De proefpersoon 2 'Het Genootschap' deel 2
Wat komt zij hier opeens doen? Vraag ik me af, het is in ieder geval geen goed teken.
'Kijk Joke, het probleem is dus dat haar moeder bij hoog en laag beweerd dat ze gehandicapt is, maar je hebt het filmpje net gezien, ik geloof daar dus niks van.' Zegt de rechercheur met een afkeurende blik op mij.
'Maar ze wil niet meewerken althans ze zegt niets. Vandaar dat ik je heb gevraagd even langs te komen.'
'Heel goed dat je dat gedaan hebt, Hans.' Hoor ik Joke zeggen.
Het valt me op dat die twee wel heel amicaal met elkaar omgaan. Ik heb een raar gevoel in mijn buik en ik ben blij dat ik tot nu toe nog wat terughoudend heb gereageerd.
'Het deed me denken aan die jongen laatst die uit jullie kliniek was weggelopen. Je weet wel die we toen in verwarde toestand met alleen luier om langs de kant van de weg vonden.'
Joke werpt even een blik op mij, alsof ze een inschatting maakt wat ze wel of niet kan zeggen.
'Ja die zat in een angstpsychose, angst doet gekke dingen met de mens.'
'Nou zeker, die onzin die hij uitkraamde over jullie kliniek, dat mensen werden omgetoverd tot baby'tjes en werden verkocht.' De rechercheur barst in lachen uit.
Joke lacht mee, maar ik zie aan haar ogen dat het gespeeld is.
'Al zouden we willen, met al dat toezicht van tegenwoordig zouden we niet eens kunnen.' Zegt ze
'Nee precies, maar goed wat doen we met deze dame?' De rechercheur knikt in mijn richting.
Joke kijkt me onderzoekend aan, ze doet net of ze me niet herkend.
Ze pakt een van mijn armen en maakt er een paar bewegingen mee, ik houd ze zo slap mogelijk. Mijn hart bonkt in mijn keel. Ik hoop maar dat ze niks ontdekt.
'Ik voel geen spierspanning, maar dat zegt niet alles. Maar ik zal voor de zekerheid de riempjes weer vast maken. Dan kan ze in ieder geval niet uit de rolstoel vallen.' Zegt ze.
Geroutineerd maakt Joke alle gespen vast, voor ik er erg in heb zit ik weer aan de rolstoel gekluisterd.
Tevreden kijkt Joke me aan een flauwe glimlach om haar lippen.
'Maar om zekerheid te hebben zal ik haar verder moeten onderzoeken in de kliniek.' Ik voel het bloed uit mijn gezicht wegtrekken, het is duidelijk dat Joke er eerst voor heeft gezorgd dat ik veilig vastgebonden was, voor ze haar voorstel deed.
Ik ruk en trek aan de riempjes, maar die geven geen milimeter mee, ik schreeuw het uit maar het zijn slechts onverstaanbare kreten.
'Waar komt dit ineens van doen?' Vraagt de rechercheur verbaasd aan Joke.
'Dit soort woedeaanvallen zijn niet ongebruikelijk bij bepaalde aandoeningen, die komen soms uit het niets, reden te meer dat ze beter mee kan gaan naar de kliniek.'
'Dit is wel tegen het protocol, ik kan arrestanten niet zo maar in een willekeurige kliniek laten opnemen, daar komt een hoop papierwerk bij kijken.'
'Het is het beste voor haar en bovendien..' Joke haalt een paar keer demonstratief adem door haar neus. '....denk ik dat mevrouwtje hier ook wel toe is aan een schone luier.
Joke heeft gelijk, van de schrik en spanning heb ik gepoept.
De rechercheur ruikt het nu ook en kijkt mij met een vies gezicht aan.
'Verschonen of papierwerk?' Vraagt Joke lachend.
'Vooruit dan maar', stemt hij in.
'Mooi, mooi,' Joke kijkt opgelucht. 'Ik bel meteen, dan komt mijn verpleging haar halen.'
'Dan licht ik haar moeder wel in.' De rechercheur pakt zijn mobieltje.
'Wacht!' Roept Joke en ik hoor lichte paniek in haar stem. 'geef haar nummer anders maar even, dan bel ik haar wel zodra we Sophie hebben geinstalleerd, dan kan ik meteen afspraak maken over bezoek enzo.'
Ik zit er als versteend bij, het gaat nu razendsnel,
'Heb je nog begeleiding nodig van een agent? Vraagt de rechercheur.
'Nee, dat is niet nodig, ze zit goed vast in de rolstoel, en in de kliniek zijn we wel wat gewend, mocht ze lastig gaan doen.'
Joke en de rechercheur laten me zonder iets te zeggen alleen. De celdeur laten ze gewoon open staan, blijkbaar in de wetenschap dat ik toch niet weg kan.
Na, ik schat, ongeveer een half uur wachten, komt er een man in verplegerskleding mijn cel binnen
'Hoi ik, ben Jasper en jij bent Sophie, niet waar?' Klinkt hij opgwekt.
'Zo'n politiecel is toch niets voor zo'n kleine meid, kom maar met Jasper mee, dan zullen we jou eens lekker gaan verzorgen.'
Even later zit ik in een rolstoelbusje en na een korte rit rijden we door de hoge, met prikkeldraad afgezette hekken van de kliniek.
Jasper rijdt me naar binnen waar Marion me staat op te wachten. Marion de verpleegster die me vanaf de eerste dag dat ik in de kliniek kwam heeft verzorgd, zij heeft gezien hoe ik langzaam in eeen baby'tje veranderde.
'Zo Sophietje welkom terug, dit had ik niet verwacht. Ik heb gehoord dat jij niet helemaal als een goed baby'tje hebt gedragen, dat kan natuurlijk niet , daar gaan we eens even wat aan doen. Maar eerst gaan we jou eens lekker verschonen.'
Samen met Jasper, die de rolstoel duwt, gaan we blijkbaar naar de afdeling waar de 'baby's' liggen, de deelnemers aan he medicijn programma van de kliniek die bijna zo ver zijn dat ze kunnen worden geadopteerd. Ik herken de rij van 6 babybedjes aan elke kant, sommige zijn bezet.
Jasper en Marion maken de riempjs van de rolstoel los en tillen mij op het verschoonkussen. Marion houdt een speentje voor mijn mond, in een reflex hap ik toe.
"Goed zo, meisje, die wil je dus nog wel' Zegt Marion tevreden. Marion kleedt me uit en begint mijn blote buik te kietelen. Tegen mijn wil in begn ik te lachen, nou ja het is meer kraaien van plezier. Ondanks mijn benarde situatie geniet ik wel van de verzorging door Marion, die me als een echt baby'tje behandeld en toespreekt. Na de nare en emotionele ervaring in de cel vandaag, ben ik blij met aandacht van Marion. Ik kan mijn tranen opeens niet meer bedwingen en barst in een flinke huilbui uit.
'Meisje, meisje, moet jij zo huilen, dat geeft helemaal niet, dat is juist goed, bij Marion ben je veilig.'
Net als ik klaar ben met verschoond te worden en ik een flinke luier het omgekregen en het bekende witte rompertje van de kliniek, komt Joke Koenen binnen.'
'Hoe is het met haar?' Vraagt ze aan Marion.
"Nou er zit nog genoeg baby emotie in en is ze ook gewoon onzindelijk. Maar ik kan niet verklaren waarom ze twee weken geleden ineens kon lopen.' Antwoordt Marion
'We moeten haar maar even goed in de gaten houden.'
'Wat een geluk trouwens dat de politie jou belde, we moeten er toch niet aandenken wat er was gebeurd als ze haar medicijnen een paar dagen niet zo hebben gekregen in die cel.'
'Mee eens, maar ik ken die recheceur inmiddels goed en die is helemaal op onze hand, hij heeft geen flauw benul wat we hier allemaal doen.' Zegt Joke waarna ze zich tot mij wendt.
'Jij bent wel een kleind handenbindertje aan het worden. Maar jij hoeft je geen zorgen te maken dat de politie je voor de mood op je stiefvader zal gaan vervolgen, we kunnen echt wel aannemelijk maken dat je echt gehandicapt bent. Wij gaan er eens goed voor zorgen dat niemand er meer aan twijfelt dat jij eigenlijk op het niveau zit van baby'tje van 6 maanden.'
Ik moet slikken, het klinkt onheilspellend.
Ik besef dat het ook buiten de kliniek niet veilig is en de politie me ook niet zal helpen.
Anderhalf uur geleden had ik nog hoop dat het einde van mijn gevangenschap als baby'tje misschien wel aanstaande was, nu lijkt mijn vrijheid verder weg dan ooit. (Wordt vervolgd)