Deel 35
Dries werd wakker 's nachts. Hij lag even te luisteren naar de regelmatige ademhaling van Jasper en probeerde terug in te slapen, maar dat wilde maar niet lukken. Verveeld stond hij op en wandelde naar de keuken om een glas water te drinken. Tijdens het wandelen voelde hij de nieuwe dikkere luier goed zitten. Nadat hij gedronken had en zijn gebruikte glas neerzette keek hij op de ovenwekker. Terwijl hij keek zag hij de cijfers verspringen van '01:26' naar '01:27'. Met een grote zucht kroop hij, nog altijd klaarwakker, terug in bed. Zijn luier was nog steeds droog, maar hij had ook geen aandrang om te plassen. De dikkere luier voelde onwennig, en dat hielp ook niet mee om weer in slaap te vallen
De riemen waarmee voorkomen werd dat Jasper uit bed rolde lagen deels op het bed. Het was een werkje om deze vast te maken of los te maken aan het bed, en daarom lieten Kathy en Koen die liggen.
Uit nieuwsgierigheid en verveling begon Dries de riemen over zijn buik, tussen zijn benen door en over de schouders te leggen, en uit te testen hoe dat voelt om daarin vast te liggen. Dries hield alles samen zoals het vast zou moeten zitten en rolde van de ene zij naar de andere zij. Het lukte niet goed om alles goed vast te houden, en Dries nam de pinnetjes vanop het nachtkastje en deed deze door de juiste gaatjes.
Opnieuw rolde hij heen en weer om te voelen hoe dat die riemen zaten. Na twee keer heen en weer rollen was Dries zijn nieuwsgierigheid nog steeds niet gestild, maar waren de riemen van de pinnetjes afgeschoten. Dries nam daarop de dopjes, plaatste de riemen terug en sloot de pinnetjes af met de dopjes. Dries probeerde wat te bewegen, ging van zijn linker naar zijn rechter zij en probeerde naar boven en onder te schuiven. Nadat hij gemerkt had hoe alles vast zat, en zijn nieuwsgierigheid gestild was, pakte hij het dopje vast om het terug van het pinnetje af te tillen. Hij was moe en hij had het gevoel dat hij nu verder kon slapen. Toen het niet lukte om het dopje op te tillen begon hij er paniekerig aan te draaien maar merkte dat dat ook geen effect had.
Hij probeerde zichzelf te kalmeren door een paar keer diep in en uit te ademen, en trachtte te herinneren wat de stappen waren bij Jasper als hij uit bed kwam. Toen bedacht hij zich dat voor Jasper er altijd een soort van sleuteltje gebruikt werd om hem los te maken. Hij keek terug naar het nachtkastje en zag daar niets op liggen. Hij tastte met zijn hand overal rond en voelde het ook nergens.
Dries deed zijn ogen dicht en probeerde zich dat sleuteltje voor de geest te halen en wat er altijd mee gedaan werd. Opeens bedacht hij zich dat het de laatste keer aan de kapstok aan de deur was opgehangen. Dries deed zijn ogen terug open en keek richting de deur. In het vage schemerlicht dat er was meende hij daar inderdaad het sleuteltje te herkennen.
Dries kon zichzelf wel voor de kop slaan. Hij besefte nu dat hij zichzelf vakkundig had vastgelegd en er geen enkele manier was om er uit te geraken zonder hulp van iemand anders. Bijna wanhopig probeerde hij opnieuw of hij zichzelf niet kon bevrijden. Hij probeerde opnieuw te trekken en te draaien aan het dopje, hij keek of hij zijn vingers er niet tussen kon houden, hij voelde en tastte rond of hij niet een ander hulpmiddel kon vinden om zichzelf mee los te maken. En de banden zaten te strak om ze van zijn schouders af te trekken of ergens anders uit te glippen. Nadat dit alles niets had opgebracht draaide hij zich op zijn rug en pijnigde zijn hersens om een oplossing te vinden. Terwijl hij daarnaar zocht dwaalden zijn gedachten af naar Jasper, Kathy, Heleen en Koen. Zouden ze hem er mee uitlachen, hem pesten?
Hij probeerde zich opnieuw te focussen op de oplossing, er uit raken, en niet op het probleem en de mogelijke resultaten daarvan. Maar steeds opnieuw dwaalden zijn gedachten af naar de reacties die hij morgen zou krijgen als hij zichzelf niet los kreeg. De tranen vormden zich in zijn ogen terwijl hij bang werd en de meest slecht mogelijke uitkomsten zat te bedenken van uitlachen, pesten en vernederen die mogelijk waren, en ook uit frustratie omdat hij zichzelf niet los kreeg. Steeds trager kon hij zijn gedachten vormen en sturen. Het was midden in de nacht, hij was moe en uiteindelijk vielen zijn gedachten stil samen met de slaap die kwam en droogden zijn tranen op.
Het licht werd aangedaan.
'Goede morgen Jasper, goede morgen Dries. Staan jullie op en komen jullie naar de kamer van Heleen? Ik leg alvast de kleren klaar.'
Even snel als Kathy binnengekomen was, verliet ze de kamer weer, nadat ze Jasper zijn slaapzak had opengeritst en de deurtjes van het bed had opengezet.
Dries probeerde overeind te komen uit bed, maar werd abrupt gestopt door de fixatieset. Met een schok herinnerde Dries zich weer wat er de voorbije nacht gebeurd was.
Wetende dat er geen enkele manier meer was om stiekem terug los te raken sprokkelde hij zijn moed samen en sprak Jasper aan.
'Jasper, kan je mij helpen?' fluisterde hij daarom gehaast nadat Kathy de deur uit was.
Jasper wreef de slaap uit zijn ogen en keek Dries aan. 'Ja, wat is er?' vroeg hij daarop.
'Kan je mij het sleuteltje aangeven? Ik geraak niet los.'
Jasper moest eens goed kijken. Hij begreep het eerst niet. Waarom lag Dries opeens vast in het bed, en waarom had Kathy hem dan niet meteen zelf losgemaakt? Jasper stapte naar Dries toe om de situatie in te schatten.
'Ik kon vannacht niet slapen, en ik wilde eens voelen hoe het was om zo vast te liggen.' fluisterde Dries naar Jasper, ongerust over zijn reactie.
Jasper gaf een grote glimlach. 'Ik begrijp het.' Hij stapte naar de deur, zette er vlug een stoel naast en klom op de stoel om het sleuteltje van de kapstok te nemen. Jasper drukte de sleutel op de magnetische slotjes en haalde de dopjes zo van de pinnetjes. 'Alstublieft.' zei hij, en vervolgens hing hij het sleuteltje terug op zijn plaats.
'En, wat vond je er van?'
'Niet zo leuk' antwoordde Dries. 'Ik wilde me vannacht al los maken maar dat lukte niet.'
'Dat is de bedoeling.' zei Jasper. 'Dat wil alleen maar zeggen dat die banden hun werk goed deden.'
'Maar ik was zo bang.' zei Dries, terwijl de tranen op zijn gezicht kwamen.
Jasper zag dat Dries het moeilijk had en nam hem vast om een grote knuffel te geven. 'Er is niets om je zorgen over te maken. We zijn hier toch voor jou. Waarvoor zou je bang moeten zijn?'
'Omdat ik mezelf had vastgemaakt, dat je dat idioot zou vinden of dom, of dat je er om zou lachen.' Dries zijn gezicht was vertrokken en zijn ogen rood omrand.
'Het zou pas idioot zijn van mij om te lachen over jou als je daarin vastzit, terwijl ik dat al de helft van de vakantie doe. We zijn bloedbroeders, weet je nog? We zijn er voor elkaar.'
'Dank je wel' antwoordde Dries, terwijl hij met zijn mouw over zijn gezicht wreef.
'Kom, we worden verwacht.' zei Jasper, die voorop ging naar de kamer van Heleen waar Kathy ondertussen al stond te wachten.
'Ik kwam jullie al bijna halen.' zei Kathy, terwijl ze twee stapeltjes met kleren neerlegde die ze had uitgekozen voor de dag.
'Hoe was het slapen met de nieuwe luier?' vroeg Kathy aan Dries, terwijl ze hem op de verschoontafel tilde.
'Minder goed, het is wat anders omdat ze wat dikker zijn.'
'Ik begrijp het Dries, waarschijnlijk is het een kwestie van er aan te wennen en dan zal dat wel lukken. Hoe was dat voor jou, Jasper?'
'Ik heb er geen last van gehad, ik heb goed geslapen.' antwoordde hij, terwijl hij naast Kathy zijn beurt voor een schone luier afwachtte.
Dries werd opgefrist met een paar vochtige doekjes en vervolgens werd hij van de verschoontafel afgetild waar hij zelf zijn kleren verder kon aandoen.
Jasper werd vervolgens uit zijn pyjama geholpen en dan voorzien van een schone luier. Ze nam voor overdag de dunnere luier die ze thuis ook hadden.
'Kijk eens wat ik klaargelegd heb voor vandaag?' Kathy tilde een onesie op met korte mouwen en korte pijpen met overal sterren en een raket er op.
'Jaa! Die is mooi. Ik was vergeten dat ik die mee had.' glunderde Jasper bij het zien van de onesie, die hij enkele weken daarvoor samen met zijn mama in de klerenwinkel had gekocht.
Kathy hielp hem de onesie aan te doen en sloot op de rug de rits af met de twee drukknoopjes in de nek.
Heleen zat geeuwend aan tafel. 'Waarom moeten we eigenlijk zo vroeg op. Papa?'
'We gaan vandaag naar een attractiepark hier in de buurt. Het is een uurtje rijden en we willen proberen er te zijn bij de opening, zodat we er een lange fijne dag van kunnen maken.’
Heleen knikte en begon haar kom ontbijtgranen op de automatische piloot op te lepelen. Ze keek opzij naar Jasper toen die naast haar kwam zitten.
'Mooie onesie.' zei ze, terwijl ze wat meer energie kreeg van Jasper vrolijk te zien rondlopen in zijn kleding.
'Dank je wel.' klonk het vrolijk van Jasper, terwijl hij zijn kom vulde met ontbijtgranen.
'Hier, ik help je wel.' zei Heleen, terwijl ze de melk voor Jasper inschonk.
'Dank je, Heleen.'
Na het ontbijt nam Heleen nog vlug Jasper zijn fopspeen die op de verschoontafel lag. 'Hier Jasper, niet vergeten.' zei ze terwijl ze het lint van Starwars vastspelde op Jasper zijn onesie. 'Dat past mooi samen met de sterren en planeten op je onesie.'
Jasper stak de speen in zijn mond en glunderend knikte hij van ja. Het was moeilijk praten met de tut in zijn mond, maar hij ging helemaal akkoord met Heleen.
De familie maakte zich klaar en niet lang na het ontbijt waren ze onderweg naar het attractiepark. Kort nadat de auto begon te rijden was Dries alweer in slaap gevallen; hij moest nog wat slaaptekort van de voorbije nacht inhalen. Jasper en Heleen keken ondertussen samen naar een film op de tv'tjes.
Het beloofde een mooie dag te worden, de zon scheen al hard en verdreef de nachtelijke koude.
Toen ze voorbij de wegwijzers naar het attractiepark reden, ze de hoogste attracties boven de bomen zagen uitsteken, en uiteindelijk de parking opreden, steeg de spanning bij de kinderen. Een nieuw attractiepark ontdekken is altijd fijn.
Nadat de toegang betaald was stond de familie op het centrale plein, niet goed wetend waar de dag te starten. Ondanks dat de kassa's al open waren, was het nog een klein half uurtje wachten tot het park officieel open ging en de attracties startten. De toegang tot de rest van het park was op dit moment nog afgesloten.
Jasper had zijn fopspeen, die aan zijn onesie hing, in zijn mond gestoken om de spanning een beetje weg te sabbelen.
Terwijl ze weifelend op het plein aan het bedenken waren hoe ze hun dag gingen starten klonk tot grote verrassing van het gezin plots luide muziek uit de boxen en werd er een openingsparade aangekondigd. De security maakte ruimte vrij zodat er op het centrale plein een pad ontstond waarlangs de parade kon passeren.
Jasper en Dries wilden de parade zien en liepen de mensenmassa op en neer om een plaatsje te vinden langs de route. Uiteindelijk vonden ze nog een gaatje, waarbij Jasper en Dries ergens tussen gingen staan en vooraan stonden, Heleen en Kathy stonden er achter op de tweede rij en tot slot stond Koen achteraan; hij kon nog makkelijk over de rest heen kijken.
Onder begeleiding van vrolijke muziek passeerden de werknemers op weg naar hun attracties. Jasper en Dries zwaaiden vrolijk naar iedereen die passeerde. Voor elke groep liep er iemand met een grote vaandel die toonde tot welk deel van het park ze behoorden. Daarna liepen de medewerkers, allemaal gekleed in bij hun deel passende kledij tussen de mensenmassa door. Vrolijk zwaaiden ze naar links en rechts naar de kinderen en af en toe kreeg een kind dat stond te zwaaien zelfs een knuffel of een aai van de medewerkers. Andere medewerkers deden een dansje op de muziek terwijl ze verder gingen.
Tussendoor liepen ook een aantal mascottes van het park die heen en weer gingen en niets anders deden dan kinderen begroeten.
Terwijl er nog maar een klein stukje van de parade gepasseerd was viel het al op. Iedereen van de medewerkers en mascottes die aaitjes en knuffels uitdeelden aan de kinderen passeerde bij Jasper. Zijn verschijning in onesie met de tut in zijn mond was al opvallend, maar dat hij daarbij ook vrolijk zat te zwaaien maakte dat alle volwassenen die hem zagen helemaal vertederd waren.
'Jij krijgt weer alle aandacht.' mompelde Dries jaloers vanuit zijn mondhoek naar Jasper. 'Ik denk dat ik vraag om de volgende keer ook gewoon in mijn pyjama op uitstap te gaan.'
'Wil je echt?' vroeg Jasper.
Dries deed er eerst even het zwijgen op en keek naar de volgende medewerker die Jasper een knuffel gaf.
'Nee, eigenlijk niet.'
De stoet splitste zich in verschillende takken. De poorten die van het centrale plein naar het park leidden werden geopend en elk deeltje van de parade ging op weg richting zijn eigen wereld, de bezoekers konden volgen en ook naar een attractie gaan.
Nog steeds wist het gezin niet waar te beginnen in het pretpark. Na even twijfelen namen ze de meest linkse weg van het centrale plein af om zo rond het hele pretpark te gaan en de attracties te bekijken als ze er voorbij kwamen. Jasper en Dries moesten eerst even aan de hand lopen van Koen en Kathy: op het plein en het eerste stukje was het nogal druk, en ze wilden elkaar niet kwijtraken.
Later, waar het op de wandelpaden iets rustiger was, mochten de handen los en zaten Jasper en Dries met hun neus in de kaart van het park om zo goed mogelijk een beeld te krijgen van alles wat kon en mogelijk was, terwijl Heleen de app van het pretpark gedownload had en volgde welke attracties open waren en waar en hoeveel wachtrijen er overal stonden.
Bij de eerste wildere attractie werd de fopspeen van Jasper weggestoken in de rugzak, om te voorkomen dat deze verloren ging.
Het viel Jasper op dat ze in dit pretpark een stuk minder streng waren dan de vorige keer in Fort Fun. Heleen voldeed deze keer wel als begeleider als Jasper die officieel nodig had, en het werd hier wel toegestaan dat Jasper en Dries naast elkaar plaatsnamen in een karretje als er slechts twee plaatsen waren.
De familie genoot van de attracties; ze hadden al een spookhuis gedaan, boomstammetjes, rustige bootjes waar er rondom het parcours veel dingen stonden uitgebeeld, een draaimolen, een stoeltjesmolen, een wild treintje en een attractie waarbij ze verticaal op en neer gingen. Tussendoor hadden ze pauze genomen waarbij iedereen, behalve Jasper, ook naar de wc was geweest. Maar nu het middag was, was het ook voor Jasper tijd om een verschoning te krijgen.
Een aparte verschoonruimte was niet te vinden in de nabije omgeving. Uiteindelijk moest Jasper mee met Kathy naar de vrouwen-wc's, waar achter in een hoekje twee tafels stonden opgesteld.
Jasper voelde zich er opgelaten bij. Als jongen mee de vrouwen-wc's binnen te moeten vond hij niet zo leuk, en dat de verschoontafels zo openlijk stonden vond hij al helemaal verschrikkelijk. Hij begreep echter dat er geen realistisch alternatief was.
Gelaten onderging hij de procedure, en de meewarige blikken van andere mama's met hun kind in de verschoonruimte.
Kathy had haar best gedaan door de verste verschoontafel te kiezen en Jasper en zichzelf zo te positioneren dat er zo weinig mogelijk zichtbaar was, maar ondanks dat alles voelde Jasper zich toch bekeken.
Nadat Kathy klaar was, en Jasper helemaal opgefrist was, verliet hij opgelucht de wc’s. Kathy was nog even achtergebleven om de spullen op te ruimen en zelf naar de wc te gaan. Zoekend naar comfort ging hij buiten naar Koen en stak zijn armen op om zich te laten oppakken. Toen Koen hem vast had legde Jasper zijn hoofd op Koen zijn schouder neer. Heleen zag dat Jasper het wat moeilijker had en bezorgd aaide ze hem even over zijn rug, en probeerde te bedenken wat ze nog meer kon doen. Ze haalde Jasper zijn fopspeen terug uit, stak die in zijn mond en bevestigde het lint aan Jasper zijn onesie. Dries was er ook bij gekomen en gaf mee staand een knuffel. Dankbaar begon Jasper op de speen te zuigen op zoek naar extra comfort. Het was dan ook in deze houding, allemaal samen in een knuffel, dat Kathy het gezin terugvond toen zij naar buiten uit de wc's kwam.
'Jasper, denk eens terug aan vanochtend, bij de stoet' zei Kathy, die Jasper uit Koen zijn armen haalde en op zijn voeten zette.
Jasper dacht terug aan dat moment. Hoe hij daar door zijn kleding extra positieve aandacht gekregen had. Het was een balans die doorsloeg naar de positieve kant, en al gauw huppelde hij mee naar de volgende attractie.
Na de attractie genoten ze nog van een show waar er speciale kunsten getoond werden. Eerst sloot het gezin gewoon aan tussen al het andere volk, maar toen een van de medewerkers die de plaatsen toewees Jasper, die net met zijn fopspeen aan het spelen was, in het oog kreeg werden ze naar voren geleid waar ze samen een beter zicht hadden.
Na de show kwamen ze uit bij een achtbaan waar Jasper eigenlijk net te klein voor was, maar oogluikend werd het toegestaan omdat het personeel zag dat de veiligheid niet in het gedrang kwam.
Er was niet veel volk, en nadat iedereen samen een rit had gemaakt gingen enkel de drie kinderen voor een extra rondje. Ze hadden er van genoten, en voor Jasper was het ook een primeur. Hij was voor het eerst over de kop gegaan! Jasper en Dries zorgden dat ze samen op de eerste rij konden zitten en Heleen nam plaats achter hen in het volgende karretje.
De medewerker kwam langs, testte de schouderbeugels en duwde ze bij iedereen nogmaals een stukje naar beneden. Toen die het hele treintje langs was geweest stak hij zijn duim op, en vervolgens duwde de andere medewerker op de startknop.
Het treintje reed het station uit, en terwijl het langs de ketting omhoog werd getrokken steeg de spanning mee met de hoogte waarop het treintje kwam. Toen het eerste wagentje met Jasper en Dries net over het hoogste punt was klonk er opeens een luide metaalachtige knal, en schoot het treintje onder luid gegil een halve meter achteruit, gevolgd door een doffe bons. Het treintje bewoog niet meer en even plotseling als de trein stil stond was het op en rond de attractie muisstil. Terwijl paniekerige stemmen aanzwollen werd er door de intercom een oproep gedaan om allemaal rustig te blijven zitten en af te wachten; het probleem werd bekeken en ze gingen hun best doen om het zo vlug mogelijk te verhelpen.
Zo goed en zo kwaad als het kon probeerden Jasper en Dries rond te kijken naar wat er gebeurde, maar door de beugels en de zijkanten van het treintje was het zicht beperkt; ze moesten afgaan op wat ze hoorden van de rest. Ongerust probeerden ze zo goed mogelijk te luisteren en voelden ze aan de beugels van de attractie, maar er was geen beweging in te krijgen.
Al gauw waren er enkele monteurs van het park aanwezig die het probleem probeerden te verhelpen. Af en toe was er geratel en gebrom te horen van verschillende motoren, maar het treintje bewoog geen millimeter.
Nadat ze een tijd geprobeerd hadden het probleem te vinden en te herstellen werd omgeroepen dat de attractie vastzat, en ze iedereen één voor één naar buiten gingen begeleiden.
Heleen, die achter Jasper en Dries zat, probeerde de jongens gerust te stellen. Ze verstond zelf niet veel van alles wat gezegd werd, maar ze besefte dat ze ondanks dat ze in een oncomfortabele positie zaten, er gelukkig geen gevaar was. Maar leuk was het natuurlijk niet om vast te zitten in een attractie.
De brandweer van het park zelf was vlug ter plaatse; groot en zwaar materiaal hadden ze echter niet. Er was een lange trap die naast de eerste helling omhoog liep, om monteurs de kans te geven de ketting en de motor te onderhouden. De brandweer maakte van deze trap gebruik om de volledige trein langs te lopen om na te gaan of iedereen oké was.
Enkel bij Jasper en Dries kwamen ze niet: de trap eindigde net voor ze hun karretje konden bereiken.
Via een vertaalapp en met hulp van Heleen sprak een brandweerman kort met Jasper en Dries, en stelde hij hen gerust dat er hulp onderweg was.
Bang vroegen Jasper en Dries hoe lang het nog duren voor ze er uit waren, maar daar kon de brandweerman geen bevredigend antwoord op geven.
Één voor één werden de passagiers uit de karretjes gehaald en naar beneden geleid. Telkens werkte een monteur aan een karretje om de mechaniek van de schouderbeugel te deblokkeren, waarna de brandweerman de beugel opende om deze persoon uit de attractie te helpen en naar het station te begeleiden. Het was niet moeilijk, maar wel een tijdrovende bezigheid. Hoe langer dat het duurde, hoe zenuwachtiger en vaker Jasper en Dries heen en weer begonnen te schuiven, voor zover de beugels het toelieten.
De directeur van het park was ondertussen ook ter plaatse gekomen. Hij vond het vreselijk dat er mensen op een van zijn attracties vastzaten. Hij werd vlug volledig op de hoogte gebracht door het aanwezige personeel.
Toen Kathy en Koen doorhadden dat er iemand met gezag aanwezig was sloten ze zich aan bij de groeiende groep mensen rondom hem.
Toen hij hoorde dat er in het voorste karretje, dat niet kon benaderd worden vanaf de trap, twee jonge kinderen aanwezig waren voelde hij zich heel slecht. Zodra duidelijk werd dat de kinderen bij Koen en Kathy hoorden werden ze bij de directeur toegelaten.
Kort vertelde hij, met behulp van een omstaander die goed kon vertalen, dat er een ladderwagen vanuit een nabije brandweerpost onderweg was, en deze de twee kinderen zou komen ontzetten.
Bezorgd hoorden Koen en Kathy alles aan. Het klonk nogal eng als er een brandweerwagen aan te pas moest komen.
Stapvoets kwam een brandweerwagen met daarachter een ziekenwagen tussen het volk aangereden. Er waren veel kijklustigen, en de security die de brandweerwagen begeleidde moest veel mensen vragen om even te stoppen met filmen en aan de kant te gaan voor de wagens.
Bij het zien dat de brandweerwagen gevolgd werd door een ziekenwagen werd Kathy onpasselijk. De brandweer zelf moest haar geruststellen dat het standaard was dat er een ziekenwagen mee kwam. Er werd wel een kleine controle gedaan, maar ze gingen er zelf vanuit dat ze er onnodig zouden zijn. Maar de verzekering legde procedures op en die moesten nu eenmaal gevolgd worden.
Langzaam werden alle mensen van het treintje gehaald en tenslotte was ook Heleen aan de beurt. 'Tot straks beneden Jasper en Dries,' zei ze nog terwijl ze begon af te dalen.
'Nee, laat ons niet alleen.' riepen Jasper en Dries haar na, maar het personeel op de trap was onverbiddelijk, Heleen moest zo vlug mogelijk afdalen en mocht niet blijven wachten.
Jasper en Dries begonnen om hulp te roepen, bang dat ze achtergelaten werden en niet geholpen gingen worden. De commotie beneden met de brandweerwagen die arriveerde hadden ze niet kunnen zien.
Heleen werd naar beneden geleid en sprong in de armen van Koen. 'Vertel me wat er gebeurt, ik durf niet te kijken.' fluisterde ze hem toe.
Koen gaf wat comfort aan Heleen en fluisterde ondertussen zachtjes wat er allemaal te zien was. Het was minder belangrijk wat Koen vertelde maar zijn rustige ademhaling en rustige stem kalmeerde Heleen zodat ze minder angstig en zenuwachtig werd.
Toen enkel Jasper en Dries nog over waren in het treintje werd er vanaf de trap een gsm met een selfiestick voor hen gehouden: er was een videogesprek opgestart met de directeur en zodra hij zag dat de monteur met de gsm Jasper en Dries goed in beeld had, gaf hij zijn gsm door aan Koen en Kathy. Driftig begonnen ze allemaal te zwaaien naar elkaar; het geluid was door de wind boven jammer genoeg van zodanig slechte kwaliteit dat ze elkaar niet verstonden, maar het was wel een geruststelling om elkaar te kunnen zien. Zeker voor Jasper en Dries die nu gerustgesteld waren dat ze toch niet achtergelaten werden.
Nu al de rest uit het treintje bevrijd was, was het aan de beurt aan Jasper en Dries. De monteur toonde nog aan de brandweerman hoe hij de beugels los kreeg en niet lang daarna ging de brandweerman in de korf omhoog naar de twee jongens. Verrast en opgelucht toen ze de brandweer in het oog kregen zwaaiden ze naar de brandweerman, wenkten hem naar hen toe en riepen naar hem dat ze nog in het treintje vastzaten.
Boven aangekomen bevrijdde hij eerst Jasper, die het dichtste bij hem zat. Eerst werd de schouderbeugel een klein beetje geopend, zodat hij wat ruimte had om te bewegen, maar er nog niet uit kon vallen. Vervolgens moest Jasper zittend een veiligheidsharnas aan doen, dat werd vastgemaakt aan de korf. Het was toen pas dat de schouderbeugel helemaal omhoog werd gedaan en de brandweerman Jasper uit het treintje in de korf wilde tillen. Angstig keek Jasper naar de diepte die plotseling te zien was. De angst sloeg hem om het hart en paniekerig deed hij zijn best om in het treintje te blijven. Het duurde even voordat de brandweerman Jasper voldoende gekalmeerd had, en met gesloten ogen durfde hij het dan uiteindelijk toch aan.
Jasper werd als eerste helemaal naar beneden gebracht en pas daarna werd Dries met dezelfde procedure geholpen. Onder luid applaus van de omstanders werd Jasper beneden uit de korf getild en uit het harnas bevrijd.
Terwijl de brandweer terug omhoog ging voor Dries werd Jasper, die aan het snikken was van alle emoties en stress, door een van de ambulancemedewerkers de ziekenwagen in begeleid. Kathy werd ook er ook bijgehaald, en na een korte controle was iedereen gerustgesteld dat alles in orde was.
Terwijl Dries, gelukkig met minder problemen, naar beneden werd geholpen merkte Kathy toch één slachtoffer op: de luier van Jasper was doorweekt geraakt. In de ziekenwagen zelf werd Jasper snel en vakkundig door Kathy in een nieuwe luier geholpen. De vuile luier mocht ze daar in de vuilnisbak achterlaten.
Terwijl ze hiermee bezig was werd ook Dries binnengebracht; met hem bleek ook alles in orde na een korte controle. Kathy bleef in de ziekenwagen nog even met de twee jongens op haar schoot zitten om ze te knuffelen en wat geborgenheid te geven die ze nodig hadden na alle emoties.
Terwijl de brandweer hun materiaal opruimde, waarna de twee wagens vertrokken, werd het gezin door de security meegenomen naar een kantoortje vlakbij. De kinderen waren wat aangedaan en onder de indruk van het hele gebeuren. De tijd die ze vastzaten, dat er een brandweerwagen was gekomen en de massa kijklustigen die aanwezig was had een diepe indruk op hen nagelaten.
De parkdirecteur wachtte hen samen op met iemand die gebroken Nederlands sprak.
'Goeie middag.' begon hij. 'Ik ben pr-medewerker en door de directeur gevraagd om vanuit het park en alle medewerkers onze excuses aan te bieden voor hetgeen zonet gebeurd is. We hopen dat de kinderen het allemaal goed maken.' Hij draaide zich om en nam een enveloppe en drie plastic zakken die achter hem klaar stonden.
'We hebben een paar kleine cadeaus voor jullie bijeen gezocht, en we hopen dat we hiermee toch nog kunnen zorgen voor een fijne dag. In deze enveloppe zitten vijf kaarten waarmee jullie vandaag via de uitgang de attracties op mogen om zo niet te hoeven aanschuiven. Daarnaast zit hier ook een waardebon in om in het park iets te eten, en nog een waardebon die jullie vrij in de souvenirwinkels kunnen gebruiken.'
De medewerker gaf de enveloppe aan Kathy die hem verrast aannam. Daarna keek hij even in de drie zakken en gaf deze vervolgens aan Dries, Heleen en Jasper.
Nieuwsgierig deden de kinderen hun zak open om te bekijken en keken vervolgens bij elkaar om te vergelijken wat ze gekregen hadden. Bij Heleen zat er een T-shirt en een trui in, een fotolijstje, zaklamp, pet, glas, tas, balpen, notaboekje en sleutelhanger in. Allemaal met het logo van het park, met de mascotte of met een verwijzing naar een attractie er op.
Bij Dries zat er een pyjama in, knuffelbeer, een drinkfles en brooddoos, balpen, notaboekje en sleutelhanger. Bij Jasper zat er ook een pyjama in, knuffelbeer, een plastic bord, beker, kleuter besteksetje en dezelfde balpen, notaboekje en sleutelhanger als bij de anderen.
'Ik heb zo goed mogelijk de kledij proberen te schatten. Als deze in een verkeerde maat zijn mogen jullie ze nog gaan omruilen in de souvenirwinkel aan de ingang.
Koen en Kathy voelden zich ongemakkelijk. Het was daarstraks wel stressvol geweest om de kinderen op de attractie te zien vastzitten, en ze waren blij geweest hoe zij en de kinderen toen waren opgevangen. Maar om nu voorrangspasjes, waardebonnen, restaurantbonnen en cadeaus te krijgen was te veel.
Kathy zag het bedrag dat op de waardebonnen stond. 'Dat kunnen we echt niet aannemen, dat is veel te veel.' De bonnen alleen al waren meer waard dan de toegangsprijs die ze betaald hadden voor het attractiepark. Ze probeerde de enveloppe terug te geven, maar de parkmedewerker weigerde. 'Nee, we voelen ons vreselijk slecht bij het gebeuren van zojuist; je zou ons een plezier doen als je dit aanneemt en gebruikt.'
Hierop wist Kathy niet meer wat ze moest zeggen.
De medewerker nam ze daarop via een aantal dienstgangen mee terug naar het park en begeleidde ze tot een attractie die Dries had uitgekozen. Via de uitgang van de attractie konden ze inderdaad meteen naar binnen en de attractie op. De medewerker gaf hen nog een kaartje af. 'Als je vandaag ook maar iets van problemen hebt mag je mij bellen, of vraag je aan een van onze parkmedewerkers om mij te contacteren, ik kom er dan dadelijk aan.'
De rest van de dag werd de ene na de andere attractie gedaan. Enkel de rollercoaster waarin ze hadden vastgezeten zouden ze vermeden hebben, mocht deze nog werken, maar deze was toch de rest van hun dag gesloten wegens 'technische problemen'. Waar wel nog aan te zien was dat de kinderen veel stress hadden gehad, was dat ze telkens goed wilden zien hoe de eventuele beugels open en dicht gingen en overal vroegen ze of deze attractie al eens had vastgezeten.
Ondanks de vriendelijke woorden eerder van de medewerker voelden Kathy en Koen zich niet zo goed om op alle attracties voor te dringen, en zoals ze tijdens het avondeten op restaurant werden bediend alsof ze de koning, koningin, prinsen en prinses in eigen persoon waren. Maar de kinderen genoten er van om elke keer onmiddellijk op een attractie te kunnen en een eersteklas bediening te krijgen. Koen en Kathy vonden het fijn om de kinderen zo zien genieten en daarmee de spanning van het vastzitten te zien wegvloeien. Het grootste gevoel dat op het einde van de dag nog overbleef bij de kinderen was dat ze een groot avontuur hadden beleefd.
Bij het sluiten van het park wandelde het gezin nog door de souvenirwinkel. Ze namen daar eerst de tijd om de kleren te passen die ze hadden gekregen. Bij het passen bleek dat Jasper een onesie had gekregen die als gegoten zat. Dries zijn pyjama bestond uit een setje uit twee stukken, maar was een maatje te klein. De T-shirt en trui van Heleen pasten goed. Toen Koen probeerde de pyjama van Dries te wisselen voor een onesie in de juiste maat werkte de winkelbediende niet mee; Koen kon immers geen aankoopbewijs voorleggen, en er werd door de bijgehaalde security gesuggereerd dat het gezin de spullen gestolen had. Pas nadat Kathy de pr-medewerker gebeld had en hij naar de winkel gekomen was kon alles opgeklaard worden. De winkelbediende excuseerde zich nadien uitvoerig en stond erop om hen de rest van hun winkelbezoek bij te staan.
Heleen, Dries en Jasper mochten elk een derde van het bedrag van de bonnen vrij besteden. Zoekend naar wat mogelijk was liepen ze tussen de rekken tot hun handen gevuld waren met een verscheidenheid aan snuisterijen, speelgoedjes en kleine hebbedingetjes.
Voor Jasper was er even een moeilijk keuzemoment. Kathy stond aan een kledingrek en wees hem op de onderbroeken die daar te koop waren. Jasper ging moeten kiezen. Of de spulletjes die hij vast had, of een pakketje onderbroeken. Voor beide tezamen had hij niet genoeg.
'Ik weet het echt niet goed.' mompelde hij voor zich uit.
'Hoe bedoel je?' vroeg Kathy.
'Het zijn zulke leuke en mooie dingen dat ik gevonden heb.'
'Vind je het lastig om die achter te laten?'
'Ja, en van dat pakketje vind ik eigenlijk maar een onderbroek mooi, maar...'
'Maar?'
'Maar onderbroeken zijn natuurlijk wel handig.'
Kathy bleef zwijgen om Jasper de kans te geven zelf de keuze te maken.
De verleiding was te groot voor Jasper en hij legde de onderbroeken terug. 'Ik draag nu toch al de hele tijd een pamper.' zei hij zachtjes tegen Kathy. 'En deze spulletjes zien er echt heel mooi en leuk uit.' praatte hij zijn keuze goed.
'Geen probleem,' zei Kathy. 'jij mocht kiezen, het is jouw beslissing.'
Bij de kassa's werd er vlug een gesloten kassa door de winkelbediende geopend, waardoor het gezin niet moest aanschuiven aan een van de lange wachtrijen. De spulletjes die de kinderen gekozen hadden werden afgerekend met de waardebonnen, en vervolgens werd de dag afgesloten met een autorit terug naar het vakantiehuis.
Het was laat toen ze daar aankwamen, en voor Jasper en Dries meteen bedtijd. Jasper moest nog enkel zijn tanden poetsen en werd door Heleen verschoond en in de slaapzak op het gewone bed gefixeerd met de riemen. Heleen vulde voor Jasper nog een drinkfles met water. Een flesje melk mocht niet meer omdat het veel te laat was.
'Heb je genoten van de dag?' vroeg Heleen aan Jasper, terwijl ze Jasper vastmaakte en het flesje water aan hem gaf.
'Ja, eigenlijk wel.' antwoordde Jasper tussen twee geeuwen door. 's middags in die attractie was ik wel bang geweest, en ik was blij toen het allemaal voorbij was, maar daarna met die pasjes dat we overal zo op mochten was het uiteindelijk toch nog leuk.'
'Zo geeuwen, best wel tijd om te gaan slapen.'
'Ja ik ben moe; ik slaap hier minder dan thuis, en mijn benen doen pijn van al het wandelen vandaag.'
'Blij dat je in bed ligt?'
Jasper haalde zijn schouders op, voor zover dat ging met de fixatieset die over zijn schouders liep. Eigenlijk was hij wel blij om te kunnen gaan slapen, maar het was niet gemakkelijk om dat ook toe te geven.
Heleen gaf Jasper nog een zoen en wenste hem een goede nacht.
Ondertussen moest Dries zich nog helemaal omkleden. Hij kreeg een schone luier aan door Kathy en werd even later door haar ingestopt in het kinderbed.
Het licht werd uitgedaan en niet veel later waren de kinderen vertrokken naar dromenland.