DiaperSniper010
Superlid
“De boot komt bijna aan jongens, gaan jullie nog snel even naar de wc?” roept mijn moeder naar mijn broertje en zusje. Ze rennen snel naar de toiletten. “En jij komt met mij mee” zegt ze streng tegen mij. We staan op en lopen richting damestoiletten. Ze pakt alvast een luier en de Zwitsal uit haar tas, ik kan wel door de grond zakken. Het is druk in de gangen…iedereen kan dit zien!
Ieder jaar is het hetzelfde. Ondanks dat het van Calais naar Rotterdam nog maar een paar uur rijden is moet ik toch voor de zekerheid een luier om. ’s Nachts draag ik altijd een luier omdat ik nog in mijn bed plas maar de laatste paar jaar ook bij lange ritten omdat ik ongelukjes heb gehad. Ik ben bijna dertien en plas helaas nog steeds elke avond in bed (nouja, in een luier dan). Mijn broertje, Thymen van 10, en zusje, Kim van 8, zijn al sinds hun peutertijd helemaal zindelijk.
Naast de damestoiletten is een grote invalidentoilet/verschoonruimte met een grotere verschoontafel waar ik makkelijk op pas. “Je kent de procedure kerel!” Ik weet uit ervaring dat er tegenin gaan geen zin heeft. Dus sputter ik niet tegen en ga klaar liggen wat voor wat komen gaat. Mijn moeder trekt mijn korte broek naar beneden en legt de luier met de plakstrips achter me, ik doe automatisch mijn benen omhoog en ma poedert me en doet snel en behendig een luier om.
Als ik opsta van de tafel doe ik mijn korte broek omhoog. Dan voel ik dat het wat strak zit. Ik kijk in de spiegel en de contouren van een luier zijn duidelijk te zien. “Ma, kan jij mijn spijkerbroek uit de auto halen? Dit valt toch teveel op?” Mijn ma kijkt naar mijn lichtblauwe broek en trekt een zuinig mondje “ach nee joh, je moet het weten om het te zien en bovendien zijn we zo bij de auto. Niemand die het ziet” Had ik vanochtend maar die wijde spijkerbroek aangetrokken.
Wanneer we uit de verschoonruimte komen staan Thymen en Kim al te wachten. Naast hun staat een vrouw met een baby. Ze ziet me en zegt tegen mijn moeder “zo, dat is een grote baby”. Ik moet blozen. Mijn moeder kijkt de vrouw met een boze blik aan. De vrouw schiet naar binnen met haar kleintje. Thymen en Kim komen niet meer bij van het lachen. Moeder: “kom op jongens, nu snel naar de auto de boot gaat al aanmeren.”
Op de trappen bij het cardek is een opstopping. We moeten even wachten in het halletje. Thymen fluit de hele tijd het refrein van Justin Biebers “baby, baby, baby” en al gauw kijkt mijn moeder hem boos aan. Ik trek me er maar niks van aan, dat liedje gaat toch ever meisjes en niet over babies maar dat weet Thymen kennelijk niet. Verderop staan twee meisjes te giechelen. Ze kijken mijn kant op en fluisteren wat naar elkaar. Zou het over mijn luier gaan? Ik bloos weer.
Thymen besluit ondertussen zijn pesterij wat op te voeren. Mijn moeder heeft hem net voor de laatste keer gewaarschuwd niet meer te fluiten. Hij stopt met fluiten, geeft mij een tik op de billen en zegt “baby kan boertje laten”. Het huilen staat mij nader dan het lachen. Mijn moeder is razend en geeft hem een klap in het gezicht “dat flik je niet meer jongeman, nog een keer en je zult zien wie hier de baby is!”
Toch vreemd. Anders pest Thymen me nooit met mijn probleem. Hij snapt ook wel dat ik luiers nodig heb en deed er in de hotels ook nooit vreemd over als ik ze om deed. En nu ben ik ineens een baby?
Gelukkig zijn we snel bij de auto en kan een einde komen aan deze vernedering. Zo, ik zit in de auto. Nu op naar Rotterdam en hoef ik er gelukkig niet meer uit voor we thuis zijn. De mensen die mijn luier hebben gezien, als ze die al hebben gezien, zie ik toch nooit meer.
Tijdens de rit dommel ik regelmatig weg. Thymen en Kim slapen vaster. We zijn al aardig onderweg, nog twee uur tot Rotterdam zegt pa. Als ik rustig naar buiten zit te staren voel ik dat ik behoorlijk moet plassen. Zal ik vragen of ze willen stoppen of zal ik mijn luier volplassen. Het is nog twee uur dat kan ik niet ophouden. Ach, weet je wat, ik heb nu toch een luier om dan kan ik die net zo goed gebruiken. Ik doe mijn ogen dicht en doe of ik wegdommel, ik laat mijn plas lopen en voel hoe het opgenomen wordt door de luier. Je voelt er bijna niets van. Het dommelen gaat over in slapen. Nu kan ik lekker dromen tot we thuis zijn en da thuis gauw een douche.
“We zijn bijna bij de grens en ik heb eigenlijk geen zin om te koken straks. Zullen we bij dat wegrestaurant wat gaan eten?” Zegt mijn moeder tegen mijn pa. Dat lijkt pa ook wel een goed idee. Shit dan loop ik daar dalijk met een natte luier. Dat zal helemaal opvallen.
Als we geparkeerd staan bij het restaurant wijst mijn vader op de grote vuilnisbak die een eindje verderop staat. “Je kunt je luier nu wel afdoen en in die container gooien. Dan kan je in het restaurant nog even plassen en dan dat kleine stukje naar huis wel zonder.” Moeder voegt hier nog aan toe “ja je heb niet zoveel zitten slapen dus zult nog wel droog zijn.” Ik moet bedenkelijk hebben gekeken en zat nog even na te denken over welke reactie ik zou geven toen mijn broertje riep “Ma volgens mij is baby nat en heeft hij een schone luier nodig.” Mijn moeder richt zich eerst tot mij “is dat zo, ben je nat?” En tegen Thymen “wat had ik nou gezegd, je noemt je broer geen baby! Hij kan er niks aan doen dat hij nog in zijn bed plast!” Thymen zegt niks maar kijkt mij met een grijns aan.
“Goed, dan ga ik je dadelijk verschonen voor het eten.” Wat moet ik dan een luier aan in het restaurant en dat kleine stukkie naar huis? “Mag ik dan op zijn minst mijn spijkerbroek meenemen en aan doen ma?” “Dat is goed jongen. Maar ook met deze korte broek moet je het weten om het te zien.” Thymen gooit olie op het vuur: “met deze broek lijk je een grote baby, iedereen op de boot zag dat jij eigenlijk nog een baby bent.” “Nu is de maat vol Thymen” schreeuwt mijn moeder “jij gaat met mij meer naar het toilet en dan krijg je ook een luier om. En dan mag je broer je de hele tijd een baby noemen.”
Ieder jaar is het hetzelfde. Ondanks dat het van Calais naar Rotterdam nog maar een paar uur rijden is moet ik toch voor de zekerheid een luier om. ’s Nachts draag ik altijd een luier omdat ik nog in mijn bed plas maar de laatste paar jaar ook bij lange ritten omdat ik ongelukjes heb gehad. Ik ben bijna dertien en plas helaas nog steeds elke avond in bed (nouja, in een luier dan). Mijn broertje, Thymen van 10, en zusje, Kim van 8, zijn al sinds hun peutertijd helemaal zindelijk.
Naast de damestoiletten is een grote invalidentoilet/verschoonruimte met een grotere verschoontafel waar ik makkelijk op pas. “Je kent de procedure kerel!” Ik weet uit ervaring dat er tegenin gaan geen zin heeft. Dus sputter ik niet tegen en ga klaar liggen wat voor wat komen gaat. Mijn moeder trekt mijn korte broek naar beneden en legt de luier met de plakstrips achter me, ik doe automatisch mijn benen omhoog en ma poedert me en doet snel en behendig een luier om.
Als ik opsta van de tafel doe ik mijn korte broek omhoog. Dan voel ik dat het wat strak zit. Ik kijk in de spiegel en de contouren van een luier zijn duidelijk te zien. “Ma, kan jij mijn spijkerbroek uit de auto halen? Dit valt toch teveel op?” Mijn ma kijkt naar mijn lichtblauwe broek en trekt een zuinig mondje “ach nee joh, je moet het weten om het te zien en bovendien zijn we zo bij de auto. Niemand die het ziet” Had ik vanochtend maar die wijde spijkerbroek aangetrokken.
Wanneer we uit de verschoonruimte komen staan Thymen en Kim al te wachten. Naast hun staat een vrouw met een baby. Ze ziet me en zegt tegen mijn moeder “zo, dat is een grote baby”. Ik moet blozen. Mijn moeder kijkt de vrouw met een boze blik aan. De vrouw schiet naar binnen met haar kleintje. Thymen en Kim komen niet meer bij van het lachen. Moeder: “kom op jongens, nu snel naar de auto de boot gaat al aanmeren.”
Op de trappen bij het cardek is een opstopping. We moeten even wachten in het halletje. Thymen fluit de hele tijd het refrein van Justin Biebers “baby, baby, baby” en al gauw kijkt mijn moeder hem boos aan. Ik trek me er maar niks van aan, dat liedje gaat toch ever meisjes en niet over babies maar dat weet Thymen kennelijk niet. Verderop staan twee meisjes te giechelen. Ze kijken mijn kant op en fluisteren wat naar elkaar. Zou het over mijn luier gaan? Ik bloos weer.
Thymen besluit ondertussen zijn pesterij wat op te voeren. Mijn moeder heeft hem net voor de laatste keer gewaarschuwd niet meer te fluiten. Hij stopt met fluiten, geeft mij een tik op de billen en zegt “baby kan boertje laten”. Het huilen staat mij nader dan het lachen. Mijn moeder is razend en geeft hem een klap in het gezicht “dat flik je niet meer jongeman, nog een keer en je zult zien wie hier de baby is!”
Toch vreemd. Anders pest Thymen me nooit met mijn probleem. Hij snapt ook wel dat ik luiers nodig heb en deed er in de hotels ook nooit vreemd over als ik ze om deed. En nu ben ik ineens een baby?
Gelukkig zijn we snel bij de auto en kan een einde komen aan deze vernedering. Zo, ik zit in de auto. Nu op naar Rotterdam en hoef ik er gelukkig niet meer uit voor we thuis zijn. De mensen die mijn luier hebben gezien, als ze die al hebben gezien, zie ik toch nooit meer.
Tijdens de rit dommel ik regelmatig weg. Thymen en Kim slapen vaster. We zijn al aardig onderweg, nog twee uur tot Rotterdam zegt pa. Als ik rustig naar buiten zit te staren voel ik dat ik behoorlijk moet plassen. Zal ik vragen of ze willen stoppen of zal ik mijn luier volplassen. Het is nog twee uur dat kan ik niet ophouden. Ach, weet je wat, ik heb nu toch een luier om dan kan ik die net zo goed gebruiken. Ik doe mijn ogen dicht en doe of ik wegdommel, ik laat mijn plas lopen en voel hoe het opgenomen wordt door de luier. Je voelt er bijna niets van. Het dommelen gaat over in slapen. Nu kan ik lekker dromen tot we thuis zijn en da thuis gauw een douche.
“We zijn bijna bij de grens en ik heb eigenlijk geen zin om te koken straks. Zullen we bij dat wegrestaurant wat gaan eten?” Zegt mijn moeder tegen mijn pa. Dat lijkt pa ook wel een goed idee. Shit dan loop ik daar dalijk met een natte luier. Dat zal helemaal opvallen.
Als we geparkeerd staan bij het restaurant wijst mijn vader op de grote vuilnisbak die een eindje verderop staat. “Je kunt je luier nu wel afdoen en in die container gooien. Dan kan je in het restaurant nog even plassen en dan dat kleine stukje naar huis wel zonder.” Moeder voegt hier nog aan toe “ja je heb niet zoveel zitten slapen dus zult nog wel droog zijn.” Ik moet bedenkelijk hebben gekeken en zat nog even na te denken over welke reactie ik zou geven toen mijn broertje riep “Ma volgens mij is baby nat en heeft hij een schone luier nodig.” Mijn moeder richt zich eerst tot mij “is dat zo, ben je nat?” En tegen Thymen “wat had ik nou gezegd, je noemt je broer geen baby! Hij kan er niks aan doen dat hij nog in zijn bed plast!” Thymen zegt niks maar kijkt mij met een grijns aan.
“Goed, dan ga ik je dadelijk verschonen voor het eten.” Wat moet ik dan een luier aan in het restaurant en dat kleine stukkie naar huis? “Mag ik dan op zijn minst mijn spijkerbroek meenemen en aan doen ma?” “Dat is goed jongen. Maar ook met deze korte broek moet je het weten om het te zien.” Thymen gooit olie op het vuur: “met deze broek lijk je een grote baby, iedereen op de boot zag dat jij eigenlijk nog een baby bent.” “Nu is de maat vol Thymen” schreeuwt mijn moeder “jij gaat met mij meer naar het toilet en dan krijg je ook een luier om. En dan mag je broer je de hele tijd een baby noemen.”