Hoofdstuk 4: gemengde gevoelens
Thuis aangekomen, zitten de rest van de familie aan de ontbijttafel.
“Ook een goede morgen” begint zijn moeder, “gelukkig dat je kon blijven slapen bij die meid van hierover.”
“Tja, sleutel vergeten,” antwoord Arne, en maakt een tas koffie. Naar zijn mening nog altijd het beste na een avondje drinken tegen de vermoeidheid en de eventuele kater.
“Arne en Sofie zaten in de bus… K… U… S..” begon zijn broertje, maar werd bruut afgebroken door Arne.
“Er is niets tussen ons, gewoon vrienden!”
Hierna ging hij naar boven.
Hij had nog steeds die drynite aan, en het voelt lekker. Net zoals die grote pamper van vannacht.
‘Vreemd’, dacht Arne, ‘hoe komt het dat een bijna volwassen jongen als ik… Of een bijna volwassen meid zoals Sofie, het leuk vinden om luiers te dragen?’
‘dat is toch vuil na een tijd? En als daar een grote boodschap in zit stinkt dit en is dit smerig…
Maar het zit wel lekker en is gemakkelijk.’
Arne was een tijdje aan het piekeren. En ondanks dat er muziek op stond, kon hij aan niets anders denken dan aan de Luiers…
en Sofie.
Hij probeerde wat gitaar te spelen, maar het had weinig effect, hij kon zich niet echt concentreren op zijn favoriete riffs, of solo’s.
Tegen de middag gaf hij het op. Hij had ook honger, dus ging hij maar een hapje eten.
Na de middag ging hij naar de repetitie van zijn band.
Met zijn gitaar op de rug fietste hij naar het jeugdhuis, waar de rest al was. Toen hij aankwam merkte hij dat hij nog steeds die drynite aanhad.
‘verdorie, hopelijk merkt de rest hier niets van.’
“hey alles goed, niet meer te zat?” vroeg Lens.
“Ooh, jawel hoor,” grapte Arne, “k kan geen noot meer spelen.”
“’Tis je gerade, we spelen volgend weekend weer hé,” flanste Willem, de bassist er tussen.
“laat ons nu gewoon beginnen,” zij Arne nuchter.
Versterkers en een drumkit stonden standaard in de repetitieruimtes van het jeugdhuis, het enige dat ze zelf nog moesten meenemen, waren de instrumenten of drumstokjes.
Het eerste lied zat goed strak, het was dan ook het eerste dat ze geschreven hadden. Maar niet het beste. Dit werd gevolgd door nog enkele andere nummers.
“Die gaat goed,” zij Lens van achter de drums.
“ja hé!”
“volgende is “Bring it on!”” zei Arne, alsof hij op een podium staat.
Op dezelfde strakke, punk-achtige manier speelden ze ook dat lied.
“even tijd voor een pauze?” vroeg lens “met die dubbele bas begin ik dat al wel te voelen.”
“goed voor mij,” zij Arne, en ook Willem stemde hiermee in.
Ze gingen even een luchtje scheppen aan het skatepark, waar enkele jongeren aan het skaten waren. De meeste kenden ze, enkele waren nieuw hier.
Maar eerst ging Arne even naar het toilet. Hij deed zijn broek los en toen merkte hij die drynite weer. Hij besloot het gewoon te laten lopen in deze drynite.
Deze begon een beetje te zwellen. Hopelijk merkt de rest dit niet.
“zeg, waarom bel je je nieuwe vriendin niet?” vroeg willem.
“ze is m’n vriendin nog niet,” antwoorde Arne.
“NOG niet, dus een hele goede gelegenheid om dat wel te worden,” grapte Willem terug.
Misschien is het dat wel dacht Arne, Ik ben verliefd op haar!
… on zijn het die luiers.
Na wat te denken, besloot hij toch maar een smsje te sturen naar Sofie.
Ze antwoorde redelijk snel “lijkt me leuk
kom zo X”
Nog geen 5 minuten later stond ze daar.
“hey, repetitie nu,” zei Arne, “hopelijk vind je ’t wat.”
“hopelijk hé,” en ze gaf een knipoog.
Het verdere verloop van de repetitie was vlot.
En niemand, behalve Sofie, merkte iets van de drynite.
Na de rpetitie dronken ze nog een pintje in het jeugdhuis, waarna ieder huiswaarts keerde.
Arne en Sofie gingen, zoals ondertussen gebruikelijk was geworden samen terug.
“je hebt die drynite precies goed gebruik,” zei Sofie.
“ja, dat… zit eigenlijk best wel lekker… zo’n natte luier,” bekende Arne.
“ja, hé!” zei Sofie, “die van mij is ook nat, tijdens de repetitie gebreurd.”
“En niemand die er iets van had gemerkt?” vroeg Arne.
“niemand, nuja, jij was de enige die bijna de hele tijd naar me keek.”
Hierop werd Arne een beetje rood, “ik moet je eigenlijk iets bekennen, ik ben denk ik, zo’n klein beetje, een beetje heel veel eigenlijk, verliefd op je.”
Ook Sofie werd nu rood.
Even bleef het stil, waarop Arne weer het woord nam, “met jouw erbij, met of zonder die luiers, ik voel me echt op mijn gemak bij jouw. Het voelt ook helemaal anders als bij m’n vorige vriendinnetjes.”
En weer was het even stil.
“Ik vind jouw ook een heel toffe kerel, en ik ben blij dat ik iemand heb gevonden die luiers ook heel leuk vind. Maar ik ben hier vroeger veel mee gepest, en ik wil niet dat dit jouw ook gaat overkomen. Anders zou ik je al lang hebben gekust.” Ze keek een beetje somber naar Arne.
Alweer een korte stilte.
ze waren ondertussen gestopt met fietsen en stonden naast elkaar.
Toen besloot Arne dat het alles of niets was, en kuste Sofie op de lippen. Zachtjes en niet te lang. “Nu heb je tenminste iemand om je te verdedigen,” fluisterde hij haar toe.
“Ik ga niemand je laten pesten, ik ga er voor zorgen dat niemand dat durt!”
Hierop werd Sofie terug vrolijker en ze kuste Hem terug. “laat ons hopen dat het je lukt, anders zullen wij twee de buitenbeentjes worden.”
Hoofdstuk 5: school en luiers?