Karin_1982
Beginneling
Op weg naar de sneeuw
“Pfff, moet je zien, het staat helemaal vast!” Gerben tikte op het stuur en stak zijn handen in de lucht. “Om moedeloos van te worden.” Steven, die naast hem zat, zuchtte. De tomtom gaf nog 112 kilometer aan tot hun eindbestemming. Steven keek om. Zijn vriendin Susan sliep. De vriendin van Gerben deed alsof ze sliep. “Schattig hoor” zei Steven en hij grijnsde. Gerben keek in de spiegel en glimlachte. “Laat ze maar slapen, dan kunnen ze ook niet zeiken.” Dat de vriendin van Gerben, Linda, niet sliep bewees ze door haar knie in de stoel van Gerben ze zetten. Gerben lachte. “Oh schatje ben je wakker” zei hij. “Mooie boel” mompelde Linda. “Hoe lang gaat het duren?” Gerben en Steven reageerden niet. “Tien kilometer gereden” vanaf het tankstation verbaasde Gerben zich hardop. “Ongelooflijk.” Steven legde het routekaartje weg. “Nog 15 kilometer voor de tunnel.”
De stem uit de radiospeakers maakte Susan wakker. Ze keek slaperig opzij in het chagrijnige gezicht van Linda. Ze konden gelukkig allebei lachen om de situatie. “Staan we al lang vast?” “Ja schatje, sinds het tanken hebben we koud 10 kilometer gereden.” Susan wreef even over haar buik en mompelde wat onverstaanbaars. Ze besloot haar medepassagiers voorlopig nog geen deelgenoot te maken van heet probleempje. Ze moest nu best nodig poepen.
“Loopt daar iemand?” Gerben wees op een stipje in de verte dat langzaam dichterbij kwam. Steven knikte. “Een politieman of zo met een geel hesje.” Toen hij dichterbij kwam zagen ze dat de man flesjes water en broodjes uitdeelde. Steven liet het raampje zakken. De man vroeg in het Duits of ze wat nodig hadden. Steven antwoordde dat ze voldoende voorraad hadden. De politieman knikte. Hij maakte Steven duidelijk dat het zeker nog wel een hele tijd kon duren. Het zou nog meer gaan sneeuwen en ijzelen. De man adviseerde om in ieder geval in de auto te blijven. De buitentemperatuur was nu al onder de 10 graden vorst en zou nog harder dalen. Het laatste advies van de man deed Susan huiveren. Uitstappen voor een sanitaire stop raadde de politieman ten zeerste af. “Gute Reise” en hij liep door.
Gerben kon weer een paar meter doorrijden. Uiteindelijk passeerden ze de wegversmalling die richting de tunnel leidde. “Deuren dichthouden” grapte Gerben. Door de versmalling moest hij rakelings langs de vangrail rijden. Rechts stond het vast met auto’s. Steven slikte. Hij had het er niet op. Als ze nu om wat voor reden dan ook de auto uit zouden moeten, zou dat niet kunnen. Susan had ondertussen haar eigen zorgen. Haar nood werd hoger en hoger. Ze was al geschrokken van het advies van de politieman. Maar nu besefte ze, dat zelfs als ze het advies in de wind had geslagen, ze nog steeds in de problemen zat: ze kon er nu niet uit.
Ze beet op haar lip. Ze kon het niet langer voor zichzelf houden. “Oh, ik moet echt nodig nu” zei ze. Er kwam niet meteen een reactie. Linda keek op. “Ik ook”. Gerben en Sreven keken elkaar aan. “Even ophouden dames” zei Gerben stoïcijns, die aan de bekleding van de achterbank dacht. Steven kende Susan langer dan vandaag. Als zij over haar gene stapte door aan te kondigen dat ze nodig moest, dan moest het echt een noodgeval zijn! Hij besloot zich er maar even niet mee te bemoeien. “Even volhouden schat” was het enige wat hij kon bedenken. Susan stond het huilen nu nader dan het lachen. “Ik doe het nu echt bijna in mijn broek” zei ze met tranen in haar ogen en een snik in haar stem. Gerben keek op. “Leg iets onder je billen”. Linda hielp Susan om een oude krant onder de billen van Susan te leggen. Maar die handelingen kostte ook haar moeite omdat ze zelf nodig moest plassen. “Moet jij ook?” vroeg Gerben en hij keek zijn vriendin via de spiegel aan. Ze knikte alleen. Gerben zuchtte. Susan had nu echt moeite om geen waterballet – of erger – te veroorzaken. Ze had Linda al ingefluisterd dat ze niet alleen hoefde te plassen.
De strijd tegen de hoge nood bleek ook een automobilist opgevallen te zijn die naast de auto van Gerben stond. Het viel Steven op dat hij gebaarde. Steven deed het raampje open en de man deed hetzelfde. “Hallo” zei hij. Het bleek een Nederlander te zijn. “Gaat het goed met jullie?” en hij wees op Susan. “Hoge nood” antwoordde Steven. De man knikte. Hij zei iets tegen zijn vrouw. Die pakte iets uit een tas. “Hier” de man reikte Steven een wit pakketje aan. Steven moest goed kijken, maar merkte toen dat hij twee luiers in zijn hand had. “Van de kinderen” legde de man uit en wees op de achterbank waar twee jongetjes zoet lagen te slapen. “Sterkte.” “Bedankt!”.
Gerben en Steven waren met stomheid geslagen. “Geef nu maar” zei Susan wanhopig die al meteen had gezien dat de man een zeer genereus aanbod had gedaan. Steven gaf het pakketje aan. Als door een wesp gestoken, deed Susan haar schoenen uit. Ook haar spijkerbroek ging uit, hoewel dat nog wel wat moeite kostte. Linda gaf haar een deken aan dat op de hoedenplank lag. Zo kon Susan zich nog enigszins discreet omkleden. Ze frummelde haar slipje uit. Het krakende geluid van de luier klonk. “Past ie?” fluisterde Linda. “Een beetje.” Toen Susan klaar was, had ze een hoofd als een kreeft. Ze voelde zich duidelijk ongemakkelijk, maar was toch opgelucht. De deken hield ze op haar schoot, zodat niemand haar luier kon zien. Steven was van plaatsvervangende schaamte rood geworden. Gerben had helemaal niets meer gezegd. Linda zat in dubio of zij de andere luier om zou doen, maar durfde niet. Ze moest nog steeds nodig plassen, maar op de een of andere manier kon ze de luier niet omdoen.
Susan steunde en kreunde. “Als je moet, moet je” fluisterde Linda. Susan knikte. “Ohhh”klonk het. Gerben had de radio harder gezet. Alleen Susan en Linda konden de geluiden horen die hoorden bij het in een luier poepen en plassen. Susan durfde niemand aan te kijken. Haar hart ging als een gek tekeer. Nu haar hoge nood voorbij was, kon ze gelukkig wel weer normaal ademen. Ze had verwacht een heel onaangenaam gevoel te krijgen, maar dat viel mee. Haar plas voelde ze na een paar minuten niet meer. Alleen haar grote boodschap voelde wat vreemd aan. Ze schaamde zich. “Gaat het?” vroeg Steven. Susan knikte.
Even later begon de file op te lossen. Eenmaal in de tunnel leek er weinig meer aan de hand. “Er is een parkeerplaats met toilet na de tunnel” informeerde Gerben zijn medereizigers. “Net te laat” grapje Steven. Susan was gelukkig was bijgekomen en paste zich aan de situatie aan. Voor Linda kwam de parkeerplaats wel op tijd en met een grote lach op haar gezicht kwam ze terug. Na nog anderhalf uur kwamen ze aan bij het appartementencomplex. Gerben haalde de sleutel op. Steven hielp Susan de auto uit. Ze had haar schoenen aan. Snel stapte ze uit, terwijl Steven het deken om haar heensloeg. De spijkerbroek bleef achter in de auto. Even had Steven een glimp opgevangen van de geluierde billen van zijn vriendin. Een apart gevoel tintelde door zijn lijf.
Wordt vervolgd…
“Pfff, moet je zien, het staat helemaal vast!” Gerben tikte op het stuur en stak zijn handen in de lucht. “Om moedeloos van te worden.” Steven, die naast hem zat, zuchtte. De tomtom gaf nog 112 kilometer aan tot hun eindbestemming. Steven keek om. Zijn vriendin Susan sliep. De vriendin van Gerben deed alsof ze sliep. “Schattig hoor” zei Steven en hij grijnsde. Gerben keek in de spiegel en glimlachte. “Laat ze maar slapen, dan kunnen ze ook niet zeiken.” Dat de vriendin van Gerben, Linda, niet sliep bewees ze door haar knie in de stoel van Gerben ze zetten. Gerben lachte. “Oh schatje ben je wakker” zei hij. “Mooie boel” mompelde Linda. “Hoe lang gaat het duren?” Gerben en Steven reageerden niet. “Tien kilometer gereden” vanaf het tankstation verbaasde Gerben zich hardop. “Ongelooflijk.” Steven legde het routekaartje weg. “Nog 15 kilometer voor de tunnel.”
De stem uit de radiospeakers maakte Susan wakker. Ze keek slaperig opzij in het chagrijnige gezicht van Linda. Ze konden gelukkig allebei lachen om de situatie. “Staan we al lang vast?” “Ja schatje, sinds het tanken hebben we koud 10 kilometer gereden.” Susan wreef even over haar buik en mompelde wat onverstaanbaars. Ze besloot haar medepassagiers voorlopig nog geen deelgenoot te maken van heet probleempje. Ze moest nu best nodig poepen.
“Loopt daar iemand?” Gerben wees op een stipje in de verte dat langzaam dichterbij kwam. Steven knikte. “Een politieman of zo met een geel hesje.” Toen hij dichterbij kwam zagen ze dat de man flesjes water en broodjes uitdeelde. Steven liet het raampje zakken. De man vroeg in het Duits of ze wat nodig hadden. Steven antwoordde dat ze voldoende voorraad hadden. De politieman knikte. Hij maakte Steven duidelijk dat het zeker nog wel een hele tijd kon duren. Het zou nog meer gaan sneeuwen en ijzelen. De man adviseerde om in ieder geval in de auto te blijven. De buitentemperatuur was nu al onder de 10 graden vorst en zou nog harder dalen. Het laatste advies van de man deed Susan huiveren. Uitstappen voor een sanitaire stop raadde de politieman ten zeerste af. “Gute Reise” en hij liep door.
Gerben kon weer een paar meter doorrijden. Uiteindelijk passeerden ze de wegversmalling die richting de tunnel leidde. “Deuren dichthouden” grapte Gerben. Door de versmalling moest hij rakelings langs de vangrail rijden. Rechts stond het vast met auto’s. Steven slikte. Hij had het er niet op. Als ze nu om wat voor reden dan ook de auto uit zouden moeten, zou dat niet kunnen. Susan had ondertussen haar eigen zorgen. Haar nood werd hoger en hoger. Ze was al geschrokken van het advies van de politieman. Maar nu besefte ze, dat zelfs als ze het advies in de wind had geslagen, ze nog steeds in de problemen zat: ze kon er nu niet uit.
Ze beet op haar lip. Ze kon het niet langer voor zichzelf houden. “Oh, ik moet echt nodig nu” zei ze. Er kwam niet meteen een reactie. Linda keek op. “Ik ook”. Gerben en Sreven keken elkaar aan. “Even ophouden dames” zei Gerben stoïcijns, die aan de bekleding van de achterbank dacht. Steven kende Susan langer dan vandaag. Als zij over haar gene stapte door aan te kondigen dat ze nodig moest, dan moest het echt een noodgeval zijn! Hij besloot zich er maar even niet mee te bemoeien. “Even volhouden schat” was het enige wat hij kon bedenken. Susan stond het huilen nu nader dan het lachen. “Ik doe het nu echt bijna in mijn broek” zei ze met tranen in haar ogen en een snik in haar stem. Gerben keek op. “Leg iets onder je billen”. Linda hielp Susan om een oude krant onder de billen van Susan te leggen. Maar die handelingen kostte ook haar moeite omdat ze zelf nodig moest plassen. “Moet jij ook?” vroeg Gerben en hij keek zijn vriendin via de spiegel aan. Ze knikte alleen. Gerben zuchtte. Susan had nu echt moeite om geen waterballet – of erger – te veroorzaken. Ze had Linda al ingefluisterd dat ze niet alleen hoefde te plassen.
De strijd tegen de hoge nood bleek ook een automobilist opgevallen te zijn die naast de auto van Gerben stond. Het viel Steven op dat hij gebaarde. Steven deed het raampje open en de man deed hetzelfde. “Hallo” zei hij. Het bleek een Nederlander te zijn. “Gaat het goed met jullie?” en hij wees op Susan. “Hoge nood” antwoordde Steven. De man knikte. Hij zei iets tegen zijn vrouw. Die pakte iets uit een tas. “Hier” de man reikte Steven een wit pakketje aan. Steven moest goed kijken, maar merkte toen dat hij twee luiers in zijn hand had. “Van de kinderen” legde de man uit en wees op de achterbank waar twee jongetjes zoet lagen te slapen. “Sterkte.” “Bedankt!”.
Gerben en Steven waren met stomheid geslagen. “Geef nu maar” zei Susan wanhopig die al meteen had gezien dat de man een zeer genereus aanbod had gedaan. Steven gaf het pakketje aan. Als door een wesp gestoken, deed Susan haar schoenen uit. Ook haar spijkerbroek ging uit, hoewel dat nog wel wat moeite kostte. Linda gaf haar een deken aan dat op de hoedenplank lag. Zo kon Susan zich nog enigszins discreet omkleden. Ze frummelde haar slipje uit. Het krakende geluid van de luier klonk. “Past ie?” fluisterde Linda. “Een beetje.” Toen Susan klaar was, had ze een hoofd als een kreeft. Ze voelde zich duidelijk ongemakkelijk, maar was toch opgelucht. De deken hield ze op haar schoot, zodat niemand haar luier kon zien. Steven was van plaatsvervangende schaamte rood geworden. Gerben had helemaal niets meer gezegd. Linda zat in dubio of zij de andere luier om zou doen, maar durfde niet. Ze moest nog steeds nodig plassen, maar op de een of andere manier kon ze de luier niet omdoen.
Susan steunde en kreunde. “Als je moet, moet je” fluisterde Linda. Susan knikte. “Ohhh”klonk het. Gerben had de radio harder gezet. Alleen Susan en Linda konden de geluiden horen die hoorden bij het in een luier poepen en plassen. Susan durfde niemand aan te kijken. Haar hart ging als een gek tekeer. Nu haar hoge nood voorbij was, kon ze gelukkig wel weer normaal ademen. Ze had verwacht een heel onaangenaam gevoel te krijgen, maar dat viel mee. Haar plas voelde ze na een paar minuten niet meer. Alleen haar grote boodschap voelde wat vreemd aan. Ze schaamde zich. “Gaat het?” vroeg Steven. Susan knikte.
Even later begon de file op te lossen. Eenmaal in de tunnel leek er weinig meer aan de hand. “Er is een parkeerplaats met toilet na de tunnel” informeerde Gerben zijn medereizigers. “Net te laat” grapje Steven. Susan was gelukkig was bijgekomen en paste zich aan de situatie aan. Voor Linda kwam de parkeerplaats wel op tijd en met een grote lach op haar gezicht kwam ze terug. Na nog anderhalf uur kwamen ze aan bij het appartementencomplex. Gerben haalde de sleutel op. Steven hielp Susan de auto uit. Ze had haar schoenen aan. Snel stapte ze uit, terwijl Steven het deken om haar heensloeg. De spijkerbroek bleef achter in de auto. Even had Steven een glimp opgevangen van de geluierde billen van zijn vriendin. Een apart gevoel tintelde door zijn lijf.
Wordt vervolgd…