traviannertje
Nieuw lid
Hier komt het vervolg van Luiers op school. (geschreven door Pieter)
Let wel op, ik ben pas 10, dus het kan zijn dat er fouten in zitten (nu al 3 )
HOOFDSTUK 2
Deel I: De Ontdekking
Ik luisterde niet naar de meester. De deur was vlakbij.
Ik voelde handen langs mijn buik gaan. “NEE!” schreeuwde ik. Ik beet in de arm van meester.
“Je begint al op een baby te lijken. Alleen baby’s bijten.” Hij sloeg me tegen het hoofd en ik was weer stil. “Rinke, we gaan even een verassing voor je halen.” Zei vader. Ik liep mee, weg van school. Ik zag dat twee leerlingen me opwachten, maar toen gewoon doorliepen alsof er niets gebeurd was, want ja, bij mijn vader konden ze me niets aan doen. Ik hoorde wel nog enkele jongens zeggen: “Wij weten wat de verassing is …” “Ja hé, een babywinkel.” Ik barste in huilen uit. “Wat is er, mijn baby’tje? Heb je honger? Of moet ik je verschonen?” Vader zei het zo kinderachtig dat de jongens hun lach niet konden inhouden. “Of pesten die jongens je?” Riep hij kwaad terwijl hij zich opeens omdraaide. “Komen jullie maar mee naar huis, en de babywinkel. En de apotheek voor jullie luiers.” Ik lachte. ‘Leuke straf’ dacht ik. De gedachte dat zij nu ook in luiers zouden lopen, was geweldig. Eén van de jongens barste in huilen uit. “Nee … S’ nachts is al genoeg …” Hij zweeg snel. “Zozo, plast ons baby’tje nog in bed?” Zei vader. De andere jongens keken hem verbaasd aan, daarom was hij dus de rustigste pestkop. Hij droeg luiers. “Je vliegt uit de groep! Wij willen geen baby’s!” Riep de leider van de groep. De jongen, Jonas, barste weer in huilen uit. Dit waren de enigste jongens waar hij echt bij hoorde. Tot nu. Nu was hij alleen op de wereld. “Kom, kom, je bent al een baby vanbinnen, ik ga jou vanbuiten ook een baby maken.” De jongen huilde nog harder. Zijn moeder dreigde altijd met hem in een baby te veranderen als hij niet stopte met bedplassen, maar dan was zijn bed nog natter. Maar sinds vorige maand droeg hij s’ nachts ook luiers. Daarom lachte hij iets minder hard, als Rinke verschoond werd. Hoewel hij hem wel grappig vind. “Goed, jullie twee,” Zei vader, wijzend op de twee anderen, “Jullie krijgen morgen op school ook een luier aan.” De jongens huilden. “Maar … Maar morgen is het pretpark” Zei de enige die iets uit kon brengen. “Had je daar maar eerder aan moeten denken.” Zei vader streng. “En het pretpark is binnen een week, vergeten?” Dat stelde de jongens nog gerust. “Morgen moeten gewoon enkele leerlingen van jullie klas een toespraak houden voor lerarendag. En ik weet al wie ik dat zal laten doen. 4 kleine jongetjes Oftewel 2: baby’s en 2 broekplassers. En nu meekomen.” Ik liep gedwee mee.
Let wel op, ik ben pas 10, dus het kan zijn dat er fouten in zitten (nu al 3 )
HOOFDSTUK 2
Deel I: De Ontdekking
Ik luisterde niet naar de meester. De deur was vlakbij.
Ik voelde handen langs mijn buik gaan. “NEE!” schreeuwde ik. Ik beet in de arm van meester.
“Je begint al op een baby te lijken. Alleen baby’s bijten.” Hij sloeg me tegen het hoofd en ik was weer stil. “Rinke, we gaan even een verassing voor je halen.” Zei vader. Ik liep mee, weg van school. Ik zag dat twee leerlingen me opwachten, maar toen gewoon doorliepen alsof er niets gebeurd was, want ja, bij mijn vader konden ze me niets aan doen. Ik hoorde wel nog enkele jongens zeggen: “Wij weten wat de verassing is …” “Ja hé, een babywinkel.” Ik barste in huilen uit. “Wat is er, mijn baby’tje? Heb je honger? Of moet ik je verschonen?” Vader zei het zo kinderachtig dat de jongens hun lach niet konden inhouden. “Of pesten die jongens je?” Riep hij kwaad terwijl hij zich opeens omdraaide. “Komen jullie maar mee naar huis, en de babywinkel. En de apotheek voor jullie luiers.” Ik lachte. ‘Leuke straf’ dacht ik. De gedachte dat zij nu ook in luiers zouden lopen, was geweldig. Eén van de jongens barste in huilen uit. “Nee … S’ nachts is al genoeg …” Hij zweeg snel. “Zozo, plast ons baby’tje nog in bed?” Zei vader. De andere jongens keken hem verbaasd aan, daarom was hij dus de rustigste pestkop. Hij droeg luiers. “Je vliegt uit de groep! Wij willen geen baby’s!” Riep de leider van de groep. De jongen, Jonas, barste weer in huilen uit. Dit waren de enigste jongens waar hij echt bij hoorde. Tot nu. Nu was hij alleen op de wereld. “Kom, kom, je bent al een baby vanbinnen, ik ga jou vanbuiten ook een baby maken.” De jongen huilde nog harder. Zijn moeder dreigde altijd met hem in een baby te veranderen als hij niet stopte met bedplassen, maar dan was zijn bed nog natter. Maar sinds vorige maand droeg hij s’ nachts ook luiers. Daarom lachte hij iets minder hard, als Rinke verschoond werd. Hoewel hij hem wel grappig vind. “Goed, jullie twee,” Zei vader, wijzend op de twee anderen, “Jullie krijgen morgen op school ook een luier aan.” De jongens huilden. “Maar … Maar morgen is het pretpark” Zei de enige die iets uit kon brengen. “Had je daar maar eerder aan moeten denken.” Zei vader streng. “En het pretpark is binnen een week, vergeten?” Dat stelde de jongens nog gerust. “Morgen moeten gewoon enkele leerlingen van jullie klas een toespraak houden voor lerarendag. En ik weet al wie ik dat zal laten doen. 4 kleine jongetjes Oftewel 2: baby’s en 2 broekplassers. En nu meekomen.” Ik liep gedwee mee.