Breedbeeld16
Nieuw lid
De zon staat hoog aan de hemel, Mark kijkt rechts onder in zijn scherm en ziet dat het alweer kwart voor twee is. Die dagen bij zijn nieuwe baan op het accountantsbureau wennen maar moeizaam en met dit warme weer is de rek er rond deze tijd al helemaal uit. In de gang hoort hij het getik van hakken op de natuurstenen vloer. Chantal de secretaresse van de accountmanager, die zich in de afgelopen weken nog geen enkele maal heeft voorgesteld loopt het kantoor in en legt twee dossiers op het bureau van Mark en verteld dat de manager ze over vier uurtjes uitgewerkt op zijn bureau wil hebben. Markt kijkt Chantal aan en vraagt of de vorige dossiers naar wens waren uitgewerkt. Chantal reageert onverschillig en verteld Markt dat ze geen commentaar van de manager heeft gehad, dus zal het wel goed zijn. Met een arrogante houding loopt Chantal de kamer van Mark uit. Wat een bitch denkt Mark.
Na drie en half uur ploeteren op de cijfers van een klein logistiek bedrijf en de aangifte van de katholieke parochie in Overvecht zijn de cijfers dan eindelijk rond. Mark print de samenvattingen die uit het rekenprogramma rollen uit en loopt naar de kamer van de accountmanager. Ja hoor, daar zit die Chantal weer als een lieve poes te knikken naar de accountmanager. Mark stapt de kamer in en schraapt zachtjes zijn keel. De manager en Chantal kijken geïrriteerd op. Markt loopt rustig naar de manager toe en gaat met zijn rug naar Chantal staan. De manager pakt de uitgeprinte samenvatting van Mark vast en drukt zijn bril wat hoger op zijn neus. Terwijl hij de uitkomsten met een knikkend hooft leest doet Mark een stapje naar achteren, zodat hij Chantal weer ziet. De manager kijkt op van de papieren en zegt ‘jij uhh, hoe heet je ook alweer’, ‘Mark’ zegt Mark. ‘Ow ja, Mark’ vervolgt de manager, ‘komt nog ver in dit vak’. Chantal kijkt geïrriteerd en jaloers naar Mark terwijl hij de kamer met een knipoog naar Chantal verlaat.
Mark stapt in zijn auto om naar huis te rijden. Wanneer hij de snelweg op draait ziet hij in de verte de matrix borden boven de weg knipperen met het getal 50. Mark baalt die files, daar heeft hij nu al helemaal geen zin in. Langzaam optrekkend kijkt hij naar een vrouw die druk bellend in haar auto naast hem haar kindje in een kinderzitje de fles geeft. Terwijl hij de auto van de vrouw inhaalt passeert hij een zwarte Mini Cooper. Mark kijkt rustig naar de blonde vrouw die in de Mini zit en denkt wat een lekker wijf! Ze draait haar hooft en kijkt Mark aan. Shit… Het is Chantal. Mark geeft een knikje terwijl Chantal nauwelijks reageert. Mark besluit bij het eerste tankstation de file te ontvluchten en wat te drinken te kopen.
Mark draait een kwartier later weer de snelweg op om zijn reis te vervolgen. Intussen is het al gaan schemeren. Mark kijkt op zijn horloge en ziet dat het al bijna half acht is. Gelukkig lost de file langzaam op en kan Mark weer gas geven. De naald van zijn snelheidmeter tikt de honderd veertig. Plots springen de matrixborden boven de weg weer aan. Zeventig, nou ja dat is wel te doen denkt Mark. Hij verplaatst zijn auto naar de rechterrijbaan. In de verte ziet hij een auto met pech staan op de vluchtstrook. Terwijl hij dichter bij komt ziet hij dat het de Mini Cooper is van Chantal. Zo te zien is er nog geen wegenwacht. Even denkt Mark dat hij doorrijdt, maar hij besluit om toch even te stoppen en zijn hulp aan te bieden.
Mark stapt uit terwijl het verkeer rakelings langs hem heen dendert. Chantal staat achter haar auto in haar tas te rommelen met de achterklep omhoog. Zachtjes loop Mark via de berm naar haar toe. Even blijft hij stil staan en bewonderd haar mooie achterwerk, dat in haar strakke broek mooi naar voren komt. Dan stapt hij over de vangrail heen en tikt op de schouder van Chantal die schrikkend haar hooft omhoog gooit en stoot tegen de bovenkant van haar achterklep. Luidt roept ze ‘klootzak’ terwijl ze met haar hand door haar blonde haar wrijft. Boos vraagt Chantal of dat hij als ramptoerist op wil hoepelen. Mark die door haar reactie geïrriteerd is zegt ‘ik wil je alleen maar helpen hoor’. Chantal bindt in en verteld dat ze haar wegenwachtpasje nergens kan vinden.
Mark buigt zich over de motor en haalt met een handige beweging de motorolie peiler uit de cilinder. Deze is kurk droog. Mark roept naar Chantal, dat het rode lampje op haar dashboard volledig terecht aan het branden is en ze vaker haar olie moet peilen. Chantal komt naast hem staan en kijkt hem hulpeloos aan, terwijl Mark bij zichzelf denkt mij manipuleer je niet. Chantal vraagt wat ze nu moet doen. Mark zegt triomfantelijk ‘er is twee kilometer terug een tankstation waar je motorolie kan halen’. Terwijl Mark deze woorden uitspreekt loopt hij naar zijn auto. Chantal loopt hem achterna en roept hulpeloos ‘wacht nou, kun je mij geen lift geven?’ Mark kijkt haar hooft schuddend aan en zegt, ‘Ik ga het wel halen, wacht maar even hier.’ Mark heeft dit nog niet uitgesproken of Chantal sputtert tegen. ‘Zou ik niet mee mogen’, vraagt Chantal. Iemand moet bij je auto blijven zegt Mark kortaf en stapt in. Zachtjes zegt Chantal, terwijl niemand haar hoort, ‘maar ik moet zo nodig naar het toilet.’
To be continued
Na drie en half uur ploeteren op de cijfers van een klein logistiek bedrijf en de aangifte van de katholieke parochie in Overvecht zijn de cijfers dan eindelijk rond. Mark print de samenvattingen die uit het rekenprogramma rollen uit en loopt naar de kamer van de accountmanager. Ja hoor, daar zit die Chantal weer als een lieve poes te knikken naar de accountmanager. Mark stapt de kamer in en schraapt zachtjes zijn keel. De manager en Chantal kijken geïrriteerd op. Markt loopt rustig naar de manager toe en gaat met zijn rug naar Chantal staan. De manager pakt de uitgeprinte samenvatting van Mark vast en drukt zijn bril wat hoger op zijn neus. Terwijl hij de uitkomsten met een knikkend hooft leest doet Mark een stapje naar achteren, zodat hij Chantal weer ziet. De manager kijkt op van de papieren en zegt ‘jij uhh, hoe heet je ook alweer’, ‘Mark’ zegt Mark. ‘Ow ja, Mark’ vervolgt de manager, ‘komt nog ver in dit vak’. Chantal kijkt geïrriteerd en jaloers naar Mark terwijl hij de kamer met een knipoog naar Chantal verlaat.
Mark stapt in zijn auto om naar huis te rijden. Wanneer hij de snelweg op draait ziet hij in de verte de matrix borden boven de weg knipperen met het getal 50. Mark baalt die files, daar heeft hij nu al helemaal geen zin in. Langzaam optrekkend kijkt hij naar een vrouw die druk bellend in haar auto naast hem haar kindje in een kinderzitje de fles geeft. Terwijl hij de auto van de vrouw inhaalt passeert hij een zwarte Mini Cooper. Mark kijkt rustig naar de blonde vrouw die in de Mini zit en denkt wat een lekker wijf! Ze draait haar hooft en kijkt Mark aan. Shit… Het is Chantal. Mark geeft een knikje terwijl Chantal nauwelijks reageert. Mark besluit bij het eerste tankstation de file te ontvluchten en wat te drinken te kopen.
Mark draait een kwartier later weer de snelweg op om zijn reis te vervolgen. Intussen is het al gaan schemeren. Mark kijkt op zijn horloge en ziet dat het al bijna half acht is. Gelukkig lost de file langzaam op en kan Mark weer gas geven. De naald van zijn snelheidmeter tikt de honderd veertig. Plots springen de matrixborden boven de weg weer aan. Zeventig, nou ja dat is wel te doen denkt Mark. Hij verplaatst zijn auto naar de rechterrijbaan. In de verte ziet hij een auto met pech staan op de vluchtstrook. Terwijl hij dichter bij komt ziet hij dat het de Mini Cooper is van Chantal. Zo te zien is er nog geen wegenwacht. Even denkt Mark dat hij doorrijdt, maar hij besluit om toch even te stoppen en zijn hulp aan te bieden.
Mark stapt uit terwijl het verkeer rakelings langs hem heen dendert. Chantal staat achter haar auto in haar tas te rommelen met de achterklep omhoog. Zachtjes loop Mark via de berm naar haar toe. Even blijft hij stil staan en bewonderd haar mooie achterwerk, dat in haar strakke broek mooi naar voren komt. Dan stapt hij over de vangrail heen en tikt op de schouder van Chantal die schrikkend haar hooft omhoog gooit en stoot tegen de bovenkant van haar achterklep. Luidt roept ze ‘klootzak’ terwijl ze met haar hand door haar blonde haar wrijft. Boos vraagt Chantal of dat hij als ramptoerist op wil hoepelen. Mark die door haar reactie geïrriteerd is zegt ‘ik wil je alleen maar helpen hoor’. Chantal bindt in en verteld dat ze haar wegenwachtpasje nergens kan vinden.
Mark buigt zich over de motor en haalt met een handige beweging de motorolie peiler uit de cilinder. Deze is kurk droog. Mark roept naar Chantal, dat het rode lampje op haar dashboard volledig terecht aan het branden is en ze vaker haar olie moet peilen. Chantal komt naast hem staan en kijkt hem hulpeloos aan, terwijl Mark bij zichzelf denkt mij manipuleer je niet. Chantal vraagt wat ze nu moet doen. Mark zegt triomfantelijk ‘er is twee kilometer terug een tankstation waar je motorolie kan halen’. Terwijl Mark deze woorden uitspreekt loopt hij naar zijn auto. Chantal loopt hem achterna en roept hulpeloos ‘wacht nou, kun je mij geen lift geven?’ Mark kijkt haar hooft schuddend aan en zegt, ‘Ik ga het wel halen, wacht maar even hier.’ Mark heeft dit nog niet uitgesproken of Chantal sputtert tegen. ‘Zou ik niet mee mogen’, vraagt Chantal. Iemand moet bij je auto blijven zegt Mark kortaf en stapt in. Zachtjes zegt Chantal, terwijl niemand haar hoort, ‘maar ik moet zo nodig naar het toilet.’
To be continued
