Karin_1982
Beginneling
Met haar tweeëntwintig lentes mocht Moon er zijn. Ze leek alles mee te hebben: een knap gezichtje, mooi figuur een lieve vriend en leuk werk. Ze had al haar hele leven met kinderen willen werken en als peuterleidster was haar droom uitgekomen. Maar omdat ze niet haar hele leven luiers wilde verschonen en fruithapjes maken, was ze in de avonduren begonnen aan een studie die haar na afronding de mogelijkheid bood om klassenassistente op een basisschool te worden. Ze hoopte dat ze via die opstap nog eens ooit toegang zou krijgen tot de opleiding voor onderwijzeres, maar dat was voor haar misschien een stapje te hoog. Van bijna al haar leraren en leraressen die ze tijdens haar schoolcarrière had gehad, had ze te horen gekregen dat ze volwassen moest worden, verantwoordelijkheid moest nemen en haar kinderachtige trekjes moest bedwingen. Maar dat was haar niet gelukt. Misschien was dat de reden dat ze door haar kindjes zo werd geadoreerd. En haar collega’s dachten dat ze prima toneel speelde om op hetzelfde niveau als de kindjes te komen. Ze moesten eens weten.
Haar gave was om zich helemaal in te leven. Wanneer de peuterspeelzaal nieuw speelgoed kocht, testte zij het uit. Dat had haar in het eerste jaar dat ze er werkte een uitbrander opgeleverd. De glijbaan was toch echt niet bedoeld voor een twintigjarige vrouw. Het inleven had haar een paar maanden geleden voor het eerst doen denken aan het dragen van luiers. Dat was voor haar altijd een stap te ver geweest, maar van de andere kant wilde ze ook dat wel eens proberen. De luiermaten van het kinderdagverblijf waren te klein. Maar via een stageplaats van haar opleiding tot klassenassistente, een school voor speciaal onderwijs, had ze een pak luierbroekjes weten te bemachtigen die haar net zouden passen. Ze besloot om vrijdag, wanneer ze haar opleidingsdag had, de stoute schoenen aan te trekken. Beter gezegd: ze zou een luierbroekje aantrekken onder haar spijkerbroek. Gewoon om eens te kijken hoe dat voelt.
Haar vriend bracht haar die vrijdagochtend met de auto naar het station. Hij vond de billen van Moon het lekkerste aan haar lichaam. Vooral wanneer ze haar strakke spijerbroek droeg, werd hij altijd opgewonden. Het was hem meteen opgevallen dat de billen van zijn vriendin een beetje dikker waren die ochtend. Hij kon zich niet voorstellen dat ze was aangekomen. De woensdagavond waren ze nog samen naar de sportschool geweest en hadden ze hun gewicht gecontroleerd. De digitale weegschaal had wederom 56 kilogram aangegeven. Dat was volgens de instructeur zelfs een kilo te weinig, afgezet tegen haar lengte. Hij besloot er niks van te zeggen. Toen ze elkaar een goede werk- en studiedag wensten, dacht hij een vreemd knisperend geluid te horen, toen Moon haarbillen van de autostoel optilde. “Dag schatje”. “Kus.” “Ik pik je om 18.00 uur op, ik sta voor de Griek geparkeerd.” “Kussie.”
Moon zuchtte. Ze was niet op haar gemak geweest. Achteraf gezien had ze natuurlijk nooit de vrijdag uit moeten kiezen om voor het eerst zo de straat op te gaan. Waarom niet tijdens een gewone werkdag op de peuterspeelzaal? Het zou niemand opvallen, niet tijdens haar wandeltocht naar en van het werk en haar collega’s zouden het ook niet merken. Ach. Waarschijnlijk had Mark niks gemerkt. Maar onwillekeurig probeerde ze zich voor te stellen hoe hij zou reageren. Hopelijk een stuk milder als haar moeder toen ze als veertienjarige met een natte broek de auto uit was gezet. Ze kon een glimlach niet onderdrukken toen ze terugdacht aan dat voorval. Ze waren op weg geweest van de paardrijles naar huis. Moon had hoge nood gehad, maar wilde niet op de vieze toiletten op de manege. Haar moeder had meteen gemerkt dat haar dochter naar het toilet moest en gevraagd of ze niet even moest gaan. Natuurlijk was dat voor schut geweest, want twee paardrijvriendinnen hadden het gehoord. Ze had bot geweigerd. Maar ja, daar had ze enorme spijt van gekregen. Ze waren bijna thuis, toen de sluizen opengingen. Ze haar strakke broek helemaal onder geplast en ook de autostoel was er niet droog van afgekomen. Voor straf moest ze de laatste honderd meter lopen. Gelukkig was ze niemand tegengekomen. Thuis volgde een reprimande van haar moeder. Moon mocht van geluk spreken dat haar moeder haar mond hield en niets tegen haar vader had verteld.
Een half uur later stapte Moon uit de trein. De bus bracht haar in tien minuten naar haar school. Toen ze richting haar les liep, besefte ze dat ze iets was vergeten. Toen ze de deur van het leslokaal opende, wist ze wat. Oh nee! Ze zouden vandaag een praktijkles lichamelijke ontwikkeling hebben, in plaats van Docentvaardigheden II. Ze had die roosterwijziging de week ervoor nog in haar hoofd geprent, maar niet in haar agenda genoteerd. En haar gymnastiekspullen lagen nog thuis. En hoe moest ze in vredesnaam nu verhullen dat ze een luier droeg!
De verschrikte blik van Moon werd meteen opgepikt door haar docent. “Dag Moon, laat me raden. Net als Sofie ben ook jij je gymspullen vergeten?” Haar docent wachtte niet op haar reactie. “Toen ik nog op school zat, zou dat betekend hebben dat je in je onderbroekje moest meesporten, maar dat zullen we maar niet doen. Als het goed is heeft de conciërge nog sportrokjes en een truitje liggen, dus als je snel bent.” Moon knikte schuchter, excuseerde zich en liep naar de conciërge. Daar aangekomen was Sofie bezig een setje uit te zoeken. Moon zag dat er weinig keuze was. In haar maat was er bijna niks. Uiteindelijk koos ze voor een rokje dat redelijk lang was. Ze zocht tevergeefs naar een onderbroekje of slipje. Ze durfde de conciërge niet te vragen of die ook onderdeel uitmaakten van het assortiment. Moon zat aardig in de piepzak. Ze ontkwam er niet aan om haar luierbroekje aan te houden en het sportrokje erover aan te trekken. Zich absent melden zou haar duur komen te staan, bedacht ze zich. Ze zou deze praktijkles dan pas volgend jaar kunnen overdoen en dan hoopte ze haar diploma al op zak te hebben. Mark zou niet nog een jaar lesgeld voor haar betalen, wist ze. Op hoop van zegen dan maar, besloot ze.
Wat onwennig stond ze even later in de rij: acht meiden en haar docent. Als ze een normale slip had gedragen, had ze zich geen zorgen hoeven maken. Het sportrokje zat prima en was zelfs modieuzer dan de creaties waar enkele van haar klasgenoten in waren verschenen. Ze hoopte maar dat ze niet al te veel vreemde bewegingen hoefden te maken. Ze moest voorkomen dat haar rokje bij een oefening omhoog kwam, of haar klasgenoten de kans kregen onder haar rokje te kijken.
“Goed dames. We beginnen met een rustige warming-up. Vijf rondjes lopen, in rustig tempo, daarna doen we wat rek- en strekoefeningen. Dan volgt een video en gaan we de lesstof in praktijk brengen. De bedoeling is dat we straks twee groepen vormen. De ene groep speelt begeleider, de andere groep werkt wat oefeningen af. Koprol, trampolinesprong en wat ringoefeningen. De begeleiders zorgen ervoor dat iedereen het er zonder vallen vanaf brengt. Geen gegiechel dus, serieus aanpakken. Na de pauze wisselen we. Begrepen? Oke actie.” Moon slikte. Ze zette haar atletische lichaam in beweging. De oefeningen zouden haar het minste van iedereen moeite kosten. Maar ze voelde het al aankomen. In de rol van begeleider zou er weinig mis kunnen gaan. Maar tijdens het uitvoeren van de oefeningen. Ze moest er niet aan denken dat.
De instructievideo liet zien hoe de begeleider moest optreden. Waar men het beste iemand kan beetpakken en op welk moment. Moon schatte in dat door haar atletisch vermogen, ze misschien wel helemaal geen begeleider nodig had. Als ze de oefeningen goed volbracht, zou niemand haar hoeven beetpakken en zou de kans op een vernederende ontdekking klein zijn.
Moon begon in groep 1, als begeleider. Vooral bij de mindere goden moest ze een paar keer alle zeilen bijzetten om ongelukken te voorkomen. Dat leverde haar in ieder geval complimenten op van haar docent. Die kon haar besluitvaardig optreden in ieder geval waarderen. Het ging ook bijna fout. Linda, de minst sportieve van het stel, miste bij de trampolinesprong het midden en viel. Moon kon haar opvangen, maar dat betekende dat ze samen op de grote mat lagen. Een paar tellen waren de geluierde billen van Moon te zien geweest. Ze probeerde na te gaan of iemand iets had gezien. Gelukkig bleken de meesten hun blik op Linda gericht te hebben, maar van haar docent wist ze het niet zeker.
Tijdens de pauze ging Moon naar het toilet. Ze besloot als allerlaatste te gaan, op het moment dat haar klasgenoten al weer de zaal ingingen. Het losmaken van de plakstrips leverde een krakend en scheurend geluid op. Ze merkte dat het broekje door het opnemen van transpiratievocht al wat zwaar was geworden. Met veel pijn en moeite wist ze na een kleine plas op het toilet de plakstrips weer dicht te maken. Ze schrok behoorlijk toen ze merkte dat twee van de strips maar moeilijk plakten. Het luierbroekje zat veel minder strak om haar billen dan voorheen en de pasvorm was matig. “Moon, kom je?” Ze hoorde de stem van haar docent. Iedereen was al weer de zaal ingegaan. “Eh ja” mompelde ze. “Is er iets?” vroeg haar docent. Moon slikte. Haar hart bonsde in haar keel. Ze had het scenario al op haar netvlies: als ze nu mee zou gaan doen, zou het misgaan. Ze was niet meer geconcentreerd. Haar broekje zou waarschijnlijk afzakken of misschien wel helemaal afvallen. Ze zuchtte. “Meneer?” “Ja.” “Mijn eh, het is nogal moeilijk. Mijn eh, slip is gescheurd.” Moon vond het leugentje om bestwil niet slecht verzonnen. Aan de andere kant van de deur bleef het even stil. “Heb je reservekleren bij je. Oh nee, je was je spullen vergeten. Nou, ik geloof jouw oefening wel. Ga je maar douchen en naar huis. Ik zal je een voldoende geven voor de opdracht.” Moon slaakte een zucht van verlichting. “Bedankt meneer.” “Het is al goed. Oh, en Moon?” “Ja?” “Als je me wat wilt vertellen, dan kan dat altijd. Ik bedoel. Nou laat maar. Tot volgende week.” Moons hart sloeg over. Haar docent kon maar één ding bedoelen. Ze had het wel vermoed. Hij had, waarschijnlijk als enige, haar actie met Linda gezien. Hij had een volledige blik op haar geluierde billen gehad.
In de trein naar huis dacht ze maar aan één ding. Zou haar docent er nog op terug komen ? Hoe stom kon ze zijn! Ze had haar luierbroekje uitgedaan en weggegooid. Het voelde best koud aan, alleen een spijkerbroek. Toen ze de trein uitstapte ontving ze een smsje van Mark. Moon had hem even daarvoor gesmst dat ze eerder klaar was en naar huis zou lopen. Mark liet weten dat dat goed uitkwam. Hij zou er later zijn vanwege een borrel.
Moon probeerde de dagen erna het dragen van een luier uit haar hoofd te zetten. Ze had erover gedacht om tijdens haar werk er een om te doen, maar durfde niet goed meer. Ze wilde eerst afwachten of haar docent er op een of andere manier nog op terug zou komen. Ze baalde enorm. Zo schoot haar te binnen, dat ze in het eerste jaar een opstel had moeten schrijven bij dezelfde docent. Het onderwerp moest gaan over een gebeurtenis die ze snel wilde vergeten. Ze had gekozen voor haar natte broek na de paardrijles. Haar docent had haar gecomplimenteerd voor haar openhartigheid. Dat leverde veel punten op voor haar ontwikkelingsprofiel. Maar nu had ze daar enorme spijt van. Natuurlijk zou haar docent dat verhaal in verband brengen met de gymles. Ze kon er vergif op innemen dat het nog een staartje kreeg.
Maandag verscheen Moon dan ook in haar normale kleren op het werk. Mark had zich de maandag enorm verslapen. Toen hij Moon de deur uit hoorde gaan, schrok hij wakker. Als een razende roeland schoot hij onder de douche en werkte zijn ochtendrituelen af. Waar had Moon in hemelsnaam zijn boxershorts opgeborgen? Hij vond het onzin, dat zij die streek en keurig op stapeltjes in de kast legde. En op welke plank ook al weer. Bij het graaien en grissen in de kast voelde hij een plastic pakket. Hij trok het uit de kast. Zijn hart sloeg over. Hij had een pak luierbroekjes in zijn hand, grote maat. Hij slikte. Hij trok de verpakking open. Van de 10 broekjes die in een verpakking zaten, waren er nog negen over. Terugdenkend aan de vrijdagochtend viel alles op zijn plaats. Snel zette hij het pakketje terug. Op de strijkplank vond hij zijn boxershorts. Op het werk had hij er zijn gedachten niet bij.
“Heren, dames welkom bij dit laatste evaluatiegesprek van dit jaar. Zoals we hebben afgesproken, bespreken we vandaag alleen de examenklassen. Ik stel voor dat we even een rondje maken. De leerlingen waar jullie het over willen hebben, hoor ik graag. Carla, ik begin bij jou.” De vijf docenten en decaan noemden een aantal namen van leerlingen op. Even later hadden ze het over het matig presteren van Jozef, de gezagsproblemen van Kimberly, de problematische thuissituatie van Frida. “Goed, Herman, jij hebt Moon Damen genoemd. Brand los.” “Dank je Jos. Ik heb even de verslagen erbij gepakt die haar docenten van haar eerdere opleidingen hebben geschreven. Moon wordt omschreven als kinderlijk, heeft moeite volwassen te worden, twijfels of ze genoeg gezag heeft om een leidende rol te vervullen tijdens de les.” Herman Groot keek zijn collega’s aan. “We moeten in mei beslissen of we een positief advies geef over haar kwaliteiten als klassenassistente. Ze zal de tentamens wel halen, maar ik heb vorige week iets ontdekt dat ik toch wil noemen. Tijdens de les lichamelijke ontwikkeling heb ik gemerkt dat Moon een luier droeg. Ik heb er een hard hoofd in dat ze als klassenassistent voldoende gezag uitstraalt.” Zijn collega’s knikken. “Heeft ze problemen met haar zindelijkheid?” vraagt Manouk, een van de docenten. “Dat heb ik nooit vast kunnen stellen. Ik wijs alleen op haar opstel in het eerste jaar.” “Heeft iemand van jullie ooit iets aan Moon gemerkt op dit vlak?” Er wordt ontkennend geknikt. De decaan neemt het woord. “Hou het in de gaten zou ik zeggen. Ik vind het op dit moment onvoldoende voor een negatief advies. Besteed er in ieder geval aandacht aan.” Herman neemt het woord weer. “Jullie weten dat we vroeger een test afnamen om te controleren hoe het gesteld is met het vermogen een toiletbezoek uit te stellen. Veel scholen hechten daar nog steeds veel waarde aan, dat een klassenassistent tijdens de les in het lokaal aanwezig blijft om de orde te handhaven. Geen toiletbreaks dus voor het onderwijzend personeel. Ik weet dat velen daar nu anders over denken, maar ik wil toch voorstellen de test dit schooljaar opnieuw af te nemen. Vooral de jullie bekende kostscholen, van wie we extra toelagen krijgen voor geschikte kandidaten, zouden het op prijs stellen. Vergeet niet dat zij er op hameren dat leerlingen tijdens de les niet naar het toilet gaan, behoudens bijzondere omstandigheden. De docent dient het goede voorbeeld te geven.” Herman kijkt zijn collega’s aan. De decaan knikt. “Dan stel ik voor over dit onderwerp te stemmen. Wie is voor het afnemen van de test?” De decaan telt de handen. “Vier voor, één tegen, één blanco. Dan nemen we het voorstel aan. Ik zal Mia vragen het lesprogramma voor de eerste vrijdag van maart aan te passen. Herman en Manouk, jullie nemen de test af. Is dat akkoord?” De beide docenten knikken.
Moon besloot om de woensdag wederom een luierbroekje aan te doen. Ze nam zich voor om het hele pak te gebruiken en dan te bekijken of ze het nodig vond om haar experiment voort te zetten. Na een heerlijke douche, kleedde Moon zich aan. Het kostte haar veel minder moeite het luierbroekje aan te trekken dat de vrijdag ervoor. Natuurlijk verschoonde ze op de peuterspeelzaal wel eens een luier, maar er zelf eentje aandoen, is toch anders. Ze besloot een jurkje aan te trekken. Dan viel het in ieder geval minder op, dat haar billen iets dikker waren. Mark was zijn herinnering aan de vrijdag en de ontdekking van maandag nog niet vergeten. Hij spitste dan ook zijn oren, toen Moon ging zitten. Hij hoorde onmiskenbaar het knisperende geluid. Marks hart ging sneller kloppen. Het idee dat zijn vriendin een luier omhad vond hij best spannend. Onwillekeurig bedacht hij of ze er alleen eentje droeg, of de luier ook echt gebruikte. Dat zou tijdens haar werk niet opvallen, bedacht hij zich. Zou het werk de reden zijn voor het dragen? Hij kon zich niet herinneren dat Moon vroeger, nog voordat ze werkte, ooit een luier had aangedaan. Tijdens hun fantastische vrijpartijen was het onderwerp nooit ter sprake gekomen. En moeite om lang haar kleine of grote boodschap op te houden, had ze volgens hem ook niet. Hij kende haar verhaal over de afloop van haar paardrijles. En na een concert, op weg naar huis had ze ook eens hoge nood gehad. Ze was in een parkje snel uit haar broek gegaan en had ze een stevige plas gedaan. Ze had het gênant gevonden, maar Mark had haar bezworen dat ze zich niet opgelaten hoefde te voelen. Mark voelde dat zijn geslacht langzaam stijf werd door de gedachte dat Moon een luier droeg. Hij zette het idee uit zijn hoofd, en dacht aan de presentatie die hij straks op het werk moest geven. “Ik ben er vandoor schat. Tot vanavond.” “Doeg, ik ga vanavond met een collegaatje eten, dat weet je toch he?” “Jaja, ik schuif wel een pizza in de oven. Veel plezier!”
Moon nam zich voor om het luierbroekje vandaag alleen te dragen. Het daadwerkelijk gebruiken, vond ze een stap te ver. Zeker omdat ze vanavond met een collega nog wat ging eten. Ze had daarom een gewone slip meegenomen, die ze in haar tas had gestopt. De werkdag ging snel voorbij. Door de vakantie waren er maar weinig peuters. Ook de griep had er voor gezorgd dat veel ouders hadden besloten hun kroost thuis te houden. Moon had ’s middags dan ook tijd om de administratie te doen en zelfs wat huiswerk te maken. Via haar laptop logde ze in het op netwerk van school. Haar aandacht werd getrokken door een e-mailtje van de roostermaker. Ze klikt het open en las de inhoud. Haar wenkbrauwen fronsten. Wat was dit nu weer? Een extra examen, in plaats van de laatste les Muzikale vorming. Toen ze de opdracht las, dacht ze meteen terug aan de gymles:
“Test op vrijdag 2 maart (muzikale vorming vervalt). Om 7.30 uur melden bij de receptie. Gezamenlijk ontbijt. Om 8.30 uur omkleden. Van 8.30-13.30 uur afnemen van de test. Inhoud: als klassenassistente hebt u straks de verantwoordelijkheid over een groep leerlingen. U dient de orde te handhaven en toezicht te houden. Het is de bedoeling dat u aanleert om gedurende de ochtendles en middagles continu in uw lokaal aanwezig te zijn. De opdracht test uw lichamelijke en geestelijke vaardigheden om uw toiletbezoek uit te stellen tot uw pauze. U behaalt een voldoende resultaat door de ochtend af te sluiten met een schone broek. Herkansingsmogelijkheid: 1x op afspraak.”
Moon schudde verbijsterd haar hoofd.
“Manouk, heb je het lokaal geregeld voor 2 maart?” vroeg Herman. Manouk knikte. “Ja, we zitten op de derde etage. Ik heb afgesproken dat er op die dag verder niemand aanwezig is op die etage. Dat is voor de privacy van de leerlingen erg prettig. Mochten er leerlingen zijn die zakken voor de test, dan kunnen ze zich daar ook douchen.” Herman knikte. “Mooi. Ik zal het ontbijt laten serveren in de kantine. Een normaal broodontbijt, koffie en thee. Het is de bedoeling dat iedereen een normaal ontbijt tot zich neemt.”
Iets voor half zes sluiten Moon en haar collega met wie ze een hapje gaat eten de peuterspeelzaal af. Even daarvoor heeft Moon zich omgekleed en haar luierbroekje verruild voor haar slip. “De Mexicaan dan maar doen?” vraagt Isabelle, haar collega. “Lijkt me een goed idee. Ik hou wel van wat pittigs.” Even later zitten beide dames gezellig te babbelen. Het eten smaakt prima. Om iets voor half tien rekenen ze af. Moon besluit naar huis te lopen en neemt afscheid van Isabelle. “Tot morgen! Zeker weten dat ik je niet even thuis moet afzetten? Ja hoor, frisse lucht doet me goed. Het is een half uurtje lopen.”
Als Moon een paar minuten op weg is, merkt ze dat het pittige eten haar darmen onrustig heeft gemaakt. Ze voelt en hoort het borrelen. Een paar kleine windjes kan ze niet onderdrukken. Als ze voor een oversteek moet wachten op groen, merkt ze dat ze aandrang krijgt voor een grote boodschap. Moon denkt na. Ze passeert bijna het laatste kroegje voordat ze de woonwijk inloopt waar zij en Mark wonen. Als ze naar het toilet wil, moet ze dat nu doen. Een volgende wind verlicht de druk op haar darmen aanzienlijk. Met een diepe zucht, schat ze in dat ze het wel haalt. Besluitvaardig loopt ze de kroeg voorbij en loopt ze de woonwijk in. Verdorie, mompelt ze. Halverwege de tocht van het restaurantje naar haar huis, neemt de druk opnieuw enorm toe. Ze durft niet opnieuw een wind te laten, bevreesd voor iets meer dan alleen lucht. Even pakt ze haar billen beet, maar stopt verschrikt als ze in de verte iemand aan ziet komen die de hond aan het uitlaten is. Langzaam loopt ze verder. De snelheid is er uit. Om de paar meter moet ze even blijven staan, om haar billen dicht te knijpen. Ze denkt terug aan de ochtend. Als ze haar luier nog zou hebben gedragen, had ze het zeker in de broek gedaan. Dat had ze wel aangedurfd. Maar nu. Ze moest er niet aan denken. Ze keek snel om zich heen. Ergens langs de kant van de weg knielen en haar behoefte doen, durfde ze niet. Ze passeerde voortuintjes met rijen geparkeerde auto’s. In de verte kwam wederom iemand met hond haar tegemoet gelopen. Moon kon nu twee dingen doen. Proberen thuis te komen, of linksaf op weg naar haar zus om daar het toilet te gebruiken. Ze wist dat ze geen keuze had.
Zo goed en zo kwaad als het ging, liep ze de straat in. Het wagentje van haar zus stond niet voor de deur geparkeerd zoals ze vermoedde. Gelukkig brandde er wel licht. Moon belde aan. Ze stond nu werkelijk te dansen op haar benen. Het duurde lang. Schiet op, schiet op, dacht ze. Even later zag ze een meisje van een jaar of zestien de gang in komen lopen. Moon fronste haar wenkbrauwen. “Hallo?” zei het meisje verlegen, door de dichte deur. “Ik mag niet open doen van de bewoners, ik ben de oppas.” Dat had Moon weer! Haar zus en haar man waren dus weg en hadden oppas geregeld voor hun driejarig zoontje. “Oh hoi, ik ben Moon, de zus van Fleur. Is Fleur er niet?” “Nee, ze zijn naar een voorstelling in het theater. Ik mag echt niet open doen.” Moon besloot niet aan te dringen. Ze vond de opstelling van de oppas te bewonderen: niet opendoen voor vreemden. “Nou, dan ga ik maar, vertel maar dat ik ben geweest. Moon, de zus van Fleur.” Het meisje lachte. “Ja, dat had u al verteld. Dag.” Moon draaide zich om en liep weg.
Op het punt waar ze zo-even had besloten naar haar zus te gaan, gaat het mis. Een wind die niet binnen is te houden,ontglipt Moon. Door de darmkrampjes die pijn doen, zet ze haar benen uit elkaar. Met een korte stevige persbeweging vult het slipje van Moon zich met een brij verse poep. Ze slikt. Besluitloos blijft ze even staan. Het goede nieuws is, dat de pijn en druk volledig weg zijn. Het slechte nieuws, dat haar slip behoorlijk vol zit. Langzaam voelt Moon aan haar billen. Ze merkt dat ze een ongelukje ter grootte van een flinke sinasappel heeft. Gelukkig sluit het slipje goed af, zodat er niks ontsnapt. Een geluk bij een ongeluk is, dat Moon niet hoeft te plassen. Met tranen die in haar ogen opwellen, loopt Moon door. Ze merkt dat haar lading op zijn plek blijft. Na een paar meter loopt ze zo gewoon mogelijk. Moon weet dat ze geen gelegenheid heeft om haar volle broek ergens ongemerkt te legen. Ze is te braaf om een voortuintje in te stappen en het parkje achter haar huis is ook geen optie. Ze slikt. Moon kan niet anders dan zo normaal mogelijk binnenkomen, en hopen dat Mark niets merkt. Moon doet een schietgebedje, loopt het pad voor haar huis op en steekt de sleutel in het sleutelgat. Shit! Heeft Mark de sleutel er aan de binnenkant op laten zitten. Langzaam gaat haar vinger naar de bel. Ze zucht diep.
Mark schiet wakker. Hij was op de bank in slaap gevallen. Hij ziet Moon voor de deur staan en veert op. “Hallo schat. Is er wat?” Moon had nog geprobeerd een onschuldig gezicht op te zetten, maar ze faalt jammerlijk. Mark pakt haar bij haar schouder en doet de deur achter haar dicht. “Ik ga me douchen.” Ze loopt langs Mark heen, die zijn hand van haar schouders laat vallen. Zo goed en zo kwaad als het gaat loopt Moon de trap op. Mark kijkt haar na. Hij weet voldoende.
Die volgende ochtend is de spanning om te snijden. Moon durft er niet over te beginnen. Mark evenmin. Maar dan besluit Mark om de stilte te doorbreken. “Ik zocht vorige week mijn boxershorts. Ik kwam het pak, je weet wel, tegen in de kast. Waarom heb je niet verteld.” “Dat is het niet. Het. Het.” Moon slikt. Opnieuw komen tranen in haar ogen. “Het pak heb ik meegenomen van mijn vorige stageplaats. Ik wilde weten hoe. Nou ja. Hoe het voelt. Alleen om ze te dragen. Verder niks. Dat van gisterenavond was een ongelukje Mark. Heus. Het eten was pittig, ik moest opeens erg nodig. Ik wil er het niet over hebben. Het is niet wat je denkt.” Mark knikt. “Ik merkte vrijdag al iets aan je. Je billen. Ze…” “Dat was de eerste en laatste keer. Sindsdien heb ik ze niet meer gedragen.” Mark zucht. “Moon, alsjeblieft. Liegt niet tegen me. Ik weet dat er gisteren ook een aan had.” Moon werd rood. Dus toch. “Heb je expres in de luier gepoept?” Het was eruit voor Mark het wist. Even bleef het stil. “Mark, het is echt niet wat je denkt. Gisterenavond had ik er geen aan. Het was een ongelukje. Echt Geloof me nu.” Mark knikte. “Waarom lieg je dan Moon.” Met een ruk stond Moon op. “Mark, ik wil het er niet over hebben. Ik ga naar mijn werk.” Met een klap sluit de deur zich.
Wordt vervolgd…
Haar gave was om zich helemaal in te leven. Wanneer de peuterspeelzaal nieuw speelgoed kocht, testte zij het uit. Dat had haar in het eerste jaar dat ze er werkte een uitbrander opgeleverd. De glijbaan was toch echt niet bedoeld voor een twintigjarige vrouw. Het inleven had haar een paar maanden geleden voor het eerst doen denken aan het dragen van luiers. Dat was voor haar altijd een stap te ver geweest, maar van de andere kant wilde ze ook dat wel eens proberen. De luiermaten van het kinderdagverblijf waren te klein. Maar via een stageplaats van haar opleiding tot klassenassistente, een school voor speciaal onderwijs, had ze een pak luierbroekjes weten te bemachtigen die haar net zouden passen. Ze besloot om vrijdag, wanneer ze haar opleidingsdag had, de stoute schoenen aan te trekken. Beter gezegd: ze zou een luierbroekje aantrekken onder haar spijkerbroek. Gewoon om eens te kijken hoe dat voelt.
Haar vriend bracht haar die vrijdagochtend met de auto naar het station. Hij vond de billen van Moon het lekkerste aan haar lichaam. Vooral wanneer ze haar strakke spijerbroek droeg, werd hij altijd opgewonden. Het was hem meteen opgevallen dat de billen van zijn vriendin een beetje dikker waren die ochtend. Hij kon zich niet voorstellen dat ze was aangekomen. De woensdagavond waren ze nog samen naar de sportschool geweest en hadden ze hun gewicht gecontroleerd. De digitale weegschaal had wederom 56 kilogram aangegeven. Dat was volgens de instructeur zelfs een kilo te weinig, afgezet tegen haar lengte. Hij besloot er niks van te zeggen. Toen ze elkaar een goede werk- en studiedag wensten, dacht hij een vreemd knisperend geluid te horen, toen Moon haarbillen van de autostoel optilde. “Dag schatje”. “Kus.” “Ik pik je om 18.00 uur op, ik sta voor de Griek geparkeerd.” “Kussie.”
Moon zuchtte. Ze was niet op haar gemak geweest. Achteraf gezien had ze natuurlijk nooit de vrijdag uit moeten kiezen om voor het eerst zo de straat op te gaan. Waarom niet tijdens een gewone werkdag op de peuterspeelzaal? Het zou niemand opvallen, niet tijdens haar wandeltocht naar en van het werk en haar collega’s zouden het ook niet merken. Ach. Waarschijnlijk had Mark niks gemerkt. Maar onwillekeurig probeerde ze zich voor te stellen hoe hij zou reageren. Hopelijk een stuk milder als haar moeder toen ze als veertienjarige met een natte broek de auto uit was gezet. Ze kon een glimlach niet onderdrukken toen ze terugdacht aan dat voorval. Ze waren op weg geweest van de paardrijles naar huis. Moon had hoge nood gehad, maar wilde niet op de vieze toiletten op de manege. Haar moeder had meteen gemerkt dat haar dochter naar het toilet moest en gevraagd of ze niet even moest gaan. Natuurlijk was dat voor schut geweest, want twee paardrijvriendinnen hadden het gehoord. Ze had bot geweigerd. Maar ja, daar had ze enorme spijt van gekregen. Ze waren bijna thuis, toen de sluizen opengingen. Ze haar strakke broek helemaal onder geplast en ook de autostoel was er niet droog van afgekomen. Voor straf moest ze de laatste honderd meter lopen. Gelukkig was ze niemand tegengekomen. Thuis volgde een reprimande van haar moeder. Moon mocht van geluk spreken dat haar moeder haar mond hield en niets tegen haar vader had verteld.
Een half uur later stapte Moon uit de trein. De bus bracht haar in tien minuten naar haar school. Toen ze richting haar les liep, besefte ze dat ze iets was vergeten. Toen ze de deur van het leslokaal opende, wist ze wat. Oh nee! Ze zouden vandaag een praktijkles lichamelijke ontwikkeling hebben, in plaats van Docentvaardigheden II. Ze had die roosterwijziging de week ervoor nog in haar hoofd geprent, maar niet in haar agenda genoteerd. En haar gymnastiekspullen lagen nog thuis. En hoe moest ze in vredesnaam nu verhullen dat ze een luier droeg!
De verschrikte blik van Moon werd meteen opgepikt door haar docent. “Dag Moon, laat me raden. Net als Sofie ben ook jij je gymspullen vergeten?” Haar docent wachtte niet op haar reactie. “Toen ik nog op school zat, zou dat betekend hebben dat je in je onderbroekje moest meesporten, maar dat zullen we maar niet doen. Als het goed is heeft de conciërge nog sportrokjes en een truitje liggen, dus als je snel bent.” Moon knikte schuchter, excuseerde zich en liep naar de conciërge. Daar aangekomen was Sofie bezig een setje uit te zoeken. Moon zag dat er weinig keuze was. In haar maat was er bijna niks. Uiteindelijk koos ze voor een rokje dat redelijk lang was. Ze zocht tevergeefs naar een onderbroekje of slipje. Ze durfde de conciërge niet te vragen of die ook onderdeel uitmaakten van het assortiment. Moon zat aardig in de piepzak. Ze ontkwam er niet aan om haar luierbroekje aan te houden en het sportrokje erover aan te trekken. Zich absent melden zou haar duur komen te staan, bedacht ze zich. Ze zou deze praktijkles dan pas volgend jaar kunnen overdoen en dan hoopte ze haar diploma al op zak te hebben. Mark zou niet nog een jaar lesgeld voor haar betalen, wist ze. Op hoop van zegen dan maar, besloot ze.
Wat onwennig stond ze even later in de rij: acht meiden en haar docent. Als ze een normale slip had gedragen, had ze zich geen zorgen hoeven maken. Het sportrokje zat prima en was zelfs modieuzer dan de creaties waar enkele van haar klasgenoten in waren verschenen. Ze hoopte maar dat ze niet al te veel vreemde bewegingen hoefden te maken. Ze moest voorkomen dat haar rokje bij een oefening omhoog kwam, of haar klasgenoten de kans kregen onder haar rokje te kijken.
“Goed dames. We beginnen met een rustige warming-up. Vijf rondjes lopen, in rustig tempo, daarna doen we wat rek- en strekoefeningen. Dan volgt een video en gaan we de lesstof in praktijk brengen. De bedoeling is dat we straks twee groepen vormen. De ene groep speelt begeleider, de andere groep werkt wat oefeningen af. Koprol, trampolinesprong en wat ringoefeningen. De begeleiders zorgen ervoor dat iedereen het er zonder vallen vanaf brengt. Geen gegiechel dus, serieus aanpakken. Na de pauze wisselen we. Begrepen? Oke actie.” Moon slikte. Ze zette haar atletische lichaam in beweging. De oefeningen zouden haar het minste van iedereen moeite kosten. Maar ze voelde het al aankomen. In de rol van begeleider zou er weinig mis kunnen gaan. Maar tijdens het uitvoeren van de oefeningen. Ze moest er niet aan denken dat.
De instructievideo liet zien hoe de begeleider moest optreden. Waar men het beste iemand kan beetpakken en op welk moment. Moon schatte in dat door haar atletisch vermogen, ze misschien wel helemaal geen begeleider nodig had. Als ze de oefeningen goed volbracht, zou niemand haar hoeven beetpakken en zou de kans op een vernederende ontdekking klein zijn.
Moon begon in groep 1, als begeleider. Vooral bij de mindere goden moest ze een paar keer alle zeilen bijzetten om ongelukken te voorkomen. Dat leverde haar in ieder geval complimenten op van haar docent. Die kon haar besluitvaardig optreden in ieder geval waarderen. Het ging ook bijna fout. Linda, de minst sportieve van het stel, miste bij de trampolinesprong het midden en viel. Moon kon haar opvangen, maar dat betekende dat ze samen op de grote mat lagen. Een paar tellen waren de geluierde billen van Moon te zien geweest. Ze probeerde na te gaan of iemand iets had gezien. Gelukkig bleken de meesten hun blik op Linda gericht te hebben, maar van haar docent wist ze het niet zeker.
Tijdens de pauze ging Moon naar het toilet. Ze besloot als allerlaatste te gaan, op het moment dat haar klasgenoten al weer de zaal ingingen. Het losmaken van de plakstrips leverde een krakend en scheurend geluid op. Ze merkte dat het broekje door het opnemen van transpiratievocht al wat zwaar was geworden. Met veel pijn en moeite wist ze na een kleine plas op het toilet de plakstrips weer dicht te maken. Ze schrok behoorlijk toen ze merkte dat twee van de strips maar moeilijk plakten. Het luierbroekje zat veel minder strak om haar billen dan voorheen en de pasvorm was matig. “Moon, kom je?” Ze hoorde de stem van haar docent. Iedereen was al weer de zaal ingegaan. “Eh ja” mompelde ze. “Is er iets?” vroeg haar docent. Moon slikte. Haar hart bonsde in haar keel. Ze had het scenario al op haar netvlies: als ze nu mee zou gaan doen, zou het misgaan. Ze was niet meer geconcentreerd. Haar broekje zou waarschijnlijk afzakken of misschien wel helemaal afvallen. Ze zuchtte. “Meneer?” “Ja.” “Mijn eh, het is nogal moeilijk. Mijn eh, slip is gescheurd.” Moon vond het leugentje om bestwil niet slecht verzonnen. Aan de andere kant van de deur bleef het even stil. “Heb je reservekleren bij je. Oh nee, je was je spullen vergeten. Nou, ik geloof jouw oefening wel. Ga je maar douchen en naar huis. Ik zal je een voldoende geven voor de opdracht.” Moon slaakte een zucht van verlichting. “Bedankt meneer.” “Het is al goed. Oh, en Moon?” “Ja?” “Als je me wat wilt vertellen, dan kan dat altijd. Ik bedoel. Nou laat maar. Tot volgende week.” Moons hart sloeg over. Haar docent kon maar één ding bedoelen. Ze had het wel vermoed. Hij had, waarschijnlijk als enige, haar actie met Linda gezien. Hij had een volledige blik op haar geluierde billen gehad.
In de trein naar huis dacht ze maar aan één ding. Zou haar docent er nog op terug komen ? Hoe stom kon ze zijn! Ze had haar luierbroekje uitgedaan en weggegooid. Het voelde best koud aan, alleen een spijkerbroek. Toen ze de trein uitstapte ontving ze een smsje van Mark. Moon had hem even daarvoor gesmst dat ze eerder klaar was en naar huis zou lopen. Mark liet weten dat dat goed uitkwam. Hij zou er later zijn vanwege een borrel.
Moon probeerde de dagen erna het dragen van een luier uit haar hoofd te zetten. Ze had erover gedacht om tijdens haar werk er een om te doen, maar durfde niet goed meer. Ze wilde eerst afwachten of haar docent er op een of andere manier nog op terug zou komen. Ze baalde enorm. Zo schoot haar te binnen, dat ze in het eerste jaar een opstel had moeten schrijven bij dezelfde docent. Het onderwerp moest gaan over een gebeurtenis die ze snel wilde vergeten. Ze had gekozen voor haar natte broek na de paardrijles. Haar docent had haar gecomplimenteerd voor haar openhartigheid. Dat leverde veel punten op voor haar ontwikkelingsprofiel. Maar nu had ze daar enorme spijt van. Natuurlijk zou haar docent dat verhaal in verband brengen met de gymles. Ze kon er vergif op innemen dat het nog een staartje kreeg.
Maandag verscheen Moon dan ook in haar normale kleren op het werk. Mark had zich de maandag enorm verslapen. Toen hij Moon de deur uit hoorde gaan, schrok hij wakker. Als een razende roeland schoot hij onder de douche en werkte zijn ochtendrituelen af. Waar had Moon in hemelsnaam zijn boxershorts opgeborgen? Hij vond het onzin, dat zij die streek en keurig op stapeltjes in de kast legde. En op welke plank ook al weer. Bij het graaien en grissen in de kast voelde hij een plastic pakket. Hij trok het uit de kast. Zijn hart sloeg over. Hij had een pak luierbroekjes in zijn hand, grote maat. Hij slikte. Hij trok de verpakking open. Van de 10 broekjes die in een verpakking zaten, waren er nog negen over. Terugdenkend aan de vrijdagochtend viel alles op zijn plaats. Snel zette hij het pakketje terug. Op de strijkplank vond hij zijn boxershorts. Op het werk had hij er zijn gedachten niet bij.
“Heren, dames welkom bij dit laatste evaluatiegesprek van dit jaar. Zoals we hebben afgesproken, bespreken we vandaag alleen de examenklassen. Ik stel voor dat we even een rondje maken. De leerlingen waar jullie het over willen hebben, hoor ik graag. Carla, ik begin bij jou.” De vijf docenten en decaan noemden een aantal namen van leerlingen op. Even later hadden ze het over het matig presteren van Jozef, de gezagsproblemen van Kimberly, de problematische thuissituatie van Frida. “Goed, Herman, jij hebt Moon Damen genoemd. Brand los.” “Dank je Jos. Ik heb even de verslagen erbij gepakt die haar docenten van haar eerdere opleidingen hebben geschreven. Moon wordt omschreven als kinderlijk, heeft moeite volwassen te worden, twijfels of ze genoeg gezag heeft om een leidende rol te vervullen tijdens de les.” Herman Groot keek zijn collega’s aan. “We moeten in mei beslissen of we een positief advies geef over haar kwaliteiten als klassenassistente. Ze zal de tentamens wel halen, maar ik heb vorige week iets ontdekt dat ik toch wil noemen. Tijdens de les lichamelijke ontwikkeling heb ik gemerkt dat Moon een luier droeg. Ik heb er een hard hoofd in dat ze als klassenassistent voldoende gezag uitstraalt.” Zijn collega’s knikken. “Heeft ze problemen met haar zindelijkheid?” vraagt Manouk, een van de docenten. “Dat heb ik nooit vast kunnen stellen. Ik wijs alleen op haar opstel in het eerste jaar.” “Heeft iemand van jullie ooit iets aan Moon gemerkt op dit vlak?” Er wordt ontkennend geknikt. De decaan neemt het woord. “Hou het in de gaten zou ik zeggen. Ik vind het op dit moment onvoldoende voor een negatief advies. Besteed er in ieder geval aandacht aan.” Herman neemt het woord weer. “Jullie weten dat we vroeger een test afnamen om te controleren hoe het gesteld is met het vermogen een toiletbezoek uit te stellen. Veel scholen hechten daar nog steeds veel waarde aan, dat een klassenassistent tijdens de les in het lokaal aanwezig blijft om de orde te handhaven. Geen toiletbreaks dus voor het onderwijzend personeel. Ik weet dat velen daar nu anders over denken, maar ik wil toch voorstellen de test dit schooljaar opnieuw af te nemen. Vooral de jullie bekende kostscholen, van wie we extra toelagen krijgen voor geschikte kandidaten, zouden het op prijs stellen. Vergeet niet dat zij er op hameren dat leerlingen tijdens de les niet naar het toilet gaan, behoudens bijzondere omstandigheden. De docent dient het goede voorbeeld te geven.” Herman kijkt zijn collega’s aan. De decaan knikt. “Dan stel ik voor over dit onderwerp te stemmen. Wie is voor het afnemen van de test?” De decaan telt de handen. “Vier voor, één tegen, één blanco. Dan nemen we het voorstel aan. Ik zal Mia vragen het lesprogramma voor de eerste vrijdag van maart aan te passen. Herman en Manouk, jullie nemen de test af. Is dat akkoord?” De beide docenten knikken.
Moon besloot om de woensdag wederom een luierbroekje aan te doen. Ze nam zich voor om het hele pak te gebruiken en dan te bekijken of ze het nodig vond om haar experiment voort te zetten. Na een heerlijke douche, kleedde Moon zich aan. Het kostte haar veel minder moeite het luierbroekje aan te trekken dat de vrijdag ervoor. Natuurlijk verschoonde ze op de peuterspeelzaal wel eens een luier, maar er zelf eentje aandoen, is toch anders. Ze besloot een jurkje aan te trekken. Dan viel het in ieder geval minder op, dat haar billen iets dikker waren. Mark was zijn herinnering aan de vrijdag en de ontdekking van maandag nog niet vergeten. Hij spitste dan ook zijn oren, toen Moon ging zitten. Hij hoorde onmiskenbaar het knisperende geluid. Marks hart ging sneller kloppen. Het idee dat zijn vriendin een luier omhad vond hij best spannend. Onwillekeurig bedacht hij of ze er alleen eentje droeg, of de luier ook echt gebruikte. Dat zou tijdens haar werk niet opvallen, bedacht hij zich. Zou het werk de reden zijn voor het dragen? Hij kon zich niet herinneren dat Moon vroeger, nog voordat ze werkte, ooit een luier had aangedaan. Tijdens hun fantastische vrijpartijen was het onderwerp nooit ter sprake gekomen. En moeite om lang haar kleine of grote boodschap op te houden, had ze volgens hem ook niet. Hij kende haar verhaal over de afloop van haar paardrijles. En na een concert, op weg naar huis had ze ook eens hoge nood gehad. Ze was in een parkje snel uit haar broek gegaan en had ze een stevige plas gedaan. Ze had het gênant gevonden, maar Mark had haar bezworen dat ze zich niet opgelaten hoefde te voelen. Mark voelde dat zijn geslacht langzaam stijf werd door de gedachte dat Moon een luier droeg. Hij zette het idee uit zijn hoofd, en dacht aan de presentatie die hij straks op het werk moest geven. “Ik ben er vandoor schat. Tot vanavond.” “Doeg, ik ga vanavond met een collegaatje eten, dat weet je toch he?” “Jaja, ik schuif wel een pizza in de oven. Veel plezier!”
Moon nam zich voor om het luierbroekje vandaag alleen te dragen. Het daadwerkelijk gebruiken, vond ze een stap te ver. Zeker omdat ze vanavond met een collega nog wat ging eten. Ze had daarom een gewone slip meegenomen, die ze in haar tas had gestopt. De werkdag ging snel voorbij. Door de vakantie waren er maar weinig peuters. Ook de griep had er voor gezorgd dat veel ouders hadden besloten hun kroost thuis te houden. Moon had ’s middags dan ook tijd om de administratie te doen en zelfs wat huiswerk te maken. Via haar laptop logde ze in het op netwerk van school. Haar aandacht werd getrokken door een e-mailtje van de roostermaker. Ze klikt het open en las de inhoud. Haar wenkbrauwen fronsten. Wat was dit nu weer? Een extra examen, in plaats van de laatste les Muzikale vorming. Toen ze de opdracht las, dacht ze meteen terug aan de gymles:
“Test op vrijdag 2 maart (muzikale vorming vervalt). Om 7.30 uur melden bij de receptie. Gezamenlijk ontbijt. Om 8.30 uur omkleden. Van 8.30-13.30 uur afnemen van de test. Inhoud: als klassenassistente hebt u straks de verantwoordelijkheid over een groep leerlingen. U dient de orde te handhaven en toezicht te houden. Het is de bedoeling dat u aanleert om gedurende de ochtendles en middagles continu in uw lokaal aanwezig te zijn. De opdracht test uw lichamelijke en geestelijke vaardigheden om uw toiletbezoek uit te stellen tot uw pauze. U behaalt een voldoende resultaat door de ochtend af te sluiten met een schone broek. Herkansingsmogelijkheid: 1x op afspraak.”
Moon schudde verbijsterd haar hoofd.
“Manouk, heb je het lokaal geregeld voor 2 maart?” vroeg Herman. Manouk knikte. “Ja, we zitten op de derde etage. Ik heb afgesproken dat er op die dag verder niemand aanwezig is op die etage. Dat is voor de privacy van de leerlingen erg prettig. Mochten er leerlingen zijn die zakken voor de test, dan kunnen ze zich daar ook douchen.” Herman knikte. “Mooi. Ik zal het ontbijt laten serveren in de kantine. Een normaal broodontbijt, koffie en thee. Het is de bedoeling dat iedereen een normaal ontbijt tot zich neemt.”
Iets voor half zes sluiten Moon en haar collega met wie ze een hapje gaat eten de peuterspeelzaal af. Even daarvoor heeft Moon zich omgekleed en haar luierbroekje verruild voor haar slip. “De Mexicaan dan maar doen?” vraagt Isabelle, haar collega. “Lijkt me een goed idee. Ik hou wel van wat pittigs.” Even later zitten beide dames gezellig te babbelen. Het eten smaakt prima. Om iets voor half tien rekenen ze af. Moon besluit naar huis te lopen en neemt afscheid van Isabelle. “Tot morgen! Zeker weten dat ik je niet even thuis moet afzetten? Ja hoor, frisse lucht doet me goed. Het is een half uurtje lopen.”
Als Moon een paar minuten op weg is, merkt ze dat het pittige eten haar darmen onrustig heeft gemaakt. Ze voelt en hoort het borrelen. Een paar kleine windjes kan ze niet onderdrukken. Als ze voor een oversteek moet wachten op groen, merkt ze dat ze aandrang krijgt voor een grote boodschap. Moon denkt na. Ze passeert bijna het laatste kroegje voordat ze de woonwijk inloopt waar zij en Mark wonen. Als ze naar het toilet wil, moet ze dat nu doen. Een volgende wind verlicht de druk op haar darmen aanzienlijk. Met een diepe zucht, schat ze in dat ze het wel haalt. Besluitvaardig loopt ze de kroeg voorbij en loopt ze de woonwijk in. Verdorie, mompelt ze. Halverwege de tocht van het restaurantje naar haar huis, neemt de druk opnieuw enorm toe. Ze durft niet opnieuw een wind te laten, bevreesd voor iets meer dan alleen lucht. Even pakt ze haar billen beet, maar stopt verschrikt als ze in de verte iemand aan ziet komen die de hond aan het uitlaten is. Langzaam loopt ze verder. De snelheid is er uit. Om de paar meter moet ze even blijven staan, om haar billen dicht te knijpen. Ze denkt terug aan de ochtend. Als ze haar luier nog zou hebben gedragen, had ze het zeker in de broek gedaan. Dat had ze wel aangedurfd. Maar nu. Ze moest er niet aan denken. Ze keek snel om zich heen. Ergens langs de kant van de weg knielen en haar behoefte doen, durfde ze niet. Ze passeerde voortuintjes met rijen geparkeerde auto’s. In de verte kwam wederom iemand met hond haar tegemoet gelopen. Moon kon nu twee dingen doen. Proberen thuis te komen, of linksaf op weg naar haar zus om daar het toilet te gebruiken. Ze wist dat ze geen keuze had.
Zo goed en zo kwaad als het ging, liep ze de straat in. Het wagentje van haar zus stond niet voor de deur geparkeerd zoals ze vermoedde. Gelukkig brandde er wel licht. Moon belde aan. Ze stond nu werkelijk te dansen op haar benen. Het duurde lang. Schiet op, schiet op, dacht ze. Even later zag ze een meisje van een jaar of zestien de gang in komen lopen. Moon fronste haar wenkbrauwen. “Hallo?” zei het meisje verlegen, door de dichte deur. “Ik mag niet open doen van de bewoners, ik ben de oppas.” Dat had Moon weer! Haar zus en haar man waren dus weg en hadden oppas geregeld voor hun driejarig zoontje. “Oh hoi, ik ben Moon, de zus van Fleur. Is Fleur er niet?” “Nee, ze zijn naar een voorstelling in het theater. Ik mag echt niet open doen.” Moon besloot niet aan te dringen. Ze vond de opstelling van de oppas te bewonderen: niet opendoen voor vreemden. “Nou, dan ga ik maar, vertel maar dat ik ben geweest. Moon, de zus van Fleur.” Het meisje lachte. “Ja, dat had u al verteld. Dag.” Moon draaide zich om en liep weg.
Op het punt waar ze zo-even had besloten naar haar zus te gaan, gaat het mis. Een wind die niet binnen is te houden,ontglipt Moon. Door de darmkrampjes die pijn doen, zet ze haar benen uit elkaar. Met een korte stevige persbeweging vult het slipje van Moon zich met een brij verse poep. Ze slikt. Besluitloos blijft ze even staan. Het goede nieuws is, dat de pijn en druk volledig weg zijn. Het slechte nieuws, dat haar slip behoorlijk vol zit. Langzaam voelt Moon aan haar billen. Ze merkt dat ze een ongelukje ter grootte van een flinke sinasappel heeft. Gelukkig sluit het slipje goed af, zodat er niks ontsnapt. Een geluk bij een ongeluk is, dat Moon niet hoeft te plassen. Met tranen die in haar ogen opwellen, loopt Moon door. Ze merkt dat haar lading op zijn plek blijft. Na een paar meter loopt ze zo gewoon mogelijk. Moon weet dat ze geen gelegenheid heeft om haar volle broek ergens ongemerkt te legen. Ze is te braaf om een voortuintje in te stappen en het parkje achter haar huis is ook geen optie. Ze slikt. Moon kan niet anders dan zo normaal mogelijk binnenkomen, en hopen dat Mark niets merkt. Moon doet een schietgebedje, loopt het pad voor haar huis op en steekt de sleutel in het sleutelgat. Shit! Heeft Mark de sleutel er aan de binnenkant op laten zitten. Langzaam gaat haar vinger naar de bel. Ze zucht diep.
Mark schiet wakker. Hij was op de bank in slaap gevallen. Hij ziet Moon voor de deur staan en veert op. “Hallo schat. Is er wat?” Moon had nog geprobeerd een onschuldig gezicht op te zetten, maar ze faalt jammerlijk. Mark pakt haar bij haar schouder en doet de deur achter haar dicht. “Ik ga me douchen.” Ze loopt langs Mark heen, die zijn hand van haar schouders laat vallen. Zo goed en zo kwaad als het gaat loopt Moon de trap op. Mark kijkt haar na. Hij weet voldoende.
Die volgende ochtend is de spanning om te snijden. Moon durft er niet over te beginnen. Mark evenmin. Maar dan besluit Mark om de stilte te doorbreken. “Ik zocht vorige week mijn boxershorts. Ik kwam het pak, je weet wel, tegen in de kast. Waarom heb je niet verteld.” “Dat is het niet. Het. Het.” Moon slikt. Opnieuw komen tranen in haar ogen. “Het pak heb ik meegenomen van mijn vorige stageplaats. Ik wilde weten hoe. Nou ja. Hoe het voelt. Alleen om ze te dragen. Verder niks. Dat van gisterenavond was een ongelukje Mark. Heus. Het eten was pittig, ik moest opeens erg nodig. Ik wil er het niet over hebben. Het is niet wat je denkt.” Mark knikt. “Ik merkte vrijdag al iets aan je. Je billen. Ze…” “Dat was de eerste en laatste keer. Sindsdien heb ik ze niet meer gedragen.” Mark zucht. “Moon, alsjeblieft. Liegt niet tegen me. Ik weet dat er gisteren ook een aan had.” Moon werd rood. Dus toch. “Heb je expres in de luier gepoept?” Het was eruit voor Mark het wist. Even bleef het stil. “Mark, het is echt niet wat je denkt. Gisterenavond had ik er geen aan. Het was een ongelukje. Echt Geloof me nu.” Mark knikte. “Waarom lieg je dan Moon.” Met een ruk stond Moon op. “Mark, ik wil het er niet over hebben. Ik ga naar mijn werk.” Met een klap sluit de deur zich.
Wordt vervolgd…