Ik was dertien jaar.
Mijn ouders waren teleur gesteld in mij.
De redenen ik droeg plasticbroekjes en luiers, wegens bedplassen.
Die ik kunstmatig in stand hield.
Om de redenen ik vond plasticbroekjes heerlijk zitten.
Tussen twee haakjes, ik vind het nog steeds heerlijk.
Op een geven moment moest ik van mijn moeder naar de dokter.
En moest een onderzoek komen en dus stuurden zij naar het ziekenhuis.
Ik moest daar heen, als ik wilde of niet.
Daar bij die arts kreeg ik een broekje, waar ik in plaste een lawaai veroorzaakte.
Ik moest zindelijk worden, als ik wilde of niet.
Dus werkte ik tot een bepaalde hoogte mee, en na een maand was ik droog.
Na opluchting van mijn vader.
Maar zodra ik dat broekje niet meer had, begon ik weer in bed te plassen.
Op een avond zat ik in mijn pyjama naar de tv te kijken.
Mijn moeder riep mij, ik moest naar de douch komen.
Luister jij eens, jij krijgt tijdens de zomervakantie luiers aan.
Maar je moet ook naar een jeugdpsychiater toe.
Ik had vaak ruzie met mijn ouders, ik mocht geen kind zijn.
Als ik zes jaar was moest ik acht zijn.
Ik moest twee jaar ouder zijn, dan ik werkelijk was.
En nu had ik een middel om wraak te nemen, de plasticbroek.
Dat was mijn wapen en dat vertelde ik ook aan haar.
Zij kijkt mij aan en begrijpt het.
Die strijd heeft een lange tijd geduurd, net zo lang als ik het huis uit was.
Maar nog steeds draag ik nog luiers.
Maar dat is een ander verhaal
Mijn ouders waren teleur gesteld in mij.
De redenen ik droeg plasticbroekjes en luiers, wegens bedplassen.
Die ik kunstmatig in stand hield.
Om de redenen ik vond plasticbroekjes heerlijk zitten.
Tussen twee haakjes, ik vind het nog steeds heerlijk.
Op een geven moment moest ik van mijn moeder naar de dokter.
En moest een onderzoek komen en dus stuurden zij naar het ziekenhuis.
Ik moest daar heen, als ik wilde of niet.
Daar bij die arts kreeg ik een broekje, waar ik in plaste een lawaai veroorzaakte.
Ik moest zindelijk worden, als ik wilde of niet.
Dus werkte ik tot een bepaalde hoogte mee, en na een maand was ik droog.
Na opluchting van mijn vader.
Maar zodra ik dat broekje niet meer had, begon ik weer in bed te plassen.
Op een avond zat ik in mijn pyjama naar de tv te kijken.
Mijn moeder riep mij, ik moest naar de douch komen.
Luister jij eens, jij krijgt tijdens de zomervakantie luiers aan.
Maar je moet ook naar een jeugdpsychiater toe.
Ik had vaak ruzie met mijn ouders, ik mocht geen kind zijn.
Als ik zes jaar was moest ik acht zijn.
Ik moest twee jaar ouder zijn, dan ik werkelijk was.
En nu had ik een middel om wraak te nemen, de plasticbroek.
Dat was mijn wapen en dat vertelde ik ook aan haar.
Zij kijkt mij aan en begrijpt het.
Die strijd heeft een lange tijd geduurd, net zo lang als ik het huis uit was.
Maar nog steeds draag ik nog luiers.
Maar dat is een ander verhaal