal het na het eten bijna meteen tijd zijn om te gaan slapen.' Dries en Jasper moesten niet twijfelen. Dries had thuis geen Nintendo en meestal mochten ze van de ouders van Jasper geen elektronische spelletjes doen als Dries er was. Vliegensvlug stormden de twee jongens naar boven. Jasper haalde zijn lievelings- onesie uit de kast. Dries liet van de kamerdeur tot aan het bed een spoor na van kledingstukken en was al bezig met het bovenstuk aan te trekken van zijn pyjama als Jasper binnen kwam.
Jasper zette zich neer op bed om zijn kousen uit te trekken toen hij voor zich Dries zijn pyjamabroek zag nemen. Opgewonden als Dries was, was hij vergeten welk 'pakketje' er nog tussen zijn pyjamabroek gevouwen was. Terwijl Dries een ruk gaf aan de broek schoot er nog een kledingstuk en iets wits van tussen de broek. Met een rood hoofd dook Dries er achter aan en moffelde beiden vlug weg onder de lakens.
Met Jasper die er vlak naast zat was de poging om het stiekem te doen al bij voorbaat mislukt natuurlijk.
'Wat is dat?' vroeg Jasper terwijl hij het dekbed wegtrok.
'Mijn luier voor als ik in bed plas.' stamelde Dries terwijl hij het dekbed er terug bovenop wilde trekken.
“'Is dat niet te klein voor jou?' vroeg Jasper, Dries zijn poging het te verstoppen negerend en de luier vastnam. 'Past dat? Ik wist niet dat het zo groot bestond?' Jasper zijn interesse was gewekt. Hij keek goed naar de voorkant. Er was een tekening van een leeuw op met vanboven een blauw-groene strook...
Dries stond met tranen in de ogen te kijken hoe Jasper zijn geheim had ontdekt.
'Ik wist niet dat je dat draagt' zei Jasper terwijl hij de pamper draaide om langs alle kanten te voelen en bekijken.
Dries gooide zijn grote frustratie er uit. 'Ja, ik draag die. Als enige op héél de wereld van iedereen die 8 is. Mama zegt wel dat er nog zijn maar ik geloof haar niet. Ik heb nog nooit iemand anders gezien met een pamper aan!'
Jasper keek even bedenkelijk naar Dries. 'Ik ook niet' antwoordde hij nadat hij lang had nagedacht en niemand anders kon bedenken. Dries was ook de enige waarvan hij wist dat die nog in bed plaste.
Dries liet de tranen van vernedering nu vrijelijk stromen over zijn wangen. Hij voelde zich zo ongelukkig. Hij voelde zich alleen op de wereld.
Jasper keek ongemakkelijk naar Dries. Hij merkte de tranen op en hij probeerde op zijn stappen terug te keren. 'Zou je echt de enige zijn? Maken ze die pampers speciaal voor jou?' vroeg hij stilletjes.
Dries haalde zijn schouders op. 'ik weet het niet. Ik ken niemand. Ik heb nog nooit iemand zo groot als mij gezien.' snikte Dries met lange uithalen tussendoor.
Jasper kon het niet aanzien, Dries zijn verdriet en hij wilde zijn best doen om Dries op te beuren. 'Er moet toch iemand zijn.'
'Nee, ik heb dat nog nooit iemand zien aandoen. Ik ben echt alleen!'
'Je bent niet alleen. Ik ben hier toch?' Zei Jasper terwijl hij Dries vastnam om te troosten. Jasper had het nog niet helemaal goed begrepen.
'Maar jij hebt nooit een pamper aan!' gierde Dries.
Jasper was er stil van. Hij had inderdaad nooit een pamper aan.

De jongens kleedden zich in stilte verder aan. Dries na snikkend over alles wat gebeurd was, Jasper denkend aan alles wat hij juist gezien en gehoord had. Het was veel om te bevatten.
Dries moffelde nog vlug zijn luier en nog iets dat leek op een T-shirt onder het dekbed en samen daalden ze de trap af en vervolgden hun weg richting keuken.
Helga keek verbaasd naar de jongens toen ze terug waren. Het gebruikelijke gebabbel was veel minder dan normaal en Dries zijn ogen stonden wat rood en gezwollen. 'Alles ok?' vroeg ze aan Dries. Dries knikte stilletjes van ja terwijl hij plaats nam op de stoel aan tafel. Helga was wel benieuwd wat er had gespeeld tussen de kinderen maar omdat ze wel aangedaan leken maar geen actieve ruzie hadden, liet ze voor wat het was.
De maaltijd verliep rustig, behalve dat Gert zich liet gelden. Die kleine kindjes hadden niets belangrijks te vertellen voor hem, dus de enige die het voldoende waard was om aan het woord te komen was hijzelf.

Na het eten. (ribbetjes, patatjes in de oven en appelmoes) werden er een paar potjes Mario Karts gespeeld. Jasper won er normaal de meeste, want hij had natuurlijk al veel meer kunnen oefenen. Deze keer maakte Dries echter veel meer kans. Jasper zat met zijn gedachten elders. De uitroep van Dries dat hij de enige is en daarom zo ongelukkig blijft in zijn hoofd malen. En Jasper, als lieve en gevoelige jongen die hij was, wilde graag Dries zo gelukkig mogelijk zien.
Hij probeerde verschillende plannetjes bedenken maar ze zijn niet altijd even realistisch of haalbaar. Er zullen inderdaad nog wel andere kinderen van 8 jaar zijn die een pamper dragen 's nachts. Maar waar vind je die? En als je die gevonden hebt, hoe kan je ze dan overtuigen om toe te geven dat ze dat ook dragen?
Een rondvraag organiseren op de voetbal/klas/vrienden zal wel lukken maar wie durft het toegeven? Verstopt liggen in de winkel en kijken wie dat daar allemaal koopt? Dat zullen meestal papa's en mama's zijn en je weet niet voor welk kindje dat dat is en hoe oud die zijn. En hoe zou Jasper zijn ouders zover krijgen dat ze een halve dag in de supermarkt mogen rondhangen voor 'een onderzoekje'? Als hij niet al sneller door de baas van de supermarkt wordt buitengegooid op verdenking van criminele activiteiten.
En een rondje door het dorp en overal aanbellen was waarschijnlijk even succesvol als de kans om euromilions te winnen.
Rustig was Jasper terwijl hij rondje na rondje Mario verloor. Stil was hij toen ze moesten stoppen met spelen en naar boven werd gestuurd. Zijn hoofd bleef maar malen en het was hem niet opgevallen dat Dries even alleen met zijn moeder zijn kamer was opgegaan. Tot Dries naast hem stond om zijn tanden te poetsen. Dan zag Jasper dat in Dries zijn pyjamabroek de contouren van de luier redelijk goed te zien waren.
Terwijl Jasper zijn mond spoelde kon hij zijn ogen er maar moeilijk vanaf brengen. Dries zag dat en de tranen waren terug in zijn ogen aan het komen. 'Sorry' zei Jasper terwijl hij beschaamd wegkeek. 'Ik wil je geen pijn doen.' fluisterde Jasper er achteraan.
 
Laatst bewerkt:

toet

Superlid
Beste allen,
Hieronder een volgende deel(tje). Je bent altijd welkom om commentaar, kritiek of tips te geven en voor het verbeteren van spelling of grammaticafouten.
Het wordt zeker nog verder vervolgd.

mvg,
Toet


Deel 4

De kindjes kregen nog een kort verhaal voorgelezen door de mama van Jasper (De waanzinnige boomhut met 13 verdiepingen) en met de boodschap dat ze niet opnieuw naar boven wilde komen om de kinderen tot stilte te manen sloot ze de deur.
'Dries?' fluisterde Jasper toen hij zijn moeder de trap had horen afgaan.
'Ja, wat is er?' antwoordde Dries. 'Moeten we niet stil zijn?'
'Als we fluisteren lukt het wel. Ik heb zitten denke' zei Jasper. 'Omdat je je zo alleen voelt dat je niemand anders kent die ook een luier aan heeft. Ik heb zitten denken over manieren om iemand anders te vinden maar ik weet niet goed hoe...'
'Zie je wel dat ik de enige ben. Nooit ga ik iemand anders die ik ken met een pamper aan zien.' snikte Dries.
'Maar ik weet wel een oplossing.' zei Jasper. 'Als ik er nu ook eentje aandoe. Dan ben je niet meer zo alleen.'
'Echt?' vroeg Dries. 'Meen je dat? Zou je voor mij dat doen?'
'Ja' fluisterde Jasper zachtjes terug. 'Voor jou doe ik alles.'
Dries zijn ogen werden weer vochtig, maar dit keer niet van verdriet. Hij wist wel dat hij een goede vriend aan Jasper had, maar dat hij zelfs zo ver wilde gaan voor hem had hij nooit gedacht.
'Geef maar eentje hier, dan doen we dat meteen.' fluisterde Jasper, die wel benieuwd was om te weten wat zijn vriend elke nacht doormaakte. Maar ook wilde hij het nu doen voor zijn moed terug in de schoenen zakte. Nu zag hij het zitten, morgen overdag zou hij er misschien helemaal anders tegenaan kijken.
'Ik kan niet' liet Dries weten. 'Ik heb alleen die mee dat ik aan heb. Ik kan je er geen andere geven.'
'Volgende keer bij jou thuis dan.' zei Jasper voor hij het wist. Wat heb ik nu beloofd? Vroeg hij bij zichzelf.
'Dank je wel' zei Dries. 'je bent de allerbeste vriend die iemand kan hebben.'
'Graag gedaan.' Antwoordde Jasper. 'Slaapwel.'
'Slaap lekker' fluisterde Dries neer waarna hij zijn hoofd neerlegde.
Jasper bleef nog even draaien. Dries lag wel al in slaap maar voor Jasper was het net iets moeilijker. Wat zou dat geven, zo een luier? Hij probeerde eerst eens met een hand in zijn kruis om druk uit te oefenen. Zou dat zo aanvoelen? Nadien probeerde hij ook een stuk van zijn deken tussen zijn benen te steken om te weten hoe dat zou aanvoelen, zo een dikke prop tussen de benen. Vanaf hij zich draaide geraakte bij wel hopeloos in de knoop en was dat dikke gevoel weg. Jasper lag zich wel wat zorgen te maken ook. Als zijn mama's dat maar niet te weten gingen komen! hij was bang hoe ze gingen reageren. Zeker zijn broer mocht het absoluut niet weten. Na nog een tijdje, nog wat liggen denken en hem wat zenuachtig maken over zijn mama's en zijn broer, uitproberen met zijn hand, met de dekens hoe dat zou aanvoelen, kwam de slaap uiteindelijk toch. Hij draaide zich nog eens om en nadien was ook hij mee met Dries ver vertrokken naar dromenland.

De week was vlug voorbij en het daaropvolgende weekend was er afgesproken bij Dries thuis. Dries had tijdens de week verschillende keren gevraagd of Jasper echt voor hem een pamper ging aandoen. Soms twijfelde Jasper wel of het een goed idee was, zo stiekem een pamper aandoen van Dries, maar de blik die Dries kreeg elke keer als Jasper bevestigde sloeg telkens meteen alle twijfel in de bodem. Hij zou er Dries super gelukkig mee maken door ook een pamper aan te doen.
Jasper had er wel schrik voor als het ontdekt werd. Zou Dries zijn moeder zien dat er een extra pamper van het pak zou ontbreken? Zou ze 's nachts de kamer in komen en het dan zien? Zou ze het dan ook doorvertellen aan zijn eigen moeders? Wat zouden zij er van zeggen?
Jasper was enorm zenuwachtig en bang voor ontdekking. Hij zag niet zo heel hard tegen op om een keertje een pamper te dragen, hij maakte immers Dries er heel gelukkig mee. Hij zag wel op tegen een mogelijke ontdekking en alles wat daar mee te maken zou hebben.

Jasper was die zaterdag na het middageten naar Dries zijn huis gegaan. Hij zette zijn bagage op de kamer en maakte zich daarna klaar met Dries om samen reptielen te gaan vangen. Gewapend met twee emmertjes en twee netjes trokken ze naar de beek. Dries beweerde dat het salamanders waren, Jasper was zeker dat het hagedissen waren. Het verschil kenden ze niet zo goed. Toen ze het een keer vroegen aan Heleen om uitsluitsel te krijgen hadden ze er alleen maar een optie bij gekregen. Heleen had zich er toen bij gezet en een heel verhaal verteld over ridders, draken en magie. Het kwam er volgens haar op neer dat die beestjes verre afstammelingen waren van woeste draken die door de gezamenlijke kracht van 2 ridders (een zekere Jasper en Dries), nog wat elfen, tovenaars, feeën en een hele hoop magie verkleind waren tot wat ze nu waren. Jasper en Dries hadden wel genoten van het verhaal, Heleen had dat zo lief verteld, maar hagedis of salamander waren ze nu nog niet zeker.

Bij het klaarmaken van de bedden hadden Dries en Jasper al stiekem een luier uit de badkamer genomen en weggestoken bij het voeteneinde van Jasper zijn veldbed. Kathy, Dries zijn moeder, had wel door dat ze met 'plannetjes' bezig waren. Ze wist niet goed wat van plannen maar dat gebeurde zoveel. Kathy was er niet ongerust op want een dag later werden toch meestal grootse avonturen verteld.
De avond ging fijn verder. Na het avondeten speelden Jasper, Dries en Heleen nog een gezelschapsspelletje Hotel tot het tijd was om te gaan slapen. Nadat Dries en Jasper omgekleed waren en in bed gingen was het nog even spannend. Kathy sloeg de bedden open zodat de kinderen onder het donsdeken konden kruipen en de luier die aan het voeteneinde lag van Jasper zijn bed was net niet bloot komen te liggen.
Vol spanning lagen de kinderen in bed the luisteren terwijl Kathy naar beneden ging. Stilletjes telden ze tot de afgesproken 100 waarna Dries het veilig verklaarde om hun grote plan uit te voeren. Jasper diepte de luier vanuit het voeteneinde vandaan. Het was eventjes proberen. Zoeken wat de voorkant is, de plakstrips uitproberen, opnieuw plakken en na wat goedbedoelde tips, uitleg en hulp van Dries was de luier ongeveer wel vast. Dries had zelfs met knalrode kaken zijn pyjamabroek naar beneden getrokken, vervolgens zijn body open en naar boven getrokken om te tonen hoe het resultaat moest zijn. Als Jasper vergeleek met zichzelf was het niet zo mooi gecentreerd en in spiegelbeeld, maar het viel niet meteen af als hij recht stond en dus voldeed het wel. Jasper ritste zijn deze keer op-één-na-lievelings-onsie dicht en kroop terug in zijn slaapzak.

Dries glunderde van blijdschap. Jasper was echt zijn aller beste vriend. Er was niemand in de hele wereld die een betere vriend had dan hij. Vlug gaf hij een korte knuffel als bedanking. Jasper voelde zich ook wat lichter en blijer onder die positieve aandacht van Dries. Ze waren beste vrienden en de goeie band die ze al hadden kreeg nog een enorme boost. Na nog wat voorzichtig heen en weer gefluister viel Dries met een gelukzalige glimlach op zijn gezicht in slaap. Jasper lag nog wat langer te draaien. Het gevoel van de luier tussen zijn benen was spannend, opwindend en rustgevend tegelijkertijd. Hij genoot nog van de glimlach die hij op Dries zijn gezicht had gekregen en hij ging regelmatig met zijn hand tussen zijn benen en over zijn billen om te voelen aan de luier en te luisteren naar het geruis dat dat teweeg bracht.
Heel lekker zat hij wel niet. Hij zat wat scheef en knelde daardoor in de ene lies harder dan de andere en hij had het gevoel dat het alles samen toch ook wat te los zat. Onrustig draaiend viel hij wat later ook in slaap, aangestoken door de rustige ademhaling van Dries.

Niet veel later in de nacht werd Jasper wakker. Hij was voor het slapengaan vergeten te gaan plassen. De natuur riep en hij strompelde meer slapend dan wakker de kamer door richting de deur. Hij draaide linksaf richting WC en zette twee stappen vooruit. Bij de derde stap was hij meteen klaarwakker en herinnerde hij zich plots een aantal zaken tegelijkertijd:
  1. Hij was niet thuis maar op logeerpartij bij Jasper
  2. De WC bevond zich niet naar links in de gang maar naar rechts.
  3. Wat wel naar links was is de trap
  4. Met zijn voet die geen steun vond waar hij die verwachtte en in de plaats daarvan in het luchtledige naar beneden ging wist hij dat hij dat hij de trap had bereikt.
  5. Er komt een moment dat de wetten van de zwaartekracht alles in de hand nemen en dat niets dat nog kan stoppen...
 
Laatst bewerkt:

toet

Superlid
Dag allemaal. Bedankt voor de fijne reacties van iedereen.
Inhoudelijke kritiek, opbouwende commentaar, het verbeteren van spelling of stijlfouten blijft welkom, ik kijk daar naar uit! Ik heb nog veel bij te leren als schrijver en ik vraag daarvoor jullie hulp.
Ook als er ergens een te Vlaamse uitdrukking/woord is dat je als Nederlander niet begrijpt mag je dat laten weten, ik zoek graag een middenweg die voor iedereen verstaanbaar is.


Geniet van het volgend stukje.

------------------------------------------------------------------------------------------------------

Deel 5

Jasper raakte helemaal uit evenwicht en kon zich onmogelijk nog recht houden.
Het volgende moment was er maar één ding dat er toe deed. Zijn arm deed allemachtig veel pijn. Hij lag onderaan de trap en zijn gebrul alarmeerde het hele huishouden en zette iedereen in rep en roer. Toen Kathy Jasper wilde recht helpen om te troosten, krijste hij het uit. Hij voelde zijn linker arm knarsen bij de beweging.
Koen, Dries zijn vader, dirigeerde de andere kinderen die ongerust kwamen kijken terug naar hun kamer en belde meteen de ziekenwagen. Je hoefde geen dokter te zijn om te zien dat het mis was: tussen de elleboog en de pols zat er een bocht waar de arm normaal recht hoorde te staan.
Kathy deed haar best om Jasper te troosten en bij te staan in zijn pijn, maar veel kon ze niet doen. Ook al waren de ambulance met de ambulanciers en de MUG met de arts en verpleegkundige er snel, elke seconde leek wel een minuut te duren en de pijn bleef maar doorgaan.
Nadat Koen de 112 gebeld had, belde hij ook nog Helga op om te vertellen wat er bezig was. Helga, die nog aangekleed was en Jasper tijdens de telefoon op de achtergrond hoorde brullen kwam er meteen aan en kwam tegelijk met de hulpdiensten binnen gestormd.
Al vlug was Jasper omringd door een hele hoop mensen. Er werd door allemaal mensen in fluorescerende kledij een hoop tassen binnen gebracht. De dokter probeerde de mouw van de onesie omhoog te trekken om te kijken naar Jasper zijn arm maar hij liet dat niet toe. De pijn was gewoon te hevig en te erg.

'Knip maar open', kwam Helga er tussen, die niet kon aanzien hoeveel pijn Jasper had.
Vlug werd er een schaar genomen en voor Jasper het goed en wel besefte waren de twee armen van zijn onesie stuk geknipt en was de rits tot aan bijna zijn navel open geritst. Jasper werd afgeleid door wat er allemaal rond hem aan het gebeuren was. Er werden wat draadjes aan zijn borst en buik bevestigd met een plakkertje. Er werd een rood lichtje op zijn vinger vastgezet en bij zijn goeie arm werd or rond de bovenarm een brede band bevestigd die super hard begon te spannen.
Biep-biep-biep-... begon het ook te klinken terwijl de dokter even aan Jasper zijn mama een paar vragen aan het stellen was.
Allergiën, laatste keer gegeten en gedronken, medicatie, gewicht, vroegere ziektes en operaties,... werd allemaal vlug overlopen.
Jasper keek naar zijn andere arm. Een verpleegkundige was bezig met een mega-grote blauwe naald in zijn arm aan het steken. 'Nee, dat wil ik niet!' riep Jasper uit, maar het was al te laat. De verpleegkundige had zijn hand goed vast en Jasper zag bloed aan de achterkant van de naald er uit lopen. Voor Jasper de volgende keer met zijn ogen knipperde zat er een infuuszak aangesloten op de naald en was de verpleegkundige bezig met een plakker het infuus aan het veiligstellen voor kinderhandjes.
Toen Jasper zag hoe de verpleegkundige nog een extra verband rond zijn arm draaide kon hij nog uitbrengen dat het zijn andere arm was die pijn doet.
'Dat weet ik,' antwoordde de verpleegkundige met een glimlach. 'Dat verband is om je infuus goed vast te zetten. We geven je dadelijk wat pijnstillers en voor je het weet is het allemaal voorbij.'
Jasper was alleen maar blij dat ze niet meer aan zijn gebroken arm zaten te prutsen. Door alle aandacht en afleiding was de pijn al iets afgenomen.

'Dormicum 1mg en Ketamine 50 mg' hoorde hij zachtjes op de achtergrond de dokter zeggen. Jasper voelde zijn hand wat koud worden op de plaats waar de naald zat en hij hoorde de verpleegkundige zeggen 'zit er in'.
Jasper voelde zich raar in zijn hoofd. Hij keek rond naar zijn mama en hij vocht tegen de slaap die plots opkwam. Het was echter een gevecht dat hij niet kon winnen en al vlug zag en hoorde hij niets meer van alles wat er nog gaande was.
Terwijl de arts zijn gebroken arm vasthield en recht trok, legde één van de ambulanciers een rode spalk onder zijn arm. Die werd wat vormgegeven, vacuüm gezogen en al vlug lag hij veilig ingesnoerd met riemen op de brancard. De brancard werd de ziekenwagen ingereden en iedereen maakte zich op voor vertrek naar het ziekenhuis.

Helga zat op de stoel naast Jasper terwijl de arts aan het hoofdeinde van de brancard op een klapstoeltje zat. Met sirenes en zwaailichten waren ze binnen een mum van tijd in het ziekenhuis. Jasper begon te bewegen op de brancard wanneer hij in het ziekenhuis binnengereden werd, meteen werd vlug nog een beetje medicatie bijgegeven.
Later werd Jasper wakker in het ziekenhuis op de spoedgevallen. Het nemen van röntgenfoto's, het gesprek van de arts met Helga dan een operatie niet hoefde, de plaaster die werd omgedaan, was allemaal buiten zijn bewustzijn om gebeurd. Het was voor een keertje rustig geweest op de spoedgevallendienst en alles was binnen het half uur na aankomst al afgerond. Iedereen wilde ook graag Jasper zo vlug mogelijk geholpen hebben en 'misbruikten' zijn verdoving om overal spoed achter te zetten. Ze wilden het allemaal voor die kleine jongen zo vlot mogelijk laten verlopen zodat er hopelijk weinig slechte herinneringen onthouden worden.

'Mama?' vroeg Jasper voorzichtig toen hij Helga zag zitten.
'Oh, fijn dat je wakker bent Jasper.' zei Helga opgelucht. 'Hoe is het met de pijn in je arm?'
Stil en geleidelijk kwam alles van herinneringen terug bij Jasper van wat er de voorbije uren gebeurd was. Hij wist nog dat hij gevallen was en dat Kathy hem vertelde dat zijn mama en de ziekenwagen onderweg waren maar van daarna niets meer. Dat was één groot gat in zijn geheugen.
Jasper probeerde voorzichtig met zijn arm te bewegen. Toen hij er geen beweging in kreeg keek hij goed en zag hij dat er een groene gips met getekende voetballen op rond zijn arm zat.
'Goed denk ik. Ik voel geen pijn meer.' zei hij zachtjes. Hij probeerde recht te komen, maar de misselijkheid die hem als een golf overviel sloeg hem meteen weer neer. Hij probeerde het tegen te houden maar het lukte niet. Een hele kwak maagzuur kwam naar boven en hij gaf over. Alles liep over zijn kin en kwam terecht op zijn borst. Helga stond meteen naast hem. Ze reikte naar de papieren zakdoekjes en met een ander hand duwde ze op het patiëntenbelletje. Nadat de misselijkheid voorbij was, de mond en het gezicht van Jasper al wat opgekuist was door Helga kwam de verpleegkundige binnen.
'Oh, ik zie het al. Niet zo goed wakker geworden Jasper? Ik neem een nieuw hemdje voor jou.'
De verpleegkundige nam uit de kast een operatiehemdje en legde het naast Jasper neer. 'Eerst dit even uit...'
Jasper keek verbaasd naar wat hij aan had. 'Waar is de onesie waarmee ik gaan slapen ben?' 'Ze hebben die moeten stuk knippen om je te kunnen verzorgen. Daar kan je niets aan doen Jasper, ik ben niet boos. We kopen er wel een nieuwe.' zei Helga terwijl ze over Jasper zijn hoofd aaide.
De verpleegkundige maakte een knopje in de nek van Jasper los en trok het bevuilde operatiehemdje weg. De rest van de knopjes op de armen vlogen ook open, normaal uit doen was moeilijk met aan de ene kant het infuus en de andere kant de plaaster.
Met het operatiehemdje weg keek hij verschrikt naar beneden naar zijn kruis. Hij had nog steeds een luier aan maar het was niet dezelfde als hij aangedaan had bij Dries! De verpleegkundige zag hem kijken en interpreteerde zijn rode wangen ietswat verkeerd. 'Ja, we hebben je een verse aangedaan. Je had daarjuist waarschijnlijk zoveel pijn dat je niet door had dat je moest plassen. Maar liever met een propere broek naar buiten dan met een natte zou ik zo denken hé?'
Jasper wist niet wat hij moest zeggen. Hij schaamde zich zó! Helga deed alsof er niets abnormaals aan de hand was. Ze gaf een knipoog aan Jasper en zei dat hij het zich er niets van moest aantrekken. Jasper wist niet te waar kijken. Hij was bang voor wat er achteraf ging komen. De verpleegkundige deed het propere operatiehemdje vast en zei Jasper dat hij nog eventjes moest blijven. Als hij wat later goed wakker was mocht hij naar huis. Helga belde ondertussen naar huis en naar Kathy om iedereen gerust te stellen en op de hoogte te brengen.

Nadat Jasper even later helemaal wakker was, een yoghurt had gegeten zonder deze keer over te geven en het infuus uitgetrokken was mocht hij naar huis. 'Breng dat operatiehemdje maar terug als hij hier komt voor de controle' zei de verpleegkundige tegen Jasper zijn moeder. Helga knikte de verpleegkundige dankbaar toe. Ze nam Jasper op, zette hem op haar arm en met haar andere hand trok ze het operatiehemdje zo goed mogelijk dicht op zijn rug.
Zo wandelden ze naar buiten, waar Celine, de andere moeder van Jasper, met de auto stond te wachten.
'Daar ga je morgen toch een keertje over moeten vertellen' zei Helga terwijl ze Jasper een paar tikjes tegen de dikke billen gaf.
 
Laatst bewerkt:

luierdromer

Niet geschoten is altijd mis.
nog steeds mooi verhaal, leest vlot weg en, is duidelijk.
Bovendien maken we met het schrijven allemaal wel eens foutjes, zowel met spelling als met bijvoorbeeld namen verwisselen.
Kreeg zelf al eens te lezen dat ik niet zo hard voor mij zelf moest zijn en, dat we inderdaad allemaal mens zijn en, dus geen robot en, heb nog nooit één alleskunner ontmoet en, zal wel nooit gebeuren ook denk ik
Bovendien kan je van aanwijzingen van anderen ook weer wat opsteken, tot slot ben ik benieuwd hoe het verder gaat.
 
Laatst bewerkt:
Bovenaan