De proefpersoon 1 en 2 'het genootschap'

Paddy

Superlid
Je weet dat je een goed verhaal hebt als ik naar mijn gevoel maanden weer verder lees en nog exact weet hoe het zat. Terwijl ik bij veel verhalen dan nog weer een keer terug moet lezen
 

Peter1970

Superlid
De proefpersoon 2 'Het Genootschap' deel 2

Wat komt zij hier opeens doen? Vraag ik me af, het is in ieder geval geen goed teken.
'Kijk Joke, het probleem is dus dat haar moeder bij hoog en laag beweerd dat ze gehandicapt is, maar je hebt het filmpje net gezien, ik geloof daar dus niks van.' Zegt de rechercheur met een afkeurende blik op mij.
'Maar ze wil niet meewerken althans ze zegt niets. Vandaar dat ik je heb gevraagd even langs te komen.'
'Heel goed dat je dat gedaan hebt, Hans.' Hoor ik Joke zeggen.
Het valt me op dat die twee wel heel amicaal met elkaar omgaan. Ik heb een raar gevoel in mijn buik en ik ben blij dat ik tot nu toe nog wat terughoudend heb gereageerd.

'Het deed me denken aan die jongen laatst die uit jullie kliniek was weggelopen. Je weet wel die we toen in verwarde toestand met alleen luier om langs de kant van de weg vonden.'
Joke werpt even een blik op mij, alsof ze een inschatting maakt wat ze wel of niet kan zeggen.
'Ja die zat in een angstpsychose, angst doet gekke dingen met de mens.'
'Nou zeker, die onzin die hij uitkraamde over jullie kliniek, dat mensen werden omgetoverd tot baby'tjes en werden verkocht.' De rechercheur barst in lachen uit.
Joke lacht mee, maar ik zie aan haar ogen dat het gespeeld is.
'Al zouden we willen, met al dat toezicht van tegenwoordig zouden we niet eens kunnen.' Zegt ze
'Nee precies, maar goed wat doen we met deze dame?' De rechercheur knikt in mijn richting.
Joke kijkt me onderzoekend aan, ze doet net of ze me niet herkend.
Ze pakt een van mijn armen en maakt er een paar bewegingen mee, ik houd ze zo slap mogelijk. Mijn hart bonkt in mijn keel. Ik hoop maar dat ze niks ontdekt.
'Ik voel geen spierspanning, maar dat zegt niet alles. Maar ik zal voor de zekerheid de riempjes weer vast maken. Dan kan ze in ieder geval niet uit de rolstoel vallen.' Zegt ze.
Geroutineerd maakt Joke alle gespen vast, voor ik er erg in heb zit ik weer aan de rolstoel gekluisterd.

Tevreden kijkt Joke me aan een flauwe glimlach om haar lippen.
'Maar om zekerheid te hebben zal ik haar verder moeten onderzoeken in de kliniek.' Ik voel het bloed uit mijn gezicht wegtrekken, het is duidelijk dat Joke er eerst voor heeft gezorgd dat ik veilig vastgebonden was, voor ze haar voorstel deed.
Ik ruk en trek aan de riempjes, maar die geven geen milimeter mee, ik schreeuw het uit maar het zijn slechts onverstaanbare kreten.
'Waar komt dit ineens van doen?' Vraagt de rechercheur verbaasd aan Joke.
'Dit soort woedeaanvallen zijn niet ongebruikelijk bij bepaalde aandoeningen, die komen soms uit het niets, reden te meer dat ze beter mee kan gaan naar de kliniek.'
'Dit is wel tegen het protocol, ik kan arrestanten niet zo maar in een willekeurige kliniek laten opnemen, daar komt een hoop papierwerk bij kijken.'
'Het is het beste voor haar en bovendien..' Joke haalt een paar keer demonstratief adem door haar neus. '....denk ik dat mevrouwtje hier ook wel toe is aan een schone luier.
Joke heeft gelijk, van de schrik en spanning heb ik gepoept.

De rechercheur ruikt het nu ook en kijkt mij met een vies gezicht aan.
'Verschonen of papierwerk?' Vraagt Joke lachend.
'Vooruit dan maar', stemt hij in.
'Mooi, mooi,' Joke kijkt opgelucht. 'Ik bel meteen, dan komt mijn verpleging haar halen.'
'Dan licht ik haar moeder wel in.' De rechercheur pakt zijn mobieltje.
'Wacht!' Roept Joke en ik hoor lichte paniek in haar stem. 'geef haar nummer anders maar even, dan bel ik haar wel zodra we Sophie hebben geinstalleerd, dan kan ik meteen afspraak maken over bezoek enzo.'
Ik zit er als versteend bij, het gaat nu razendsnel,
'Heb je nog begeleiding nodig van een agent? Vraagt de rechercheur.
'Nee, dat is niet nodig, ze zit goed vast in de rolstoel, en in de kliniek zijn we wel wat gewend, mocht ze lastig gaan doen.'
Joke en de rechercheur laten me zonder iets te zeggen alleen. De celdeur laten ze gewoon open staan, blijkbaar in de wetenschap dat ik toch niet weg kan.

Na, ik schat, ongeveer een half uur wachten, komt er een man in verplegerskleding mijn cel binnen
'Hoi ik, ben Jasper en jij bent Sophie, niet waar?' Klinkt hij opgwekt.
'Zo'n politiecel is toch niets voor zo'n kleine meid, kom maar met Jasper mee, dan zullen we jou eens lekker gaan verzorgen.'
Even later zit ik in een rolstoelbusje en na een korte rit rijden we door de hoge, met prikkeldraad afgezette hekken van de kliniek.
Jasper rijdt me naar binnen waar Marion me staat op te wachten. Marion de verpleegster die me vanaf de eerste dag dat ik in de kliniek kwam heeft verzorgd, zij heeft gezien hoe ik langzaam in eeen baby'tje veranderde.
'Zo Sophietje welkom terug, dit had ik niet verwacht. Ik heb gehoord dat jij niet helemaal als een goed baby'tje hebt gedragen, dat kan natuurlijk niet , daar gaan we eens even wat aan doen. Maar eerst gaan we jou eens lekker verschonen.'

Samen met Jasper, die de rolstoel duwt, gaan we blijkbaar naar de afdeling waar de 'baby's' liggen, de deelnemers aan he medicijn programma van de kliniek die bijna zo ver zijn dat ze kunnen worden geadopteerd. Ik herken de rij van 6 babybedjes aan elke kant, sommige zijn bezet.
Jasper en Marion maken de riempjs van de rolstoel los en tillen mij op het verschoonkussen. Marion houdt een speentje voor mijn mond, in een reflex hap ik toe.
"Goed zo, meisje, die wil je dus nog wel' Zegt Marion tevreden. Marion kleedt me uit en begint mijn blote buik te kietelen. Tegen mijn wil in begn ik te lachen, nou ja het is meer kraaien van plezier. Ondanks mijn benarde situatie geniet ik wel van de verzorging door Marion, die me als een echt baby'tje behandeld en toespreekt. Na de nare en emotionele ervaring in de cel vandaag, ben ik blij met aandacht van Marion. Ik kan mijn tranen opeens niet meer bedwingen en barst in een flinke huilbui uit.
'Meisje, meisje, moet jij zo huilen, dat geeft helemaal niet, dat is juist goed, bij Marion ben je veilig.'
Net als ik klaar ben met verschoond te worden en ik een flinke luier het omgekregen en het bekende witte rompertje van de kliniek, komt Joke Koenen binnen.'
'Hoe is het met haar?' Vraagt ze aan Marion.
"Nou er zit nog genoeg baby emotie in en is ze ook gewoon onzindelijk. Maar ik kan niet verklaren waarom ze twee weken geleden ineens kon lopen.' Antwoordt Marion
'We moeten haar maar even goed in de gaten houden.'
'Wat een geluk trouwens dat de politie jou belde, we moeten er toch niet aandenken wat er was gebeurd als ze haar medicijnen een paar dagen niet zo hebben gekregen in die cel.'
'Mee eens, maar ik ken die recheceur inmiddels goed en die is helemaal op onze hand, hij heeft geen flauw benul wat we hier allemaal doen.' Zegt Joke waarna ze zich tot mij wendt.
'Jij bent wel een kleind handenbindertje aan het worden. Maar jij hoeft je geen zorgen te maken dat de politie je voor de mood op je stiefvader zal gaan vervolgen, we kunnen echt wel aannemelijk maken dat je echt gehandicapt bent. Wij gaan er eens goed voor zorgen dat niemand er meer aan twijfelt dat jij eigenlijk op het niveau zit van baby'tje van 6 maanden.'
Ik moet slikken, het klinkt onheilspellend.
Ik besef dat het ook buiten de kliniek niet veilig is en de politie me ook niet zal helpen.
Anderhalf uur geleden had ik nog hoop dat het einde van mijn gevangenschap als baby'tje misschien wel aanstaande was, nu lijkt mijn vrijheid verder weg dan ooit. (Wordt vervolgd)
 
Laatst bewerkt:

Peter1970

Superlid
De proefpersoon 2 'Het genootschap' deel 3.

'Nou geef haar maar een spuitje, dan is ze lekker even rustig en zien we morgen verder' zegt Joke.
Niet veel later voel ik een prik in mijn arm en wordt alles zwart.
Als ik mijn ogen open doe, heb ik een deja vu gevoel. Ik lig in een van de babybedjes in de grote baby ruimte, ik lig volledig gefixeerd zoals ik me dat nog van de vorige keer kon herinneren. Ik weet ook wat er komen gaat, ze zullen weer oefeningen met me gaan doen. Ik hoop dat ik ze weer voor de gek kan houden door te veinzen dat ik mijn armen en benen niet kan bewegen.
Ik ben wel bang dat ze me dit keer heel kritisch zullen bekijken, dat filmpje laat wel heel duidelijk zien dat ik prima kan lopen. Zo snel als vorige keer, na die ontsnapping met Inez, zal ik wel niet naar huis mogen. Voor zover ik kan zien is het niet heel druk op de afdeling. Verderop hoor ik iemand huilen. Ik hoor een verpleegster naar het gehuil lopen. Hoewel de ik het niet kan verstaan hoor ik de verpleegster kalmerende geluidjes mnaken. Even later zie ik het lachende gezicht van Marion over mijn bedje buigen.
'Dag schatje heb je lekker slaapjes gedaan.' Ik hoor me zelf lachen, het gelach van een baby. Het is blijkbaar ochtend, Marion en een andere verpleegster, die ik niet ken, halen een voor iedereen uit zijn of haar bedje. Ik hoor baby gelach en gehuil, en troostende woordjes. Ook ik word uit mijn bedje gehaald en en op het verschoonkussen gelegd.
'Ik had het kunnen weten.' Zucht Marion, je bent helemaal doorgelekt, na dat spuitje hadden we je een dikkere luier om moeten doen. Maar het geeft niet.'
Ondanks de bizarre situatie, er worden hier vijf volwassen baby's verschoond, aangekleed en in een rolstoel gezet, voel ik me erg op mijn gemak, Het is heerlijk om door Marion te worden verschoond, ze behandelt me echt als een baby'tje en dat geeft me een heel goed gevoel. Even later staan we in een halve cirkel, een voor een krijgen we te eten en een flesje.

Ik kan mijn mede 'baby's' nu eens bekijken. Het zijn twee jongens en twee meisjes. Bij drie van hen zie ik aan de oogopslag dat ze al vrijwel helemaal in een babyfase zitten, het is dezelfde lege blik die ik ook bij Inez zag. Bij een van de jongens zie ik echter meer angst in zijn ogen, zo te zien is hij zich nog bewust van wat hem overkomt. Ik me vraag me af in hoeverre hij fysiek al is afgetakeld.
Na het ontbijt is het tijd voor de oefeningetjes. Ik weet dat dit bedoeld is om na te gaan of we voldoede baby zijn om te kunnen worden verkocht, of ter adoptie aangeboden zoals ze dat hier eufemistisch zeggen . We liggen allemaal op een groot kleed en de verpleegsters proberen ons te laten kruipen en staan.
Het is een koddig gezicht een van de jongens staat aan ze handen vastgehouden een beetje trillend op zijn beentjes zijn geluierde kont steekt, als bij een echte baby, flink naar achteren, hij ploft op zijn kont en gaat van schrik huilen. Marion troost hem met een speentje en hij is snel rustig.
Dan ben ik aan de beurt, Marion probeert mij omhoog te trekken, maar ik houd mijn benen slap. Marion laat me weer op mijn kont zakken. Ik vermoed dat ze wil kijken of ik wel zelf kan blijven zitten. Ik laat me omvallen. Marion kijkt me bedenkelijk aan. Net op dat moment komt Joke de zaal op lopen.
'Hoe gat het met haar.' En ze knikt in mijn richting.
'Ik weet het niet precies, ze is wel erg slap. Meestal zien we bij degenen die in de babyfase zitten toch wel iets van een poging om te blijven zitten of staan.
'Ik wil dit keer geen risico's, je weet wat je moet doen.'
Marion knikt.
Ik ben er niet gerust op. Het gaat me meer moeite kosten dan ik dacht. Ik moet blijkbaar beter acteren. De rest van de dag verloopt zoals ik van de kliniek gewend ben, veel slapen, een rondje door de binnentuin. Kortom mijn baby behoeftes worden optimaal bevredigd. Ook 's nachts in bed ben ik positief gestemd, en heb er vertrouwen in dat ik Marion en Joke om de tuin kan leiden.
Maar de volgende dag bij de oefeningetjes krijg ik de schrik van mijn leven. Marion pakt mijn handen vast en trekt me overeind. Ik wil laten zien dat ik mijn best doe door een klein beetje mee te werken. Ik probeer mijn beenspieren aan te spannen. Maar dat heeft nauwelijks effect. Kortstondig sta ik een klein beetje op mijn hurken. Ik laat me vallen. Maar een heel naar gevoel bekruipt me, ik heb het idee dat ook al zou ik het gewild hebben, ik niet zou kunnen staan. Ik lig op mijn rug. Ik moet weten wat er aan de hand is. Maar ik mag me zelf niet verraden. Voorzichtig probeer ik een arm te bewegen. Het gaat moeizaam. Ik krijg 'm moeilijk in de lucht. De arm beweegt ook een kant op die ik niet wil.
Marion buigt zich over mij heen.
'Kijk nou eens, dat ziet er goed uit. Ja, dat is lastig he, als je iets wilt maar het lukt niet.'
Het lijkt erop dat Marion precies door heeft hoe ik me voel en wat er aan de hand is.
Ik maak me in tussen grote zorgen, maar kan moeilijk nu uit proberen wat ik nog kan.
Als we na het oefeningen doen weer in de rolstoel zitten komt Joke een kijkje nemen.
'Hoe gaat het met Sophie? Vraagt ze direct aan Marion.
'Ja gaat goed, de verhoogde dosis begint al te werken. Dat wil zeggen dat ze nu reageert zoals verwacht. Ze probeert wel gericht te bewegen, maar ze mist de coordinatie.'
'Mooi, zo, ik stel voor nog even 1 nachtje aan te kijken, maar dan kan ze morgenmiddag naar huis. Ik zal haar moeder waarschuwen.'
'Zo Sophietje, dan mag je weer naar huis.' Ze strijkt even over mijn wang, ik zie een triomphantelijk lachje rond haaar lippen.

Ik zit in de rolstoel mijn benen zijn met riempjes vastgebonden en met een tuigje zit mijn bovenlichaam tegen rugleuning gesnoerd. Maar mijn armen en handen zijjn vrij, ze liggen op een soort tafelblad van mijn rolstoel. Marion en de andere verpleegster zijn met andere zaken bezig. Goed moment om eens te kijken wat ik nog kan. Ik probeer mijn rechter duim te bewegen. Maar er gebeurt niets. Met mijn linker lukt het ook niet. Ik probeer mijn hand tot een vuist te ballen. Mijn vingers verkrommen een beetje. Het knuffeltje dat voor me op het tafelblad ligt probeer ik te pakken. Het lukt me een arm op te tillen, maar in een ongecontroleerde beweging zwiep ik het knuffeltje van het blad op de grond. Van pure frustratie begin ik te huilen. Marion komt naar mij toe.
'Och meisje is je knuffeltje gevallen.' Ze raapt het op en drukt het in mijn hand.
'Zo en nu niet meer gaan huilen.' Zegt ze.
Maar ik ga alleen maar harder huilen nu ik besef dat ik nu echt geen controle meer over mijn spieren heb.
Marion probeert me te troosten en stopt een speentje in mijn mond, maar niets helpt.
Het dringt tot me door dat ik niet alleen gevangene ben van mijn moeder, maar ook van mijn eigen lichaam.
Alle hoop om hier zelfstandig uit te komen is de afgelopen vijf minuten vervlogen. De tranen stromen over mijn wangen.
Marion streelt door mijn haar.
'Rustig maar, we zullen goed voor je zorgen.' Zegt ze, alsof ze precies weet wat ik voel. (wordt vervolgd).
 
Laatst bewerkt:

Peter1970

Superlid
De proefpersoon 2 'het genootschap' Deel 4

'Welterusten meisje. Morgen mag je vast naar huis.' Marion kijkt me blijmoedig aan.
Ze geeft me een kus op mijn voorhoofd en stopt een speentje in mijn mond. Dat helpt iets.
Ik ben nog steeds in een berdroefde stemming. Ik heb de hoop verloren dat het goed zal komen. Zolang ik mijn armen en benen nog kon gebruiken was die hoop er nog.
Ik zal de rest van mijn leven als afhankelijk baby'tje slijten, en hoe goed mijn moeder ook voor me zal zorgen. En hoe zeer ik er ook van kan genieten om als baby'tje behandeld te worden.
Wat me wel opvalt is dat ik nog wel kan denken als een volwassene. Als ik naar de volwassen baby's hier op de afdeling kijk dan zie ik bij een aantal een blik in hun ogen die doet vermoeden dat ze ook geestellijk op het niveau van een baby functioneren.
Ik zag het ook bij Inez. Ik vraag me wel af wat beter is. Inez voelt zich misschien gewoon een baby en weet niet beter. Ze is er zich niet van bewust in wat voor toestand ze zich bevindt.
Toch ben ik bang dat dat ook bij mij gebeurt. Ik hoop dat ik morgen weg mag hier. Dat ze niet besluiten me hier te houden en de dosis nog verder te verhogen.
Ik kan niet slapen en lig te woelen in mijn bed, voorzover dat althans mogelijk is door de fixatie banden. Uiteindelijk val ik bezweet in slaap.

'Goedemorgen.' Klinkt de opgewekte stem van Marion, ze klapt de spijltjes van mijn bed weg en begint de fixatie banden los te maken. Zodra mijn armen los zijn probeer ik ze te bewegen. Ze zwaaien alle kanten op en ik geeft Marion een flinke pets terwijl ze mijn enkels probeert los te maken.
'He, kleine meid, doe je een beetje voorzichtig met me.' Zegt ze lachend.
Marion trekt het speentje uit mijn mond, dit vind ik vervelend en mijn onderlip begint te trillen. Marion houdt het speentje voor mijn gezicht.
'Pak het maar.' Daagt ze me uit.
Met wilde arm gebaren probeer ik het te pakken, maar ik kom niet eens in de buurt.
'Ik plaag je maar een beetje.' En ze stopt het speentje terug in mijn mond. Marion kijkt me heel tevreden aan.
' En dat ziet er ook goed uit' als ze even later op de kommode de volgeplaste en verzadigde luier openmaakt. Efficient word ik verschoond, voor ik het weet zit ik met een schone luier in mijn rompertje in de rolstoel.
Als de andere 'baby's' ook verschoond zijn worden we gevoerd. In een ongecontroleerde beweging maai ik het lepeltje pap uit Marion's handen.
"Lijkt me beter als ik ze even vastbind.' Zegt ze

Na het ontbijt is het weer tijd voor de oefeningen. Joke komt speciaal naar mij kijken
Ik doe serieus mijn best, maar heb totaal geen controle. 'Goed zo, precies wat ik verwachtte.' Zegt Joke tevreden.
'Vanochtend deed ik een testje of ze haar speentje kon pakken, dat ging ook goed.'
Ok besluit Joke, 'maak haar maar klaar, dan bel ik haar moeder.
Ik krijg een schone luier en jurkje en wordt vervolgens 'klaar gezet' in de wachtruimte, gefixeerd in mijn rolstoel.
Het lijkt een eeuwigheid te duren, maar eindelijk komt mijn moeder mij halen. Ze vliegt me om de nek. 'Och kindje ik heb je zo gemist.'
'We hebben de dosering van de medicijnen verhoogd, we hebben het uitgebreid getest ze kan echt niet meer lopen. U zult geen last meer van haar hebben. Hooguit zal ze af en toe wat ongecontroleerd met haar armen zwaaien. Ik beschouw het als laatste stuiptrekkinkjes die in de loop van de tijd wel zullen slijten.' Zegt Joke
'Nou kleine deugniet.' Ik hoop dat je ons niet meer tot last zult zijn.' Joke knijpt even in mijn wang.

'Ik ben zo bliij dat je weer thuis bent.' Zegt mijn moeder. Ze trekt de zware voordeur achter me dicht en draait die gelijk op het nachtslot. Ik slik, het voelt als een gevangenis.
'Van die nare politieman hebben we gelukkig ook geen last meer, dankzij die lieve dokter Koenen.
We kunnen gelukkig samen weer gewoon verder gaan met ons leventje.'
Ik ben het met haar eens, met dit verschil dat ik nu geen enkele hoop meer heb om uit dat 'leventje' te komen.
'Wat kijk je verdrietig, meisje, maar het is voorbij, je hoeft niet meer naar de gevangenis of de kliniek. Vanaf nu zal mammie altijd voor je zorgen.'
Dit is precies waar ik bang voor ben.

Mijn leven keert terug naar zijn oude ritme. Mijn moeder zorgt goed voor me. Er zijn ook zeker moment dat ik tevereden ben met miin overzichtelijke en simpele leventje, van de dagelijkse routine van verschonen en gevoerd worden.
Langzaam verstrijken de weken en langzaam vervliegt ook mijn hoop op een wonder.

'Goedemorgen Sophie.'
Mijn moeder komt mijn babykamer binnen.
'Heb je lekkere slaapjes gedaan.' Ze buigt zich over mijn bedje.
'Kiekeboe' zegt ze, ik hoor me zelf kraaien van plezier, ik verbaas me er telkens over dat ik reageer als een echte baby zonder dat ik dat wil.
'Och, je speentje is uit je mond gevallen.'
Ze stopt het terug in mijn mond ik begin er direct op te sabbelen.
Mijn moeder maakt de banden van mijn bed los.
Vervolgens rijdt ze het bed naar de verschoontafel. Ze rolt me op de verschoontafel.
Sinds ik mijn armen en benen niet meer kan bewegen, lukte het mijn moeder steed moeilijker om me te vertillen. Ondanks dat mijn moeder een sterke en stevige vrouw is en ik tamelijk tenger ben. Toen ik mijn armen en benen nog wel kon gebruiken, hielp ik stiekem wel een beetje mee, door op een arm te steunen of zo, maar ja dat gaat dus niet meer.
Daarom hebben we nu een verrijdbaar bed en en verrijdbare verschoontafel, die ook nog eens in hoogte verstelbaar is. Hierdoor kan ik zo van de tafel in bad worden gerold. We hebben zelfs een speciaal lifjte om me in en uit bad te tillen.

'We gaan vandaag naar Tante Thea, want die is jarig.'
Oh leuk, denk ik, een uitje is nooit weg, in mijn leven gebeurt immers verder niet zoveel.
'Het is een flink stuk rijden. Dus we moeten een beetje opschieten. Je moet er wel een beetje leuk uitzien, wat zal ik je eens aantrekken?' Zegt mijn moeder, nadat ze me verschoond heeft.'
Ze trekt me een roze jurkje met kniekousjes aan.
'Wat zie je er snoezig uit.' Roept ze uitgelaten.
Als je iedereen wil laten geloven dat ik drie jaar ben, dan is dit de goede keus, denk ik.

Na een haastig ontbijtje zitten we in de auto. Het is inderdaad een flink eind rijden.
'Even tanken' zegt mijn moeder.
Mijn moeder controleert voor de zekerheid mijn luier, maar ik hoef niet verschoond te worden. Nadat ze getankt heeft loopt mijn moeder naar het winkeltje. Bij het benzinestation is het een druk komen en gaan van auto's. Er staat dan ook een enorme rij bij de kassa, mijn moeder sluit achteraan aan. Plotseling stopt er een zwarte bestelbus naast me, waardoor ik mijn moeder niet meer kan zien. Dit vind ik niet fijn. Door mijn baby gevoelens raak ik van slag als ik mijn moeder niet kan zien. Ik ben wat ongerust.
Opeens hoor ik de achterdeuren van ons busje opengaan. Gelukkig! Denk ik, daar is ze weer. Wel verbaas ik me er over dat mijn moeder al terug is.
Iemand komt het busje in, dit klinkt anders dan mijn moeder, ik voel dat er iets mis is.
Ik kan me niet omdraaien, ik zie niet wat er gebeurt. Ik wil schreeuwen, maar voel dat er iets op mijn mond wordt geplakt. Ik krijg iets over mijn hoofd, alles wordt zwart.
Ze rijden me het busje uit en ik voel hoe ik waarschijnlijk in de bestel bus naast ons word geduwd. Met een klap slaan de deuren dicht en rijden we vrijwel direct weg.
Ontvoerd! Schiet het door mee heen, ik word ontvoerd. (wordt vervolgd)
 

Little Endy

Sayori the shy Enderman :3 (he/they)
Mijn anticipatie stijgt nu wel héél hoog met deze cliffhanger! Ik ben nu wel heel benieuwd hoe dit verder gaat, chapeau weer voor zo'n goed hoofdstuk!
 

Peter1970

Superlid
De proefpersoon 2 'het genootschap' deel 5

De adrenaline giert door mijn aderen. Ik probeer rustig adem te halen, ik moet me zelf onder controle krijgen.
Zodra ik enigzins bedaard ben probeer ik na te denken.
'Waarom zou ik ontvoerd worden?'
Het meest logische is vanwege het losgeld. Mijn ouders, nou ja nu dan alleen mijn moeder, zijn flink vermogend. En ik ben een makkelijke prooi. Aan de andere kant ben ik door mijn situatie ook lastig, ik moet verzorgd en verschoond worden. Ik vind het toch merkwaardig.
Te oordelen naar het gevoel in mijn kruis en de geur heb ik waarschijnlijk flink in mijn luier gepoept. Het zal vast wel door alle spanning komen.

We maken een flinke rit valt me op. Maar aan de vaak scherpe bochten en het afremmen en weer optrekken merk ik dat we al een poosje van de snelweg af zijn.
We stoppen eindelijk. Ik word uit het busje gereden, zo te horen zijn we in een schuur of iets dergelijks. Iemand duwt mijn rolstoel. Aan het gehobbel te oordelen rijden we over keitjes, het ruikt muf als een kelder.
Plotseling staan we stil.
'Laat me met haar alleen.' Hoor ik een vrouwenstem zeggen
Even later gaat de kap van mijn hoofd. Ik zie een gemaskerde persoon voor me staan. Ze heeft een lang wijd vallend gewaad aan, het masker bedekt haar hele gezicht, er is alleen een kleine uitsparing bij de mond en ogen.

Ik kijk rond, ik bevind me in een keldergewelf, het is tamelijk groot, maar schaars verlicht. Het meest opvallende is dat het volledig is ingericht als babykamer, voor volwassen baby's wel te verstaan.
Ik zie een ledikant met spijlen en ik herken de segufix banden. Er is een kommode, met een kast en een enorme luiervoorraad. Alles keurig gesorteerd. Ik wist niet een dat er zoveel verschillende soorten bestonden. Er naast staat een kast met babykleertjes, zoals rompertje. Zo te zien ook in alle maten.
In een hoek zie ik een speelkleedje met knuffeltje en speeltjes. Er is zefs een bad, maar geen toilet. Een hoek van het gewelf is ingericht als een soort keuken annex eethoek. Prominent staat er een reuze kinderstoel voor volwassenen, voorzien van enkel en polsbanden.
Feitelijk is alles er om een volwassenbaby te verzorgen.

De vrouw in het gewaad kijkt mij onderzoekend aan. Alsof ze probeert iets aan me te ontdekken.
'Sophie' zegt ze zachtjes. Bewust reageer ik niet. Ik heb besloten me zo babyachtig mogelijk te gedragen. Hoe meer ze denken dat ik tot niets in staat ben, hoe beter het voorlopig is.
'Sophietje, hoor je mij?' Probeert ze nog eens. De vrouwenstem komt me bekend voor, maar ik kan hem niet plaatsen.
Weer reageer ik niet.
'Ik weet niet of je me begrijpt Sophie maar we gaan hier goed voor je zorgen, we hebben alles om het baby'tjes naar hun zin te maken. Je zal zo dadelijk verschoond worden, want daar ben je zo te ruiken wel aan toe.'
Ze kijjkt me nog een keer strak aan in de hoop op een reactie. Maar ik geef geen krimp.
De vrouw in het gewaad draait zich om. Ze loopt het gewelf uit, een zware metalen deur valt in het slot.
Ik vrraag me af waar ik terecht ben gekomen.

Dit is niet een of andere geimproviseerde locatie voor een eenmalige ontvoering. De hele ruimte is ingericht alsof hier vaker volwassen baby's worden vastgehouden. En gezien de enorme voorraad luiers, waarschijnlijk voor langere tijd.
Ik vraag me nog steeds af met welk doel. Misschien ben ik wel in de handen gevallen een of ander pervers echtpaar, dat geen zin hadden voor me te betalen bij de kliniek. 250.000 euro uitgespaard, daar kun je een leuk keldertje mee inrichten. Denk ik cynisch.

Plotseling gaat er een klein lampje bij me branden. Een miniscuul lichtpuntje aan het eind van een lange tunnel. Voldoende om me een sprankje hoop te geven. Om me in mijn babytoestand te houden heb ik het medicijn uit de kliniek nodig. Stel nou dat mijn ontvoerders dat niet weten, dan is de kans aanwezig dat ik na een paar dagen de controle over mijn lichaam weer terug krijg. En dat biedt kansen.

Plotseling gaat de deur open. Er komen twee vrouwen binnen. Ze zijn sportief gekleed, met een zwarte legging en kort tanktopje. Glad achterover gekamt haar in paardestaartje, de een zwart en de ander blond, ze dragen ook allebei een masker. Het zelfde masker als dat van de vrouw in het gewaad.
'Dag Sophie, wij komen je verschonen.' Zeggen ze beiden in koor.
'Ik ben Kirsten.' Zegt de blonde
'En ik ben Birgit.'
Ze maken de banden van mijn rolstoel los. Birgit hurkt om mijn enkels los te maken. Kirsten rijdt de rolstoel naar de kommode. Samen tillen ze me uit de rolstoel op de kommode. Ze verblikken of verblozen niet, voorzover ik dat door hun maskers kan zien, als ze mijn volgepoepte luier open maken.
Geroutineerd worden mijn billen met babydoekjes schoongeveegd. Ze gaan heel liefdevol te werk. Ze zingen liedjes, kriebelen mijn buik een beetje en fluisteren lieve woordjes in mijn oor. Na alle spanning van de ontvoering, barst ik in huilen uit. Kirsten en Birgit troosten me en stoppen een speentje in mijn mond. Ik kalmeer enigzins. Het is duidelijk te merken dat ze dit vaker hebben gedaan.

Ik ben blij dat ik een schone luier om heb. Mijn jurkje en kniekousen laten ze uit, ik krijg alleen een rompertje aan. Ondanks dat ik een soort onderaards keldergewelf lijkt te zitten is het hier wel aangenaam warm.
Birgit en. Kirsten tillen me op het speelkleedje, ze gaan er zelf ook op zitten. Ze beginnen met me te spelen. Ik heb erg het gevoel dat ze proberen uit te vinden wat ik motorisch kan.
Hoewel ik momenteel echt niks kan, ben ik in ieder geval van plan niet te laten merken als het wel zo zou zijn.
Nu we zo met zijn drieen op het kleedje spelen, valt me iets op dat ik me door het schemerig licht nog niet eerder was opgevallen.
Het is dan ook niet zo zeer dat ik iets zie, maar het is meer een bepaald geluid. Bij bepaalde bewegingen hoor ik af en toe een zacht gekraak. Het is het typische geluid dat ik ook van mezelf ken, het krakende geluid van een luier. Ik let er eens goed op, maar ik weet zeker dat ik het niet ben. En als Kirsten zich even omdraait om een knuffeltje te pakken en ik vol zicht heb op haar kont weet ik het zeker. Ze draagt een luier! Even later zie ik het ook bij Birgit.
Ik lig hier dus op een kleedje in een of andere kelder te spelen met twee geluierde meisjes. Als ik zou kunnen zou ik me zelf knijpen om te kijken of ik niet droom (wordt vervolgd).
 
Laatst bewerkt:

Little Endy

Sayori the shy Enderman :3 (he/they)
Interessante wending heeft het genomen (die nu hoogstwaarschijnlijk naar de subtitel 'het genootschap' leeft), ben heel benieuwd hoe dit zich verder gaat ontplooien! :tmb
 

Peter1970

Superlid
De proefpersoon 2. 'Het genootschap' deel 6

De meisjes kijken of ik me van mijn rug op mijn buik kan draaien. Ze rollen me een klein beetje op mijn zij en hopen dat ik zelf verder draai, maar ik laat me telkens terug vallen op mijn rug.
Ondertussen verbaas ik me er nog steeds over dat ze beiden ook een luier dragen. Ik vraag me af of ze elkaar ook verschonen of dat ze het zelf doen.
Alsof Kirsten me gedachte heeft geraden steekt ze haar hand plotseling tussen de legging en de luier van Birgit.
'Zo meisje, jij mag ook wel eens een schone.' Zegt Kirsten.
'Ah nee he, het kan toch nog wel even?' Vraagt Birgit.
'Nee, je kent de regels, ga maar klaar liggen.'
Met duidelijk tegenzin klimt Birgit op de kommode.
'Het is zo gepiept.'
Kirsten pakt een speentje.
'Nee, geen speentje.' Roept Birgit.
'Kom niet zo flauw, ik volg ook alleen maar de regels. En ik weet dat je het best lekker vindt. Dus doe je mondje maar open. Goed zo, brave meid.'
Kirsten trekt vervolgens de legging van Birgit uit en maakt de luier open.
Ik lig verbouwereerd naar het tafereeltje te kijken.
'Regels?' Denk ik. Er zijn hier blijkbaar regels om elkaar te verschonen.

Nadat Birgit is verschoond is het spelen voorbij en word ik in de kinderstoel gezet, mijn polsen en enkels worden vast gegespt. Kirsten voert me een potje babyvoeding. Ik heb honger, dus het smaakloze hapje gaat zo naar binnen. Vervolgens word ik bij Birgit op schoot gelegd voor een grote fles melk. Ik kom helemaal tot rust. Als het flesje leeg is doezel ik weg.
'Goed zo meisje, tijd voor je bedje. Ik word nog een keer verschoond en vervolgen leggen ze me in het ledikantje en ik word zorgvuldig vastgebonden. Birgit en Kirsten praten tegen me zoals je tegen een echte baby praat.
'Gaat Spohietje zo lekkere slaapjes doen, want daar wordt je een grote meid van.' En meer van dat soort zinnetjes.
Met een kus op mij voorhoofd nemen ze afscheid.
Ik val vrijwel meteen in een diepe slaap.

Als ik weer wakker word heb ik niet meteen door waar ik ben.
Na poosje hoor ik de zware metalen door open gaan.
Birgit en Kirsten komen opgewekt binnen. Ze behandelen me net zo als gisteren, als volledige baby. Kirsten en Birgit blijven de hele dag bij me, behalve tijdens mijn middagslaapje.

De dagen daarop verlopen niet anders.Een groot deel van de dag wordt besteed aan spelletjes, die vooral gericht zijn op het ontwikkelem of testen van mijn motoriek. Het dag patroon is elke dag precies het zelfde, ik zie niemand anders dan Birgit en Kirsten, ook kom ik het keldergewelf niet uit. De twee meiden blijven me zonder uitzondering als baby behandelen. En telkens ben ik weer verbaasd als ze elkaar moeten verschonen, vooral vanwege het gemak hoe ze ermee omgaan, vooral Kirsten, Birgit heeft er wat meer moeite mee zo te merken.
'Oh Birgit, je moet me zo verschonen wat ik heb gepoept.' Roept Kirsten plotseling
'Kan dat niet even wachten?' Zegt Birgit met duidelijke tegenzin.
'Niet te lang, de regel is dat poepluiers zo snel mogelijk moeten worden verschoond.'
'Jahaa, ik weet het.' Zucht Birgit.

Na een paar dagen merk ik dat ik weer controle begin te krijgen over mijn armen en benen. Als ik alleen ben probeer ik heel zachtjes of ik al kan praten. Dat lukt tot mijn opluchting ook steeds beter. Van binnen juich ik van geluk. Maar ik laat er niks van merken. Hoewel ik nog niet precies weet hoe ik hier moet ontsnappen, doe ik alsof ik nog niks kan.
Ik merk dat Kirsten en Birgit hier een beetje gefrustreerd van raken. Het lijkt er sterk op alsof zij hadden verwacht dat ik me zou ontwikkelen.
'Kom Sophie werk nou eens mee.' hoor ik ze een paar keer verzuchten.
De postitieve ontwikkkeling geldt helaas niet voor mijn sluitspieren. Kirsten en Birgit krijgen dan ook verschrikelijk de slappe lach als ze tijdens de oefeningetjes mijn, blijkbaar verbaasde, gezicht zien, doordat mijn luier met veel gerommel en lawaai wordt gevuld. Ik schaam er wel voor, maar ze vinden het geen probleem om te verschonen.

Als we een paar dagen later aan de dagelijkse oefeningen willen beginnen komt de vrouw die me de eerste keer toesprak het gewelf binnen. Ze draagt hetzlefde wijde gewaad en masker.
'Laat maar zien.' Zegt ze.
Birgit en Kirsten leggen me op het speelkleedje. Ze doen wat oefeningen met me, ik moet allerlei dingetjes pakken. Ik doe net of ik niks kan.
'Zie je wel ' zegt Kirsten.
'Ze kan nog niks.' Vult Birgit aan.
'Dat is vreemd zegt de vrouw in het gewaad, het effect van de medicijnen moet nu toch wel zo'n beetje zijn uitgewerkt.
Ik schrik. Ze weten dus van het medicijn!
'Maar dat betekent dat ze hier niet kan blijven. 'concludeert Kirsten. 'Jammer ik vind haar wel een schatje.'
'Ja, maar jullie kennen de regels.'
De vrouw in het gewaad buigt zich over mij heen.
'Jammer dat er voor jou niet meer inzit Sophietje.'
Weer meen ik de stem te herkennen, de stem klinkt in ieder geval vertrouwd. Ik besef dat ik nu op een tweesprong sta. Als ik nu mijn toneelspel van hulpeloos baby'tje voortzet moet ik hier weg. Geen flauw idee waarna toe, mijn moeder? De Kliniek?
Maar als ik blijkbaar laat zien dat de medicijnen, in ieder geval deels, zijn uitgewerkt dan kan ik blijven, maar ik weet ook niet wat dat betekent. Ik ben inmiddels wel aan Kirsten en Birgit gewend geraakt. Ik heb ook het gevoel dat ze in principe het beste met me voor hebben. Hun doel was immers om me de afgelopen dagen in ieder geval om me uit mijn babyfase te halen.
'Nou ik weet genoeg.' Zegt de vrouw in he gewaad. Ze draait zich om en wil weglopen.
'Wacht!' Roep ik, het klinkt als schor gepiep.
Ze draait zich om.
Ik wil laten zien wat ik kan, door me op mijn buik te draaien, maar dat valt nog vies tegen. UIteindelijk lukt het me, ik druk me wat overeind, maar ik mis de kracht.
'ik kan al wel wat.' Zeg ik schor.
Hoewel ik bij de drie dames hun gezicht niet kan zien, merk ik de opluchting .
'Voorzichtig zegt Kirsten.' Je spieren zijn nog niks gewend.
Kirsten en Birgit helpen me in de rolstoel, hoewel nog zwak ben ik blij dat ik weer min of meer op me benen kan staan.
De vrouw in het gewaad, kijkt me nu strak aan.
'Ik ben blij dat je toch progressie hebt gemaakt. Maar dat betekent wel dat ik je nu een keuze moet voorleggen. "Birgit, Kirsten, kunnen jullie ons alleen laten.'
Zodra ze weg zijn begint de vrouw op serieuze en samenzweerderige toon tegen me te praten.

'De keuze die ik je ga voorleggen is geen eenvoudige, je zult de keuze moeten maken op je gevoel, ik kan en mag je namelijk niet alle feiten geven. Er zijn twee opties, of je kiest voor ons, je blijft dan hier en werkt samen met ons aan ons doel. Je verbindt je onvoorwaardelijk en we verwachten dat je je aan je beloftes zult houden, daartegenover staat dat we je beschermen en dat je altijd op onze steun kunt rekenen. Of je kiest niet voor ons. Je bent vrij om te gaan en staan waar je wilt. Maar je staat er alleen voor, wij beschermen je niet.
Ik moet denken aan de film de Matrix. 'Hoe bedoel je, wij beschermen je niet? Tegen wie?' Vraag ik.
'Ik kan en mag helaas niet meer zeggen, maar ik denk wel dat je weet wat ik bedoel.
'Het enige dat ik kan zeggen is dat we graag zouden willen dat je bij ons blijft.'
'En als ik kies om niet te blijven?'
'Dan ga je naar een andere lokatie, zodra je weer volledig kunt lopen en praten, laten we je gaan.'
'Waar naar toe?'
'Dat bepaal je zelf, naar huis bijvoorbeeld'
Naar huis? denk ik, ik kan me er niks bij voorstellen, ik ben nu zo'n half jaar weg, mijn woning is misschien wel ontruimd, ik heb geen sleutel, geen ID. Het voelt opeens of ik op een koude desolate vlakte sta. Ik ben bang. Maar wat is mijn alternatief? Ik moet denken aan Birgit en Kirsten, die het steeds hebben over de regels, en dat ze luiers dragen. Ik vraag me af of dat ook voor mij gaat gelden. Het is wel veilig en beschermd, ik voel dat ik nog niet toe ben aan de stap in de buitenwereld.'
'Je mag er 12 uur over denken' onderbreekt de vrouw mijn gedachte. (Wordt vervolgd)
 
Thread starter Similar threads Forum Replies Date
H Meedoen als betaald medische proefpersoon. Pub 3
Similar threads

Bovenaan