Nog niet klaar Bedplaskamp

Boy in plastic broekje

I am happy to be gay
Wat een heerlijk verhaal.
Zelf loop ik ook graag rond in een natte luier, plastic broekje en een zwart kort leren broekje.
Omdat ik hier geen foto kan plaatsen heb ik hiervan een foto in mijn album geplaatst.
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
[size=12pt]
Bedplaskamp, deel 7 (vervolg)

Ik vroeg aan Kai of hij al lang in zijn bed plaste. Zelf kon ik me niet herinneren ooit droog te zijn geweest, op een enkele nacht na, maar ik wist dat mijn ene bedplassende vriendje van het voetbal pas op zijn elfde was begonnen, na jaren ’s nachts geen enkel probleem te hebben gehad! Dat leek me eigenlijk nog erger. Ik was in de luiers opgegroeid en wist niet beter, maar mijn vriendje begon pas in bed te plassen op een leeftijd waarop zoiets onmogelijk lijkt. Overigens kenden we elkaar toen alleen nog maar van het voetballen, vrienden zijn we pas later geworden. Dat kwam zo. Eerst had hij een enkel ongelukje tot zijn eigen verbazing, maar twee maanden later had hij bijna geen droge nachten meer en moest hij ’s nachts drynites aan. Daarom wilde hij met voetballen ophouden toen we een uitwedstrijd op Terschelling moesten spelen, waar een overnachting bij hoorde. De trainer wist van een eerder voetbalkamp, nog met de F-jes, dat ik nog in bed plaste. Hij heeft toen met die jongen gepraat, en later mij erbij geroepen. En er kwam nog een derde jongen bij. Zaten we met drie bedplassers in het team, en we wisten het niet van elkaar! Volgens mij waren we toen twaalf of dertien of zo. We kregen een eigen kamer met z’n drieën en geen van onze teamgenoten is er ooit achter gekomen dat we alle drie ‘s nachts nat waren. Maar wij hadden de grootste pret, want we waren plotseling niet meer alleen met ons probleem. Ik had toen altijd al een plasticbroekje aan en ik weet nog dat de andere jongens dat wel heel interessant vonden. Dus om te laten zien dat het echt waterdicht was, heb ik ’s avonds op onze kamer op verzoek al even een demonstratie gegeven en mijn luier volgeplast voor de ogen van mijn nieuwe vriendjes! Die niet achter wilden blijven. Zo stonden we met ons drieën onze luiers vol te plassen en hadden de grootste lol. De volgende ochtend waren we zo mogelijk nog natter, want natuurlijk hadden we evenzogoed die nacht in onze slaap in bed geplast. Gingen we onze natte luiers vergelijken…… Die voetbalwedstrijd hebben we trouwens ook gewonnen. Wij voelden ons onoverwinnelijk!
Kai knikte, het kwam hem bekend voor.
“Daarom is dit bedplaskamp ook zo belangrijk en leuk voor ons”, zei hij. “Hier hoeft niemand zich te schamen."
"Precies!" riep Derk. "Hier kunnen we zelfs toegeven dat we er soms wel plezier om hebben. Ik krijg thuis geen straf voor het bedplassen, maar mijn vader en moeder laten vaak genoeg merken dat ze vinden dat ik er te groot voor ben. Ik ben nog nooit echt droog geweest 's nachts. Het gebeurt gewoon. Maarreh....., hoe zou ik ze ooit uit kunnen leggen dat ik het wel een lekker gevoel vind om in mijn broek te plassen? Maar hier kan ik dat gewoon tegen jou zeggen.”
Hij gaf me een knipoog.
“Maar als je het gek vindt, is het ook niet erg.”

We fietsten naar het kasteel, ons uitstapje van vandaag. Ik zat bij Kai achterop, want natuurlijk had ik geen fiets mee gehad.

Het verhaal van Kai.
“Straf?” zei ik, “niemand krijgt tegenwoordig toch nog straf voor bedplassen?”
“Was het maar waar” zei Kai. “Hier op het bedplaskamp valt het wel mee, inderdaad. De ouders van de jongens hier laten ons aan het kamp deelnemen, zodat we onder vrienden zijn die hetzelfde hebben. Die hebben er begrip voor. Maar er zijn echt nog wel jongens die straf krijgen. Klappen zelfs.”
Ik schudde ongelovig mijn hoofd, maar Kai ging door.
“Vorig jaar geleden zaten mijn ouders en ik op een camping. Ik weet niet of je het wel eens zelf gemerkt heb, maar meestal weet je op een camping gauw genoeg welke jongens net als jij nog bedplasser zijn. Je komt ze op raar vroege tijden tegen in de douches, je ziet iemand stiekem een luier in een vuilnisbak gooien – niemand anders zou het opvallen, maar jij doet het immers zelf ook, weg met die natte luiers! En sommige ouders hebben helemaal geen gevoel, ze gooien gewoon in de supermarkt van de camping een pak drynites in de kar, waar een jongen van onze leeftijd bij staat.. Soms zie je ‘m wegkijken of rood worden, nou, dan weet ik al weer genoeg. En dan laat je hem op het speelveld of bij het zwembad even weten dat jij het van hem weet, en dat je zelf ook nog nat bent, ’s nachts. Heb je er weer een vriend bij voor zo lang die vakantie duurt…”

Kai had gelijk. Op dezelfde manier had ik ook wel mede-bedplassers leren kennen. Van mij wisten ze het altijd gauw genoeg, omdat mijn moeder er geen been in zag om mijn plasticbroekjes gewoon aan de waslijn tussen hun bungalowtent en mijn eigen kleine tentje op te hangen. Hoe ik daar ook tegen protesteerde, het hielp niets. Schone was moest buiten drogen en als ik er problemen mee had dat daar luiers en plasticbroekjes bij waren, moest ik er maar mee ophouden om ze ’s nachts vol te plassen!
Het duurde nooit lang voordat jongens het ontdekten en zich er vrolijk over maakten. Erg gepest werd ik er niet mee. Gelukkig kon ik ze wel de baas, of ze vonden het alleen maar interessant, of ze waren zelf ook bedplasser. Veranderen kon ik het sowieso niet, mijn moeder bleef mijn was buiten hangen wat ik er ook van vond, dus deed ik er maar niet meer te moeilijk over. Ik kwam er in ieder geval altijd gauw achter dat ik niet de enige bedplasser op de camping was, en dat was dan ergens wel weer een voordeel ook. Maar we dwaalden af.

Kai hervatte: “Vorig jaar op de camping was een jongen, die was iets jonger dan ik denk ik, twaalf of zo. Hij plaste niet elke nacht in bed, maar wel een paar keer in de week. En dan kreeg hij straf, en de hele camping mocht meekijken. Ik had echt medelijden met die gast. Alsof hij het kon helpen dat hij in bed plaste!”
“Hoe kreeg hij straf dan?” vroeg ik, mijns ondanks nieuwsgierig.
“Hij had ’s nachts een plasticbroekje aan, net als jij. Over een drynite. Hij plaste twee of drie keer in de week in bed. En ik heb wel een paar keer gezien hoe die arme jongen straf kreeg. Als hij nat was, moest hij voor hun tent gaan staan. Kijkend naar de opening. En daar stond hij dan te wachten tot zijn vader uit de tent kwam. Die jongen had een blauwe pyjama aan. Soms had hij wat gelekt en zag je natte vlekken in zijn pyjamabroek, waar het plasticbroekje eindigde. Zijn vader kwam de tent uit en ging op een kruk zitten. Hij keek die jongen meestal alleen maar aan. Met een nare, koude blik. Soms zei hij iets als ‘baby’, ‘pissebed’ of ‘bedpisser’ en spoog op de grond. Geen fijn gezicht vond ik, en de mensen in de tenten die toekeken dachten er net zo over. Maar ze zeiden nooit wat. Iedereen keek van een afstandje. Iedereen had medelijden met die jongen, maar niemand wou ruzie met die bullebak. En niemand wilde zich bemoeien met de manier waarop iemand z’n eigen kinderen opvoedt, denk ik…”

Kai was even stil. Hij zag het weer voor zich.
‘Dan deed die jongen zijn pyjamabroek uit. Stond hij daar in zijn plasticbroekje, met die dikke natte luier eronder. Zo moest hij weer een vijf minuten of zo staan. Het leek een eeuwigheid. En die vader maar kijken naar dat natte plasticbroekje. Hoe lang het voor die arme jongen moet hebben geleken kan ik me niet eens voorstellen…. Een keer zag ik dat hij nog eens in zijn luier plaste. Was zeker bang voor wat er ging komen. Die luier van hem was allang doorweekt dus je zag het zo in het plasticbroekje lopen. Die dag kreeg hij extra klappen…. “
“Dus dat hij daar voor de tent moest staan, voor iedereen zichtbaar in een nat plasticbroekje, was nog niet de hele straf?”

‘Nee, dat was alleen maar het begin. Zijn vader maakte één of ander gebaar, en dan liet de jongen zijn plasticbroekje zakken. Stapte er uit. Dan moest de drynite ook uit. En zodra de jongen zijn natte drynite naar beneden schoof, greep zijn vader hem in zijn nekvel en legde hem over zijn knie. En dan kreeg hij klappen, op zijn blote kont. Niet te zuinig! Echt hard. Je kon het zien, en horen. Harde klappen met de vlakke hand. Maar die dag dat hij nog eens in zijn luier plaste, kreeg hij nog meer zoals ik al zei.
Na het pak slaag ging die vent de tent in, en de jongen trok zijn pyjamabroek gauw weer aan. Dan pakte hij zijn plasticbroekje op, en zijn natte drynite, en ging de tent in om zijn kleren te pakken. Even later zag je hem in zijn pyjama naar de douches sjokken, kleren onder zijn arm en het plasticbroekje en de drynite in zijn hand. Dat natte luierbroekje heb ik wel in de container zien liggen, als ik mijn eigen luier er bij gooide. Er lagen wel meer luiers in die container bij de douches. En echt niet alleen maar babyluiers. Ik zei al, op een camping ben je nooit de enige bedplasser!”
Ik vond het gewoon kindermishandeling. En dat om zoiets als bedplassen, waar je niets aan kon doen dat het gebeurde!

“Heb je wel eens met die jongen gepraat?” vroeg ik Kai.
“Ja, natuurlijk” antwoordde Kai. “maar die jongen mocht haast niet met andere kinderen spelen. Hij bleef de hele dag bij hun tent, en als we langs gingen om te vragen of hij mee wou doen, kwam zijn vader naar buiten en blafte ons weg. Hij was na die eerste keer drie dagen droog, en toen had hij weer in bed geplast. Stond hij weer voor de tent te wachten in zijn natte luier en zijn plasticbroekje. Ik had zo’n medelijden met hem! Maar wat kon ik doen? En hij kreeg wel vaker een pak slaag, heb ik gezien. Niet op zijn blote kont zoals wanneer hij in bed had geplast, maar evenzo goed hard. Dat voelde hij dwars door zijn spijkerbroek heen, dat kon je wel zien.”

Kai moest lachen. "Weet je wat het voordeel is van zo'n leren broekje?"
"Je ziet het niet als je in je broek hebt geplast" wist ik nog van de vorige avond.
"Ja, dat ook. Maar nog iets. Ik heb ook wel eens een pak slaag van m'n vader gekregen. Niet vaak hoor, maar soms....... nou ja, misschien heb ik het er dan wel naar gemaakt. Maar dit leer is dik, je voelt er bijna niks van. Vertel ik hem natuurlijk niet.... "
Ik keek naar Kai's korte, glanzend zwarte leren broekje met de eikenblaadjes bij de zakken, de koperen ritsjes voor. Ik kreeg, net als elke jongen, ook nog wel eens een pak voor mijn broek. Het leren broekje zag er ineens nog aantrekkelijker uit. Als je er minder mee voelde dan met een spijkerbroek? Dat was een voordeel! Al kreeg ik niet vaak straf. En zeker niet voor bedplassen.
Wij vonden dat maar stom. Straf voor bedplassen, hoe haalden sommige mensen het in hun hoofd! Goed, ik moest een bedplaskalender bijhouden, regenwolkjes tekenen voor natte nachten. Maar dat kon je nauwelijks een straf noemen, toch?
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Bedplaskamp - deel 8 (vervolg) Het verhaal van Danny

Er werd wat geremd in de lange rij fietsende jongens, en plotseling reden we naast iemand anders. Daar fietste Danny, en dat gaf me de kans hem wat te vragen wat me al een tijdje door mijn hoofd ging. Danny had vanmorgen immers gezegd dat hij een dee-el was, een DL, een diaper lover? En dat hij eigenlijk alleen nog maar met opzet in bed plaste? Ik kon me zoiets maar nauwelijks voorstellen. Danny leek me een vriendelijke jongen toe, dus zonder aarzeling vroeg ik hem wat een DL eigenlijk was. Ja, wat de afkorting betekende wist ik nu wel, maar wat dacht, wat voelde Danny daarbij? Hoe kwam hij bij zoiets geks?
Danny keek verlegen en haalde zijn schouders op.
“Geen idee hoe het komt” zei hij, “maar ik heb het altijd al gehad volgens mij. Toen ik nog heel klein was, vond ik het al jammer dat mijn moeder me mijn luier af deed ’s morgens. Toen plaste ik nog gewoon in bed, net als elke kleuter, maar als het aan mij gelegen had, wou ik ook overdag een luier om. Gebeurde natuurlijk niet. Toen ik vier of vijf of zo was, misschien nog wel eerder, plaste ik ’s nachts niet meer in bed en kreeg ik geen luiers meer om. Ik vroeg er nog wel eens om, maar ze zeiden dat ik nu een grote jongen was en de luiers niet meer nodig had. Ik miste ze. Maar daar kon ik niets mee, die gevoelens, en nou ja, ik dacht er ook niet elk moment aan, hahaha. Ik zag wel eens babies en kleuters met een luier om, en dat vond ik altijd wel interessant. En vroeg me af hoe het zou zijn om weer een luier om te hebben…. “

“Een natte of een droge?” vroeg Kai, die voorop al fietsend meeluisterde.
“Maakte me niet uit” antwoordde Danny, “als het maar een luier was. Liefst met plastic aan de buitenkant. Dat voelt het fijnst.“
“Een plasticbroekje bedoel je?“ vroeg ik. Omdat ik het meest stofluiers droeg - katoen of flanel, dat vergat ik altijd, hoe dat spul heette boeide me ook niet echt - had ik zelf altijd een plasticbroekje aan ’s nachts. Zonder voelde ik me niet echt veilig. Voor mij was bedplassen synoniem aan het dragen van plasticbroekjes.
“Nee”, zei Danny, “dat bedoel ik niet. Ik heb niets tegen plasticbroekjes hoor, in het kamp hebben we allemaal een plasticbroekje aan en ik vind het best, maar het gaat mij om de luier. En je heb ze met een soort katoenen buitenkant, en met een plastic buitenkant. Ik vind die met plastic het fijnst. Ik heb nou hele sjieke, rearz heten ze, die zijn echt bloedgeil”. Hij lachte verontschuldigend bij het woord. “Met plaatjes er op!” Ik had er niet speciaal op gelet, maar nu Danny het zei, ik had vaag een luier gezien met leeuwen en giraffen erop! Het had me een behoorlijk dikke luier toegeleken.

"Toen ik tien was" ging Danny verder, "kregen we nieuwe buren. Ze hadden een zoon die net zo oud was als ik, en al gauw waren we vrienden. En kwam ik te weten dat hij nog in zijn bed plaste. Op een gegeven moment moesten mijn ouders een weekend weg, naar een begrafenis van één of andere verre oom geloof ik. Mijn broer mocht mee, maar mij vonden ze denk ik nog te jong. De buren boden aan dat ik wel bij hun mocht slapen, en dat aanbod namen mijn ouders graag aan. En ik ook! Ik wist dan wel dat mijn buurjongen nog in bed plaste, maar had nog nooit zijn luiers gezien. Ik was er wel nieuwsgierig naar geweest, maar ja, dat vraag je niet zo maar. 'Kan ik jouw luiers eens zien', ja ik was daar gek. Maar dit was mijn kans! Ik sliep bij mijn vriendje op zijn kamertje. En ja hoor, toen het tijd was om naar bed te gaan kwam zijn moeder binnen en deed bij mijn vriendje een luier om. Hij lag op zijn rug op zijn bed, zijn moeder had babypoeder en van alles bij zich, en het pak luiers stond in zijn nachtkastje. Ik sliep op een logeerbed aan de andere kant van het kamertje, en zijn moeder stond er voor zodat ik niet alles kon zien, maar toen ze weg was, kwam mijn vriendje weer uit zijn bed en stelde voor dat we nog even gingen gamen. Dit was mijn kans om zijn luier uitvoerig te bekijken, en dat deed ik ook. Ik vond het prachtig en was jaloers dat mijn vriendje zo'n mooie, glanzende luier om had! Blauw en roze plastic, ik weet het nog precies. Mijn vriendje moest lachen toen ik de luier uitvoerig bekeek. Hij was allang blij dat ik hem niet uitlachte om het bedplassen.

"Kon je hem niet vragen of je ook een luier om mocht?" vroeg Ronnie, die achter ons fietste en meeluisterde naar het verhaal van Danny.
"Durfde ik niet" zei Danny, "al wou ik het wel. Maar ik wist wel zeker dat ik op een keer ook zo'n luier om wilde. Toen we klaar waren met gamen dook de buurjongen onder de dekens, en kon ik die schitterende, glanzende luier niet meer zien. Jammer genoeg. Ik denk dat ik toen voor het eerst dacht dat ik wel in bed wou plassen om luiers aan te mogen. Deed ik natuurlijk niet. Ik viel in slaap en was de volgende morgen gewoon droog. Mijn vriendje niet. Die had in bed geplast. Hij schaamde zich maar ik zei chill, ik deed het vroeger ook nog. Ik vond zijn luier nu nog mooier. Je kon zien dat hij nat was, de luier was veel dikker nu. Ik mocht van mijn vriendje voelen dat de buitenkant nog gewoon droog was en hij toonde me toen ook de natte binnenkant. Of ik een electrische schok kreeg, zo mooi vond ik het. Die aanraking! Het gladde plastic aan de buitenkant, de gelig verkleurde binnenkant die nog warm was! Mijn vriendje verdween naar de douche met de natte luier nog om. Ik bleef in verwarring en verrukking achter. De volgende nacht ging net zo. Zijn moeder deed hem de luier om. Hij plaste die nacht weer in bed. Ik had die natte luier van hem wel willen hebben, maar die ging de container in, wist ik inmiddels. Maar toen mijn vriendje weer onder de douche stond, heb ik één van zijn luiers gepikt. Ik wist waar het pak stond. Met kloppend hart en het schaamrood op m'n kaken nam ik een opgevouwen luier uit het pak. Stopte die in mijn eigen rugzak. Het was sterker dan ik."

"Wat heb je ermee gedaan?" vroeg Kai nieuwsgierig. "De eerste paar dagen nam ik die luier alleen maar mee naar bed," antwoordde Danny. "Ik snuffelde er aan, een nieuwe luier ruikt hartstikke lekker. En toen heb ik 'm een keer voorzichtig uitgevouwen. Ik had eerlijk gezegd geen idee hoe je een luier eigenlijk om moest doen. Dus vouwde ik 'm weer op en viel in slaap met die luier in mijn hand. De volgende morgen borg ik 'm goed op, helemaal achter in mijn speelgoedkast. Om 'm 's avonds weer te pakken en mee naar bed te nemen. Ik was gewoon blij dat ik een echte luier had. Het duurde wel drie weken voordat ik 'm echt om durfde te doen."
"Heb je er ook in gepist?" vroegen Kai en ik gelijktijdig. We moesten lachen, en Ronnie en Danny lachten mee. "Tenslotte wel" knikte Danny: "In de badkuip!" "Huh?" deden wij verbaasd. "Ik was bang dat ik in bed zou lekken. Ik had op plaatjes op het net wel gekeken hoe het moest, maar tussen plaatjes en werkelijkheid is een verschil. Dus toen ik de luier om had en de plakkers voor het eerst vastgezet had, ben ik in het bad gaan liggen. Deur op slot. Nog geen water in de badkuip, nee haha, ik wou die luier zelf nat maken, en niet met kraanwater. Viel nog niet eens mee. Ik moest nodig, maar ik vond het zo spannend!" Danny liet een betekenisvolle stilte vallen, en wij wachtten geduldig af tot hij verder zou gaan. "En toen deed ik het. Het was zo vet wreed! Lekker warm voorin de luier. Ik voelde echt hoe het in de luier stroomde, over mijn buik, tussen mijn benen. De luier nam niet alles meteen op, al duurde het niet lang. Ik plaste misschien te veel of met te veel kracht, weet ik veel. Maar toch voelde ik al gauw dat de luier de pis opnam. De vulling werd dikker, ik voelde bijna droog aan, en er lekte niks. Ik had de luier kennelijk goed omgedaan. De randjes in de pijpjes netjes uitgevouwen en alles...... Ik ben opgestaan uit de badkuip en keek in de spiegel. De natte luier was alles wat ik aan had. Ik vond het machtig en heb wel een kwartier met de luier aan voor de spiegel gestaan. Mijn moeder bonkte op de deur en zei dat ik op moest schieten. Ze hoorden nog steeds geen water stromen! Ik schrok me dood, maar de deur was gelukkig op slot, en toen heb ik de badkuip vol laten lopen. Ze waren wel gewend dat ik lang bleef badderen in het weekend...."

"Wat heb je met die volgepiste luier gedaan?" vroeg Kai. "In de handdoek gewikkeld, zo dat niemand hem kon zien. Op m'n kamertje in een plastic zak gestopt, onder in mijn rugzak op weg naar school, de volgende dag, in een prullenbak langs de kant van de weg gegooid. Ik vond het zonde en jammer dat ik 'm weg moest gooien, maar ik had geen idee hoe of waar ik een natte luier moest bewaren. Maar één ding wist ik zeker: dit was niet de laatste keer dat ik een luier om had, en ook niet de laatste keer dat ik er in plaste!"
“In de supermarkt wist ik al gauw waar de luiers stonden. Ik liep er geregeld even langs, met kloppend hart, al keek ik alleen maar. Die mooie die mijn buurjongen had, lagen er niet. Maar er lagen wel pakken drynites. ‘Boys 8 tot 15’ stond er op. Mijn leeftijd. Er waren dus meer grote jongens die nog in bed plasten. Net als mijn buurjongen, die het nog steeds vrijwel elke nacht deed. En ik was nog steeds jaloers op hem. En een jaar later, bij hem thuis, heb ik toen voor het eerst weer een keer in bed geplast.”

“Hoe had je dat?” riepen wij verbaasd uit. Danny grijnsde. “Ik had er goed over nagedacht. Toen ik weer eens bij mijn buurjongen bleef slapen – dat kwam geregeld voor nu – deden we een weddenschap. En ik had gewed dat wie verloor in bed – ik dus - of in zijn broek – mijn vriendje - moest plassen. Natuurlijk verloor ik de weddenschap, dat was het hele idee. En mijn vriendje vond het machtig dat ik in bed zou plassen, net als hij. Die avond hielp hij me om één van zijn luiers om te doen. En ik lag nog geen tien minuten in bed toen ik de luier vol plaste. Ik vond het weer een machtig gevoel, en mijn vriendje lachte zich slap. De volgende dag waren we uiteraard allebei nat. En terwijl mijn vriendje ging douchen, ben ik naar beneden gegaan. Met alleen die natte luier om. Ik wou dat de buurvrouw mij zag. Met een natte luier om dus. Daar zou ze vast met mijn moeder over praten. Ik wist allang dat ze het over van alles en nog wat hadden. Ik had ze wel eens afgeluisterd terwijl ze het over het bedplassen van mijn vriendje hadden. Zijn moeder klaagde dat hij toch al veel te groot was om nog in bed te plassen…. De buurvrouw was inderdaad verbaasd dat ik nat was. Ik zei natuurlijk niet dat het een weddenschap was en dat ik met opzet in bed geplast had. Nee, ik zei dat ik wel eens een ongelukje had ’s nachts. En dat Tommy – de buurjongen – me daarom wel eens een luier uitleende om er voor te zorgen dat het logeerbed niet nat werd. Buurvrouw slikte het verhaal voor zoete koek, en nog geen dag later vroeg mijn moeder aan mij of ik wel eens ongelukjes had ’s nachts. De buurvrouwen hadden het bedplassen van ons al besproken!”
“En toen?”riepen wij uit, en hingen aan Danny’s lippen. Het was maar goed dat er weinig verkeer was, want we keken niet meer echt uit onder het fietsen.

“Ik ontkende natuurlijk. Bedplassen? Ik? Daar was ik toch veel te groot voor! Nooit! Never! Ik was immers al tien jaar droog!! Mijn moeder had twijfels, want buurvrouw had mij toch echt in een natte luier gezien. Maar ze dacht dat ik me zo schaamde dat ik het niet toe wou geven. Drie dagen later heb ik thuis in bed geplast. Een ongelukje, zei ik tegen mijn moeder. ‘Dus toch’ zei ze, en ik keek behoorlijk schuldbewust. Nu kon ik doorgaan. Een week later heb ik weer in bed geplast, en een paar dagen daarna nog een keer. Ik kreeg een zeiltje in mijn bed om de matras te beschermen. Dat was niet de bedoeling, ik wou luiers, maar nu zette ik door. De buurjongen had ook al gehoord dat ik bedplasser was geworden en dacht dat het door de weddenschap kwam. Hij had bijna medelijden met mij , maar was ook blij dat hij niet meer als enige in bed plaste. Het zeiltje hield mijn matras droog, maar nadat ik drie keer in de week in bed was gaan plassen en daarbij de lakens van kussen tot voeteneinde doorweekte, had mijn moeder er genoeg van. Ze had ergens gelezen dat het vaker voorkwam dat tienerjongens in de puberteit weer in bed gingen plassen. Mijn ouders waren niet blij, maar vonden het erger voor mij dan voor hen. En toen kreeg ik eindelijk luiers! Ze denken nog steeds dat ik een echte bedplasser ben. En ja, ik word tegenwoordig wel eens wakker in een nat bed, terwijl ik niet met opzet in bed heb geplast… Ik denk dat ik het misschien al te vaak doe. Maar ik ben nog steeds blij met m’n luiers.

Mijn vriendje, de buurjongen, is al meer dan een jaar geleden opgehouden met bedplassen. Ik heb zijn luiers gekregen, en hij vraagt geregeld of ik het nog doe. En dan zeg ik ja, en ik heb hem verteld dat ik weer naar het bedplaskamp mocht, net als vorig jaar. Nu ziet hij ’s morgens mijn natte luiers als we bij elkaar blijven slapen, net als ik vroeger de zijne. Maar hij wil geen luiers meer om. Hij is blij dat hij niet meer in bed plast. En als hij heel eerlijk is, vindt hij het maar stom dat ik op mijn 15e nog steeds nat ben. Ik maak hem niet wijzer. Ik pis elke maand een keer of vijf, zes in bed, soms vaker als ik er zin in heb. Ik krijg nooit straf als ik in bed heb gepist. Maar ik moet wel zelf mijn natte spullen opruimen als ik een keer lek. Ik mag zelf mijn luiers uitzoeken tegenwoordig, en doe ze ook zelf om. Ik vind een luier om gewoon lekker. Geil ook. Zo lekker zacht en warm! En ik zie wel wanneer ik er genoeg van heb om bedplasser te zijn! Ik doe er niemand kwaad mee, toch?”

Dat waren we met Danny eens. Wij, als echte bedplassers, vonden het vreemd dat Danny het met opzet deed. Maar inderdaad, hij deed er niemand kwaad mee, dus waarom niet? Onze lieve heer heeft vreemde kostgangers, zei mijn oma altijd.
Nadenkend zei Kai: ik denk dat dat met die luiers van jou net zoiets is als dat leren broekje van mij. Gewoon lekker. En Ronnie met z’n plasticbroekjes. Heb je trouwens ook babyspullen? Heb ik ook wel eens gehoord dat dat voorkomt…. “
“Nee” zei Danny, “dat is AB, dat is weer wat anders. Adult baby. TB heb je ook. Teen baby, maar dat ben ik ook niet. Ik ben alleen maar DL!”
Van AB en TB had ik nog nooit gehoord. Zo leerde je nog eens wat op zo’n bedplaskamp!
Het was nog vijf kilometer naar het kasteel, zagen we op een ANWB paddestoel. De zon scheen en we zetten de sokken er in.
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Bedplaskamp - deel 9 (vervolg) Het verhaal van Ronnie

Ronnie kwam naast ons fietsen. De rustige, lange jongen zei nooit veel, maar nu nam hij het woord.
"Jullie hadden het over straf. Voor bedplassen. Ik heb tot m'n elfde in een jongenstehuis gewoond. Een weeshuis. Mijn moeder kon niet voor me zorgen.... Ze gaf me weg toen ik zes was."
Dat stukje informatie - hoe onvoorstelbaar het ons ook leek: wie gaf er nou haar kind weg?? - maakte ons stil. Maar Ronnie ging verder.
"Ze zorgden goed voor ons, hoor. We werden niet geslagen, nou ja, haast niet dan, er schoot wel eens een hand of een voet uit als we echt vervelend waren...."
Hij glimlachte bij de herinnering aan streken die hij had uitgehaald.
"Ik denk dat de verzorgers op hun manier ook wel om ons gaven. Maar bedplassers van zes jaar of ouder kregen wel straf. Ze wilden het ons afleren."
"Hoe dan?" wilden wij weten.

"Je moet weten", hervatte Ronnie, "we hadden nooit luiers of zo om. De bedden hadden matrassen met rubber er om heen. Alle bedden trouwens, niet alleen die van de bedplassers. Want ook jongens die geen B aan het voeteneind hadden, plasten wel eens in bed. Een ongelukje."
"Een B?" waren wij nieuwsgierig.
"De B van Bedplasser natuurlijk. Een grote gele letter aan het voeteneind van de jongens die nog in bed plasten. Je moest twee maanden droog zijn voordat die er af ging.....
Je had zo’n B van Bedplasser zo maar te pakken. Makkelijker gekregen dan om ‘m weer kwijt te raken. Twee keer in een maand een ongelukje, een nat bed, en je kreeg al een gele B op je bed. Hoorde je ineens bij de bedplassers.”
“Jij dus ook” merkte ik op, en Ronnie knikte.
"Wie geen bedplasser was, mocht de jongens met een B aan hun bed controleren. Soms lag je bijna te slapen, stond er ineens iemand aan je schouder te schudden. Moest je laten zien dat je bed nog droog was. Was je droog, dan draaide je je om en sliep weer verder. Maar was je al nat, en dat gebeurde mij nog wel eens, dan riep de jongen die jou kwam 'controleren' dat door de hele slaapzaal. Een pissebed! En dan lachten de anderen je uit. Niet allemaal gelukkig, er waren ook jongens bij die medelijden hadden, of het zelf hadden meegemaakt en hun B weer hadden ingeleverd. Twee maanden droog, sommigen kregen het echt voor elkaar en werden droog!"

Ronnie was even stil, dacht terug aan zijn tijd in het kindertehuis.
Als je een Bedplasserbed had en je was nat, dan moest je 's morgens je natte laken afhalen. Andere jongens, die geen B aan hun voeteneind hadden hangen, mochten hun bed opmaken. Maar onze bedden moesten open blijven liggen tot het opmaken 's avonds. Kon dat rubber drogen. Dat was ook een soort straf denk ik, want iedereen kon overdag zien wie er 's nachts in bed had geplast. En er waren wel jongens van 15 en 16 bij die het nog deden.
Dan gingen we allemaal douchen, ontbijten en daarna naar school. Maar wie een nat laken had, omdat hij in bed had geplast, moest in de gang staan. De andere jongens mochten eerst douchen. Wij bedplassers stonden zo lang in de gang, met je natte laken over je hoofd. En terwijl de andere jongens tussen de bedplassers door naar de douches liepen, mochten ze ons laten weten wat ze van ons vonden. We stonken naar pis, scholden ze, we waren pissebedden, kleine kinderen, baby’s, nachtzwemmers. Als zij klaar waren, mochten wij douchen. Maar sommige verzorgers waren erger dan de jongens. Sommigen liepen met de pestkoppen mee om ze aan te moedigen. Niemand raakte ons aan, slaan mocht niet, maar woorden doen wel degelijk pijn. Vooral die éne verzorger, die altijd maar één ding zei. Vaak dacht je dat hij het rechtstreeks tegen jou had. Ook al zag je dat niet. Je had immers je natgeplaste laken over je gezicht. Hij zei: 'Niemand wil een bedplasser. Niemand wil jou. Niemand wil jou adopteren of in huis nemen! Niemand wil een bedplasser, niemand....'
Hoe het door mij heen sneed! En het ergste was, ik geloofde hem ook nog. Wie wou er nou een bedplasser?"

"Maar je zit nu toch niet meer in dat tehuis?" zei Kai.
"Ik was net elf geworden" ging Ronnie in op Kai's opmerking, "toen ik in het kantoor mocht komen. Er waren mensen, aardige mensen. Mijn papieren lagen op het bureau van de directeur, ik zag het meteen. Ze praatten met mij. Ik snapte er niet zo veel van, maar het ging om mij. En over mij. En ze wilden mij leren kennen. Ik begreep dat ze al eerder waren geweest. Mij hadden gezien. Ik was hun opgevallen. Ze wilden mij........ "
De andere jongens luisterden ademloos. Op het verkeer letten ze nog maar nauwelijks. Gelukkig lag het kasteel in een rustige buurt.
"De meeste mensen, weet ik nu, willen een baby, of een kleuter. Geen jongen van elf, bijna zo'n lastige tiener."
Ronnie lachte om zichzelf en knikte in het rond. "Lastige tieners zoals jullie dus!"
"Ga verder man!" riep ik ongeduldig. En Ronnie ging verder.

"Op een gegeven moment ging de vrouw op haar knieën zitten en vroeg mij: 'Wil je het met ons proberen? Mogen wij het met jou proberen?'
En alles in mij riep: Ja, ja, JA!! Neem mij mee! Een eigen huis, een plaats onder de zon, zoals in dat stomme liedje. Maar ik was oneindig treurig toen ik zei: 'Jullie willen mij niet. Ik plas nog in bed....."
De vrouw sloeg haar armen om mij heen, wat in geen jaren iemand meer had gedaan. "Jongen" zei ze, "dat maakt toch niets uit! Daar hebben ze luiers voor uitgevonden. En het gaat heus wel over!"
Ronnie zweeg even.
"Om een lang verhaal kort te maken, ik woon al jaren bij hun. Ze zijn vader en moeder voor mij. Ik hou van hun, en zij houden van mij. Klinkt sentimenteel hè, maar het is zo. Na een jaar of zo hebben ze me officieel geadopteerd. Ik heb nu hun naam, en het maakt ze nog steeds niet uit dat ik in nog altijd in bed plas! Ze hebben me er nooit voor gestraft, nooit uitgescholden, geen laken over mijn hoofd, geen rubber matrassen in een onopgemaakt bed... En die verzorger heeft dus ongelijk gehad!"

We waren allemaal blij voor Ronnie, die toch een beetje de leider van onze tent was. Derk gaf hem een soort knuffel, wat nog niet meevalt als je aan het fietsen bent.

“En je mocht mee naar het bedplaskamp” zei ik, een beetje jaloers omdat ik het kamp toch wel heel erg leuk begon te vinden, met al die jongens die ook net als ik nog in bed plasten en ’s nachts luiers moesten dragen.
“Ja inderdaad” zei Ronnie, “ze vonden het meteen goed. En ze hebben al gezegd dat als ik een vriend wil uitnodigen, om na het kamp eens te komen logeren, dat het dan helemaal niet erg is als die jongen ook nog in bed plast.”
“Leuk, logeren!” vonden we allemaal. En ik dacht aan mijn luiers die ik alleen maar in een hotel mocht dragen. Mijn pa en ma zouden het vast wel goed vinden dat ik die ook aan mocht als ik bij een vriend bleef logeren. Aan de andere kant, Ronnie was één van degenen die ook op het bedplaskamp katoenen luiers aanhad onder zijn plasticbroekje…. Ze zouden er vast niet zo van wakker liggen om nog een extra luier te moeten wassen, en anders deed ik dat zelf wel. Zo’n werk was dat nou ook weer niet, om een natte plasluier uit te wassen, of een plasticbroekje af te spoelen. Het leek me machtig om eens bij een andere bedplasser te logeren. Het voetbalweekend had ik ook al machtig gevonden, toen we met drie bedplassers samen een kamertje deelden. Dan wist je tenminste dat je niet de enige tiener was die het nog deed! En ik nam me voor dat als één van de jongens van het bedplaskamp mij wou komen bezoeken, ik een goed woordje bij mijn vader en moeder zou doen. Ma zou het vast goed vinden. Pa zou er problemen mee hebben als die gast ook in zijn broek plaste. Dan viel Derk al af.... Kai zou kunnen, met zijn stoere korte leren broekje zag je er niets van als hij nat was... Zo zat ik vooruit te denken. Gek, ik was nog maar een dag op het bedplaskamp, maar deze jongens waren nu al echte vrienden aan het worden!
"Uitkijken, dromer!" riep er iemand tegen me. We zaten nog altijd op de fiets! Ik gaf een slinger aan het stuur. De bocht in het fietspad had ik totaal niet gezien.

De jongens lachten en toen was het Ramon die zei: “Logeren, hè. Ik heb familie in Amerika. Ook een jongen van mijn leeftijd. Die plaste nog in bed, net als ik. We skypen geregeld. Die ging ook een keer uit logeren, maar dat was niet zo fijn voor hem….”
We keken hem nieuwsgierig aan. En Ramon begon te vertellen.
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Bedplaskamp - deel 10 (vervolg) - Het verhaal van Ramon

“Over straf gesproken”, zei Ramon, met een ernstiger gezicht dan anders. “Ik heb een neef in Amerika. Die plaste ook nog in bed op z’n veertiende. Hij had gewoon luiers om, net zoals wij. Twee jaar geleden zijn ze nog bij ons geweest, en toen lagen we samen bij mij op mijn kamertje. Waren we natuurlijk allebei elke nacht nat. Vet veel lol gehad. Hij had van die Amerikaanse luiers om, Stars geloof ik, of was het Cars? Ik mocht er ook een keer een van hem aan. Ik vond ze wel vet! We chatten nog geregeld. Goed voor m’n Engels! Maar vorig jaar moest hij naar een of andere stokoude oom in Kentucky, ergens op het platteland. Zijn ouders moesten aan de andere kant van Amerika zijn, en dus moest hij drie weken bij die oom en tante logeren.
Ze brachten hem er heen, hij kreeg zijn luiers en zijn plastic broekjes mee. Ze hadden natuurlijk verteld dat hij nog in bed plaste. Maar zodra zijn ouders weg waren, moest hij bij oom en tante komen. Ze gingen wandelen, zeiden ze. De omgeving verkennen. Nietsvermoedend ging hij mee.

Bij een bosje aangekomen, tussen de tabaksvelden, haalde zijn oom een groot knipmes tevoorschijn en gaf dat aan de jongen. Hij moest maar een lange tak afsnijden, een flink soepele maar niet al te dun, eentje die kon zwiepen. Dat deed hij natuurlijk, al snapte hij niet waarom. Plattelandsgewoonten zeker. De tak zwiepte inderdaad best en maakte een suizend geluid toen hij er spelend mee om zich heen sloeg.
Terug bij de boerderij stonden ze stil bij een groot oud olievat, waarin zo te zien gewoonlijk rommel verbrand werd. Het brandde flink. Tante ging het huis binnen en kwam weer naar buiten met de twee pakken luiers die mijn neef had meegekregen. Ook zijn plastic broekjes had ze bij zich.

Op strenge toon vertelde ze mijn neef dat ze niet meededen aan ‘die stadse fratsen’. Een jongen van 14 had geen luiers meer om. Plasticbroekjes waren alleen voor baby’s. Een jongen van 14 had niet meer in zijn bed te plassen! En als een jongen die al zo groot was, toch in zijn bed plaste, dan verdiende hij straf! Mijn neef zei natuurlijk dat hij nooit straf kreeg voor bedplassen. Daar kon je immers niets aan doen als het gebeurde?

Oom rochelde, blies een wolk sigarenrook uit en gromde ‘Onzin! Geen wonder dat je nog steeds in bed plast! Met dat slap gedoe!’ Dat zeggende nam hij de pakken luiers uit de armen van tante, en wierp ze in het vuur, dat meteen oplaaide. Als verlamd keek de jongen toe hoe de vlammen eerst de buitenste verpakking verteerden, en dan zijn mooie, zachte luiers blakerden tot ze ook vlam vatten.
Tante gooide zijn plastic broekjes in de vlammen. Een gesmoorde kreet ontsnapte aan de jongen. Zijn plastic broekjes betekenden voor hem veiligheid, een droog bed. Hij hield van het zachte, gladde plastic dat zo aangenaam warm was als hij wakker werd en in bed had geplast. Maar nu hij zag hoe het plastic vervormde en smolt alvorens in de gloed te verdwijnen, tot er alleen een zwarte massa over was van wat zijn luiers en plastic broekjes waren geweest. De tranen stonden in zijn ogen, maar hij wilde niet huilen. Niet bij deze mensen die dan wel familie moesten zijn, maar hem zo totaal vreemd waren.

Ze lieten hem zijn kamer zien, waar hij de komende drie weken door zou moeten brengen. Het was er kaal en kil. Het bed had koperen spijlen en zag eruit of het wel honderd jaar oud was. Tante vouwde de dekens en het laken terzijde. Ze opende een ouderwetse kast die in de hoek stond en haalde er een roodbruin zeiltje uit. Dat werd in zijn bed gelegd. Een vage geur van oude urine verspreidde zich in de kamer.
‘Wie wat bewaart, heeft wat’ zei tante tegen niemand in het bijzonder, en stopte het zeiltje in onder de matras, zodat het niet kon verschuiven.
‘Dat is alleen maar voor alle zekerheid, jongen!’, waarschuwde ze hem. Als je toch in bed plast – en dat raad ik je niet aan! Daar ben je te groot voor! – dan blijft in ieder geval mijn matras droog!’
Het maal die avond was boven verwachting goed, maar gezellig werd het niet. En mijn neef moest vroeg naar bed. Lang lag hij wakker. Met alleen maar een gymbroekje aan miste hij zijn vertrouwde luiers, zijn veilige plasticbroekje. En wat hij nog nooit had gevoeld, bespeurde hij nu: angst om in bed te plassen. Hij was nog niet vergeten dat tante van straf had gesproken. De tranen die hij 's middags niet had durven vergieten, kwamen nu. Het duurde lang voor de slaap kwam.

Zijn bed was vreemd nat en koud. Zijn gymbroekje plakte aan zijn lijf. Hij had in bed geplast. Uiteraard. Hoe zou het anders kunnen zijn. Toen hij de dekens terugsloeg zag hij hoe groot de natte vlek was waar hij in lag. Gigantisch dus! Alles was doorweekt. Hij dacht aan het zeiltje onder het laken. Z’n matras was hopelijk nog droog… Waarom mocht hij ook niet gewoon een luier om? Dan was het bed droog gebleven, had hij het niet koud gehad. Zijn gedachten maalden. Hij moest weer plassen, maar durfde het niet nog een keer in bed te doen, wat met een luier om geen probleem zou zijn geweest. Waar was hier de wc? Of moest hij de ouderwetse porceleinen po gebruiken, die hij onder het bed had zien staan?

Oom kwam zijn kamer binnen. Trok de dekens van het bed, zag het natte broekje, het natte bed. De jongen had overduidelijk in bed geplast. Oom pakte de jongen onzacht beet en zette hem overeind. Even later stonden ze buiten op de porch, een overdekt balkon langs de hele voorkant van het huis. Het werd al licht. Hij werd onzacht voorover op de balustrade van de porch geduwd.
Nu wist hij waarvoor hij gisteren die tak had moeten snijden. Die zwiepende. Hij hoorde het geluid en besefte wat er ging komen. De klap op zijn natte broekje sneed als een zweepslag. En nog eens. En nog eens. Hij was veertien jaar oud. Een bedplasser. Veertien slagen voor straf, om het af te leren. En vaag drong tot hem door dat hij die po of de wc ook niet meer op hoefde te zoeken. Van schrik en pijn plaste hij in zijn broek.”

De jongens waren stil geworden. We beseften dat we geluk hadden, dat wij geen straf kregen.

Ramon hervatte:
“Hij moest daarna zelf zijn lakens wassen, en zijn natte broek. Het zeiltje moest hij afspoelen en aan de waslijn hangen. En ’s avonds natuurlijk weer in zijn bed leggen. Maar weet je wat het gekke is? Hij heeft die eerste week nog elke nacht in bed geplast. En buiten op het balkon klappen gekregen. De tweede week plaste hij nog maar vier keer in bed. De derde week was hij één keer nat, in het begin van de week. Daarna bleef zijn bed droog. Maar thuis deed hij het altijd elke nacht… Ze hebben het bedplassen er uit geslagen, en op een vreemde manier was mijn neef daar nog blij om ook. Dat hij er van af was. Eenmaal weer thuis heeft hij nooit meer in bed geplast. Zijn ouders waren verheugd. Maar hij heeft thuis ook nooit verteld hoe ze het gedaan hadden. En hij was veranderd, dat merkte ik zelfs in de chat. Hij was altijd blij, een vrolijke jongen met maar een probleempje in de wereld: dat hij in bed plaste. Bedplassen deed hij niet meer. Maar hij was ook niet meer vrolijk….”

"Wat een gemene rotzakken!" barstte het bij ons uit. Hoe kon iemand zo gemeen zijn! Je reinste kindermishandeling, vonden wij.
“Weet je wat het toppunt van gemeen is?” vroeg Joey, die de stemming er weer in wilde brengen. “Een bedplasser een elektrische deken geven!”
Zo wisten we er nog wel een paar.
“Wat heb je als een robot in bed pist? – Olielekkage!”
“Waarom kocht de fakir een spijkerbed van roestvrij staal? Omdat hij nog in bed plaste!”

Lachend draaiden we de poort van het kasteel in. Het was een indrukwekkend gebouw, met torens en muren en een slotgracht.
"Fietsen parkeren, en dan naar het restaurant, jongens! Het is mooi weer, dus gaan we buiten zitten. Eerst even tijd voor een flesje fris!"
Dat waren we met Tim eens.
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Bedplaskamp - deel 11 (vervolg) - Jesse de tuinjongen


De fietsen waren in een oogwenk geparkeerd in het fietsenrek. De dertig jongens vulden het terras al gauw en het de flesjes fris en de gevulde koeken vielen er goed in na de fietstocht. Derk, die naast mij aan een tafeltje zat, klokte zijn flesje cola in een paar slokken weg.
"Ben je niet bang dat je zo dadelijk weer een natte broek hebt?" vroeg ik hem. Derk lachte en maakte de knoop van zijn spijkerbroek los, vouwde zijn broek open. Hij had een doorzichtig plasticbroekje aan, en daar onder ontwaarde ik een drynite. Nu moest ik ook lachen.
"Van je geloof gevallen?" zei ik, "geen katoenen luier?"
"Ik heb even een drynite geleend van een andere jongen. Zo'n dikke katoenen luier fietst niet lekker...."
"Waarom pis je niet gewoon in je broek? Deed je gisteren toch ook?" zei ik.
"Haha, ik kan wel horen dat je nog nieuw bij ons bent. Buiten het kamp niet in je broek plassen, dat is in principe de regel. Tenminste, niet zo dat ze het kunnen zien. Soms gaan vreemden een jongen pesten als 'ie een natte broek heeft. Dat soort aandacht willen we niet trekken ... "
Kai knipoogde, wees op zijn korte leren broekje en stak zijn duim op. Nu pas viel ons op dat er een nat spoor langs Kai's gebruinde jongensbenen liep van zijn broekje tot bij zijn knieën. Hij pakte een papieren servet van het tafeltje, droogde zijn benen af en knipoogde weer. "Niks te zien", grijnsde hij, "keurig binnen de regels!" Kai had net in zijn broek geplast. Hij wel! Derk was nog droog, had ik gezien.

Daar kwam een gids van het kasteel naar ons toe. De man was bijna twee meter lang en vrijwel even breed. Hij was gekleed in een soort uniform, dat me nog het meest aan een bioscoopportier deed denken - of aan carnaval. Joviaal begroette hij Tim en de andere leiders; kennelijk waren ze oude bekenden.
"Dus ook dit jaar draaien jullie het bedplaskamp weer?" vroeg de geüniformeerde, en Tim knikte.
Tim stelde hem aan ons voor, het was meneer Van der Geest, niemand minder dan het hoofd van de rondleiders in het kasteel in eigen persoon. Pettemans stak vriendelijk een hand naar ons op. Hij wendde zich tot de jongens: “In bed geplast, vannnacht?” Denkend dat hij mij aankeek, knikte ik en zei dat ik ja, inderdaad, in bed had geplast. Andere jongens lieten ook een bevestigend geluid horen, en Danny riep breed glimlachend: “Zeker weten!”
Ronnie onderdrukte een lach. “Die gast lijkt mij wat te massief voor een geest!”

Hoofdschuddend sprak de gids tot Tim: “Waar halen jullie ze elk jaar weer vandaan! Zulke grote jongens al, en dan doen ze het nog in bed!” Om zich dan weer naar ons toe te draaien en vergoelijkend te zeggen dat het vanzelf wel over zou gaan, we hoefden er niet over in te zitten. Dat deden we ook niet! Tim zei tot onze verdediging dat één op de zes tienerjongens nog wel eens in bed plaste.
“We hoeven nooit reclame te maken om het bedplaskamp vol te krijgen.”

Omdat het nog zulk mooi weer was, werd besloten om eerst buiten te blijven en de moes- en kruidentuin van het kasteel te bekijken. De gids leidde ons door een eeuwenoude poort naar een omheinde tuin. Tot onze verbazing groeiden er bomen tegen de muren aan, bomen die eruit zagen of ze platgeslagen waren. De muur hield de warmte vast, legde de gids uit, en daardoor groeide het fruit beter! We waren onder de indruk van de inventiviteit van de middeleeuwers!
Even verderop, in de kruidentuin, was een jongen in overall en rubberlaarzen aan het werk, een jongen van ongeveer onze leeftijd. Het leek mij een aardige jongen. Hij keek ons nieuwsgierig aan, terwijl de gids vertelde over allerlei soorten groenten die de adellijke bezitters van het kasteel vroeger voorgeschoteld kregen tijdens banketten van wel zestien gangen.
Daarna ging het naar de kruidentuin.
“Nu even opletten jongens!” sprak de rondleider, “hier zien we een aantal kruiden die jullie bijzonder zouden moeten interesseren!”

Wij keken kennelijk geïnteresseerd genoeg, want hij ging voortvarend verder:
“Hier zien we pulsatilla, ofwel het wildemanskruid. Daarnaast ontwaren we, ja, waar lijkt dat op? Paardenstaart, inderdaad, of in het Latijn….. Zeg het maar, Jesse!” richtte hij zich nu tot de tuinjongen, en verklaarde ons: “Jesse zit op de agrarische school en loopt hier stage. Hij moet de Latijnse namen kennen…. Wat hebben we hier, Jesse?”
De jongen keek verlegen, dacht even na en zei dan “Equisetum”, wat hem een welwillend knikje van de oppergids opleverde.
“Waarom zijn deze kruiden voor jullie van belang? Welnu, ze helpen tegen bedplassen! Al vanaf de Middeleeuwen worden deze hier aangeplant!”
“De zoon van de hertog piste denk ik ook nog in zijn bed!” fluisterde Ramon ons toe.
“Toen hadden ze nog geen plasticbroekjes uitgevonden!” lachte Joey. “Lag die jongen gewoon in een hemelbed te pissen!”
“Ze hadden vast genoeg personeel om het bed te verschonen”, dacht ik.
De gids was ondertussen verder gegaan.
“Dit is Sint Janskruid! Uit de bladeren en bloemen werd olie gewonnen. Met die olie moest je je bovenbenen insmeren. Ook dat moest helpen tegen bedplassen. Jesse, Latijnse naam!?”
De jongen werd nu rood, maar zei zonder aarzelen “Enuresis nocturna”!
Van der Geest trok een afkeurend gezicht: “Die plant ken ik niet! Andere naam voor het Sint-Janskruid, oftewel Johanneskruid, in het Latijn wat, Jesse?”
De tuinjongen besefte welke fout hij had gemaakt, en verbeterde zich snel: “Hypericum Perforatum, meneer!” wat met een goedkeurend schouderklopje beloond werd.
De gids draaide zich nu om en liet ons weten dat we het kasteel zelf gingen bezichtigen.

Terwijl hij ons voorging en wij aanstalten maakten om hem te volgen, schoot de tuinjongen mij aan.
“Zijn jullie die bedplassers? Van dat kamp?”
En toen ik ja zei, ging hij met een knalrood gezicht verder:
“Hebben jullie ’s nachts luiers om?”
Dat vond ik maar een vreemde vraag voor een onbekende jongen. Wat ging hem dat aan? Maar de tuinjongen ging verder: “Ik doe het ook nog, bedplassen! Heb ik nog nooit aan een andere jongen verteld! Ook niet aan mijn vrienden. Alleen mijn ouders weten het….Ik schaam me kapot man, ik ben 15 en nog haast elke nacht nat!”
Ik wilde best nog even langer met Jesse praten, hem zeggen dat hij zich niet hoefde te schamen, maar Van der Geest, de gids, riep dat we op moesten schieten.
“We praten straks wel even!” zei ik, en “Ik pis ook nog in bed, je bent echt niet de enige!” en liep achter de groep aan. Ik hoopte dat ik straks nog even de kans zou krijgen om terug naar de tuin te gaan. Jesse een hart onder de riem te steken. Ik draaide me nog even om, knipoogde naar hem. De tuinjongen stak even een hand op.
Hij keek ons lang na.
 

Boy in plastic broekje

I am happy to be gay
Je weet er echt een leuk verhaal van te maken.
En ook nog met educatieve elementen zoals planten met hun Latijnse namen.
Echt een goed verhaal. Ga zo maar lekker door. Ik geniet er van.
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Bedankt boy in plastic broekje en Ky(ra)! Elke schrijver van verhalen is denk ik blij met positieve reacties, dan weet je tenminste dat je het niet voor niks zit te schrijven.
dance dance dance

En hier is het nieuwe deel.
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Bedplaskamp - deel 12 (vervolg)

Het kasteel was groot en indrukwekkend. En in sommige kamers stonden inderdaad pompeuze hemelbedden. We hadden het over de vreemdste plaatsen waar we ooit in bed hadden geplast. Anders dan je eigen bed, want dat was voor ons allemaal bijna elke nacht raak en dus gewoon.
De meeste jongens hadden wel eens in een hotel overnacht. Dat was wel spannend, maar hun luiers hadden het vreemde bed meestal wel droog gehouden. Anton was een keer naar Australië gevlogen, dat had meer dan 20 uur geduurd. Hij had in het vliegtuig geslapen en uiteraard zijn luier volgeplast. “Maar de wc was zo klein, het viel niet mee om daar een droge luier om te doen”, herinnerde hij zich. En zijn moeder had er maar twee in de handbagage mee kunnen nemen, dus toen die allebei nat waren moest hij maar gewoon in de luier plassen toen hij wakker was: ‘Vond ik eerst maar vreemd, maar het kon niet anders en het was wel lekker warm!’
“Doe jij het dan nooit ’s morgens nog eens, als je toch al nat bent? Dan voel je het ook zo lekker…. “
Verlegen gaf Anton toe dat hij dat inderdaad sindsdien wel eens deed. Net als de meesten van ons trouwens, zo te horen! Waar had je nou die luier voor om, als je er niet ook eens gemak en plezier van kon hebben!

Leon was twee keer met de nachttrein naar Oostenrijk mee geweest, en had beide nachten in de trein in bed geplast. Dat vonden we bijna net zo bijzonder als dat vliegtuig van Anton. In je bed plassen terwijl je met 160 kilometer per uur dwars door Duitsland denderde!

Rogiers vader was vrachtautochauffeur lange afstanden, en als hij in de schoolvakanties mee mocht, sliep hij in de cabine, waar achterin een bed was. Ook al geen alledaags slaapplaats! Rogier vertelde dat hij dan voor de zekerheid altijd dubbele luiers om moest, en ook nog een plasticbroekje er over heen, met een inlegger. Tijdens de verplichte rusttijden moest hij het bed soms delen met zijn vader, en hij mocht dus beslist niet lekken! Maar verder vond zijn vader het niet erg dat Rogier nog in bed plaste, want, zei Rogier, zijn pa had het zelf ook tot z’n 16e gedaan!
Een keer op de Turkse grens had de douane Rogier wakker gemaakt en moest hij de cabine uit. De auto werd doorzocht. Vanwege de warmte had Rogier alleen in z’n luier en plasticbroekje geslapen, zonder pyjama, en hij was nat toen hij op moest staan. Wat had hij zich geschaamd toen hij midden in de nacht op blote voeten en in een natte luier naast de vrachtauto had gestaan! Hij was toen een jaar of twaalf, dertien geweest, maar de douaneman had hem alleen maar vriendelijk over zijn hoofd geaaid en iets in het Turks gezegd, wat Rogier niet verstond. De man wees op de kletsnatte en opgezwollen luier, die onder het plasticbroekje duidelijk zichtbaar was, glimlachte en stuurde met een hoofdbeweging Rogier weer terug naar de slaapcabine. “Ist guter Junge”, zei de douaneman in het Duits tegen zijn vader. Vijf minuten later reden ze weer, en zijn vader had later gezegd dat het anders soms wel drie, vier uur kon duren voor je de grens over was.
“Ik neem voortaan vaker een bedplasser mee!”, had hij gelachen.

Thijmen had ook een verhaal over de douane. Uitgerekend hij had een keer als enige van de familie zijn koffertje open moeten maken. Zijn koffer, die voor de helft gevuld was met twee pakken luiers en daar bovenop een paar plasticbroekjes! De douaneman had de pakken luiers er uit gehaald, en ook de plasticbroekjes werden voor iedereen in de rij zichtbaar op een toonbank neergelegd terwijl hij het koffertje verder inspecteerde. Er stonden nog een paar andere jongens van zijn leeftijd in de rij, en hij voelde hun ogen in zijn rug branden. Tot overmaat van ramp vouwde de douaneman het heldergele en dus meest zichtbare plasticbroekje ook nog uit om het nader te bekijken, en ergens in de rij zei een jongen toen duidelijk hoorbaar iets met ‘bedpisser’. Er werd gelachen, maar Thijmen had niet om durven kijken. De douaneman kneep wel wat in de pakken luiers, maar maakte ze gelukkig niet open. Dan was Thijmen helemaal door de grond gegaan!
In het hotel aangekomen had zijn moeder de pakken simpelweg in de badkamer op een plank neergezet, zodat het personeel wel moest zien dat Thijmen, ondanks de veertien jaar die hij toen was, nog in bed plaste. Dat was ook zo, want het plasticbroekje dat hij op de vloer van de badkamer had achtergelaten na ’s morgens te hebben gedoucht, lag ’s middags keurig midden op zijn bed en de natte luier, die hij in de pedaalemmer in de doucheruimte had gegooid, was weg. Het personeel van het hotel wist dus met zekerheid dat hij bedplasser was! Hij had zich tegenover het kamermeisje geschaamd, maar zijn moeder zei dat ze het vast liever had dat hij in een luier plaste dan in zijn bed. Thijmen was blij dat hij zich op het bedplaskamp voor niemand hoefde te schamen en dat iederéén er ’s nachts nog in bed plaste, luiers droeg en plasticbroekjes.

Ik zat te denken of ik ook wel eens op vreemde plaatsen in bed had geplast, maar mij schoot zo gauw niets te binnen, of het moest het voetbalkamp zijn geweest. Zonder dat ik het van ze wist, waren er nog twee bedplassers in ons team, maar de leiding wist het wel en legde ons samen op een apart kamertje. Dat was de eerste keer dat ik bedplassers op tienerleeftijd leerde kennen en er achter kwam dat ik dus niet de enige was. Wat hadden we een pret gehad met z’n drieën! En van pure vreugd over het samen bedplassen hadden we beter gevoetbald dan ooit.

Wat waren we eerst verlegen geweest! We kenden elkaar natuurlijk, maar als voetballers, niet als bedplassers. En toen we ’s avonds met z’n drieën in ons eigen kamertje waren en het bijna bedtijd was, wisten we ons geen houding te geven. Patrick verdween met een rood hoofd met z’n tas in de badkamer, om even later in pyjama terug te komen. Zijn kont flink wat dikker dan toen hij net gewoon zijn spijkerbroek aan had, dus we konden wel raden wat hij aan had getrokken. Het was al laat en ‘s morgens moesten we op het trainingskamp weer vroeg op, dus ook ik wilde me klaar maken voor de nacht. Een nacht waarin ik met zekerheid in bed zou plassen – droge nachten kende ik eigenlijk nog helemaal niet… Normaliter droeg ik elke nacht nog katoenen luiers, uiteraard met een plasticbroekje er over heen, maar voor het trainingskamp had mijn moeder het gelukkig goed gevonden dat ik de tena’s meenam. Dat was toch een stuk gemakkelijker voor mij. Voor alle zekerheid moest ik van haar wel het plasticbroekje aantrekken, tena of niet, maar dat vond ik niet erg. Ik hield van het zachte, gladde plastic en van het veilige gevoel dat de plasticbroekjes me gaven. En lekkage en een kletsnat bed leek me op het trainingskamp al helemaal een schrikbeeld! Mijn moeder had de tena’s en plasticbroekjes bovenin de tas gelegd, maar nog waagde ik het niet om ze gewoon uit te pakken waar die andere twee jongens bij waren. Dus verdween ook ik met de hele tas in de badkamer. De luier omdoen en het plasticbroekje er over heen aantrekken was zo gepiept. Met meer zorgvuld dan anders trok ik mijn shortama aan, een pyjama met een korte broek, waar ik eigenlijk zelden in sliep maar die mijn moeder nu had ingepakt. Ik keek wel drie keer in de spiegel en draaide als een ballerina om te kunnen controleren of de luier en het plasticbroekje niet te zien waren.

Toen ik uit de badkamer kwam en onze kamer binnenstapte, stond Dave daar in alleen maar een luier om zijn mager lijf. Het was onmogelijk om te doen of je het niet zag. Het was bovendien een heel leuke luier, met een glanzende plastic buitenkant – even dacht ik dat Dave ook een plasticbroekje aan had, maar dat was niet zo – met vet gave raceauto’s er op. Het was geen drynite, die kende ik wel, maar ik had geen idee wat voor luier het wel was. Het leek erg stoer.
Dave zei: “We doen het alle drie nog. Waarom doen jullie dan zo geheimzinnig? Voor elkaar maakt het niks uit dat we het weten, toch? Ik pis in m’n bed. So what? Jij doet het ook nog” – dit was tegen mij - “en jij ook, Patrick! Kunnen we niks aan doen. En morgen zijn we vast alle drie nat. Gaan jullie dan ook zo stiekem de douche in? Doe effe normaal, ja!”
En zo brak Dave het ijs, en konden we ineens gewoon over bedplassen praten, hoe vaak we het nog deden, of de plaswekker wel of niet werkte (bij ons duidelijk niet), Patrick vertelde dat ze het bij hem met hypnose geprobeerd hadden, en met naalden in zijn oren en zijn bovenbenen. Het leek ons een raar verhaal, maar Patrick zocht even op zijn telefoon en liet het ons zien, het heette acupunctuur. Maar droog was hij er niet mee geworden. Dave vond mijn plasticbroekjes wel wreed, hij had nog nooit een plasticbroekje gezien, laat staan aan gehad. Ik beloofde hem dat hij er de komende nachten wel eentje aan mocht doen. Later dan de bedoeling was lagen we in bed, sliepen vast en diep als baby’s en hadden inderdaad de volgende morgen alle drie in bed geplast. Gelukkig maar, want we waren alle drie bang geweest om als énige nat te zijn... Geen van drieën heeft ook maar één droge nacht gehad – al zag ik Patrick een keer naast zijn bed staan en daar kennelijk met opzet in zijn luier plassen, en ik had niet gezien of hij eerder al nat was geweest.

Ik bedacht dat het trainingskamp van toen voor Dave, Patrick en mijzelf wel een beetje op het bedplaskamp hier had geleken, het bedplaskamp waar ik nu ineens zo onverwacht deel van uitmaakte! Het leek nu gewoon stom dat sommige mensen - ouders, leraren, opa's en oma's, bemoeizuchtige buurvrouwen - van bedplassen zo’n probleem maakten! Alsof er niets naarders op de wereld was dan een natte luier?! Nou, daar dachten wij dan anders over. En dat zou ik Jesse, de tuinjongen, straks wel even vertellen.
 

Little Endy

Sayori the shy Enderman :3 (he/they)
En weer een goed deel, dit is echt een meeslepend en gaaf verhaal! Keep up the good work! !1
 

diaperguynl

Luier en plastic broekjes liefhebber, uit Thailand
,./ Je bent weer als vanouds bezig met een mooi verhaal. Dank je voor je inspanningen. Ik hoop dat je nog lang van plastic broekjes kunt genieten.
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Bedankt voor jullie woorden, ik ben blij dat het verhaal leuk gevonden wordt. Ik vind het ook leuk om te schrijven! Een gebeurtenis uit mijn eigen jeugd waarover ik vanmorgen iemand anders vertelde, paste naadloos in het verhaal en toen schreef het zich 's middags eigenlijk vanzelf.
dance
Dus toch tijd gevonden voor een nieuw deel! Bij dezen dus. Veel plezier er mee!
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Bedplaskamp - deel 13 - Jesse de tuinjongen, reprise

Nadat Van der Geest de rondleiding door het kasteel had beëindigd – en eerlijk is eerlijk, hij deed het leuk en met humor – mochten we nog even op eigen gelegenheid door de tuinen en het doolhof dwalen. De meeste jongens gingen naar het doolhof, maar ik ging terug naar de kruidentuin. Jesse, de tuinjongen, was aan het wieden. Toen hij mij zag naderen, lichtte zijn gezicht op en een brede glimlach begroette me. Nu er kennelijk geen bezoekers meer werden verwacht, had hij zijn nette overall uitgedaan en over een papierbak gehangen. Hij had alleen maar een kort afgeknipt spijkerbroekje aan, wat met zijn rubberen kaplaarzen een wat wonderlijke combinatie opleverde. Het was duidelijk dat Jesse vaker in alleen dat korte broekje rondliep, want zowel zijn armen en benen als zijn bovenlijf waren flink gebruind. Je kon wel zien wie er de hele dag buiten was! Het ontging me ook niet dat de jongen, hoewel mager als een lat, behoorlijk gespierd was en een sixpack liet zien dat menige bodybuilder groen had doen uitslaan van jaloezie. Daar had ik geen weerwoord op: ik was wel een lange dunne tiener, maar bepaald niet gespierd.

“Je doet zeker aan fitnessen”, vroeg ik met een vleug van afgunst, want op het gebied van kracht en spieren had ik niet zo veel in te brengen. Ik hield dan ook niet erg van de gymlessen op school, ik was meer een lezer. De taalleraren en - leraressen hadden een stuk meer op met mij en mijn capaciteiten dan de gymleraar.
‘Niet echt” zei Jesse verlegen, maar ik werk hier in de tuin, niet alleen mijn stage voor school maar ook in mijn vrije tijd. En daar hoort alles bij, hooien, pakken tillen achter de balenpers en zo. Wordt je vanzelf sterk van. Er hoort nog een complete boerderij bij het kasteel, maar die is niet open voor het publiek.”
Ik kneep hem even bewonderend in de spieren van zijn bovenarm en Jesse moest lachen.
We liepen naar een bankje aan de rand van de tuinen en gingen daar zitten. Jesse keek mij ineens serieus aan en vroeg wat hij eerder die middag ook al had gevraagd: of ik nog in bed plaste. Ik knikte en vertelde dat ik toch elke week nog wel een paar keer wakker werd in een nat geplaste luier, zonder dat ik er iets van gemerkt had dat het gebeurde.

“Wil je er over praten?” vroeg Jesse, met iets van vrees in zijn stem. “Ik heb het er nog nooit met iemand over gehad, bedplassen. Niemand weet het, alleen thuis. Dus toen Van der Geest vanmorgen zei dat er een groep bedplassers zou komen, toen dacht ik, dit is mijn kans. Ik heb er alleen de hele morgen tegen aan gekeken, wist niet of ik het wel zou durven…. “
Ik moest lachen. Je hoefde voor ons toch niet bang te zijn?
“Nee” zei Jesse, “Dat niet. En toen kwamen jullie. En jullie zagen er gewoon uit. Net als elke andere groep. Er komen hier wel vaker scholen en zo… “
“Gewoon?” deed ik een beetje verontwaardigd. ‘Natuurlijk zien we er gewoon uit! Dacht je dat een bedplasser er anders uitziet dan een jongen die het ’s nachts droog houdt?”
Jesse haalde zijn schouders op, glimlachte verlegen, schudde dan van nee.
“Maar soms denk ik dat iedereen het aan mij kan zien dat ik nog in bed plas! Dat je een bijzonder soort dier bent…. “
Nu moest ik hardop lachen. “Dan zijn wij een heel kamp met bijzondere dieren! Maar nee hoor. Weet je dat in elke schoolklas in ons land wel één of meer bedplassers zitten? Dat ook van de jongens van 15 of 16 nog twee procent in bed plast? Dat dat alleen in ons land al meer dan honderdduizend jongens zijn?”
“Maar ik ken niemand die het nog doet….”
“Nu ken je mij” antwoordde ik resoluut. Ik haalde mijn portemonnee uit mijn achterzak, pakte er één van mijn zelfgeprinte visitekaartjes uit waar ik altijd erg zuinig op was, en gaf het kaartje aan Jesse. “Hier” zei ik, “daar staat alles op. Mijn skype, whatsapp, fb, tumblr, email, snapchat…… noem maar op.” Jesse nam het dankbaar aan en borg het zorgvuldig in een zak van zijn korte spijkerbroekje.

“Hoe vaak doe jij het eigenlijk?” vroeg ik.
“Haast elke nacht” antwoordde Jesse zachtjes.
“Geeft niks” lachte ik: “Ik ook!”
“Heb jij het in de gaten als je plast?”
“Pas als ik ’s morgens wakker wordt en alles nat is…”
“Heel soms word ik wakker, ik droom dat ik aan het zwemmen ben of zo, en dan plas ik in het zwembad maar in werkelijkheid doe ik het in m’n bed, en dan word ik soms wakker en dan plas ik nog, maar dan is het al te laat…”
“Ik heb wel eens gedroomd dat ik tegen een boom stond te pissen, maar die boom die was een droom!”
“Maar dan heb jij een luier om….”
“Ja natuurlijk, en m’n plasticbroekje. Jij niet dan?”
“Nee. Ik heb zo’n matras met rubber er om heen….”
“Oh, net als in de jeugdherberg! En in het voetbalkamp...” kwamen de herinneringen terug.
“Ik moet elke morgen mijn laken uitwassen als ik nat ben” zei Jesse beschaamd. “En dan komt mijn broer als ik sta te wassen, voor school nog, en die lacht me uit. Maar hij vindt het ook wel een beetje sneu voor mij dat ik het nog altijd doe.”
“Plast jouw broer niet in bed meer?”
“Nee, heeft ‘ie nooit gedaan ook. Die is gewoon zindelijk geworden zeggen ze altijd. Hij knipt vaak het weerbericht uit, daar heb ik zo de pest aan… “
Ik keek niet begrijpend, en Jesse legde uit: Staan er dingen in de krant als ‘Nat weekend op komst’ of ‘Veel regen vannacht” dan knipt hij dat uit en legt het op mijn kussen. Vindt ‘ie lollig… “
Flauw hoor, vond ik. Maar ik begreep dat Jesse het niet leuk vond.

“Ik wil er gewoon van af!” zei Jesse. “Niet meer in bed plassen! Gewoon wakker worden in een droog bed. Gewoon bij vrienden kunnen slapen. Mee gaan op het schoolkamp!”
“Daar kan ik je niet echt mee helpen”, zei ik. “Als ik wist hoe ik er mee op moest houden, zou ik het doen.”
Jesse keek bedenkelijk. “Vind je het niet erg dat ik het vraag, maar uh… uh...”
“Ik vind niks erg. Vraag maar.”
“Van der Geest zei dat er in dat kamp jongens zijn die het voor de lol doen. Die het leuk vinden om luiers aan te hebben…. ??”
Wat moest ik daarop zeggen? Ik kon het niet ontkennen, had het er vanmorgen op de fiets nog over gehad. Ik wist nu dat ook de diaper lovers gewone jongens waren, geen freaks. Maar ik dacht ook dat dat voor Jesse nog een brug te ver zou zijn.
“De meeste jongens willen er echt van af. Ik ook. Maar weet je…, nou ja, sommige jongens vinden luiers wel fijn. En dan moet je bedplasser zijn, of ze stiekem aandoen… Ergens verstoppen. In het kamp hoeft het niet stiekem. En je hoeft je voor niemand te schamen als je in je bed plast…”
Ik dacht hardop.
“Voor een volwassene is het anders, denk ik. Die kan zelf kopen wat hij wil. Die heeft zijn eigen geld en kan zelf beslissen.”
Ik wist niet zeker of ik dat goed formuleerde. En een andere gedachte schoot me binnen: volwassenen waren getrouwd.
Dus… “Als zijn vrouw het goed vindt tenminste!” – proestte ik het uit bij die gedachte.
Jesse zat er nadenkend bij.

Ik vertelde hem iets wat ik had meegemaakt toen ik een jaar of tien was. We gingen meestal kamperen, op een camping, maar die keer moest ik mijn tentje delen met een andere jongen, van een bevriende familie. Die wist wel dat ik nog in bed plaste, maar hij vond het maar wat interessant om dat van dichtbij mee te maken. Hij was heel nieuwsgierig naar mijn pampers en plasticbroekjes. Hij aaide de luiers, tot mijn verbazing, voelde er aan als ik hem om kreeg. Daar stond hij het liefst met zijn neus bovenop. 's Morgens wou hij altijd zien hoe nat ik was of nog mooier, hoe ik er nog eens in plaste. Dan zag je het zo in het plastic broekje lopen als de luier al doorweekt was.

En op een avond vroeg hij mij of hij een luier van mij om mocht. Ik zei best, maar dan ook in bed plassen. Dat wou hij wel, dus hij kreeg in de tent een luier van me toen we naar bed moesten. Het probleem was dat we allebei niet goed wisten hoe je die om moest doen, mijn moeder deed het toen nog bij mij. En ik had ook geen reserve plasticbroekje voor hem, want die bewaarden ze in de caravan. Hij deed de luier toch om, maar de volgende morgen was zijn slaapzak helemaal nat. De luier had erg gelekt. Hij moest toen wel bekennen dat hij in bed had geplast. Wij zeiden natuurlijk niet dat hij het met opzet had gedaan. Zijn natte luier had ik al in mijn eigen luiertas verstopt.

Zijn moeder haalde de slaapzak uit onze tent, zag dat die inderdaad helemaal nat was.... en toen kreeg mijn vriendje een stevig pak slaag op zijn natte pyjamabroek omdat hij in bed had geplast! Later hoorde ik van hem dat zijn moeder tegen mijn moeder had gezegd dat ik ook maar eens een pak slaag moest krijgen voor dat bedplassen. Dan zou ik het wel afleren. Maar mijn ouders deden daar niet aan, ik kreeg nooit straf voor bedplassen. Hij heeft niet weer een luier om gedaan en ook niet meer in bed geplast, ik de hele vakantie wel. Maar die jongen was dus ook gewoon nieuwsgierig. Zijn er zo veel.”
Jesse moest lachen.
“Ik wou wel dat mijn broer zo nieuwsgierig was. Dat hij het ook eens in zijn bed zou doen!”
“Kan je zijn hand niet een keer in warm water leggen als hij slaapt?”
“Durf ik niet. En hij heeft een eigen kamer, net als ik. Maar hij wil niet dat ik daar binnen kom.”

Een aantal jongens uit onze groep kwam de tuin binnen.
‘Hey Kevin!’ groetten ze me enthousiast en gingen bij ons op het bankje zitten.
Nu pas herkenden ze de tuinjongen, die er zonder zijn overall heel anders uitzag.
“Hoi Jesse!” zeiden ze vriendelijk, en Ronnie moest lachen: “Je lijkt nu net een van ons, in dat korte spijkerbroekje!"
Jesse keek de jongens aan, en zei toen, onverwachts: ‘Ik BEN ook een van jullie. Ik plas ook nog in bed….”
En hij huilde.

Jongens weten nooit goed wat je daar mee aan moet. Maar het verdriet van Jesse was echt en zo voelbaar, dat we hem omhelsden, een box gaven, op zijn schouders klopten, in zijn magere ribbenkast porden. Met respect voor zijn gespierde armen, dat wel. En het hielp. Een lach brak door op het gezicht van Jesse.
“Stom hè. Zit ik hier een potje te janken. Maar ik heb het nog nooit tegen iemand gezegd dat ik het nog doe. Zo net tegen Kevin. En hij lachte me geeneens uit. En nou ineens zeg ik het tegen jullie allemaal…. “
Hij schudde zijn hoofd. En liep leeg, maar bleef door zijn tranen lachen:
“Ik ben geen freak! En jullie ook niet! Kevin zei, hij zei… veel jongens doen het nog…. ook zo groot als ik… en dat het over gaat…”
We verzekerden Jesse om het hardst dat het over zou gaan.
“Zéker weten!!”
“En tot het zo ver is helpen we elkaar!”
“Tena van me hebben voor vannacht?”
“Samen nat, samen droog!!”

Toen Tim ons op kwam halen en ons naar de fietsen dirigeerde om terug naar het kamp te gaan, had Jesse er zeker tien vrienden bij. Vrienden die het helemáál niet erg, niet vreemd en niet stom vonden dat hij nog in bed plaste. Vrienden die het zelf ook nog deden. Vrienden door dik en dun.

We hebben woord gehouden en zijn in contact met elkaar gebleven. Sociale media zijn toch wel praktisch! Op onze telefoons hielden we een soort bedplaskalender bij. Na ons bezoek had Jesse drie droge nachten achter elkaar. Dat beschouwde hij als een goed teken, want dat was hem nog maar zelden gebeurd. Twee maanden later was Jesse droog en heeft hij nooit meer in bed geplast. Hij was er van overtuigd dat het door onze ontmoeting kwam, en misschien heeft hij daar wel gelijk aan. Ook door het bedplaskamp worden elk jaar jongens droog, wist ik inmiddels. Geen druk, geen schaamte, wel lotgenoten met wie je er om kunt lachen. Jammer dat het voor mijzelf nog niet gewerkt heeft, want ik plas dus nog wel in bed. Ik kan nog niet zonder mijn luiers en mijn plasticbroekjes. Maar dat is een ander verhaal.

Wordt vervolgd!
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Het heeft even geduurd, maar hier is weer een nieuw deel!

Bedplaskamp - deel 14 - Pa op het kampterrein

[size=12pt]
Toen we terugkwamen van het kasteel en in een lange ongeregelde sliert fietsende jongens over het terrein naar onze tenten trapten, zag ik een bekende auto staan. Mijn vader, die nooit een stap te veel zette, was kennelijk zo maar het kampterrein opgereden. Toen hij ons zag naderen, stapte hij uit de auto en keek hoe we naderbij kwamen over het korte, pas gemaaide gras.
Ik zag hoe hij een pak van mijn Tena’s onder zijn éne arm had, en in zijn hand een plasticbroekje. Eén van mijn goede, stevige, doorzichtige fuubuu broekjes, dat wel, zag ik tot mijn blijdschap. En de Tena’s gelukkig, die mocht ik op vakantie altijd om.
Toch zag het geheel er belachelijk uit, vond ik. Mijn vader, die categorisch weigerde om mee te gaan boodschappen doen als er luiers op het briefje stonden!

Niet dat ik er zo kapot van was als mijn moeder met mij naar de supermarkt ging – er werd verwacht dat ik meeging, alleen al om de boodschappen te dragen en naar de auto te brengen – en ze dan zonder pardon een pak drynites in het wagentje legde. Daar stond ik dan met een rood hoofd naast, en mocht dat stomme pak bedpisserbroekjes zelf van de loopband pakken en in de kar leggen.
Of als ze samen met mij bij de apotheek een pak Tena’s ophaalde, waarbij ze niet aarzelde om de verkoopster te vertellen dat ze voor mij waren: “Ja, hij is al dertien / veertien / vijftien (het ging al een paar jaar zo), maar nog haast elke nacht nat….”
Meestal waren de assistentes bij de apotheek vriendelijk en reageerden niet, of ze zeiden iets als: “Hij is niet de enige hoor, mevrouw, we verkopen veel luiers voor tieners….”

Als het helemáál mijn dag niet was bestelde ma daarna nog een paar plasticbroekjes, en dan kreeg ik nog wat van die hygia broekjes mee, in blauw-witte verpakking. Patiëntenbroek, stond er op. Vond ik altijd maar een achterlijk woord. Ik was toch geen patiënt? Niet ziek, maar gewoon een jongen die toevallig nog in bed plaste! Net als die Hygia zeker, die plaste ook vast nog in bed. Easyplast ook nog wel! Ja hoor, ik vond het ook wel easy om in bed te plassen ’s nachts, hoefde je er niet uit, toch? Not!! Wie verzon er zoiets?
Ik was toch al niet kapot van die broekjes. Ze waren dan wel waterdicht, maar mij te dun en te flodderig, net als die SGA’tjes die ik ook wel eens kreeg.

Gelukkig had je tegenwoordig het internet, en werden mijn luiers en plasticbroekjes meestal gewoon met de post thuisbezorgd. En kreeg ik mooie en stevige Suprima’s in stoere kleuren, of die doorzichtige van Fuubuu, helemaal uit China. Dat waren op het ogenblik toch wel mijn lievelingsplasticbroekjes, ik vond het leuk om dwars door mijn plasticbroekje te kunnen zien dat de gele streep ’s morgens verkleurd was. Al wist ik natuurlijk toch al wel dat ik in bed geplast had, daar had ik die indicator niet voor nodig. Indicator, een moeilijk woord dat mijn vrienden thuis vast niet kenden, dacht ik bij mezelf en lachte.
En wat ik stiekem nóg veel leuker vond, was om te zien hoe je plas in het plasticbroekje schoot als je luier al doorweekt was… en als je er nog wat druk op zette…. Dan stroomde het aan de binnenkant van dat doorzichtige plasticbroekje, om zich onderin het broekje te verzamelen, tussen je benen. Met een drynite was succes helemaal verzekerd. Die hielden een enkele nachtelijke plas meestal wel uit, maar een toegift echt niet! Om over een katoenen luier maar helemaal te zwijgen! Thuis had ik die nog al eens om, en als je die – op mijn leeftijd – niet dubbel of driedubbel om deed, lekten ze gegarandeerd door in je plasticbroekje als je er met opzet of per ongeluk een tweede of derde keer in plaste. Voordat ik hier op het bedplaskamp mijn nieuwe vrienden leerde kennen, had ik me niet kunnen voorstellen dit ooit aan een ander te bekennen. Had me niet voor kunnen stellen dat andere jongens zoiets “schandaligs” ook wel eens deden. Maar nu wist ik dat ik niet de enige bedplasser was die er stiekem ook nog wel eens wat plezier aan beleefde!

Soms lekte m’n plasticbroekje dan wel een klein beetje langs de elastieken in de pijpjes, maar dan stond ik toch al veilig naast mijn bed. Te genieten van de warmte voorin mijn luier. Te genieten van het gevoel nou wel erg stout te zijn. Niet gewoon in bed plassen, daar kon ikke tenslotte niks aan doen, maar het gewoon lekker stout met opzet nog eens te doen. Voordat de overstroming te erg werd, zorgde ik er dan wel voor al in de douche te zijn. Niet dat ik dat elke morgen deed, maar soms…..
Er waren ook dagen dat ik ’s morgens niet naast m’n bed, maar pas in de douche de luier en het plasticbroekje nog eens volplaste. Maar op m’n kamertje was leuker, daar was het licht beter, en ik genoot niet alleen van het gevoel, maar ook van de aanblik van het doorzichtige, zich vullende plasticbroekje. Dan het plasticbroekje voorzichtig langs je benen naar beneden schuiven, er uit stappen, het broekje leeggooien – sommige morgens was het veel geler dan andere, was me al eens opgevallen. In de luier zag je dat niet, maar wel in het plasticbroekje. Broekje afspoelen met de handdouche en ophangen aan het haakje dat ze daarvoor speciaal hadden aangebracht. De natte luier uit en in de luieremmer, en dan lekker poedelen en brandschoon worden. Plasticbroekje van het haakje halen en meenemen naar m’n kamertje, om het daar verder te laten drogen. Deed ik dat niet, dan was de kans groot dat mijn moeder het plasticbroekje simpelweg op de waslijn buiten hing. En daar was ik nou weer niet zo voor, dat iedereen het kon zien hangen en zich misschien wel af zou vragen wie de bedplasser was…

“Zo, zijn jullie daar eindelijk!” zei mijn vader toen we onze fietsen met piepende remmen rondom de auto tot stilstand brachten. “Die leider die ik belde zei dat jullie er zo om vijf uur weer zouden zijn. Volgens mij is het inmiddels half zes…. “
Mijn vader is een man van de klok.
“Beetje vertraging meneer!” zei Ronnie vriendelijk.
Mijn vader keek de lange, magere jongen aan.
“Vertraging hè. Hebben jullie zeker allemaal last van. Vertraging op de fiets, vertraging in zindelijk worden……. Plas jij ook nog in bed soms?”
‘Ja meneer” sprak Ronnie zonder aarzeling, “bijna elke nacht!”
“Ik ook! Ik ook!” riepen enkele andere jongens
Ik was blij dat we net van het kasteel terug kwamen, van buiten het terrein dus, en dat dus geen van de jongens hier met een natte broek rond mijn vader stond. Daar had hij vast en zeker weer een slecht humeur van gekregen. Alleen uit Kai’s korte leren broekje druppelde het verdacht, maar dat viel kennelijk niemand anders op…
Tim, de leider van onze groep, kwam er bij staan.
“De jongens zijn toch niet brutaal of lastig, meneer?”
Wij loeiden verontwaardigd dat we nooit brutaal of lastig waren.

“Ik kwam mijn zoon, Kevin hier, nog even wat luiers brengen zoals afgesproken door de telefoon gisteren” hervatte mijn vader. “Wat luiers, een plasticbroekje, en een droge broek.”
Hij keek mij aan, en ontwaarde dat ik nog hetzelfde korte spijkerbroekje aan had als gisteren. Het broekje waar ik gisteren per ongeluk in had geplast, omdat pa niet op tijd wou stoppen.
Ik zag hem kijken, hij wou uitvaren, maar ik was hem voor.
“We hebben mijn spijkerbroekje gisteren al uitgewassen pa. Gezwommen in de rivier ook. Het is weer helemaal schoon!”
‘De andere jongens hebben hem vannacht uit de brand geholpen met een luier” zei Tim. “Die hebben we hier genoeg.”
“Hij mocht een plasticbroekje van mij aan!” riep Derk, “en vanmorgen had hij in bed geplast!”
“Dat doet hij thuis ook nog!”
Mijn vader keek mij boos aan.
“Vijftien jaar, en nog niet droog ’s nachts. En gisteren, nog erger! Een natte broek! Had hij in de auto in zijn broek geplast! Een schande is het, belachelijk! Zo’n grote jongen die nog in bed plast! En in zijn broek plast! En jullie allemaal! ’t Is toch te gek voor woorden!”
Ik herkende de voortekenen. Hij was weer bezig kwaad te worden.
Helaas, Tim herkende de voortekenen niet.
“Meneer, als Uw zoon nog op zijn vijftiende in bed plast, is de kans groot dat U het op die leeftijd ook deed? Denkt U eens terug aan Uw eigen jeugd…..”
Het was niet wat mijn vader wilde horen.
Hij ontplofte. Er kwam stoom uit zijn oren.
“Ik? IK!!?? In bed plassen? Ben je helemaal gek geworden? Ik was met drie jaar al droog! Ik snap niet van wie die jongen dat heeft! Die beddepisserij!”
Tim bleef heel kalm.
“Meneer, er zijn zelfs volwassenen die nog in bed plassen. U kunt Uw zoon niets kwalijk nemen, hij kan er niets…”
“Volwassenen?!!” brulde mijn vader, paars aanlopend. “Je bedoelt je zelf, zeker!”
“Ik ben inderdaad incontinent, meneer” zei Tim. “Een medische conditie…”
“Ik wist het! Ik ken jouw soort! Zijkerd!!”
“Meneer, dit is nergens voor nodig…. Gedraagt U zich waar de jongens bij zijn, alstublieft!”
Mijn vader wendde zich tot mij. Hij schreeuwde.
“Direct meekomen. Jij blijft hier geen minuut langer! Bij die… die… bedpissers!”

Ik keek hem aan. Zijn ogen waren bloeddoorlopen, zijn hoofd paars als een pompoen. Ik was best een beetje bang, maar bleef hem aankijken.
Ik schudde ferm mijn hoofd.
“Nee pa. Ik blijf vanavond hier. Bij mijn vrienden!”
“Vrienden?” gilde pa. “Dat zijn geen vrienden! Ze hebben nog luiers om!”
“Pa, ik…”
“Hou je kop! Ga in de auto zitten! Ik blijf hier geen minuut langer!”
“Ik wel, pa. Dit is ook mijn vakantie! Hier voel ik me thuis!”
Hij hapte naar adem.
“Hier voel ik me veilig pa. Niemand scheldt me uit als ik in bed plas. Niemand scheldt me uit als ik een ongelukje heb. Niemand die…… “
Het was of je een ballon lek prikte. Mijn vader raasde en tierde ineens niet meer.

Hij smeet de luiers op de grond, en slingerde mijn plasticbroekje er achter aan. Hij liep naar de auto en gooide een versleten spijkerbroek naar me toe, die ik als één van de mijne herkende.
“Blijf dan maar, als je dat wilt. Ik begrijp je niet. Echt niet. Net zo min als ik begrijp waarom je nog altijd in je bed plast. Maar overmorgen gaan we verder! Dan haal ik je op, en zorg er voor dat je klaar staat.”
“Pa, ik ga heus mee over twee dagen. Maar praat eens met Tim, pa. Praat eens met de jongens hier. En denk dan eens na over dingen… “
Ik verloor de moed. Drong ik tot hem door? Misschien wel. Hij was tenminste rustiger geworden.
Hij haalde diep adem. En nog eens. Dat was een goed teken. Deed hij ook als hij ruzie met mijn moeder had, en minuten later lagen ze dan romantisch in malkanders armen. Mijn pa had een verdomd kort lontje, maar het duurde nooit lang. En hij kon dingen goedmaken, dat wist ik ook.
“OK jongen. Ik bel je als we weggaan. En misschien praat ik ook wel met wat van die vrienden van jou, als je dat wilt.”
Hij stapte in zijn auto. Startte, reed weg. Deze keer vlogen er geen graspollen. Hij keek niet om. Was maar goed ook, want uit het korte Duitse leren broekje van Kai druppelde het nu niet meer, maar liep het met straaltjes in het gras! Had pa vast weer woest gemaakt. Ik gaf Kai een knipoog, gaf Derk een vriendschappelijke por in zijn zij. Nam het pak luiers onder mijn arm en raapte mijn plasticbroekje op. Joey nam mijn spijkerbroek mee, en samen liepen we naar onze tent. Het was bijna etenstijd. Ik had zin om een luier om te doen, en mijn plasticbroekje aan te trekken. Me veilig te voelen. Derk begreep het.
“Ik heb mijn drynite nog om van vanmiddag. En m’n plasticbroekje. Nou jij nog….”
Het vroeg maar een ogenblik, en toen schoot ik m’n korte spijkerbroek weer aan. Nu over mijn luiertje en mijn plasticbroekje. Het was goed zo. Lachend liepen we naar de grote eettent, samen met de andere jongens van het bedplaskamp.
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
rog zei:
Heel leuk weer was het maar echt hahahaha
En ik doe er ook in mee nog leukerder :D
Ja als zo'n kamp echt bestond zou ik me ook meteen opgeven ;)
Blij dat je het leuk vindt, ik zal in een volgend deel Rog(ier) een wat grotere rol geven als je het goed vindt want ik heb zo'n idee dat jij net zo lang en vaak in bed heb geplast als ik :D
 
Thread starter Similar threads Forum Replies Date
Bedplasser91 Nieuw deel "Bedplaskamp" - uiteraard met plasticbroekjes! Plastic broekjes liefhebbers 0
Bovenaan