Hoofdstuk 6: Wie weet wat?
Het ging goed op school, de groep hing goed aan elkaar, en ook de klas waarin Sofie zat was leuk.
Het waren enkele leuke weken, niemand was achter het luiergebruik van Sofie en Arne gekomen…
Althans dat dachten ze.
Het was een grauwe oktober maandag. Het regende gelukkig niet.
Arne ging alleen naar school, Sofie had een springuur omdat haar leerkracht afwezig was voor het eerste uur.
Arne kwam aan op school en zette zijn fiets weg.
Net toen hij de speelplaats op wilde lopen, kwam Lise aan.
“had jullie klas geen springuur?” vroeg Arne verbaasd.
“Jawel, maar anders heb ik geen bus meer,” antwoorde ze, “en m’n fiets is stuk.”
Arne knikte begrijpend, “dan moet je hem laten maken.”
“ja, dat moet dan inderdaad,” maar eigenlijk wil ik je nog iets vragen, iets persoonlijk.”
“ja, doe maar,” antwoord Arne verbaasd.
“Misschien dat we dan best wat rustiger gaan staan.”
En ze gaan naar een afgelegen hoekje op de speelplaats.
“Draagt Sofie soms luiers?” stak Lise van wal.
“Hoe weet jij dat?” vroeg Arne, niet wetende of hij boos of geschrokken moest reageren.
“Een roddel in onze klas, ik wilde het zeker weten, maar ik weet niet wat ik er aan zou moeten doen, hopelijk zal ze hier niet mee gepest worden. Ik denk dat ”
“Ik hoop het ook, kan jij een oogje in het zeil houden?”
TRIIIIIIIING! De bel voor het eerste uur gin.
“Doe ik.” Zei Lise als ze naar de klas gebouwen gingen.
S’middags hadden ze allemaal pauze, ze zaten zoals gewoonlijk ergens bij elkaar in een hoekje op de speelplaats.
Nuja, Arne en Sofie zaten een beetje van de rest, ze waren aan het praten.
“Heb jij ooit iets verteld? Aan iemand?” vroeg Sofie ongerust.
“Neen, nooit,” antwoorde Arne, “ik zweer het.”
“ik geloof je wel hoor, Maar nu de klas toch een vermoeden heeft, denk ik dat ik het best ook aan de groep kan zeggen, maar aan niemand anders, misschien weten zij meer.”
“dat is misschien geen slecht idee.”
“Wat misschien ook naar de roddelaar kan brengen,” begon Arne, “heb je ooit een broekje of een luier op school weg gegooit?”
“niet dat ik weet, en dagen dat ik L.O. heb, draag ik meestal een maandverband, ofzo.”
“ok, k hoop dat het niet te erg is.”
“voorlopig valt het nog mee,” stelde ze Arne gerust.
En ze zetten zich bij de rest. Zij hadden er ook al van gehoord. Ze spraken af om s’avonds met z’n allen naar bij Sofie te gaan.
Na school fietsten ze met z’n allen naar Sofie haar thuis, Lise zat achterop bij Sofie.
Het was een korte, maar niet voor allemaal even comfortabele rit.
“EINDELIJK van die *****fiets af!” riep Lise toen ze de oprit bij Sofie op reden.
Ze sprong direct van de fiets.
“haha, gaat het?” vroeg Sofie.
“za wel moeten”, zij Willem, “die bus waarmee ze vanmorgen kwam, zal niet veel comfortabeler zijn geweest.”
“ha-ha, op die bussen van tegenwoordig kan je al niet meer zitten” grapte Lise.
De rest zette hun fiets ook weg, en ze gingen naar binnen. Ze gingen allemaal naar Sofie haar kamer.
Ze gingen zitten waar plaats was, enkelen op het bed, aan de bureau, of op de grond. Het was even stil.
“Duuuus…” begon Arne.
“Ik draag dus nog luiers,” begon Sofie onzeker, “s’nachts omdat ik nog soms in bed plas, en overdag omdat het een beetje nodig is…”
“… en eigenlijk draag ik het best graag,” voegde ze er nog snel aan toe.
“klinkt een beetje raar, maar als jij er je goed bij voelt, is er eigenlijk geen probleem,” begon lise.
“Je kan er echter niet omheen dat sommigen het kinderachtig vinden.” Antwoorde Bart daarop.
“Ik denk dat niemand er in deze kamer iets tegen heeft.” Was Karen haar antwoord.
“… Maar we mogen niet vergeten dat wij niet de enige zijn die van je luiergebruik afweten…” reageerde bert, gevolgd door een korte “ons” van Arne.
“…van julie luiergebruik.” Maakte Bert opnieuw zijn zin af.
“jij ook?” vroeg karen.
“ja, zit eigenlijk wel goed,” antwoorde Arne, “maar we moeten afwachten hoe de rest gaat reageren, maar je weet dat wij achter je staan.”
“dankje” antwoorde Sofie.
“Misschien dat wij ook eens moeten ervaren hoe het is om een luier te dragen.” Stelde Lise even later voor.
“we kunnen een chalet huren, in een vakantiepark ofzo, kunnen we er een soort luiervakantie van maken.” Stelde Bart voor.
Hoofdstuk 7 gaan kamperen