Pieter

Hoe goed is dit verhaal?

  • 1

    Stemmen: 0 0,0%
  • 2

    Stemmen: 0 0,0%
  • 3

    Stemmen: 0 0,0%
  • 4

    Stemmen: 0 0,0%
  • 5

    Stemmen: 0 0,0%
  • 6

    Stemmen: 0 0,0%
  • 7

    Stemmen: 0 0,0%
  • 8

    Stemmen: 1 20,0%
  • 9

    Stemmen: 1 20,0%
  • 10

    Stemmen: 3 60,0%

  • Totaal stemmers
    5

DL_Michel

Administrator
Forumleiding
geschreven door: Wet Nicci


Deel 1


Pieter trekt zijn jas aan en hangt zijn rugzak met een zwaai op zijn rug. 'Dag mam!' roept hij. 'Dag lieverd!' roept zijn moeder van bovenaan de trap. 'Veel succes op je eerste schooldag!' Pieter glimlacht en trekt de deur achter zich dicht.

Terwijl hij tegen de wind in tussen de weilanden doorfietst stelt Pieter zich zijn nieuwe school voor. Hij is er al een paar keer geweest, maar dat was alleen op een open dag. Nu is het zijn eerste dag op de middelbare school. In de verte ziet Pieter een groepje jongens en meisjes fietsen. Aan de donkerblauwe rugzak die er precies zo uitziet als die van hem herkent hij Michael. Michael heeft nog bij hem in de kleuterklas gezeten en komt nu ook bij hem in de klas. Ze hebben de rugzakken samen uitgezocht.

Pieter zet alles op alles en racet over de weg om het groepje in te halen. Als hij hijgend Michael inhaalt ontdenkt hij dat Michael de groep al beter kent. Hij heeft met een paar van hen op een andere basisschool gezeten nadat hij in groep 2 verhuisd was.

Vlak voor het tweetal fietst een meisje met lang donker haar dat Pieter niet kent. "Dat is Esmee" zegt Michael. "Ze heeft bij mij in de klas gezeten." Esmee kijkt om en glimlacht. "H.. hoi, ik ben Pieter" stelt Pieter zich voor. Het kwam er minder stoer uit dan hij bedoeld had, maar hij probeert zijn stoere houding niet te verliezen. Esmee glimlacht nog een keer en zegt "hoi Pieter" terwijl ze hem met grote bruine ogen aankijkt. Dan fietsen ze verder.

Een eerste schooldag is altijd leuk. Het maakt niet uit wat al zijn grote neven hem verteld hebben over de middelbare school. Pieter geniet ervan. Zelfs wiskunde vindt hij leuk, want hij kan het goed. Het is wel spannend om al die ingewikkelde dingen te leren, en dan met al die grote jongens en meiden die de school bevolken! In groep 8 was hij de oudste; helemaal omdat hij een jaar was blijven zitten en daardoor ouder was dan de rest. Hier voelt Pieter zich minder groot, maar toch best op zijn gemak. Hij kijkt in de pauze naar een paar jongens van 16 in hiphop-kleren die naar muziek op elkaars mp3-spelers luisteren en vraagt zich af of hij over een paar jaar ook zo cool zal zijn. Langzaam wordt hij zich ervan bewust dat hij nu geen kind meer is. Over nog maar een paar jaar zal hij volwassen zijn!

Er is nog iets leuks gebeurd: na de pauze, bij Engels, zat hij ineens naast Esmee. Hij miste de helft van de uitleg omdat hij voortdurend stiekem vanuit zijn ooghoeken naar haar zat te staren. Eén keer, toen hij keek, zag hij dat ze terugkeek! Met een vuurrood hoofd keek hij snel weer naar zijn boek.

Thuisgekomen duizelt zijn hoofd nog van alle nieuwe ervaringen. Maar van één ding nog het meest: Esmee. Hij merkt dat hij haar niet meer uit zijn hoofd kan krijgen.

Zijn moeder zit al te wachten met een kop thee als hij binnenkomt. Ze vraagt hem hoe zijn dag was. Pieter moet nu razendsnel nadenken, want hij wil zijn moeder niet over Esmee vertellen! "Eh.. leuk!" zegt hij. "Ik heb wiskunde gehad, en Engels, en Frans, en nog meer". "Was Michael er ook?" vraagt zijn moeder. "ja" "Gezellig!" merkt zijn moeder op.

Dan verandert de uitdrukking op haar gezicht alsof ze hem iets serieus te vertellen heeft.

"Pieter, even over vanmorgen..." Vanmorgen lijkt een eeuwigheid geleden en Pieter vraagt zich even af wat ze kan bedoelen. Dan schiet het hem te binnen, en in één klap zijn Esmee en de school uit zijn gedachten verdwenen. Pieter voelt zijn hoofd rood worden. Hij weet niet wat hij moet zeggen.

"Was het een ongelukje Pieter?" vraagt zijn moeder bezorgd. "ik denk het" mompelt Pieter verlegen terug.

Ze had de natte lakens gevonden die Pieter zorgvuldig met een droge sprei had afgedekt. Hij had zo gehoopt dat ze niet op zijn kamer zou komen voor het was opgedroogd.

Pieter staart naar de tafel, niet wetend waar hij moet kijken.

Zijn moeder kijkt licht bezorgd, maar stelt hem gerust. "Het geeft niet dat je een keer in bed plast. Ik denk dat het de zenuwen waren voor de eerste schooldag. Denk je ook niet?" "Zal wel", mompelt Pieter, die er nu helemaal niets meer voor voelt om hierover te praten. "Goed dan" zegt zijn moeder. "Maar vertel het me wel als het vaker gebeurt he?" Het kan ook een blaasontsteking zijn ofzo. Tenslotte heb je al minstens 6 jaar niet meer in je bed geplast, dus het kan best iets zijn" "Oké", mompelt Pieter, en verdwijnt snel naar boven om zijn huiswerk te doen en te chatten met Michael. Op zijn kamer ziet hij dat de lakens op het bed zijn verschoond.
Deel 2

Als Pieter op zijn fiets bij het kruispunt aankomt staat Michael hem al op te wachten. "Yo, Pieter! Alles goed?" "Tuurlijk, helemaal flex man", antwoordt Pieter.

"Waarom ben je zo laat? Ik sta al een kwartier te wachten" zegt Michael. "Verslapen" Zegt Pieter. "Maar ik wed dat ik alsnog eerder bij school ben dan jij!" "Dat zullen we nog wel eens zien!" luidt het antwoord.

Zonder te wachten tot Michael op gang is gekomen racet Pieter door over het fietspad tussen de weilanden. Hij heeft pech: ze hebben wind tegen. Het is een spannende race, maar geen van beide jongens wil het opgeven. Als ze bij de school aankomen loopt het zweet in straaltjes van hun voorhoofd af. Michael heeft gewonnen met een krappe meter voorsprong.

Voor de school staat de groep al te wachten. De mentor, meneer Jansma, die ook Nederlands geeft staat ongeduldig op zijn horloge te kijken. Met piepende remmen komen Michael en Pieter voor hem tot stilstand.

"Ah, daar zijn jullie! Ik had jullie al bijna opgegeven!" zegt meneer Jansma met een opgelucht gezicht. "Mooi dat jullie er zijn, dan zijn we compleet. We vertrekken meteen." Michael werpt Pieter een vermoeide blik toe. Hij had gehoopt dat ze even uit konden rusten. Nog nahijgend van de rit hijst Pieter zich weer op zijn fiets.

Hij laat zijn blik langs de rest van de groep dwalen op zoek naar Esmee. Ze zou toch niet ziek zijn geworden op de dag dat het brugklaskamp begint? Gelukkig ontdekt hij haar tussen een groepje meiden aan de overkant van de straat. Ze ziet hem ook. Even hebben de twee oogcontact. Dan wendt Esmee zich blozend naar haar vriendinnen toe en Pieter hoort het stel giechelen. Even later zet de hele groep zich in beweging.

Het avondeten in het kamphuis bestaat uit gestampte aardappelen met onbestemde prut, maar het smaakt gelukkig niet al te smerig. Pieter is minder moe dan hij gedacht had na al dat fietsen en rennen door de bossen. Hij is best tevreden over de afgelopen dag. Alleen wel jammer dat hij niet het bovenste bed te pakken heeft kunnen krijgen op de slaapzaal. Michael was hem net voor.

Als iedereen uitgegeten is, neemt meneer Jansma het woord. "Morgen gaan we een touwtrek competitie houden. In de eerste ronde komt iedereen één keer aan de beurt. De winnaars van de eerste ronde gaan tegen elkaar, tot er uiteindelijk één winnaar overblijft. Voor de winnaar hebben we een verrassing!"

"Wedden dat ik win", fluistert Michael tegen Pieter. "Echt niet! Deze keer win ik!" sist Pieter terug. Hij is hun fietswedstrijdje van die ochtend nog niet vergeten.

Die avond loopt Pieter alleen over het erf van de boerderij waarin de klas verblijft. Het is al één uur 's nachts en het keten van de jongens op de slaapzaal is al afgelopen maar Pieter kan niet slapen. Misschien komt het door de herinnering aan zijn ongelukje in de nacht voor zijn eerste schooldag, twee weken geleden. Hij wil morgen niet voor gek staan bij al zijn klasgenoten.

Bij de stal van de paarden stopt Pieter. Hij zag in het gangpad iets bewegen. Nieuwsgierig loopt hij naar binnen. Daar staat iemand in de schaduw een paard te aaien. Pieters hart begint te bonzen. Het is Esmee!

"H.. hoi Esmee" fluistert Pieter. Esmee schrikt op. "Hee Pieter", zegt ze zacht. Kon jij ook niet slapen?" "Nee. Jij?" "Ik ook niet, antwoordt Esmee."

"Heb je zin om een stukje te gaan lopen?" vraagt Pieter. Esmee knikt. Samen wandelen ze het erf af en komen na een paar minuten aan de rand van een meertje. Esmee gaat op de rand van een steiger zitten en doet haar schoenen uit. "kom erbij" zegt ze. "Het water is echt lekker." "Pieter doet ook zijn schoenen uit, en even later zitten ze naast elkaar op de steiger met hun voeten in het water. Het water is heerlijk koel vergeleken bij de warmte van de zomernacht. Voorzichtig legt Pieter een arm om de middel van Esmee. Even schrikt ze, en Pieter wil zijn arm al terugtrekken, maar dan legt ze haar hand op zijn been. Pieter voelt zich warm worden en is blij dat Esmee door het donker niet kan zien hoe rood hij is geworden. Ze kijken elkaar aan. Langzaam bewegen hun hoofden zich naar elkaar toe, tot hun lippen elkaar vinden...

Het is 4 uur 's nachts. Pieter schrikt wakker uit een droom en voelt dat zijn laken aan hem kleeft. Ook zijn boksershort voelt klam aan. "Nee he.." denkt hij.

Even later sluipt Pieter in het donker door de slaapzaal met een vochtige bundel in zijn armen. Hij heeft een schone boxershort aangetrokken. Gelukkig had zijn moeder erop gestaan dat hij die meenam. Al zijn klasgenoten lijken gelukkig diep in slaap te zijn.

Het beddengoed is van de eigenaars van het onderkomen en Pieter heeft gezien waar het bewaard wordt. In het pikkedonker sluipt hij de slaapzaal uit en de trap af. Beneden in de hal van de boerderij staat een grote oude kast. Pieter trekt die voorzichtig open. De oude scharnieren van de kast piepen zó erg, dat Pieter bang is dat de hele klas wakker wordt. Even staat hij stil in het donker en luistert of hij iemand hoort bewegen.

Het is stil.

Vlug trekt Pieter wat schoon beddengoed uit de kast en doet de deur zo langzaam dicht dat die bijna niet piept. Nu moet hij nog bedenken wat hij met de natte lakens gaat doen.

Een deur verder is het washok van de boerderij. Pieter doet de deur voorzichtig open. Daar links staat een mand met lakens en dekens die blijkbaar van de vorige groep zijn die hier heeft geslapen. Pieter tilt een paar lakens op en stopt zijn eigen beddengoed eronder zodat het niet duidelijk zichtbaar is.

Dan draait hij zich om en wil het washok verlaten als hij zijn blote voet tegen een krukje stoot. Het valt met een klap om en Pieter moet zich inhouden om het niet uit te schreeuwen van de pijn. Aan de andere kant van het washok begint iets te bewegen. Het is meneer Jansma! Zijn bed staat in het washok! Pieter was vergeten dat zijn leraar hier sliep. Hij sluipt zo snel hij kan het washok uit en trekt zachtjes de deur achter zich dicht. Hij hoopt maar dat meneer Jansma niet wakker is geworden.
 
Bovenaan