De proefpersoon deel 5
Ik laat Katie verder maar even met rust en ga weer met de anderen spelen. We beginnen een beetje te stoeien en te kroelen op het speelkleed.
Iemand pakt een grote knuffelbeer en drukt die in mijn armen. Ik lig net lekker met de beer in mijn armen op mijn rug als ik opeens merk dat ik aan het plassen ben. Ik schrik, ben ik nou onzindelijk geworden?
Het voelt wel heerlijk warm en vertrouwd aan, eigenlijk vind ik het helemaal niet erg. Tijdens het spelen voel ik de warme prop tussen mijn benen en eigenlijk hoort het er gewoon bij.
Het loopt inmiddelss tegen vijven en we worden door de verpleegsters verzocht naar de centrale ruimte te gaan voor onze nieuwe medicijnronde. Een van de verpleegsters buigt zich over Katie, die nog steeds niet anders reageert dan met wat gebrabbel en gezwaai met haar armpjes.
De verpleegster gaat hulp halen en komt met een rolstoel en andere verpleegster terug. Samen tillen ze Katie in de rolstoel en maken haar met een tuigje vast. Katie hangt slap in de rolstoel, ze kwijlt ook een beetje. Een van de verpleegsters veegt haar mond af en stopt er een speentje in, waar Katie meteen op begint te zuigen. Ze rijden haar naar de afdeling met de slaapvertrekken.
In de centrale ruimte worden de medicijnen weer uitgedeeld, ook worden de luiers gecontroleerd. Die van mij is nog niet helemaaal vol en ik hoef dus niet verschoond te worden.
Ik ga even naast Inez zitten en vraag hoe met haar gaat. 'Goed hoor, afgezien van mijn incontinentie heb ik nog niet veel last van bijwerkingen, en met jou? 'Ik heb vanmiddag spontaan in mijn luier geplast, dus ik denk dat ik ook incontinent word, maar het gekke is dat ik het niet erg vond, zelfs best wel fijn.
Bovendien heb ik met drie andere als babietjes op een van de speelkleden gespeeld, ook dat vond ik eigenlijk best leuk.' 'Toch maak ik me zorgen' zegt Inez. 'Ik heb het gevoel dat de bijwerkingen wel steeds erger worden, als of het een langzaam onomkeerbaar proces is.
Ik heb met anderen gesproken, meer dan de helft is nu incontinent en de meeste hebben ook steeds meer de de neiging om zich als baby te gedragen. En dan heb je nog de situatie met met Katie.' 'Zullen we Marion eens vragen hoe het zit, ik kan het opzich goed met haar vinden?'
Even later vinden we Marion bezig in een van de verschoonruimtes net bezig om een flinke poepluier van Bart te verschonen. Bart ligt met een speentje in zijn mond gelukzalig voor zich uit te kijken. Het zou me niet verbazen als hij ook niet ver van het niveau van Katie afzit.
'Hoi Marion, mogen we wat vragen? We maken ons zorgen over de bijwerkingen van de medicijnen, we denken dat ze aleen maar toenemen. We hadden eigenlijk verwacht dat de bijwerking meer wisselend zouden zijn, we hebben het idee dat het alleen maar steeds erger wordt en ook de situatie met Katie baart ons zorgen, we zijn pas net begonnen, als dit zo 6 weken doorgaat.'
'Maak je geen zorgen, in het begin kunnen de reacties heftig zijn, het zal allemaal nog wel wat stabiliseren. Je moet je er niet tegen verzetten maar juist aan overgeven, dan wordt het vanzelf veel makkelijker.
Maar nu moet ik even door met Bart.' Bart heeft zojuist met zijn hand in zijn volle poepluier gegrepen en zijn hele rompertje besmeurt.' Foei Bartje, kijk nu wat je hebt gedaan, stoute jongen' spreekt Marion hem streng toe.
Bart kraait van plezier.
Ik ben niet gerust gesteld door de woorden van Marion. Inez en ik lopen terug naar de centrale ruimte. Het is inmiddels bijna etenstijd. De verpleegsters zijn alles aan het klaar zetten en even later wordt iedereen aan tafel geroepen.
Katie is er niet bij. Een van de jongens die ik ken als Vincent vraagt aan een van de verpleegsters waar ze is. 'Katie slaapt, ze heeft veel last van bijwerkingen en moet zoveel mogelijk rusten.'
We beginnen aan de maaltijd, het valt me op dat er inmiddels vier personen in een kinderstoel zitten en moeten worden gevoerd. Niemand lijkt er verder van op te kijken en de personen in kwestie lijken het ook best te vinden.
We krijgen een macaronischotel voorgezet. Opeens staat het eten me tegen, net als vannacht voel ik de onbedwingbare neiging opkomen om ergens op te zuigen. Ik krijg geen hap door mijn keel.
Ruw duw ik het bord van me af. Ik voel in de zak van mijn joggingsbroek, pak het speentje en stop dat in mijn mond. He, he dat lucht op.
Marion komt op me afgelopen. 'Sophietje wat doe je nu, wil je geen hapjes doen.' Ik schud van nee. 'Ben jij dan geen grote meid meer die zelf kan eten?' Boos schud ik van nee. 'Zal Marion jou dan helpen?' Marion schept een lepeltje op en brengt dat naar mijn mond en probeert het speentje uit mijn mond te trekken. .Ik verzet me heftig maar het lukt haar toch.
Zonder speentje voel ik de tranen opkomen en krijs als een babietje. De rest van de tafel kijkt mij enigzins ontzet aan. 'Maar Sophietje je hoeft niet zo te huilen' en ze stopt het speentje terug in mijn mond. 'Ik weet precies wat jij nodig hebt'.
Marion gaat naar de keuken en komt een paar minuten later terug met een flesje. 'Kom maar kleine meid' Marion begeleidt mij naar de bank ze gaat er op zitten en gebaart dat ik op haar schoot moet gaan liggen. 'Kijk eens wat ik hier heb voor ons kleine Sophietje' ze trekt de speen uit mijn mond en stopt er, voor ik weer kan gaan huilen,de speen van de fles in.
Als bij toverslag verdwijnt mijn verdriet, het zuigen op een speentje is al heerlijk maar er komt nu ook nog eens lekkere zoete warme melk uit. Ik heb me lang niet zo kalm en gelukkig gevoeld. Ik ontspan volledig en voel opnieuw hoe mijn blaas zich leegt in mijn luier. Marion hoort de urine blijkbaar stromen en klopt op mijn inmiddels volle en opgebolde luier. 'Hier gaan we zo ook iets aan doen'.
Als het flesje leeg blijf ik nog even in Marions armen liggen, ze streelt zachtjes door mijn haar. 'Kom Sophietje dan zal ik je nu even veschonen.' Even later lig ik op een verschoonkussen op de komode, vakkundig krijg ik een schone luier. 'Nu je niet meer zindelijk bent lijkt het me verstandig om je wat dikkere luiers om te doen' Even later sta ik verschoond en al naast de komode. Door dikke luier kan ik mijn benen bijna niet bij elkaar doen, lopen is sowieso lastiger.
'Ik denk dat het goed is dat ik je even in de box leg, zo'n flesje kan in jouw staat behoorlijk vermoeiend zijn. Marion heeft gelijk ik heb veel behoefte om even rustig te liggen. Marion legt me in de box en stopt het speentje in mijn mond en geeft me een knuffeltje. 'Zo kleine meid ga maar even lekker uitrusten'. Ik doezel weg. Ik weet niet hoeveel later ik mijn ogen weer open doe, en kijk in het gezicht van Inez. Ze kijkt enigzins bezorgd. 'Gaat het weer een beetje?'
Ik knik. 'Je was behoorlijk ver heen volgens mij, ik vreesde dat je dezelfde kant op ging als Katie'. Ik kom overeind en klim uit de box. 'Over Katie gesproken, ik hoorde twee verpleegsters over haar praten. Ze zeiden dat ze nu wel zou worden opgehaald.'
'Dat is vreemd, zijn de bijwerkingen al uitgewerkt dan?' 'Nee dat denk ik niet, de verpleegsters zeiden dat ze extra rompertjes en luiers moesten inpakken.' ' maar het is toch onverantwoord om iemand te laten gaan die feitelijk functioneert als een 6 maanden oud babietje' ' ja dat vind ik ook, en wie zou haar dan in deze toestand willen ophalen?' (Wordt vervolgd)