Hoofdstuk 10: en ze leefden nog lang en gelukkig?
Aangekomen aan school, zagen ze Bert staan.
“Zo, waar gaan jullie je fiets zetten?” vroeg hij.
“waar er plaats is, hoezo?” antwoorde Sofie.
“ik heb een Gopro camera bij. Dat is een kleine camera die je makkelijk kan verstoppen. Ik hang deze ergens dat we je fiets kunnen zien, en dan kunnen we die idioten makkelijk betrappen.”
“wauw, dat is knap!” antwoorde Sofie. Je zag haar gezicht opkleuren.
Ze hadden met mevrouw Van Doorne afgesproken dat ze tijdens het laatste uur live naar de camerabeelden zouden kijken en zo de vandalen konden pakken.
De dag zelf verliep rustig. Sofie dacht wel dat er mensen naar haar keken, omdat haar fiets volgeplakt was en dat er mensen dit konden zien.
Na het voorlaatste uur, toen de meeste leerlingen al weg mochten, verzamelend Bart, Sofie en Arne zich in de bureau van de directeur. Hij nam deze zaak ook ernstig.
Het eerste kwartier gebeurde er niet veel.
Maar na 20 minuten kwamen er 3 jongens naar de fiets van Sofie. Ze hadden een kartonnen doos bij, een pamperdoos.
Ze maakten deze open en pakten een rol plakband uit een rugzak.
“Zullen we er op afgaan?” vroeg Sofie.
“Jazeker!” antwoorde de directeur.
“Iemand blijft hier, zodat als dat krapuul gaat lopen, dat die persoon dat kan doorgeven”, zei de directeur.
Bart offerde zich op.
Sofie, Arne, mevrouw Van Doorne en de directeur haasten zich naar de fietsenstalling.
“BETRAPT,” Riep de directeur, “kom maar mee naar mijn bureau.”
De jongens hadden door dat ze geen kant op konden en dat ze beter meegingen.
“Ik bel onmiddellijk julie ouders, zodat we een straf kunnen bespreken, nablijven zal hier niet meer pakken voor julie.”
“Wat heb ik eigenlijk misdaan?” vroeg Sofie.
“Je bent gewoon nog een baby, je hoort hier niet,” zei een van de jongens.
“Dan zijn jullie niet veel beter.” Zei ze met een glimlach.
Sofie, Arne en Bart mochten uiteindelijk doorgaan.
“Bedankt Bart,” zei Sofie, “echt waar.”
Ze gaf hem een knuffel, en Bart vertrok.
Zei en Arne fietsten naar huis.
Daar aangekomen, fluisterde Sofie nog in Arne zijn oor.
“Gelukkig had ik nog een drynite aangedaan, k had in m’n broek gedaan aan de fietsenstalling.”
“Haha, slimme meid.” Antwoorde Arne, en gaf haar een kus.
Ze gingen samen binnen bij Sofie, waar hij haar een andere luier aandeed. Zij deed dan hetzelfde bij hem.
Het was een rustige gezellige avond. Sofie haar ouders waren weg, en haar zus was bij een vriendin.
De volgende morgen reed de hele groep met de fiets naar school.
Niet veel na hen kwamen de drie pestkoppen aan…
In een outfit die hen wel heel goed stond: een dikke luier. Ze mochten enkel hun sportbroekje daarover aandoen, maar dat hielp niet veel.
“Wie is er nu de baby!” Riep Sofie zodat de hele school het kon horen.
De groep bleef nog jaren samen. En elk jaar gingen ze een weekje op vakantie, met luiers. Ookal verwaterde het contact een beetje, ze bleven vrienden.
Sofie en Arne zouden uiteindelijk een koppel blijven.
Aangekomen aan school, zagen ze Bert staan.
“Zo, waar gaan jullie je fiets zetten?” vroeg hij.
“waar er plaats is, hoezo?” antwoorde Sofie.
“ik heb een Gopro camera bij. Dat is een kleine camera die je makkelijk kan verstoppen. Ik hang deze ergens dat we je fiets kunnen zien, en dan kunnen we die idioten makkelijk betrappen.”
“wauw, dat is knap!” antwoorde Sofie. Je zag haar gezicht opkleuren.
Ze hadden met mevrouw Van Doorne afgesproken dat ze tijdens het laatste uur live naar de camerabeelden zouden kijken en zo de vandalen konden pakken.
De dag zelf verliep rustig. Sofie dacht wel dat er mensen naar haar keken, omdat haar fiets volgeplakt was en dat er mensen dit konden zien.
Na het voorlaatste uur, toen de meeste leerlingen al weg mochten, verzamelend Bart, Sofie en Arne zich in de bureau van de directeur. Hij nam deze zaak ook ernstig.
Het eerste kwartier gebeurde er niet veel.
Maar na 20 minuten kwamen er 3 jongens naar de fiets van Sofie. Ze hadden een kartonnen doos bij, een pamperdoos.
Ze maakten deze open en pakten een rol plakband uit een rugzak.
“Zullen we er op afgaan?” vroeg Sofie.
“Jazeker!” antwoorde de directeur.
“Iemand blijft hier, zodat als dat krapuul gaat lopen, dat die persoon dat kan doorgeven”, zei de directeur.
Bart offerde zich op.
Sofie, Arne, mevrouw Van Doorne en de directeur haasten zich naar de fietsenstalling.
“BETRAPT,” Riep de directeur, “kom maar mee naar mijn bureau.”
De jongens hadden door dat ze geen kant op konden en dat ze beter meegingen.
“Ik bel onmiddellijk julie ouders, zodat we een straf kunnen bespreken, nablijven zal hier niet meer pakken voor julie.”
“Wat heb ik eigenlijk misdaan?” vroeg Sofie.
“Je bent gewoon nog een baby, je hoort hier niet,” zei een van de jongens.
“Dan zijn jullie niet veel beter.” Zei ze met een glimlach.
Sofie, Arne en Bart mochten uiteindelijk doorgaan.
“Bedankt Bart,” zei Sofie, “echt waar.”
Ze gaf hem een knuffel, en Bart vertrok.
Zei en Arne fietsten naar huis.
Daar aangekomen, fluisterde Sofie nog in Arne zijn oor.
“Gelukkig had ik nog een drynite aangedaan, k had in m’n broek gedaan aan de fietsenstalling.”
“Haha, slimme meid.” Antwoorde Arne, en gaf haar een kus.
Ze gingen samen binnen bij Sofie, waar hij haar een andere luier aandeed. Zij deed dan hetzelfde bij hem.
Het was een rustige gezellige avond. Sofie haar ouders waren weg, en haar zus was bij een vriendin.
De volgende morgen reed de hele groep met de fiets naar school.
Niet veel na hen kwamen de drie pestkoppen aan…
In een outfit die hen wel heel goed stond: een dikke luier. Ze mochten enkel hun sportbroekje daarover aandoen, maar dat hielp niet veel.
“Wie is er nu de baby!” Riep Sofie zodat de hele school het kon horen.
De groep bleef nog jaren samen. En elk jaar gingen ze een weekje op vakantie, met luiers. Ookal verwaterde het contact een beetje, ze bleven vrienden.
Sofie en Arne zouden uiteindelijk een koppel blijven.