Nog niet klaar Wisselspoor

Hoe goed is dit verhaal?

  • 1

    Stemmen: 0 0,0%
  • 2

    Stemmen: 0 0,0%
  • 3

    Stemmen: 0 0,0%
  • 4

    Stemmen: 0 0,0%
  • 5

    Stemmen: 0 0,0%
  • 6

    Stemmen: 0 0,0%
  • 7

    Stemmen: 0 0,0%
  • 8

    Stemmen: 0 0,0%
  • 9

    Stemmen: 3 50,0%
  • 10

    Stemmen: 3 50,0%

  • Totaal stemmers
    6

Snakebite

Niet voeren!
Forumleiding
Laat me via de comments en de poll maar graag weten hoe jullie het verhaal vinden! Feedback is altijd welkom. :)
Wil je op de hoogte blijven van nieuwe hoofdstukken? Dan kun je je het beste abonneren op dit topic. Bij iedere nieuwe post krijg je dan een seintje. De meest handige manier om niets te missen. ;)

Enjoy! :peace

Naamloos.png


WISSELSPOOR:

Zij, hij en hen. Meer dan voornaamwoorden. Drie personages die ieder op zoek zijn naar antwoorden. Naar manieren om de open plekken in te vullen.
Net als de lezer. In de tien hoofdstukken van dit verhaal is niets wat het lijkt. Of juist toch?

Dit verhaal speelt zich af na 'Ontspoord' en vóór het begin van 'Sofie'. :)

Hoofdstuk 01: "Grijs" *klik*;
Hoofdstuk 02: "Nazorg" *klik*;
Hoofdstuk 03: "Inkijk" *klik*;
Hoofdstuk 04: "Ravage" *klik*;
Hoofdstuk 05: "Effectbal" *klik*;
Hoofdstuk 06: "Nachtmerrie" *klik*;
Hoofdstuk 07: "Nullijn" *klik*;
Hoofdstuk 08: "Imagoschade" *klik*;
Hoofdstuk 09: "Reputatieschade" *klik*;
Hoofdstuk 10: "...".
Epiloog "...".
 

Snakebite

Niet voeren!
Forumleiding
WS1.png

Hoofdstuk 01: Grijs

“Natúúrlijk moeten we de doodstraf in Nederland opnieuw invoeren”, verzucht Bindi.

Om haar standpunt extra kracht bij te zetten heft ze haar handen op. Iedereen zou dat toch zo moeten zien? Is er nou werkelijk iemand die hier anders over denkt?

“Kunt u dat ook onderbouwen, mevrouw Bartels?”

Bindi haat het intens wanneer ze op die manier aangesproken wordt. Niet alleen geeft het blijk van een neerbuigend toontje, maar het herinnert iedereen ook weer even aan haar volledige naam. Bindi Bartels. Het klinkt na negentien jaar nog altijd net zo kinderachtig als toen ze net geboren was. Het is een leuke naam voor een schattige kleuter, niet voor een volwassen studente.

“Als u daarop staat”, snauwt ze naar haar docent.

De toon is beter afgewogen dan je in eerste instantie zou verwachten. Bindi laat zo niet alleen merken dat ze op gelijke hoogte staat met haar docent; ze kiest er duidelijk bewust voor om diegene niet terug te pakken op diens eigen rare naam. Dat heeft ze niet nodig. Ze straalt vertrouwen uit in haar eigen argumenten in plaats van te beven voor de status van iemand anders.

“We straffen mensen om verschillende redenen. De drie belangrijksten zijn afschrikking, vergelding en bescherming van de samenleving. Ik neem aan dat ik niet hoef toe te lichten dat de doodstraf een afschrikwekkende werking heeft?”

De docent reageert niet meteen. Bindi laat een korte stilte vallen en snijdt haar tegenstander de pas af op het moment dat die toch iets lijkt te willen zeggen.

“Bescherming van de samenleving dan. Iemand die dood is, kan onmogelijk nog een gevaar zijn voor de samenleving. Een tweede argument waar moeilijk iets op af te dingen is.”

Bindi ziet haar docent fronsen. Doorzetten nu..

“Hoe vergeld je de zwaarst denkbare misdrijven? Dertig jaar celstraf? Een levenslange celstraf? Drie maaltijden per dag? Een eigen studio? Begeleiding rond de klok? Je nooit meer zorgen hoeven maken over je basisbehoeften, of zelfs maar je secundaire behoeften? Televisie. Dagprogramma. Arbeid. Stemrecht, zelfs! Een stem over hoe de wereld gerund moet worden, waar je zelf geen deel meer van uitmaakt?”

De docent schrijft druk mee. Ongetwijfeld tegenargumenten. Bindi is vastbesloten om die bij voorbaat al te ontmantelen.

“En de slachtoffers? Psychische problemen. Nooit meer ècht goed in je vel zitten. Altijd over je schouder kijken. Niet meer kunnen werken door de trauma’s die je opgelopen hebt. Geldproblemen. Schulden. Je huis uit. Jij wel. De dader niet. Lenen om te kunnen eten? Jij wel. De dader niet. Jij moet elke dag dealen met de schade die jou ongevraagd is toegebracht. Jij wel.”

Opnieuw een korte pauze om haar volgende punt te benadrukken.

“De dader niet.”

Haar klasgenoten lijken onder de indruk van Bindi’s onderbouwing. De docent iets minder. Duidelijk niet gewend aan het verliezen van een discussie.

“Mevrouw Bartels, hoe verenigt u..”

“Ik was nog niet klaar, sorry”, onderbreekt Bindi met een fake beleefd glimlachje.

“Want voordat u mij gaat vragen hoe ik het ethisch kan verantwoorden om een moordenaar de doodstraf te geven.. om iemand die een ander heeft gedood zelf ook te doden? Iets dat we – by the way – vergelding noemen..”

Een geïrriteerd zuchtje van de docent. Heerlijk.

“..kunt u dan wellicht verantwoorden hoe het in ’s hemelsnaam ethisch verantwoord is om het belastinggeld van een slachtoffer te gebruiken voor het levenslang opsluiten van diens dader? Diegene die het al zo moeilijk heeft, moet betalen voor de televisie, de maaltijden en het dak boven het hoofd van de criminelen? Zij breken de wet, waarna wij ze gratis gaan verzorgen?”

“Mevrouw Bar..”

Bindi negeert de docent inmiddels helemaal en richt zich tot haar klasgenoten.

“Hoe kun je dat óóit ethisch noemen? Terwijl er onschuldige kinderen opgroeien in armoede. Terwijl er onschuldige bejaarden wegkwijnen met microscopische pensioentjes? Doet er allemaal niet toe, want criminelen hebben ook rechten.”

Nog een laatste blik naar haar docent, voor de knock out.

“En we kunnen honderd keer stellen dat criminelen zelf moeten bijdragen – BIJdragen – aan hun detentie, maar wat als ze dat niet doen? Dan sluiten we ze gewoon weer op. En weer. Logisch toch? En weet je naast wie ze dan komen te zitten? De slachtoffers. Want weiger je belastingen maar eens te betalen. Of heb het geld maar eens niet voor een lichte bekeuring. Dan zit je zelf nog sneller in een cel dan de meeste gewelddadige criminelen.”

Stilte. Doodse stilte.

“Een samenleving die slachtoffers als daders behandelt, kan dat alléén maar ethisch verantwoorden door daders helemáál niet meer te behandelen. Afschrikking. Bescherming. Vergelding.”

Bindi vindt een buiging net iets te ver gaan, maar gebaart naar haar docent. Tikkie!

Tot haar grote tevredenheid hoort Bindi de docent kuchen en zoeken naar woorden. Ze glimlacht even veelbetekenend naar Roos, haar maatje in deze collegebanken. De winst is binnen.

“Een acht, mevrouw Bartels..”, zucht de docent.

“Een acht?”

“Als het u niet bevalt, dan is er een klachtenprocedure waarvan wij allebei weten dat u daar bekend mee bent.”

“Een klein beetje onderbouwing zou prettig zijn.”

“Dat u de volle vijf punten van het publiek in de zaal zult krijgen, betwijfel ik niet. U gaf een uitstekende show weg. Van mij blijft het echter bij drie van de vijf. Vijf plus drie is acht.”

“Drie..?”

“Dat is een voldoende. Uw voorbereiding en kennis van de materie zijn zoals altijd op orde. Toch laat u een hoop steken vallen in uw beargumentering. Allerlei drogredenen. Dat weet u zelf ook. Bovendien gaat u volledig voorbij aan het feit dat u mensen wilt afschrijven na één misstap. Enigszins rigoureus, lijkt me. Wat als we dat met u hadden gedaan?”

Bindi haar ogen schieten vuur. Waarschijnlijk had Bindi tijdens een eerder debat beter niet kunnen toegeven dat ze op haar vijftiende wel eens make-up heeft gestolen. Je hoort je tegenstander geen munitie te geven.

“Hoe is dat ethisch verantwoord naar de ouders die hun kind moeten begraven omdat de moordenaar pas één keer eerder de fout in was gegaan?”

“Met die logica had u hier vandaag zelf ook niet gestaan, mevrouw Bartels. Het is niet alleen maar zwart en wit in het leven. Wilt u in het vervolg een hogere score voor uw argumentatieve vaardigheden, dan raad ik u aan om eens een tijdje in het grijze te zwemmen.”

Als Bindi nog harder op haar lip zou bijten, dan zou ze die af kunnen slikken..

“Goed”, kucht de docent. “Volgens mij zijn we klaar voor vandaag. Althans, de pauze is begonnen en ik word dus niet langer betaald. Een goed weekend en tot volgende week.”

Bindi pakt beledigd haar spullen in en beent zo snel als ze kan naar de deur van het lokaal, waar de docent zojuist de deur opent. Om haar punt te maken gooit Bindi haar schouder eens flink tussen en wurmt zich langs hem. Het liefst was ze per ongeluk op zijn voet gaan staan, maar die gedachte heeft ze net op tijd kunnen verdringen.

De docent blijft even vertwijfeld staan. Een glimlachje op zijn gezicht verraadt een mix van amusement en respect. Bindi heeft aan die tijd genoeg om te verdwijnen, zodat haar maatje Roos zich moet haasten om haar nog te kunnen vinden.

Als Bindi een paar uur later haar fiets parkeert in de achtertuin van haar ouderlijk huis, is meteen helder dat Roos niet genoeg op haar in heeft kunnen praten om haar volledig te kalmeren. Alles moet het ontgelden. De standaard van haar fiets, het slot, de achterdeur.

Ze had zich zo goed voorbereid voor dat debat en een acht is gewoon niet goed genoeg!

Eenmaal binnen kwakt Bindi haar tas hard op de keukentafel. Het helpt uiteindelijk niets. De teleurstelling is inmiddels doorgedrongen tot in haar DNA.

“Bindi..?”

Het stemmetje is zwak en amper hoorbaar vanuit de woonkamer.

“Sorry, heb ik je wakker gemaakt?”

“Een beetje..”

Bindi gebruikt haar telefoon om zich snel te fatsoenneren en haar blik op standje ‘vrolijk’ te zetten. Dan stapt ze schoorvoetend de woonkamer binnen.

“Dat was niet de bedoeling..”

In de woonkamer is het redelijk donker. De gordijnen zijn gesloten en het enige licht dat doordringt komt vanuit de achterkamer en de keuken. Bindi zal nooit echt wennen aan de aanblik van het ziekenhuisbed in haar woonkamer, hoe lang het er nu ook al staat.

“Het geeft niet. Ik sliep al.. al een tijdje.”

Bindi glimlacht, terwijl ze voorzichtig dichterbij stapt.

“Niets nieuws onder de zon, dus. Mag ik het kleine lampje aanmaken zodat ik je kan zien?”

“Doe m.. maar..”

Terwijl Bindi voorover buigt om het nachtlampje aan te doen, telt ze het aantal zinnen dat er niet vloeiend uitkomt. Twee in twee minuten. Het is geen geweldige dag.

Het nachtlampje is LED en kleurt meteen donkerblauw. Niet te fel. Precies goed.

“Mag het op roze?”

Te vroeg gejuicht..

“Natuurlijk mag dat.”

Bindi pakt de afstandsbediening en verandert de kleur zoals gevraagd. Dan schuift ze een stoel naast het bed, zodat ze zelf kan gaan zitten. Liefdevol veegt ze een aantal plukjes haar uit het gezicht van haar zusje, voordat ze haar hand vastpakt.

“Nog even en dan ben je weer helemaal Insta-ready, Bo”, grapt ze.

Bo moet lachen. Het gaat stilletjes en zachtjes. Bijna schokkerig.

“Is Roos niet meegekomen?”, vraagt Bo dan.

Bindi schudt haar hoofd. Ze is blij met een beste vriendin als Roos. Een paar keer per week komt ze met Bindi mee naar huis, zodat ze de zorg voor Bo een paar uurtjes kan overnemen. Het is precies de tijd die Bindi nodig heeft om haar studiewerk bij te kunnen houden.

“Vandaag niet, lief.”

“Jammer.”

“Vind ik ook. Mevrouw Timmer komt vanavond trouwens wel. Als ik aan het werk ben, bedoel ik.”

“Jammer.”

“Hoezo? Ik dacht dat je mevrouw Timmer wel aardig vond?”

“Ja, maar ik moet altijd mijn bord leegeten van haar.”

“Dat moet je van mij ook, lief.”

“Van Roos niet. Die hel.. helpt me soms. Stiekem.”

Bindi gniffelt. Het verbaast haar niets dat ze op mevrouw Timmer – hun buurvrouw – kan rekenen om de regeltjes strak aan te houden. Het verbaast haar evenmin dat ze op Roos kan rekenen om de uitzondering te zijn.

“Misschien.. moet je dat geheimpje dan maar tussen jullie houden? Als ik het ook weet, dan is het niet meer stiekem.”

“Ohja..”

Bo gniffelt. Ze is inmiddels dertien, maar nog altijd heerlijk kinderlijk. Zeker als ze wat duf is van de medicatie. De dingen die Bindi soms mist in haar eigen persoonlijkheid, kan ze in elk geval nog via Bo uitleven. Haar grootste schat, haar grootste zorg.

Want hoewel Bo over het algemeen aan de beterende hand is, weet Bindi dondersgoed dat elke dag een nieuwe terugval met zich mee kan brengen. Het is een proces van jaren, maar Bindi zal doorzetten.

“Ben je nog droog, lief?”

Bo schudt haar hoofd. Bindi heeft er inmiddels geen moeite meer mee dat ze de vraag meerdere keren per dag moet stellen, maar voor Bo is het antwoord meestal nog net zo beschamend als in het begin.

“Geeft niks, dat weet je. Het zijn al een stuk minder luiers dan in het begin, dus positief blijven, hè? Wil je een broekje proberen?”

Bo haalt haar schouders op. Bindi weet dat het onzekerheid is. Eerdere pogingen om van luiers naar broekjes te wisselen hebben helaas allebei geresulteerd in lekkages.

“Dan wachten we daar nog even mee. Ben je er klaar voor, of wil je eerst nog wat drinken?”

Bindi verstelt het krakkemikkige bed en helpt Bo om iets te drinken. Als een volleerd professional weet ze Bo haar luier in een paar minuten te verschonen. Al snel zit Bo weer rechtop en krijgt ze de iPad. Gek genoeg is dat licht bijna nooit te fel. Waar YouTube al niet goed voor is..

“Ik ga deze even weggooien en dan in de keuken zitten leren. We eten om zes, roep maar als er iets is.”

Bo knikt tevreden, terwijl de eerste video al hard op weg is naar een klik op het duimpje omhoog..

Bindi stapt naar buiten, waar ze de luier in de container weggooit. Al snel ziet ze dat haar fiets is omgevallen. De standaard is gebroken. Blijkbaar is ze er toch te ruw mee omgegaan. Zo’n reparatie kan er ook nog wel bij. Het geld verdampt deze maand als water. Ondanks dat Bindi tegen haar zusje zei dat ze ging werken, was ze nou net van plan om zich een keertje uit te leven. Een stapje in de wereld te zetten. Even losgaan, drinken en vergeten.

Dan maar een paar mojito minder.. Bindi heeft tenslotte al het geluk dat Roos en de buurvrouw altijd vrijwillig inspringen. Over een besparing gesproken..

Eenmaal aan de keukentafel komt Bindi niet bepaald aan leren toe. Haar gedachten blijven afdwalen naar het debat van vanmiddag. Precies op het moment dat ze zichzelf er van overtuigd heeft dat gedane zaken geen keer nemen, komt er een stille oproep binnen op haar telefoon.

Het is haar docent..

Bindi spiekt snel de woonkamer in en ziet dat Bo haar oortjes in heeft gedaan. Dat is mooi, want haar telefoongesprek komt zo zeker niet boven het geluid van STUK vandaan.

“Met Bindi..”

“Mevrouw Bartels, excuses voor het tijdstip. Hopelijk bel ik gelegen?”

“Ik kan wel even tijd voor u maken”, pocht Bindi instinctief.

“Dolletjes.”

Het blijft even stil, aangezien de docent graag een reactie wil en Bindi niet bereid is die te geven. Ze wint.

“Hoe dan ook. Ik wilde zojuist uw cijfer invoeren, toen ik het genoegen ondervond een bericht te mogen ontvangen van uw mentor. Ik had haar reeds mondeling ingelicht over de resultaten en zij wilde er in uw geval even op terugkomen.”

“Oké..”

“Uw mentor bracht ter sprake dat u met een acht voor het debat slechts tot een gemiddelde van 7,9 zou komen. Op basis van de regels van de hogeschool zou dat betekenen dat u uw propedeuse eenvoudig zou halen, maar het predicaat cum laude precies op die ene tiende zou mislopen.”

“U snapt mijn frustratie van vanmiddag.”

“Ik blijk vol verrassingen te zitten, mevrouw Bartels. Uw mentor heeft mij bovendien wat informatie toevertrouwd over uw persoonlijke situatie en ..”

“Ze heeft wat?!”

Bindi kookt van binnen. Afgezien van Roos, haar buurvrouw en haar mentor weet niemand iets over haar achtergrond. Iets dat ze graag zo wil houden.

“Maakt u zich geen zorgen; waarschijnlijk ben ik het morgen reeds vergeten. In het kader van die informatie heb ik echter besloten om uw cijfer met twee punten te verhogen.”

“Dus.. ik heb een tien?”

“Acht plus twee.. wilt u anders dat ik het even voor u in Excel zet, zodat u het kunt narekenen?”

“U kunt mij toch niet anders beoordelen dat de rest van de studenten?”

“Mevrouw Bartels, ik beschik al enige tijd over een vast contract. Ik bepaal dus zelf wel wat ik wel en niet kan doen. Bovendien.. zoals ik al eerder tegen u zei, zou het u goed kunnen doen om wat meer van uw leven in het grijze gebied door te brengen. Dit is een uitermate geschikte gelegenheid om daarmee te beginnen.”

“Ik weet niet wat ik moet zeggen..”, zucht Bindi.

“Een bedankje zou de conventionele manier zijn. Mocht u de voorkeur geven aan iets creatiefs, dan zou ik ‘hottentottententententoonstelling’ willen opperen.”

Hoe kan iemand tegelijkertijd zo aardig en zo’n eikel zijn?

“Hoe dan ook, is dit geen liefdadigheid. Volgende week verwacht ik u een uur voor onze les op mijn kantoor. Iemand met uw capaciteiten zal mij vast kunnen ondersteunen bij het digitaliseren van mijn archief.”

“Natuurlijk. Dat is geen enkel probleem.”

“Een grapje, mevrouw Bartels. Ik wil slechts zien of ik iets voor u kan betekenen op het gebied van interessante stageplaatsen.”

“Oh, dat zou heel fijn zijn. Enorm bedankt!”

“Chloorfluorkoolwaterstofverbinding was ook goed geweest.”

“Huh?”

“Laat maar.. een fijne avond, mevrouw Bartels.”

“Fijne avond, meneer Spoor..”
 

Snakebite

Niet voeren!
Forumleiding
En weer een zeer interessant begin van een waarschijnlijk zeer goed verhaal
Thanks! Het zal niet lang duren voordat je het zeker weet.. om één of andere reden zullen alle tien hoofdstukken vóór 01 oktober online staan. ;)

Welk trauma is Bo overkomen dat bescherming noodzaak geeft
Trauma komt in vele vormen.. voor sommigen is het lezen van mijn verhalen al genoeg. :lipzzz
Het antwoord zal niet lang op zich laten wachten. :)
 

Snakebite

Niet voeren!
Forumleiding

Snakebite

Niet voeren!
Forumleiding
Dit verhaal heeft potentie! Ben benieuwd :) heb je eigenlijk al een uitgever?

Groetjes,

Pierre
Helaas niet voor deze verhalen. Zou het sowieso in eigen beheer houden als ik ze ooit zou bundelen, of iets dergelijks. Niet dat ik denk dat er wat mee te verdienen valt. Dan zou m'n output veel groter kunnen zijn. Ah, well, wellicht toch maar een OnlyFans.. :nana
 

?????

Beginneling
Autobandventieldopjesfabriek!
Bedankt voor het schrijven ;)

Sterk eerste hoofdstuk, ben benieuwd hoe het verder zal gaan!

Drie personages die ieder op zoek zijn naar antwoorden. Naar manieren om de open plekken in te vullen.
Net als de lezer. In de tien hoofdstukken van dit verhaal is niets wat het lijkt. Of juist toch?
Klinkt alsof het weer een prachtig Snakebite-verhaal gaat worden!
Ben nu al benieuwd hoe vaak we compleet op het verkeerde pad gezet gaan worden

“Fijne avond, meneer Spoor..”
Meneer Spoor heeft het maar druk
 

Snakebite

Niet voeren!
Forumleiding
Autobandventieldopjesfabriek!
Bedankt voor het schrijven ;)

Sterk eerste hoofdstuk, ben benieuwd hoe het verder zal gaan!

Klinkt alsof het weer een prachtig Snakebite-verhaal gaat worden!
Ben nu al benieuwd hoe vaak we compleet op het verkeerde pad gezet gaan worden

Meneer Spoor heeft het maar druk
Damn, die is nog langer! :lipzzz

Spoor heeft het inderdaad druk. Althans, gaat het druk hebben. Of.. had het druk? De tijdlijn is nog wat fuzzy. :p

Zal na het eten het vervolg plaatsen! :)
 

Snakebite

Niet voeren!
Forumleiding
WS2.png

Hoofdstuk 02: Nazorg

De spits loopt gelukkig al langzaam ten einde als ik de trein instap en een weg naar de eerste klasse probeer te vinden. Je zou denken dat dit niet zo moeilijk kan zijn, aangezien er maar een zeer beperkt aantal routes door een trein bestaat, echter is de indeling deze keer verwarrend genoeg om mij even bezig te houden.

Voorheen reed er op dit traject een trein zonder extra verdiepingen. Als je maar lang genoeg rechtdoor liep, dan kwam je vanzelf de goede stoelen tegen. Leeg, stevig en zonder bekladding. In deze trein is elke coupé verdeeld in twee stukken, die per verdieping ook nog eens kunnen verschillen. Denk je de eerste klasse te bereiken, blijkt het de stiltecoupé. Het zou me niet verbazen als ik onderweg ook nog de afkolfcoupé en de ontprikkelcoupé ontdek.

Uiteindelijk vind ik mijn veilige haven. De eerste klasse blijkt gelukkig leeg te zijn, zodat ik ongehinderd een telefoontje kan plegen. Iets waarvan het mij mateloos irriteert als anderen het doen, maar waar ik nu dus even lekker hypocriet in kan zijn.

Ik kies de twee stoelen die het minst bezaaid zijn met kruimels; één voor mijzelf en één voor mijn beker koffie, die zo groot is dat hij bijna naar de brugklas kan. Mijn koffertje past er nog net bij. Zodra ik zit, controleer ik de tijd op mijn horloge. Gelukkig is het tijdstip nog enigszins gepast voor mijn telefoontje en ik besluit het meteen af te handelen.

Tijdens het gesprek wordt mij nog maar eens duidelijk dat mevrouw Bartels nog het één en ander te leren heeft. Humor, vocabulaire, relativeren.. Bindi – wie verzint zo’n naam ook? Geen wonder dat het kind denkt dat ze enorm bijzonder is. Niet geheel onjuist, maar ook niet de mentaliteit die haar iets gaat brengen in het leven. Het is te hopen dat mijn boodschap van genade iets aan haar ego kan doen.

Zodra de hel van het bellen voorbij is, rijdt de trein juist Rotterdam uit. Het duurt nog wel even voordat we in Tilburg zijn, laat staan Eindhoven. Dan nog de overstap. Terwijl de koffie aan het eerste deel van de invasie van mijn lichaam begint, besluit ik om de rest van de reis maar te gebruiken om wat van de papers en toetsen na te kijken. Mijn koffertje puilt nog net niet uit.

Ondanks mijn eerdere kritiek, stijgt Bindi langzaam maar zeker in mijn achting als mijn nakijkwerk vordert. Het meisje kan in elk geval nadenken. Een vaardigheid die blijkbaar een kleine twintig jaar heeft weten te ontsnappen aan enkele van mijn andere studenten. Het is ook niet verwonderlijk in een tijd waar je het nadenken kunt uitbesteden aan een app.

Verwachten ze nu echt dat het niet gaat opvallen als hun geschreven werk leest als Shakespeare, terwijl ze eerder klinken als Famke Louise zodra hun mond opengaat? Ik zucht nog maar eens. Waarom weet ik ’s hemelsnaam wie Famke Louise is? Mijn leven was net prettig..

Een opkomende existentiële crisis wordt afgewend, dankzij een oproep op mijn telefoon.

“Meneer Spoor?”

“Als het moet.”

“U spreekt met Pepels.”

“Ongetwijfeld.”

Al hing mijn leven er nu van af; ik zou niet weten wie het is.

“Ik bel even vanwege het appartement. U weet dat het bewoond wordt?”

“Al enige tijd, ja. Hoe is dat uw zaak?”

“Ik ben de onderbuurvrouw.”

Dat was het.. het belletje rinkelt..

“Nogmaals, mevrouw.. Lepels.. hoe is dat uw zaak?”

“Pepels. Er komt morgen een bedrijf om aan de waterleidingen te werken. Ik wilde er even zeker van zijn dat er ’s middags iemand aanwezig is.”

“Ik ga niet over andermans agenda. Daarnaast kan ik mij niet voorstellen dat het een probleem zal zijn, mevrouw Pegels.”

“PEPELS. Schoon water voor alle bewoners lijkt mij anders behoorlijk belangrijk en de installatie staat in het hok achter uw penthouse. Iemand zal de werklui naar binnen moeten laten.”

“Waarom overlegt u dan niet even? Ik ben niet van plan om morgen de..”

“Omdat ik al dagen niemand meer gezien heb. De brievenbus puilt uit en niemand doet open. Vandaar dat ik u bel, als eigenaar. Klinkt dat nog steeds zo raar, meneer.. meneer Spier?!”

“Die was opzettelijk, mijn complimenten. Ik ga er even achteraan.”

“Bedankt voor uw medewerking.”

“Bedankt voor het bellen. Fijne avond, mevrouw Tepels.”

Voordat ze kan reageren, beëindig ik de oproep. Zenuwen, er is niets leukers om op te werken. Hoewel ze het zelf niet in de gaten zal hebben gehad, is de informatie die ze mij gegeven heeft zorgelijk. Ik overweeg mijn opties. We zijn inmiddels al bijna in Eindhoven. De overstap is kort, Weert is slechts één station verder.. de avond is nog jong.

Ik neem nog een paar slokken koffie en beslis vervolgens over de aanpassing van mijn route.

Het is ongeveer drie kwartier later als ik in Weert bij het appartementencomplex arriveer. Een korte blik op de parkeerplaats vertelt me dat er waarschijnlijk inderdaad niemand aanwezig gaat zijn. De oude Corolla staat er in elk geval niet.

Na even zoeken naar de juiste sleutels sta ik al snel in de gezamenlijke hal. De brievenbus van nummer zestien puilt inderdaad uit. Het overgrote deel is gelukkig reclame, maar er zijn ook verschillende rekeningen. Zelfs een brief van een incassobureau. Geen goed teken.

Ik neem de lift naar boven, waar ik zo snel mogelijk naar de voordeur van het appartement loop. Voor de vorm bel ik eerst een keer aan, maar er wordt niet opengemaakt. Geen geluid, geen licht, zo te horen ook geen beweging.

Bezorgd over wat ik aan ga treffen open ik de deur met mijn eigen sleutel. Voorzichtig zoek ik naar de lichtknop. In de hal van het appartement kom ik al tot de conclusie dat het helemaal mis is. Het ruikt verre van fris en ik voel aan mijn water dat er hier al enige tijd niet volgens een gezond ritme geleefd wordt. Tegen beter weten in loop ik door naar de woonkamer.

Ook hier tref ik niemand aan. Al zou je op basis van de rommel kunnen verwachten dat er op ieder moment een kleine compagnie daklozen aanwezig blijkt te zijn. Ik schuif wat rommel opzij, zodat ik de post en mijn koffertje op de eettafel kan zetten. De lucht is hier niet te harden, dus besluit ik de deur naar het balkon zo ver mogelijk open te zetten. Het introduceren van frisse lucht zal een wereld van verschil maken in dit moeras..

Ik kijk de ruimte rond en voel een golf aan teleurstelling over mij heen spoelen. Dat krijg je nou eenmaal van verwachtingen. Geheel tegen mijn principes in begin ik maar aan de schoonmaak. Ik heb stranden gezien die minder vervuild zijn dan dit. De grote prullenbak heeft verrassend weinig aangetrokken en – gezien de grote hoeveelheid afval in de directe buurt – is dat waarschijnlijk een teken dat ‘ie zich wellicht wat meer op moet maken.

Uiteraard heb ik de bak vrij snel vol. Etensresten, verpakkingen, willekeurige rommel. Daarnaast is de stapel pizzadozen hoog genoeg om er een middelgroot nieuwjaarsvuur mee te kunnen aansteken. Het afwisselen van Quattro Stagioni en Texas Barbecue is niet bepaald een gevarieerd dieet. Lekker wel, maar na twee weken stroomt er toch tomatenpuree door je aderen.

Al snel kom ik tot de conclusie dat ik aan één vuilniszak niet genoeg heb en ga ik in het keukenblok op zoek naar de rol. Er is gelukkig nog een mok die ik als enigszins schoon genoeg kan beschouwen voor een motiverende kop koffie. Ik vul de wasbak met warm water en laat het eerste deel van de afwas vast weken. Wellicht ga ik de beitel dan niet nodig hebben..

Ik zoek secuur door de lades en kastjes naar de rol met vuilniszakken, maar zie deze nergens. Wel vind ik iets anders. Het bevestigt mijn donkere vermoedens. Onderin de besteklade vind ik een klein zakje met rode pilletjes. Ik weet dondersgoed dat ik niet met ibuprofen te maken heb en probeer mijn boosheid te onderdrukken. Ik stop het in mijn broekzak en loop vervolgens terug de hal in. Er zullen vast nog wat vuilniszakken in de voorraadkast liggen.

Zo ver kom ik echter niet. Het was mij eerder niet opgevallen, maar in één van de slaapkamers kan ik licht zien branden. Klein licht, waarschijnlijk de bureaulamp. Als een moderne Klein Duimpje volg ik de lege flessen drank richting de slaapkamer en voorzichtig maak ik de deur open. Daar ligt ze dan..

“Froukje?”

Er is geen reactie. Nul beweging. Ik kniel bij het bed en voel aan haar hals. Ze slaapt blijkbaar diep, want ook als ik het dekbed in één ruk wegtrek, komt er geen nieuw teken van leven. Al snel kan ik de muffe, zure geur een plaats geven. Onder Froukje haar buik is een grote natte plek zichtbaar. Ik kan zweren dat ik sporen zie van eerdere ongelukjes.

Ook hier zet ik het raam volledig open, waardoor er een aangename tocht door het appartement ontstaat. Ik overweeg even om Froukje haar roes uit te laten slapen, maar kies voor de optie die mij meer amuseert. Ik haal in de badkamer een emmer, die ik zo ver mogelijk vul met koud water. Terug bij Froukje haar bed kost het me enorm weinig moeite om deze hoog op te tillen en met een flinke plons te doneren aan de schone slaapster. Met een ruk schrikt ze wakker en recht overeind.

“Ben..?”

“Nee, Sinterklaas.. ik twijfelde tussen een cadeautje en de roe, dus ik dacht dat ik je advies wel kon gebruiken..”

“Wat doe je? Alles is nat?”

“Dat was het al..”, mopper ik. “Waarom is het hier zo’n enorme zooi?!”

Nog druipend van het water stapt Froukje uit bed. Ze is duidelijk nog altijd niet helemaal wakker, want ze kan amper op haar benen staan. Met moeite houdt ze zich overeind tegen het bureau. Ze schrikt even terug als ik de emmer met een knal op de vloer donder. Mevrouw Vezels zal het vast kunnen waarderen..

“Sorry..”, mompelt ze stilletjes. “Ik hield het gewoon allemaal niet meer bij. Het was teveel..”

“Dat denk ik, ja..”, reageer ik kwaad, terwijl ik de pillen uit mijn broekzak haal.

Froukje haar ogen worden zo groot als die van een giftige kikker als ze het zakje ziet. Het is duidelijk dat ze zich betrapt voelt en niet van plan was om de waarheid te vertellen.

“Hoe kom je hieraan?”, vraagt ze.

“IK? Hoe kom JIJ hieraan?”

Koppig haalt ze haar schouders op.

“Prima”, zucht ik.

Ik doe een stap naar voren en gris haar telefoon van het bureau. Aangezien Froukje nog te duf is om goed te kunnen reageren, kan ik het toestel net lang genoeg voor haar neus houden om de gezichtsherkenning tevreden te stellen.

“Wat doe je?!”

“Terug! Als je niet meewerkt, dan help ik mijzelf wel aan de informatie die ik wil.”

“Waarom doe je nou zo?”

“Froukje, kijk naar jezelf. Ga alsjeblieft douchen, anders word ik alleen maar kwader.”

Beduusd staart Froukje me aan, maar al snel beseft ze dat ze letterlijk en figuurlijk geen poot heeft om op te kunnen staan. Beschaamd laat ze haar blik naar de vloer zakken, voordat ze druppelend richting de badkamer loopt.

“Het spijt me echt”, fluistert ze nog.

“Daar help je niemand mee. Vertel me liever waar de vuilniszakken liggen.”

Froukje gebaart zonder om te kijken in de richting van de voorraadkast. Ik wacht tot ik het douchewater hoor lopen en scroll dan door haar telefoon. Het duurt niet lang voordat ik een gesprek heb gevonden dat duidelijk met een dealer is.

Woest loop ik terug naar de woonkamer en mieter de telefoon op het aanrecht. Uit het gesprek kan ik opmaken dat ze dom genoeg is geweest om de auto die ik haar gegeven heb, uit te lenen aan de dealer in ruil voor korting. Ene ‘Keta’ rijdt nu in mijn oude Corolla.. als het ding nog niet gestript en verkocht is.

Ik laat me op het krukje in de keuken zakken en probeer alles op een rijtje te zetten. De koffie is intussen al afgekoeld. Een willekeurig bakje doet dienst als tijdelijke asbak, terwijl ik mijzelf een schuldgevoel aanpraat. Het is ook mijn schuld. Ik heb haar veel te snel, véél te veel verantwoordelijkheid laten nemen. God weet hoe lang dit al aan de hand is?

Dat ik al een tijdje niets meer van haar gehoord had, heb ik weggeschreven als een jonge vrouw die haar eigen leven probeert te leiden. Erg genoeg maakte het me ook nog trots. Nu ligt ze hier in haar eigen urine haar roes uit te slapen terwijl het appartement uitgroeit tot volwassen vuilnisbelt. Ik had beter moeten opletten..

Maar dat vrijwaart die rotzak niet..

Al snel kom ik tot een plan en stuur ik hem een bericht.

“Kan ik kopen?”

“Vanaaf niet ben in Eindje.”

“En alsk nr jou kom dan?”

De opzettelijk slechte grammatica pijnigt me tot in mijn vezels. Nee, wacht, me vezels..

“Ben tot twaalf bij de grot mr cash only”

“k”

Ik onderdruk de neiging om te kokhalzen. Toevallig weet ik café de Grot in Eindhoven te vinden. Het ligt niet ver van de universiteit en er komen redelijk wat van onze studenten. Ik werk de laatste slokjes koffie weg en stap de gang weer op.

Als ik in de voorraadkast sta, buk ik om bij de kluis te kunnen. Na het intoetsen van de code en het openen van de deur kan ik bij het pistool. De twijfel slaat toe. Een beetje extra bescherming kan geen kwaad, maar dit lijkt niet de manier. Zuchtend sluit ik de deur weer, zonder het pistool aan te raken. Wel neem ik het stapeltje cash mee dat ik hier uit voorzorg had liggen.

Op de onderste planken van de voorraadkast vind ik de stapel luiers die ik Froukje had meegegeven toen ze vertrok. De volle pakken staan er ook. Ongeopend. Het is niet dat ik ze toen heb geteld, maar het ziet er toch naar uit dat Froukje ze niet meer gedragen heeft. Toch is dit wellicht het gepaste moment, aan haar bed te zien.

Ik neem een luier mee en haal een paar van de schaarse schone kleren uit haar kast. Zo snel als ik kan haal ik het natte beddengoed af, dat binnen de kortste keren in de wasmachine ligt. Wonder boven wonder vind ik wat schone lakens. De vlekken op de matras verraden dat de problemen al een tijdje aan de hand zijn. Het omdraaien van de matras bevestigt dat. Ook daar zijn vlekken te vinden.

Nadat ik het bed heb opgemaakt en de lege flessen zijn verzameld, ziet de slaapkamer er in elk geval al iets beter uit. Er is in elk geval genoeg om een slijterij te kunnen beginnen. Althans, dat WAS er..

Terwijl Froukje nog achter het douchegordijn staat, leg ik het stapeltje kleding in de badkamer voor haar klaar. De luier prominent bovenop, waarmee de boodschap hopelijk overduidelijk is.

“Ik ben nog even weg”, roep ik vanaf de drempel.

“Oh.. oké..”

“Het zal wel laat worden. Ik verwacht dat je zelf verder gaat met opruimen. Als ik terug ben, dan had ik graag dat het hier een klein beetje leefbaar is. De rest komt later wel.”

“Mhm..”

Ik sluit de badkamerdeur, verzamel de belangrijkste spullen en vertrek. Als ik de Corolla kon nemen, zou het een stuk minder irritant zijn om richting Eindhoven te reizen. Helaas kan ik opnieuw op zoek naar de eerste klasse. De dagkaart zal op de heenweg nog geldig zijn.

Als ik bij het station aankom, bedenk ik echter een ander plan. Er is daar namelijk ook een standplaats voor taxi’s en het ziet er niet naar uit dat zij veel te doen hebben. Ik kies degene die er zowel betrouwbaar uitziet als iemand die bereid is om een beetje door te trappen. Het is belangrijk dat ik er voor middernacht raak, want waar die Keta daarna zal uithangen is een mysterie.

“Goedenavond meneer, welkom bij Taxi Chilling Tiger. Waar gaat de reis naartoe?”

“Eindhoven. Café de Grot. Kent u dat?”

“Natuurlijk! Neemt u plaats, meneer. Ik heet Jakub, maar u mag ook Jakki zeggen!”

“Nee, bedankt.”

“Graag gedaan.”

Ik stap in en ga op de achterbank zitten. Misschien is het maar goed dat mijn nieuwe Poolse kameraad het lokale sarcasme nog niet onder de knie heeft. Het zou ook kunnen dat ik aan mijn people skills moet werken, maar ik kies ervoor om die optie nog even te negeren.

“Gaat u lekker stappen vanavond, meneer?”

“Nee, helaas. Ik moet voor middernacht de auto die ik aan iemand heb gegeven terug zien te krijgen van een drugdealer”, is de zin die uit mijn mond komt en wonderbaarlijk genoeg niet sarcastisch is.

“Oké, oké! Druk dus?”

“Nogal.”

Jakub rijdt keurig. Hij is beleefd. Eigenlijk de perfecte taxichauffeur. Het nadeel is dat we op dat keurige tempo mogelijk niet op tijd zullen aankomen. Ik haal het stapeltje geld uit mijn binnenzak en reik hem de helft aan.

“Ik heb een beetje haast. Zou je wat sneller willen rijden? De boetes zijn voor mij.”

Zonder om te kijken snaait Jakub het geld uit mijn hand.

“Wajow! Dit wordt een héél leuke avond of niet, meneer?!”

“Schitterend zelfs.”

De Grot ligt in een drukke straat, maar wel helemaal op een verre hoek. De straatverlichting doet het maar sporadisch en naast het pand staat allerlei rotzooi. Blijkbaar is het hier de traditie om alles dat je niet meer nodig hebt gewoon op straat te zetten, zodat de eekhoorns ook een kaasfonduesetje kunnen hebben. Het is echt van puinhoop naar puinhoop vanavond.

Jakub heeft perfect doorgereden en ruim voor middernacht zet hij de auto stil. Eerlijk is eerlijk, perfect werk geleverd.

“Zou je het erg vinden om even te wachten. Ik heb misschien een snelle terugrit nodig.”

Ik wapper even met de rest van het geld. Jakub haalt zijn telefoon uit zijn zak en zet hem demonstratief uit. Een knipoog bevestigt onze deal. Wat een held. Vooruit dan maar..

“Bedankt, Jakki..”

Ik loop rond het blok en ontdek dat mijn oude Corolla inderdaad in een zijstraat geparkeerd staat. Er zitten twee types in die ik niet persé onguur zou noemen, maar dan alleen omdat ze het woord niet zouden kunnen begrijpen.

Eén van hen stapt uit, maar het is niet omdat ze mij hebben gezien. Ik kan me precies schuilhouden achter de stapel rommel die hier staat. Aan de ene kant overweeg ik om er gewoon op af te stappen, maar het is waarschijnlijk niet zo dat deze gasten zich zullen laten overtuigen door mijn kaolosterke argumenten. Of de eigendomspapieren..

Iemand stapt het café uit. Ik kan niet goed zien wie het is, maar wel dat het om een vrouw gaat. Het is duidelijk dat de man haar drugs verkoopt. Hoewel ik het niet kan horen, lijken ze even na te praten. Ik wacht af en overweeg nog steeds mijn opties. Misschien zou ik Jak..ki.. om hulp moeten vragen?

Die beslissing valt echter te laat. Ineens zie ik hoe de dealer de jonge vrouw bij haar arm grijpt en mee wil sleuren naar de auto. Ik kan niet meer wachten. Ik grijp iets hards uit de stapel rommel en stap snel op het tafereel af. Een wok. Of is het een hapjespan? Doet er ook niet toe..

De jonge vrouw schreeuwt om hulp en – net voor ze bij de auto zijn – kan ik ertussen stappen om de pannenkoek een mep te geven met de koekenpan. Die kan van mijn bucket list. De klap is hoorbaar, maar klinkt als iets uit een tekenfilm.

Ik zweer dat ik Jakub op de achtergrond kan horen lachen. Mijn nieuwe vriend is enthousiast, maar iets te makkelijk onder de indruk.

Gelukkig is de klap hard genoeg. De dealer moet zich vastpakken aan de auto om overeind te blijven, waardoor hij het meisje los moet laten.

Pas dan herken ik haar.

“Bindi?”

Verbaasd en duidelijk in paniek staart ze me aan. Intussen lijkt de dealer te beseffen wat er zojuist is gebeurd en hij vloekt een paar keer. Dan stapt zijn maat uit, die van het formaatje ‘kast’ blijkt te zijn. Terwijl ik bedenk dat ‘Keta’ een aardige naam is voor een nieuw model IKEA-kast, wuif ik onterecht moedig de pan in zijn richting.

Het maakt vanzelfsprekend niet al teveel indruk, maar gelukkig hoor ik de Poolse cavalerie aankomen. Het duurste – en tegelijk meest voordelige – taxiritje ooit. Jakub stopt vlak achter ons en begint luid te toeteren. Het is genoeg lawaai om de dealer en zijn gewokte vriend te doen nadenken. Ze kijken elkaar aan, stappen in en rijden met gierende banden weg. MIJN banden.. daar gaat m’n Corolla..

Ik kijk naar Bindi, die staat te trillen op haar benen. Instinctief leg ik een hand op haar schouder.

“Gaat het?”

Ze schudt haar hoofd en stapt naar me toe. Voor ik het goed en wel doorheb, huilt ze uit tegen mijn borst. Ik zucht. Niet dit weer..

Jakki draait zijn raampje open.

“WOOH! Dit was zo strak! Wat gaan we nu doen, meneer?!”





Bedankt voor het lezen van dit hoofdstuk. Laat gerust weten wat je ervan vond en een like voor de moeite wordt altijd gewaardeerd! :)
 

Luier 86

Superlid
Een kop koffie die naar de brugklas kan , zet ernaast een kop thee die ook naar de brugklas komt en de leraar is van de kook

een pannenkoek, die er van langs krijgt met een; koekenpan' dat laat zich voelen
 
Laatst bewerkt:

luieluieraar

ik in m'n tena maxi o yeah
Wat kan je toch mooi schrijven
Nog geen enkele schrijver heeft mij mij zo laten amuseren als jij snakebite !!!

Een kopje koffie die zo groot is dat hij bijna naar de middelbare school kan
Hoe dan kortom geweldig
 
Bovenaan