Andy Adult Baby
André Adult baby zoekt contact met mede AB,ers
Vakantie Rondreis naar Thailand
Voorwoord:
Mijn naam is Andy, ik ben vijf en dertig jaar oud en woon nog steeds bij mijn ouders. Niet omdat ik dat zo leuk vind, maar omdat het onmogelijk lijkt om een eigen huis te krijgen of te kopen.
Sinds kort draag ik weer luiers – iets wat ik stiekem al heel lang deed. Mijn moeder kwam daarachter, en vanaf dat moment besloot ze dat ik voortaan elke dag luiers moet dragen.
Tot mijn verrassing heeft ze een vakantie naar Thailand gepland. Ze heeft niets verteld over wat ze allemaal in petto heeft, dus ik heb geen idee wat me daar te wachten staat.
Het Begin
"Goedemorgen Andy," hoorde ik mijn moeder zeggen terwijl ze mijn slaapkamer binnenkwam. "Wakker worden, we moeten zo naar de luchthaven – onze vakantie begint!"
Ik maakte me snel klaar: wassen, tandenpoetsen, terwijl ik in de spiegel keek naar mijn eigen rode wangen. Mijn hart klopte sneller dan normaal. Ondertussen hoorde ik mijn moeder in de slaapkamer de laatste spullen inpakken.
"Andy," riep ze plotseling. "Kom hier, dan controleer ik nog even je luier voor we vertrekken."
Met een knoop in mijn maag liep ik naar haar toe. Ze wees naar de commode.
"Klim erop," zei ze kortaf.
Ik gehoorzaamde, en voelde hoe ze de luier opende.
"Tjonge," zei ze hoofdschuddend, "je bent helemaal doorweekt. Je leert het ook nooit, hè?"
Voor ik iets kon antwoorden, kreeg ik al een frisse, dikke luier om. Deze keer deed ze er zelfs een extra inlegger in.
"Zo, dat houdt je wel even droog. Voor de zekerheid gaat er een plastic broekje overheen."
Ik voelde de knopen van de romper dichtklikken en wist dat er geen weg meer terug was. Vervolgens hielp ze me in een tuinbroek en trok een T-shirt over mijn hoofd. Mijn hart sloeg een slag over toen ik las wat erop stond: ABDL Adultbaby.
"Moet dit écht?" fluisterde ik, mijn stem trilde.
Ze antwoordde niet met woorden, maar gaf me een paar stevige tikken op mijn luier. Klats, klats. Het geluid deed mijn wangen gloeien.
"Zo," zei ze, "nu kunnen we gaan."
De koffers stonden klaar. De motor van de auto ronkte. We vertrokken.
In de auto voelde ik elke hobbel, elke beweging. De dikke luier duwde tegen mijn benen en ik kon bijna niet normaal zitten. Het voelde alsof iedereen me kon zien, alsof het op mijn voorhoofd stond geschreven.
"Nu hoef ik je niet zo vaak te verschonen," zei mijn moeder vrolijk, alsof dit een normale dag was.
Maar ik dacht alleen maar aan wat er straks zou komen. De luchthaven. De drukte. De douane.
Wat als ze iets merken? Wat als iemand het ziet?
Mijn wangen gloeiden nog steeds. Ik kon alleen maar denken: Wat gaat er allemaal gebeuren in Thailand?
De incheckbalie ging probleemloos. Maar daarna kwam het moment waar ik al dagen tegenop had gezien: de douanecontrole.
"Paspoort alstublieft," zei de beambte. Mijn handen trilden toen ik het aanreikte.
"Loop maar even door de scanner."
Mijn hart bonsde in mijn keel. Ik stapte door het poortje – PIEP! Het geluid sneed door de hal.
"Even blijven staan," klonk het scherp. De beveiliger wenkte een collega. "Hij moet extra gecontroleerd worden."
Mijn adem stokte. Mijn gezicht werd gloeiend heet. Een tweede medewerker kwam erbij en gebaarde dat ik mijn armen moest spreiden. De handscanner piepte opnieuw, precies bij mijn middel.
"Er zit iets onder zijn kleding," zei de beveiliger. "Komt u maar even mee, dan kunnen we dit rustig controleren."
Mijn maag draaide om. Mijn moeder kwam rustig naast me staan en zei met een glimlach:
"Geen probleem. Hij draagt een luier, hij is incontinent."
En tot mijn afschuw wees ze naar mijn T-shirt.
"Kijk maar, hij is een echte adult baby. Het staat er zelfs op."
De beveiligers wisselden een verbaasde blik. Ik voelde hoe mijn gezicht in brand stond.
In een klein, fel verlicht kamertje moest ik mijn tuinbroek losmaken. Met trillende vingers deed ik wat er gevraagd werd. De witte romper en het glimmende plasticbroekje kwamen tevoorschijn. De beveiligers keken even, maar knikten toen.
"Alles in orde," zei de ene beveiliger. Zijn mondhoek trok omhoog in een grijns.
"Heeft u wel genoeg luiers bij u voor deze… baby?"
Mijn moeder lachte zacht. "Meer dan genoeg," antwoordde ze.
Ik wilde door de grond zakken.
Ze sloot mijn tuinbroek, gaf me een stevige klap op mijn luier en fluisterde:
"Zie je wel? Niks aan de hand. Vooruit, we hebben nog een vlucht te halen."
Toen we terugliepen naar de gate voelde ik de blikken van de mensen in de rij branden. Mijn benen trilden en ik durfde niemand aan te kijken. Dit was nog maar de douane…
Wat zou er in Thailand allemaal met me gebeuren?
Bij de gate zaten we te wachten tot we mochten boarden. Mijn hart bonsde in mijn keel, elke slag voelde alsof hij in mijn borstkas zou ontploffen. Het moment bij de douane zat nog vers in mijn geheugen gegrift, en de klap op mijn luier voelde alsof hij net gebeurd was.
"Kom op, Andy," zei mijn moeder toen de eerste passagiers mochten instappen. "We gaan."
Elke stap door de slurf voelde alsof ik over een dun touw liep boven een afgrond. Het gezoem van de motoren, het piepen van de trolleys, het geroezemoes van andere reizigers – alles leek mijn angst uit te vergroten. Mijn luier voelde zwaar en ongemakkelijk, elke hobbel van de vloer leek mijn geheim naar buiten te willen schreeuwen.
We vonden onze stoelen. Mijn moeder had bewust stoelen aan het gangpad gekozen.
"Dan kan ik er straks makkelijker bij als ik je moet verschonen," zei ze kalm, alsof dit de normaalste zaak van de wereld was.
Ik voelde de ogen van de passagiers achter ons branden. Mijn handen trilden terwijl ik me in mijn stoel liet zakken. Mijn moeder trok mijn tuinbroek even naar beneden en voelde mijn romper.
"Nog droog," zei ze, maar haar blik beloofde dat het niet lang zou duren.
Het opstijgen voelde als een marteling. Elke trilling van het vliegtuig drukte de dikke luier tegen mijn huid, elke hobbel leek mijn geheim te willen onthullen. Mijn blaas begon hevig te protesteren, en langzaam voelde ik de warmte zich verspreiden.
"Je weet wat ik zei," fluisterde mijn moeder naast me, haar stem koel en beslist. "Je hoeft niet te wachten tot we landen. Daar heb je je luier voor."
Mijn wangen vlamden, mijn hart bonsde alsof het uit mijn borst wilde springen. De spanning, de druk, het gezoem van de motoren – het werd te veel. Heel langzaam voelde ik de warmte zich verspreiden. Mijn moeder wierp me een kort, goedkeurend knikje toe en glimlachte.
"Goed zo," fluisterde ze. "Daarvoor heb je hem om."
Na een paar uur boog ze zich naar me toe.
"Zo, tijd om te verschonen," zei ze zacht.
"Hier?!" fluisterde ik bijna hysterisch.
"Nee, natuurlijk niet," zei ze terwijl ze de luiertas onder de stoel vandaan haalde. "Kom, voordat het te laat is."
Elke stap door het gangpad voelde alsof iedereen naar ons keek. Mijn luier ritselde zwaar bij elke beweging. Twee stewardessen keken nieuwsgierig toen we bij de toiletten aankwamen. Hun ogen volgden elke beweging van mijn moeder, maar niemand zei iets.
"Alles oke?" vroeg één van hen, voorzichtig glimlachend.
"Ja hoor," zei mijn moeder vrolijk. "Alleen een kleine verschoning voor deze jongen."
Mijn gezicht brandde. Ik voelde dat mijn wangen gloeiend rood waren. Het liefst had ik me willen verstoppen.
In het piepkleine vliegtuigtoilet voelde ik me opgesloten, kwetsbaar, bijna paniekerig. Mijn moeder legde een wegwerponderlegger op de gesloten toiletbril.
"Kom, op je rug," zei ze resoluut.
Met trillende knieën en een bonzend hart deed ik wat ze vroeg. Het vliegtuig wiebelde licht, waardoor elke beweging voelde alsof ik op het punt stond om ontdekt te worden. Ze maakte mijn tuinbroek los, opende de romper en verwijderde voorzichtig mijn luier.
"Je was behoorlijk nat," zei ze bijna vrolijk. "Gelukkig heb ik dikke meegenomen."
Het scheuren van de plakstrips leek in mijn oren te echoën. Ze veegde me schoon, klikte een nieuwe luier vast en gaf me een stevige klap op mijn schone luier.
Toen we het toilet uitkwamen, stonden er twee passagiers en twee stewardessen te wachten. Hun blikken waren nieuwsgierig, licht verward, en ik voelde een golf van schaamte door mijn lichaam razen. Elke seconde leek alsof iedereen ons kon horen, kon zien, kon oordelen.
"Alles oke?" vroeg een van de stewardessen.
"Ja hoor, prima," zei ik zacht. "Hij heeft weer een schone luier om, maar waar kan ik de vuile luier kwijt?"
"Oh, deze kunt u hier weggooien," zei de stewardess vriendelijk. "Loop jij maar even mee, dan help ik je."
Elke stap terug naar de afvalbak voelde alsof de hele cabine op ons lette. Mijn luier ritselde zwaar, ik voelde me bloot en kwetsbaar.
Terug op mijn stoel voelde ik me warm en schoon, maar mijn hart bonsde nog steeds als een dreunende trom. Mijn wangen brandden. De angst, de spanning, het gevoel van totale kwetsbaarheid – alles zat nog in mijn lichaam.
Moeder zei, het is nog maar de helft van de vlucht ik hoop dat ik je in het vliegtuig niet meer je luier hoef te verschonen in die kleine ruimte, anders vraag ik of ze een grotere ruimte hebben.
Het eten kwam eraan, mijn moeder zei hij hoeft niet ik heb een hapje en een fles bij mij voor hem, ik schok mij rot, mijn moeder vroeg of ze eerst mijn flesje kan warmen?
Geen probleem zei de stewardess, wilt u dat ik dit nu doe? graag!
"Kom maar even naar voren, dan kan ik je slap even aandoen," zei mijn moeder rustig. Ik voelde dat alle ogen op ons gericht waren. Een van de stewardessen kwam terug met mijn flesje, en mijn moeder bedankte haar beleefd.
Ze pakte een pilletje uit haar tas. "Neem deze even in, dan kun je straks lekker slapen," zei ze. Ik dacht even dat het iets rustgevends was en voelde een moment van opluchting. Wat ik niet wist, was dat het een laxerend pilletje was.
"Kom maar, dan kan ik je de fles geven. Ga maar een beetje bij me liggen, lieverd," zei ze zacht.
Rustig dronk ik mijn flesje leeg, terwijl ik haar ogen voelde die over me heen glipten. Daarna klopte ze zacht op mijn rug en liet twee kleine boertjes ontsnappen. "Goed zo," zei ze.
Om ons heen zag ik mensen glimlachen en zacht lachen, en ik voelde hoe mijn wangen gloeiend rood werden. Ik kon me nergens verstoppen. Mijn moeder drukte op het belletje van het vliegtuig. "Kunt u zijn hapje nog even warm maken?" vroeg ze.
"Geen probleem, ik kom zo terug," zei de stewardess, terwijl mijn moeder fluisterde: "Hou je slap nog maar even aan."
Even later kwam de stewardess terug met het warme hapje. "Eet ze maar op, ventje," zei ze tegen me, maar haar woorden lieten een golf van gelach los bij meerdere passagiers. Mijn hart bonsde in mijn keel en ik voelde het liefst door de vloer zakken.
"Kom maar, mondje open," zei mijn moeder zacht. "Eet het maar snel op, dan ben je er zo vanaf." Ik deed wat ze zei, en ze prees me: "Goed zo, je hebt je bordje goed opgegeten."
"Kan je lekker gaan slapen," zei ze daarna. Ze deed mijn slap af, boog zich naar de tas en legde hem voorzichtig erin. Ze pakte een speen met een koortje erbij.
"Wat is dit?" vroeg ik zacht.
"Een lekker speentje," zei ze glimlachend. "Zo kan je lekker slapen." Ze maakte het koortje aan mijn tuinbroek vast, zodat ik het niet kwijt kon.
Op de speen stond de tekst baby met kleine beertjes erop. "Ga maar lekker slapen, lieverd," fluisterde ze. Ik voelde de warmte van haar hand en het zachte gewicht van de speen. Ik wist dat dit nog maar het begin was van een vlucht vol onverwachte uitdagingen, maar voor nu voelde ik me even veilig… en tegelijk vol spanning.
Het begon langzaam. Eerst voelde ik een lichte kramp in mijn buik. Ik dacht even dat het gewoon de spanning was, maar al snel werd het duidelijk dat het pilletje effect begon te hebben. Mijn wangen gloeiden van schaamte bij het idee dat dit gebeurde, midden in het vliegtuig.
"Alles goed daarbinnen?" fluisterde mijn moeder. Ze glimlachte alsof ze alles onder controle had. Maar ik voelde me helemaal niet goed. Mijn buik knorde luid en onophoudelijk, en ik merkte dat mijn luier zwaar begon te drukken.
Elke hobbel van het vliegtuig liet een golf van ongemak door mijn lichaam trekken. Ik probeerde mezelf klein te maken, mijn handen tegen mijn buik gedrukt, hopend dat niemand het zou merken. Maar ik wist dat de luier elke beweging verried.
"Rustig maar, lieverd," zei mijn moeder zacht, terwijl ze haar hand op mijn knie legde. "Het is normaal. Daar is je luier voor."
Het werd erger. De krampen kwamen sneller en heviger, en ik voelde een warme, onontkoombare druk toen ik probeerde het tegen te houden. Mijn hart bonsde, mijn adem stokte, en ik durfde nauwelijks te bewegen.
Om ons heen hoorde ik zachte geluiden van andere passagiers, het geritsel van trolleys, en het zachte gezoem van de motoren. Elke beweging leek mijn situatie nog zichtbaarder te maken. Mijn moeder drukte geruststellend op mijn hand.
"Je doet het goed, lieverd," fluisterde ze. "Blijf rustig, ik ben bij je."
Maar hoe meer ik probeerde kalm te blijven, hoe heviger de krampen werden. Mijn luier voelde dik en zwaar, en ik wist dat er geen ontsnappen mogelijk was. Elke seconde leek eindeloos terwijl ik me realiseerde dat ik niets kon doen om dit te stoppen.
Stewardessen liepen langs, passagiers keken nieuwsgierig, en ik voelde de ogen van iedereen op mijn middel branden, ook al probeerde ik me te verstoppen. Mijn moeder glimlachte nog steeds, maar ik kon zien dat ze genoot van de controle die ze had.
Toen het echt begon, voelde ik een diepe schaamte. Mijn luier deed zijn werk, maar het voelde alsof iedereen het hoorde en zag. Mijn wangen brandden, mijn hart bonsde, en ik voelde me compleet kwetsbaar en overgeleverd aan de situatie.
"Goed zo, lieverd," fluisterde mijn moeder terwijl ze zacht op mijn rug klopte. "Dat is wat je luier doet. Alles is goed."
Ik wilde verdwijnen. Mijn handen klemden zich om mijn knieën, mijn blik op de vloer gericht, terwijl ik probeerde de paniek onder controle te houden. Het gevoel van machteloosheid, schaamte en totale afhankelijkheid van mijn moeder overspoelde me.
Opeens voelde mijn moeder een tik op haar schouder.
“Ja mevrouw, wat is er?” vroeg ze, zich omdraaiend.
“Volgens mij heeft de baby in zijn broek gepoept,” zei de stewardess, haar gezicht een mengeling van medelijden en lichte paniek.
Mijn hartje sloeg een paar tellen over. Mijn moeder zuchtte diep en zei zacht:
“O, is dat zo? Kom eens hier voor mij staan, dan kan ik even je luier controleren.”
Ik wiebelde ongemakkelijk. Een vreemde mengeling van schaamte en opwinding trok door me heen. Mijn moeder keek me aan en mompelde:
“Jeetje, wat heb je nou gedaan… en dit op een vliegtuig, hè.”
Mijn moeder riep de stewardess nogmaals.
“Waar kan ik mijn ventje even verschonen? Hij heeft in zijn broek gepoept.”
De stewardess keek rond in de smalle WC. “Hm… dit wordt krap,” zei ze, terwijl ze een wenkbrauw optrok. “Maar geen paniek, we hebben nog een geheime superruimte. Volg me maar.”
We liepen door het smalle gangpad. Ik probeerde mijn billetjes in te houden—maar dat lukte natuurlijk niet. Andere passagiers keken nieuwsgierig op. Een oudere man fronste: “Wat is dat nou weer voor avontuur?”
De stewardess deed een deur open en daar was het: een ruime ruimte met een grote verschoontafel en een douche. Alles glom alsof het net gepoetst was door een team van superhelden.
“Hier kunt u hem verschonen, en als het nodig is, kunt u hem ook douchen,” zei de stewardess, bijna alsof ze een geheim wapen onthulde.
“Dank u wel!” zei mijn moeder opgelucht, terwijl ze me op de tafel tilde.
“Kom maar hier liggen, lieverd, even rustig.”
Ik voelde me ineens een soort circusact. Mijn moeder begon mijn tuinbroek uit te doen, rompertje los, plastic broekje af. “Zo, babytje, je hebt echt je best gedaan,” zei ze terwijl ze mijn billetjes voorzichtig schoonveegde.
“Billen omhoog!” riep ze, terwijl de vieze luier verdween als sneeuw voor de zon.
“Ik heb nog wel een dikke luier van Crinkelz,” zei ze. Ze schoof de nieuwe luier onder me, vouwde twee inleggers erin, en plakte alles vast alsof ze een origami-meester was.
Mijn plastic broekje ging weer aan, de drukkers van het rompertje dicht, en toen mijn tuinbroek. “Zo, daar gaan we weer,” zei ze met een triomfantelijke glimlach.
Ik voelde me opgelucht… en een beetje heldhaftig. Want wie kan nu zeggen dat ze in een vliegtuig een luierwissel-avontuur hebben overleefd met publiek en alles?
De andere passagiers keken nog steeds nieuwsgierig, sommigen giechelend, anderen gefascineerd. Mijn moeder fluisterde: “Zie je wel, klein avontuur, groot succes.”
Ga maar lekker zitten, speentje in je mond. Nog vier uur vliegen en dan landen we in Dubai. Daar moeten we drie uur wachten voordat we doorvliegen naar Bangkok. Dan kan ik meteen even je luier controleren.
De vrouw achter ons boog zich naar mijn moeder en fluisterde:
“Heeft u hem net verschoond? Hij ruikt in ieder geval weer heerlijk fris.”
Ik moest lachen. Hopelijk blijft hij nog even droog, dacht ik. Het is voor haar ook een hele opgave, zo’n lange vlucht. Zelf vind ik het niet erg om te helpen, maar een volle luier blijft toch altijd een beetje spannend en – eerlijk gezegd – soms een beetje vies. Maar ja, daar zijn luiers nu eenmaal voor.
Na een tijdje dommelde ik weg. Toen ik weer wakker werd, voelde ik het meteen: mijn luier was warm en nat. Mijn moeder keek me aan en vroeg met een glimlach:
“Ben je nog droog?”
Ik schudde mijn hoofd.
“Ach, wat moet ik toch met jou, baby,” grapte ze zacht.
Nog een paar uur, dan zouden we landen. Ik wist dat het moment eraan zat te komen.
De lampjes voor de veiligheidsgordels gingen aan en het vliegtuig begon te dalen. Mijn hart klopte net iets sneller – niet van angst, maar van verwachting. Toen we eindelijk met een bonk op de baan stonden en de motoren gierden, voelde het alsof ik opgelucht adem kon halen.
“Zo,” zei ik, “nog even volhouden.”
Iedereen stond op, de bagagevakken klapten open en de rij in het gangpad schoof langzaam vooruit. Toen we eindelijk het vliegtuig verlieten, glimlachte de stewardess.
“Succes met de kleine!” zei ze vriendelijk.
Ik knikte met een brede grijns. “Ja, ik ga zo meteen zijn luier even controleren.”
Mijn hart klopte sneller terwijl we richting de verschoonruimte liepen. Tijd om te zien wat me te wachten staat, dacht ik.
“Kom,” zei mijn moeder zacht. “Even kijken hoe het met je luier is.”
Ze tilde me op en legde me voorzichtig op de smalle verschoontafel. Het ventilatortje in het kleine hokje zoemde zacht en de vloer wiebelde nog een beetje van de landing.
Voorzichtig schoof ze mijn tuinbroek naar beneden en maakte de drukkertjes van mijn romper los. De plastic broek zakte af tot op mijn knieën. Even bleef het stil, alleen het geritsel van de luier was te horen toen ze met haar hand voelde.
“O,” zei ze met een glimlach, “deze luier kan nog wel even mee.”
Een zucht van opluchting ontsnapte me. Alles werd weer netjes dichtgedaan: romper vast, plastic broek omhoog, tuinbroek dicht. Toen ze me weer rechtop zette, voelde ik me opgelucht én een beetje trots.
“Je bent al een grote jongen aan het worden,” zei mijn moeder met een knipoog. “Een klein plasje, maar daar hoef je nog geen schone luier voor.”
Ik glimlachte. Gelukkig maar, dacht ik. Klaar voor het volgende avontuur
Wij liepen verder naar de tassencontrole voor onze vlucht naar Bangkok. Wat ik niet wist, was dat mijn moeder een flesje in mijn tas had gestopt – dezelfde tas waar ook mijn luiers in zaten.
We moesten door het poortje lopen; dat ging allemaal goed, en ik kreeg mijn tas weer terug. De tas van mijn moeder ging echter apart voor controle. Ze moest hem openmaken en toen werden mijn luiers zichtbaar. De beveiligers keken een beetje vreemd toen ze die zagen.
Mijn moeder zei: “Die luiers zijn voor deze kleine jongen, kijk maar,” en gaf me een paar tikjes op mijn billen. De beveiligers moesten lachen, maar voor mij voelde het heel vernederend. De controle werd nog vervelender toen ze ook een flesje water uit de tas haalden – dat was de reden dat de tas apart was gelegd. Het flesje mocht niet mee.
Later vroeg ik mijn moeder:
“Waarom deed u dit zo? Dit vond ik helemaal niet leuk!”
Ze lachte en zei:
“Ja, ik vond het ook niet leuk om jouw poepluier te verschonen in het vliegtuig. Daarom heb ik dit zo laten gebeuren, hahaha!”
We liepen door de drukke luchthaven richting Gate A20. Het geluid van rollende koffers en geroezemoes vulde de hal, maar mijn gedachten waren bij de vlucht die ons over een uur naar Bangkok zou brengen. Mijn hart klopte sneller van spanning.
Eenmaal aan boord namen we plaats op 37 D en E. Ik kroop bij het raam, trok de deken strak om me heen en stak mijn speen in mijn mond. Proberen te slapen leek de enige manier om de tijd door te komen, maar een lichte warmte in mijn luier herinnerde me aan een klein ongemak dat ik hoopte onopgemerkt te houden. “Loop je alweer te plassen in je luier, stoute jongen?” fluisterde ik zachtjes. De gedachte dat iemand het zou kunnen zien, maakte het nog spannender.
Naast ons zat een klein meisje van ongeveer drie jaar met haar moeder. Haar nieuwsgierige blik gleed over mij en mijn moeder. “Draagt hij nog een luier?” vroeg ze zachtjes. Mijn moeder glimlachte en knikte: “Ja, dat klopt. U dochter heeft het goed gezien.” Mijn hart maakte een sprongetje. Het voelde vreemd om zo bekeken te worden, maar op een onverwachte manier ook opwindend.
De lange vlucht naar Bangkok leek eindeloos. Buiten zag ik wolken voorbijtrekken in het felle zonlicht, maar mijn gedachten waren bij wat ons daar te wachten stond: het Adult Baby Playhouse. Een plek waar ik volledig mezelf kon zijn, waar alles veilig en vertrouwd voelde, en waar ik verzorgd zou worden als een baby. De spanning gierde door me heen, een mix van nervositeit en anticipatie, terwijl het vliegtuig hoger en hoger steeg.
Ik werd zachtjes wakker gemaakt door mijn moeder. “We zijn er bijna,” fluisterde ze. De landing was ingezet, en ze keek me bezorgd aan. “Ben je nog droog?” vroeg ze. Ik schudde mijn hoofd. “Nee… sorry, ik ben heel erg nat.” Ze glimlachte geruststellend. “Maak je geen zorgen, ik verschoon je wel op de luchthaven in Bangkok.”
Toen we het vliegtuig konden verlaten, voelde ik de bobbel in mijn broek. Het was duidelijk dat ik een beetje doorgelekt was; mijn moeder merkte op dat mijn stoel zelfs een klein beetje nat was geworden onder mijn billen. Met een mengeling van schaamte en spanning liepen we naar de aankomsthal om onze koffers te halen.
Onderweg kwamen we langs een wc. Ik dacht dat ik daar misschien een schone luier zou krijgen, maar we liepen er gewoon voorbij. Mijn hart begon sneller te kloppen. Wat zou er nu gaan gebeuren?
Onze koffers kwamen als eerste van de band. Terwijl we daar stonden, zag ik een bord met “Andy AB uit Holland” erop en een ander bord met de naam van mijn moeder. Iets voelde meteen anders. Een vrouw die het bord met mijn naam vasthield, glimlachte en zei: “Kom maar mee naar de auto.”
In de auto moest ik in een grote kinderstoel gaan zitten. Ze hadden plastic op de stoel gelegd vanwege mijn doorgelekte luier, en de gespen werden stevig vastgezet en afgesloten met een klein sleuteltje. Het voelde tegelijkertijd veilig en spannend.
Mijn moeder kwam nog even naar de auto gelopen om afscheid te nemen. “Dag lieverd, tot over twee weken. Dan kom ik even bij je op bezoek. Veel plezier.” Mijn hart maakte een sprongetje, een mengeling van heimwee, spanning en nieuwsgierigheid naar wat me te wachten stond. Bangkok voelde ineens een stuk dichterbij, en het avontuur dat voor me lag, begon nu pas echt.
Naar de Adult Baby Nursery in Bangkok.
Ik kreeg een brief in mijn hand gedrukt met de bestemming, en een gevoel van nieuwsgierigheid en spanning maakte zich van me meester. Bijgevoegd was een korte handleiding en uitleg over de Nursery.
Welkom bij Nanny Rose – De Volwassen Baby Ervaring
Bij Nanny Rose word je verzorgd en begeleid alsof je een echte baby bent, met aandacht voor plezier, spel en comfort. Onze nanny biedt:
Nanny Rose biedt een unieke ervaring waarin volwassenen kunnen genieten van volledige zorg, aandacht en spel in een veilige en gecontroleerde omgeving.
Nanny Rose glimlachte toen ze me tegemoet kwam.
“Beste Andy,” zei ze zacht, “ik heb met je moeder afgesproken dat je de komende drie weken bij ons blijft. We zullen goed voor je zorgen, alsof je een van de kleintjes bent. En daarna ga je nog twee weekjes met je moeder op vakantie.”
Ik knikte wat onzeker, maar er zat ook iets geruststellends in haar stem. Zonder aarzelen stak ze haar hand naar me uit.
“Kom maar mee,” vervolgde ze, “dan kijken we even hoe het met jou is.”
We liepen samen door de gang. Het rook er naar zeep en talkpoeder, en de lichte gordijntjes lieten een warme zonnestraal binnenvallen. In de verzorgingskamer wees ze naar de commode.
“Doe maar rustig je speentje in en klim erop.”
Met vaste handen hielp ze me mijn tuinbroek en romper los te maken. Alles gebeurde in een vanzelfsprekend ritme, alsof ze dit al talloze keren gedaan had. Ik voelde me klein, maar tegelijk veilig. Terwijl ze bezig was, praatte ze op zachte toon door, alsof het de normaalste zaak van de wereld was.
“Zo, kindje,” zei ze, “dan maken we je weer helemaal netjes.” Ze werkte kalm en zorgvuldig, pakte nieuwe spulletjes en zorgde ervoor dat ik nergens last van had. Het voelde alsof ik deel uitmaakte van een groter geheel, alsof ik één van de kinderen was waar zij altijd met zoveel aandacht en zorg naar omkeek.
Toen ze klaar was, gaf ze me een bemoedigend klopje. “Zo, jij kan er weer even tegenaan.” Haar ogen twinkelden, en ik merkte dat mijn spanning langzaam wegebde. Alles voelde lichter, eenvoudiger, alsof er voor even niets anders hoefde te bestaan dan dit moment.
“Zo, jij kan er weer even tegenaan,” zei Nanny Rose tevreden terwijl ze de laatste hand legde. Ik dacht even dat het klaar was en dat ik alleen met mijn luier verder zou gaan, maar ze hield me tegen.
“Wacht maar even,” vervolgde ze met een glimlach. Ze draaide zich om naar de kast en haalde er een zacht, lichtblauw badstof broekje uit. “Het is vandaag zo warm en benauwd, dat lopen alle baby’s hier alleen in een luier met een broekje eroverheen. Dat is luchtig genoeg en ziet er toch netjes uit.”
Voorzichtig trok ze het broekje over mijn benen en streek het glad. Het materiaal voelde koel en zacht aan, alsof het me meteen een beetje beschermde tegen de warmte. Terwijl ze bezig was, praatte ze rustig door, bijna alsof ze een verhaal vertelde.
“Je zult merken dat het hier heel gewoon is,” zei ze. “We zorgen voor elkaar, en iedereen krijgt wat hij nodig heeft. Jij hoort daar nu ook bij.”
Ik liet haar begaan en voelde een mengeling van spanning en opluchting. Er zat iets geruststellends in haar manier van doen vast, ervaren, maar ook vriendelijk. Met het badstof broekje aan voelde ik me weer compleet aangekleed, alsof ik nu echt klaar was om mee te draaien in het ritme van het huis.
Nanny Rose nam me bij de hand en leidde me de woonkamer in. “Kom maar mee,” zei ze opgewekt. In de hoek stond een grote box, gevuld met zachte dekentjes, kleurrijke blokken en rammelaars. Daarin zaten al drie andere kindjes die druk bezig waren met spelen.
“Zo, klim er maar bij,” moedigde ze me aan terwijl ze het hekje even openzette. Ik stapte voorzichtig naar binnen en plofte neer tussen de stapel knuffels. De andere kinderen keken nieuwsgierig mijn kant op, maar gingen al snel weer verder met hun spel.
“Lief spelen hoor,” waarschuwde Nanny Rose met een glimlach. “Geen ruzie maken, iedereen krijgt genoeg aandacht.” Ze streek me nog even geruststellend over mijn haar voordat ze het hekje weer sloot.
Om het helemaal gezellig te maken zette ze de televisie aan. Het scherm vulde zich met felle kleuren en vrolijke muziek van Baby TV. De klanken vulden de kamer en zorgden ervoor dat de sfeer nog rustiger werd.
Ik keek om me heen: de kindjes rammelden met speeltjes, bouwden torens van blokken en lachten hardop wanneer er iets omviel. Voorzichtig pakte ik ook een paar blokjes en schoof ze tegen elkaar. Het voelde vreemd, maar ook vertrouwd – alsof ik steeds meer deel uitmaakte van dit kleine wereldje, veilig binnen de box, onder het wakend oog van Nanny Rose
De tijd in de box vloog voorbij. De zachte muziek van Baby TV speelde op de achtergrond en de zon scheen warm door de ramen. Af en toe kwam Nanny Rose even kijken, gaf ze een knuffel of reikte ze een ander speeltje aan. Toen het bijna middag was, klapte ze in haar handen.
“Zo, kindjes,” zei ze vrolijk, “we gaan straks allemaal een frisse neus halen. Vanmiddag wandelen we naar het park. Daar is genoeg ruimte om te spelen en te genieten van de buitenlucht.”
Nieuwsgierig keek ik op. Een wandeling klonk spannend, helemaal met de hele groep. Nanny Rose vervolgde:
“We nemen natuurlijk alle babytjes mee. We hebben hier buggys en kinderwagens speciaal aangepast voor grotere kinderen zoals jullie. Zo kan iedereen veilig en comfortabel mee.”
Ze wees naar de gang, waar al een rij stevige wagens klaarstond. Ze zagen er groter uit dan de gewone kinderwagens die ik kende, met brede zitjes, extra riemen en vrolijke kleurtjes. Het was duidelijk dat ze precies waren bedoeld voor situaties zoals deze.
“Maar voor we vertrekken,” zei Nanny met een knipoog, “gaan we eerst zorgen dat iedereen netjes verzorgd en aangekleed is. Niemand wil met een vieze luier of lege buik het park in.”
De andere kindjes klapten vrolijk in hun handjes, alsof ze precies wisten wat er ging gebeuren. Zelf voelde ik een mengeling van spanning en nieuwsgierigheid. Het idee om met de hele groep in de wagens te worden gezet en samen naar het park te rijden, maakte het avontuur ineens heel echt.
Nanny Rose zette de televisie uit en klapte vrolijk in haar handen. “Zo, tijd om ons klaar te maken voor het park!” zei ze opgewekt. Eén voor één tilde ze de kindjes uit de box. Ook ik werd voorzichtig opgetild en op de grond gezet, zodat we in een rijtje naar de verzorgingskamer konden lopen.
Binnen ging alles in een rustig, vertrouwd ritme. Ze legde ieder kindje om de beurt op de commode, controleerde luiers, verschoonde waar nodig en gaf iedereen een frisse broek of een licht shirtje aan. Toen ik aan de beurt was, glimlachte ze.
“Kijk eens aan, jij krijgt vandaag dit luchtige setje. Het is warm buiten, dus we houden het lekker simpel.”
Na de verzorging bracht ze ons naar de gang, waar de grote buggys en kinderwagens al klaarstonden. De wagens glommen in het zonlicht dat door het raam naar binnen viel. Ze hadden stevige gordels en vrolijke kussentjes, zodat we allemaal veilig en comfortabel konden zitten.
“Voorzichtig instappen,” zei ze terwijl ze een kindje in de eerste wagen zette en de riempjes vastmaakte. Eén voor één kregen we een plekje toegewezen. Ik mocht in een ruime buggy zitten, met zachte stoffen zijkanten en een zonneluifel boven mijn hoofd. Het voelde vreemd, maar ook knus, alsof ik volledig ingebouwd zat in een veilige cocon.
Toen iedereen goed vastgesnoerd zat, liep Nanny Rose nog een keer de rij langs. Ze trok de gordeltjes wat strakker, gaf ieder kindje een speeltje of knuffeltje en glimlachte tevreden.
“Daar gaan we dan,” kondigde ze aan. “Op naar het park! Jullie zullen zien, het wordt heerlijk buiten.”
Met vaste hand nam ze plaats achter de eerste kinderwagen en begon te duwen. De wielen kraakten zachtjes over de stoep, en de hele stoet zette zich langzaam in beweging, als een vrolijke kleine karavaan van kindjes onder haar zorgzame leiding.
De stoet rolde rustig de straat uit, de wielen van de wagens tikten ritmisch op de stoeptegels. Terwijl we onderweg waren, dacht ik bij mezelf dat het misschien fijner zou zijn om in een echte kinderwagen te liggen. Daar kon je namelijk helemaal onderuit zakken en dan zag niemand je luier. Nu zat ik in een buggy, alleen in mijn badstofbroekje en luier, en voelde ik me een beetje bloot.
Mama had nog gezegd dat het te warm was voor een T-shirt. “Zo is het beter,” had ze benadrukt. En eigenlijk had ze gelijk: de zon brandde fel, en de lucht voelde zwaar en benauwd. In mijn lichte setje was het in ieder geval luchtig en niet te heet. Toch merkte ik dat ik af en toe nerveus om me heen keek, bang dat voorbijgangers iets zouden zien.
Nanny Rose leek mijn ongemak te voelen. Terwijl ze de buggy duwde, boog ze zich even voorover en fluisterde:
“Maak je maar geen zorgen, kindje. Hier in de buurt kent iedereen ons. Niemand vindt het vreemd om onze groep zo te zien. Jij hoort er gewoon bij.”
Haar stem klonk zo geruststellend dat mijn spanning langzaam wegebde. De buggy wiegde zachtjes bij iedere stap, en het monotone geluid van de wielen werkte bijna kalmerend. Ik zakte wat dieper weg in de stoel en liet de warme zomerlucht langs me heen waaien, terwijl we koers zetten richting het park.
We waren binnen een paar minuten in het park. Ze pakte een groot speelkleed waar wij lekker op konden spelen. Ze tilde mij uit de buggy en zette me op het kleed. Na een halfuurtje spelen kwamen er een paar meisjes aangelopen. Ze begonnen een beetje te lachen.
Nanny vroeg: “Waarom lachen jullie zo?”
“Dit zijn grote baby's met een luier om en een speen in,” riepen ze lachend.
“Klopt,” zei nanny. “Deze jongens worden heropgevoed omdat ze niet luisteren of nog in hun broek plassen. Willen jullie het ook een keer proberen, een luier om te krijgen?”
De meisjes renden snel weg; daar hadden ze duidelijk geen zin in.
Op een gegeven moment kregen wij allemaal een flesje melk.
“Zo, even jullie flesje leegdrinken, dan kan ik jullie allemaal een schone luier geven. Vanmiddag gaan we met z’n allen naar de dokter voor een onderzoek en daarna naar de tandarts.”
Ik schrok me dood. Tandarts?!
“Hebben jullie allemaal je flesje leeggedronken? Goed zo, ventjes van mij. Dan gaan we jullie nu lekker verschonen.” Eerst kregen we allemaal een pilletje. Ze zei dat dit tegen de angst was.
Daarna kregen we een dikke luier om, met meerdere inleggers. We werden teruggelegd in de buggy’s en kinderwagens. Het leek wel of de luier nog dikker was dan de vorige; ik kreeg mijn benen niet meer bij elkaar.
“Wat is er, jongen?” vroeg ze.
“Het lijkt wel of deze luier dikker is dan de vorige.”
“Ja, dat klopt. We hebben nog een hele rit te gaan, en steeds verschonen kost mij ook veel energie.”
We liepen met de buggy’s en kinderwagens door Bangkok. Op een gegeven moment stopten we bij een groot gebouw met het opschrift Clinical Center. Ik dacht: nee toch, wat gaat er nu gebeuren?
Binnen meldde nanny Rose zich bij de balie.
“Goedemiddag, wij hebben een afspraak voor vanmiddag met onze kleintjes.”
“Oke, neemt u maar plaats in de wachtkamer, dan roepen we u zo.”
Niet veel later klonk: “De baby’s van nanny Rose!”
We werden naar binnen gebracht. Er stonden boxen met aankleedkussens, handdoeken en een soort mutsjes.
“Kleed de baby’s maar uit, dan kan de dokter ze een voor een controleren. Hebben ze alle inentingen al gehad?”
“Dat staat in hun babyboekje,” zei nanny.
“Goed, ik kijk even.”
Ik dacht: nee toch, inentingen?!
Na het nakijken bleek dat twee baby’s alle prikken al hadden gehad. De rest kreeg ze zometeen.
Daar lag ik dan, in alleen een luier en met een kapje op.
“Doe bij allemaal maar even de luier los, dan kan de dokter alles controleren.”
De dokter kwam binnen.
“Hallo allemaal, ik ben dokter Frenk en ik kom jullie even controleren.”
Hij begon bij mij.
“Even kijken naar zijn balletjes, ja die zijn goed ingedaald, prima. Nu krijgt hij een pilletje. Doe je mondje maar open. Zuster, geef jij deze baby alvast zijn inentingen?”
De zuster kwam terug met drie grote spuiten vol vloeistof. Ik schrok me rot.
“Beentjes omhoog,” zei ze.
De eerste prik ging in mijn billen. “Au, au!” riep ik.
“Het zijn er nog twee,” zei ze, “en dan kun je er weer jaren tegenaan. De eerste was DTKP, de tweede voor de bof en de derde… dat vertel ik je niet.”
Wat was dat nou?
De derde spuit was nog groter en prikte diep in mijn billen. Ik begon echt te huilen van de pijn.
“Doet het zo’n pijn, babytje?” vroeg ze troostend. “Kom maar even zitten.”
Ik werd gekalmeerd door de zuster. Ondertussen moesten mijn broertjes hun prikken nog krijgen, maar ik had het gelukkig al gehad.
“Zo, de baby’tjes kunnen er weer tegenaan,” zei de dokter. De prikken deden nog behoorlijk pijn. Mijn moeder tilde mij op en zette me in de buggy. De riemen werden vastgezet en ik moest wachten tot de andere baby’s klaar waren.
Vijf minuten later kwam de dokter nanny halen. “U kunt ze allemaal weer meenemen.”
We reden door een lange gang en stopten bij een deur waar Dental Clinic op stond. Ik begon te huilen.
“Rustig maar, het komt allemaal goed,” zei nanny.
Maar ik was heel erg bang. Twee anderen begonnen ook te huilen.
We zaten in de wachtkamer te wachten. De zenuwen gierden door mijn lichaam. Ik kon geen kant op, ik zat vast in de buggy. Het leek alsof we extra lang moesten wachten, of misschien leek dat alleen maar zo.
Nanny zei: “We gaan nog even jullie tandjes controleren, dan kunnen we daarna weer lekker naar huis.”
We werden binnen geroepen.
“Hallo baby’tjes,” zei de tandarts, “ik ga even jullie tandjes controleren. Ik heb voor jullie een paar uur gereserveerd. Wie wil er eerst?”
Niemand stak zijn hand op. De tandarts begon een versje: ienemienemutte, tien pond grutten, wie is de baas… en hij stopte bij mij. Ik moest als eerste.
De gespen van mijn buggy werden losgemaakt. “Kom maar in de stoel liggen.”
Ik probeerde op te staan, maar mijn benen werkten niet mee.
“Mama, nanny, waarom kan ik niet op mijn benen staan?”
“Dat komt door de derde prik,” zei nanny. “Dat is een hevige spierverslapper.”
Nanny tilde mij op en legde mij in de stoel. De stoel ging langzaam naar achteren. Ik begon mijn hoofd te schudden.
“Ik wil niet! Alstublieft!”
De tandarts boog over mij heen, pakte zijn instrumenten en zei: “Doe je mondje maar open.”
Ik weigerde.
“Wil je niet meewerken? Geen probleem.”
Hij pakte een klem die hij in mijn mond wilde zetten. Hij kneep hard in mijn onderkaak en zette snel de klem omhoog. Mijn mond stond nu wijd open.
“Zo, even kijken. Heb je goed je tandjes gepoetst? Het ziet er niet slecht uit,” zei hij.
Ik dacht: Yes!
“We maken nog even een foto. Als alles goed is, ben je klaar.”
De foto werd gemaakt. De tandarts liep de kamer uit terwijl het apparaat werkte. De zenuwen gierden door mijn hoofd. Hopelijk vinden ze niks, dacht ik.
Toen hij terugkwam keek hij op het scherm.
“Gelukkig hebben we een foto gemaakt. Ik zie drie kleine beginnende gaatjes. Die pakken we meteen aan. Geen paniek, we gaan je verdoven.”
Ik probeerde te roepen: “Aaaaaa, aaaaa,” maar door de klem in mijn mond kwam er niet meer uit.
De tandarts riep de blonde assistente erbij en pakte zijn spullen.
“Wil jij hem eerst even verdoven?”
“Ja, is goed.”
Ik kreeg drie prikken in mijn mond. Ze deden behoorlijk pijn.
“Kom op, babytje, het is zo klaar. Even laten inwerken…”
“Zo, we kunnen beginnen,” zei de tandarts.
Hij pakte mijn grootste nachtmerrie: de boor. Hij begon te boren. Ik wist niet wat me overkwam.
“Rustig maar, het komt allemaal goed,” zei de assistente.
“Het gaat nu even trillen, dit is om de bacteriën weg te halen.”
Het trillen ging door mijn hele lichaam.
“Zo, de eerste is klaar. Even vullen, dan pakken we de volgende aan.”
Ik dacht: O, het is bijna voorbij.
Na het vullen van de tweede en derde zei de assistente: “Nou, dat viel toch wel mee?”
“Nee,” dacht ik, “alles deed pijn.”
“Over een halfjaar kan je weer naar je eigen tandarts in Nederland,” zei ze.
De anderen werden ook geholpen. Na twee uur wachten in de wachtkamer mochten we eindelijk de kliniek verlaten. Ondertussen had ik “bah” gedaan in mijn luier van de angst.
“Nanny, hij heeft bah gedaan in zijn luier,” zei iemand.
“Ja, dat weet ik. Maar hij heeft een extra dikke luier om, die kan nog wel even mee.”
Er kwam een geur van mij af die ik zelf ook begon te ruiken. Naast mij zat mijn broertje — zo noem ik hem maar — en ook hij rook het. Ik was dus niet de enige. We zaten in de wachtkamer en hoorden hoe de tandarts flink aan het werk was met mijn andere broertjes.
Even later ging de deur open. “Zo, ze zijn allemaal klaar. U kunt ze weer meenemen naar huis,” zei de assistente.
We werden weer in de buggy’s en kinderwagens gezet en rustig naar huis gereden. Bij thuiskomst werd er gezegd: “We doen jullie straks allemaal even in bad, krijgen jullie een schone luier om, en daarna is het tijd om te eten.”
Boven aangekomen werden we één voor één op de commode gelegd. Ik werd opgetild en neergelegd, de rest werd naast elkaar gelegd. Op dat moment kwamen er vier jonge vrouwen binnen. Ik vroeg verbaasd: “Wat is dat?”
“Het verzorgen van al deze kleintjes kan ik niet alleen,” zei de verzorger, “dus ik heb een paar oppasmeiden gevraagd om te helpen. Jullie hoeven niet bang te zijn, ze hebben zelf al kinderen, dus ze weten precies wat ze doen.”
Het waren jonge, verzorgde vrouwen. Ik werd toegewezen aan een blonde vrouw, Charlotte heette ze. Ze zei: “Even kijken of je een vieze luier hebt… Ja hoor, ik ruik het al.” Ze maakte de plakstrips los van mijn luier. “Zo, jij bent goed bezig geweest,” zei ze met een glimlach. Je merkte duidelijk dat ze ervaring had.
Mijn billen werden zorgvuldig schoongemaakt en de vuile luier werd onder me vandaan gehaald. Net toen de luier af was, plaste ik ineens alles onder. “Wat doe je nou?” zei ze streng. “Ik had je luier net afgedaan!” Ze liet me omdraaien en gaf me een paar tikjes op mijn billen. “Au, au, au!” riep ik, terwijl mijn billen rood werden.
“Ik til je even op, dan gaan we je wassen in bad.” In bad speelde ik met eendjes en ander speelgoed. Charlotte waste me zorgvuldig. “Zo, je bent klaar.” Ze tilde me uit het bad, wikkelde me in een zachte badcape met beertjes erop en zei: “Niet plassen, hoor!”
Op de commode werd ik weer neergelegd. Ze pakte een luier met drie inleggers, een plastic broekje en een romper. “We gaan je even aankleden.” Ze strooide talkpoeder over me heen en ik rook de geur van Zwitsal. De luier werd stevig vastgemaakt; strakker dan normaal. Je merkte dat ze wist wat ze deed.
“Het plastic broekje en de romper doen we pas aan als je gaat slapen,” zei ze. “Loop nu maar even rond in je luier.” De rest waggelde ook rond in hun luiers, al kon ik zelf nog niet lopen — ik moest kruipen en een beetje schuiven.
“Tijd om te eten, baby’s!” zei iemand. Ik werd opgepakt en op een bank gelegd. Charlotte kwam bij me zitten. “Kom maar, kleintje,” zei ze. Ik lag met mijn hoofd op haar schoot. Ze maakte haar BH los aan de voorkant. “Kom maar goed liggen, dan kun je drinken.” Ik begon te zuigen en voelde melk in mijn mond stromen. Tussendoor stopte ik even.
“Deze is nog niet leeg,” zei ze zacht. Na ongeveer vijf minuten wisselden we van kant. De andere borst ging iets minder snel. “Goed zo, jongen. Lekker gedronken.” Ze klopte zachtjes op mijn rug tot ik twee boertjes liet.
“Ik zet je in de box, dan kun je nog even spelen voor het eten.” Ongeveer vijf minuten later werden we weer gehaald en in kinderstoelen gezet. Onze handen en benen werden vastgemaakt en het eetblad werd tegen onze buik geschoven.
“Vandaag eten we courgette met witvis en rijst,” werd er gezegd. Ik dacht: Bah, dat lust ik helemaal niet. Charlotte kwam voor me zitten met een lepel. “Mondje open,” zei ze. Ik hield mijn mond stijf dicht. Ze duwde de lepel tegen mijn tanden. “Kom op, open doen… daar komt het vliegtuigje!”
Ik hield mijn mond dicht. “Dan maar zonder eten naar bed,” zei ze streng. Mijn slab zat onder. Uiteindelijk deed ik mijn mond open, want ik had toch wel trek. “Zie je wel dat je het kunt, babytje?” zei ze. Het eten vond ik nog steeds niet lekker.
“We maken jullie mondjes even schoon. Daarna mogen jullie nog even Baby TV kijken en dan is het bedtijd.”
Daar zaten we dan, allemaal in een dikke luier, kijkend naar Baby TV. Na een tijdje werden we naar boven gebracht. “Voor de zekerheid doen we je een plasticbroek aan en daarover een romper.” Ook werd ons gebit even gepoetst.
Ik werd in een spijlenbed gelegd en vervolgens vastgemaakt met bandjes, zodat ik er niet uit kon klimmen. Mijn handen zaten vast, ik lag in een soort fixatiegordel en kon me totaal niet bewegen.
Ik dacht dat ik nog een schone luier zou krijgen voor het slapen, maar blijkbaar hadden we al een dikke luier aan. Charlotte kwam nog even langs om welterusten te zeggen, gaf me een kus op het hoofd en… net voordat ze wegging, kreeg ik ook nog een pilletje.
Charlotte zei: “Morgen gaan we naar een resort met de andere kleintjes op Koh Samui. Het is een heel leuk resort, speciaal voor kleine kindjes en AB-kindjes, met alles wat daarbij hoort. Ga nu maar lekker slapen.”
Ik deed mijn ogen dicht en dacht nog even: wat zouden we dit keer weer gaan beleven? Langzaam dommelde ik weg.
De volgende ochtend werden we wakker gemaakt. “Zo, kleintjes,” zei Charlotte vrolijk, “vandaag gaan we een nieuw avontuur beleven!”
Toen ik overeind kwam, voelde ik meteen dat mijn luier helemaal drijfnat en vies was — ik had ook bah gedaan.
“Andy, ik zal jou als eerste verschonen en klaarmaken voor de reis,” zei ze terwijl ze me optilde en op de commode legde.
“Zo, jongen, het is maar goed dat je een luier omhebt,” zei ze met een glimlach terwijl ze de vieze luier openvouwde. De lucht was niet bepaald fris, en ik voelde mijn wangen rood worden van schaamte.
“Niks aan de hand,” zei Charlotte geruststellend. “Je bent nu eenmaal een baby, en die doen alles nog in hun luiertje.”
Ze maakte me goed schoon, deed een schone luier om en legde er drie inleggers in. “Het is een lange reis,” legde ze uit. “Onderweg verschonen is lastig, en ik heb er eigenlijk geen zin in.”
Daarna trok ze me mijn lichtblauwe badstofbroekje aan, met op de achterkant een grote beer en de tekst baby. Over mijn buikje kwam een T-shirt met het logo van Pampers en vrolijke plaatjes van Sesamstraat.
“Zo,” zei ze tevreden, “nu ben je helemaal klaar voor de reis.”
“Nu even de andere verschonen,” zei Charlotte terwijl ze me in de box legde. “Ga jij maar lekker spelen.” Ze stopte mijn speen in mijn mond, en terwijl ik zachtjes sabbelde, keek ik naar de speeltjes om me heen en voelde ik de spanning stijgen voor wat de dag ons zou brengen.
Op naar de volgende bestemming: Koh Samui
“Zo, we zijn klaar voor vertrek,” zei Charlotte vrolijk. De buggies werden klaargezet, iedereen werd netjes vastgemaakt, en toen liepen we met z’n allen richting de auto.
“Goed, jongens,” zei ze terwijl ze de motor startte, “we gaan op weg naar Koh Samui!”
De reis duurde bijna drie uur. Onderweg keek ik door het raampje naar de palmbomen en de zee in de verte, maar na een tijdje begon mijn luier behoorlijk nat te voelen. Gelukkig waren we niet lang daarna op onze bestemming.
Bij de receptie stond een vriendelijke vrouw klaar.
“Goedemiddag, wij willen graag inchecken met onze kleintjes,” zei Charlotte. “We zijn met vijf kindjes en drie begeleiders.”
“Welkom,” glimlachte de vrouw. “We hebben drie kamers voor jullie op de begane grond, naast elkaar en vlak bij het zwembad.”
Ze bladerde even in haar map en vervolgde:
“Er zijn wel een paar regels tijdens het verblijf. Bij het zwembad moeten de kleintjes altijd een zwemluier aan — die kunt u omdoen in de verschoonruimte naast het bad. In het restaurant liever geen ‘bah’-luiers, en als het niet anders kan, graag snel verschonen. Ook moeten de kleintjes zwembandjes dragen, zowel in het zwembad als in zee.”
Ze wees op een bordje achter haar.
“Daarnaast hebben we speciale kolfruimtes, voor als u even geen tijd of zin heeft om ze aan de borst te nemen.”
We werden naar onze kamers gebracht. Charlotte opende de deur en keek tevreden rond. Binnen stonden drie grote bedden met spijlen — echte babybedden waar we niet uit konden klimmen. Er stond een commode, een kast vol verzorgingsspullen en een grote stapel luiers met vrolijke figuurtjes erop.
“Nou,” zei Charlotte met een glimlach, “dit ziet er perfect uit voor onze kleintjes.”
De vrouw van het resort zei nog:
“We organiseren elke dag leuke activiteiten voor de kindjes. U kunt zich aanmelden bij de receptie.”
Ik keek nieuwsgierig om me heen en dacht bij mezelf: Wat voor avonturen zouden ze hier allemaal voor ons hebben?
Zo we gaan zo lekker zwemmen, ze doet mijn badstof broekje uit. de luier hing met een kleine boog onder mij, is de rest ook klaar dan kunnen we naar het zwembad, handdoek mee cape mee, bandjes mee, speen mee, zo we hebben alles.
Bij het zwembad aangekomen zag ik inderdaad alleen maar baby’s, klein en groot, in het water. Charlotte zei tegen mij: “Kom jij hier maar liggen, dan doe ik even je zwemluier aan.”
“Maar daar hebben we toch speciale ruimtes voor?” vroeg ik.
“Nee, die hebben we niet nodig, dit gaat prima zo,” antwoordde ze.
Daar lag ik dan, met een witte, dikke luier om, op een zonnebed. Mijn luier werd afgehaald en ik kreeg een zwemluier aan. “Zo, je bandjes goed vast, dan kun je lekker in het water spelen,” zei Charlotte.
Charlotte tilde mij naar het kinderbad, waar ik met water kon spelen. Ik begon te spetteren en sommige kindjes begonnen te huilen. “Kijk uit,” zei Charlotte, “je moet rekening houden met de andere kindjes.”
De andere kindjes werden ook in het zwembad gezet. Het was leuk om met water te spelen; er werden nog badeendjes bij ons gezet en een bootje om mee te spelen.
Na een half uur werd ik uit het water gehaald. “Zo, het is tijd om wat te drinken,” zei Charlotte. Ik dacht: hopelijk krijg ik wel de fles.
Ik kreeg de zwemcape om en werd op het ligbed gelegd. Charlotte kwam naast me zitten en ik moest mijn hoofd op haar arm leggen. “Zo, even lekker drinken,” zei ze.
Een vrouw naast haar vroeg: “Drinkt je baby goed?”
“Ja, hij drinkt bijna alles in ongeveer 15 minuten,” antwoordde Charlotte. Tijdens het drinken kreeg ik kramp en deed ik ‘bah’ in mijn zwemluier. “Het is nog maar een klein kindje,” zei de vrouw, “ik zal je dadelijk weer verschonen en dan krijg je weer een gewone witte luier.”
Mijn luier vulde zich flink en ik voelde me erg vies. “Het is wat het is,” dacht ik.
Toen ik klaar was, schudde ik ja met mijn hoofd. De vrouw naast Charlotte vroeg: “Mag ik je baby een keer verschonen?”
“Ja hoor, geen probleem, neem hem maar mee,” zei Charlotte.
Ze tilde mij op en bracht me naar de verschoonruimte. Ze legde me neer en zei: “Zo, even kijken wat jij allemaal hebt gedaan in je luiertje. Deze luier is behoorlijk groter dan die van mijn kleintje, maar veel verschil zit er niet in.”
Ze deed de plakkers los. “Doe je beentjes maar omhoog,” zei ze. Daar lag ik dan bij een vreemde vrouw, maar mijn begeleiding had alles meegegeven voor de verschoning.
De nieuwe luier werd onder de vuile luier geschoven. “Zo, even je billetjes schoonmaken,” zei ze. Ze pakte een flesje, deed wat vaseline op het uiteinde en zorgde dat alles weer netjes zat. “Zo, snel je luier weer om,” zei ze. Ik had nu een witte luier aan met twee dikke inleggers. Ze tilde mij op en bracht me terug naar Charlotte.
“Zo, ik heb alles gedaan wat ik moest doen,” zei ze.
“Oke, fijn, dank u wel,” antwoordde ik.
Ik werd teruggelegd op het grasveldje bij het zwembad.
“Andy, kom maar even hier, ik zal je insmeren voordat je verbrandt,” zei Charlotte. Langzaam kroop ik naar haar toe.
“Ga even voor me zitten, dan controleer ik je luier.” Ze ging voorzichtig met haar vingers bij mijn lies naar binnen. “Je bent in ieder geval droog. Draai je even om.” Ze deed de achterkant van de luier iets naar buiten zodat ze kon kijken. “Nou, je hebt wel een beetje ‘bah’ gedaan,” lachte ze.
“Zo, we gaan lekker naar het strand.” Ik werd weer in de buggy gezet en we reden naar het begin van het strand. Charlotte tilde me op en bracht me naar het stukje waar het water naar het strand toe komt. “Zo, even je zonnehoedje op, dan kan je niet verbranden. Hier heb je een schepje en een zeefje, dan kun je lekker spelen. Ik doe voor de zekerheid ook je bandjes aan.”
Daar zat ik dan, met een beetje ‘bah’ in mijn broek, in het zand met een witte luier aan.
Mijn andere broertjes werden er ook bijgezet. “Gaan jullie maar lekker samen spelen,” zei Charlotte. Het water kwam steeds dichterbij, en ze tilde ons voorzichtig iets naar achteren. Het zand kwam een beetje in mijn luier terecht en begon een beetje te schuren.
Charlotte deed mijn speen weer in mijn mond; deze was in het zand gevallen. “Hier, je speentje weer.”
Over het strand liepen ook andere mensen van de andere resorts. Ze keken naar ons en lachten soms om wat we deden.
Voorwoord:
Mijn naam is Andy, ik ben vijf en dertig jaar oud en woon nog steeds bij mijn ouders. Niet omdat ik dat zo leuk vind, maar omdat het onmogelijk lijkt om een eigen huis te krijgen of te kopen.
Sinds kort draag ik weer luiers – iets wat ik stiekem al heel lang deed. Mijn moeder kwam daarachter, en vanaf dat moment besloot ze dat ik voortaan elke dag luiers moet dragen.
Tot mijn verrassing heeft ze een vakantie naar Thailand gepland. Ze heeft niets verteld over wat ze allemaal in petto heeft, dus ik heb geen idee wat me daar te wachten staat.
Het Begin
"Goedemorgen Andy," hoorde ik mijn moeder zeggen terwijl ze mijn slaapkamer binnenkwam. "Wakker worden, we moeten zo naar de luchthaven – onze vakantie begint!"
Ik maakte me snel klaar: wassen, tandenpoetsen, terwijl ik in de spiegel keek naar mijn eigen rode wangen. Mijn hart klopte sneller dan normaal. Ondertussen hoorde ik mijn moeder in de slaapkamer de laatste spullen inpakken.
"Andy," riep ze plotseling. "Kom hier, dan controleer ik nog even je luier voor we vertrekken."
Met een knoop in mijn maag liep ik naar haar toe. Ze wees naar de commode.
"Klim erop," zei ze kortaf.
Ik gehoorzaamde, en voelde hoe ze de luier opende.
"Tjonge," zei ze hoofdschuddend, "je bent helemaal doorweekt. Je leert het ook nooit, hè?"
Voor ik iets kon antwoorden, kreeg ik al een frisse, dikke luier om. Deze keer deed ze er zelfs een extra inlegger in.
"Zo, dat houdt je wel even droog. Voor de zekerheid gaat er een plastic broekje overheen."
Ik voelde de knopen van de romper dichtklikken en wist dat er geen weg meer terug was. Vervolgens hielp ze me in een tuinbroek en trok een T-shirt over mijn hoofd. Mijn hart sloeg een slag over toen ik las wat erop stond: ABDL Adultbaby.
"Moet dit écht?" fluisterde ik, mijn stem trilde.
Ze antwoordde niet met woorden, maar gaf me een paar stevige tikken op mijn luier. Klats, klats. Het geluid deed mijn wangen gloeien.
"Zo," zei ze, "nu kunnen we gaan."
De koffers stonden klaar. De motor van de auto ronkte. We vertrokken.
In de auto voelde ik elke hobbel, elke beweging. De dikke luier duwde tegen mijn benen en ik kon bijna niet normaal zitten. Het voelde alsof iedereen me kon zien, alsof het op mijn voorhoofd stond geschreven.
"Nu hoef ik je niet zo vaak te verschonen," zei mijn moeder vrolijk, alsof dit een normale dag was.
Maar ik dacht alleen maar aan wat er straks zou komen. De luchthaven. De drukte. De douane.
Wat als ze iets merken? Wat als iemand het ziet?
Mijn wangen gloeiden nog steeds. Ik kon alleen maar denken: Wat gaat er allemaal gebeuren in Thailand?
De incheckbalie ging probleemloos. Maar daarna kwam het moment waar ik al dagen tegenop had gezien: de douanecontrole.
"Paspoort alstublieft," zei de beambte. Mijn handen trilden toen ik het aanreikte.
"Loop maar even door de scanner."
Mijn hart bonsde in mijn keel. Ik stapte door het poortje – PIEP! Het geluid sneed door de hal.
"Even blijven staan," klonk het scherp. De beveiliger wenkte een collega. "Hij moet extra gecontroleerd worden."
Mijn adem stokte. Mijn gezicht werd gloeiend heet. Een tweede medewerker kwam erbij en gebaarde dat ik mijn armen moest spreiden. De handscanner piepte opnieuw, precies bij mijn middel.
"Er zit iets onder zijn kleding," zei de beveiliger. "Komt u maar even mee, dan kunnen we dit rustig controleren."
Mijn maag draaide om. Mijn moeder kwam rustig naast me staan en zei met een glimlach:
"Geen probleem. Hij draagt een luier, hij is incontinent."
En tot mijn afschuw wees ze naar mijn T-shirt.
"Kijk maar, hij is een echte adult baby. Het staat er zelfs op."
De beveiligers wisselden een verbaasde blik. Ik voelde hoe mijn gezicht in brand stond.
In een klein, fel verlicht kamertje moest ik mijn tuinbroek losmaken. Met trillende vingers deed ik wat er gevraagd werd. De witte romper en het glimmende plasticbroekje kwamen tevoorschijn. De beveiligers keken even, maar knikten toen.
"Alles in orde," zei de ene beveiliger. Zijn mondhoek trok omhoog in een grijns.
"Heeft u wel genoeg luiers bij u voor deze… baby?"
Mijn moeder lachte zacht. "Meer dan genoeg," antwoordde ze.
Ik wilde door de grond zakken.
Ze sloot mijn tuinbroek, gaf me een stevige klap op mijn luier en fluisterde:
"Zie je wel? Niks aan de hand. Vooruit, we hebben nog een vlucht te halen."
Toen we terugliepen naar de gate voelde ik de blikken van de mensen in de rij branden. Mijn benen trilden en ik durfde niemand aan te kijken. Dit was nog maar de douane…
Wat zou er in Thailand allemaal met me gebeuren?
Bij de gate zaten we te wachten tot we mochten boarden. Mijn hart bonsde in mijn keel, elke slag voelde alsof hij in mijn borstkas zou ontploffen. Het moment bij de douane zat nog vers in mijn geheugen gegrift, en de klap op mijn luier voelde alsof hij net gebeurd was.
"Kom op, Andy," zei mijn moeder toen de eerste passagiers mochten instappen. "We gaan."
Elke stap door de slurf voelde alsof ik over een dun touw liep boven een afgrond. Het gezoem van de motoren, het piepen van de trolleys, het geroezemoes van andere reizigers – alles leek mijn angst uit te vergroten. Mijn luier voelde zwaar en ongemakkelijk, elke hobbel van de vloer leek mijn geheim naar buiten te willen schreeuwen.
We vonden onze stoelen. Mijn moeder had bewust stoelen aan het gangpad gekozen.
"Dan kan ik er straks makkelijker bij als ik je moet verschonen," zei ze kalm, alsof dit de normaalste zaak van de wereld was.
Ik voelde de ogen van de passagiers achter ons branden. Mijn handen trilden terwijl ik me in mijn stoel liet zakken. Mijn moeder trok mijn tuinbroek even naar beneden en voelde mijn romper.
"Nog droog," zei ze, maar haar blik beloofde dat het niet lang zou duren.
Het opstijgen voelde als een marteling. Elke trilling van het vliegtuig drukte de dikke luier tegen mijn huid, elke hobbel leek mijn geheim te willen onthullen. Mijn blaas begon hevig te protesteren, en langzaam voelde ik de warmte zich verspreiden.
"Je weet wat ik zei," fluisterde mijn moeder naast me, haar stem koel en beslist. "Je hoeft niet te wachten tot we landen. Daar heb je je luier voor."
Mijn wangen vlamden, mijn hart bonsde alsof het uit mijn borst wilde springen. De spanning, de druk, het gezoem van de motoren – het werd te veel. Heel langzaam voelde ik de warmte zich verspreiden. Mijn moeder wierp me een kort, goedkeurend knikje toe en glimlachte.
"Goed zo," fluisterde ze. "Daarvoor heb je hem om."
Na een paar uur boog ze zich naar me toe.
"Zo, tijd om te verschonen," zei ze zacht.
"Hier?!" fluisterde ik bijna hysterisch.
"Nee, natuurlijk niet," zei ze terwijl ze de luiertas onder de stoel vandaan haalde. "Kom, voordat het te laat is."
Elke stap door het gangpad voelde alsof iedereen naar ons keek. Mijn luier ritselde zwaar bij elke beweging. Twee stewardessen keken nieuwsgierig toen we bij de toiletten aankwamen. Hun ogen volgden elke beweging van mijn moeder, maar niemand zei iets.
"Alles oke?" vroeg één van hen, voorzichtig glimlachend.
"Ja hoor," zei mijn moeder vrolijk. "Alleen een kleine verschoning voor deze jongen."
Mijn gezicht brandde. Ik voelde dat mijn wangen gloeiend rood waren. Het liefst had ik me willen verstoppen.
In het piepkleine vliegtuigtoilet voelde ik me opgesloten, kwetsbaar, bijna paniekerig. Mijn moeder legde een wegwerponderlegger op de gesloten toiletbril.
"Kom, op je rug," zei ze resoluut.
Met trillende knieën en een bonzend hart deed ik wat ze vroeg. Het vliegtuig wiebelde licht, waardoor elke beweging voelde alsof ik op het punt stond om ontdekt te worden. Ze maakte mijn tuinbroek los, opende de romper en verwijderde voorzichtig mijn luier.
"Je was behoorlijk nat," zei ze bijna vrolijk. "Gelukkig heb ik dikke meegenomen."
Het scheuren van de plakstrips leek in mijn oren te echoën. Ze veegde me schoon, klikte een nieuwe luier vast en gaf me een stevige klap op mijn schone luier.
Toen we het toilet uitkwamen, stonden er twee passagiers en twee stewardessen te wachten. Hun blikken waren nieuwsgierig, licht verward, en ik voelde een golf van schaamte door mijn lichaam razen. Elke seconde leek alsof iedereen ons kon horen, kon zien, kon oordelen.
"Alles oke?" vroeg een van de stewardessen.
"Ja hoor, prima," zei ik zacht. "Hij heeft weer een schone luier om, maar waar kan ik de vuile luier kwijt?"
"Oh, deze kunt u hier weggooien," zei de stewardess vriendelijk. "Loop jij maar even mee, dan help ik je."
Elke stap terug naar de afvalbak voelde alsof de hele cabine op ons lette. Mijn luier ritselde zwaar, ik voelde me bloot en kwetsbaar.
Terug op mijn stoel voelde ik me warm en schoon, maar mijn hart bonsde nog steeds als een dreunende trom. Mijn wangen brandden. De angst, de spanning, het gevoel van totale kwetsbaarheid – alles zat nog in mijn lichaam.
Moeder zei, het is nog maar de helft van de vlucht ik hoop dat ik je in het vliegtuig niet meer je luier hoef te verschonen in die kleine ruimte, anders vraag ik of ze een grotere ruimte hebben.
Het eten kwam eraan, mijn moeder zei hij hoeft niet ik heb een hapje en een fles bij mij voor hem, ik schok mij rot, mijn moeder vroeg of ze eerst mijn flesje kan warmen?
Geen probleem zei de stewardess, wilt u dat ik dit nu doe? graag!
"Kom maar even naar voren, dan kan ik je slap even aandoen," zei mijn moeder rustig. Ik voelde dat alle ogen op ons gericht waren. Een van de stewardessen kwam terug met mijn flesje, en mijn moeder bedankte haar beleefd.
Ze pakte een pilletje uit haar tas. "Neem deze even in, dan kun je straks lekker slapen," zei ze. Ik dacht even dat het iets rustgevends was en voelde een moment van opluchting. Wat ik niet wist, was dat het een laxerend pilletje was.
"Kom maar, dan kan ik je de fles geven. Ga maar een beetje bij me liggen, lieverd," zei ze zacht.
Rustig dronk ik mijn flesje leeg, terwijl ik haar ogen voelde die over me heen glipten. Daarna klopte ze zacht op mijn rug en liet twee kleine boertjes ontsnappen. "Goed zo," zei ze.
Om ons heen zag ik mensen glimlachen en zacht lachen, en ik voelde hoe mijn wangen gloeiend rood werden. Ik kon me nergens verstoppen. Mijn moeder drukte op het belletje van het vliegtuig. "Kunt u zijn hapje nog even warm maken?" vroeg ze.
"Geen probleem, ik kom zo terug," zei de stewardess, terwijl mijn moeder fluisterde: "Hou je slap nog maar even aan."
Even later kwam de stewardess terug met het warme hapje. "Eet ze maar op, ventje," zei ze tegen me, maar haar woorden lieten een golf van gelach los bij meerdere passagiers. Mijn hart bonsde in mijn keel en ik voelde het liefst door de vloer zakken.
"Kom maar, mondje open," zei mijn moeder zacht. "Eet het maar snel op, dan ben je er zo vanaf." Ik deed wat ze zei, en ze prees me: "Goed zo, je hebt je bordje goed opgegeten."
"Kan je lekker gaan slapen," zei ze daarna. Ze deed mijn slap af, boog zich naar de tas en legde hem voorzichtig erin. Ze pakte een speen met een koortje erbij.
"Wat is dit?" vroeg ik zacht.
"Een lekker speentje," zei ze glimlachend. "Zo kan je lekker slapen." Ze maakte het koortje aan mijn tuinbroek vast, zodat ik het niet kwijt kon.
Op de speen stond de tekst baby met kleine beertjes erop. "Ga maar lekker slapen, lieverd," fluisterde ze. Ik voelde de warmte van haar hand en het zachte gewicht van de speen. Ik wist dat dit nog maar het begin was van een vlucht vol onverwachte uitdagingen, maar voor nu voelde ik me even veilig… en tegelijk vol spanning.
Het begon langzaam. Eerst voelde ik een lichte kramp in mijn buik. Ik dacht even dat het gewoon de spanning was, maar al snel werd het duidelijk dat het pilletje effect begon te hebben. Mijn wangen gloeiden van schaamte bij het idee dat dit gebeurde, midden in het vliegtuig.
"Alles goed daarbinnen?" fluisterde mijn moeder. Ze glimlachte alsof ze alles onder controle had. Maar ik voelde me helemaal niet goed. Mijn buik knorde luid en onophoudelijk, en ik merkte dat mijn luier zwaar begon te drukken.
Elke hobbel van het vliegtuig liet een golf van ongemak door mijn lichaam trekken. Ik probeerde mezelf klein te maken, mijn handen tegen mijn buik gedrukt, hopend dat niemand het zou merken. Maar ik wist dat de luier elke beweging verried.
"Rustig maar, lieverd," zei mijn moeder zacht, terwijl ze haar hand op mijn knie legde. "Het is normaal. Daar is je luier voor."
Het werd erger. De krampen kwamen sneller en heviger, en ik voelde een warme, onontkoombare druk toen ik probeerde het tegen te houden. Mijn hart bonsde, mijn adem stokte, en ik durfde nauwelijks te bewegen.
Om ons heen hoorde ik zachte geluiden van andere passagiers, het geritsel van trolleys, en het zachte gezoem van de motoren. Elke beweging leek mijn situatie nog zichtbaarder te maken. Mijn moeder drukte geruststellend op mijn hand.
"Je doet het goed, lieverd," fluisterde ze. "Blijf rustig, ik ben bij je."
Maar hoe meer ik probeerde kalm te blijven, hoe heviger de krampen werden. Mijn luier voelde dik en zwaar, en ik wist dat er geen ontsnappen mogelijk was. Elke seconde leek eindeloos terwijl ik me realiseerde dat ik niets kon doen om dit te stoppen.
Stewardessen liepen langs, passagiers keken nieuwsgierig, en ik voelde de ogen van iedereen op mijn middel branden, ook al probeerde ik me te verstoppen. Mijn moeder glimlachte nog steeds, maar ik kon zien dat ze genoot van de controle die ze had.
Toen het echt begon, voelde ik een diepe schaamte. Mijn luier deed zijn werk, maar het voelde alsof iedereen het hoorde en zag. Mijn wangen brandden, mijn hart bonsde, en ik voelde me compleet kwetsbaar en overgeleverd aan de situatie.
"Goed zo, lieverd," fluisterde mijn moeder terwijl ze zacht op mijn rug klopte. "Dat is wat je luier doet. Alles is goed."
Ik wilde verdwijnen. Mijn handen klemden zich om mijn knieën, mijn blik op de vloer gericht, terwijl ik probeerde de paniek onder controle te houden. Het gevoel van machteloosheid, schaamte en totale afhankelijkheid van mijn moeder overspoelde me.
Opeens voelde mijn moeder een tik op haar schouder.
“Ja mevrouw, wat is er?” vroeg ze, zich omdraaiend.
“Volgens mij heeft de baby in zijn broek gepoept,” zei de stewardess, haar gezicht een mengeling van medelijden en lichte paniek.
Mijn hartje sloeg een paar tellen over. Mijn moeder zuchtte diep en zei zacht:
“O, is dat zo? Kom eens hier voor mij staan, dan kan ik even je luier controleren.”
Ik wiebelde ongemakkelijk. Een vreemde mengeling van schaamte en opwinding trok door me heen. Mijn moeder keek me aan en mompelde:
“Jeetje, wat heb je nou gedaan… en dit op een vliegtuig, hè.”
Mijn moeder riep de stewardess nogmaals.
“Waar kan ik mijn ventje even verschonen? Hij heeft in zijn broek gepoept.”
De stewardess keek rond in de smalle WC. “Hm… dit wordt krap,” zei ze, terwijl ze een wenkbrauw optrok. “Maar geen paniek, we hebben nog een geheime superruimte. Volg me maar.”
We liepen door het smalle gangpad. Ik probeerde mijn billetjes in te houden—maar dat lukte natuurlijk niet. Andere passagiers keken nieuwsgierig op. Een oudere man fronste: “Wat is dat nou weer voor avontuur?”
De stewardess deed een deur open en daar was het: een ruime ruimte met een grote verschoontafel en een douche. Alles glom alsof het net gepoetst was door een team van superhelden.
“Hier kunt u hem verschonen, en als het nodig is, kunt u hem ook douchen,” zei de stewardess, bijna alsof ze een geheim wapen onthulde.
“Dank u wel!” zei mijn moeder opgelucht, terwijl ze me op de tafel tilde.
“Kom maar hier liggen, lieverd, even rustig.”
Ik voelde me ineens een soort circusact. Mijn moeder begon mijn tuinbroek uit te doen, rompertje los, plastic broekje af. “Zo, babytje, je hebt echt je best gedaan,” zei ze terwijl ze mijn billetjes voorzichtig schoonveegde.
“Billen omhoog!” riep ze, terwijl de vieze luier verdween als sneeuw voor de zon.
“Ik heb nog wel een dikke luier van Crinkelz,” zei ze. Ze schoof de nieuwe luier onder me, vouwde twee inleggers erin, en plakte alles vast alsof ze een origami-meester was.
Mijn plastic broekje ging weer aan, de drukkers van het rompertje dicht, en toen mijn tuinbroek. “Zo, daar gaan we weer,” zei ze met een triomfantelijke glimlach.
Ik voelde me opgelucht… en een beetje heldhaftig. Want wie kan nu zeggen dat ze in een vliegtuig een luierwissel-avontuur hebben overleefd met publiek en alles?
De andere passagiers keken nog steeds nieuwsgierig, sommigen giechelend, anderen gefascineerd. Mijn moeder fluisterde: “Zie je wel, klein avontuur, groot succes.”
Ga maar lekker zitten, speentje in je mond. Nog vier uur vliegen en dan landen we in Dubai. Daar moeten we drie uur wachten voordat we doorvliegen naar Bangkok. Dan kan ik meteen even je luier controleren.
De vrouw achter ons boog zich naar mijn moeder en fluisterde:
“Heeft u hem net verschoond? Hij ruikt in ieder geval weer heerlijk fris.”
Ik moest lachen. Hopelijk blijft hij nog even droog, dacht ik. Het is voor haar ook een hele opgave, zo’n lange vlucht. Zelf vind ik het niet erg om te helpen, maar een volle luier blijft toch altijd een beetje spannend en – eerlijk gezegd – soms een beetje vies. Maar ja, daar zijn luiers nu eenmaal voor.
Na een tijdje dommelde ik weg. Toen ik weer wakker werd, voelde ik het meteen: mijn luier was warm en nat. Mijn moeder keek me aan en vroeg met een glimlach:
“Ben je nog droog?”
Ik schudde mijn hoofd.
“Ach, wat moet ik toch met jou, baby,” grapte ze zacht.
Nog een paar uur, dan zouden we landen. Ik wist dat het moment eraan zat te komen.
De lampjes voor de veiligheidsgordels gingen aan en het vliegtuig begon te dalen. Mijn hart klopte net iets sneller – niet van angst, maar van verwachting. Toen we eindelijk met een bonk op de baan stonden en de motoren gierden, voelde het alsof ik opgelucht adem kon halen.
“Zo,” zei ik, “nog even volhouden.”
Iedereen stond op, de bagagevakken klapten open en de rij in het gangpad schoof langzaam vooruit. Toen we eindelijk het vliegtuig verlieten, glimlachte de stewardess.
“Succes met de kleine!” zei ze vriendelijk.
Ik knikte met een brede grijns. “Ja, ik ga zo meteen zijn luier even controleren.”
Mijn hart klopte sneller terwijl we richting de verschoonruimte liepen. Tijd om te zien wat me te wachten staat, dacht ik.
“Kom,” zei mijn moeder zacht. “Even kijken hoe het met je luier is.”
Ze tilde me op en legde me voorzichtig op de smalle verschoontafel. Het ventilatortje in het kleine hokje zoemde zacht en de vloer wiebelde nog een beetje van de landing.
Voorzichtig schoof ze mijn tuinbroek naar beneden en maakte de drukkertjes van mijn romper los. De plastic broek zakte af tot op mijn knieën. Even bleef het stil, alleen het geritsel van de luier was te horen toen ze met haar hand voelde.
“O,” zei ze met een glimlach, “deze luier kan nog wel even mee.”
Een zucht van opluchting ontsnapte me. Alles werd weer netjes dichtgedaan: romper vast, plastic broek omhoog, tuinbroek dicht. Toen ze me weer rechtop zette, voelde ik me opgelucht én een beetje trots.
“Je bent al een grote jongen aan het worden,” zei mijn moeder met een knipoog. “Een klein plasje, maar daar hoef je nog geen schone luier voor.”
Ik glimlachte. Gelukkig maar, dacht ik. Klaar voor het volgende avontuur
Wij liepen verder naar de tassencontrole voor onze vlucht naar Bangkok. Wat ik niet wist, was dat mijn moeder een flesje in mijn tas had gestopt – dezelfde tas waar ook mijn luiers in zaten.
We moesten door het poortje lopen; dat ging allemaal goed, en ik kreeg mijn tas weer terug. De tas van mijn moeder ging echter apart voor controle. Ze moest hem openmaken en toen werden mijn luiers zichtbaar. De beveiligers keken een beetje vreemd toen ze die zagen.
Mijn moeder zei: “Die luiers zijn voor deze kleine jongen, kijk maar,” en gaf me een paar tikjes op mijn billen. De beveiligers moesten lachen, maar voor mij voelde het heel vernederend. De controle werd nog vervelender toen ze ook een flesje water uit de tas haalden – dat was de reden dat de tas apart was gelegd. Het flesje mocht niet mee.
Later vroeg ik mijn moeder:
“Waarom deed u dit zo? Dit vond ik helemaal niet leuk!”
Ze lachte en zei:
“Ja, ik vond het ook niet leuk om jouw poepluier te verschonen in het vliegtuig. Daarom heb ik dit zo laten gebeuren, hahaha!”
We liepen door de drukke luchthaven richting Gate A20. Het geluid van rollende koffers en geroezemoes vulde de hal, maar mijn gedachten waren bij de vlucht die ons over een uur naar Bangkok zou brengen. Mijn hart klopte sneller van spanning.
Eenmaal aan boord namen we plaats op 37 D en E. Ik kroop bij het raam, trok de deken strak om me heen en stak mijn speen in mijn mond. Proberen te slapen leek de enige manier om de tijd door te komen, maar een lichte warmte in mijn luier herinnerde me aan een klein ongemak dat ik hoopte onopgemerkt te houden. “Loop je alweer te plassen in je luier, stoute jongen?” fluisterde ik zachtjes. De gedachte dat iemand het zou kunnen zien, maakte het nog spannender.
Naast ons zat een klein meisje van ongeveer drie jaar met haar moeder. Haar nieuwsgierige blik gleed over mij en mijn moeder. “Draagt hij nog een luier?” vroeg ze zachtjes. Mijn moeder glimlachte en knikte: “Ja, dat klopt. U dochter heeft het goed gezien.” Mijn hart maakte een sprongetje. Het voelde vreemd om zo bekeken te worden, maar op een onverwachte manier ook opwindend.
De lange vlucht naar Bangkok leek eindeloos. Buiten zag ik wolken voorbijtrekken in het felle zonlicht, maar mijn gedachten waren bij wat ons daar te wachten stond: het Adult Baby Playhouse. Een plek waar ik volledig mezelf kon zijn, waar alles veilig en vertrouwd voelde, en waar ik verzorgd zou worden als een baby. De spanning gierde door me heen, een mix van nervositeit en anticipatie, terwijl het vliegtuig hoger en hoger steeg.
Ik werd zachtjes wakker gemaakt door mijn moeder. “We zijn er bijna,” fluisterde ze. De landing was ingezet, en ze keek me bezorgd aan. “Ben je nog droog?” vroeg ze. Ik schudde mijn hoofd. “Nee… sorry, ik ben heel erg nat.” Ze glimlachte geruststellend. “Maak je geen zorgen, ik verschoon je wel op de luchthaven in Bangkok.”
Toen we het vliegtuig konden verlaten, voelde ik de bobbel in mijn broek. Het was duidelijk dat ik een beetje doorgelekt was; mijn moeder merkte op dat mijn stoel zelfs een klein beetje nat was geworden onder mijn billen. Met een mengeling van schaamte en spanning liepen we naar de aankomsthal om onze koffers te halen.
Onderweg kwamen we langs een wc. Ik dacht dat ik daar misschien een schone luier zou krijgen, maar we liepen er gewoon voorbij. Mijn hart begon sneller te kloppen. Wat zou er nu gaan gebeuren?
Onze koffers kwamen als eerste van de band. Terwijl we daar stonden, zag ik een bord met “Andy AB uit Holland” erop en een ander bord met de naam van mijn moeder. Iets voelde meteen anders. Een vrouw die het bord met mijn naam vasthield, glimlachte en zei: “Kom maar mee naar de auto.”
In de auto moest ik in een grote kinderstoel gaan zitten. Ze hadden plastic op de stoel gelegd vanwege mijn doorgelekte luier, en de gespen werden stevig vastgezet en afgesloten met een klein sleuteltje. Het voelde tegelijkertijd veilig en spannend.
Mijn moeder kwam nog even naar de auto gelopen om afscheid te nemen. “Dag lieverd, tot over twee weken. Dan kom ik even bij je op bezoek. Veel plezier.” Mijn hart maakte een sprongetje, een mengeling van heimwee, spanning en nieuwsgierigheid naar wat me te wachten stond. Bangkok voelde ineens een stuk dichterbij, en het avontuur dat voor me lag, begon nu pas echt.
Naar de Adult Baby Nursery in Bangkok.
Ik kreeg een brief in mijn hand gedrukt met de bestemming, en een gevoel van nieuwsgierigheid en spanning maakte zich van me meester. Bijgevoegd was een korte handleiding en uitleg over de Nursery.
Welkom bij Nanny Rose – De Volwassen Baby Ervaring
Bij Nanny Rose word je verzorgd en begeleid alsof je een echte baby bent, met aandacht voor plezier, spel en comfort. Onze nanny biedt:
- Kleding en verzorging: Babykleding, speelkleding, feestkleding en accessoires passend bij je rol. Haarstyling, make-up en persoonlijke verzorging.
- Verzorging en hygiëne: Luiers verschonen, badrituelen en het zorgen voor je algehele welzijn.
- Voeding: Lepel- en borst of flesvoeding op een veilige en comfortabele manier.
- Activiteiten en spel: Voorlezen, zingen, knutselen en spelen, zowel binnenshuis als bij uitstapjes naar parken en speeltuinen.
- Herinneringen maken: Er worden foto's en video's gemaakt van je activiteiten.
- Discipline en structuur: Gedragsregels en grenzen worden door de nanny op een gepaste manier gehandhaafd.
- Speciale gelegenheden: Verjaardagsfeestjes en andere evenementen passend bij de ervaring.
Nanny Rose biedt een unieke ervaring waarin volwassenen kunnen genieten van volledige zorg, aandacht en spel in een veilige en gecontroleerde omgeving.
Nanny Rose glimlachte toen ze me tegemoet kwam.
“Beste Andy,” zei ze zacht, “ik heb met je moeder afgesproken dat je de komende drie weken bij ons blijft. We zullen goed voor je zorgen, alsof je een van de kleintjes bent. En daarna ga je nog twee weekjes met je moeder op vakantie.”
Ik knikte wat onzeker, maar er zat ook iets geruststellends in haar stem. Zonder aarzelen stak ze haar hand naar me uit.
“Kom maar mee,” vervolgde ze, “dan kijken we even hoe het met jou is.”
We liepen samen door de gang. Het rook er naar zeep en talkpoeder, en de lichte gordijntjes lieten een warme zonnestraal binnenvallen. In de verzorgingskamer wees ze naar de commode.
“Doe maar rustig je speentje in en klim erop.”
Met vaste handen hielp ze me mijn tuinbroek en romper los te maken. Alles gebeurde in een vanzelfsprekend ritme, alsof ze dit al talloze keren gedaan had. Ik voelde me klein, maar tegelijk veilig. Terwijl ze bezig was, praatte ze op zachte toon door, alsof het de normaalste zaak van de wereld was.
“Zo, kindje,” zei ze, “dan maken we je weer helemaal netjes.” Ze werkte kalm en zorgvuldig, pakte nieuwe spulletjes en zorgde ervoor dat ik nergens last van had. Het voelde alsof ik deel uitmaakte van een groter geheel, alsof ik één van de kinderen was waar zij altijd met zoveel aandacht en zorg naar omkeek.
Toen ze klaar was, gaf ze me een bemoedigend klopje. “Zo, jij kan er weer even tegenaan.” Haar ogen twinkelden, en ik merkte dat mijn spanning langzaam wegebde. Alles voelde lichter, eenvoudiger, alsof er voor even niets anders hoefde te bestaan dan dit moment.
“Zo, jij kan er weer even tegenaan,” zei Nanny Rose tevreden terwijl ze de laatste hand legde. Ik dacht even dat het klaar was en dat ik alleen met mijn luier verder zou gaan, maar ze hield me tegen.
“Wacht maar even,” vervolgde ze met een glimlach. Ze draaide zich om naar de kast en haalde er een zacht, lichtblauw badstof broekje uit. “Het is vandaag zo warm en benauwd, dat lopen alle baby’s hier alleen in een luier met een broekje eroverheen. Dat is luchtig genoeg en ziet er toch netjes uit.”
Voorzichtig trok ze het broekje over mijn benen en streek het glad. Het materiaal voelde koel en zacht aan, alsof het me meteen een beetje beschermde tegen de warmte. Terwijl ze bezig was, praatte ze rustig door, bijna alsof ze een verhaal vertelde.
“Je zult merken dat het hier heel gewoon is,” zei ze. “We zorgen voor elkaar, en iedereen krijgt wat hij nodig heeft. Jij hoort daar nu ook bij.”
Ik liet haar begaan en voelde een mengeling van spanning en opluchting. Er zat iets geruststellends in haar manier van doen vast, ervaren, maar ook vriendelijk. Met het badstof broekje aan voelde ik me weer compleet aangekleed, alsof ik nu echt klaar was om mee te draaien in het ritme van het huis.
Nanny Rose nam me bij de hand en leidde me de woonkamer in. “Kom maar mee,” zei ze opgewekt. In de hoek stond een grote box, gevuld met zachte dekentjes, kleurrijke blokken en rammelaars. Daarin zaten al drie andere kindjes die druk bezig waren met spelen.
“Zo, klim er maar bij,” moedigde ze me aan terwijl ze het hekje even openzette. Ik stapte voorzichtig naar binnen en plofte neer tussen de stapel knuffels. De andere kinderen keken nieuwsgierig mijn kant op, maar gingen al snel weer verder met hun spel.
“Lief spelen hoor,” waarschuwde Nanny Rose met een glimlach. “Geen ruzie maken, iedereen krijgt genoeg aandacht.” Ze streek me nog even geruststellend over mijn haar voordat ze het hekje weer sloot.
Om het helemaal gezellig te maken zette ze de televisie aan. Het scherm vulde zich met felle kleuren en vrolijke muziek van Baby TV. De klanken vulden de kamer en zorgden ervoor dat de sfeer nog rustiger werd.
Ik keek om me heen: de kindjes rammelden met speeltjes, bouwden torens van blokken en lachten hardop wanneer er iets omviel. Voorzichtig pakte ik ook een paar blokjes en schoof ze tegen elkaar. Het voelde vreemd, maar ook vertrouwd – alsof ik steeds meer deel uitmaakte van dit kleine wereldje, veilig binnen de box, onder het wakend oog van Nanny Rose
De tijd in de box vloog voorbij. De zachte muziek van Baby TV speelde op de achtergrond en de zon scheen warm door de ramen. Af en toe kwam Nanny Rose even kijken, gaf ze een knuffel of reikte ze een ander speeltje aan. Toen het bijna middag was, klapte ze in haar handen.
“Zo, kindjes,” zei ze vrolijk, “we gaan straks allemaal een frisse neus halen. Vanmiddag wandelen we naar het park. Daar is genoeg ruimte om te spelen en te genieten van de buitenlucht.”
Nieuwsgierig keek ik op. Een wandeling klonk spannend, helemaal met de hele groep. Nanny Rose vervolgde:
“We nemen natuurlijk alle babytjes mee. We hebben hier buggys en kinderwagens speciaal aangepast voor grotere kinderen zoals jullie. Zo kan iedereen veilig en comfortabel mee.”
Ze wees naar de gang, waar al een rij stevige wagens klaarstond. Ze zagen er groter uit dan de gewone kinderwagens die ik kende, met brede zitjes, extra riemen en vrolijke kleurtjes. Het was duidelijk dat ze precies waren bedoeld voor situaties zoals deze.
“Maar voor we vertrekken,” zei Nanny met een knipoog, “gaan we eerst zorgen dat iedereen netjes verzorgd en aangekleed is. Niemand wil met een vieze luier of lege buik het park in.”
De andere kindjes klapten vrolijk in hun handjes, alsof ze precies wisten wat er ging gebeuren. Zelf voelde ik een mengeling van spanning en nieuwsgierigheid. Het idee om met de hele groep in de wagens te worden gezet en samen naar het park te rijden, maakte het avontuur ineens heel echt.
Nanny Rose zette de televisie uit en klapte vrolijk in haar handen. “Zo, tijd om ons klaar te maken voor het park!” zei ze opgewekt. Eén voor één tilde ze de kindjes uit de box. Ook ik werd voorzichtig opgetild en op de grond gezet, zodat we in een rijtje naar de verzorgingskamer konden lopen.
Binnen ging alles in een rustig, vertrouwd ritme. Ze legde ieder kindje om de beurt op de commode, controleerde luiers, verschoonde waar nodig en gaf iedereen een frisse broek of een licht shirtje aan. Toen ik aan de beurt was, glimlachte ze.
“Kijk eens aan, jij krijgt vandaag dit luchtige setje. Het is warm buiten, dus we houden het lekker simpel.”
Na de verzorging bracht ze ons naar de gang, waar de grote buggys en kinderwagens al klaarstonden. De wagens glommen in het zonlicht dat door het raam naar binnen viel. Ze hadden stevige gordels en vrolijke kussentjes, zodat we allemaal veilig en comfortabel konden zitten.
“Voorzichtig instappen,” zei ze terwijl ze een kindje in de eerste wagen zette en de riempjes vastmaakte. Eén voor één kregen we een plekje toegewezen. Ik mocht in een ruime buggy zitten, met zachte stoffen zijkanten en een zonneluifel boven mijn hoofd. Het voelde vreemd, maar ook knus, alsof ik volledig ingebouwd zat in een veilige cocon.
Toen iedereen goed vastgesnoerd zat, liep Nanny Rose nog een keer de rij langs. Ze trok de gordeltjes wat strakker, gaf ieder kindje een speeltje of knuffeltje en glimlachte tevreden.
“Daar gaan we dan,” kondigde ze aan. “Op naar het park! Jullie zullen zien, het wordt heerlijk buiten.”
Met vaste hand nam ze plaats achter de eerste kinderwagen en begon te duwen. De wielen kraakten zachtjes over de stoep, en de hele stoet zette zich langzaam in beweging, als een vrolijke kleine karavaan van kindjes onder haar zorgzame leiding.
De stoet rolde rustig de straat uit, de wielen van de wagens tikten ritmisch op de stoeptegels. Terwijl we onderweg waren, dacht ik bij mezelf dat het misschien fijner zou zijn om in een echte kinderwagen te liggen. Daar kon je namelijk helemaal onderuit zakken en dan zag niemand je luier. Nu zat ik in een buggy, alleen in mijn badstofbroekje en luier, en voelde ik me een beetje bloot.
Mama had nog gezegd dat het te warm was voor een T-shirt. “Zo is het beter,” had ze benadrukt. En eigenlijk had ze gelijk: de zon brandde fel, en de lucht voelde zwaar en benauwd. In mijn lichte setje was het in ieder geval luchtig en niet te heet. Toch merkte ik dat ik af en toe nerveus om me heen keek, bang dat voorbijgangers iets zouden zien.
Nanny Rose leek mijn ongemak te voelen. Terwijl ze de buggy duwde, boog ze zich even voorover en fluisterde:
“Maak je maar geen zorgen, kindje. Hier in de buurt kent iedereen ons. Niemand vindt het vreemd om onze groep zo te zien. Jij hoort er gewoon bij.”
Haar stem klonk zo geruststellend dat mijn spanning langzaam wegebde. De buggy wiegde zachtjes bij iedere stap, en het monotone geluid van de wielen werkte bijna kalmerend. Ik zakte wat dieper weg in de stoel en liet de warme zomerlucht langs me heen waaien, terwijl we koers zetten richting het park.
We waren binnen een paar minuten in het park. Ze pakte een groot speelkleed waar wij lekker op konden spelen. Ze tilde mij uit de buggy en zette me op het kleed. Na een halfuurtje spelen kwamen er een paar meisjes aangelopen. Ze begonnen een beetje te lachen.
Nanny vroeg: “Waarom lachen jullie zo?”
“Dit zijn grote baby's met een luier om en een speen in,” riepen ze lachend.
“Klopt,” zei nanny. “Deze jongens worden heropgevoed omdat ze niet luisteren of nog in hun broek plassen. Willen jullie het ook een keer proberen, een luier om te krijgen?”
De meisjes renden snel weg; daar hadden ze duidelijk geen zin in.
Op een gegeven moment kregen wij allemaal een flesje melk.
“Zo, even jullie flesje leegdrinken, dan kan ik jullie allemaal een schone luier geven. Vanmiddag gaan we met z’n allen naar de dokter voor een onderzoek en daarna naar de tandarts.”
Ik schrok me dood. Tandarts?!
“Hebben jullie allemaal je flesje leeggedronken? Goed zo, ventjes van mij. Dan gaan we jullie nu lekker verschonen.” Eerst kregen we allemaal een pilletje. Ze zei dat dit tegen de angst was.
Daarna kregen we een dikke luier om, met meerdere inleggers. We werden teruggelegd in de buggy’s en kinderwagens. Het leek wel of de luier nog dikker was dan de vorige; ik kreeg mijn benen niet meer bij elkaar.
“Wat is er, jongen?” vroeg ze.
“Het lijkt wel of deze luier dikker is dan de vorige.”
“Ja, dat klopt. We hebben nog een hele rit te gaan, en steeds verschonen kost mij ook veel energie.”
We liepen met de buggy’s en kinderwagens door Bangkok. Op een gegeven moment stopten we bij een groot gebouw met het opschrift Clinical Center. Ik dacht: nee toch, wat gaat er nu gebeuren?
Binnen meldde nanny Rose zich bij de balie.
“Goedemiddag, wij hebben een afspraak voor vanmiddag met onze kleintjes.”
“Oke, neemt u maar plaats in de wachtkamer, dan roepen we u zo.”
Niet veel later klonk: “De baby’s van nanny Rose!”
We werden naar binnen gebracht. Er stonden boxen met aankleedkussens, handdoeken en een soort mutsjes.
“Kleed de baby’s maar uit, dan kan de dokter ze een voor een controleren. Hebben ze alle inentingen al gehad?”
“Dat staat in hun babyboekje,” zei nanny.
“Goed, ik kijk even.”
Ik dacht: nee toch, inentingen?!
Na het nakijken bleek dat twee baby’s alle prikken al hadden gehad. De rest kreeg ze zometeen.
Daar lag ik dan, in alleen een luier en met een kapje op.
“Doe bij allemaal maar even de luier los, dan kan de dokter alles controleren.”
De dokter kwam binnen.
“Hallo allemaal, ik ben dokter Frenk en ik kom jullie even controleren.”
Hij begon bij mij.
“Even kijken naar zijn balletjes, ja die zijn goed ingedaald, prima. Nu krijgt hij een pilletje. Doe je mondje maar open. Zuster, geef jij deze baby alvast zijn inentingen?”
De zuster kwam terug met drie grote spuiten vol vloeistof. Ik schrok me rot.
“Beentjes omhoog,” zei ze.
De eerste prik ging in mijn billen. “Au, au!” riep ik.
“Het zijn er nog twee,” zei ze, “en dan kun je er weer jaren tegenaan. De eerste was DTKP, de tweede voor de bof en de derde… dat vertel ik je niet.”
Wat was dat nou?
De derde spuit was nog groter en prikte diep in mijn billen. Ik begon echt te huilen van de pijn.
“Doet het zo’n pijn, babytje?” vroeg ze troostend. “Kom maar even zitten.”
Ik werd gekalmeerd door de zuster. Ondertussen moesten mijn broertjes hun prikken nog krijgen, maar ik had het gelukkig al gehad.
“Zo, de baby’tjes kunnen er weer tegenaan,” zei de dokter. De prikken deden nog behoorlijk pijn. Mijn moeder tilde mij op en zette me in de buggy. De riemen werden vastgezet en ik moest wachten tot de andere baby’s klaar waren.
Vijf minuten later kwam de dokter nanny halen. “U kunt ze allemaal weer meenemen.”
We reden door een lange gang en stopten bij een deur waar Dental Clinic op stond. Ik begon te huilen.
“Rustig maar, het komt allemaal goed,” zei nanny.
Maar ik was heel erg bang. Twee anderen begonnen ook te huilen.
We zaten in de wachtkamer te wachten. De zenuwen gierden door mijn lichaam. Ik kon geen kant op, ik zat vast in de buggy. Het leek alsof we extra lang moesten wachten, of misschien leek dat alleen maar zo.
Nanny zei: “We gaan nog even jullie tandjes controleren, dan kunnen we daarna weer lekker naar huis.”
We werden binnen geroepen.
“Hallo baby’tjes,” zei de tandarts, “ik ga even jullie tandjes controleren. Ik heb voor jullie een paar uur gereserveerd. Wie wil er eerst?”
Niemand stak zijn hand op. De tandarts begon een versje: ienemienemutte, tien pond grutten, wie is de baas… en hij stopte bij mij. Ik moest als eerste.
De gespen van mijn buggy werden losgemaakt. “Kom maar in de stoel liggen.”
Ik probeerde op te staan, maar mijn benen werkten niet mee.
“Mama, nanny, waarom kan ik niet op mijn benen staan?”
“Dat komt door de derde prik,” zei nanny. “Dat is een hevige spierverslapper.”
Nanny tilde mij op en legde mij in de stoel. De stoel ging langzaam naar achteren. Ik begon mijn hoofd te schudden.
“Ik wil niet! Alstublieft!”
De tandarts boog over mij heen, pakte zijn instrumenten en zei: “Doe je mondje maar open.”
Ik weigerde.
“Wil je niet meewerken? Geen probleem.”
Hij pakte een klem die hij in mijn mond wilde zetten. Hij kneep hard in mijn onderkaak en zette snel de klem omhoog. Mijn mond stond nu wijd open.
“Zo, even kijken. Heb je goed je tandjes gepoetst? Het ziet er niet slecht uit,” zei hij.
Ik dacht: Yes!
“We maken nog even een foto. Als alles goed is, ben je klaar.”
De foto werd gemaakt. De tandarts liep de kamer uit terwijl het apparaat werkte. De zenuwen gierden door mijn hoofd. Hopelijk vinden ze niks, dacht ik.
Toen hij terugkwam keek hij op het scherm.
“Gelukkig hebben we een foto gemaakt. Ik zie drie kleine beginnende gaatjes. Die pakken we meteen aan. Geen paniek, we gaan je verdoven.”
Ik probeerde te roepen: “Aaaaaa, aaaaa,” maar door de klem in mijn mond kwam er niet meer uit.
De tandarts riep de blonde assistente erbij en pakte zijn spullen.
“Wil jij hem eerst even verdoven?”
“Ja, is goed.”
Ik kreeg drie prikken in mijn mond. Ze deden behoorlijk pijn.
“Kom op, babytje, het is zo klaar. Even laten inwerken…”
“Zo, we kunnen beginnen,” zei de tandarts.
Hij pakte mijn grootste nachtmerrie: de boor. Hij begon te boren. Ik wist niet wat me overkwam.
“Rustig maar, het komt allemaal goed,” zei de assistente.
“Het gaat nu even trillen, dit is om de bacteriën weg te halen.”
Het trillen ging door mijn hele lichaam.
“Zo, de eerste is klaar. Even vullen, dan pakken we de volgende aan.”
Ik dacht: O, het is bijna voorbij.
Na het vullen van de tweede en derde zei de assistente: “Nou, dat viel toch wel mee?”
“Nee,” dacht ik, “alles deed pijn.”
“Over een halfjaar kan je weer naar je eigen tandarts in Nederland,” zei ze.
De anderen werden ook geholpen. Na twee uur wachten in de wachtkamer mochten we eindelijk de kliniek verlaten. Ondertussen had ik “bah” gedaan in mijn luier van de angst.
“Nanny, hij heeft bah gedaan in zijn luier,” zei iemand.
“Ja, dat weet ik. Maar hij heeft een extra dikke luier om, die kan nog wel even mee.”
Er kwam een geur van mij af die ik zelf ook begon te ruiken. Naast mij zat mijn broertje — zo noem ik hem maar — en ook hij rook het. Ik was dus niet de enige. We zaten in de wachtkamer en hoorden hoe de tandarts flink aan het werk was met mijn andere broertjes.
Even later ging de deur open. “Zo, ze zijn allemaal klaar. U kunt ze weer meenemen naar huis,” zei de assistente.
We werden weer in de buggy’s en kinderwagens gezet en rustig naar huis gereden. Bij thuiskomst werd er gezegd: “We doen jullie straks allemaal even in bad, krijgen jullie een schone luier om, en daarna is het tijd om te eten.”
Boven aangekomen werden we één voor één op de commode gelegd. Ik werd opgetild en neergelegd, de rest werd naast elkaar gelegd. Op dat moment kwamen er vier jonge vrouwen binnen. Ik vroeg verbaasd: “Wat is dat?”
“Het verzorgen van al deze kleintjes kan ik niet alleen,” zei de verzorger, “dus ik heb een paar oppasmeiden gevraagd om te helpen. Jullie hoeven niet bang te zijn, ze hebben zelf al kinderen, dus ze weten precies wat ze doen.”
Het waren jonge, verzorgde vrouwen. Ik werd toegewezen aan een blonde vrouw, Charlotte heette ze. Ze zei: “Even kijken of je een vieze luier hebt… Ja hoor, ik ruik het al.” Ze maakte de plakstrips los van mijn luier. “Zo, jij bent goed bezig geweest,” zei ze met een glimlach. Je merkte duidelijk dat ze ervaring had.
Mijn billen werden zorgvuldig schoongemaakt en de vuile luier werd onder me vandaan gehaald. Net toen de luier af was, plaste ik ineens alles onder. “Wat doe je nou?” zei ze streng. “Ik had je luier net afgedaan!” Ze liet me omdraaien en gaf me een paar tikjes op mijn billen. “Au, au, au!” riep ik, terwijl mijn billen rood werden.
“Ik til je even op, dan gaan we je wassen in bad.” In bad speelde ik met eendjes en ander speelgoed. Charlotte waste me zorgvuldig. “Zo, je bent klaar.” Ze tilde me uit het bad, wikkelde me in een zachte badcape met beertjes erop en zei: “Niet plassen, hoor!”
Op de commode werd ik weer neergelegd. Ze pakte een luier met drie inleggers, een plastic broekje en een romper. “We gaan je even aankleden.” Ze strooide talkpoeder over me heen en ik rook de geur van Zwitsal. De luier werd stevig vastgemaakt; strakker dan normaal. Je merkte dat ze wist wat ze deed.
“Het plastic broekje en de romper doen we pas aan als je gaat slapen,” zei ze. “Loop nu maar even rond in je luier.” De rest waggelde ook rond in hun luiers, al kon ik zelf nog niet lopen — ik moest kruipen en een beetje schuiven.
“Tijd om te eten, baby’s!” zei iemand. Ik werd opgepakt en op een bank gelegd. Charlotte kwam bij me zitten. “Kom maar, kleintje,” zei ze. Ik lag met mijn hoofd op haar schoot. Ze maakte haar BH los aan de voorkant. “Kom maar goed liggen, dan kun je drinken.” Ik begon te zuigen en voelde melk in mijn mond stromen. Tussendoor stopte ik even.
“Deze is nog niet leeg,” zei ze zacht. Na ongeveer vijf minuten wisselden we van kant. De andere borst ging iets minder snel. “Goed zo, jongen. Lekker gedronken.” Ze klopte zachtjes op mijn rug tot ik twee boertjes liet.
“Ik zet je in de box, dan kun je nog even spelen voor het eten.” Ongeveer vijf minuten later werden we weer gehaald en in kinderstoelen gezet. Onze handen en benen werden vastgemaakt en het eetblad werd tegen onze buik geschoven.
“Vandaag eten we courgette met witvis en rijst,” werd er gezegd. Ik dacht: Bah, dat lust ik helemaal niet. Charlotte kwam voor me zitten met een lepel. “Mondje open,” zei ze. Ik hield mijn mond stijf dicht. Ze duwde de lepel tegen mijn tanden. “Kom op, open doen… daar komt het vliegtuigje!”
Ik hield mijn mond dicht. “Dan maar zonder eten naar bed,” zei ze streng. Mijn slab zat onder. Uiteindelijk deed ik mijn mond open, want ik had toch wel trek. “Zie je wel dat je het kunt, babytje?” zei ze. Het eten vond ik nog steeds niet lekker.
“We maken jullie mondjes even schoon. Daarna mogen jullie nog even Baby TV kijken en dan is het bedtijd.”
Daar zaten we dan, allemaal in een dikke luier, kijkend naar Baby TV. Na een tijdje werden we naar boven gebracht. “Voor de zekerheid doen we je een plasticbroek aan en daarover een romper.” Ook werd ons gebit even gepoetst.
Ik werd in een spijlenbed gelegd en vervolgens vastgemaakt met bandjes, zodat ik er niet uit kon klimmen. Mijn handen zaten vast, ik lag in een soort fixatiegordel en kon me totaal niet bewegen.
Ik dacht dat ik nog een schone luier zou krijgen voor het slapen, maar blijkbaar hadden we al een dikke luier aan. Charlotte kwam nog even langs om welterusten te zeggen, gaf me een kus op het hoofd en… net voordat ze wegging, kreeg ik ook nog een pilletje.
Charlotte zei: “Morgen gaan we naar een resort met de andere kleintjes op Koh Samui. Het is een heel leuk resort, speciaal voor kleine kindjes en AB-kindjes, met alles wat daarbij hoort. Ga nu maar lekker slapen.”
Ik deed mijn ogen dicht en dacht nog even: wat zouden we dit keer weer gaan beleven? Langzaam dommelde ik weg.
De volgende ochtend werden we wakker gemaakt. “Zo, kleintjes,” zei Charlotte vrolijk, “vandaag gaan we een nieuw avontuur beleven!”
Toen ik overeind kwam, voelde ik meteen dat mijn luier helemaal drijfnat en vies was — ik had ook bah gedaan.
“Andy, ik zal jou als eerste verschonen en klaarmaken voor de reis,” zei ze terwijl ze me optilde en op de commode legde.
“Zo, jongen, het is maar goed dat je een luier omhebt,” zei ze met een glimlach terwijl ze de vieze luier openvouwde. De lucht was niet bepaald fris, en ik voelde mijn wangen rood worden van schaamte.
“Niks aan de hand,” zei Charlotte geruststellend. “Je bent nu eenmaal een baby, en die doen alles nog in hun luiertje.”
Ze maakte me goed schoon, deed een schone luier om en legde er drie inleggers in. “Het is een lange reis,” legde ze uit. “Onderweg verschonen is lastig, en ik heb er eigenlijk geen zin in.”
Daarna trok ze me mijn lichtblauwe badstofbroekje aan, met op de achterkant een grote beer en de tekst baby. Over mijn buikje kwam een T-shirt met het logo van Pampers en vrolijke plaatjes van Sesamstraat.
“Zo,” zei ze tevreden, “nu ben je helemaal klaar voor de reis.”
“Nu even de andere verschonen,” zei Charlotte terwijl ze me in de box legde. “Ga jij maar lekker spelen.” Ze stopte mijn speen in mijn mond, en terwijl ik zachtjes sabbelde, keek ik naar de speeltjes om me heen en voelde ik de spanning stijgen voor wat de dag ons zou brengen.
Op naar de volgende bestemming: Koh Samui
“Zo, we zijn klaar voor vertrek,” zei Charlotte vrolijk. De buggies werden klaargezet, iedereen werd netjes vastgemaakt, en toen liepen we met z’n allen richting de auto.
“Goed, jongens,” zei ze terwijl ze de motor startte, “we gaan op weg naar Koh Samui!”
De reis duurde bijna drie uur. Onderweg keek ik door het raampje naar de palmbomen en de zee in de verte, maar na een tijdje begon mijn luier behoorlijk nat te voelen. Gelukkig waren we niet lang daarna op onze bestemming.
Bij de receptie stond een vriendelijke vrouw klaar.
“Goedemiddag, wij willen graag inchecken met onze kleintjes,” zei Charlotte. “We zijn met vijf kindjes en drie begeleiders.”
“Welkom,” glimlachte de vrouw. “We hebben drie kamers voor jullie op de begane grond, naast elkaar en vlak bij het zwembad.”
Ze bladerde even in haar map en vervolgde:
“Er zijn wel een paar regels tijdens het verblijf. Bij het zwembad moeten de kleintjes altijd een zwemluier aan — die kunt u omdoen in de verschoonruimte naast het bad. In het restaurant liever geen ‘bah’-luiers, en als het niet anders kan, graag snel verschonen. Ook moeten de kleintjes zwembandjes dragen, zowel in het zwembad als in zee.”
Ze wees op een bordje achter haar.
“Daarnaast hebben we speciale kolfruimtes, voor als u even geen tijd of zin heeft om ze aan de borst te nemen.”
We werden naar onze kamers gebracht. Charlotte opende de deur en keek tevreden rond. Binnen stonden drie grote bedden met spijlen — echte babybedden waar we niet uit konden klimmen. Er stond een commode, een kast vol verzorgingsspullen en een grote stapel luiers met vrolijke figuurtjes erop.
“Nou,” zei Charlotte met een glimlach, “dit ziet er perfect uit voor onze kleintjes.”
De vrouw van het resort zei nog:
“We organiseren elke dag leuke activiteiten voor de kindjes. U kunt zich aanmelden bij de receptie.”
Ik keek nieuwsgierig om me heen en dacht bij mezelf: Wat voor avonturen zouden ze hier allemaal voor ons hebben?
Zo we gaan zo lekker zwemmen, ze doet mijn badstof broekje uit. de luier hing met een kleine boog onder mij, is de rest ook klaar dan kunnen we naar het zwembad, handdoek mee cape mee, bandjes mee, speen mee, zo we hebben alles.
Bij het zwembad aangekomen zag ik inderdaad alleen maar baby’s, klein en groot, in het water. Charlotte zei tegen mij: “Kom jij hier maar liggen, dan doe ik even je zwemluier aan.”
“Maar daar hebben we toch speciale ruimtes voor?” vroeg ik.
“Nee, die hebben we niet nodig, dit gaat prima zo,” antwoordde ze.
Daar lag ik dan, met een witte, dikke luier om, op een zonnebed. Mijn luier werd afgehaald en ik kreeg een zwemluier aan. “Zo, je bandjes goed vast, dan kun je lekker in het water spelen,” zei Charlotte.
Charlotte tilde mij naar het kinderbad, waar ik met water kon spelen. Ik begon te spetteren en sommige kindjes begonnen te huilen. “Kijk uit,” zei Charlotte, “je moet rekening houden met de andere kindjes.”
De andere kindjes werden ook in het zwembad gezet. Het was leuk om met water te spelen; er werden nog badeendjes bij ons gezet en een bootje om mee te spelen.
Na een half uur werd ik uit het water gehaald. “Zo, het is tijd om wat te drinken,” zei Charlotte. Ik dacht: hopelijk krijg ik wel de fles.
Ik kreeg de zwemcape om en werd op het ligbed gelegd. Charlotte kwam naast me zitten en ik moest mijn hoofd op haar arm leggen. “Zo, even lekker drinken,” zei ze.
Een vrouw naast haar vroeg: “Drinkt je baby goed?”
“Ja, hij drinkt bijna alles in ongeveer 15 minuten,” antwoordde Charlotte. Tijdens het drinken kreeg ik kramp en deed ik ‘bah’ in mijn zwemluier. “Het is nog maar een klein kindje,” zei de vrouw, “ik zal je dadelijk weer verschonen en dan krijg je weer een gewone witte luier.”
Mijn luier vulde zich flink en ik voelde me erg vies. “Het is wat het is,” dacht ik.
Toen ik klaar was, schudde ik ja met mijn hoofd. De vrouw naast Charlotte vroeg: “Mag ik je baby een keer verschonen?”
“Ja hoor, geen probleem, neem hem maar mee,” zei Charlotte.
Ze tilde mij op en bracht me naar de verschoonruimte. Ze legde me neer en zei: “Zo, even kijken wat jij allemaal hebt gedaan in je luiertje. Deze luier is behoorlijk groter dan die van mijn kleintje, maar veel verschil zit er niet in.”
Ze deed de plakkers los. “Doe je beentjes maar omhoog,” zei ze. Daar lag ik dan bij een vreemde vrouw, maar mijn begeleiding had alles meegegeven voor de verschoning.
De nieuwe luier werd onder de vuile luier geschoven. “Zo, even je billetjes schoonmaken,” zei ze. Ze pakte een flesje, deed wat vaseline op het uiteinde en zorgde dat alles weer netjes zat. “Zo, snel je luier weer om,” zei ze. Ik had nu een witte luier aan met twee dikke inleggers. Ze tilde mij op en bracht me terug naar Charlotte.
“Zo, ik heb alles gedaan wat ik moest doen,” zei ze.
“Oke, fijn, dank u wel,” antwoordde ik.
Ik werd teruggelegd op het grasveldje bij het zwembad.
“Andy, kom maar even hier, ik zal je insmeren voordat je verbrandt,” zei Charlotte. Langzaam kroop ik naar haar toe.
“Ga even voor me zitten, dan controleer ik je luier.” Ze ging voorzichtig met haar vingers bij mijn lies naar binnen. “Je bent in ieder geval droog. Draai je even om.” Ze deed de achterkant van de luier iets naar buiten zodat ze kon kijken. “Nou, je hebt wel een beetje ‘bah’ gedaan,” lachte ze.
“Zo, we gaan lekker naar het strand.” Ik werd weer in de buggy gezet en we reden naar het begin van het strand. Charlotte tilde me op en bracht me naar het stukje waar het water naar het strand toe komt. “Zo, even je zonnehoedje op, dan kan je niet verbranden. Hier heb je een schepje en een zeefje, dan kun je lekker spelen. Ik doe voor de zekerheid ook je bandjes aan.”
Daar zat ik dan, met een beetje ‘bah’ in mijn broek, in het zand met een witte luier aan.
Mijn andere broertjes werden er ook bijgezet. “Gaan jullie maar lekker samen spelen,” zei Charlotte. Het water kwam steeds dichterbij, en ze tilde ons voorzichtig iets naar achteren. Het zand kwam een beetje in mijn luier terecht en begon een beetje te schuren.
Charlotte deed mijn speen weer in mijn mond; deze was in het zand gevallen. “Hier, je speentje weer.”
Over het strand liepen ook andere mensen van de andere resorts. Ze keken naar ons en lachten soms om wat we deden.
Laatst bewerkt: