5. Twee bekende gezichten, zes nieuwe gezichten
Ik werd wakker en inspecteerde de spijlen van mijn bed. Er klopte iets niet. Er hoorde een speelboog aan te hangen, om verveling tegen te gaan. Zou ik daar vandaag tijd voor krijgen? Of niet? Allerlei vragen en zinnen spookten door mijn hoofd, waarbij ik best laat door had dat mijn luier beladen was. Oh, wat een drukte. Ik begon te wenen omdat me het even te veel was. Het was tenslotte toch allang ochtend, dus Kumatora zou het waarschijnlijk wel opmerken.
Na een tijdje hoorde ik de deur van mijn kamer opengaan.
“Meisje, wat is er toch aan de hand?” vroeg Kumatora bezorgd, terwijl ze mij uit bed tilde en met mij op de stoel ging zitten.
Ik kon geen antwoord geven, want deze raakte steeds verloren in het feit dat ik kortademig werd.
“Wat een toestanden allemaal, hè?” zei Kumatora, alsof ze helderziend was. Ze legde mij op de commode en gaf me eerst mijn medicijn via de puffer, hierna mijn speentje, en tenslotte een schone luier en mijn kleding. “Gaat het al wat beter?”
Ik knikte zwakjes en liet me weer van de commode af tillen zodat ik aan tafel kon.
Eens aan tafel werd ik voor het eerst in tijden geholpen met eten, zonder dat ik erom vroeg, maar fijn vond ik het wel. Lepeltje voor lepeltje begon ik het steeds fijner te vinden dat ik even niet zelf hoefde te eten. Zelfs het fruit werd er eigenlijk wel lekkerder op. Uit mijn fles wilde ik daarentegen wel zelf drinken, want ik had na die astmatische aanval wel flinke dorst gekregen.
Na het eten poetste ik mijn tanden grondig en werden mijn haren ook eens goed doorgeborsteld, want tijdens het eten heb ik gehoord dat we naar de stad gaan, en dat we om half 11 vertrekken.
Spannend, dacht ik, naar de stad als 'kind'.
Op mijn kamer, met de smoes dat ik me nog lang moest voorbereiden, hing ik ook nog even snel een speelboog aan de spijlen van mijn bed, en riep Kumatora hierna.
“Ben je bijna zover, schat?” vroeg Kumatora, die mijn kamer binnen kwam.
“Jij mij helpen, mama?” vroeg ik. “Ik niet weten wat mee moet. Ik alleen dit gepakt.” Ik liet de inhoud van mijn tas zien: de puffer, mijn knuffel, een zachte rammelaar en een extra speentje.
“Dat is wel al verstandig van je” zei Kumatora, “dat je dat zelf hebt uitgekozen. Maar ik weet wat je nog meer mee mag nemen.” Uiteindelijk zaten er in de tas ook een pakje lotiondoekjes, een doek, een paar luiers, een reserve paar sokken en in de keuken werd mijn fles klaargemaakt, waarna deze dus ook in de tas ging.
“In orde, mama!” riep ik, toen alles in de tas in orde was. “Wij nu gaan?”
“Ik moet me ook nog voorbereiden, hè?” zei Kumatora plagerig. “Kun jij die tas wel alvast aan de wagen hangen?”
“Alleen als ik in da mag zitten” zei ik.
“Ik sta het toe” zei Kumatora, die mij over mijn hoofd aaide. We verlieten de kamer allebei, ik deed de deur achter me dicht en liep langs muren en andere voorwerpen alsof ik een echt kind was dat nog niet goed kon lopen. Uiteindelijk kwam ik bij de wagen, hing ik de tas eraan en ging ik er alvast in zitten. Ik besloot nog maar niet aan de riem te zitten, anders zou ik waarschijnlijk een preek van hier tot Koppai krijgen en daar had ik geen zin in.
“Ik ben eindelijk ook zover!” zei Kumatora, die uiteindelijk haar kamer uit kwam. Ze deed eerst zelf haar jas en schoenen aan, en deed dit daarna bij mij, waarna de riem ook vast ging. Hierna konden we eindelijk gaan.
Buiten was het redelijk koud, maar ook windstil. Ik hing er in de wagen behoorlijk
relaxed bij en bekeek alles om me heen, totdat het me opviel dat er iets aan de linkerkant van de wagen hing. Ik pakte het, bracht het naar me toe en zag dat het een popje was dat van allerlei materialen was gemaakt. Ik had deze nog nooit eerder gezien. Zou deze nieuw zijn? Ik begon er maar mee te spelen en lette niet meer op de rest.
“Zo, dus jij hebt het multifunctionele mannetje al ontdekt?” zei Kumatora. “Leuk is ie, hè?”
“Ik heel blij ermee” zei ik, me tegelijkertijd afvragend of de pop nou ook echt zo multifunctioneel was. Ik begon er iets harder in te knijpen, en had de pieper ervan ontdekt. Ik wist al dat hij rinkelde en van zowel hout als stoffen lapjes was gemaakt... oh, vandaar dat de pop multifunctioneel was! Hè, waarom wist ik dat nou niet eerder!
Na een tijdje stonden we stil nadat we over hadden gestoken. We waren bijna bij de grote stad.
“Kijk, Marcie” zei Kumatora. “We zijn er al bijna. Ik zou graag winkeltjes willen bezoeken, maar ik weet niet naar welk winkelcentrum ik nou liever wil... links of rechts?”
“Die, mama” zei ik, toen ik naar rechts wees. “Die meer ramen hebben. Veel licht dus. Voor plantje op me raam.”
“Op je vensterbank?” vroeg Kumatora. “Nou, da's waar ook, die is nog hartstikke leeg... Zal ik een mooie plant voor je uitkiezen?”
“Ja, mama!” riep ik blij. “Daar de plant kijken!” Ik wees opnieuw naar het winkelcentrum rechts.
“Dan hebben we een keuze” zei Kumatora, die verder wilde lopen, maar na maar een halve seconde alweer stilstond. “Ik moest je nog iets geven.” Ze pakte een koord uit haar tas, bevestigde deze eerst aan mijn speentje, en hierna aan mijn jas. “Dan raak je 'm straks niet kwijt.”
Uiteindelijk kwamen we bij het inderdaad behoorlijk lichte winkelcentrum aan, waar het verrassend genoeg nog niet eens zo druk was.
Ik vond de winkels die Kumatora bezocht echter niet zo interessant, dus ik sloot mijn ogen maar en probeerde wat rust te pakken.
Ik opende mijn ogen weer toen het ongeveer 11 uur was, en op hetzelfde moment stonden we ook ineens stil.
“Marcie, weet je wat ik merk?” vroeg Kumatora. “Dat jij ineens zo stil bent. Daarnet bijvoorbeeld. Ben je nog moe of zo?”
Ik knikte, en daar was niets van gelogen.
“En gezien jij nog 'kind' bent, hè?” ging Kumatora door, “kwam ik net achter iets, en ik denk dat jij dat wel leuk gaat vinden.”
“Wa is da dan, mama?” vroeg ik.
“Een soort bijeenkomst of zo” legde Kumatora uit, “en daar zijn wel meer mensen als jij. Zou je daar graag heen willen?”
Ik knikte, want het klonk inderdaad wel leuk.
“Dan moet ik je wel iets vertellen dat minder leuk is” zei Kumatora. “Je zou daar alleen moeten wachten, want anders beschouwen ze mij als net zo'n persoon, en dat is natuurlijk niet de bedoeling... of wel soms?”
Ik schudde mijn hoofd, en voelde opnieuw verdriet naar boven komen.
“Ik kom je natuurlijk wel om half 1 of zo weer halen, hè?” zei Kumatora liefkozend. “Kom, ik zal je er wel even heen brengen. Het is niet ver van hier.” Ze zette mijn wagen weer in beweging, en we waren er inderdaad al snel.
“Jij hier blijven, mama?” vroeg ik nerveus. “Ik niet alleen zijn.”
“Ik snap dat je niet alleen wil zijn” zei Kumatora, “maar straks ben je dat ook lang niet meer. Ik moet nu helaas wel verder. Tot over anderhalf uur.” Ze gaf mij een knuffel en een zoen op mijn wang, en liet mij verbijsterd achter bij het kleine halletje dat ik niet kende.
Ik probeerde mijn verdriet weg te spelen met de pop aan de wagen, maar dit lukte niet. Ik begon hartverscheurend te wenen met veel tranen en lange uithalen. Het boeide me nu even niet als er mensen naar me keken, want het moest er gewoon even uit. Wat jammer nou dat Kumatora geen toezicht mocht houden als ik aan het praten was straks. Ik voelde me heel erg eenzaam. Van mijn verdriet urineerde ik zelfs ongecontroleerd in mijn luier, en dit gebeurde niet vaak.
Ik stopte met wenen voor 5 seconden toen de wagen ineens weer in beweging kwam. Was ik nu in dat halletje? Ik keek om me heen en ik weende steeds minder. Ik was er inderdaad.
“Rustig maar, meisje” zei degene die mij naar binnen had gebracht. “Het is al goed.” Degene ging voor mij staan. Het was de jongeman die ik gisteren door het raam had gezien! Wat moest hij nou hier, vroeg ik me af?
Ik brabbelde wat, stak mijn handen naar hem uit en keek hem vragend aan.
“Je bent niet alleen, meisje” zei de jongeman. “Ik ben er, en zij is er ook.” Hij wees naar een ander meisje, dat in een stoeltje zat dat groter was dan normaal. Ze speelde heel geconcentreerd met de gekleurde voorwerpen die aan de boog boven haar hingen. Ze had blond haar en zachtblauwe ogen, en ze droeg een gekleurd speelpak met voetjes en een oranje slab.
Ik voelde me behoorlijk verlegen worden, alsof ik een schildpadje was dat zich in zijn schild verstopte. Ik durfde nog niet in het simpele Engels te praten, en brabbelde dus maar.
Ik keek de jongeman vragend aan, terwijl ik naar hem wees en iets vragends brabbelde.
“Wie, ik?” vroeg de jongeman. “Ik heb me nog niet voorgesteld, hè? Ik ben Fuel, en zelf in mijn vrije tijd ook nog kind. Nou ja, soms, ligt eraan wanneer ik eigenlijk wel zin heb.”
“Fufu?” brabbelde ik. Natuurlijk wist ik wel dat hij Fuel heette, maar in mijn
ageplay moest ik nog veel leren.
“Nee, Fuel” zei Fuel. “Of moet ik het toch maar accepteren...? Misschien wel. Jij bent me er wel eentje.” Hij kietelde mij onder mijn oksels, en ik lachte erbij.
Het meisje links van me begon uit het niets te wenen. Wat een schel geluid! Ik deed mijn handen maar gauw op mijn oren en keek een beetje geïrriteerd.
Fuel riep iets, maar ik verstond niet wat het was, en er kwam daarop nog iemand in de ruimte om het wenende meisje stil te krijgen.
Na een tijdje was het eindelijk stil en konden mijn oren weer vrij luisteren.
“Fufu haar halen” zei ik, terwijl ik op de persoon bij het meisje wees.
Degene had lang, steil, blond haar, felblauwe ogen en opvallend roze kleding aan.
“Wie, ik?” zei degene. “Maar hé, wat ben jij toch schattig!” Ze liep naar me toe en aaide mij onder mijn kin alsof ik een kitten was. “Ik ben Nana, en dit leek me zo interessant, dat ik het maar ben gaan doen.”
“Nana!” riep ik haar na. “Jij ook lief.”
“Ach, dat hoor ik iedereen wel zeggen” lachte Nana, die naar Fuel liep en hem lang wilde zoenen totdat er geluid klonk vanuit het gat van de deur van het halletje.
Fuel snelde zich naar het gat van de deur en daar was nog iemand die als mij en dat andere meisje was. Ze had lichtbruin haar dat in een staart bovenop haar hoofd zat en een jumpsuit aan waar de luier net zichtbaar was.
Nu is het maar afwachten met hoeveel we straks zijn, dacht ik bij mezelf.
Na een tijdje waren er in totaal zes meisjes (inclusief ik dus) die iets met elkaar gemeen hadden: ze waren in hun vrije tijd allemaal 'kind'. Nana daarentegen wilde graag iets met dit soort mensen doen, en haar vriendje, Fuel, was de enige jongen die het ook wel eens in zijn vrije tijd deed, maar nu nauwelijks liet zien. Als hij er te verlegen voor was, snapte ik het op zich wel.
Wij de meisjes die 'kind' waren, vonden het zo leuk om eindelijk eens mensen met dezelfde geheime interesse te leren kennen. Ik ben dus Marcelien, of baby Marcie, ik 'ben' 2 (oorspronkelijk 16) en behoorlijk lief, waar niets van gelogen is. De andere meisjes hadden zich zo voorgesteld:
- Eve (15) 'van' 6 maanden die heel bijziend is en dus nog echt een baby is;
- Britta (16) 'van' anderhalf die niet van geprakt of geblendeerd eten houdt, in de nee-fase zit en wel eens geneigd is om flink boos te worden en heel hard te wenen;
- Kara (17) 'van' 3 die behoorlijk verwend is door haar 'vader', en dan ook eerlijk verwend wordt, maar soms voor straf ook gespankt;
- Amethyst (18) 'van' 1 die je wel in de gaten moet houden omdat ze veel in haar mond stopt en omdat ze nog wel eens naar de verkeerde plekken kan kruipen;
- Peridot (15) 'van' 2 die net als ik het lieve typetje is, en haar moeder was altijd zo druk dat ze nooit van haar speentje af is gekomen of zindelijk is geworden, en ze heeft zelfs bijna haar hele melkgebit nog. Het is echt waar.
Toen Nana haar verhaal wilde doen (ja, we praatten eventjes normaal Engels met elkaar), kwam er blijkbaar nog iemand binnen kruipen, waar Fuel bijna van schrok omdat hij natuurlijk vlak bij het gat van de deur van het halletje zat. Het was Lucas, en hij heeft net zo'n blik als ik toen ik me nog een schildpadje voelde.
“Lucas!” riep ik blij, terwijl ik in mijn wagen begon te stuiteren. Ik ging er maar uit, want de riem zat toch al los, stortte me bij hem op mijn knieën, gaf hem een stevige knuffel en plakte hem helemaal onder de zoentjes.
“Die vindt hem duidelijk erg lief” giechelde Amethyst, “dat kun je wel zien!” Dit maakte de andere meisjes, Nana en Fuel ook wel aan het lachen.
“Kom er maar bij, Lucas” zei Fuel, “dan mag jij je voorstellen aan de rest.”
Lucas nam naast mij plaats en vertelde over wie hij was, dat hij 21 maanden 'was' en net als ik en Peridot behoorlijk verlegen. En uiteraard ook dat hij mij al voor langere tijd kende.
Hierna raakten Lucas, ik en de meisjes alle zeven aan de praat over onze geheime interesse, en iedereen had wel zijn of haar eigen manier ervoor. Lucas en ik hadden bijna dezelfde manier die erg op die van Peridot leek, was ons opgevallen.
“Zeg Fuel” vroeg Eve op gegeven moment spontaan, “heb jij momenteel ook een luier aan?”
Fuel wreef nerveus in zijn handen en deed hierna zijn broek een stukje omlaag, waar inderdaad een luier onder te zien was. Wij raakten hier allemaal wel door gefascineerd, en vooral Eve, want haar vermoeden was dus waar.
“Dan kan ik me net zo goed ook even voorstellen” lachte Fuel, “aangezien we net toch nog even onderbroken werden... Ik ben dus kleine Fuel van anderhalf, ik zit net als Britta in de nee-fase, ik praat vaak mensen na, ik hou vooral van pasta voor avondeten en ik ben het meeste verslaafd aan mijn speen.”
“Net als ik!” riep ik enthousiast, terwijl ik mijn speentje aan het koord liet zien.
“Mijn vader kan er prima mee omgaan” zei Lucas, “met het klein zijn.”
“Mijn ouders” zei ik, “die helemaal hier boven wonen, zullen het nu beter accepteren dan toen.” Nadat ik dit had gezegd, kreeg ik werkelijk iedereen om me heen die me wel extra liefde wilde geven, want ze vonden het natuurlijk niet leuk dat ik geen ouders meer had. Ik liet het ze toe, want ik had het inderdaad nodig.
“Wat ik eigenlijk wilde zeggen” zei Fuel, “is dat ik hetzelfde heb als Lucas. Eén verschilletje is dat mijn biologische moeder helemaal in Italië woont, en ik zie haar bijna nooit dus ze weet hier niets van, en dus hoop ik dat ze het wel zal accepteren.”
“Ik vind het helemaal niet erg om kleine Fuel voor me te hebben” zei Nana. “Sterker nog, het is hartstikke leuk! Ik hou ervan als hij mama tegen mij zegt, als hij bij mij op schoot uit zijn fles drinkt, als hij me allerlei vragen stelt waarop ik maar gewoon wat antwoord geef en vooral als ik hem net verschoond heb. Dan wil je niet weten hoe blij hij is...”
“Eigenlijk wil je dat wel” zei Kara, “want blij zijn is gezond, toch?” Dit maakte ons allemaal weer aan het lachen.
“Dan zou ik zeggen dat we allemaal maar weer onze leeftijd bij
ageplay mogen zijn” zei ik, “en dat we dan in babytaal verder praten, goed?”
Hier stemde iedereen wel bij in, waarbij we het allemaal maar gewoon deden. Niets was fout hier.
Lucas, Peridot en ik waren druk met elkaar aan het brabbelen, terwijl Kara, Britta en Amethyst hun eigen clique hadden waarbij zij over hun dingen praatten. Nana daarentegen hield nog wel eens een oogje op Eve terwijl ze haar handen ook vol had aan Fuel, die steeds aandacht wilde.
Eerst was het bij mijn clique zo dat Lucas alle knuffels kreeg omdat hij geen moeder en tweelingbroer meer had, maar uiteindelijk kreeg ik ze allemaal omdat ik beide ouders niet meer had en sowieso geen broers of zussen.
“Mama denken dat zij niet hier mag komen” zei ik, “maar kijken naar Nana, die mama van Fufu is.”
“Jij mij hebben” zei Lucas. “Ik toch ook lief?”
Ik gaf hem gelijk weer een stevige knuffel, en ook zijn speentje, zodat het gepraat meer als babytaal zou klinken. Ik en Peridot hadden al een speentje in.
“Ikke wel eens langs bij me
dunkle” zei Peridot, “hij heel lief.”
“Je wat?” vroegen Lucas en ik verbaasd.
“Oh, lang verhaal” zei Peridot, “maar jullie zien wie da nou kan zijn, of nie soms?”
Ik knikte, want natuurlijk was ik wel benieuwd naar Peridot's zogeheten '
dunkle'. Het zou best haar oom kunnen zijn, maar misschien ook wel iemand anders.
Intussen moest ik weer urineren, en liet ik het gaan, maar het was blijkbaar zo veel dat mijn luier er bijna opgeblazen uit zag.
“Ik zo terug” zei ik tegen Lucas en Peridot, terwijl ik naar Nana toe liep.
“Wat is er, Marcie?” vroeg Nana, die Eve's mond afveegde met haar slab.
“Me luier is nat” zei ik, “ik een droge?”
“Daar zorg ik wel voor” zei Nana, die mij op de commode in de hoek van de ruimte neerlegde en uit mijn tas een luier en de lotiondoekjes pakte. Ze verschoonde mijn luier sneller dan ik zelf dacht, en ik was er wel blij mee.
“Ik weer naar Peri en Lucas?” vroeg ik.
“Natuurlijk” zei Nana, die mij van de commode af tilde en mij neerzette, “doe wat je wilt. Amethyst, nee, niet met je sokken gooien.” Dit laatste zei ze tegen Amethyst, die blijkbaar haar sokken had ontdekt en deze door de ruimte gooide.
Ik praatte intussen verder met Lucas en Peridot, weer over willekeurige dingen. Op de achtergrond hoorden we Kara en Britta ergens heel hard om lachen, en Peridot giechelde met ze mee.
“Is da dan zo grappig?” vroeg ik.
“Kara een sok in haar zicht” lachte Peridot, “zou nie haar eigen zijn. Ikke da héél grappig vinden!”
“Die sok van Ammie” zei ik, “zij met haar sokken gooien, en Nana zo 'nee' tegen haar zeggen.”
Uiteindelijk keken we allemaal op van Eve die schijnbaar heel blij was met iets, want ze begon te lachen.
“Peri, Marcie, kijk” zei Lucas, die naar het gat van de deur wees.
Er stond iemand met makkelijk zittende kleding en een slap hangende hoed die een jaar of 20, 22 leek. Zou hij de verzorger van Eve zijn?
“Kan de dada van Eve zijn” zei ik, waarna ik opeens schrok van twee handen die aan mijn schouders kwamen. Ik schreeuwde het uit.
“Fuel, niet Marcie laten schrikken” hoorde ik Nana zeggen.
“Sorry, Marcie” zei Fuel, die mij een knuffel gaf.
“Nie meer doen, Fufu” zei ik, “ik heel erg schrikken daarvan.”
“Gaat het goed, meisje?” vroeg degene die net voor de deur stond. “Dat was flink schrikken, hè?”
“Jij de dada van Eve?” vroeg Lucas.
De jongeman knikte, en hij ging hierna naar Eve, die overduidelijk blij was om hem weer te zien.
Uiteindelijk hing ik samen met Peridot, Lucas en Fuel op de sofa, allevier met de voeten vooruit, tegen elkaar aan en een speentje in de mond. We waren zo ongelooflijk
relaxed, en ik had dat wel nodig na de schrik.
Ik keek maar gewoon wat om me heen, ik had niets te doen... en ik zag ineens een bekende in het gat van de deur staan.
“Mama!” riep ik uit, en ik rende op Kumatora af, waarna ik haar om de buik viel (niet in de hals dus).
“Hallo, Marcie!” zei Kumatora blij. “Hoe is het met je?” Ze nam me op haar arm en gaf me een zoen op mijn neus.
“Jij hier wel mogen komen, mama” zei ik, “kijk eens rond.” Inmiddels waren we op dezelfde sofa gaan zitten.
“Ik zie haar met haar vader zitten” zei Kumatora, die naar Eve wees, “maar wie nog meer dan?”
“Fufu zijn mama bij” zei ik, terwijl ik op Fuel wees.
“Fuel?!” zei Kumatora verbaasd. “Ik wist niet dat hij dat ook deed in zijn vrije tijd!” Ze gaf hem een aai over zijn hoofd, aangezien hij toch naast ons zat. “Heb je trouwens al honger?”
Ik knikte, en ik werd even terug op de sofa zelf gezet toen de fles werd gepakt. Naast me hoorde ik hoe Lucas en Fuel druk over Kumatora begonnen te praten, en ze klonken allebei vol ongeloof.
Niet veel later zat ik terug op Kumatora's schoot en zoog ik ijverig aan de fles. Ik had inderdaad flink wat honger gekregen! Ik keek intussen om me heen en zag hoe de meeste mensen wel honger hadden gekregen, nou ja, behalve Eve dan, want die had pas geleden al eten gehad.
Ik had ook van Kumatora's horloge afgekeken, en het was ongeveer 10 over half 1, dus de lunchtijd was al aangebroken. En dat niet alleen! Er werden intussen ook wat luiers van anderen verwisseld, of ze werden erg moe. Eve sliep zelfs al, waarbij haar 'vader' haar stoeltje voorzichtig pakte en zachtjes de ruimte verliet.
Op hetzelfde moment dat Eve en haar 'vader' de ruimte hadden verlaten, was mijn fles leeg en kwam Lucas nog even gezellig naast me op Kumatora's schoot zitten.
“Ikke deur kijken” zei Lucas, “ikke dada wachten. Jij lief, Marcie.” Hij kneep speels in mijn wang.
“Jij nie honger, Lucas?” vroeg ik. “Jij fles nie gehad dan?”
“Nee” zei Lucas, met een klank van realisatie in zijn stem.
“Zal ik 'm even voor je pakken, Lucas?” vroeg Kumatora.
Lucas knikte, en we werden allebei weer terug op de sofa gezet.
“Lang duren voor je dada komt?” vroeg ik.
Lucas knikte teleurgesteld, maar zijn gezichtsuitdrukking veranderde snel, net als het geroezemoes op de achtergrond. Alle ogen, ook het mijne, stonden nu op het gat van de deur gericht.
“
Dunkle!” riep Peridot.
“Duster!” riep Kumatora, die Lucas' fles bijna liet vallen van verbazing.
Ik stuiterde op de sofa van blijheid, omdat ik nog lang niet wist hoe ik Duster nou moest noemen. Lucas daarentegen keek nog steeds verbaasd naar Duster en het leek wel alsof zijn (die van Lucas) ogen er op elk moment uit konden springen van verbazing. Ik was natuurlijk ook wel verbaasd omdat ik eindelijk wist wie Peridot's
dunkle nou was.
Peridot was zelf intussen al naar Duster toe gerend en zat nu op zijn arm.
Kumatora was weer terug naar de sofa gegaan en ik zat nu alleen op haar schoot omdat Lucas blijkbaar zelf uit zijn fles wilde drinken. Nou, dan liet ik het hem maar toe.
“Hallo, Marcie!” zei Duster, die naast ons kwam zitten. “Alles goed met je, lieverd?”
Ik knikte, en was tegelijkertijd ook erg moe, dus ik hing tegen Kumatora aan. Ik verlangde me zo weer naar mijn jas en lekker in de wagen zitten, en daar desnoods in slaap vallen.
“Mag ik je iets vragen, Marcie?” vroeg Duster.
Ik knikte weer, en friemelde intussen met de ring van mijn speentje.
“Ik zal misschien wat vaker bij jullie binnenkomen” zei Duster, “dat kan met of zonder Peridot zijn, maar... wil je mij liever bij mijn voornaam aanspreken of bij iets anders, iets als...?”
“Dada?” vroeg ik.
Please, dacht ik tegelijkertijd, als hij het mij maar toestaat... Hij was tenslotte toch Kumatora's vriend.
“Dan zijn we het ergens over eens” lachte Duster, die mij over mijn hoofd aaide. Hierna focuste hij zijn aandacht weer op Peridot, die echt lag te slapen.
Er werd nog volop gepraat, totdat ook ik uiteindelijk naar huis mocht, en zoals ik zelf al verwachtte, was ik in de wagen in slaap gevallen. Niet moeilijk, want het was een lange middag.
Ik werd rond half 5 wakker in de hal, en begon voor Kumatora te roepen.
“Ben je al wakker, meisje?” vroeg Kumatora, die naar me toe kwam en mij uit de wagen tilde. “Het was ook een lange middag, hè?”
“Ik snel iedereen weer zien?” vroeg ik. “Waren erg aardig.”
“Da's mooi” zei Kumatora, die mij naar mijn kamer bracht en op de commode legde. “Ik kan zelfs aan je luier merken dat je wel heel vast hebt geslapen.” Ze deed mijn luier uit, die wel flink nat was, maar ook een klein beetje donkere materie bevatte.
“Ik nu in bad?” vroeg ik.
“Als jij dat wilt” zei Kumatora, “dan mag het.” Ze deed ook mijn jurk uit en maakte de rest van mijn streek schoon, waarna ik in de badkamer weer op de ladekast zat, wachtend tot het bad vol genoeg zat.
Op gegeven moment was het bad ook echt vol genoeg, en werd ik rustig even gewassen, omdat ik zo moe was, dat het ook maar even rustig aan moest gebeuren.
Na het bad werd mijn haar weer goed geborsteld en kreeg ik eerder mijn slaapkleding en nachtluier aan, en het avondeten werd voor mij ook nog makkelijk gehouden. Ik kreeg zelf een halve sinaasappel en een fles, terwijl Kumatora restjes aardappels had en hierna de andere helft van de sinaasappel nam.
“Ik morgen hier blijven, mama?” vroeg ik na het eten. “Net als paar dagen geleden?”
“Natuurlijk” zei Kumatora. “We weten toch niet wie er morgen langs zal komen. Misschien Duster wel, dat zou best leuk kunnen zijn.”
“Ik dada ook weer zien, ja” zei ik, “hij lief.”
We hingen nog even op de sofa, en de televisie stond aan, alhoewel ik toch maar nietsziend naar het beeld keek omdat ik toch al moe was.
Om half 9 merkte Kumatora wel dat ik bijna lag te slapen, dus ze hielp me nog even met tandenpoetsen, zong en bewoog me weer in slaap en kreeg ik van haar weer een nachtzoen, want na die lange middag was het toch wel even goed om vroeg naar bed te gaan. Bovendien sliep ik al eerder dan dat ze de kamer uit was, dacht ik. Ach, de dag was natuurlijk wel heel leuk, en mijn vensterbank ook wat fraaier geworden.