Hoofdstuk 01: Grijs
“Natúúrlijk moeten we de doodstraf in Nederland opnieuw invoeren”, verzucht Bindi.
Om haar standpunt extra kracht bij te zetten heft ze haar handen op. Iedereen zou dat toch zo moeten zien? Is er nou werkelijk iemand die hier anders over denkt?
“Kunt u dat ook onderbouwen, mevrouw Bartels?”
Bindi haat het intens wanneer ze op die manier aangesproken wordt. Niet alleen geeft het blijk van een neerbuigend toontje, maar het herinnert iedereen ook weer even aan haar volledige naam. Bindi Bartels. Het klinkt na negentien jaar nog altijd net zo kinderachtig als toen ze net geboren was. Het is een leuke naam voor een schattige kleuter, niet voor een volwassen studente.
“Als u daarop staat”, snauwt ze naar haar docent.
De toon is beter afgewogen dan je in eerste instantie zou verwachten. Bindi laat zo niet alleen merken dat ze op gelijke hoogte staat met haar docent; ze kiest er duidelijk bewust voor om diegene niet terug te pakken op diens eigen rare naam. Dat heeft ze niet nodig. Ze straalt vertrouwen uit in haar eigen argumenten in plaats van te beven voor de status van iemand anders.
“We straffen mensen om verschillende redenen. De drie belangrijksten zijn afschrikking, vergelding en bescherming van de samenleving. Ik neem aan dat ik niet hoef toe te lichten dat de doodstraf een afschrikwekkende werking heeft?”
De docent reageert niet meteen. Bindi laat een korte stilte vallen en snijdt haar tegenstander de pas af op het moment dat die toch iets lijkt te willen zeggen.
“Bescherming van de samenleving dan. Iemand die dood is, kan onmogelijk nog een gevaar zijn voor de samenleving. Een tweede argument waar moeilijk iets op af te dingen is.”
Bindi ziet haar docent fronsen. Doorzetten nu..
“Hoe vergeld je de zwaarst denkbare misdrijven? Dertig jaar celstraf? Een levenslange celstraf? Drie maaltijden per dag? Een eigen studio? Begeleiding rond de klok? Je nooit meer zorgen hoeven maken over je basisbehoeften, of zelfs maar je secundaire behoeften? Televisie. Dagprogramma. Arbeid. Stemrecht, zelfs! Een stem over hoe de wereld gerund moet worden, waar je zelf geen deel meer van uitmaakt?”
De docent schrijft druk mee. Ongetwijfeld tegenargumenten. Bindi is vastbesloten om die bij voorbaat al te ontmantelen.
“En de slachtoffers? Psychische problemen. Nooit meer ècht goed in je vel zitten. Altijd over je schouder kijken. Niet meer kunnen werken door de trauma’s die je opgelopen hebt. Geldproblemen. Schulden. Je huis uit. Jij wel. De dader niet. Lenen om te kunnen eten? Jij wel. De dader niet. Jij moet elke dag dealen met de schade die jou ongevraagd is toegebracht. Jij wel.”
Opnieuw een korte pauze om haar volgende punt te benadrukken.
“De dader niet.”
Haar klasgenoten lijken onder de indruk van Bindi’s onderbouwing. De docent iets minder. Duidelijk niet gewend aan het verliezen van een discussie.
“Mevrouw Bartels, hoe verenigt u..”
“Ik was nog niet klaar, sorry”, onderbreekt Bindi met een
fake beleefd glimlachje.
“Want voordat u mij gaat vragen hoe ik het ethisch kan verantwoorden om een moordenaar de doodstraf te geven.. om iemand die een ander heeft gedood zelf ook te doden? Iets dat we –
by the way – vergelding noemen..”
Een geïrriteerd zuchtje van de docent. Heerlijk.
“..kunt u dan wellicht verantwoorden hoe het in ’s hemelsnaam ethisch verantwoord is om het belastinggeld van een slachtoffer te gebruiken voor het levenslang opsluiten van diens dader? Diegene die het al zo moeilijk heeft, moet betalen voor de televisie, de maaltijden en het dak boven het hoofd van de criminelen? Zij breken de wet, waarna wij ze gratis gaan verzorgen?”
“Mevrouw Bar..”
Bindi negeert de docent inmiddels helemaal en richt zich tot haar klasgenoten.
“Hoe kun je dat óóit ethisch noemen? Terwijl er onschuldige kinderen opgroeien in armoede. Terwijl er onschuldige bejaarden wegkwijnen met microscopische pensioentjes? Doet er allemaal niet toe, want criminelen hebben ook rechten.”
Nog een laatste blik naar haar docent, voor de
knock out.
“En we kunnen honderd keer stellen dat criminelen zelf moeten bijdragen – BIJdragen – aan hun detentie, maar wat als ze dat niet doen? Dan sluiten we ze gewoon weer op. En weer. Logisch toch? En weet je naast wie ze dan komen te zitten? De slachtoffers. Want weiger je belastingen maar eens te betalen. Of heb het geld maar eens niet voor een lichte bekeuring. Dan zit je zelf nog sneller in een cel dan de meeste gewelddadige criminelen.”
Stilte. Doodse stilte.
“Een samenleving die slachtoffers als daders behandelt, kan dat alléén maar ethisch verantwoorden door daders helemáál niet meer te behandelen. Afschrikking. Bescherming. Vergelding.”
Bindi vindt een buiging net iets te ver gaan, maar gebaart naar haar docent.
Tikkie!
Tot haar grote tevredenheid hoort Bindi de docent kuchen en zoeken naar woorden. Ze glimlacht even veelbetekenend naar Roos, haar maatje in deze collegebanken. De winst is binnen.
“Een acht, mevrouw Bartels..”, zucht de docent.
“Een acht?”
“Als het u niet bevalt, dan is er een klachtenprocedure waarvan wij allebei weten dat u daar bekend mee bent.”
“Een klein beetje onderbouwing zou prettig zijn.”
“Dat u de volle vijf punten van het publiek in de zaal zult krijgen, betwijfel ik niet. U gaf een uitstekende show weg. Van mij blijft het echter bij drie van de vijf. Vijf plus drie is acht.”
“Drie..?”
“Dat is een voldoende. Uw voorbereiding en kennis van de materie zijn zoals altijd op orde. Toch laat u een hoop steken vallen in uw beargumentering. Allerlei drogredenen. Dat weet u zelf ook. Bovendien gaat u volledig voorbij aan het feit dat u mensen wilt afschrijven na één misstap. Enigszins rigoureus, lijkt me. Wat als we dat met u hadden gedaan?”
Bindi haar ogen schieten vuur. Waarschijnlijk had Bindi tijdens een eerder debat beter niet kunnen toegeven dat ze op haar vijftiende wel eens make-up heeft gestolen. Je hoort je tegenstander geen munitie te geven.
“Hoe is dat ethisch verantwoord naar de ouders die hun kind moeten begraven omdat de moordenaar pas één keer eerder de fout in was gegaan?”
“Met die logica had u hier vandaag zelf ook niet gestaan, mevrouw Bartels. Het is niet alleen maar zwart en wit in het leven. Wilt u in het vervolg een hogere score voor uw argumentatieve vaardigheden, dan raad ik u aan om eens een tijdje in het grijze te zwemmen.”
Als Bindi nog harder op haar lip zou bijten, dan zou ze die af kunnen slikken..
“Goed”, kucht de docent. “Volgens mij zijn we klaar voor vandaag. Althans, de pauze is begonnen en ik word dus niet langer betaald. Een goed weekend en tot volgende week.”
Bindi pakt beledigd haar spullen in en beent zo snel als ze kan naar de deur van het lokaal, waar de docent zojuist de deur opent. Om haar punt te maken gooit Bindi haar schouder eens flink tussen en wurmt zich langs hem. Het liefst was ze
per ongeluk op zijn voet gaan staan, maar die gedachte heeft ze net op tijd kunnen verdringen.
De docent blijft even vertwijfeld staan. Een glimlachje op zijn gezicht verraadt een mix van amusement en respect. Bindi heeft aan die tijd genoeg om te verdwijnen, zodat haar maatje Roos zich moet haasten om haar nog te kunnen vinden.
Als Bindi een paar uur later haar fiets parkeert in de achtertuin van haar ouderlijk huis, is meteen helder dat Roos niet genoeg op haar in heeft kunnen praten om haar volledig te kalmeren. Alles moet het ontgelden. De standaard van haar fiets, het slot, de achterdeur.
Ze had zich zo goed voorbereid voor dat debat en een acht is gewoon niet goed genoeg!
Eenmaal binnen kwakt Bindi haar tas hard op de keukentafel. Het helpt uiteindelijk niets. De teleurstelling is inmiddels doorgedrongen tot in haar DNA.
“Bindi..?”
Het stemmetje is zwak en amper hoorbaar vanuit de woonkamer.
“Sorry, heb ik je wakker gemaakt?”
“Een beetje..”
Bindi gebruikt haar telefoon om zich snel te fatsoenneren en haar blik op standje ‘vrolijk’ te zetten. Dan stapt ze schoorvoetend de woonkamer binnen.
“Dat was niet de bedoeling..”
In de woonkamer is het redelijk donker. De gordijnen zijn gesloten en het enige licht dat doordringt komt vanuit de achterkamer en de keuken. Bindi zal nooit echt wennen aan de aanblik van het ziekenhuisbed in haar woonkamer, hoe lang het er nu ook al staat.
“Het geeft niet. Ik sliep al.. al een tijdje.”
Bindi glimlacht, terwijl ze voorzichtig dichterbij stapt.
“Niets nieuws onder de zon, dus. Mag ik het kleine lampje aanmaken zodat ik je kan zien?”
“Doe m.. maar..”
Terwijl Bindi voorover buigt om het nachtlampje aan te doen, telt ze het aantal zinnen dat er niet vloeiend uitkomt. Twee in twee minuten. Het is geen geweldige dag.
Het nachtlampje is LED en kleurt meteen donkerblauw. Niet te fel. Precies goed.
“Mag het op roze?”
Te vroeg gejuicht..
“Natuurlijk mag dat.”
Bindi pakt de afstandsbediening en verandert de kleur zoals gevraagd. Dan schuift ze een stoel naast het bed, zodat ze zelf kan gaan zitten. Liefdevol veegt ze een aantal plukjes haar uit het gezicht van haar zusje, voordat ze haar hand vastpakt.
“Nog even en dan ben je weer helemaal Insta-ready, Bo”, grapt ze.
Bo moet lachen. Het gaat stilletjes en zachtjes. Bijna schokkerig.
“Is Roos niet meegekomen?”, vraagt Bo dan.
Bindi schudt haar hoofd. Ze is blij met een beste vriendin als Roos. Een paar keer per week komt ze met Bindi mee naar huis, zodat ze de zorg voor Bo een paar uurtjes kan overnemen. Het is precies de tijd die Bindi nodig heeft om haar studiewerk bij te kunnen houden.
“Vandaag niet, lief.”
“Jammer.”
“Vind ik ook. Mevrouw Timmer komt vanavond trouwens wel. Als ik aan het werk ben, bedoel ik.”
“Jammer.”
“Hoezo? Ik dacht dat je mevrouw Timmer wel aardig vond?”
“Ja, maar ik moet altijd mijn bord leegeten van haar.”
“Dat moet je van mij ook, lief.”
“Van Roos niet. Die hel.. helpt me soms. Stiekem.”
Bindi gniffelt. Het verbaast haar niets dat ze op mevrouw Timmer – hun buurvrouw – kan rekenen om de regeltjes strak aan te houden. Het verbaast haar evenmin dat ze op Roos kan rekenen om de uitzondering te zijn.
“Misschien.. moet je dat geheimpje dan maar tussen jullie houden? Als ik het ook weet, dan is het niet meer stiekem.”
“Ohja..”
Bo gniffelt. Ze is inmiddels dertien, maar nog altijd heerlijk kinderlijk. Zeker als ze wat duf is van de medicatie. De dingen die Bindi soms mist in haar eigen persoonlijkheid, kan ze in elk geval nog via Bo uitleven. Haar grootste schat, haar grootste zorg.
Want hoewel Bo over het algemeen aan de beterende hand is, weet Bindi dondersgoed dat elke dag een nieuwe terugval met zich mee kan brengen. Het is een proces van jaren, maar Bindi zal doorzetten.
“Ben je nog droog, lief?”
Bo schudt haar hoofd. Bindi heeft er inmiddels geen moeite meer mee dat ze de vraag meerdere keren per dag moet stellen, maar voor Bo is het antwoord meestal nog net zo beschamend als in het begin.
“Geeft niks, dat weet je. Het zijn al een stuk minder luiers dan in het begin, dus positief blijven, hè? Wil je een broekje proberen?”
Bo haalt haar schouders op. Bindi weet dat het onzekerheid is. Eerdere pogingen om van luiers naar broekjes te wisselen hebben helaas allebei geresulteerd in lekkages.
“Dan wachten we daar nog even mee. Ben je er klaar voor, of wil je eerst nog wat drinken?”
Bindi verstelt het krakkemikkige bed en helpt Bo om iets te drinken. Als een volleerd professional weet ze Bo haar luier in een paar minuten te verschonen. Al snel zit Bo weer rechtop en krijgt ze de iPad. Gek genoeg is dat licht bijna nooit te fel. Waar YouTube al niet goed voor is..
“Ik ga deze even weggooien en dan in de keuken zitten leren. We eten om zes, roep maar als er iets is.”
Bo knikt tevreden, terwijl de eerste video al hard op weg is naar een klik op het duimpje omhoog..
Bindi stapt naar buiten, waar ze de luier in de container weggooit. Al snel ziet ze dat haar fiets is omgevallen. De standaard is gebroken. Blijkbaar is ze er toch te ruw mee omgegaan. Zo’n reparatie kan er ook nog wel bij. Het geld verdampt deze maand als water. Ondanks dat Bindi tegen haar zusje zei dat ze ging werken, was ze nou net van plan om zich een keertje uit te leven. Een stapje in de wereld te zetten. Even losgaan, drinken en vergeten.
Dan maar een paar mojito minder.. Bindi heeft tenslotte al het geluk dat Roos en de buurvrouw altijd vrijwillig inspringen. Over een besparing gesproken..
Eenmaal aan de keukentafel komt Bindi niet bepaald aan leren toe. Haar gedachten blijven afdwalen naar het debat van vanmiddag. Precies op het moment dat ze zichzelf er van overtuigd heeft dat gedane zaken geen keer nemen, komt er een stille oproep binnen op haar telefoon.
Het is haar docent..
Bindi spiekt snel de woonkamer in en ziet dat Bo haar oortjes in heeft gedaan. Dat is mooi, want haar telefoongesprek komt zo zeker niet boven het geluid van STUK vandaan.
“Met Bindi..”
“Mevrouw Bartels, excuses voor het tijdstip. Hopelijk bel ik gelegen?”
“Ik kan wel even tijd voor u maken”, pocht Bindi instinctief.
“Dolletjes.”
Het blijft even stil, aangezien de docent graag een reactie wil en Bindi niet bereid is die te geven. Ze wint.
“Hoe dan ook. Ik wilde zojuist uw cijfer invoeren, toen ik het genoegen ondervond een bericht te mogen ontvangen van uw mentor. Ik had haar reeds mondeling ingelicht over de resultaten en zij wilde er in uw geval even op terugkomen.”
“Oké..”
“Uw mentor bracht ter sprake dat u met een acht voor het debat slechts tot een gemiddelde van 7,9 zou komen. Op basis van de regels van de hogeschool zou dat betekenen dat u uw propedeuse eenvoudig zou halen, maar het predicaat
cum laude precies op die ene tiende zou mislopen.”
“U snapt mijn frustratie van vanmiddag.”
“Ik blijk vol verrassingen te zitten, mevrouw Bartels. Uw mentor heeft mij bovendien wat informatie toevertrouwd over uw persoonlijke situatie en ..”
“Ze heeft wat?!”
Bindi kookt van binnen. Afgezien van Roos, haar buurvrouw en haar mentor weet niemand iets over haar achtergrond. Iets dat ze graag zo wil houden.
“Maakt u zich geen zorgen; waarschijnlijk ben ik het morgen reeds vergeten. In het kader van die informatie heb ik echter besloten om uw cijfer met twee punten te verhogen.”
“Dus.. ik heb een tien?”
“Acht plus twee.. wilt u anders dat ik het even voor u in Excel zet, zodat u het kunt narekenen?”
“U kunt mij toch niet anders beoordelen dat de rest van de studenten?”
“Mevrouw Bartels, ik beschik al enige tijd over een vast contract. Ik bepaal dus zelf wel wat ik wel en niet kan doen. Bovendien.. zoals ik al eerder tegen u zei, zou het u goed kunnen doen om wat meer van uw leven in het grijze gebied door te brengen. Dit is een uitermate geschikte gelegenheid om daarmee te beginnen.”
“Ik weet niet wat ik moet zeggen..”, zucht Bindi.
“Een bedankje zou de conventionele manier zijn. Mocht u de voorkeur geven aan iets creatiefs, dan zou ik ‘hottentottententententoonstelling’ willen opperen.”
Hoe kan iemand tegelijkertijd zo aardig en zo’n eikel zijn?
“Hoe dan ook, is dit geen liefdadigheid. Volgende week verwacht ik u een uur voor onze les op mijn kantoor. Iemand met uw capaciteiten zal mij vast kunnen ondersteunen bij het digitaliseren van mijn archief.”
“Natuurlijk. Dat is geen enkel probleem.”
“Een grapje, mevrouw Bartels. Ik wil slechts zien of ik iets voor u kan betekenen op het gebied van interessante stageplaatsen.”
“Oh, dat zou heel fijn zijn. Enorm bedankt!”
“Chloorfluorkoolwaterstofverbinding was ook goed geweest.”
“Huh?”
“Laat maar.. een fijne avond, mevrouw Bartels.”
“Fijne avond, meneer Spoor..”