Lek-Luierland - Roodklapje

Johnathan

Little Boy
Er was eens, in een sprookjes universum hier niet zo ver vandaan, een bos. Dit was het grootste bos in heel Lek-Luierland en het voorzag de sprookjesfiguren van hout, jacht vlees, vruchten en kruiden. Het was ook nog eens bezaaid met kleine huisjes, torens en grotten waar de meest uitzonderlijk avonturen zich afspelen.

Op een open rand langs het bos, die uitkeek over de vallei, stond zo een klein huisje. Het was een gezellig stenen huisje met gestucte muren, ronde raampjes, een scheef houten deurtje en een altijd rokende schoorsteen. Buiten stond een oven om brood in te bakken en een waslijntje waar allemaal rode hoodies en rokjes aanhingen.

Binnen in het huisje is het bijna stil. Bijna, want iedere paar seconden klonk het geluid van een hand die een ferme tik uitdeelt en een klein, boos gilletje. “Zo,” zei moeder Klapje na tien ferme petsen, “Ga maar weer van mijn knie af. En leer je lesje nou eens!” Roodklapje schuifelde achteruit van moeders schoot af en ging rechtop staan; In diens ogen stonden zowel tranen als donderwolken. Ze beet op haar tong om niet nóg iets te zeggen dat ook billenkoek zou opleveren, maar van binnen vervloekte ze haar moeder in alle rijke toonaarden die het kind kende.

Moeder stond ook op en keek meewarig naar beneden. “Meisje, jongetje, kindje toch. Wat ben je toch een lastpak. Ik snap dat je boos kan zijn, maar je mag echt niet vloeken van me! Wat zou je vader toch zeggen, als hij er nog was..” Moeder plaatste haar gezicht in haar handen, slikte even en veegde naar beneden tot haar handen gevouwen onder haar kin eindigde.. “Ga jij nou maar naar grootmoeder koekjes brengen, in het bos. En blijf OP het pad dit keer. We willen je niet nog eens bij de drie biggen vandaan hoeven halen hé?. ”

Roodklapje keek omhoog en hoorde dezelfde monoloog voor de zoveelste keer aan. Zij/hij zuchtte diep en begreep ook wel dat haar/zijn frustraties voortkomen uit complexe genderidentiteits vraagstukken waar zelfs de meest gestudeerde doktoren van Lek-Luierland geen raad mee wisten. “Je moet het maar accepteren. Je mag zelf verzinnen wat je bent.” hadden ze gezegd. Nou, makkelijker gezegd dan gedaan.

“Ja mamma..” Zei Roodklapje, en wreef even over haar rood gloeiende billen onder het rokje. “Ik zal braaf op het pad blijven. Kutzooi!” Roodklapje klapte een hand over haar mond en mutterde “Sorry! sorry.. dat ging per ongeluk!” .. Hij stapte twee passen achteruit, greep het klaarstaande mandje met koekjes en spoedde zich naar buiten voordat moeder het spontane gevloek kon aanpakken.

Koninklijke Proclamatie - Bij hoogdravend besluit van Koning Pappa zal Roodklapje voor de rest van dit verhaal in de zij en haar vorm worden benaderd, totdat Roodklapje zelf ooit aangeeft een specifieke gender aanspreekvorm te kiezen.

Buiten was het een zaterdagmorgen ergens in het voorjaar. Het zonnetje scheen neer op de vallei en in de verte kon Roodklapje het paleis van Koning Pappa zien. Ze was er nog nooit geweest, maar op een dag zou ze er rondlopen, dat wist ze zeker. De frisse ochtendbries tilde haar rokje even op en koelde haar rossige billetjes. Ze draaide zich om, wandelde het pad af richting het bos en bevond zich al snel huppelend tussen de jonge bomen richting oma’s huisje.

Ieder goed bos heeft een wolf. Dit bos was geen uitzondering. Integendeel, dit enorme bos was zelfs de thuisbasis van Dé Grote Boze Wolf, wel bekend van televisie en andere sprookjes. De wolf was ‘bad to the bone’ en altijd uit op het uitbuiten van een ander voor zijn eigen gewin.

Roodklapje trok de kap van haar hoodie omhoog; Het bladerdak werd dichter boven haar hoofd en de daarop volgende schaduw trok een deken van kou door het bos heen. Ze kalmeerde haar gehuppel een beetje en begon om zich heen te spieden.. Daar! Ze week af van het pad, plantte de mand tegen een boomstronk en ging op haar hurken zitten in een klein plekje zonlicht naast het pad. Met een korte pers en bijbehorende gelukzalige zucht liet ze haar blaas lopen op het zonovergoten mos. In haar momentje lette ze echter even niet op wat er om haar heen gebeurde..

“He wijfie! Wat zit jij nou te doen in mijn bos ?! ” - Roodklapje sperde met schrik haar ogen wijd open en keek tegen de groezelige gedaante van de wolf aan die op geen meter voor haar was gaan staan. “Nou?”, snauwde de wolf, “Kom es overeind!” De wolf trok Roodklapje op haar voeten om vervolgens de kap naar achter te halen om beter te zien welk vlees hij in de kuip had.

De wolf trok zijn hoofd schuin terug en fronste een wenkbrauw, “Jij bent helemaal geen wijfie! Jij bent een knaapje. Wat moet jij in een rokkie?”

“Mot je es goed luisteren, vies stuk wild beest! Ik ben het spuugzat dat onbenullige leeghoofdige sprookjesfiguren zoals jij zonodig moeten verzinnen wat ik wel of niet aan moet trekken en welk dom plakkertje ik dan aan mezelf moet hangen! Pleurt toch op!”

Thuis, had een dergelijke uitspatting toch zeker vijftig klappen opgeleverd…

De wolf was even stil en lachte vervolgens uitbundig. “Ha ha! Wat een temperament! Ja, dat bevalt me wel. Weet je wat? Draag jij je rokkie maar knul. Ik loop wel een stukje met je op. Waar ga je eigenlijk naar toe?”

“Ik..“ Zei Roodklapje plechtig, “Ga grootmoeder koekjes brengen in het bos.” “In míjn bos?” vroeg de wolf met een scherpe toon.. “In hét bos, in hét bos.” zei Roodklapje wat ongeduldig.. “Weet jij hier dan een ander bos?”

Ze wandelden samen een stukje op terwijl de wolf amusant deed en hij Roodklapje complimentjes gaf over alles wat hij kon verzinnen. Onderwijl stelde de wolf de ene vraag na de ander. “Waarom heeft oma koekjes nodig? Zijn ze op? Eet oma veel koekjes? Hoe laat gaat oma naar bed?” Roodklapje, blij met alle aandacht babbelde vrolijk mee en gaf op alle vragen antwoord.

Opeens zei de wolf “Verrekt! Kijk nou wat de tijd is! Ik moet ernstig ergens zijn nu!” Nog voor Roodklapje kon zwaaien rende de wolf tussen de bomen door het pad af. Ze staarde nog even naar het gat tussen de bomen waar de rare snuiter in verdwenen was en haalde haar schouders op. “Zal wel.”, Dacht ze, ”Stomme hond..”, en vervolgde haar pad.

Drie kwartier later stond Roodklapje voor de deur van grootmoeders huisje. Althans, ze stond voor het gat waar ooit de deur gezeten had. In de deuropening zelf lag het verfromfraaide lichaam van de wolf bovenop de ontwrichte houten deur. De wolf had een nogal pijnlijk uitziend gapend gat in zijn borst, de bloederige rand een wirwar van haren en koekkruimels. De geur van kruitdamp walmde naar buiten, en binnen in het half licht stond een silhouet, nog steeds met het jachtgeweer van opa gericht op het lichaam van de roerloze wolf. “Zo,” Zei oma terwijl ze een stap vooruit deed het licht in; “Die klootzak zal het voortaan wel laten ouwe vrouwtjes te beroven.”

“Holy Fuck Shit Pik Omhoog Oma!” Roodklapje riep verschrikt de eerste dingen die in haar opkwamen, ze wist ook niet waarom. “Hé!, let op je taalgebruik jonkie!” zei oma streng en zette het nog rokende geweer tegen de mantel. “Kom eens hier, ik sterf van de trek. Ik hoop dat die waardeloze dochter van me dit keer goede koekjes heeft gebakken.”
Roodklapje reikte het mandje aan haar oma die gretig haar hand er in stak en rondgraaide. Echter, er waren geen koekjes. Kennelijk had de wolf ze toch stiekem te pakken gekregen tijden de wandeling. De twee keken beteuterd in de mand.. “Pots Kolere Kut Wolf! Die heeft al uw fucking koekjes opgegeten!”

Oma rees rechtop en keek Roodklapje ernstig aan. “”Wat zei ik nou over die woorden van je?” Roodklapje opende haar mond om de antwoorden, maar oma had het kind al over de knie gelegd en begon haar een pak slaag te geven. Roodklapje krijste iedere keer dat haar billen een tik kregen, en het geluid droeg ver het bos is. Het was duidelijk waar moeder Klapje geleerd had straf uit te delen..

“Wat hoor ik hier! Het geluid van straf! Bij de naam van Koning Pappa, stop onmiddelijk!”.

In de deuropening, bovenop de wolf, stond nu één van de koninklijke boswachters van Koning Pappa. Het oma’s beurt om verschrikt te kijken, wetende dat er een recent koninklijk besluit gepubliceerd was over billenkoek en ze had eigenlijk niet goed opgelet wat daar in stond.

De boswachter, groot en stevig gebouwd, gehuld in een mooi groen pak met een blokjes overhemd, stapte het kleine huisje in. Hij zag de rode billen van Roodklapje op de schoot van oma die ietswat angstig keek met een nog opgeheven hand die midden in de lucht hing.

“Dat vrouwtje, ziet er niet goed uit. Volgens de nieuwe proclamatie op billenkoek kunt u hier mooi een paar jaar verbanning voor krijgen.” Hij leunde tegelijkertijd voorover en tilde Roodklapje van de oude vrouw af. “End dat meisje, dat ziet er ook niet goed uit, die rode kont van je. Hoe komt dat zo?”

Oma’s tikken hadden gezorgd voor rood opgezwollen oogjes en snikkend zei Roodklapje “Ik weet het godverdomme ook niet! Kut pies poep zooi!” De boswachter lachte zacht en zette Roodklapje neer op het bed. “Ga eens liggen..” De man haalde uit zijn tas een potje zalf en een pak luiers met het koninklijke insigne erop. “Liggen zei ik..“ Roodklapje knikte gedwee en leunde achterover op het bed.

De boswachter draaide zich om naar de oude vrouw en zei met een donkere stem… “Weet je het oude heksenhuisje verderop? Dat staat sinds kort leeg, twee kinderen hebben die heks vermoord. Stel dat jij nu daar heen loopt en niet meer terugkomt? Dan kunnen we vergeten dat ik je hier gevonden heb met dat kind zo op schoot..”
Oma keek wat verdwaasd, schrok op toen de woorden tot haar doordrongen en pakte binnen dertig seconden alles wat ze dacht ooit nog nodig te hebben voordat ze, klauterend over het lijk van de wolf, het huisje verliet.

Met de grootste lieve glimlach in de wereld draaide de boswachter zich weer naar Roodklapje. “Wat heeft u een grote ogen..” Zei Roodklapje zachtjes.. “Ja, dat is zodat ik je beter in de gaten kan houden.” Antwoordde de boswachter. “En wat heeft u een grote armen en handen” vervolgde Roodklapje.. “Dat is zodat ik je goed kan knuffelen en opvoeden.” Antwoordde de boswachter weer. “En.. en wat heeft u een grote tanden..” Zei Roodklapje zachtjes. De boswachter grijnsde alleen breed, zette zijn tanden in het plastic van het pak luiers en trok het in een ruk open.

Hij flipte het meisje over en depte zachtjes de rode billetjes met de zalf.. “Zo, die trekken wel weer bij. En nou voor de rest.” De boswachter vouwde de luier open en schoof deze onder de blote kont van Roodklapje door. Met geoefende vingers trok hij het geheel bij elkaar en plakte het dicht met de aanwezige brede gouden plakkertjes. “Kijk eens aan. Hoe voel je je.”

Roodklapje voelde met verbazing een diepe rust over zich komen. “Jeetje.. ik voel me.. relaxed.. potjandosie.. ” Diep van binnen had Roodklapje rust. Ze probeerde zelfs een beetje te vloeken en schelden, maar het het lukte gewoon niet echt. “Ik voel me wel.. gelukkig..” Zei ze tegen de grote man die haar met een grijns aankeek.

“Dat dacht ik wel. Alle boswachters in Lek-Luierland zijn opgeleid om in crisissituaties op te treden. En dit was er wel eentje.” Roodklapje knikte gedwee en hield spontaan haar armen op naar de boswachter. De grote man pakte Roodklapje op zijn arm en liep gebukt het krot uit.

Buiten bestegen ze samen het aldaar wachtende paard van de boswachter. In draf reden ze door het bos terug naar het huisje van Moeder Klapje aan de rand van het bos. Moeders was zich uiteraard niet bewust van het drama dat zich diep in het bos had afgespeeld en hoorde het hele verhaal aan. “Nou, dat is ook een heel verhaal. En mijn moeder is dus opgegeten door die wolf? Afschuwelijk!” De boswachter en Roodklapje keken elkaar even aan en knikte stemmig.. “Ja helaas mevrouw.. Met huid en haar. Daar stond deze wolf helaas bekend om.” Ook Roodklapje pinkte een traantje weg, maar dat had waarschijnlijk meer te maken met haar laatste herinnering aan oma en diens vlakke hand.

Uiteindelijk vertrok de boswachter nadat hij moeders had uitgelegd hoe ze voortaan Roodklapje moest voorzien van een luiertje om haar rustig te houden. Bij het uitzwaaien gaf moeder Klapje de boswachter nog een mand met koekjes mee voor onderweg. Hoe dat ertoe leidde dat Roodklapje uiteindelijk in het paleis van Koning Pappa terecht zou komen, is een verhaaltje voor een andere keer..

(Leuk? Een like wordt gewaardeerd!)
 
Laatst bewerkt:

marcel

Geniet van elke dag met een brede lach :-)
Wat een geweldig verhaal Jonathan. Ik heb er heerlijk om gelachen. Je creativiteit mankeert niks aan hoor. Topperrrr
 
Thread starter Similar threads Forum Replies Date
scenekid Beschadiging matje veroorzaakt lek? Tiener Baby's / Luierliefhebbers 2
DL_Michel Luierland L 0
Similar threads


Bovenaan