Op het station

Maud Willems

Nieuw lid
Op het station

Eén keer per week heb ik college in Zwolle. Ik fiets naar het station, zet mijn fiets in de stalling en loop naar het perron. Eerst laat ik mijn OV-chipkaart op. Daarna check ik in. Goed kijkend dat ik wel bij de NS in check en niet bij Arriva in check. Dat was een duur grapje die keer dat ik dit fout deed. Ik loop naar het juiste perron. Ik weer keurig op tijd. Ik weersta de verleiding om een kop koffie te kopen. Ik heb een tijdje koffie gedronken maar nu vind ik het onzin. Ik kijk naar de mensen die staan te wachten op het station. Daar staat iemand met een bruine leren tas. Zo'n zelfde tas als jij hebt.

-

Ik denk elke dag aan jou. Ik zie je overal lopen. Opeens heeft elke man het zelfde loopje, haar, broek, schoenen, jas of tas als jij. Je zal inmiddels wel veranderd zijn. Ik zal je niet eens meer herkennen. Dat je niet meer van mij bent doet nog steeds pijn. Het doet elke dag een beetje minder pijn maar soms onverwachts steekt het mij. Ik mis je. Je was mijn beste vriend geworden. Ik kon geen gedachten meer hebben of beslissing nemen zonder met jou te overleggen.

-

Ik loop naar de man toe. Hij heeft dezelfde lengte en kleur haar als jij. Zal je het zijn? Ik ga naast de man staan en kijk hem aan. Maar je bent hem niet. Ik voel de teleurstelling door mij heen gaan. Het zal ook raar zijn als je hier zou zijn. Je woont hier ook niet in de buurt.

-

Hoewel ik jou overal zie, zie ik jou het vaakst op het treinstation. Ik weet niet waarom reizen met de trein mij het meest jou doet denken. Misschien omdat de eerste keer dat we met elkaar afspraken ik met de trein daar naar toe ben gegaan. Wat was ik toen zenuwachtig. Ik weet nog dat ik toen dacht waar ben ik aan begonnen. Waarom heb ik afgesproken met iemand van het internet? Het klikte via de mail. Daar konden we al geen genoeg van elkaar krijgen. Ik was bang dat ik een freak zal tegen komen. Ik probeerde toen zelf verzekerd het restaurant binnen te stappen. Ik keek rond maar ik zag je eerst niet. Ik had maar een foto van jou gezien. Daar had je een zonnebril op. Maar nu was er niemand met een zonnebril. Je ging staan en ik keek mij aan. Ik krijg een glimlach en loop naar je toe. Mijn zenuwen zijn weg. Ik zit nu tegen over een echt persoon.
Je bent slim, doordacht, lief en ik heb gelijk een zwak voor je. Ik weet nog hoe ik die eerste keer verwonderd naar jou heb gekeken. Jouw stemgebruik, intonatie en accent waren nieuw voor mij.

-

Ik stap de trein in. Ik loop langs de volle, bezette stoelen. Dan zie ik jou uit het raam staren. Ik ga een rij verder zitten zodat ik jou goed kan zien. Je blijft uit het raam staren.

-

Het is al jaren geleden dat wij elkaar voor het eerst ontmoeten. We hebben veel tijd aan elkaar besteed. Soms kan ik mij nog levendig herinneren hoe jouw handen over mijn huid gleden en hun weg naar mijn luier vonden. De herinneringen vervagen. Jij vervaagt. Ik doe mij best om jou levend te houden maar het is niet te doen.
Ik ben blij dat je de beslissing hebt genomen. Het is voor zoveel dingen goed geweest. Maar ik mis je.

-

Dan kijk je op naar de jonge vrouw die tegenover jou gaat zitten. Ik zie je kijken maar je bent het weer niet. Teleurgesteld kijk ik naar de man die vriendelijk knikt naar de vrouw en een beetje anders gaat zitten om er voor te zorgen dat ze makkelijk kan zitten.

-

De levendigste herinnering is dat ik bij jou op de bank zit. We hebben de vorige avond uitgebreid rollenspel gespeeld. Het was niet de eerste keer maar ook nog niet de laatste keer. We moesten nog in onze rollen groeien. Maar ik zit daar. Ik ben blij dat ik mijn fantasieen eindelijk kan uitspelen. Ik kijk naar jou. Je staat in de keuken en zet koffie. Ik drink eigenlijk geen koffie maar omdat jij het zo fanatiek drinkt, drink ik met jou mee. Ik zie hoe je daar staat in je spijkerbroek en je rode blouse. Voor dat ik er erg in heb komen de woorden uit mijn mond: "je bent best leuk"
"jij ook" zeg je met een glimlach. Zelfs nu ik dit op schrijf krijg ik tranen in mijn ogen. Wat heb ik intens van jou gehouden en wat mis ik je. We hoeven het niet terug te draaien, het is goed zo maar ik mis je zo.

-

De trein stopt en de man die net nog even jou was stapt uit. Er stapt geen nieuwe jij in. Ik verveel mij en ik pak mijn telefoon. Allemaal appjes maar geen een van jou. Ik heb ook al geen tijden appjes van je gekregen. Toch hoop ik altijd op een berichtje van jou.

-

Het moet vroeger toch wel opgevallen zijn. Ik was niet via de whats-app te bereiken maar toch was ik altijd online. Ik praten dan met jou. We spraken ook over gewone dingen maar we hadden ook een hele levendige rollenspel met elkaar. We wisselde af. We speelden alle twee de rol van dominant en van kleintje. We moesten verantwoordelijkheid aan elkaar afleggen. We stuurden foto's van onze luiers naar elkaar. Ik domineerde jou. Ik heb jou vreselijke heerlijke dingen laten doen.

-

Ik stop mijn telefoon weer in mijn zak. Ik kijk nog een keer de trein rond maar je bent er echt niet. Ik staar uit het raam.

-

Ik lig op mijn rug bij jou in de woonkamer op het kleed. Ik heb alleen een romper aan. Deze heb jij net los gemaakt en je maakt mijn volle luier los. In het begin vond ik dit stukje gênant. Ik probeerde dan te helpen maar je sloeg mijn handen weg. Nu heb ik mijn armen ontspannen naast mij liggen. Ik sabbel op een speen. Eerder was ik dl maar bij jou ben ik ook ab geworden. Ik voel jouw vingers door het plastic van mijn luier heen. Je maakt de vier plakkers voorzichtig, één voor één los. De frisse lucht komt gelijk bij mijn natte billen. Met een billendoekje maak je mijn schoon. De zon komt door de gordijnen. De gordijnen die je altijd dicht had als ik langs kwam. Ik voel de warmte van de zon op mijn armen. Ik ben ontspannen en een beetje opgewonden omdat jij aan mij zit. Je maakt mijn romper weer vast. Ik mag even gaan kleuren van jou maar ik kras en ik krijg straf. Ik moet van jou even op bed liggen. Na een tijdje maak jij mij wakker. Ik moet het weer goed maken en beter luisteren naar papa.

-

Ik kom aan op mijn bestemming. Wanneer ik over het station loop kijk ik of ik jou zie lopen. Ik zie er veel die jij had kunnen zijn. Maar je bent er niet. Misschien weet ik ook niet zo goed hoe jij er uit ziet en loop ik jou wel voorbij. Ik weet niet zo goed waarom ik jou zoek. Ik wil geen contact meer maar ik wil vanaf een afstandje kijken of gelukkig bent. Ik wil zien of alles wel is uitgepakt zoals jij hebt gehoopt. Ik wil alleen kijken en zien hoe je lacht en hoe gelukkig jij kijkt naar haar. Ik check uit op het station en loop richting school. Daarna verdwijn je uit mijn gedachten.
 

Maud Willems

Nieuw lid
Deel 2 – terug naar huis

Na een lange en motiverende collega dag loop ik naar het station. Ik loop met een studiegenootje. Het is raar dat ik nu met mensen studeer die de leeftijd van mijn moeder hebben en dat je elkaar toch als gelijken kan zien. We bespreken de komende opdrachten nog even waarna we alle twee naar een ander perron lopen. En daar sta je weer. Ik weet wel dat je het niet bent. Ik kijk iets langer naar je. Jouw haar lijkt op dat van hem maar je bent het zeker weten niet. Samen met hem stap ik in de trein. Je gaat niet bij mij in de buurt zitten.
-
Ik wist na de eerste keer al gemakkelijk jouw huis te vinden. Alsof het de bedoeling was dat ik altijd voor jouw deur zijn eindigen. Je doet de deur open. Je draagt een spijkerbroek met een bruine riem en rode blouse. Je draagt van die Spaanse sloffen. Je bent glad geschoren, hoewel ik je liever met baard zie vind ik je zo ook knap. Je begroet mij hartelijk en begeleid mij naar binnen.
Ik zit mijn tas met luiervoorraad neer. Hoewel ik mij nog wel een beetje ongemakkelijk voel, vraag ik gelijk naar jouw luier. Via whatsapp hadden we afgesproken dat jij deze keer luiers zou dragen. Je had al foto’s gestuurd dat je al een luier aan had. Ik leg mijn hand op jouw kruis en ik voel de luier door de spijkerbroek heen. Ik heb nog nooit zoiets fijns gevoeld. Ik ben gelijk opgewonden. “Zal ik even jouw luier controleren” Je knikt verlegen. Ik doe jouw broek uit en ik leg je op de bank. Ik voel aan jouw luier. Je bent nog niet nat genoeg. Je hoeft nog geen schone luier. Ik trek jouw kleren weer aan.
We gaan op de bank zitten en drinken biertjes. Ons rollenspel groeit langzaam in iets normaals. We praten als normale mensen met elkaar. We kijken film en hebben plezier.

-

De trein komt aan op het eindstation. Ik ben nu bijna thuis. Het fijne van deze dag is dat het na morgen herfstvakantie is. Ik ga straks een week op vakantie naar Portugal en ik kan niet wachten om een week niets te doen. Op het moment dat ik uitcheck met mij ovchipkaart sta jij naast mij. Niet jij maar de jij van het station. Ik kijk nog even naar jou. Ik kan het niet helpen dat ik even naar jou glimlach. Je kijkt mij aan alsof er weer een lijpo met jou aan het flirten is.
Snel loop ik naar mijn fiets. Ik haal de fiets van het slot zijn mijn favoriete playlist aan en rij op Lance Armstrong snelheid door de stad heen. Buiten adem en helemaal bezweet kom ik thuis aan.
Ik wil eerst even douche voor dat ik ga eten. Ik trek mijn kleren uit en kom er achter dat ik een beetje een natte onderbroek heb. Wanneer dit gebeurde terwijl wij nog contact had, dan had ik de rest van de week in luiers moeten lopen. Je zou mij er vaak aan herinneren wat voor klein kind ik was. Ik zou foto’s van mijn luiers moeten sturen. Maar dit is nu niet meer nodig. Hoewel ik dit stiekem toch wel wil. Ik doe mijn vieze slipje en bezweten kleren in de wasmand.
 

Maud Willems

Nieuw lid
Deel 3 – afsluiting

Geheel onverwachts zie ik jou deze keer op het vliegveld. Dit is heel raar omdat ik jou normaal alleen op het station zie. Ik ben verbaasd dat ik jou hier zie. Ik ben al heel lang niet meer met jou bezig geweest. Waarom toch kom ik jou dan hier tegen. Ik zie alleen maar jouw rug en jouw haar.

Ik ga bij mijn gate zitten. Ik neem plaats zodat ik jou goed kan zien. Je gaat vast met het vliegtuig die bij de gate naast die van mij staat. Ik hoop echt dat jij niet de zelfde vlucht als ik heb. De gedachte dat jij bij mij in het vliegtuig zou zitten maakt mij misselijk.
Je kijkt onrustig om je heen alsof je iemand zoekt. Dan komt er een meisje aangelopen met donker blond krullend haar, ze lijkt een beetje op mij maar toch ook weer niet. Ze heeft twee bekers met waarschijnlijk koffie bij zich. Je pakt de koffie aan. Ze gaat naast jou zitten en je lijkt weer gekalmeerd.

Ik pak mijn telefoon uit mijn zak en begin met lezen met het nieuwe boek van Karin Slaughter. Af en toe kijk ik op naar jou. Je praat met het meisje naast je. Aan de manier waarop je een arm om haar heen slaat kan ik zien dat je van haar houd. Sterker nog je bent verliefd. Dan wordt er omgeroepen dat jouw vlucht klaar is om te boarden. Jij staat op en terwijl je op staat en je omdraait zie ik dat jij het echt bent. Mijn maag draait zich om. Ik moet mij tegenhouden om niet over mijn voeten heen te kotsen. Je kijkt rond maar je ziet mij niet. Iedereen moet hebben gezien hoe mijn gezicht vuur rood werd. Daarna kijk jij lief naar haar. Je draait om je loopt richting het toilet.
Natuurlijk moet jij even plassen. Ik weet niet hoe lang het geleden is dat jij gedragen hebt maar ik weet dat jij wel eens ongelukjes hebt. Zal zij dat ook weten? Dat jij graag in luiers rond loopt, dat jij graag als kleine jongen behandeld wil worden, dat je zelfs onesies draagt en rompertjes. De gedachten van onze rollenspelen samen geven een fijn gevoel. Ik denk aan de keren dat ik jouw luier heb geschoond en toen we met onze luiers over elkaar aan het wrijven waren. Ik denk aan al het whatsapp contact en de cybersex via Skype. Met een glimlach denk ik hoe jij mijn best vriend was toen.

Ik bekijk haar. Ze drinkt rustig van haar koffie en staart uit het raam. Je bent mooi, lief en slim. Dit is makkelijk te zien. Ik snap waarom hij zijn fetish voor jou heeft opgegeven. Misschien heeft hij het inmiddels aan jou verteld. Maar ik denk niet dat hij dat gedaan heeft.
Wanneer je terug komt pak jij de zware tas van de grond. Het lijkt alsof je naar mij kijkt maar ik zie geen blik van herkenning of schik. Je ziet mij niet. Zij gooit de lege koffiebekers weg. Je slaat een arm om haar heen. Ze past perfect onder jouw arm. Ze heeft precies de juiste lengte daar voor. Samen lopen jullie naar de slurf. Jullie tickets en paspoorten worden gecontroleerd. Jullie kijken elkaar verliefd aan. Jij kijkt nog even mijn kant op. Heb je mij toch gezien? Daarna lopen jullie de slurf in.

Ik ben verbaasd door deze hele situatie. Ik ben inmiddels van vuurrood naar lijkwit gegaan van gezichtskleur. Ik heb mijn telefoon nog vast maar deze is inmiddels vergrendeld omdat er al zo lang niets is gebeurd. Het is goed om jullie samen gezien te hebben. Misschien was dit het laatste stukje wat ik nodig had om het af te sluiten. Ik bedenk mij dat mij gevoel voor jou niet meer hetzelfde is. Ik wil je niet meer hebben. Het is goed om jou even op afstand gezien te hebben maar je hoeft niet meer terug te komen. Ik ben blij dat ik jou zo gelukkig heb gezien.

“Kijk schat, ik heb thee voor jou. Ik moest even zoeken maar ik heb uiteindelijk een koffietent gevonden.” Roept een vertrouwde stem naar mij. Deze haalt mij uit mijn diepe gedachten.
“dankjewel schat. Je had ook koffie hier tegenover kunnen halen.” Ik wijs in de richting waar zij net ook de koffie heeft gehaald.
“Godverdomme. Het hele vliegveld voor niets afgesjouwd.”
Ik glimlach.
 
Bovenaan