Hoofdstuk 08: Hulpeloos
“Goed, dan kunnen jullie nu aan de slag met casus 16. De rest van de lestijd kan hiervoor gebruikt worden”, zegt Spoor, voordat hij zich in zijn bureaustoel laat zakken.
“Ik verwacht maandagochtend van ieder van jullie een duidelijke analyse van de marketingmix van IKEA. En – ja – dat betekent dus alle zeven p’s.”
Er wordt wat gemord en gemopperd in de klas, maar Sofie houdt zich stil. Het laatste waar ze nu mee zit, is een onmogelijke deadline van Spoor. Haar gedachten zijn worden opgeslokt door een totaal ander onderwerp.
Haar stalker heeft Sofie vannacht volledig in zijn macht genomen. Of in háár macht, want Sofie heeft nog altijd geen idee met wie ze nou precies te maken heeft. Het lijstje met mogelijke verdachten is niet lang, maar Sofie kan bijna niemand echt uitsluiten. Ze heeft ook geen idee hoe ze daar aan zou moeten beginnen.
Terwijl Sofie haar schrift opent en wat aantekeningen maakt, blijven de berichtjes van de stalker door haar hoofd spoken.
“Je mag naar de wc. Tenzij ik iets anders wil. Dan hoor je het wel.”
De instructies waren specifiek en zeer duidelijk. Met wie Sofie ook te maken heeft, het is duidelijk dat alles om macht en vernedering lijkt te gaan. Het voelt alsof al haar vrijheid wordt ontnomen, nu de stalker haar dwingt om fulltime luierbroekjes te dragen.
In eerste instantie was Sofie er zeker van dat ze dit niet ging doen. Haar vechtlust was even terug. Even. Want de stalker wist precies waar haar zwakke plek zat.
“Als je niet luistert dan zal iedereen de foto’s zien. Dan komt je zusje precies op tijd om te zien hoe iedereen je uitkotst. Hoe je hier faalt.”
Op dat moment wist Sofie meteen zeker dat ze kansloos was. Joy, haar zusje, komt dit weekend logeren en ze wil absoluut niet afgaan waar zij bij is. Zelfs als ze in opstand zou durven komen tegen haar stalker, dan is dit niet het moment. Hoe hopeloos ze zich ook voelt, Sofie heeft geen andere keuze dan te gehoorzamen.
“Je mag je luiers wisselen om half acht. In de ochtend en in de avond. Alleen dan.”
Dat laatste bericht kwam extra hard binnen. Niet alleen blijft het Sofie storen als mensen het verschil tussen luiers en luierbroekjes niet erkennen, maar dit gaf aan dat 24 uur per dag ook echt de héle tijd was. En dat deed pijn. In één klap was Sofie voor haar gevoel weer gedegradeerd tot een kleuter. Zelfs haar toiletbezoek viel nu niet meer onder haar controle.
Gek genoeg was het vanmorgen niet zo moeilijk om haar luierbroekje niet af te doen, maar te wisselen voor een droge. Sofie is intussen natuurlijk meer dan bekend met hoe ze voelen. Eigenlijk was Sofie langer bezig met het uitzoeken van een outfit, dan dat ze nodig had om haar emoties onder controle te krijgen.
Het was vandaag geen weer meer voor een zomerjurkje en Sofie had niets in de kast dat ze zou kunnen gebruiken om dat te compenseren. Een gewone broek was eigenlijk de enige manier om vooral geen aandacht te vestigen op haar kledingkeuze.
Sofie heeft in de spiegel uitgebreid gecontroleerd of het luierbroekje zichtbaar zou zijn, maar dat was gelukkig niet het geval. Toch kon Sofie die gedachte niet loslaten. Eén verkeerde inschatting en de school zou het alsnog weten. Om dat te voorkomen heeft Sofie toch maar een dun vestje gekozen, dat net lang genoeg is om over haar billen te vallen. Gelukkig is zwart met bijna alles te combineren. Een beetje zoals Mia..
Daarna was alles alleen nog maar gewenning. Voor het eerst met een luierbroekje door het huis lopen, voor het eerst met een luierbroekje op de fiets, voor het eerst met een luierbroekje naar school. Alles voelde helemaal nieuw. Alweer. Bij elke stap voelde Sofie het luierbroekje zitten of bewegen. Het kan dat ze zich dit alleen maar inbeeldt, want ze concentreert zich er natuurlijk ook enorm op.
Inmiddels is Sofie al over de helft van haar schooldag en vooral opgelucht dat het bijna weekend is. Daarna zou ze wel verder zien. De hel is voor vandaag in elk geval bijna voorbij. Als ze straks eenmaal thuis is, zal het hoe dan ook een stukje minder vernederend voelen.
Sofie noteert wat vage woorden over IKEA en hoe de bedrijfskleuren matchen met die van de Zweedse vlag. Over hoe zich dat verhoudt tot de bedrijfscultuur. Het wil nu natuurlijk allemaal even niet zo goed lukken als normaal.
Spoor bladert door één van de lesboeken en maakt aantekeningen op een blok papier. Hij hoeft zich nergens zorgen over te maken. Als leraar heb je altijd controle. Ergens is Sofie jaloers op hem en begint ze te overwegen of ze niet beter docent zou worden. Aan de andere kant vertrouwt ze de man nog altijd voor geen cent.
Dan piept haar telefoon opnieuw.
Spoor kijkt Sofie een beetje geïrriteerd aan.
“Sorry, meneer. Ik dacht echt dat ik hem op stil had gezet.”
“Dat is de afspraak”, bromt Spoor terug.
Sofie knikt beleefd. Niet dat ze er iets aan kan doen. Als haar stalker een bericht stuurt, dan maakt de telefoon altijd datzelfde, irritante geluid. Hoe vaak ze haar telefoon ook op de stille stand zet. Ze kan het niet voorkomen.
Met de nodige vrees opent Sofie het berichtje.
“Ik wil dat je nu in je luier plast. Geen wc meer tot half 8.”
Sofie blijft even naar het scherm staren. Is dit serieus? Hoe wil de stalker dat in vredesnaam controleren? KAN de stalker dit controleren? Een rilling loopt over Sofie haar rug. Natuurlijk kan de stalker dat. Hij of zij kan onopgemerkt foto’s van haar maken, terwijl ze slaapt. Sofie realiseert zich dat ze geen idee heeft over de mogelijkheden van de stalker, anders dan dat ze groot genoeg zijn.
Het is ook niet alsof Sofie haar blaas niet zou kunnen legen. Ze had al besloten om tijdens de pauze toch echt even naar de wc te gaan. Met tegenzin. Maar dat zou altijd beter zijn geweest dan hier en nu in haar luierbroekje te moeten plassen. In een volle klas, tijdens de les. Alsof het allemaal nog niet beschamend genoeg was.
Voorzichtig laat Sofie zich een stukje achterover in haar stoel zakken. Omdat ze bang is dat ze er zo onbeleefd uitziet, blijft Sofie aantekeningen maken. Niet dat die nu ergens over gaan. In gedachte is ze er alleen maar mee bezig om haar brein te overtuigen om haar blaas voorzichtig te legen. Na een tijdje denken aan lekkende kranen en stromende rivieren vindt een kleine, stabiele straal de weg naar haar luierbroekje.
Terwijl Sofie alleen maar hoopt dat niemand haar kan ruiken, zwelt haar broekje op. Het concentreert zich vooral richting de achterkant, waar Sofie kan zweren dat er nu een prop ontstaat. Zo voelt het althans. Gelukkig heeft ze aan dat vest gedacht. Hopelijk kleurt haar hoofd nu niet weer zo rood als laatst.
“Meneer, wat was die zevende p nu ook alweer?”, roept iemand ineens van achter in de klas.
“Serieus, Rutten? Ik heb dit net allemaal nog uitgelegd. Geen boek? Nee? Ook alweer vergeten?”
Spoor slaakt een diepe zucht, alsof hij maar niet kan geloven hoe ongeïnteresseerd studenten kunnen zijn. Alsof het dit jaar nog véél erger is dan anders. Dan draait hij zich richting Sofie.
“Ik word maar betaald voor één uitleg. Laat jij anders maar even zien of je het begrepen hebt. Of heeft mevrouw Sofie ook alleen maar op haar telefoon gekeken tijdens de uitleg?”
“Nee, meneer.”
“Nou, hup, laat maar zien. De presentatie staat klaar.”
Dat kan er ook nog wel bij. Sofie moet snel handelen. Ze kan niet weigeren, want ze wil niet weten hoe Spoor daar weer op reageert. Als hij haar uit de les stuurt, moet ze tenslotte ook opstaan. Sofie heeft geen keuze. Ze moet.
Met lood in haar schoenen staat Sofie op. Ze trekt haar vestje nog eens extra ver naar beneden. In het moment is ze gelukkig slim genoeg om haar boek mee te nemen. Als ze bij het bord staat kan ze dat boek strategisch voor haar broek houden. Het is de beste manier die ze nu kan verzinnen om er zeker van te zijn dat niemand kan zien wat ze onder haar broek draagt.
Sofie kan zich over alle onzekerheid heen tillen en legt keurig, maar snel, uit waar ieder van de zeven p’s precies voor staat. Ze schaamt zich om meerdere redenen dood voor wat er nu gebeurt, maar ze kan beter bekend staan als het meisje dat veel te braaf is en altijd geleerd heeft. De alternatieven zijn allemaal veel slechter. Zodra ze klaar is met haar uitleg, loopt Sofie direct terug richting haar plek. Spoor haalt zijn neus op.
“Nou, mevrouw Sofie, u bent duidelijk niet voor één gat te vangen. Keurig.”
Sofie gaat zitten en voelt meteen die natte prop weer. Dit is zo vernederend dat ze het liefst zou huilen. Maar dat gaat nu niet. Ze moet sterk blijven.
“Is het zo duidelijk? Mooi. Ik ben er klaar mee voor vandaag. Ga maar vast pauze houden.”
Hoewel Spoor duidelijk niet blij was met het niveau van de klas in het algemeen, is hij toch blijkbaar positief gestemd over Sofie. Als hij het lokaal verlaat, krijgt ze een snel duimpje. Ze weet niet hoe blij ze daarmee moet zijn.
Even later zit Sofie alleen in de kantine. Op een bankje, in een hoekje. Haar rug tegen de muur. Hoe symbolisch. Ze neemt een paar happen van haar boterham, maar echte honger heeft ze niet. Ze is maar met één ding bezig: vooral niet opvallen.
“Hé, Sofie, hier ben je!”
Missie gefaald. Renée gaat zonder uitnodiging naast Sofie zitten. Sofie schrikt en schuift precies ver genoeg door om het niet op te laten vallen. Ze stinkt nu ongetwijfeld zo erg dat het Renée wel op moet vallen. Maar die lijkt het vooralsnog niet te merken. Ze praat alleen maar over het project.
“Ik dacht: waarom zoeken we geen model? Dan kunnen we echte advertenties bij ons plan doen. Dan hebben we zelfs meer dan waar Spoor om heeft gevraagd. Als we zo geen hoog cijfer krijgen, dan weet ik het ook niet. Zelfs bij hem moet dat lukken.”
Sofie knikt, maar hoge cijfers zijn momenteel niet haar prioriteit.
“En ik dacht óók”, gaat Renée verder. “Jouw zusje is twaalf toch? De grootste maat is van acht tot en met vijftien. Zou zij dat niet willen doen?”
“Dat moet ik haar vragen, maar ik denk echt van niet”, zegt Sofie. Ze laat duidelijk merken dat ze grote twijfels heeft bij het idee van Renée. Haar zusje is lief en behulpzaam, maar Sofie zal al met een heel goed verhaal moeten komen om Joy in een luier te krijgen. Dat is de enige manier om aan Puck te bewijzen dat de luiers niet voor Sofie zelf zijn. En dat moet wel, want haar huisgenoten vinden Sofie al raar genoeg.
De kans dat ze Joy óók nog eens in de luierbroekjes krijgt voor een conceptadvertentie, schat Sofie dan ook op minder dan nul procent.
“Oh, jammer. Ja, ik weet zelf ook niet zo snel iemand. Of ik moet het zelf doen. Ik ben wel iets ouder, maar misschien kom ik geloofwaardiger over dan jij?”, ratelt Renée verder, terwijl ze haar eigen broodtrommel openmaakt.
“Misschien wel”, zucht Sofie. Want niemand zou natuurlijk ooit geloven dat Sofie luierbroekjes draagt. Stel je dat eens voor.. De ironie smaakt Sofie al bijna beter dan haar boterham.
Aan de andere kant van de kantine lopen Fleur en Dimi hand-in-hand langs de tafeltjes. Ze lachen en lijken de tijd van hun leven te hebben. Sofie zou er heel veel voor over hebben om de plek van Fleur in te kunnen nemen. Maar de kans dat Dimi haar ooit zou zien staan is natuurlijk ook belachelijk klein. Dimi wil een vrouw, geen loser in een luierbroekje.
“Vind je hem knap?”, vraagt Renée ineens. Blijkbaar heeft ze Sofie zien staren.
“Best wel”, geeft Sofie toe. “Jij niet dan?”
Renée neemt een hap van haar boterham en trekt een vies gezicht.
“Nee, joh”, zegt ze met volle mond. “Dat is mijn broer!”