toet
Superlid
Deel 1
Een zachte lentezon beloofde een mooie zomer. De kinderen waren terug aan het buitenkomen na de lange winter. Het was nog fris maar de rechtstreekse zonnestralen deden deugd en de jassen waren thuis gelaten. Zachtjes waren twee jongens met elkaar bezig, met opgestroopte mouwen verstopt achter een tuinhuis waar ze uit het zicht van het huis zaten, beschut tegen de wind en ongewenste blikken.
'Zo, dan zijn we nu bloedbroeders.' zei Dries terwijl hij zijn bebloede pols tegen die van Jasper duwde. Vol blijdschap keken ze naar elkaar. Het was Dries die de leiding genomen had in heel het gebeuren, maar Jasper ging er graag in mee. Ze waren sinds lang beste vrienden en deelden alle lief en leed. Als ze niet bij Dries thuis waren, dan waren ze twee straten verderop te vinden bij Jasper thuis of op het speelpleintje tussen beide gezinnen in. Vaak werd er een plaatsje extra aan tafel gedekt als Jasper of Dries in één van de twee huizen bleef hangen. Als Jasper of Dries op vakantie waren, en ze elkaar daardoor meer dan drie dagen niet konden zien, voelde ze beiden een grote knoop in hun buik vanwege het gemis.
'Nu we bloedbroeders zijn, mogen we niets meer van geheimen hebben voor elkaar en delen we alles.' vervolgde Dries. 'En als je een geheim van de andere verklapt, valt daardoor je hand af.' zei hij ook nog. Dries meende wat hij zei, maar Jasper was van dat laatste toch niet zo zeker. Maar het maakte voor hem geen verschil uit, het vertrouwen van zijn beste vriend zou hij nooit beschamen.
Het was Dries geweest die het hele gebeuren verzonnen had. Hij had er in een boek over gelezen hoe ze dat vroeger deden en begon er over tegen Jasper. Hij wilde graag bloedbroeders worden en Jasper deed volgzaam mee. Op vraag van Dries had Jasper een zakmes van zijn grote broer mee genomen en samen hadden ze zich verstopt achter het tuinhuis bij Dries. Dries had het ritueel helemaal uitgedacht. Eerst vragen aan de grote geesten om getuige te zijn. Vervolgens zweerden ze samen wat het betekende om bloedbroeders te zijn. 'Ik zweer dat ik mijn bloedbroer vanaf nu zal beschermen. Ik zal al mijn lief en al mijn leed delen met hem. Ik zweer dat ik hem altijd zal beschermen. Mijn geheim is zijn geheim, En het zijne zal ook het mijne zijn. Ik zweer dat ik nooit iets zal doen om het vertrouwen van mijn bloedbroeder te beschamen.' lazen ze wat haperend samen op van een briefje.
Daarna zegenden ze het mes. 'O grote geesten, aanschouw dit mes waarmee we onze band zullen verzegelen.' zei Dries terwijl hij het mes in de hoogte hield, in de richting van de zon. Dries nam het mes en sneed er mee in zijn onderarm. Niet dat het veel uitmaakte. Het mes was nogal bot en er was niet meer dan een striem zichtbaar waar op twee plaatsen een klein druppeltje bloed uit kwam. Dries besloot dat dat voldoende was. Het was pijnlijk genoeg, en nergens in wat Dries erover gelezen had stond hoeveel bloed er voor nodig was. Jasper herhaalde het ritueel bij zichzelf en bood zijn pols aan bij Dries, waarna hij die van hem er op legde. 'Zo, dan zijn we nu bloedbroeders.'
Jasper kuiste het mes af aan zijn broek, klapte het mes dicht en stak het terug in zijn zak. De twee vrienden gingen naast elkaar zitten en zogen beiden op hun wonde om het bloed af te kuisen.
'Ik ben blij dat we nu bloedbroeders zijn.' zei Dries. Jasper knikte overtuigend van ja. Hij was nooit een grote prater geweest, maar dat vormde geen probleem voor hun vriendschap. Ze begrepen elkaar.
'Dries, komen eten!' riep Kathy, de moeder van Dries. Vlug snelden Dries en Jasper naar het huis van Dries. 'Ah, ben je er ook Jasper?' zei Kathy. 'Weet je mama dat?' Jasper knikte vlug van ja, hij had inderdaad iets in die aard naar zijn moeder geroepen vanmiddag voor hij vertrok. 'Schuif maar aan Jasper, ik stuur je mama een berichtje. Welke van je twee mama's zijn thuis?' ging Kathy vervolgens door.
'Mama Helga is thuis.' zei Jasper. 'Mama Celine moet werken vandaag.'
Kathy nam vlug haar GSM en stuurde een berichtje door naar Helga. <<Jouw varkentje krijgt vandaag hier zijn voer. ;-) >> en het antwoord van Helga kwam spoedig.
<<Dank je wel, stuur dat aapje van jou morgen maar naar hier, dan krijgt hij hier zijn rantsoen.>> Het was sinds hun kinderen naar school gingen dat ze elkaar hadden leren kennen, maar ze kwamen goed met elkaar overeen.
Terwijl Kathy bezig was met berichtjes uitwisselen met zijn mama, nam Jasper een extra bord en bestek en zette dat op tafel. Dries nam ondertussen nog een glas en vlug zaten ze met zijn vijven aan tafel. Heleen, de grote zus van Dries, en hun vader was er ook. 'Oh Dries en Jasper. Jullie handen zijn nog vuil. Kom je mee naar de kraan? Ik help wel even.' Heleen was dertien, vijf jaar ouder dan Dries en Jasper. Ze was zo een overbezorgd type zus dat heel beschermend was over Dries. Als Jasper er was maakte dat haar alleen maar gelukkiger, want dat wilde zeggen dat ze twee 'slachtoffers' had voor haar goede bedoelingen en voornemens in plaats van één. Jasper en Dries lieten haar meestal wel doen. Het kon wel handig zijn als ze ergens hulp voor nodig hadden, maar soms was dat bemoederende toch wel storend veel.
Gezellig werd de tijd aan tafel volgepraat. Na het eten bleven Dries en Jasper binnen spelen. Dries haalde de Lego van zijn kamer en in de living begonnen ze aan de bouw van een kasteel dat hopelijk de aanval van een draak kon weerstaan. Jasper had vroeger nog gevraagd of ze niet gewoon op Dries zijn kamer konden gaan spelen, maar dat heeft nooit gemogen. Na een tijdje vroeg Jasper dat niet meer. Ander huis, andere regels, dacht hij stilletjes.
Na een uurtje bouwen rinkelde Kathy haar GSM. <<Dat varkentje van mij mag op stal. Het is morgen ochtend vroeg training voor hem en hij moet vroeg op. Stuur je hem? Grtz Helga>> Kathy draaide zich meteen om naar de jongens. 'Kom Jasper, tijd om te gaan slapen stuurt je moeder. Beter thuis in je eigen bed dan hier. Is het niet?' 'Zal wel' antwoordde Jasper beteuterd. Hij had enerzijds graag nog wat langer blijven spelen. (het kasteel was nog niet af) en anderzijds wilde hij eigenlijk wel graag eens mee bij Dries blijven slapen. Hij had dat al verschillende keren gevraagd maar het was er nooit van gekomen. Er was altijd wel een reden geweest. (Het is morgen school, er is training morgen, Dries is moe van vorige nacht en moet zeker goed slapen nu,...) Reden na reden werd elke uitnodiging of voorstel afgeslagen en nooit was het er van gekomen. Uiteindelijk had Jasper het opgegeven om te vragen.
'Hop Jasper. Jas en schoenen aan en naar huis. Je mama wacht.' Dries nam afscheid van Jasper terwijl die zijn spullen aan deed. 'Kom Dries. Hup jij, naar boven. Je kan dan ook meteen gaan slapen.' eindigde Dries zijn mama terwijl ze vlug Jasper hielp met het dichtknopen van zijn veters. Kathy keek op straat nog na of Jasper goed overstak waarna ze naar binnen ging om haar zoon in bed te steken.
Jasper kwam goedgezind thuis. 'Fijn gespeeld bij Dries?' vroeg Helga aan haar zoon toen die binnenkwam. Jasper knikte opgewekt van ja. 'Ik vind het altijd jammer als het gedaan is.'
Helga ging samen met Jasper naar boven om hem klaar te maken voor bed. Pyjama, tanden poetsen, wc en tot slot nog een verhaal. Jasper kan natuurlijk zelf al lezen, maar gezellig voorgelezen worden (met mama die van die fijne stemmetjes doet) maakt het allemaal nog net iets leuker.
Een zachte lentezon beloofde een mooie zomer. De kinderen waren terug aan het buitenkomen na de lange winter. Het was nog fris maar de rechtstreekse zonnestralen deden deugd en de jassen waren thuis gelaten. Zachtjes waren twee jongens met elkaar bezig, met opgestroopte mouwen verstopt achter een tuinhuis waar ze uit het zicht van het huis zaten, beschut tegen de wind en ongewenste blikken.
'Zo, dan zijn we nu bloedbroeders.' zei Dries terwijl hij zijn bebloede pols tegen die van Jasper duwde. Vol blijdschap keken ze naar elkaar. Het was Dries die de leiding genomen had in heel het gebeuren, maar Jasper ging er graag in mee. Ze waren sinds lang beste vrienden en deelden alle lief en leed. Als ze niet bij Dries thuis waren, dan waren ze twee straten verderop te vinden bij Jasper thuis of op het speelpleintje tussen beide gezinnen in. Vaak werd er een plaatsje extra aan tafel gedekt als Jasper of Dries in één van de twee huizen bleef hangen. Als Jasper of Dries op vakantie waren, en ze elkaar daardoor meer dan drie dagen niet konden zien, voelde ze beiden een grote knoop in hun buik vanwege het gemis.
'Nu we bloedbroeders zijn, mogen we niets meer van geheimen hebben voor elkaar en delen we alles.' vervolgde Dries. 'En als je een geheim van de andere verklapt, valt daardoor je hand af.' zei hij ook nog. Dries meende wat hij zei, maar Jasper was van dat laatste toch niet zo zeker. Maar het maakte voor hem geen verschil uit, het vertrouwen van zijn beste vriend zou hij nooit beschamen.
Het was Dries geweest die het hele gebeuren verzonnen had. Hij had er in een boek over gelezen hoe ze dat vroeger deden en begon er over tegen Jasper. Hij wilde graag bloedbroeders worden en Jasper deed volgzaam mee. Op vraag van Dries had Jasper een zakmes van zijn grote broer mee genomen en samen hadden ze zich verstopt achter het tuinhuis bij Dries. Dries had het ritueel helemaal uitgedacht. Eerst vragen aan de grote geesten om getuige te zijn. Vervolgens zweerden ze samen wat het betekende om bloedbroeders te zijn. 'Ik zweer dat ik mijn bloedbroer vanaf nu zal beschermen. Ik zal al mijn lief en al mijn leed delen met hem. Ik zweer dat ik hem altijd zal beschermen. Mijn geheim is zijn geheim, En het zijne zal ook het mijne zijn. Ik zweer dat ik nooit iets zal doen om het vertrouwen van mijn bloedbroeder te beschamen.' lazen ze wat haperend samen op van een briefje.
Daarna zegenden ze het mes. 'O grote geesten, aanschouw dit mes waarmee we onze band zullen verzegelen.' zei Dries terwijl hij het mes in de hoogte hield, in de richting van de zon. Dries nam het mes en sneed er mee in zijn onderarm. Niet dat het veel uitmaakte. Het mes was nogal bot en er was niet meer dan een striem zichtbaar waar op twee plaatsen een klein druppeltje bloed uit kwam. Dries besloot dat dat voldoende was. Het was pijnlijk genoeg, en nergens in wat Dries erover gelezen had stond hoeveel bloed er voor nodig was. Jasper herhaalde het ritueel bij zichzelf en bood zijn pols aan bij Dries, waarna hij die van hem er op legde. 'Zo, dan zijn we nu bloedbroeders.'
Jasper kuiste het mes af aan zijn broek, klapte het mes dicht en stak het terug in zijn zak. De twee vrienden gingen naast elkaar zitten en zogen beiden op hun wonde om het bloed af te kuisen.
'Ik ben blij dat we nu bloedbroeders zijn.' zei Dries. Jasper knikte overtuigend van ja. Hij was nooit een grote prater geweest, maar dat vormde geen probleem voor hun vriendschap. Ze begrepen elkaar.
'Dries, komen eten!' riep Kathy, de moeder van Dries. Vlug snelden Dries en Jasper naar het huis van Dries. 'Ah, ben je er ook Jasper?' zei Kathy. 'Weet je mama dat?' Jasper knikte vlug van ja, hij had inderdaad iets in die aard naar zijn moeder geroepen vanmiddag voor hij vertrok. 'Schuif maar aan Jasper, ik stuur je mama een berichtje. Welke van je twee mama's zijn thuis?' ging Kathy vervolgens door.
'Mama Helga is thuis.' zei Jasper. 'Mama Celine moet werken vandaag.'
Kathy nam vlug haar GSM en stuurde een berichtje door naar Helga. <<Jouw varkentje krijgt vandaag hier zijn voer. ;-) >> en het antwoord van Helga kwam spoedig.
<<Dank je wel, stuur dat aapje van jou morgen maar naar hier, dan krijgt hij hier zijn rantsoen.>> Het was sinds hun kinderen naar school gingen dat ze elkaar hadden leren kennen, maar ze kwamen goed met elkaar overeen.
Terwijl Kathy bezig was met berichtjes uitwisselen met zijn mama, nam Jasper een extra bord en bestek en zette dat op tafel. Dries nam ondertussen nog een glas en vlug zaten ze met zijn vijven aan tafel. Heleen, de grote zus van Dries, en hun vader was er ook. 'Oh Dries en Jasper. Jullie handen zijn nog vuil. Kom je mee naar de kraan? Ik help wel even.' Heleen was dertien, vijf jaar ouder dan Dries en Jasper. Ze was zo een overbezorgd type zus dat heel beschermend was over Dries. Als Jasper er was maakte dat haar alleen maar gelukkiger, want dat wilde zeggen dat ze twee 'slachtoffers' had voor haar goede bedoelingen en voornemens in plaats van één. Jasper en Dries lieten haar meestal wel doen. Het kon wel handig zijn als ze ergens hulp voor nodig hadden, maar soms was dat bemoederende toch wel storend veel.
Gezellig werd de tijd aan tafel volgepraat. Na het eten bleven Dries en Jasper binnen spelen. Dries haalde de Lego van zijn kamer en in de living begonnen ze aan de bouw van een kasteel dat hopelijk de aanval van een draak kon weerstaan. Jasper had vroeger nog gevraagd of ze niet gewoon op Dries zijn kamer konden gaan spelen, maar dat heeft nooit gemogen. Na een tijdje vroeg Jasper dat niet meer. Ander huis, andere regels, dacht hij stilletjes.
Na een uurtje bouwen rinkelde Kathy haar GSM. <<Dat varkentje van mij mag op stal. Het is morgen ochtend vroeg training voor hem en hij moet vroeg op. Stuur je hem? Grtz Helga>> Kathy draaide zich meteen om naar de jongens. 'Kom Jasper, tijd om te gaan slapen stuurt je moeder. Beter thuis in je eigen bed dan hier. Is het niet?' 'Zal wel' antwoordde Jasper beteuterd. Hij had enerzijds graag nog wat langer blijven spelen. (het kasteel was nog niet af) en anderzijds wilde hij eigenlijk wel graag eens mee bij Dries blijven slapen. Hij had dat al verschillende keren gevraagd maar het was er nooit van gekomen. Er was altijd wel een reden geweest. (Het is morgen school, er is training morgen, Dries is moe van vorige nacht en moet zeker goed slapen nu,...) Reden na reden werd elke uitnodiging of voorstel afgeslagen en nooit was het er van gekomen. Uiteindelijk had Jasper het opgegeven om te vragen.
'Hop Jasper. Jas en schoenen aan en naar huis. Je mama wacht.' Dries nam afscheid van Jasper terwijl die zijn spullen aan deed. 'Kom Dries. Hup jij, naar boven. Je kan dan ook meteen gaan slapen.' eindigde Dries zijn mama terwijl ze vlug Jasper hielp met het dichtknopen van zijn veters. Kathy keek op straat nog na of Jasper goed overstak waarna ze naar binnen ging om haar zoon in bed te steken.
Jasper kwam goedgezind thuis. 'Fijn gespeeld bij Dries?' vroeg Helga aan haar zoon toen die binnenkwam. Jasper knikte opgewekt van ja. 'Ik vind het altijd jammer als het gedaan is.'
Helga ging samen met Jasper naar boven om hem klaar te maken voor bed. Pyjama, tanden poetsen, wc en tot slot nog een verhaal. Jasper kan natuurlijk zelf al lezen, maar gezellig voorgelezen worden (met mama die van die fijne stemmetjes doet) maakt het allemaal nog net iets leuker.