Hoofdstuk 05: Noodgeval
“Ja, niks aan de hand.”
Het komt er met meer overtuiging uit dan Sofie vooraf had kunnen hopen. Ze probeert zichzelf zo kalm mogelijk te houden.
“Zal ik je even helpen?”, vraagt Puck.
Ze bukt zich voorover om het pak luiers van de grond te halen. Sofie haar hart klopt in haar keel, als ze ziet hoe Sofie het pak even aan alle kanten bekijkt.
“Gelukkig. Niks beschadigd. Moet die onder je snelbinders?”
Sofie knikt. Snel doet ze haar telefoon uit en stopt die in haar broekzak.
“Geef maar. Het lukt wel zo.”
“Oké”, zegt Puck, terwijl ze het pak aan Sofie geeft. “Ben je iemand aan het helpen met hun boodschappen?”
“Nee, hoezo?”
Sofie kan zichzelf wel voor haar hoofd slaan. Véél te snel gereageerd.
“Nou”, zegt Puck. “Die zullen niet voor jou zijn.”
“Nee, natuurlijk niet”, reageert Sofie, wellicht iets te overdreven. “Mijn.. zusje! Ze komt dit weekend hier logeren. Dus, ja..”
“Ik dacht dat je zusje twaalf was?”
“Ja, dat klopt”, zegt Sofie. “Ze heeft af en toe nog ongelukjes. ’s Nachts, snap je?”
“Ach, wat naar voor haar”, reageert Puck. “Maar kan ze die dan niet zelf meenemen?”
Sofie beseft dat ze toch niet zo goed is in on the spot smoesjes verzinnen. Haar verklaring blijkt vol met gaten te zitten.
“Jawel.. Maar het is toch fijn als alles voor haar klaarstaat? Ik wil graag dat ze zich thuis voelt als ze komt logeren.”
“Dat is lief. Ik wou dat ik zo’n goede band met mijn zusjes had. Laat het even weten als ze er is. Dan kan ik gedag komen zeggen. Leuk!”
Sofie knikt. Op het laatste moment alles recht kunnen zetten. Misschien hebben die oefeningen met improviseren bij drama vroeger toch nog iets goeds opgeleverd. Na nog even met Puck gepraat te hebben, geeft Sofie aan dat ze weer verder moet. Gelukkig lijkt Puck totaal geen achterdocht te hebben en moet ze ook verder.
Nadat Sofie het pak luiers in de reservetas heeft verstopt, legt ze die onder haar snelbinders en springt ze op de fiets. Er is gelukkig een grote supermarkt in de buurt, dus Sofie hoopt daar alsnog de juiste luierbroekjes te kunnen vinden. Ze zou anders niet weten hoe ze zich vannacht zou moeten redden met een luier voor kleine kinderen.
Bij de supermarkt is het erg rustig. Sofie sluit haar fiets af en neemt een karretje. Ze zet haar schooltas en de tas met de luiers daarin. Er hangen wat mensen rond de supermarkt die ze niet helemaal vertrouwt.
Terwijl ze met het karretje door de supermarkt loopt, bedenkt Sofie wel dat haar smoes nogal wat haken en ogen heeft. Het klopt dan wel dat haar zusje dit weekend komt logeren en dat ze samen Maastricht willen gaan verkennen, maar Joy is gewoon zindelijk. Al heel lang. Irritant lang, zelfs. Als Puck iets over de luiers zou laten vallen, dan zal Sofie een probleem hebben. Daar kan ze geen risico in nemen.
Sofie zou het bezoekje van Joy natuurlijk ook gewoon af kunnen zeggen. Maar dat zou ze erg zonde vinden. Daar heeft ze zich best wel op verheugd, want ze is dol op haar zusje. Ergens wil Sofie een beetje trots laten zien hoe haar leven hier is. Joy kennende verheugt zij zich ook al enorm. Dat kan Sofie echt niet maken. Bovendien zou haar moeder daar ongetwijfeld weer allerlei lastige vragen over gaan stellen.
In de supermarkt volgt Sofie hetzelfde patroon als in de drogisterij. Wat handige – maar niet echt nodige – spulletjes in de kar, vervolgens het pad met de luiers checken en wachten tot het daar leeg is. Al snel kan Sofie veilig dat pad in lopen en snel een pak van haar luierbroekjes in het karretje werpen. Het feit dat ze in de aanbieding zijn, doet Sofie even twijfelen.
Snel rekent ze haar winst uit en Sofie besluit om meteen vier pakken mee te nemen. Dat scheelt weer drie keer ongemakkelijk naar de winkel gaan. Daarnaast ook best wat geld. Bovendien heeft ze nu toch een goed verstopplan, met de lades in haar bureau.
Even later heeft Sofie alles afgerekend bij de zelfscan. Terwijl ze redelijk opgelucht is dat ze niet gecontroleerd wordt, werkt Sofie alles zo goed mogelijk weg in haar tassen. Ze heeft er nu een derde tasje bij moeten kopen, maar gelukkig is ze toch op de fiets. Voor ze het weet is ze thuis en kan ze deze ellendige dag eindelijk afsluiten.
Maar natuurlijk loopt het allemaal weer eens niet zoals Sofie gehoopt of gepland had. Als ze buiten is, komt ze tot de vervelende conclusie dat haar fiets gestolen is. Aangezien het sleuteltje gewoon in haar broekzak zit, weet Sofie zeker dat ze de fiets op slot heeft gezet. Maar dit is weer zoiets waar haar moeder haar voor gewaarschuwd heeft.
Daarom mocht Sofie haar goede fiets ook niet meenemen naar Maastricht en hebben ze een tweedehandsje gekocht. Sofie heeft een deel van het frame nog wat roze geverfd, zodat ze hem makkelijk kan herkennen. Maar afgezien daarvan was het zo’n beetje ingecalculeerd dat deze fiets het einde van haar studie niet zou halen. Al is dit wel héél snel.
Sofie kan wel janken, maar ze besluit dat het allemaal toch geen enkele zin heeft. Hoe langer ze buiten blijft, hoe groter de kans dat het universum weer iets anders op haar pad brengt waar ze verdrietig of boos van wordt. Daarnaast moet ze al een tijdje naar de wc en hier gaat ze daar ook geen opluchting voor vinden.
Geïrriteerd sjokt Sofie met haar spullen naar huis. Een zware schooltas op haar rug en twee tassen luiers die haar nog chagrijniger maken dan ze al was. Die extra gekochte spulletjes steken Sofie al helemaal een oog uit. Nu is het alleen maar onnodig extra gewicht om mee te slepen. Dan is er ook nog het veel te warme weer en de toenemende druk op haar blaas.
Nee, dit is echt niet de dag van Sofie.
Na bijna drie kwartier sjouwen komt Sofie eindelijk bij het studentenhuis aan. Bij de voordeur zet ze de tassen even neer. Ze veegt het zweet van haar voorhoofd en probeert vooral al die plekken te negeren waarvan ze niet eens wist dat ze er kon zweten. Ze is echt helemaal op. De enige reden dat haar bewegingen nog een beetje energiek zijn, is dat ze zo eindelijk naar de wc kan.
Zo snel als ze kan, maakt Sofie de voordeur open en gaat ze naar binnen. Ze haast zich de trap op en richting haar slaapkamer. Ook hier maakt ze het slot open. Snel dumpt ze al haar tassen op het bed en gooit ze voor alle zekerheid het dekbed er nog eens overheen. Opgelucht haalt ze een aantal keer rustig adem. Alles is gelukt, dus ze kan eindelijk ontspannen.
Dan draait Sofie zich om en loopt ze de gang op, richting de badkamer. Vlak voor de badkamer, ziet ze dat de deur van Mia’s kamer openstaat. Nieuwsgierig kijkt ze even naar binnen, maar de deur blokkeert vrijwel alles. Helaas staat Mia’s bureau naast de deuropening en zij zit daar druk te werken achter haar laptop.
Mia ziet Sofie en grijnst als Sofie daardoor lijkt te schrikken. Dat brave meisje uit Drenthe is toch het speeltje dat maar nooit saai wordt. Mia heeft de ketting weer aan haar broek hangen en ze biedt deze uitdagend aan richting Sofie. Het is een sarcastisch pesterijtje, dat precies werkt zoals bedoeld. Sofie voelt zich nog ongemakkelijker dan eerst.
“Ik moet alleen even naar de wc”, stamelt Sofie snel.
“Dat zeggen ze allemaal”, plaagt Mia terug, op een ‘ik-weet-wel-dat-je-het-wil’-toontje.
Sofie besluit het verder te negeren en pakt de klink van de badkamerdeur vast. Als ze de deur opent, besluit haar blaas dat dit het perfecte moment is om extra lastig te gaan doen. Sofie voelt een scheut pijn als teken dat ze nu echt naar binnen moet.
Net als ze de deur dicht wil maken, hoort Sofie dat haar naam geroepen wordt. Wat nu weer?
“Hé, jij had toch een fiets met witte bloemetjes op het frame? Zwart en roze basis?”
Het is Dimi. Hij staat onder aan de trap, dus Sofie wordt gedwongen om weer van de badkamer af te komen. Een beetje voorover gebogen loopt ze die richting uit.
“Ja, maar die is gestolen”, reageert ze op de vraag van Dimi.
“Dat dacht ik al. Ik zag net een paar junks die hem op de markt probeerden te verkopen.”
“Echt? Heb je foto’s gemaakt?”
“Nee, ik heb iets beters. Je fiets. Hij staat in de schuur. Ben alleen wel bang dat je er een nieuw slot op moet doen, want deze werkt niet meer.”
“Heb je hem meegenomen? Wat lief! Gaven ze hem gewoon mee?”
Dimi glimlacht.
“Laten we het daar maar op houden.”
Sofie weet dat dat betekent dat ze hem niet vrijwillig hebben meegegeven, maar ze heeft niet bepaald de tijd om daar eens rustig op te kunnen reflecteren.
“Echt enorm bedankt, Dimi. Ik kom zo naar beneden, oké?”
Dimi steekt zijn duim op en Sofie draait zich meteen weer om richting de badkamer. Haar blaas lijkt ieder moment uit elkaar te kunnen ploffen. Zelfs een laatste pesterijtje van Mia houdt haar nu niet meer tegen.
“Echt enoooooorm bedankt, Dimiiiii..”, lacht Mia, terwijl Sofie de badkamerdeur net iets te hard achter zich dichtslaat en op slot draait.
Het is lang geleden dat Sofie zich zo opgelucht heeft gevoeld, als ze even later haar handen staat te wassen. Die paar druppels in haar onderbroek mag ze negeren, zo vindt ze zelf. Zeker na al dat gedoe dat ze vandaag heeft moeten doorstaan. Ze heeft tenslotte bijna een uur en een kwartier met die volle blaas moeten leven.
Sofie zoekt een handdoekje om haar handen te drogen en kijkt even in de kastjes. Als ze de stapel kleine handdoeken heeft gevonden, is er ook iets anders dat haar aandacht trekt. Snel droogt ze haar handen en bekijkt ze het potje met pillen dat ook in dat kastje staat. “Voor een gezonde vochtbalans”, leest ze op het etiket. Als er iets is waar ze nu geen problemen meer mee heeft..
Een half uurtje later laat Sofie zich opgelucht op haar bed zakken. Ze heeft nog even met Dimi staan praten over haar fiets. En met Fleur natuurlijk, die smoorverliefd om haar held heen stond te dartelen. Het was ergens wel schattig om de rechtlijnige Fleur op zo’n manier te zien. Sofie zou niet anders doen in haar plaats. Als Dimi haar vriendje zou zijn, dan.. is dat misschien iets waar Sofie beter niet te lang over na kan denken.
Eindelijk is dit het moment om haar tassen uit te kunnen pakken en alles fatsoenlijk op te kunnen ruimen. Sofie haalt de bovenste lade uit haar bureau en kan zo makkelijk drie pakken luierbroekjes wegwerken. Eén voor één ploffen ze achter de lades op de grond. Het vierde pak scheurt ze voorzichtig open, zodat ze haar broekje voor vannacht kan pakken. Daarna verdwijnt ook dat pak in het bureau.
Het grote pak met kinderluiers laat Sofie natuurlijk dicht. Ze kan er toch niets mee. Maar nu Puck weet dat er zogenaamd een goede reden voor is, hoeft Sofie het pak ook niet paniekerig te verstoppen. Het zou nu alleen maar gaan opvallen als de luiers er ineens niet meer zouden zijn. Met enige twijfel besluit Sofie het pak gewoon in het hanggedeelte van haar kledingkast te zetten. Daar past het en staat het genoeg uit het zicht, maar wel op een logische plek.
De bovenste bureaulade wordt weer op zijn plek gezet en Sofie ruimt ook de extra gekochte spulletjes op. Buiten is de schemering al ingetreden. Sofie heeft een waterkoker op haar kamer en dus besluit ze om vandaag maar wat instant noodles tot avondeten te bestempelen. Ze zitten toch in zo’n handig bekertje, dus dan hoeft ze niet meer naar beneden om iets te halen.
Terwijl het water langzaam kookt, kleedt Sofie zich om. Eindelijk die bezwete troep uit. Wat een fijn gevoel is dat! Nadat Sofie drie keer heeft gecheckt of de gordijnen wel echt, echt, echt dicht zijn, verruilt ze haar ondergoed voor het luierbroekje. Voor het eerst voelt dat niet irritant, maar als een soort beloning. Gek hoe dat werkt.
Sofie trekt snel een schoon hemdje aan en wordt dan afgeleid door een piepje van haar telefoon. Ze pakt het toestel en ziet dat ze een anoniem berichtje heeft ontvangen met een foto als bijlage.
Terwijl het water steeds dichter bij het kookpunt komt, klikt Sofie zonder enige twijfel op de foto. Het duurt even voordat die helemaal ingeladen is. Daarna duurt het al helemaal even voordat Sofie beseft waar ze naar kijkt.
De foto is van haarzelf! Slapend in het bed. Hier in dit huis!
De waterkoker klikt en schakelt uit.