Storytimezz
Toplid
Hoi allemaal, dit is mijn eerste verhaal. Ik sta natuurlijk open voor feedback en kritiek en ben nieuwsgierig wat jullie er van vinden. Ik heb er mijn best op gedaan, maar op het eerste gezicht lijkt de formatting niet heel prettig. Als je hier last van hebt kan je het misschien in reader mode lezen.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 1
Daar lag ik dan in een vreemd bed in een vreemde zorginstelling. Eerder dat jaar zat ik nog in de Pyreneeën om de Col de Tourmalet met de fiets te beklimmen. Helaas zat dat er voorlopig niet meer in, aangezien ik goed ziek was geworden. Het ergste was al achter de rug, maar het zuurstofgehalte in mijn bloed was nog altijd niet hoog genoeg. Daarom had ik vrijwel geen energie en zat ik daar een paar weken bij deze zorginstelling om weer aan te sterken.
Vanuit mijn bed kon ik de hele kamer overzien. Dat bed was trouwens het meest geavanceerde bed dat ik ooit had gezien. Aan de zijkant zat een afstandsbediening waarmee het bijna helemaal verstelbaar was. Aan de overkant bij het raam stond een kleine tafel met twee zachte stoelen en een tv die ik ook vanaf mijn bed goed kon zien. Rechts van mij stond nog een kast en een soort wastafel die je ook in een badkamer zou zien.
Ik lag daar nu al een paar uur, maar er was verder niemand meer langsgekomen van het personeel. Mijn blaas begon nu langzaam aan te drukken en ik besloot maar om op de alarmknop te drukken. Niet veel later hoorde ik iemand over de gang hollen en ging de deur open.
“Wat is er aan de hand?”, hoorde ik de zuster licht hijgend vragen terwijl ze naar mijn bed liep. Op haar naamkaartje stond Astrid.
“Nou, ik heb wat hulp nodig om naar de toiletten te lopen”, antwoordde ik rustig.
“Is dat alles? Ik dacht dat je uit je bed was gevallen of in zuurstofnood zat. Je kunt die knop niet zomaar voor alles gebruiken hoor, we hebben het al druk genoeg op de afdeling”, reageerde ze wat fel.
“Sorry, ik wist niet dat het niet zo werkte”, bood ik licht geschrokken mijn excuses aan. “Van het ziekenhuis ben ik gewend dat er regelmatig personeel langs komt om me te helpen.”
“Ja dit is natuurlijk geen ziekenhuis he. Maar ik kan je nu wel even helpen. Probeer maar uit bed te stappen.”
Moeizaam kwam ik overeind. Naarmate de dag vorderde, nam mijn energieniveau ook af. De zuster merkte dit gelukkig op en hielp me een handje mee.
Het leek erop dat ze niet helemaal tevreden was met het tempo en vroeg: “Lukt het?”
“Nou niet echt”, antwoordde ik daar maar op. “Ik denk dat het intrekken vandaag al veel energie van me heeft gevraagd.”
“Okay, geeft niet hoor. Ik haal wel even een ondersteek dan kun je op je bed blijven”, stelde ze voor waarna ze me weer naar het bed begeleidde. “Ik ben zo weer terug.”
Niet veel later kwam Astrid weer de kamer inlopen. In haar hand had ze een soort plastic fles waar ik waarschijnlijk in moest gaan plassen. Heel zorgvuldig bood ze hem onder de dekens aan en nam weer afstand. “Zo, dit moet goed gaan. Laat maar weten als je klaar bent”, voegde ze eraan toe.
Na een paar tellen lukte het me om te beginnen met plassen. Ik vond het verschrikkelijk om zo afhankelijk te zijn van een ander om naar de wc te kunnen gaan. Nadat ik klaar was, riep ik Astrid er weer bij.
“Ik ben klaar met plassen,” zei ik wat beschaamd. “Maar ben ik nu altijd zo afhankelijk van jullie om naar de wc te gaan? Zijn er geen andere opties, want wat nou als ik nodig moet maar jullie het te druk hebben?”
Astrid haalde de fles weer weg en wilde me geruststellen. “Ja ik snap dat je je daar druk om maakt. Eigenlijk zijn er twee andere goede opties. We kunnen een katheter bij je inbrengen, dat is een soort buisje die via je piemel naar je blaas loopt.”
Bij het horen van deze optie trok mijn gezicht weg. Ik had wel eens eerder gehoord wat een katheter inhoudt, maar het lijkt me zo vreselijk onprettig. Terwijl ik nee schudde, ging Astrid snel verder met het alternatief.
“De andere optie is om incontinentiemateriaal te gebruiken. Dat krijg je dan aan in plaats van ondergoed. Dat kan dan je plas en ongelukjes opvangen.” Afwachtend keek ze me aan. “Zit er een optie bij waar je gebruik van wil maken?”
Het incontinentiemateriaal leek me in ieder geval wel handig, want anders zit ik straks met een volle blaas en komt er niemand op tijd langs. Ik moet zeggen dat ik stiekem als tiener ook wel eens fantaseerde om luiers te dragen, dus dit was een mooie kans om het een keer te proberen. Over de katheter hoefde ik verder niet lang na te denken dus antwoordde ik overtuigd: “Ja, doe het incontinentiemateriaal maar.”
“O, niet veel mensen kiezen daarvoor”, reageerde Astrid enigszins verbaasd. “Je moet niet verwachten dat we elk kwartier langskomen om te kijken of je verschoond moet worden he. Vanwege de werkdruk gebruiken we vaste rondes. En voor de duidelijkheid kun je daar ook niet de noodknop voor gebruiken. Begrijp je dat?”
“Ja ik denk het wel,” mompelde ik ietwat schaapachtig. Het klonk allemaal wel vrij serieus en ik hoop maar dat ik de juiste keuze maak.
Astrid zag dat ik verder niet van gedachte veranderde en werd wat enthousiaster. “Okay, dan werk ik je dossier even bij op de iPad. Ik zet er nu in dat je zwaar incontinentiemateriaal gaat gebruiken. Dat kan in ieder geval een goede plas houden en niet alleen een paar druppeltjes of iets dergelijks. Dat is beter toch?”
Ik knikte voorzichtig ja en ze ging verder: “Het lijkt me ook handig als je alvast een beetje went aan hoe incontinentiemateriaal nou eigenlijk voelt. Sommige mensen vinden het bijvoorbeeld heel onnatuurlijk om liggend te plassen.” Ze keek me nu ondeugend lachend aan en voegde eraan toe: “dat is ook goed toch? Ik haal je gelijk even uit het rooster om geholpen te worden met toiletbezoekjes.”
Nu zul je het krijgen denk ik, maar ik ben enigszins wel nieuwsgierig hoe het nou voelt om weer een luier om te hebben. Ik ga dus akkoord en bedank Astrid alvast voor het helpen.
“Okay, niet weglopen nu dan he. Ik kom zo terug met wat spulletjes”, grapte Astrid lachend.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 1
Daar lag ik dan in een vreemd bed in een vreemde zorginstelling. Eerder dat jaar zat ik nog in de Pyreneeën om de Col de Tourmalet met de fiets te beklimmen. Helaas zat dat er voorlopig niet meer in, aangezien ik goed ziek was geworden. Het ergste was al achter de rug, maar het zuurstofgehalte in mijn bloed was nog altijd niet hoog genoeg. Daarom had ik vrijwel geen energie en zat ik daar een paar weken bij deze zorginstelling om weer aan te sterken.
Vanuit mijn bed kon ik de hele kamer overzien. Dat bed was trouwens het meest geavanceerde bed dat ik ooit had gezien. Aan de zijkant zat een afstandsbediening waarmee het bijna helemaal verstelbaar was. Aan de overkant bij het raam stond een kleine tafel met twee zachte stoelen en een tv die ik ook vanaf mijn bed goed kon zien. Rechts van mij stond nog een kast en een soort wastafel die je ook in een badkamer zou zien.
Ik lag daar nu al een paar uur, maar er was verder niemand meer langsgekomen van het personeel. Mijn blaas begon nu langzaam aan te drukken en ik besloot maar om op de alarmknop te drukken. Niet veel later hoorde ik iemand over de gang hollen en ging de deur open.
“Wat is er aan de hand?”, hoorde ik de zuster licht hijgend vragen terwijl ze naar mijn bed liep. Op haar naamkaartje stond Astrid.
“Nou, ik heb wat hulp nodig om naar de toiletten te lopen”, antwoordde ik rustig.
“Is dat alles? Ik dacht dat je uit je bed was gevallen of in zuurstofnood zat. Je kunt die knop niet zomaar voor alles gebruiken hoor, we hebben het al druk genoeg op de afdeling”, reageerde ze wat fel.
“Sorry, ik wist niet dat het niet zo werkte”, bood ik licht geschrokken mijn excuses aan. “Van het ziekenhuis ben ik gewend dat er regelmatig personeel langs komt om me te helpen.”
“Ja dit is natuurlijk geen ziekenhuis he. Maar ik kan je nu wel even helpen. Probeer maar uit bed te stappen.”
Moeizaam kwam ik overeind. Naarmate de dag vorderde, nam mijn energieniveau ook af. De zuster merkte dit gelukkig op en hielp me een handje mee.
Het leek erop dat ze niet helemaal tevreden was met het tempo en vroeg: “Lukt het?”
“Nou niet echt”, antwoordde ik daar maar op. “Ik denk dat het intrekken vandaag al veel energie van me heeft gevraagd.”
“Okay, geeft niet hoor. Ik haal wel even een ondersteek dan kun je op je bed blijven”, stelde ze voor waarna ze me weer naar het bed begeleidde. “Ik ben zo weer terug.”
Niet veel later kwam Astrid weer de kamer inlopen. In haar hand had ze een soort plastic fles waar ik waarschijnlijk in moest gaan plassen. Heel zorgvuldig bood ze hem onder de dekens aan en nam weer afstand. “Zo, dit moet goed gaan. Laat maar weten als je klaar bent”, voegde ze eraan toe.
Na een paar tellen lukte het me om te beginnen met plassen. Ik vond het verschrikkelijk om zo afhankelijk te zijn van een ander om naar de wc te kunnen gaan. Nadat ik klaar was, riep ik Astrid er weer bij.
“Ik ben klaar met plassen,” zei ik wat beschaamd. “Maar ben ik nu altijd zo afhankelijk van jullie om naar de wc te gaan? Zijn er geen andere opties, want wat nou als ik nodig moet maar jullie het te druk hebben?”
Astrid haalde de fles weer weg en wilde me geruststellen. “Ja ik snap dat je je daar druk om maakt. Eigenlijk zijn er twee andere goede opties. We kunnen een katheter bij je inbrengen, dat is een soort buisje die via je piemel naar je blaas loopt.”
Bij het horen van deze optie trok mijn gezicht weg. Ik had wel eens eerder gehoord wat een katheter inhoudt, maar het lijkt me zo vreselijk onprettig. Terwijl ik nee schudde, ging Astrid snel verder met het alternatief.
“De andere optie is om incontinentiemateriaal te gebruiken. Dat krijg je dan aan in plaats van ondergoed. Dat kan dan je plas en ongelukjes opvangen.” Afwachtend keek ze me aan. “Zit er een optie bij waar je gebruik van wil maken?”
Het incontinentiemateriaal leek me in ieder geval wel handig, want anders zit ik straks met een volle blaas en komt er niemand op tijd langs. Ik moet zeggen dat ik stiekem als tiener ook wel eens fantaseerde om luiers te dragen, dus dit was een mooie kans om het een keer te proberen. Over de katheter hoefde ik verder niet lang na te denken dus antwoordde ik overtuigd: “Ja, doe het incontinentiemateriaal maar.”
“O, niet veel mensen kiezen daarvoor”, reageerde Astrid enigszins verbaasd. “Je moet niet verwachten dat we elk kwartier langskomen om te kijken of je verschoond moet worden he. Vanwege de werkdruk gebruiken we vaste rondes. En voor de duidelijkheid kun je daar ook niet de noodknop voor gebruiken. Begrijp je dat?”
“Ja ik denk het wel,” mompelde ik ietwat schaapachtig. Het klonk allemaal wel vrij serieus en ik hoop maar dat ik de juiste keuze maak.
Astrid zag dat ik verder niet van gedachte veranderde en werd wat enthousiaster. “Okay, dan werk ik je dossier even bij op de iPad. Ik zet er nu in dat je zwaar incontinentiemateriaal gaat gebruiken. Dat kan in ieder geval een goede plas houden en niet alleen een paar druppeltjes of iets dergelijks. Dat is beter toch?”
Ik knikte voorzichtig ja en ze ging verder: “Het lijkt me ook handig als je alvast een beetje went aan hoe incontinentiemateriaal nou eigenlijk voelt. Sommige mensen vinden het bijvoorbeeld heel onnatuurlijk om liggend te plassen.” Ze keek me nu ondeugend lachend aan en voegde eraan toe: “dat is ook goed toch? Ik haal je gelijk even uit het rooster om geholpen te worden met toiletbezoekjes.”
Nu zul je het krijgen denk ik, maar ik ben enigszins wel nieuwsgierig hoe het nou voelt om weer een luier om te hebben. Ik ga dus akkoord en bedank Astrid alvast voor het helpen.
“Okay, niet weglopen nu dan he. Ik kom zo terug met wat spulletjes”, grapte Astrid lachend.