3
Ik werd rond 7 uur 's morgens wakker met een zeurende pijn in mijn buik. Ik controleerde mijn voorhoofd met mijn handpalm, maar ik had gelukkig geen koorts. Wel was de pijn echt niet te verdragen, dus ik zette het op een wenen. Geen antwoord, dus ik zette mijn metaforische volumeknop maar ietsje hoger. Toen hoorde ik eindelijk iemand aankomen...
De deur ging open, en het was Ava. Ze zag er bezorgd uit, en haar haar zat ontzettend in de war.
“Alphie, wat is er aan de hand?” vroeg Ava, toen ze mij uit mijn bed haalde, op de bureaustoel ging zitten en mij even vasthield.
Ik bleef maar wenen, maar wees wel naar mijn buik.
“Heb je pijn in je buik?” zei Ava zachtjes. “Daar kan ik wel wat aan doen. Want buikpijn hebben is echt niet leuk, hè?” Ze gaf me mijn speentje en ging met mij naar beneden.
Terwijl Ava mijn fles voorbereidde, bleef ik in haar linkerarm liggen, wat verrassend genoeg nog net kon. Wat zag alles er toch anders uit als ik op mijn rug lag! Het verbaasde me alleen niet zo, want ik weende nog steeds, en nu van de honger.
“Ja, ik vind het ook lang duren” zuchtte Ava. “Geduld is ook niet echt mijn ding.” Op dat moment was mijn fles klaar en pakte Ava deze uit de verwarmer. Ze liep met mij en de fles naar de woonkamer, ging op de sofa zitten en begon met het geven van mijn fles.
Op gegeven moment streelde Ava me volledig en zong ze zachtjes een liedje voor me. Dat gaf me rust, want mijn snelheid van drinken nam ietsje af, mijn ademhaling werd weer normaal en mijn ogen werden ook weer een beetje zwaar. Natuurlijk stopte ik hierbij niet met drinken, want ik vond het zo lekker, dat ik nog wel even doorging. Totdat er geen druppel meer in de fles zat, natuurlijk.
Ava legde me even op de bank neer, waste de fles snel af, kwam toen weer terug en ging met mij naar boven, naar haar kamer. Daar kroop Ava weer even haar bed in, met mij bij zich. Ik had nu even geen knuffel of zo nodig, want Ava was hier al lief genoeg. Ze gaf me mijn speentje en streelde mijn gezicht zachtjes, en dat maakte me nog slaperiger, zo slaperig, dat mijn blaas zich tegelijkertijd ontspande. Nee, dit was niet waarom ik buikpijn had, die overigens ook al weg was. Zelf wist ik ook niet waarom ik dat had, maar eigenlijk hoefde ik 't ook niet echt te weten. Ik sliep weer binnen enkele minuten.
Ik werd ongeveer 2 uur later langzamerhand weer wakker. Ava was al wakker, want zij zat rechtop in bed. Ze merkte dat ik wakker werd en draaide zich naar me toe.
“Ah, jij bent ook wakker” zei Ava blij. “Beetje goed kunnen slapen?”
Ik knikte moeizaam.
Ava tilde me voorzichtig op en nam me op haar schoot, waar ik behoorlijk schrok van het feit dat ik... in mijn eigen donkere materie was gaan zitten? Had ik serieus in mijn slaap gedefeceerd? Dit was me nog nooit gebeurd.
Opnieuw zette ik het op een wenen, want ik vond het gevoel van de donkere materie niet echt fijn.
“Oh boy” zei Ava, “hier heeft iemand duidelijk een schone luier nodig... ik niet, in ieder geval!” Om haar laatste grap moest ze wat lachen, maar desondanks bracht ze me wel naar de badkamer, waar niet alleen mijn luier verwisseld werd, maar ik ook mijn kleding voor vandaag aan kreeg. Bovendien werd ik ook nog eens geholpen met tandenpoetsen, want daar hadden we zo'n 2 uur geleden geen tijd voor.
“Blijf jij even hier?” zei Ava, “dan ga ik me even aankleden.” Ze liep de badkamer uit, mij semi-verbijsterd achterlatend op de ladekast. Gedurende dat verbijsterde gevoel hield ik wel mijn hand voor mijn mond zodat mijn speentje niet op de vloer zou vallen, want anders kon ik daar niet bij, en moest ik pijn lijden... of te lang wachten op de volgende die in de badkamer zou komen. En dat laatste was dan wel het geval.
“Hey, Alph” zei Clarence, die de badkamer in kwam en gelijk voor de spiegel bij de wastafel ging staan.
Ik brabbelde maar wat terug en zwaaide naar Clarence, die nu zijn haar goed aan het doen was. Waarom deed hij dat altijd, vroeg ik me af? Ik weet nog toen hij een week lang een baby moest zijn dat zijn haar dan altijd beter zat, omdat Ava het bij hem altijd kamde in plaats van goed deed met gel.
Niet veel later kwam Ava terug naar de badkamer.
“Hoi, Clarence” zei Ava, die mij weer terug op haar arm nam.
“Morgen” zei Clarence terug. “Alles goed?”
“Ja, prima” zei Ava, “en met Alph nu ook. Hij had 's morgens vroeg pijn.”
“Oh, dat had ik niet eens gehoord” zei Clarence. “Ik heb echt als een blok geslapen 's nachts.” Hij was op hetzelfde moment klaar met zijn haar, en volgde mij en Ava hierbij naar beneden.
In de keuken mocht ik op de tafel zitten en kreeg ik van Clarence een zachte rammelaar in mijn handen geduwd.
Terwijl Ava voor het ontbijt de borden en bekers klaarzette en hierna citroenen uitkneep voor het sap van vanochtend, hield Clarence mij in de gaten, terwijl ik fanatiek mijn rammelaar van alle kanten bestudeerde. Zo nu en dan keek ik nog wel eens naar Ava die de citroenen aan het uitknijpen was alsof het van haar leven afhing. Ik lachte en trok er een gezicht bij alsof het best wel goor leek.
“Ik zie wel wat je doet, Alphie” zei Clarence plagerig. “Kleine doordenker.” Hij kietelde mij onder mijn voeten, wat mij wat harder deed lachen.
Toen kwamen de tweelingen de woonkamer binnen, die druk met elkaar praatten. Ze namen plaats aan tafel.
“Morgen” riep Ava, die nu klaar was met het vijfde stuk citroen.
“Morgen, Ava” riepen de tweelingen terug.
“En Clarence en Alph natuurlijk ook” zei Chris.
“Hallo, Chris!” riep ik enthousiast terug, terwijl ik mijn benen ook blij bewoog.
Maar Chris leek me niet meer te horen. Hij, Stan, Marciano en Keith keken ook allemaal naar Ava die de citroenen aan het uitknijpen was. Ik lachte erbij.
“Doordenkers” grapte Clarence. Dit maakte de tweelingen net weer aan het lachen.
“Waarom?” schaterde Keith.
“Omdat Alph een aantal minuten geleden net zo was!” zei Clarence. “Alleen keek hij er niet zo neutraal bij als jullie.”
“Mars net ook niet, maat!” zei Stan, “ik zag zijn blik heus wel.” Dat laatste zei hij tegelijkertijd plagerig en tegen Marciano.
Ik lachte deze keer niet toen ik 8 voeten van de trap hoorde bonken. Misschien waren de vierlingen nu iets serieuzer bezig?
De vierlingen namen bij binnenkomst ook gelijk plaats aan tafel.
“Morgen” riepen Ava, Clarence en de tweelingen.
Ook de vierlingen gaven geen antwoord en keken in plaats daar van gelijk naar Ava die nu aan de laatste citroen bezig was.
“Doordenkers” zeiden de tweelingen, die heus wel de blikken van de vierlingen zagen.
“Wat is er nou dat ik het doelwit voor doordenkers ben?” vroeg Ava, die uiteindelijk toch door had dat iedereen naar haar aan het kijken was.
“Omdat je die citroenen uitknijpt alsof het van je leven afhangt, Ava!” zei David.
“Het begon allemaal met Alph, hoor” zei Clarence, “hij keek er met een bizarre blik naar!”
“Is dat zo?” zei Ava, die toevallig net klaar was met het sap maken. “Het hangt toch niet van mijn leven af, gekke Alphie?” Ze kietelde me even in mijn hals en gaf me vervolgens een zoen op mijn wang.
“Zal ik het sap naar de tafel brengen, Ava?” vroeg Clarence. “En al het andere eten?”
“Ja, da's goed” zei Ava, die mij naar de box bracht. “Is het misschien goed als ik je help?”
“Ja hoor” zei Clarence, “ik ben voor echt alles brengen toch fysiek te klein.” Dit maakte alle jongens aan tafel aan het lachen. Ik probeerde mijn lachen in te houden (baby's horen dit eigenlijk niet te snappen), maar dat mislukte. Ik lachte zo hard als ik kon, wat de aandacht van alle jongens aan tafel trok.
“Sinds wanneer snapt hij de woordgrappen van Comic Clarence ineens?” vroeg Sam. (Comic Clarence was een bijnaam van Clarence omdat hij de woordgrappen overnam van een gamefiguurtje dat Comic Sans heet.)
“Nee, jullie staken hem gewoon aan met jullie gelach!” loog Ava, die het natuurlijk nog best wist van toen Finn een baby moest zijn, die kon dat helemaal niet omdat hij toen ook zijn volwassen-trekjes had, maar die had hij vaker dan ik.
Ik keek, in de box op mijn buik liggend, toe hoe iedereen aan tafel druk in de weer was. De ene vraag om brood, beleg of citroensap na de ander, zure gezichten van mensen die bijna geen citroensap hadden gedronken in hun leven en het te zuur vonden, één en al gesprekken, enzovoorts.
Op gegeven moment was ik het kijken beu en speelde ik maar gewoon wat met de speeltjes en de knuffels die ook in de box waren. Heel geconcentreerd, want ik had niet door dat mijn broers uiteindelijk hun borden afwasten en naar boven liepen.
Ik schrok iets meer toen Ava mij plotseling uit de box tilde, op de sofa plaatsnam en mij op schoot zette. Van die schrik was mijn speentje uit mijn mond gevallen, dus ik weende nu wel voor de derde keer.
“Alphie, jij bent toch geen weenbaby, hè?” zei Ava. “Ten minste, daar ga ik van uit.”
Ik greep naar Ava's rechterduim en stopte deze maar in mijn mond. Hij smaakte nog een beetje naar citroenen.
Ava lachte erom, maar ik deed dit toch echt omdat mijn speentje nog in de box lag en ik daar niet bij kon. Die smaak van citroenen vond ik overigens wel erg lekker, want ik was er helemaal stil van.
Clarence was de eerste die weer beneden was, en hij moest ook lachen omdat ik op Ava's duim aan het zuigen was.
“Zeg Clare” zei Ava, “kun jij Alph even in de gaten houden? Ik moet boven namelijk nog mijn tanden poetsen, en dat kan ik niet als één van mijn duimen haast opgezogen wordt.”
“Natuurlijk” zei Clarence. “Trouwens, ik heb nog iets voor Alph, want ik vond het voor jouw kamerdeur. Nee, ik ben daar niet in geweest!” Hij liet het speenkoordje zien dat hij uit zijn vestzak haalde.
“Ik geloof je best” lachte Ava. “Zijn speentje ligt nog in de box, dus misschien wil je ook zo vriendelijk zijn om die te pakken?”
Clarence pakte het speentje uit de box en stopte deze terug in mijn mond. Dat voelde veel lekkerder dan een stuk vel met een nagel, zoals ik het zelf het liefst beschrijf. Maar die smaak van citroenen vond ik wel erg lekker.
Toen mijn speentje eens terug in mijn mond was, maakte Clarence hem aan het koordje vast, en het koordje ging weer aan mijn shirt. Wel handig, want dan kon ik of iemand anders altijd makkelijk het speentje terugvinden.
De vierlingen waren de volgenden die beneden kwamen, dus Ava gaf mij aan Clarence en liep zelf naar boven.
Ik vond het wel best gek dat ik nu bij mijn enige jongere broertje op schoot lag in plaats van bij één van mijn oudere broers. Maar het was desondanks wel erg leuk.
Ik luisterde niet echt naar wat de vierlingen zeiden, maar merkte wel dat ze allemaal naar de keuken liepen om snacks ergens voor te pakken. Waarvoor, vroeg ik me af. Totdat ik me iets herinnerde over een film... daar gingen ze natuurlijk naar toe! Wat ongelooflijk nuttig (of nutteloos?) dat ik dat alweer vergeten was!
Hierna kwamen de tweelingen naar beneden, naar wie ik zwaaide terwijl ze plaats namen op de sofa. Clarence keek eerder naar de vierlingen die snacks aan het uitzoeken waren in de keuken. Deed hij geen enkele moeite om mij ooit eens aandacht te geven? Ik begon wat onrustig te bewegen, wat Clarence' aandacht wel trok.
“Rustig aan” zuchtte Clarence, “we gaan alleen maar naar de film! Mag ik soms niet benieuwd zijn naar de snacks die ze meenemen?”
Wat? Ging Clarence vandaag ook naar de film? Dat had hij misschien wel wat eerder kunnen zeggen, want ik wist daar serieus helemaal niets van.
“Snap je dat dan niet, Clarence?” zuchtte Keith. “Die kleine heeft iedere 15 minuten wel aandacht nodig! Kom, geef 'm eens aan mij.”
Clarence gaf mij aan Keith, en daar kreeg ik inderdaad meer aandacht.
Ietsje later kwam Ava weer terug naar beneden, en Keith gaf mij aan haar over, zodat hij, zijn tweelingbroer, Stan, Chris en Clarence ook naar de keuken konden.
“Waarom is iedereen ineens in de keuken?” vroeg Ava. “Onze ouders zullen dit niet goed vinden, zoveel snacks die uit de kast worden getrokken!” Ze fluisterde vervolgens in mijn oor:
“Stelletje chaos-schoppers zijn die broers van ons wel, hè...?”
“Rustig aan, Ava!” riep Stan. “We gaan alleen maar naar de film, en wat is er anders essentieel om te eten in de bioscoop? Karton?” Om het laatste moesten al mijn andere broers wel lachen, maar ik vond het echt niet grappig. Zelfs mijn nog 18-jarige brein snapte 'm niet.
Natuurlijk vonden onze ouders het altijd goed als we een infinite amount aan snacks naar de bioscoop of andere uitgaanscentra meenamen, behalve als we het thuis allemaal aten, dan niet.
“Maar” zei Ava, “als zij allemaal naar de film zijn, en onze ouders werken... hebben we lekker een rustdagje voor ons tweeën!”
“Britt toch ook?” vroeg ik, want die zou natuurlijk ook komen.
“Correctie: ons drieën!” lachte Ava, die mij helemaal plat knuffelde.
Onze broers waren om 11 uur vertrokken voor de bioscoop, en onze ouders waren natuurlijk allang werken, want ze vertrokken om ongeveer 8 uur, toen ik en Ava nog even lagen te slapen. Onze ouders werken namelijk dinsdag tot en met donderdag van 9 tot 5, en dat is best wel vermoeiend, en zeker als het een groot kantoorbedrijf is, want daar gebeurt natuurlijk hartstikke veel.
Ik was op zijn minst wel blij dat de tweelingen en Ava zich het meeste om mij bekommerden, want de vierlingen en Clarence waren vaak gewoon een stelletje rebellen, mijn vader boeide het sowieso al niet en mijn moeder wist niet wat ze ermee moest.
Ava deed van alles met mij: knuffelen, praten, zingen, zoentjes geven en zo, en ik vond dat echt fijn. Ze deed het niet te vaak en niet te zelden, dus het was ook precies goed.
“Hé, weet jij waar ik nou zo'n zin in heb?” vroeg Ava op gegeven moment.
Ik schudde mijn hoofd, want ik kon niet altijd weten waar iedereen zin in had.
“Kijk jij maar eens” zei Ava, die mij op haar arm nam, naar de keuken liep en in een kastje keek. Ze pakte een papieren zak met kruimels en zette deze op het aanrecht neer.
“Wa is da dan?” vroeg ik.
“Kruimels van allerlei zoetwaren” zei Ava. “Ik had ze voor jij terugkwam bij de bakker gehaald, en voordat jij er was, deelde ik ze vaak met de tweelingen als mijn vader zo'n zak had gehaald. Op gegeven moment had ik zoiets van: weet je wat, ik wil ze ook wel met jou delen.” Ze zette mij ook op het aanrecht neer, deed mij een doek voor en gaf mij wat kruimels, die erg lekker smaakten. Natuurlijk wist ik dat Ava die kruimels vroeger ook wel eens met mij deelde, want toen ik ongeveer 3 was, vertelde ze mij bijna precies hetzelfde. Toen was zij 13 jaar.
We hadden lekker genoten van de kruimels totdat de zak leeg was, en Ava had het grootste deel, want zij had altijd honger, zei ze vaak.
Ava nam mij terug op haar arm en liep met mij naar boven, aangezien zij wel merkte dat ik langzamerhand moe werd. In diezelfde tussentijd had ik ook nog in mijn luier geürineerd omdat ik ook langzamerhand moeite kreeg met mijn blaas onder controle te hebben.
In mijn kamer legde Ava mij op het bed neer, deed mijn kleding uit en verwisselde mijn luier in een handomdraai, maar kreeg ik mijn kleding niet terug aan. Ik keek haar, ondanks mijn moeheid, niet-begrijpend aan.
“Dit is het enige wat je gedurende het slapen aan hebt, oké?” legde Ava uit, “anders is het kleding aantrekken ook weer zoveel werk, snap je?”
Ik knikte voorzichtig, natuurlijk snapte ik het... een beetje. Het koordje van mijn speentje werd nu aan mijn deken vastgemaakt, zodat ik die altijd dicht bij me had.
Ava streelde mij nog even, van mijn achterhoofd tot mijn onderrug, en deed vervolgens de deken van het bed over mij heen.
“Slaap lekker, Alphie” zei ze, en ze gaf me nog een zoentje op mijn voorhoofd voordat ze zachtjes de kamer uit liep. Binnen no time lag ik al te slapen.
Om half 1 werd ik alweer wakker, en niet veel later verscheen Ava in mijn kamer.
“Hey” zei ze, “ben je alweer wakker?”
“Ava!” riep ik blij, en ik stak mijn armen naar voren.
Ava pakte mijn kleding van het bureau, trok het weer bij me aan, nam mij weer op haar arm en liep naar beneden. Ik ging er vanuit dat het tijd was voor de lunch.
En het was ook daadwerkelijk tijd voor de lunch, want het tafeltje van mijn stoel was al gedekt. Er stonden een schaaltje en een tuitbeker.
“Ik had net al geluncht toen jij sliep” zei Ava, “dus ik dacht: ik zal maar de tafel ook voor jou dekken, dat ik dat niet vergeet.” Ze zette mij in de stoel en deed mij een doek voor. In het schaaltje zat geblendeerd spul, maar ik wist nog niet wat totdat ik de eerste lepel vol in mijn mond kreeg. Ik kon een onderscheid maken van de smaken van appel en kersen, en dat vond ik wel lekker, dus ik wilde iedere keer weer heel snel een nieuwe lepel vol, maar dat veroorzaakte dat ongeveer één achtste van het eten op mijn doek belandde. Ach, wat maakte het ook uit, ik vond het in ieder geval lekker.
Nadat ik al mijn eten op had, hielp Ava mij met het drinken. Zij nam mij op schoot en hield mijn beker aan de onderkant vast, terwijl ik de 'oren' van de beker vast had. In de beker zat citroenwater, dus met een deel van het citroensap van vanmorgen erin. Het was door het water gelukkig niet te zuur, dus ik vond het wel lekker.
Toen ik ook mijn beker leeg had, maakte Ava mijn gezicht nog even schoon met het nog droge deel van het doek, deed deze vervolgens af en zette mij even in de box neer zodat ze het doek in de wasmand van de keuken kon gooien.
Terwijl ik weer heel geconcentreerd aan het spelen was, had ik niet echt door dat de onderkant van mijn luier steeds dikker werd. Totdat ik het wel door kreeg, dacht ik: is mijn blaas zo overspannen geweest? Maar nee, blijkbaar gooide ik donkere materie uit mijn systeem zonder dat ik het door had. Ik riep Ava maar weer, want ik wilde echt niet langer in een beladen luier zitten.
Ava holde de hal achter de keuken uit en kwam hijgend bij me aanzetten.
“Wat is er aan de hand?” vroeg ze, terwijl ze tegelijkertijd naar adem hapte.
“Ik in mijn broek gedaan” zei ik, terwijl ik moeizaam rechtop ging staan, met behulp van de spijlen.
“Goed dat je me even riep” zei Ava, terwijl ze mij uit de box tilde, “maar ik dacht even dat er iets ergers aan de hand was, vandaar dat ik me zo haastte. Allemozes, dat had ik echt niet mogen doen...”
Ik hield mijn hoofd een beetje schuin en draaide half met mijn ogen. Gedefeceerd hebben is toch ook erg? Maar toen ik erover nadacht, waren er tegelijkertijd natuurlijk nog veel ergere dingen, stel dat het raam bij de overburen was ingegooid of zo.
Dit was ook nog eens de eerste keer dat ik rustig was gebleven bij een vuile luier, misschien omdat ik het deze keer wel door kreeg? Geen idee.
Boven in de badkamer werd ik goed verschoond en schoongemaakt, want blijkbaar reageerden mijn organen wel erg heftig op het eten van de afgelopen dagen.
Toen ik weer helemaal rein was en ik en Ava weer beneden zaten, kwamen al onze broers weer thuis, en ze klonken erg opgewonden.
“Hallo!” riep ik enthousiast, toen de deur openging.
“Hi!” riep Ava.
Als reactie kregen we alleen maar luid gelach en gepraat, zeker omdat de film erg leuk was. Zelfs Clarence' tas zag er nog voller uit dan toen hij wegging.
“Hoe was de film?” vroeg Ava, hopend op antwoord.
“Hij was echt gaaf!” riep Stan boven alle herrie uit.
“Clarence had een heel goede film uitgezocht!” zei Scotty.
“Verslaafde!” riep Sam, waarschijnlijk tegen Clarence.
Hierna namen alle broers enthousiast plaats op de sofa en vertelde Clarence in geur en kleur hoe die nieuwe film was en wat hij allemaal in de bioscoop gekregen had omdat het vandaag de première van de film was, waarbij hij allerlei spulletjes uit zijn tas liet zien.
Terwijl Clarence op de helft van zijn verhaal was, graaide Picky ook in de tas, waarschijnlijk om ook iets te laten zien. Of niet?
“Ja, we hebben nog snacks over!” zei Picky. “Zelfs degenen die niet aangebroken zijn! Die zet ik straks trouwens terug.” Hij haalde een al aangebroken zak snoep uit de tas en nam een handje.
“Dit is al je dertigste hand snoep!” riep Jerry. “Picky, je wordt nog te dik!”
Picky wilde Jerry tegenspreken, maar iedereen werd stil toen de deurbel ging.
“Jongens, gedraag jullie” zei Ava, terwijl ze mij op haar arm nam en de voordeur opendeed. “Hoi Brittany, kom erin.”
“Hallo!” riep ik enthousiast, en deed mijn speentje even uit om Brittany een zoen op haar voorhoofd te geven.
“Ook leuk om jou weer te zien, Alphie” lachte Brittany, die mij een zoen op de wang terug gaf.
“Let niet op onze broers” zei Ava, toen ze Brittany naar de woonkamer leidde. “Ze zijn zo enthousiast over een film die ze hebben gezien...”
“Oh, wat leuk!” zei Brittany blij. “Welke?”
“Laat ik het je zo zeggen” zei Ava, “het vervolg op 'St. Chara Dreemurr', die vandaag in première was gegaan.”
“Hey, daar ga ik volgende week naar toe met meerdere vrienden!” zei Brittany. “Klinkt in jouw oren misschien niet zo interessant, maar ja, ik moest het toch even zeggen.” Ze nam plaats op één van de stoelen aan de eettafel en bekeek de kamerplant op de tafel.
“Die is mooi” zei ik, toen ik op de plant wees.
“Dat is hij zeker” zei Brittany, toen zij mij van Ava op schoot ontving.
Clarence liep grinnikend naar Brittany toe en fluisterde iets in haar oor, en hij klonk wat kwaadaardig, dus het was maar goed dat ik het niet kon verstaan.
“Ja ja, nu niet het hele verhaal van de film verklappen, Clarence” zei Brittany plagerig, en ze kneep Clarence in zijn wang. “Bovendien is dat onmogelijk! Nou ja, behalve als je je fantasie gebruikt.”
“Je kneep me wel te hard” zei Clarence aanstellerig, die terug op de sofa ging zitten.
Ik grinnikte om wat Brittany zei en stak mijn tong naar Clarence uit, hopend dat het hem zou leren.
“Mij hebben ze alles al verteld” zei Ava, “dus ik zal ook maar niets aan jou vertellen.”
“Ik weet nie wa da dan is” zei ik, “wa jullie zo over praten.”
“Dat weet je over een halve week misschien” fluisterde Ava in mijn oor. “Het is voorlopig nog geheim, oké?”
Natuurlijk begreep ik dondersgoed wat Ava zei, want ik zou ook best naar die film willen. Op de dag van première moet je echter nooit gaan, want dan is het altijd héél druk. Maar in over een halve week? Daar had ik dan weer net wel zin in.
Brittany stond op, mij onder mijn oksels vasthoudend, en deed allerlei leuke dingen bij me, inclusief het mij omhoog gooien, waarbij ze mij wel bijna tegen de lamp aan het plafond aan gooide. Ik schrok daar wel van, en van die schrik had ik mijn blaas leeggemaakt.
“Lekker slim van me...” lachte Brittany. Ze lachte om haar eigen fout, en had Ava daarmee aangestoken. Ik moest er helemaal niet om lachen, omdat ik zo hard was geschrokken dat ik daar wel even stil van was.
“Hebben jullie het ook gezien?” vroeg Ava aan onze broers, maar die reageerden helemaal niet, zo druk waren ze nog aan het praten. Sterker nog, ze lachten wel, maar eerder om waar zij het over hadden.
Brittany had Ava geholpen met het eten maken, zodat mijn ouders dat niet meer hoefden te doen. Gedurende de tijd dat het eten werd gemaakt, waren de tweelingen, in tegenstelling tot de vierlingen en Clarence, weer met hun hoofd in het echte universum om te praten met onze ouders.
“Pap” zei Chris, “ondanks dat Alph nu voor een week die straf heeft, hou je stiekem nog steeds van hem?”
“We vroegen het ons gewoon af” zei Stan, “omdat we ons wel een beetje zorgen om jullie maken.”
Ik zat, een beetje gespannen, bij Keith op schoot, wachtend op een eerlijk antwoord. Ik moest zelfs bijna wenen, dus mijn gezicht had ik in zijn borst begraven.
“Zeg het eerlijk, schat” zei mijn moeder tegen mijn vader. “Niemand hier houdt van leugens, zelfs niet diegene om bestwil.”
“Het is allemaal goed, Alphie” fluisterde Keith mij toe. “Je hoeft niet verdrietig te zijn, vooral wij je broers en Ava houden nog van je, hoe je er ook uitziet qua kleding en dat soort details.”
Dat maakte me niet echt rustiger, want ik wilde ook eerlijk antwoord hebben van onze vader.
Marciano zei niets, hij zat ook gespannen tegen Keith aan, maar hij weende niet. Soms lijken mijn broers, al zijn ze allemaal (behalve Clarence dan) al in de 20, nog steeds een stel kleuters. Zelfs als de situatie ernstig was.
We waren allemaal opgelucht toen onze ouders allebei knikten, en Keith mij zelfs over durfde te handigen aan onze moeder! Dat was lang geleden, dat ik van haar en onze vader zoveel aandacht kreeg. Sterker nog, ik én de tweelingen nog wel.
Na die hele toestand was het eten gelukkig klaar, en het viel ook niet tegen, en zeker vanwege het feit dat er nu aan tafel iets meer werd gepraat sinds het gesprek van net.
De vierlingen praatten volop over welke films zij nog meer wilden kijken hier thuis, Clarence praatte met Ava over hoe zij naar de film waren gegaan (want niemand behalve Ava of onze ouders mag de auto gebruiken omdat die wel een rijbewijs hebben), de tweelingen praatten weer over wat zij nou eens met elkaar wilden gaan doen, zelfs onze ouders zwegen niet meer zo tegen elkaar!
Brittany praatte met mij over haar dag, natuurlijk wel versimpeld, zodat ik het zogenaamd beter zou begrijpen. Eigenlijk was dat wel echt waar, omdat mensen soms zo ingewikkeld praten dat ik er zelfs op mijn achttiende bij wijze van spreken geen touw aan kan vastknopen.
Zo nu en dan kietelde Brittany ook (onder tafel!) mijn voeten, wat mij deed lachen. En vrijwel niemand aan tafel had mij nog zien of horen lachen sinds een lange tijd.
Na het eten had je Ava, Brittany, Stan en Chris die de afwas deden, dus dat was dan ook wel heel snel klaar. Ik merk dat Ava en Brittany hun band wel wat sterker wordt, want ze praten veel vaker met elkaar en doen ook vaker dingen samen. Normaal zou Ava haar dag aan zichzelf vertellen in een tekstdocument op haar computer, maar nu hoefde dat niet eens.
Toen alle afwas klaar was, moest Brittany helaas alweer naar huis.
“Oh, en nog iets dat ik jullie moet zeggen” zei Brittany, “ik kan morgen niet, want dan heb ik een botanisten-wedstrijd, en ik ben het planten stijlen misschien verleerd sinds de reis.” Dat maakte zelfs mij aan het lachen, en Ava deed maar alsof zij mij met haar lachen aangestoken had.
Na een serie aan knuffels, zoenen en dergelijke en het feit dat Brittany hem weer naar huis peerde, bracht Ava me naar boven, zodat we nog even in rust konden zijn omdat de vierlingen alléén maar konden praten. En dat word je op gegeven moment ook wel beu.
“Weet je, Alphie?” zei Ava, toen we op haar bed aan het relaxen waren. “Ik zou morgen best even naar de stad willen, en ik ga er vanuit dat jij ook wel zin hebt.”
Ik schrok wel wat. Naar de stad? In deze kleding? No way.
“Geen zorgen” zei Ava, “ik zal voor zowel jou als voor mij een goede vermomming zoeken, zodat niemand ons zal herkennen.”
Mijn ogen werden groot van verbazing, want een vermomming was inderdaad wel goed voor op een plek waar veel bekenden kunnen zijn.
“En jij krijgt het meeste aan” ging Ava verder, “zodat echt niemand kan zien dat jij het bent als je lekker relaxed in de wagen ligt.”
De laatste zin maakte mijn ogen nog groter, want ik hoefde niet eens te lopen! Dat was nog veel fijner, want ik liep deze hele week al niet omdat ik vaak door anderen werd vastgehouden.
Ava vond het leuk om mijn blije gezicht te zien, ik vond het eigenlijk maar wat gênant, want ik lachte van de zenuwen omdat zij het opmerkte en bedekte hierbij mijn gezicht met mijn deken.
“Hè?” zei Ava pseudo-verbaasd. “Alphie? Net was je er nog. Waar ben je ineens?”
Oh ja, da's waar ook! Als een kind een deken of zo voor zijn gezicht houdt... Ik trok snel de deken weer voor mijn gezicht vandaan en lachte weer.
“Ah, dáár ben je!” zei Ava, die mij zo'n beetje plat knuffelde omdat ze mij weer zag.
We hadden hierbij circa 5 minuten kiekeboe gespeeld, waarbij Ava ineens degene werd die mijn deken voor mijn gezicht deed. En lachen dat we deden...! Ach ja, lachen is gezond, zo kun je het ook zien.
Ik kon al helemaal niet stoppen met lachen toen Ava mij begon te kietelen, maar ja, op gegeven moment wel. Toen urineerde ik blijkbaar ongemerkt, dat ik weer even stil van verbazing werd, en dat maakte dat Ava stopte. Ik had blijkbaar zoveel gelachen dat mijn luier een beetje was gaan lekken.
“Sorry Alph” zei Ava. “Ik had mijn grens moeten aangeven. Maar je hebt toch wel zin in het bad, hè?”
Ik knikte, en Ava nam me gelijk op haar arm, waarbij we naar de badkamer gingen en ik volledig uitgekleed werd, want dat is natuurlijk wel essentieel als je een te natte broek hebt gehad.
Ik vond het in bad zitten ook steeds leuker worden, omdat ik nu niet meer bij mijn rug hoefde als ik me moest wassen, en dat is heel vervelend als je dat zelf moet doen.
Als ik volledig gewassen was, aaide Ava me nog wel eens met de spons, en met name over mijn hoofd, en dat vond ik fijn.
Na een tijdje werd ik weer uit bad gehaald en goed afgedroogd, waarna ik wel eerst een nachtluier aan kreeg, maar om één of andere reden een T-shirt. Maar dan was mijn luier toch zichtbaar? En hoe zouden de anderen daarop reageren?
“Het wordt 's nachts heel warm” zei Ava, “dus dit is wat je straks aan hebt zodat je straks niet in een plas van je eigen zweet wakker wordt.” Ze kamde mijn haar nog, hielp me met tandenpoetsen en hierna gingen we nog even naar beneden. Onze broers keken wel verbaasd, zoals ik verwacht had, maar daar had Ava natuurlijk wel iets op te zeggen:
“Als jullie straks ook in een plas van jullie eigen zweet ontwaken, is dat niet mijn schuld. Het wordt 's nachts 20 graden of zo.”
Onze broers schrokken daar wel van, en holden gauw naar boven, waarschijnlijk om kortere slaapkleding uit te zoeken.
“Echt goed dat jij een deel van de leiding neemt, Ava” zei onze vader, “naar jou luisteren ze schijnbaar beter.” Daar moesten hij en onze moeder allebei wel om lachen, want naar onze ouders samen luisterden mijn broers echt nooit, en naar Ava daarentegen wel. Ik zelf luisterde altijd goed naar iedereen, en vooral op mijn reis.
Om ongeveer tien voor half 9 werd ik toch wel wat moe, en bracht Ava mij naar bed, waarna ik haar in de hal hoorde zeggen dat de vierlingen nu echt doodstil moesten zijn omdat ik en Clarence al in bed lagen. Zou dat werken...?
Nee dus. Zelfs om kwart voor 10 lagen de vierlingen nog te wauwelen over allerlei nutteloze onderwerpen, inclusief de film die zij vanmorgen hadden gezien.
Wel hoorde ik Picky regelmatig roepen dat ze hun mond moesten houden, want hij wilde blijkbaar wel slapen.
Ik werd al het gewauwel gewoon beu, dus ik zette het op een wenen, precies op het moment dat ik Ava de trap op hoorde gaan. De deur van mijn kamer ging open.
“Ach, arme Alphie” zei Ava teleurgesteld. “Waarom moesten ze nou weer net niet naar me luisteren...?” Ze nam mij op haar arm, en ondanks dat ik mijn speentje in had, bleef ik hartverscheurend wenen.
Wat er hierna gebeurde, ging niet zoals ik het had verwacht. In plaats van naar haar eigen kamer ging Ava naar de kamer van de vierlingen, waar, toen de deur openging, het gepraat gelijk stopte.
“Hou toch eens op met dat eeuwige gepraat” zuchtte Ava. “Beneden zei Clarence er net ook iets van.”
“Ik probeer ze ook stil te houden” zei Picky. “Maar zij blijven gewoon maar doorgaan. Ik wil mijn rust zelf ook hebben!”
“Ja, maar Jerry was diegene die zo hyper was” zei David.
“Zeg, mag ik niet een keer mijn energie kwijt?” snoof Jerry verontwaardigd.
“David en Jeremy, mond dicht” zei Ava. “Zelfs Alph kan geen oog dichtdoen door jullie eeuwige gepraat!”
Ja, ik weende nog steeds, en hoopte stiekem dat het de aandacht van de vierlingen zou trekken. Nou, later dan ik had verwacht, blijkbaar.
Met mijn geween had ik Jerry wel aangestoken, dus ergens in mijn 18-jarige brein vond ik het wel grappig, ondanks dat ik nog niet kon stoppen met wenen totdat de vierlingen hun excuses aanboden tegen mij.
Picky kwam als eerste naar me toe, en knuffelde me eens goed.
“Jij wil natuurlijk ook slapen 's nachts, hè?” zei hij liefkozend. “Dat snap ik best, en zeker met die komende warmte.”
Ava gaf mij hierna aan de wenende Jerry, die mij ook eens goed knuffelde.
“Sorry, Alphie” snikte hij. “Ik had niet te lang ermee bezig mogen zijn. Picky mag dan wel niet de oudste van ons zijn, maar wijs is hij wel. Ik had eerder naar 'm moeten luisteren...”
Van de andere zes kreeg ik ook nog hun excuses aangeboden en een stevige knuffel, dus het was weer goed.
“Trouwens” realiseerde Ava zich, “jullie wilden Alph gisteren even erbij hebben, hè? Nou, dat is net gebeurd.” Dat maakte de vierlingen wel aan het lachen, en Jerry lachte zelfs door zijn tranen heen.
“Het spijt mij trouwens ook aan jou, Jerry” zei David, “ik had je er niet van mogen beschuldigen, want ik was zelf ook al druk.”
“Het is al goed, Dave” zei Jerry, met zijn gezicht in zijn hoofdkussen begraven. “Slaap lekker.”
Ik had totaal geen zin in praten, dus ik brabbelde maar wat als het goedenacht wensen van de vierlingen.
“Jullie ook 'n goedenacht” zei Ava, die de kamer uit liep, de deur zachtjes achter zich sloot en terug naar mijn kamer liep, waar ik nog wat in slaap werd gezongen en gestreeld. Dat gaf me pas echt rust.