Verhaal Klaar Plasticbroekjes: Mijn zomer met de melkrijder

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Mijn zomer met de melkrijder
Deel 1​


Wij woonden op het Friese platteland, tussen de boerderijen. Bij elke boerderij werden 's morgens de melkbussen neergezet aan de weg – toen nog onverhard. Asfalt kwam pas later in het kader van de ruilverkaveling. Kleine boeren hadden misschien één, soms zelfs twee bussen aan de weg staan. Grote boeren soms wel tien. De melkfabriek was zo'n vijftien kilometer verderop, in het volgende dorp. De melkrijder was een jongen van een jaar of achttien op een tractor. Bij elke boerderij stopte hij. Zijn taak was dan om de melkbussen op de lange, platte wagen te zetten. Vaak reden er jongere jongens mee om te helpen. Dat gold als een erebaantje. De melkrijder zelf besliste wie er mee mocht. Meestal waren het jongens van de boerderij.

De volle bussen waren te zwaar en hun inhoud te kostbaar. Dat deed de melkrijder altijd zelf. De tractor werd stil gezet, de melkrijder sprong er af en met een handige beweging belandde de volle bus op de platte wagen. De bussen kwamen altijd op dezelfde plaats op de wagen, en moesten er, na in de melkfabriek te zijn geleegd en gewassen, ook weer zo op worden gezet. Dat kwam precies, want elke boer moest natuurlijk zijn eigen bussen terug krijgen en ze moesten dus in volgorde worden afgeladen. Het was een praktisch en werkzaam systeem. De melkbussen waren overigens ook genummerd. De jongens die mee reden kregen het op de terugweg druk. Want dan mochten ze wél in actie komen. De trekker stopte dan niet, maar reed heel langzaam door. De jongen sprong van de wagen en zette de lege bussen langs de weg terug, vanwaar de boer ze op zou halen. De volle bussen waren sowieso voor ons jongens te zwaar om te tillen, maar met de lege had je geen moeite. En als ze op de kettingband ratelend en klingklangend uit de melkfabriek kwamen, waren ze heerlijk warm, om niet te zeggen heet!

Wij waren geen boer, maar woonden wel aan dat zandpad. Op een warme dag in het begin van de zomervakantie was ik buiten in de tuin toen de melkrijder bij ons stopte. Dat was ongewoon, want er stonden bij ons uiteraard geen melkbussen. Ik was een jaar of veertien. De melkrijder, die ik als dorpsjongen vanzelfsprekend wel van gezicht kende, wenkte me en vroeg of ik vandaag mee wilde rijden naar de fabriek? Mee wilde helpen?
Natuurlijk wilde ik dat! Ik mocht in het zitje op het spatbord van de grote trekker zitten. Bij elke boerderij aan “onze” route sprong de grote jongen – een volwassene in mijn ogen, en met een prachtbaan, zo op de trekker! – van de tractor en laadde de bussen op. Ik bewonderde zijn spierballen. Elke morgen tachtig volle melkbussen optillen is beter dan de ochtendgymnastiek, met of zonder “aan de vleugel Arie Snoek”. Daarna werden de sokken er in gezet op weg naar de melkfabriek. Hier kwamen de verschillende routes samen. Soms moest een trekker wachten.

Er was een kettingbaan die de fabriek in ging, voor de volle bussen. En een eindje verder kwam er een kettingbaan uit de fabriek, voor de lege bussen. Dat was wanneer mijn “werk” begon. Staand op de platte wagen in tempo de bussen van de band pakken en neerzetten. Je kon je handen wel branden, zo heet waren ze als ze uit de fabrieksmuur naar buiten kwamen. De kunst was om ze eerst een paar meter voort te laten schuiven en dan pas te pakken. Dat werd mij allemaal uitgelegd door de grote jongen. Ik voelde me ook groot, en belangrijk. Meerijden met de melkrijder was in het dorp niet zo maar iets! Een verantwoordelijk baantje. Op en af van de rijdende wagen springen, bussen netjes neerzetten, vooral niet om laten vallen! Wat in de haast niet onmogelijk was, want leeg wogen ze natuurlijk veel minder.

Bij ons huis stopten we. Ik liep naar voren, naar de trekker.
“De laatste doe ik zelf wel”, zei de melkrijder. Het einde van de route was niet ver meer, de platte wagen bijna leeg.
De melkrijder wees onze tuin in, waar de waslijn zichtbaar was.
“Is dat jouw plasticbroekje?” vroeg hij.
De vlammen sloegen rood uit mijn gezicht.
Hoe vaak had ik niet aan mijn moeder gevraagd om mijn luiers en plasticbroekjes niet voor iedereen zichtbaar buiten te drogen te hangen!
“Als je ophoudt met dat bedplassen!” was dan haar antwoord.
Maar juist dat kon ik niet.
Ik was nog vrijwel elke nacht nat.
Daar ging mijn erebaantje. Met een bedpisser wou de melkrijder vast niet op pad.
Het liefst was ik in de grond weg gezakt.
Ik knikte. Ontkennen kon ik het niet.
Het wás tenslotte mijn plasticbroekje.

“Pist do noch yn dyn bêd?” vroeg hij.
Het klonk niet onvriendelijk.
Ik knikte weer. Ja, ik plaste nog in bed.
Hij keek me aan.
De tranen van schaamte brandden in mijn ogen. Nu niet huilen!
Hij glimlachte.
“Doe je het nog vaak?' vroeg hij.
Mijn keel zat dicht. Ik kon niet antwoorden.
Met een kop van vuur zag ik nog net kans om ja te knikken.
Ja, ik deed het nog vaak.
Zeg maar elke nacht,
“Geeft niet!”
Ik kreeg een goeiige por in mijn magere ribbenkast.
“Oan't moarn” zei hij.
Tot morgen!!

Wij zijn een volk van weinig woorden, maar diepe gevoelens.
Ik was blij. Opgelucht. Onbeschrijflijk opgelucht.
En danste meer van de trekker af dan dat ik sprong.

Wordt vervolgd.
 
Laatst bewerkt:

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Mijn zomer met de melkrijder
Deel 2​

De volgende morgen stopte de trekker bij ons huis. Ik stond al klaar en klom behendig op de trekker om op het spatbord plaats te nemen.
“Hoi!' zei de melkrijder.
Dat is een vriendelijke groet.
“Goemoarn” of “goeie!” is veel formeler.
Ik was blij met “Hoi!” en zei 'Hoi” terug.
De melkrijder zocht met zijn ogen mijn plasticbroekje aan de waslijn.
En dat hing er natuurlijk.
“Hest wer yn bêd pist?” vroeg hij.
Onverschillig zei ik ja. Ik had 'in bed gepist'.
Hij vond het immers niet erg. Dan kon ik het wel toegeven.
Hij gaf gas tot bij de volgende lading bussen.
Over bedplassen hadden we het verder niet.

Die zomervakantie was ik de vaste bijrijder. Het werd een vast ochtendlijk ritueel. Onopvallend, met alleen z'n ogen, zocht hij de waslijn op.
Hij keek of hij mijn plasticbroekje zag hangen. Ik merkte dat natuurlijk toch op, maar vond het niet meer erg.
Als hij het plasticbroekje zag, gleed er heel even een snelle glimlach over zijn gezicht.
Dan vroeg hij of ik weer in bed had geplast.
“Hest wer yn dyn bêd pist?”
Dat leek me een overbodige vraag, want als ik droog was had dat hatelijke plasticbroekje daar niet gehangen.
Maar hij wilde het me horen zeggen.

Ik reed al bijna drie weken mee toen ik voor het eerst kon zeggen dat ik een droge nacht had gehad.
“Dacht ik al”, zei de melkrijder. “Geen plasticbroekje.”
Voor het eerst vroeg hij er meer over.
“Hang je het daar zelf op die waslijn?”
“Nee. Mijn moeder.”
“Vind je dat niet vervelend?”
“Ja, maar wat kan ik er aan doen!"
Dan lachte hij en gaf gas.
Maar de volgende dag keek hij net als altijd of hij mijn plasticbroekje zag hangen.
“Hest wer yn dyn bêd pist?”
Altijd dezelfde vraag.

Vandaag was het antwoord weer bevestigend. Ik had weer in bed geplast. Zoals gewoonlijk. Maar voor de melkrijder schaamde ik me niet meer.
Dat hij mijn plasticbroekjes en het bedplassen kennelijk interessant vond had ik inmiddels wel in de gaten, maar ik vond het wel grappig.
Hij was vriendelijk en aardig voor me. En samen met hem boven op de trekker gezeten, tussen de boerderijen en de melkfabriek rijdend, kon ik de wereld aan.
Toen een keer een andere vraag.
“Heb je dat plasticbroekje ook wel eens overdag aan?”
Dat vond ik een lastige.
Want het antwoord was ja, en daar schaamde ik me zo mogelijk nog meer voor dan voor mijn bedplassen.
Als we een lange rit met de auto gingen maken, moest ik een dunne luier om. Niet de dikke nachtluier, maar toch. Het plasticbroekje er over heen. Soms viel ik in slaap. En dan plaste ik in mijn broek. En ook tijdens elk schoolreisje had ik mijn plasticbroekje aan. Mijn klasgenoten hadden dat wel eens ontdekt.
Het heldergele plasticbroekje stak met een rand elastiek boven mijn korte spijkerbroekje uit.
De jongens die het zagen wisten maar al te goed wat een plasticbroekje was.
En waar het voor diende.

Natuurlijk was ik op school niet de enige bedplasser. Ook bij sommige andere jongens in het dorp hingen wel eens plasticbroekjes aan de waslijn.
Of zo'n roodbruin bedplaszeiltje, wat trouwens ook in mijn bed lag. Voor alle zekerheid.
Het plastic randje boven mijn spijkerbroekje werd herkend voor wat het was. En de rest van de dag vroegen de jongens of ik nog droog was. Het werd een lange dag, die gelukkig voor mij die keer wel droog eindigde. Toen ik thuis kwam, had ik met stoom uit mijn oren mijn moeder gezegd dat ik nooit meer overdag een plasticbroekje aan wilde. Maar bij de volgende rit in de auto had ik het weer aan. Zonder pardon. Mijn moeder wilde niet het risico lopen dat ik de dag met een natte broek zou eindigen.

Ook tijdens het boodschappen doen was het wel eens gebeurd. Vorig jaar nog. Ik was al bijna dertien, maar evenzogoed nat. Overdag. Tegen de tijd dat je die wonderlijke warmte voelde was het te laat. Niet meer te stoppen. Stond je zielig naar beneden te kijken hoe de donkere, natte pisvlek in je korte broekje steeds groter werd, tot het in straaltjes op de grond klaterde. En zo'n grote pisvlek voor in je broek is moeilijk te verbergen. Liep ik weer voor gek, terwijl mijn moeder mopperde. Dus moest het plasticbroekje weer aan.
En nou vroeg mijn vriend de melkrijder er naar!

“Hest dyn plestik broekje ek wolris oerdeis oan?”
Ik vond dat het geen zin had om het verzwijgen.
Dat ik nog elke nacht in bed plaste, wist hij tenslotte ook al.
“Ja. Wel eens.” zei ik aarzelend.
“Als we de hele dag met de auto weg gaan”, legde ik nog uit.
Hij zou het wel begrijpen.
Zijn reactie verbaasde me.
“Machtig!!” zei hij.

Verder maakte ik me niet zo druk om dat vreemde antwoord. Ik had een pracht baantje als helper van de melkrijder, waar menige jongen uit het dorp me vast om benijdde. De melkrijder nam me serieus. Hij pestte me niet met het bedplassen. En kennelijk vond hij het ook niet erg om nu te horen dat ik overdag nog wel eens mijn plasticbroekje aan had. Zelfs overdag was ik nog wel eens nat, maar dat laatste had ik hem niet verteld. Dat kon hij wel raden, dacht ik. Tenslotte moest je niet voor niks een plasticbroekje aan....
“Machtig!” had mijn vriend gezegd. Dat was mooi.
En al praatten we op de trekker altijd gezellig ondanks het lawaai, we hadden het verder nooit over mijn bedplassen.
En daar was ik dan wel weer blij om.

Wordt vervolgd.
 
Laatst bewerkt:

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Mijn zomer met de melkrijder
Deel 3​

Het was zo'n beetje een week later dat mijn ouders en ik mijn oma en opa in Vianen zouden gaan bezoeken. Ze waren lang geleden uit Friesland verhuisd vanwege Pake's werk. Vianen is niet naast de deur. We zouden vroeg weg gaan. Ik wilde graag net als elke morgen met mijn vriend de melkrijder mee, en daar was net tijd voor. Maar in plaats van mijn korte, versleten spijkerbroekje en een T-shirtje moest ik een nette lange spijkerbroek en een net overhemd aan. Met de boodschap om die ook op de trekker en de platte wagen schoon te houden! Dat kon ik wel beloven: de bussen die ik van de wagen af tilde en langs het zandpad neerzette, waren schoon. Ik was lenig en sportief. Op en af van die wagen kon ik met een sprong.. Daar werden mijn knieën niet vuil van!
Mijn andere kleding viel de melkrijder meteen op. Toch was er eerst de snelle blik naar mijn plasticbroekje, dat net als elke morgen op de waslijn hing.
“Hest wer yn dyn bed pist?”
Ja, natuurlijk had ik ook die nacht in bed geplast.
Het plasticbroekje moest weer drogen, geflankeerd door mijn nachtluier. Het bedplaszeiltje was deze week nog niet aan de beurt.

“Je bent maar meneer vandaag!” lachte de melkrijder toen we weg reden naar de volgende melkbussen langs het pad.
“Ja, we gaan naar Pake en Beppe. In Vianen. Dus ik moest de nette kleren maar vast aan”, legde ik uit.
“Vianen!” zei mijn vriend, “Dat is ver weg! Ik denk wel bijna tweehonderd kilometer!”
“Niet helemaal” zei ik. “Ik heb het nagekeken op de kaart. Dikke honderdtachtig!”
Dat was toch zeker twee-en-een-half uur rijden, misschien wel langer.
Het duurde wel even voor we bij de snelweg waren, en de binnenweggetjes hier op het Friese platteland waren niet voor opschieten gemaakt.
“Zo'n lange autorit!”
Hij was onze conversatie van vorige week niet vergeten.
En vroeg: “Heb je nu je plasticbroekje aan?”

Natuurlijk was dat zo.

Ik was als altijd vroeg opgestaan en had uiteraard meteen in de gaten dat ik weer nat was. In bed had geplast. Ik weerstond de verleiding om nog eens in de luier te plassen, wat ik soms wel eens deed. Zelfs wel eens terwijl ik nog in bed lag. Lekker makkelijk, en ik was toch al nat, dus waarom niet?

Onder de douche deed ik eerst voorzichtig het plasticbroekje naar beneden, stapte er uit en spoelde het af. De natte luier speldde ik los en gooide ik in mijn luieremmer. Het plasticbroekje er boven op. De veiligheidsspelden legde ik netjes op het plankje, waar ik of mijn moeder ze 's avonds terug konden vinden. Meestal deed ik tegenwoordig zelf mijn luier om, maar soms stond mijn moeder er nog steeds op om te controleren of ik het wel goed deed. Of het plasticbroekje wel helemaal over de luier heen zat. Alsof ik zelf niet allang wist hoe het moest!

“Niet vergeten je nette kleren aan te doen!” zei mijn vader. “Je moeder heeft ze al klaar gelegd!”
“En denk er om, het wordt een lange dag! Doe een schone luier om, en vergeet je plasticbroekje niet!”
Ik protesteerde dat ik overdag echt wel droog kon blijven, maar het maakte geen indruk. Op mijn kamertje lagen inderdaad mijn lange spijkerbroek en een net overhemd al klaar op mijn opgemaakte bed. Een dunne luier en een droog plasticbroekje lagen er naast. Zuchtend trok ik het aan en stak me in de nette kleding. Het leek wel zondag. Ik was niet blij. Nette kleren waren niets voor mij! En ik moest nog met de melkrijder mee! Ik had heilige eden moeten zweren dat ik mijn nette kleren heel en schoon zou houden. Als ik terug was, zou er geen tijd meer zijn om me te verkleden. Dat ik überhaupt vandaag met de trekker mee mocht, had ik al voor de helsdeuren weg moeten slepen!
Terwijl ik de ontbijttafel dekte, spoelde mijn moeder, zoals de gewoonte was, mijn volgeplaste luier uit en hing die samen met het plasticbroekje buiten aan de waslijn naast het huis. Natuurlijk buiten. Dat miste nooit.

“Hest wer yn dyn bêd pist?”
Ik knikte en gaf toe dat ik weer in bed had geplast.
We hadden het even over de lange rit naar Vianen. Over de nette kleren die ik aan had..
En toen:
“Hesto no dyn plestikbroekje al oan?”
(“Heb je je plasticbroekje nu al aan?”)
Ik was me er pijnlijk van bewust. Voelde het zitten onder mijn spijkerbroek.
Ik had een luier om. Overdag. En een plasticbroekje. Overdag!!
's Nachts was ik niet anders gewend. Maar overdag vond ik het helemaal niks. Ik was geen klein kind meer! Het elastiek knelde om mijn benen.
“Ja. Moest van ús mem.”
De melkrijder knikte alsof hij er alles van wist.
“Plasticbroekje aan!” zei hij. “Machtig!”

“Ze is bang dat ik in slaap val in de auto. En dan ben ik weer nat.”
“Je houdt het vast wel droog” zei de melkrijder geruststellend. En met meer vertrouwen dan ik er zelf in had.
Hij gaf gas, de trekker schoot vooruit om pas bij de volgende set melkbussen weer tot stilstand te komen. Over bedplassen en plasticbroekjes hadden we het niet meer.
Nadat we bij de melkfabriek de volle bussen hadden afgeleverd en de lege bussen weer meekregen, begon zoals elke dag mijn taak. Ik zette de warme bussen op hun plaats op de platte wagen en toen de terugweg begon bleef ik op de wagen tussen de melkbussen, om bij elke boerderij er af te springen en de juiste bussen langs het zandpad neer te zetten. Dan met een sprintje de langzaam rijdende trekker weer in te halen en met een sprong weer op de steeds leger wordende platte wagen te landen.
Anders dan wanneer ik rustig bij mijn ouders achterin de auto zat, voelde ik nu maar al te goed dat ik een luier en een plasticbroekje aan had. Ik werd er niet leniger van en ik schaamde me echt dat ik dat overdag nog nodig had......... althans volgens mijn moeder.

Het werd er niet beter van toen de melkrijder zich naar mij op de platte wagen omdraaide en wees. Met een brede lach op zijn gezicht. Hij gebaarde: broek ophijsen! Door mijn gespring op en af de wagen was mijn nette broek, die een stuk ruimer viel dan mijn korte versleten spijkerbroekje, behoorlijk afgezakt. Zeker vijf centimeter helder geel plastic was duidelijk zichtbaar! Mijn plasticbroekje! Geschrokken hees ik mijn spijkerbroek op. Gelukkig was er verder niemand in de buurt. Maar de laatste paar kilometer hield ik als een havik mijn nette broek in de gaten, en trok 'm na elke stop weer even op.

Meteen nadat ik thuis van de melkwagen was gesprongen, vertrokken we. Helemaal naar Vianen.

Wordt vervolgd.
 
Laatst bewerkt:

duimelot

Superlid
Oh.... zo'n zin om mijn plastic broek aan te trekken nu.....
Heerlijk realistisch geschreven. Dank je, ik zie uit naar een volgende plasticbroekje....
Uh verhaal....
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Mijn zomer met de melkrijder
Deel 4​

Pake en Beppe in het verre Vianen waren blij ons te zien. De hele dag schonken ze thee en koffie, en speciaal voor mij hadden de lieve mensen twee grote flessen cola gekocht.
“Die cola mag op hoor jongen, wij drinken het toch niet!”
En aan het eind van de dag waren beide flessen leeg. Ik lustte het namelijk wel! En toen ik moest plassen, kon ik zelf mijn luier wel even af doen.
Bij het avondeten namen de volwassenen een glaasje wijn. Pake wilde mij ook een glaasje inschenken, maar dat vond mijn moeder niet goed.
“Daar is hij nog te jong voor, Heit!”
Te jong, daar kon ik mee leven. Ik was allang blij dat ze niet zei dat ik in de auto nog wel eens in mijn broek plaste als ik in slaap viel. En ik was toch al echt van plan om wakker te blijven en het droog te houden! Ik was tenslotte veertien, geen vier! In plaats van wijn kreeg ik een groot glas ranja, want de cola was op.

Mijn moeder kreeg helaas wel gelijk dat de luier nodig was geweest….
Toen we thuis kwamen was het al donker, ondanks het feit dat het hoogzomer was. Ik schrok pas wakker toen mijn vader de motor van de auto uit deed.
Mijn luier was warm en doorweekt. Het plasticbroekje had voorkomen dat mijn nette spijkerbroek nat was. Je zag niets, maar ik wist genoeg.
Ik was nat. Erg nat. Ik had in mijn broek geplast. Waarom was ik ook in slaap gevallen? Ik was nou een keer nog bedplasser!
Mijn moeder keek me aan toen ik uit de auto stapte. Mijn gezicht zei haar genoeg.
“Ga nog maar even onder de douche, jongen!”
Het was al erg laat, maar gewassen en rozig warm zat ik nog even bij mijn ouders beneden.
Ik had mijn nachtluier en een schoon plasticbroekje al aan. Ik was klaar voor de nacht.

De volgende morgen hingen er dus twee plasticbroekjes aan de waslijn. Het ontging de melkrijder niet.
“Gisteren niet droog gehouden overdag?” vroeg hij.
Ik knikte.
“Op de terugweg. In m'n broek gepist.”
“Goed dat je een plasticbroekje aan had” vond hij.
En hoewel ik me schaamde dat ik in mijn broek had geplast, was ik dat wel met hem eens.
Toen zijn standaard vraag:”
Heb je weer in bed geplast?”
Natuurlijk had ik ook in bed geplast. Daarom hingen er deze keer twee plasticbroekjes.
Eén van een natte broek onderweg in de auto, en één van vannacht.
“Ja” zei ik zo onverschillig mogelijk. “In bed gepist.”
Maar ik voelde me geen veertien. Eerder vier.
“Machtig!” zei de melkrijder, en gaf gas.
Mijn vriend, de stoere melkrijder, mijn held, mijn voorbeeld, vond het niet erg dat ik in bed plaste.
Zelfs niet dat ik overdag nog wel eens nat was!
“Machtig!” had hij gezegd.
Ik voelde me ongelooflijk opgelucht.
Brullend trok de trekker op, om pas te stoppen bij de volgende melkbussen.

De volgende morgen was ik droog. Niet in bed geplast! Voor de zekerheid voelde ik nog even onder mijn plasticbroekje, maar ik had het goed gevoeld.
Een droge nacht! Daar zou mijn moeder wel blij mee zijn, na de natte broek van gisteren!
Ik stapte uit mijn droge plasticbroekje, vouwde het op en legde het op het kussen. En de luier van vandaag hoefde niet in de emmer.
Ik had wel vaker droge nachten, maar niet zo vaak. Toen ik beneden kwam voor het ontbijt, hadden ze het al in de gaten.
Ze hadden de douche niet gehoord: vanmorgen was het niet nodig om te douchen! En er kwam vandaag geen plasticbroekje buiten aan de waslijn.

Al vroeg stond ik aan de weg op mijn vriend de melkrijder te wachten en toen hij er aan kwam rijden klom ik snel op de trekker. Als gewoonlijk ging ik in het bankje op het spatbord zitten. Ik zag zijn snelle blik naar de waslijn, waar geen plasticbroekje hing.
Hij vroeg deze keer dan ook niet of ik weer in bed geplast had, maar zei slechts vragend: “Droge nacht?”
Niet zonder enige trots zei ik daar ja op.
"Grote jongen!” zei de melkrijder.
Echt als een compliment klonk het niet.
Maar net zo min als op andere dagen hadden we het verder over bedplassen, en dat vond ik wel prima.
Het is nou niet echt mijn favoriete onderwerp van gesprek.

Tot mijn verbazing was ik de volgende morgen weer droog. Niet in bed geplast! M'n plasticbroekje schoof gemakkelijk naar beneden nu het niet nat was. Ik speldde de luier los, vouwde 'm op en legde 'm samen met het plasticbroekje klaar voor de komende nacht. Zonder eerst te douchen kleedde ik me aan, schoot in m'n favoriete korte spijkerbroekje en zocht er een stoer geruit overhemd bij, met korte mouwen. Een paar rubberlaarzen maakte mijn outfit compleet. Ik was klaar voor weer een warme zomerdag en de ochtendlijke rit met mijn vriend de melkrijder!
Hij merkte meteen dat er geen plastic pisbroekje aan de waslijn hing.
“Droge nacht?” vroeg hij weer, en ik zei enthousiast:
“Ja! Nee! Niet in m’n bed gepist!”
“Grote jongen!” antwoordde hij ook deze keer.
En ik voelde me ook een grote jongen. Twee droge nachten achter elkaar was me nog haast nooit overkomen.

Ik kon mijn geluk dan ook nauwelijks op toen ik de volgende dag wakker werd en merkte dat ik al weer niet in bed had geplast! Drie droge nachten achter elkaar! Ik deed mijn plasticbroekje uit en stelde tevreden vast dat mijn luier nog net zo droog was als toen ik ‘m gisteravond had aangetrokken. Ik schoot in mijn stoere kledij, klaar voor de rit met de melkrijder en ging naar beneden. Eerst een ontbijtje. Gisteren en eergisteren had mijn moeder niet veel gezegd over mijn droge nachten. Ik kon al een paar jaar zelf mijn luier om doen, staand of liggend, maakte mij niet uit. Een heel enkele keer controleerde ze nog of mijn plasticbroekje goed over de luier zat, meestal als ik nog beneden zat maar al klaar was voor de nacht. De luierwas hoefde ik niet zelf te doen, maar als ik had gelekt – dat overkomt elke bedplasser wel eens – was het mijn eigen verantwoordelijkheid om het bed te verschonen. In mijn bed lag natuurlijk ook nog zo’n roodbruin rubber bedplaszeiltje. Het rook wat wonderlijk en in het midden van het zeiltje kon je aan een wat lichtere, ovale vlek duidelijk zien dat er een bedplasser op sliep die wel vaker had gelekt. Straf voor het bedplassen kreeg ik niet. Wel kwamen luiers en plasticbroekjes steevast buiten aan de waslijn, net als af en toe dat bedplaszeiltje. en ik was me er maar al te zeer van bewust dat die beschamende zaken voor iedere voorbijganger te zien waren en duidelijk maakten dat ik nog altijd in bed plaste.
Zowel mijn vader als mijn moeder keken blij toen ik aan de ontbijttafel verscheen.

“Je had weer een droge nacht!” stelde mijn vader vast. En mijn moeder liet merken dat ze mijn twee vorige droge nachten wel degelijk had opgemerkt:
“Ja, netjes hoor! Zijn derde al!”
Ze had kennelijk mee geteld. Ik was best trots op mezelf.
Ik kreeg een schouderklopje en mocht extra veel chocopasta op mijn boterham smeren.
“Het wordt ook tijd om eens op te houden met dat bedplassen! zei mijn moeder. “Je bent al bijna vijftien!”
“Hij wordt heus wel een keer droog ‘s nachts”, zei mijn vader.
Ik wist dat pa zelf ook tot z’n dertiende in bed had geplast. Dat had hij mij wel eens verteld.
Dat was een van de redenen waarom ik nooit straf kreeg voor het bedplassen.
Ik wist van minstens één vriendje dat die ‘s morgens een flink pak slaag kreeg als hij in bed had geplast. Gelukkig voor hem deed hij het maar af en toe, niet elke nacht zoals ik.
“Als je vier weken lang niet in je bed plast, mag je zonder luier slapen!” zei mijn moeder.
Dat had ze me wel vaker voorgehouden, maar vier weken leek oneindig. Zelfs één droge week was me nog nooit gelukt. Maar nu leek het niet onmogelijk. Drie droge nachten achter elkaar, dat was toch al wat!”

“En het zeiltje?”, vroeg ik optimistisch. Maar mijn moeder was resoluut:
“Dat komt wel als je een jaar droog bent!”
Een jaar leek me eindeloos lang. Maar die vier weken, dat moest te doen zijn. Dan hoefde ik geen luier meer om.
Geen plasticbroekje meer aan. En als dát maar een keer het geval was, zou het jaar droog ook wel lukken….

Alles goed en wel, maar het werd tijd voor de rit met de melktrekker.
Ik propte nog gauw een snee brood in mijn mond en liep naar het zandpad voor ons huis.
Daar kwam de melkrijder al aan. Behendig klom ik op de trekker.
Hij keek naar de waslijn. Er hing geen nat plasticbroekje.
“Droge nacht?”
“Ja! Weer niet in bed gepist!” zei ik vrolijk.
Ook de melkrijder had mee geteld.
“Derde keer al! Je wordt vast gauw helemaal droog….”
Ik hoopte het van harte.
Er waren erger dingen dan bedplassen, maar op m’n veertiende wilde ik er toch echt wel van af!

Wordt vervolgd.
 
Laatst bewerkt:

duimelot

Superlid
Ja, het dreigt weer...
een periode zonder plasticbroek, dat was bij mij altijd.
en dan eenmaal zonder, moest ik extra vaak naar de wc.
ik werd weg gestuurd. Ga... plassen.
En dan was ik weer een paar keer nat,
ik kreeg een boze moeder, en ik moest weer een plasticbroek aan....
Ze had niet door dat ik gewoon door kon gaan met plassen,
omdat ik toch een plastic broekje aan had.
Een visieuze cirkel, omdat dat op boze gezicht van mijn moeder
eigenlijk een beloning volgde....
Het opnieuw dragen van mijn plasticbroek...
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Mijn zomer met de melkrijder
Deel 5​

Ik ging die avond dan ook hoopvol naar bed. Maar helaas werden de drie droge nachten niet door een vierde gevolgd. Ik had in bed geplast en niet zo’n beetje ook. Mijn luier was doorweekt en hing zwaar in het plasticbroekje toen ik opstond. Van ergernis plaste ik nog eens met kracht in mijn luier. Gewoon met opzet. Ik voelde het stromen.
Zo had ik er tenminste nog een beetje plezier van!
Het werd lekker warm over mijn platte buik en tussen mijn benen.
Ook mijn plasticbroekje was weer lekker warm van voren. Dat vond ik wel vaker fijn.
Soms plaste ik 's morgens nog eens in bed als ik al wakker was en nog even kon blijven liggen.
En soms - heel af en toe - deed ik het nog eens terwijl ik al was opgestaan. Zoals nu.

Nu kon zelfs mijn katoenen nachtluier deze zondvloed niet meer helemaal aan. Onderin mijn plasticbroekje stond het ver boven NAP en ik slaagde er maar met moeite in om de douche te bereiken zonder dat het uit het elastiek en langs mijn benen lekte. De doorweekte luier en het natte plasticbroekje belandden in de emmer. Al weer lag daar het bewijs dat ik een bedplasser was! Nou ja, het was nou een keer zo. En met een grimlachje bedacht ik dat mijn vriend de melkrijder het wel leuk zou vinden als hij straks mijn plasticbroekje weer op de waslijn zag! Bij het ontbijt kreeg ik dit keer geen complimenten. Maar gelukkig ook geen commentaar dat ik weer in bed had geplast. Misschien hadden ze niet anders verwacht.

De melkrijder zag het pisbroekje meteen en keek blij, al probeerde hij dat te verbergen. Maar mij hield hij niet meer voor de gek.
“Hest wer yn bêd pist?”
Ik knikte, en met de zondvloed van vanmorgen nog in gedachten voegde ik er een welgemeend ‘Dweiltrochwiet’* aan toe.
Mijn vriend moest lachen.
“Machtig! zei hij, en met een vrolijke knipoog voegde hij mij “Bêdmiger!” * toe.
“Toen ik zo oud was als jij, deed ik het ook nog” vertelde hij ineens onverwacht.
Dat was nieuws voor mij. Ik stond verstomd.
Die stoere grote jongen, tegen wie ik opzag, die ik bewonderde, die had ook lang in zijn bed geplast?
“Met veertien nog?” bracht ik uit. Mijn leeftijd!
Hij knikte.
“Ja. Ik was ook bêdmiger, net als jij.”
“Deed je het vaak?” vroeg ik ademloos.
“Nee, toen niet meer. Ik was toen al bijna droog ‘s nachts."
Misschien zou het mij dan ook lukken? Als de melkrijder droog was geworden, kon ik het toch ook?!
Maar mijn vriend was nog niet uitgesproken. Bitter zei hij:
"Toen gooide ús mem ineens de luiers en mijn plasticbroekjes weg. Alles werd verbrand in de afvalkuil achter huis.”

Hij was stil. Alleen het geluid van de stationair lopende tractor was te horen.
De melkrijder keek in oneindige verte. Toen schudde hij even met z'n hoofd en kwam terug op de wereld.
“Dat vond ik erg” zei hij.
Er viel weer even een stilte. Ik wist niet wat ik moest zeggen.
Maar toen hervatte mijn vriend:
“Alleen mijn zeiltje had ik nog in bed. Net zo eentje als jij ook hebt. Een paar weken nog. En toen werd ik helemaal droog 's nachts.”
“Heb je het nooit meer in bed gedaan?” vroeg ik.

De melkrijder schudde ontkennend van nee.
“Nee. Maar ik miste mijn plasticbroekjes. Daarmee voelde ik me altijd veilig“
Hij klonk bijna treurig.
“Ik miste mijn plasticbroekjes heel erg…..”

Dat herkende ik wel. Zonder een plasticbroekje over mijn luier kon ik niet slapen.
Niet alleen omdat het anders zou lekken, maar ik hield van het zachte, gladde plastic.
Dat ook zo lekker warm kon worden als je in je bed plaste….
Ik snapte ineens een beetje waarom hij ‘s morgens naar mijn plasticbroekje uitkeek.
Misschien wel een tikje jaloers.

Ik kreeg een vriendschappelijke por in mijn zij, voordat hij gas gaf.
De trekker sprong vooruit.
“Jij wordt denk ik ook gauw droog. Drie droge nachten is niet niks.”
Ik wist toen nog niet hoe gauw hij gelijk zou krijgen.

Wordt vervolgd.

* Dweiltrochwiet = kletsnat, doorweekt
** Bêdmiger = Bedplasser
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!

Mijn zomer met de melkrijder
Deel 6
Over een week was de zomervakantie afgelopen. Ik zou ‘s morgens weer naar school moeten. Zestien kilometer op de fiets heen, en zestien kilometer weer terug. Ik zou geen tijd meer hebben om met de melktrekker mee te rijden. Die week plaste ik nog drie keer in bed. Werd nat wakker, en mijn moeder hing het plasticbroekje aan de waslijn. Maar die week had ik dus ook vier droge nachten. Het ging de goede kant uit, zei mijn vader. En zelfs mijn vriendjes, die ‘s morgens langs ons huis fietsten, viel het op dat er steeds vaker geen luiers en plasticbroekjes meer buiten hingen. Ze waren blij voor me. Ik werd eigenlijk nooit gepest met mijn bedplassen, maar ze wisten allemaal dat ik het nog altijd deed, terwijl ze zelf vaak al jaren droog waren ‘s nachts.

De laatste dag voordat school weer begon reed ik als elke morgen met de melkrijder mee. Nadat we de laatste lege melkbussen bij de boerderijen hadden afgeleverd, stopte hij bij ons huis. Hij keek nog eens naar mijn plasticbroekje aan de lijn. Ik had die nacht in bed geplast, weer mis na een paar droge nachten. De melkrijder sloeg zijn arm om mijn schouder heen, een zeldzaam en niet eerder vertoond teder gebaar.
“Bedankt voor de hulp” zei hij.
En “Dat bedplassen gaat wel over! ‘t Is mij ook gelukt!” .
Ik was daar nog niet helemaal van overtuigd, maar bedankte hem voor de leuke ritten en het vertrouwen. Ik zou zeker aan niemand vertellen dat hij, die stoere, sterke melkrijder, vroeger ook in bed had geplast. Dat was een geheim tussen ons tweeën, voelde ik, en een band die de afgelopen weken alleen maar sterker was geworden. Ik zag hoe hij een laatste snelle blik op mijn plasticbroekje wierp alvorens gas te geven.
“Herfstvakantie weer mee?” vroeg hij, en het klonk meer als een feit dan als een vraag.
Het zou aan mij niet liggen!

Nog een paar keer heeft de melkrijder mijn plasticbroekjes aan de waslijn kunnen zien hangen. Ik plaste steeds minder in bed, en tegen de tijd dat de herfstvakantie begon was ik niet alleen elke nacht droog, maar waren de vier weken om. Vier weken met alleen maar droge nachten. Mijn ouders hielden zich aan hun belofte. Ik hoefde ‘s nachts geen luier meer om, geen plasticbroekjes meer aan. Nog net voor mijn vijftiende verjaardag was ik van het bedplassen af!

De stapel katoenen luiers en al mijn plasticbroekjes kwamen achter in mijn kast. Die zouden vast nog wel eens van pas kunnen komen. Ik had verscheidene neven en neefjes die ook nog in bed plasten en wel eens bij ons logeerden. Alleen het bedplaszeiltje bleef in mijn bed en herinnerde me elke avond aan de tijd dat ik nog in bed plaste. Nou ja, dat ene jaar nog zou ook wel om gaan…

De herfstvakantie brak aan en ik verheugde me er op om weer met de melkrijder mee te kunnen. Ik had al even in het dorp rond gevraagd en wist dat er nog geen andere jongen mee reed. Sterker nog, mijn vrienden gingen er allemaal van uit dat ik weer degene zou zijn die mee mocht rijden. De melkrijder had in het dorpscafé gezegd dat ik de beste hulpkracht was die hij ooit had gehad! Nou waren zijn vrienden natuurlijk ouder dan mijn vrienden, maar in een dorp druppelen zulke berichten altijd wel door en zo was het ook mij ter ore gekomen. Ik was er blij om.
En kreeg een idee.

Ik pakte een van mijn plasticbroekjes van achter uit de kast. Het zachte gladde plastic voelde meteen weer vertrouwd aan. Tenslotte had ik jarenlang, elke nacht, zo’n plasticbroekje gedragen. En volgeplast. Dat bedplassen was nu gelukkig voorbij. Maar gek, ergens had ik zin om het plasticbroekje weer even aan te trekken. Dat gevoel van geborgenheid, droog blijven ook al plaste je in je bed. Veiligheid.
Niet doen. Stom idee!!
Ik keek naar het plasticbroekje in mijn hand. Pisbroekje. Bêdmigerbroekje. Gek, daar had ik misschien wel honderd keer in geplast.
Slapend, in bed. Soms 's morgens met opzet nog een keer.
Dat was een fijn en lekker warm gevoel. Niet alles aan bedplassen was onaangenaam, al zou ik dat nooit aan iemand vertellen.
Zelfs aan mijn vriend de melkrijder had ik dat nooit gezegd.
Zou ik..... ?
Maar niet 's nachts.. Niet in bed. Stel je voor dat ik me versliep.
Misschien wel betrapt werd met het plasticbroekje aan.
Of nog erger, weer in bed zou plassen terwijl ik sliep.
En een luier moest lang drogen.

Dus dat kon niet.
Gewoon een keer stiekem overdag dan? Als ze niet thuis waren?
Het plasticbroekje aan over m'n onderbroek? Dat zou kunnen.
Nog één keer het plasticbroekje vol plassen?
Het plasticbroekje afspoelen kon ik zelf wel.
Drogen met een handdoek en terug leggen in m'n kastje.
Hoefde niemand te merken.
Maar nee.
Wat waren dit voor rare gedachten die onuitgesproken door mijn hoofd gingen?
Was ik nou helemaal gek geworden?
Ik was eindelijk van die kinderachtige pisbroekjes af!
Wat waren dat voor stomme, stomme gedachten!?
Ik vouwde het plasticbroekje op en legde het terug in mijn kast.
Ik was van het bedplassen af.
Had geen plasticbroekjes meer nodig. Maar toch…

Misschien, heel misschien, ging ik er nog wel eens eentje stiekem aantrekken. Ik wist tenslotte waar ze lagen. In mijn eigen nachtkastje.

Maar voor nu had ik een heel ander idee.
Ook een stom idee, vond ik eigenlijk.
Maar ik ging het toch doen.

Wordt vervolgd.
 
Laatst bewerkt:

Januca

Superlid
Prachtig vervolg. Ik heb er van genoten.
En net wat ik dacht, de melkrijder was ook heel lang bedplasser geweest en miste zijn plastic broekje.
Ik ben echt heel nieuwsgierig hoe dit nu verder gaat.
Verras ons asjeblieft.
 

TEDDY luiers

Superlid
De keuze van de melkrijder was dus op hem gevallen vanwege de plasticbroek aan de waslijn.
Nu maar hopen dat hij weer mee mag nu hij droog is en het vertrouwde beeld van de melkrijder er niet meer hangt.
Misschien zoekt hij een andere bedplasser uit?
We wachten met spanning af hoe het verhaal zich vervolgd.
Tot nu toe van ieder hoofdstuk genoten.
 

Bedplasser91

Plasticbroekjesfan!
Mijn zomer met de melkrijder
Deel 7​

Het was herfstvakantie. Geen school! Ik mocht weer met de melkrijder mee. Hij rekende op me. Vlak voor de melkrijder langs zou komen, hing ik zelf één van mijn plasticbroekjes op de waslijn. Hopende dat mijn moeder niet net uit het raam zou kijken. Maar ze was druk bezig met huishoudelijk gedoe, dus dat zou wel meevallen. De kans dat mijn vrienden het plasticbroekje zouden zien hangen, achtte ik ook klein. Het was tenslotte vakantie. Ik was dan wel vroeg op, maar de meeste tienerjongens slapen graag en lang uit. Natuurlijk wist ik dat de melkrijder al in geen weken meer een plasticbroekje aan de waslijn had zien hangen. Dus hij wist dat ik het 's nachts droog hield. Waarschijnlijk wist het hele dorp dat al. Mijn moeder had dat denkelijk, vol trots dat ik eindelijk niet meer in bed plaste, in alle dorpswinkels en aan alle nieuwsgierige buurvrouwen verteld. Maar mijn vriend de melkrijder zou gewoontegetrouw vast nog wel even naar de waslijn kijken, als hij mij aan de kant van de weg zag staan!

Zo was het ook. Zijn snelle blik ontging mij niet. En evenmin de brede glimlach die nu over zijn gezicht gleed.
Ik stond nog op de hef toen hij de aloude vraag stelde.
“Hest wer yn dyn bêd pist?”
Ik sprong weer op de grond.
“Nee!” zei ik. “Ik ben droog!”

Ik rende terug ons erf op, sprintte over het grasveld voor huis en pakte het plasticbroekje van de waslijn. Als een haas weer naar de trekker, omhoog, en daar zat ik al op het vertrouwde bankje op het spatbord. Mijn plasticbroekje in mijn hand. De melkrijder keek er naar. Stak zijn hand uit en voelde even aan het zachte plastic. Ik was al wat gerustgesteld nu. Misschien was mijn idee toch niet zo heel erg stom. Misschien……
Ik gaf hem het plasticbroekje. Heel even aarzelde hij, dan pakte hij het aan en keek er naar.

“Voor jou” zei ik, “omdat je die van jou zo miste.”
De grote jongen er blij mee, dat was mij duidelijk. Het viel niet te ontkennen.
Hij: zei: “Jouw plasticbroekje?”
Ik knikte. Lachte.
“Maar niet vol gepist vannacht!”
Hij lachte ook. “Bêdmiger!”
“Niet meer!” antwoordde ik.
“Is denk ik te klein voor mij?”
Maar daar had ik aan gedacht.
En legde uit:
“Nee, past wel. De laatsten die mem voor me heeft gekocht. En ik had er altijd een dikke luier onder aan.”
“Voor het bedplassen”, voegde ik er overbodig aan toe.
“Zonder luier past het je wel!”
Geen idee waarom ik dat zei.

“Ik ben al een paar jaar droog.... “ zei de melkrijder.
“Een luier hoef ik niet meer. En ik hoef ook niet in dat plasticbroekje te plassen.... ?”
Hij viel stil.
Hij keek naar het plasticbroekje in zijn hand.
Ik zag dat hij het zachte, gladde plastic streelde.
Grappig, dacht ik. Dat deed ik gisteravond ook.
De melkrijder hervatte:
“Maar als het past, wie weet!? Ik doe ik het wel een keer aan. Stiekem! Niemand zeggen, hoor!”
Zo'n lange toespraak had hij nog maar zelden gehouden.
Ik kreeg een dikke knipoog van hem. Voorzichtig, bijna liefdevol, vouwde hij mijn plasticbroekje op en stak het in zijn zak.
“Je bent een dwaas met rare ideeën”, zei hij lachend. “Maar ik dank je wel. Echt. Wij bedplassers begrijpen elkaar.”
“EX bedplassers”, verbeterde ik.
“Ex bedplassers”, herhaalde hij.
Hij gaf gas en de trekker schoot vooruit..De melkbussen rammelden.

De volgende dag trok mijn vriend z'n T-shirt wat omhoog.
Onder z'n spijkerbroek zag ik een stukje van het plasticbroekje.
Gewoon over z'n onderbroek zo te zien, Geen luier. Logisch, die had hij ook niet nodig. En ik ook niet meer.
“Ik heb het aan” sprak hij half fluisterend, hoewel dat op de trekker nergens voor nodig was.
Niemand kon ons boven het geraas van de motor horen.

“Het past!”

De week herfstvakantie vloog voorbij. Elke morgen reed ik mee naar de melkfabriek, laadde op de terugweg de bussen af en ouwehoerde gezellig met mijn grote vriend. Of ik weer in bed had geplast vroeg hij niet meer. Maar elke morgen trok hij even z'n T-shirt op en liet mij zien dat hij het plasticbroekje aan had. En omdat je het voorbeeld van je held moet volgen, liet ik het mijne ook zien! Ook ik had een plasticbroekje aan. Gewoon los onder mijn korte spijkerbroek. Bedplassers waren we dan wel niet meer, maar zo was het ook goed. En gelukkig lag er nog een hele stapel plasticbroekjes achter in mijn kast. We konden nog even vooruit!


Einde​
 
Thread starter Similar threads Forum Replies Date
goed gevoel Kun je plasticbroekjes gewoon in een winkel kopen, en waar? Plastic broekjes liefhebbers 17
broekie Jona en Broekie zoeken serieuze plastic broekjes vriend/meester. Contact advertenties 30
J Wie heeft ervaring met Haian plasticbroekjes Plastic broekjes liefhebbers 7
luiernl Plasticbroekjes met dubbel been elastiek Algemeen 9
Meindert kapote plasticbroekjes Plastic broekjes liefhebbers 6
Bedplasser91 Verhaal Klaar De Kameleon en het Raadsel van de Verdwenen Plasticbroekjes K 30
J Wie draagt er.op het werk plasticbroekjes Polls 11
Bedplasser91 Lieve plasticbroekjes Plastic broekjes liefhebbers 13
Bedplasser91 Plasticbroekjes verzamelwoede Plastic broekjes liefhebbers 16
Bedplasser91 Plasticbroekjes Plastic broekjes liefhebbers 17
Bedplasser91 Nieuw deel "Bedplaskamp" - uiteraard met plasticbroekjes! Plastic broekjes liefhebbers 0
J Plasticbroekjes Polls 34
Durkon_77 Plasticbroekjes, zin of onzin? Volwassen Baby's / Luierliefhebbers 23
Winnie de Poep harde plasticbroekjes VVV 8
A Plasticbroekjes Volwassen Baby's / Luierliefhebbers 11
broekie welke hobby's hebben jullie naast de luiers en/of plasticbroekjes. Volwassen Baby's / Luierliefhebbers 6
S Prijs luiers/plasticbroekjes voor welke prijs koop jij ze. ( geen indicatie) Volwassen Baby's / Luierliefhebbers 7
S paar van me luiers en plasticbroekjes AB/DL Fotos 1
B Tips voor het luiers dragen in de zomer. Volwassen Baby's / Luierliefhebbers 27
E Wat doen jullie met deze warmte? Volwassen Baby's / Luierliefhebbers 18
B Een hete zomer 16+ Board 52
HiddenWishes Luiers in de zomer Volwassen Baby's / Luierliefhebbers 20
Little Endy Verhaal Klaar Uit ons gezin, de slotbelevenissen na een drukke zomer U 13
K petparken doen deze zomer Pub 4
K Afspreken voor pretpark(en?) te doen deze zomer Volwassen Baby's / Luierliefhebbers 0
W Mijn ex-vriendin afgelopen zomer Broekplassers en Poepers 1
DLGuido Plannen voor de zomer Pub 11
A Een Zomer in Luiers (18+ DL TL ML WL PB DR NL) 16+ Verhalen 1
Bovenaan