Bedplasser91
Plasticbroekjesfan!
Dit is mijn eerste verhaal. Laat maar horen wat je ervan vindt. Er is ook nog een tweede deel.
Omdat het de eerste dag al meer dan 140 keer gelezen is (bedankt, lezers!), zet ik het tweede deel er meteen maar achteraan.
Een derde deel is er nu ook. Dat staat verder naar onderen!
Deel vier en verdere delen (nu 11 delen totaal) staan er onder.
Veel plezier met lezen!
Wat ik nu gezien heb! Ik kan het nog nauwelijks geloven! Maar laat ik bij het begin beginnen.
Ik sta altijd vroeg op. Dat is misschien niet zo gewoon voor een tienerjongen, want al mijn vrienden slapen graag uit, liefst tot ver in de middag als ze de kans krijgen, maar ik ben altijd vroeg uit de veren. Dat moet ook wel, want ik breng ’s morgens kranten rond, en die moeten op z’n laatst om zeven uur in de bus liggen bij de mensen. En dan heb ik nog een andere reden om vroeg op te staan, maar die kennen maar weinig mensen. Ik plas namelijk nog in bed. Elke morgen word ik nat wakker, en dat is nog nooit anders geweest. Tegenwoordig mag ik weer luiers aan, zodat ik tenminste niet meer in een koud en nat bed wakker word. Toen ik klein was had ik wel luiers aan, nog echte katoenen met een plastic broekje erover heen, maar een tijd lang mocht dat niet van mijn ouders. Ze dachten dat ik wel op zou houden met bedplassen als ik nat en koud wakker werd. Hielp natuurlijk niets, er was alleen maar veel meer wasgoed omdat ik de lakens elke nacht volplaste en in een grote natte plek wakker werd. Ik had wel zo’n plastic hoes over de matras onder het laken, maar verder niets. Geen luiers. Soms was het ’s morgens zo koud dat ik met opzet nog eens in bed plaste, dan was het tenminste weer even warm – en ik was toch al nat, dus wat maakte het uit. Dat heb ik ze natuurlijk nooit verteld, maar ik deed het vaak genoeg, en als ik heel eerlijk ben vond ik dat nog wel een lekker gevoel ook.
We hebben heus van alles geprobeerd: ik had een bedplaskalender toen ik klein was, en toen ik acht was of zo kreeg ik een plaswekker. Het hele huis wakker van het lawaai, maar ik sliep door alles heen en plaste net zo goed in bed. De dokter zei dat er niets met me aan de hand was en dat ik wel overheen zou groeien. Bedplassen kwam wel vaker voor bij jongens, zei hij. Ik was daar niet zo blij mee, want toen kreeg ik een tijd lang straf. Omdat de dokter gezegd had dat er niets met me aan de hand was dachten ze dat ik het met opzet deed. Elke morgen moest ik met m’n natte pyjama naar beneden en dan kreeg ik een pak slaag, zo op m’n natte broek. Van sinterklaas kreeg ik dat jaar een t-shirt waar met grote letters 'bedplasser’ op stond, en dat moest ik thuis dragen. Vonden ze lollig zeker. Gelukkig hoefde ik het niet aan naar school!
Slaag en schaamte hielpen niet, dus gelukkig hielden ze er al weer gauw mee op. Mijn pa was toch al nooit zo erg voor slaan, en hij mepte meer mis dan raak. Nieuwe luiers kreeg ik nog niet. Wel bleef ik in bed plassen, ook al was ik inmiddels tien of zo. De natte lakens en mijn natte broek moest ik nu zelf wassen, dus sliep ik het liefst met alleen een gymbroekje aan. Dan had je niet zoveel nats aan en dat gymbroekje droogde vlugger dan een pyjama. Dat korte groene broekje noemden ze mijn pisbroekje, en dan zeiden ze ’s avonds: Doe je pisbroekje maar vast aan, je zal wel weer in bed plassen! En dat was natuurlijk ook zo. Helemaal gemeen vond ik het dat ze ook aan mijn vriendjes vertelden dat ik nog in bed plaste, als er soms gevraagd werd of ik bleef slapen. Mijn vrienden maakten er gelukkig nooit zo’n punt van, en meer dan één vertelde me dat hij zelf ook nog wel eens in bed plaste. Ik werd er wel een beetje mee gepest, maar nooit zo erg. Maar ik had jammer genoeg geen vrienden die het elke nacht deden, zoals ik. Zo plaste ik mijn hele basisschooltijd nog in bed. Ik ben wel mee geweest op het schoolkamp van groep acht. Toen was ik ook elke nacht nat, maar dat is een ander verhaal. Nu denken mijn vrienden dat ik allang droog ben, net als zij, en we hebben het nooit over bedplassen. Niet echt een cool thema, toch?
Na de basisschool kon ik naar de HAVO. Ik plas dan wel elke nacht in bed, maar dom ben ik niet. En eindelijk mocht ik ´s nachts weer luiers aan. Dat ik een deel van mijn zakgeld in moest leveren om ervoor te betalen vond ik dan wel weer gemeen, want volgens mij kregen ze die luiers gewoon vergoed. Het was voor mij wel een extra reden om de krantenwijk te nemen, want als jongen van 15 heb je natuurlijk wel wat geld nodig. Ik spaar al voor een scooter!
Van de week kreeg ik er een nieuwe abonnee bij. Beetje aan de rand van mijn wijk, maar er is een paadje achter de tuinen langs zodat ik niet al te veel om hoef te fietsen. Levert toch weer een paar euri extra op. Even voor zevenen fietste ik daar langs. Even kijken, ja, hier is nummer 18, nu nog even naar de voordeur – hee, er is iemand in de achtertuin. Bij de waslijnen. Dat lijkt wel…. nee, dat IS die nieuwe jongen bij ons in de klas. Dus hier wonen die! Ik wil hallo roepen, hij leek me wel een aardige gast, al zegt ‘ie nog niet zo veel. Hij heeft mij nog niet gezien. Er staan bomen en heggen, die nu in de zomer behoorlijk dicht zijn, en misschien weet hij nog niet eens dat hier een paadje loopt. Maar dan zie ik wat hij aan de waslijn hangt, en mijn vriendelijk ‘hallo!’ blijft in mijn keel steken. Een plastic broekje! En een grote vierkante witte luier! Als bedplasser weet ik maar al te goed waar die dingen voor zijn….. Ik heb ze zelf ook aan gehad.
Heeft die nieuwe kleine broertjes? Een bedplassend neefje die bij hen logeert? Een incontinente grootmoeder? Maar waarom zou HIJ dan die spullen ophangen? Is hij soms……?? Mijn hart klopt in mijn keel, ik fiets gauw door en doe de krant in de voordeur. Dit móet ik morgen effe checken.
Op school bekijk ik Tom, zo heet de nieuwe, met andere ogen. Hij heeft gedoucht vanmorgen, maar goed, dat zegt nog niets. Er zijn wel meer jongens die ’s morgens vroeg douchen, dat hoeft niet per sé te betekenen dat ze nog in bed plassen. Tom heeft in ieder geval overdag geen luier aan, grijns ik bij mezelf, want zijn onderbroek is duidelijk zichtbaar boven zijn afgezakte spijkerbroekje om zijn mager jongenslijf. Björn Borg ook nog wel. Kost een paar centen! Onder het uur zelfstandig werken ga ik bij hem zitten. Hee Tom, ben jij goed in wiskunde? Hij snapt er in ieder geval meer van dan ik, en samen werken we in het uur het hele hoofdstuk door. Ik mag die jongen wel. En stel je voor dát…. Morgen eerst maar weer bij die tuin kijken.
Ik doe de volgende dag mijn krantenwijk op topsnelheid. Al om kwart voor zeven sta ik verstopt achter een heg bij nummer 18. De waslijnen zijn leeg. Vijf minuten later komt Tom naar buiten…… witte lappen over zijn arm gehangen, en een plastic broekje in zijn hand. Een doorzichtig plastic broekje. Ik herinner me dat ik er ook zo eentje had, en een melkwitte, en ook nog een gele. Tom wipt de luiers over de lijn – waren het er gisteren ook twee? Ik herinner het me niet, heb zeker niet lang genoeg gekeken. Hij schuift de luiers uiteen, zet ze vast met een paar wasknijpers, wat niet zo handig gaat, omdat hij in zijn ene hand nog steeds dat plastic broekje heeft. Nu hangt hij het plastic broekje ook aan de lijn. Hij móet wel een bedplasser zijn! Maar hoe vraag je dat aan een jongen van 15??? Op school werk ik weer met hem samen. Hij vindt het geloof ik wel fijn dat er iemand in de klas is die met hem optrekt.
‘t Is ook niet makkelijk om in te stromen op het eind van een schooljaar.
Ik moet de volgende morgen natuurlijk weer even gaan kijken. Kwartiertje vroeger op. M’n natte luier uit, douchen. Vlug vlug de kranten overal in de bus, en weer sta ik onbespied achter de heg bij nummer 18. Kijk, daar is Tom al weer. Hij plast dus ook elke nacht in bed! Luiers aan de lijn, zijn plastic broekje ernaast. Al weer dat doorzichtige broekje. Ik herinner me mijn plastic broekjes. Hoe zacht en glad en soepel dat plastic was, en hoe het warm werd als je het broekje volplaste. Hoe goed je kon zien dat je nat was. Ik heb al jaren drynites aan, maar nu betrap ik me erop dat ik wel weer eens een plastic broekje aan zou willen hebben… En die van Tom zouden mij vast wel passen, ik ben net zo’n mager joch als hij. Zou Tom zich voor zijn bedplassen net zo schamen als ik, of kan het hem niets schelen? Ik móet met hem praten, zelfs als het betekent dat ik moet zeggen dat ik ook een bedplasser ben, en dat heb ik al in geen jaren meer tegen iemand gezegd.
Twee dagen later werken we in de schooltuin. Tom en ik schoffelen er op los, en er is niemand in de buurt. Het is heet, en we ploffen even neer op een bankje. Tom haalt een pakje drinken te voorschijn, biedt mij er ook eentje aan. Aardig van ‘m. Dorstig klokken we het naar binnen. Dit is een goed moment. Tom, begin ik aarzelend, ik wil je een héle stomme vraag stellen. Niet kwaad worden, ok? Tom is verbaasd, maar zegt chill, vraag maar. En ik gooi het er meteen uit, voordat ik niet meer durf, voordat er iemand anders bij komt zitten, voordat de leraar roept dat we weer moeten werken: “Pis jij nog in je bed?” En ik voel dat ik net zo rood word als ik Tom zie worden.
Tom kijkt als een hond die geslagen wordt. “En nou ga je het zeker aan iedereen vertellen?” vraagt hij toonloos.
“Nee man, natuurlijk niet!!!” roep ik uit, en dan, zachter: “ik doe het zelf ook nog, ik pis ook nog in mijn bed, elke nacht! ELKE nacht!”
Op mijn vorige school wisten ze het ook, zegt Tom. En ze pestten me er mee. Een keer hadden de jongens mijn plastic broekje van de lijn gejat. Dat hing de volgende dag aan het bord in het lokaal. ‘Tom ze pisbroekje’, stond er bij geschreven. “Slechte grammatica”, zei de lerares Nederlands, en gaf me dat plastic broekje zo maar gewoon terug in het lokaal waar iedereen bij zat. “Haha” zeg ik, “ik had ook een broekje dat ze pisbroekje noemden, maar dat was een kort groen gymbroekje. Kom je na schooltijd met me mee naar mijn huis? Kunnen we er rustig over praten, pissebed!” “Zelf pissebed” lacht Tom, “tuurlijk kom ik mee. Want hoe weet je dat eigenlijk, van mij? Dat moet je me vertellen…. Moet wel even naar huis bellen dat ik wat later thuis kom, ok?” Heeft die gast nog een iphone ook.
“Gaan de heren weer even aan de arbeid!” roept de leraar, “kletsen doen we maar in de eigen tijd!” “Nog zo’n zijkerd”, mompelt Tom met een schuine blik op de leraar. En we liggen allebei blauw van het lachen zoals alleen tienerjongens dat kunnen. We zijn vrienden.
Dat was twee weken geleden. Ik heb Tom verteld van het paadje achter hun tuin, en ook dat er bijna nooit iemand langs komt behalve de krantenjongen – ik dus. Hij hoeft er volgens mij dus niet echt over in te zitten dat iemand anders zijn luiers en plastic broekjes ziet. Tom is bij ons thuis geweest en ik heb ‘m mee naar boven genomen, naar m’n kamertje. Tot verbazing van mijn moeder, want ik neem nooit iemand mee naar boven! Stel je voor dat er iemand op mijn bed gaat zitten en het kraken van dat plastic laken hoort. Stel je voor dat een van m’n vrienden de pakken luiers in mijn nachtkastje zou vinden!
Tom vindt mijn drynites vet gaaf. Zijn ouders zijn erg milieubewust, en daarom moet hij katoenen luiers dragen. En daar hoort uiteraard een plastic broekje bij, zo’n ‘stom pisbroekje’ als hij zelf zegt. Nou ja, hij is niet anders gewend.
Dit weekend moeten zijn ouders weg, en Tom heeft gevraagd of hij bij mij mag blijven slapen. Na wat aandringen mocht dat, dus vanmorgen hebben z’n ouders hem bij ons huis afgezet. Tom en ik hebben het logeerbed in mijn kamertje opgezet, en daarna hebben we lekker zitten gamen en andere leuke dingen gedaan. Maar nu is het avond, en zijn we allebei een beetje verlegen. Ik pak een drynite uit het pak, en grijns naar Tom: “Denk er om dat jij ook in je bed plast hoor, ik wil niet als enige nat wakker worden!” “Zit daar maar niet over in”, zegt Tom, “ik ben elke morgen nat”. Hij doet z’n sporttas open, en pakt uit. Twee katoenen luiers, babypoeder, een plastic broekje. Ik zie dat er nog een paar plastic broekjes in de tas zitten. Voor morgen zeker, of voor de zekerheid, Tom blijft tenslotte twee nachten.
Ik geef hem even de drynite en pak nieuwsgierig, en best wel een beetje gefascineerd, een plastic broekje uit Tom’s tas. Wat is dat lekker zacht en glad! “Ruilen vannacht?” vraag ik. “Ik wou jou net vragen of ik een keer zo’n drynite mag proberen”, antwoordt Tom. Zo gezegd dus, zo gedaan. Tom schiet zonder moeite in een drynite’je, het staat ‘m wel. Zelf weet ik ondertussen niet zo goed hoe ik met die katoenen luiers moet omgaan. Toen ik die droeg was ik nog klein, en deed mijn moeder ze om. Tom weet het echter precies en met een paar snelle bewegingen vouwt hij de grote witte lap tot een soort driehoek: “Bij mezelf doe ik ‘m altijd gewoon staand om, maar ik denk dat je beter even kan gaan liggen, dat is bij een ander makkelijker.”
Ik ben niet echt gewend om me voor een andere jongen uit te kleden, maar wat moet dat moet, ik snap zelf ook wel dat die luier niet over mijn boxer moet! Ik denk maar dat het net zo iets is als douchen na het voetballen, en ga op mijn bed liggen. Ik hoor mijn plaslaken kraken, maar dat geluid zal Tom als bedplasser zelf ook wel kennen. Handig schuift Tom de luier onder mijn kont, verschuift hier en daar nog wat, en dan, hup, twee veiligheidsspelden aan de zijkant en klaar! Ik ga weer staan. Dat voelt vreemd aan, dit is dikker dan een drynite wegwerpluier! En dan te bedenken dat ik maar één luier om heb… had Tom er niet twee? En dan nu nog een plastic broekje! Oh, daar ligt het, op de grond. Ik raap het broekje op en kijk er naar. Het broekje is van helder, doorzichtig plastic, met een wit elastiek in de bovenste rand en in de openingen voor mijn benen. Voorzichtig stap ik in dat plastic broekje, hijs het op en trek het over de luier. Tom kijkt of het aan de achterkant ook over de luier zit, trekt het nog even op rond mijn magere jongensbenen, en kijkt dan goedkeurend naar het resultaat. Daar staan we dan, twee jongens van vijftien jaar oud, één in een drynite en één in een witte luier met een plastic broekje erover heen…. We zijn klaar voor een natte nacht, maar eerst gamen we nog een paar rondjes, alsof het heel gewoon is om er zo bij te zitten.
Ergens achter in de nacht word ik wakker. De vroege ochtendzon piekt al een beetje naar binnen, en in het halflicht zie ik Tom liggen in het logeerbed naast het mijne. Hij slaapt nog, zijn halflange bruine haar hangt over zijn gesloten ogen. En dan dringt het tot me door: nat! Ik ben nat! Dat is niets nieuws, tenslotte plas ik nog elke nacht in bed. Maar iets voelt er anders aan dan anders. Natter vooral. Ik voel even. Oh ja, het plastic broekje! Ik heb immers niet m’n gewone drynite aan! Mijn hand voelt onder het elastiek door aan de luier. Jeeee, echt kletsnat! Maar goed dat ik dat plastic broekje aan heb, anders was mijn bed nou vast doorweekt. En net als elke bedplasser heb ik een grote hekel aan lekkage. Het is te vroeg om al op te staan, en ik glij weer ongemerkt in slaap.
“Ben je al wakker?” wekt Tom me. En als ik ja zeg, met een grote grijns: “Nat zeker?”
Dat kan ik niet ontkennen. Het lijkt wel of er geen droge draad meer aan die luier zit. ’t Is veel natter dan met een drynite. Hoe heeft Tom het gehad – “Jij ook nat?” vraag ik. Yup, zegt Tom en staat op om me het resultaat te laten bekijken. Ja, zo ziet een volgeplaste drynite eruit; ook Tom heeft het die nacht niet droog gehouden. Ik sta ook op en Tom roept bewonderend:
“Zo hee! Da’s niet een beetje nat! Je had ook ´n dubbele om moeten doen!”
Ja, weet ik veel! “Anders kouder dan in de drynites hoor” zeg ik, en dan dapper:
“Maar daar ga ik wat aan doen!”
En met dat ik het zeg laat ik het lopen en plas met opzet nog eens in de luier. Die is al doornat en neemt niets meer op, maar het doorzichtige plasticbroekje vult zich nu duidelijk. Je ziet het stromen en ik zet er nog een beetje druk op! Lekker warm vind ik het. Het klotst in mijn plasticbroekje, maar het elastiek rond m’n benen houdt alles nog binnen.
Ik zie hoe ook Tom z’n benen wat uiteen zet, en ik weet maar al te goed wat hij aan het doen is: ook Tom staat nog een keer in zijn luier te plassen! En zo te zien vindt ook hij dat wel een fijn gevoel.
Voorzichtig, om niet te lekken, lopen we naar de badkamer. Die is gelukkig ook boven. Of ik zonder lekkage beneden zou zijn aangekomen, betwijfel ik…
In de douche doe ik eerst het plasticbroekje uit, schuif het zorgvuldig over mijn benen naar beneden en stap er uit. Dan de doorweekte luier uit en in de wasmand.
Tom heeft het makkelijker: gewoon uitdoen, en dan kan zijn natte luier zo in de afvalbak. Ik neem de douche en spoel eerst het natgeplaste plasticbroekje af, Tom neemt ondertussen de douche die in de badkuip hangt. Even stoeien….
Ik gooi het plasticbroekje naar Tom: “Die is van jou!”
“Hou maar” zegt Tom, “ik heb er genoeg!”
En daar ben ik erg blij mee, want ik heb nu al in de gaten dat ik dat plasticbroekje vaker aan wil, desnoods over de drynites heen. Schoon en vrolijk gaan we naar beneden.
“Ik hoorde jullie in de douche”, zegt ma. “Weer in bed geplast?”
“Ja ma”, zeg ik, en “ja mevrouw” echoot Tom.
“Eigenlijk moeten jullie je schamen!” zegt mijn moeder. “Jullie zijn vijftien jaar en dat is echt te groot om nog in bed te plassen!”
En ik schaam me ook best wel een beetje, maar als ik zie hoe Tom me een vette knipoog geeft is dat gauw over.
“Volgend weekend bij mij?” vraagt hij, en ik knik.
“Mag ‘t, ma?”
`Je doet maar” zegt ze. `Maar ´t blijft een schande, zulke grote jongens die nog in bed plassen!”
Omdat het de eerste dag al meer dan 140 keer gelezen is (bedankt, lezers!), zet ik het tweede deel er meteen maar achteraan.
Een derde deel is er nu ook. Dat staat verder naar onderen!
Deel vier en verdere delen (nu 11 delen totaal) staan er onder.
Veel plezier met lezen!
Deel 1
De nieuwe jongen in de klas.
Wat ik nu gezien heb! Ik kan het nog nauwelijks geloven! Maar laat ik bij het begin beginnen.
Ik sta altijd vroeg op. Dat is misschien niet zo gewoon voor een tienerjongen, want al mijn vrienden slapen graag uit, liefst tot ver in de middag als ze de kans krijgen, maar ik ben altijd vroeg uit de veren. Dat moet ook wel, want ik breng ’s morgens kranten rond, en die moeten op z’n laatst om zeven uur in de bus liggen bij de mensen. En dan heb ik nog een andere reden om vroeg op te staan, maar die kennen maar weinig mensen. Ik plas namelijk nog in bed. Elke morgen word ik nat wakker, en dat is nog nooit anders geweest. Tegenwoordig mag ik weer luiers aan, zodat ik tenminste niet meer in een koud en nat bed wakker word. Toen ik klein was had ik wel luiers aan, nog echte katoenen met een plastic broekje erover heen, maar een tijd lang mocht dat niet van mijn ouders. Ze dachten dat ik wel op zou houden met bedplassen als ik nat en koud wakker werd. Hielp natuurlijk niets, er was alleen maar veel meer wasgoed omdat ik de lakens elke nacht volplaste en in een grote natte plek wakker werd. Ik had wel zo’n plastic hoes over de matras onder het laken, maar verder niets. Geen luiers. Soms was het ’s morgens zo koud dat ik met opzet nog eens in bed plaste, dan was het tenminste weer even warm – en ik was toch al nat, dus wat maakte het uit. Dat heb ik ze natuurlijk nooit verteld, maar ik deed het vaak genoeg, en als ik heel eerlijk ben vond ik dat nog wel een lekker gevoel ook.
We hebben heus van alles geprobeerd: ik had een bedplaskalender toen ik klein was, en toen ik acht was of zo kreeg ik een plaswekker. Het hele huis wakker van het lawaai, maar ik sliep door alles heen en plaste net zo goed in bed. De dokter zei dat er niets met me aan de hand was en dat ik wel overheen zou groeien. Bedplassen kwam wel vaker voor bij jongens, zei hij. Ik was daar niet zo blij mee, want toen kreeg ik een tijd lang straf. Omdat de dokter gezegd had dat er niets met me aan de hand was dachten ze dat ik het met opzet deed. Elke morgen moest ik met m’n natte pyjama naar beneden en dan kreeg ik een pak slaag, zo op m’n natte broek. Van sinterklaas kreeg ik dat jaar een t-shirt waar met grote letters 'bedplasser’ op stond, en dat moest ik thuis dragen. Vonden ze lollig zeker. Gelukkig hoefde ik het niet aan naar school!
Slaag en schaamte hielpen niet, dus gelukkig hielden ze er al weer gauw mee op. Mijn pa was toch al nooit zo erg voor slaan, en hij mepte meer mis dan raak. Nieuwe luiers kreeg ik nog niet. Wel bleef ik in bed plassen, ook al was ik inmiddels tien of zo. De natte lakens en mijn natte broek moest ik nu zelf wassen, dus sliep ik het liefst met alleen een gymbroekje aan. Dan had je niet zoveel nats aan en dat gymbroekje droogde vlugger dan een pyjama. Dat korte groene broekje noemden ze mijn pisbroekje, en dan zeiden ze ’s avonds: Doe je pisbroekje maar vast aan, je zal wel weer in bed plassen! En dat was natuurlijk ook zo. Helemaal gemeen vond ik het dat ze ook aan mijn vriendjes vertelden dat ik nog in bed plaste, als er soms gevraagd werd of ik bleef slapen. Mijn vrienden maakten er gelukkig nooit zo’n punt van, en meer dan één vertelde me dat hij zelf ook nog wel eens in bed plaste. Ik werd er wel een beetje mee gepest, maar nooit zo erg. Maar ik had jammer genoeg geen vrienden die het elke nacht deden, zoals ik. Zo plaste ik mijn hele basisschooltijd nog in bed. Ik ben wel mee geweest op het schoolkamp van groep acht. Toen was ik ook elke nacht nat, maar dat is een ander verhaal. Nu denken mijn vrienden dat ik allang droog ben, net als zij, en we hebben het nooit over bedplassen. Niet echt een cool thema, toch?
Na de basisschool kon ik naar de HAVO. Ik plas dan wel elke nacht in bed, maar dom ben ik niet. En eindelijk mocht ik ´s nachts weer luiers aan. Dat ik een deel van mijn zakgeld in moest leveren om ervoor te betalen vond ik dan wel weer gemeen, want volgens mij kregen ze die luiers gewoon vergoed. Het was voor mij wel een extra reden om de krantenwijk te nemen, want als jongen van 15 heb je natuurlijk wel wat geld nodig. Ik spaar al voor een scooter!
Van de week kreeg ik er een nieuwe abonnee bij. Beetje aan de rand van mijn wijk, maar er is een paadje achter de tuinen langs zodat ik niet al te veel om hoef te fietsen. Levert toch weer een paar euri extra op. Even voor zevenen fietste ik daar langs. Even kijken, ja, hier is nummer 18, nu nog even naar de voordeur – hee, er is iemand in de achtertuin. Bij de waslijnen. Dat lijkt wel…. nee, dat IS die nieuwe jongen bij ons in de klas. Dus hier wonen die! Ik wil hallo roepen, hij leek me wel een aardige gast, al zegt ‘ie nog niet zo veel. Hij heeft mij nog niet gezien. Er staan bomen en heggen, die nu in de zomer behoorlijk dicht zijn, en misschien weet hij nog niet eens dat hier een paadje loopt. Maar dan zie ik wat hij aan de waslijn hangt, en mijn vriendelijk ‘hallo!’ blijft in mijn keel steken. Een plastic broekje! En een grote vierkante witte luier! Als bedplasser weet ik maar al te goed waar die dingen voor zijn….. Ik heb ze zelf ook aan gehad.
Heeft die nieuwe kleine broertjes? Een bedplassend neefje die bij hen logeert? Een incontinente grootmoeder? Maar waarom zou HIJ dan die spullen ophangen? Is hij soms……?? Mijn hart klopt in mijn keel, ik fiets gauw door en doe de krant in de voordeur. Dit móet ik morgen effe checken.
Op school bekijk ik Tom, zo heet de nieuwe, met andere ogen. Hij heeft gedoucht vanmorgen, maar goed, dat zegt nog niets. Er zijn wel meer jongens die ’s morgens vroeg douchen, dat hoeft niet per sé te betekenen dat ze nog in bed plassen. Tom heeft in ieder geval overdag geen luier aan, grijns ik bij mezelf, want zijn onderbroek is duidelijk zichtbaar boven zijn afgezakte spijkerbroekje om zijn mager jongenslijf. Björn Borg ook nog wel. Kost een paar centen! Onder het uur zelfstandig werken ga ik bij hem zitten. Hee Tom, ben jij goed in wiskunde? Hij snapt er in ieder geval meer van dan ik, en samen werken we in het uur het hele hoofdstuk door. Ik mag die jongen wel. En stel je voor dát…. Morgen eerst maar weer bij die tuin kijken.
Ik doe de volgende dag mijn krantenwijk op topsnelheid. Al om kwart voor zeven sta ik verstopt achter een heg bij nummer 18. De waslijnen zijn leeg. Vijf minuten later komt Tom naar buiten…… witte lappen over zijn arm gehangen, en een plastic broekje in zijn hand. Een doorzichtig plastic broekje. Ik herinner me dat ik er ook zo eentje had, en een melkwitte, en ook nog een gele. Tom wipt de luiers over de lijn – waren het er gisteren ook twee? Ik herinner het me niet, heb zeker niet lang genoeg gekeken. Hij schuift de luiers uiteen, zet ze vast met een paar wasknijpers, wat niet zo handig gaat, omdat hij in zijn ene hand nog steeds dat plastic broekje heeft. Nu hangt hij het plastic broekje ook aan de lijn. Hij móet wel een bedplasser zijn! Maar hoe vraag je dat aan een jongen van 15??? Op school werk ik weer met hem samen. Hij vindt het geloof ik wel fijn dat er iemand in de klas is die met hem optrekt.
‘t Is ook niet makkelijk om in te stromen op het eind van een schooljaar.
Ik moet de volgende morgen natuurlijk weer even gaan kijken. Kwartiertje vroeger op. M’n natte luier uit, douchen. Vlug vlug de kranten overal in de bus, en weer sta ik onbespied achter de heg bij nummer 18. Kijk, daar is Tom al weer. Hij plast dus ook elke nacht in bed! Luiers aan de lijn, zijn plastic broekje ernaast. Al weer dat doorzichtige broekje. Ik herinner me mijn plastic broekjes. Hoe zacht en glad en soepel dat plastic was, en hoe het warm werd als je het broekje volplaste. Hoe goed je kon zien dat je nat was. Ik heb al jaren drynites aan, maar nu betrap ik me erop dat ik wel weer eens een plastic broekje aan zou willen hebben… En die van Tom zouden mij vast wel passen, ik ben net zo’n mager joch als hij. Zou Tom zich voor zijn bedplassen net zo schamen als ik, of kan het hem niets schelen? Ik móet met hem praten, zelfs als het betekent dat ik moet zeggen dat ik ook een bedplasser ben, en dat heb ik al in geen jaren meer tegen iemand gezegd.
Twee dagen later werken we in de schooltuin. Tom en ik schoffelen er op los, en er is niemand in de buurt. Het is heet, en we ploffen even neer op een bankje. Tom haalt een pakje drinken te voorschijn, biedt mij er ook eentje aan. Aardig van ‘m. Dorstig klokken we het naar binnen. Dit is een goed moment. Tom, begin ik aarzelend, ik wil je een héle stomme vraag stellen. Niet kwaad worden, ok? Tom is verbaasd, maar zegt chill, vraag maar. En ik gooi het er meteen uit, voordat ik niet meer durf, voordat er iemand anders bij komt zitten, voordat de leraar roept dat we weer moeten werken: “Pis jij nog in je bed?” En ik voel dat ik net zo rood word als ik Tom zie worden.
Tom kijkt als een hond die geslagen wordt. “En nou ga je het zeker aan iedereen vertellen?” vraagt hij toonloos.
“Nee man, natuurlijk niet!!!” roep ik uit, en dan, zachter: “ik doe het zelf ook nog, ik pis ook nog in mijn bed, elke nacht! ELKE nacht!”
Op mijn vorige school wisten ze het ook, zegt Tom. En ze pestten me er mee. Een keer hadden de jongens mijn plastic broekje van de lijn gejat. Dat hing de volgende dag aan het bord in het lokaal. ‘Tom ze pisbroekje’, stond er bij geschreven. “Slechte grammatica”, zei de lerares Nederlands, en gaf me dat plastic broekje zo maar gewoon terug in het lokaal waar iedereen bij zat. “Haha” zeg ik, “ik had ook een broekje dat ze pisbroekje noemden, maar dat was een kort groen gymbroekje. Kom je na schooltijd met me mee naar mijn huis? Kunnen we er rustig over praten, pissebed!” “Zelf pissebed” lacht Tom, “tuurlijk kom ik mee. Want hoe weet je dat eigenlijk, van mij? Dat moet je me vertellen…. Moet wel even naar huis bellen dat ik wat later thuis kom, ok?” Heeft die gast nog een iphone ook.
“Gaan de heren weer even aan de arbeid!” roept de leraar, “kletsen doen we maar in de eigen tijd!” “Nog zo’n zijkerd”, mompelt Tom met een schuine blik op de leraar. En we liggen allebei blauw van het lachen zoals alleen tienerjongens dat kunnen. We zijn vrienden.
Deel 2
Tom blijft slapen
Dat was twee weken geleden. Ik heb Tom verteld van het paadje achter hun tuin, en ook dat er bijna nooit iemand langs komt behalve de krantenjongen – ik dus. Hij hoeft er volgens mij dus niet echt over in te zitten dat iemand anders zijn luiers en plastic broekjes ziet. Tom is bij ons thuis geweest en ik heb ‘m mee naar boven genomen, naar m’n kamertje. Tot verbazing van mijn moeder, want ik neem nooit iemand mee naar boven! Stel je voor dat er iemand op mijn bed gaat zitten en het kraken van dat plastic laken hoort. Stel je voor dat een van m’n vrienden de pakken luiers in mijn nachtkastje zou vinden!
Tom vindt mijn drynites vet gaaf. Zijn ouders zijn erg milieubewust, en daarom moet hij katoenen luiers dragen. En daar hoort uiteraard een plastic broekje bij, zo’n ‘stom pisbroekje’ als hij zelf zegt. Nou ja, hij is niet anders gewend.
Dit weekend moeten zijn ouders weg, en Tom heeft gevraagd of hij bij mij mag blijven slapen. Na wat aandringen mocht dat, dus vanmorgen hebben z’n ouders hem bij ons huis afgezet. Tom en ik hebben het logeerbed in mijn kamertje opgezet, en daarna hebben we lekker zitten gamen en andere leuke dingen gedaan. Maar nu is het avond, en zijn we allebei een beetje verlegen. Ik pak een drynite uit het pak, en grijns naar Tom: “Denk er om dat jij ook in je bed plast hoor, ik wil niet als enige nat wakker worden!” “Zit daar maar niet over in”, zegt Tom, “ik ben elke morgen nat”. Hij doet z’n sporttas open, en pakt uit. Twee katoenen luiers, babypoeder, een plastic broekje. Ik zie dat er nog een paar plastic broekjes in de tas zitten. Voor morgen zeker, of voor de zekerheid, Tom blijft tenslotte twee nachten.
Ik geef hem even de drynite en pak nieuwsgierig, en best wel een beetje gefascineerd, een plastic broekje uit Tom’s tas. Wat is dat lekker zacht en glad! “Ruilen vannacht?” vraag ik. “Ik wou jou net vragen of ik een keer zo’n drynite mag proberen”, antwoordt Tom. Zo gezegd dus, zo gedaan. Tom schiet zonder moeite in een drynite’je, het staat ‘m wel. Zelf weet ik ondertussen niet zo goed hoe ik met die katoenen luiers moet omgaan. Toen ik die droeg was ik nog klein, en deed mijn moeder ze om. Tom weet het echter precies en met een paar snelle bewegingen vouwt hij de grote witte lap tot een soort driehoek: “Bij mezelf doe ik ‘m altijd gewoon staand om, maar ik denk dat je beter even kan gaan liggen, dat is bij een ander makkelijker.”
Ik ben niet echt gewend om me voor een andere jongen uit te kleden, maar wat moet dat moet, ik snap zelf ook wel dat die luier niet over mijn boxer moet! Ik denk maar dat het net zo iets is als douchen na het voetballen, en ga op mijn bed liggen. Ik hoor mijn plaslaken kraken, maar dat geluid zal Tom als bedplasser zelf ook wel kennen. Handig schuift Tom de luier onder mijn kont, verschuift hier en daar nog wat, en dan, hup, twee veiligheidsspelden aan de zijkant en klaar! Ik ga weer staan. Dat voelt vreemd aan, dit is dikker dan een drynite wegwerpluier! En dan te bedenken dat ik maar één luier om heb… had Tom er niet twee? En dan nu nog een plastic broekje! Oh, daar ligt het, op de grond. Ik raap het broekje op en kijk er naar. Het broekje is van helder, doorzichtig plastic, met een wit elastiek in de bovenste rand en in de openingen voor mijn benen. Voorzichtig stap ik in dat plastic broekje, hijs het op en trek het over de luier. Tom kijkt of het aan de achterkant ook over de luier zit, trekt het nog even op rond mijn magere jongensbenen, en kijkt dan goedkeurend naar het resultaat. Daar staan we dan, twee jongens van vijftien jaar oud, één in een drynite en één in een witte luier met een plastic broekje erover heen…. We zijn klaar voor een natte nacht, maar eerst gamen we nog een paar rondjes, alsof het heel gewoon is om er zo bij te zitten.
Ergens achter in de nacht word ik wakker. De vroege ochtendzon piekt al een beetje naar binnen, en in het halflicht zie ik Tom liggen in het logeerbed naast het mijne. Hij slaapt nog, zijn halflange bruine haar hangt over zijn gesloten ogen. En dan dringt het tot me door: nat! Ik ben nat! Dat is niets nieuws, tenslotte plas ik nog elke nacht in bed. Maar iets voelt er anders aan dan anders. Natter vooral. Ik voel even. Oh ja, het plastic broekje! Ik heb immers niet m’n gewone drynite aan! Mijn hand voelt onder het elastiek door aan de luier. Jeeee, echt kletsnat! Maar goed dat ik dat plastic broekje aan heb, anders was mijn bed nou vast doorweekt. En net als elke bedplasser heb ik een grote hekel aan lekkage. Het is te vroeg om al op te staan, en ik glij weer ongemerkt in slaap.
“Ben je al wakker?” wekt Tom me. En als ik ja zeg, met een grote grijns: “Nat zeker?”
Dat kan ik niet ontkennen. Het lijkt wel of er geen droge draad meer aan die luier zit. ’t Is veel natter dan met een drynite. Hoe heeft Tom het gehad – “Jij ook nat?” vraag ik. Yup, zegt Tom en staat op om me het resultaat te laten bekijken. Ja, zo ziet een volgeplaste drynite eruit; ook Tom heeft het die nacht niet droog gehouden. Ik sta ook op en Tom roept bewonderend:
“Zo hee! Da’s niet een beetje nat! Je had ook ´n dubbele om moeten doen!”
Ja, weet ik veel! “Anders kouder dan in de drynites hoor” zeg ik, en dan dapper:
“Maar daar ga ik wat aan doen!”
En met dat ik het zeg laat ik het lopen en plas met opzet nog eens in de luier. Die is al doornat en neemt niets meer op, maar het doorzichtige plasticbroekje vult zich nu duidelijk. Je ziet het stromen en ik zet er nog een beetje druk op! Lekker warm vind ik het. Het klotst in mijn plasticbroekje, maar het elastiek rond m’n benen houdt alles nog binnen.
Ik zie hoe ook Tom z’n benen wat uiteen zet, en ik weet maar al te goed wat hij aan het doen is: ook Tom staat nog een keer in zijn luier te plassen! En zo te zien vindt ook hij dat wel een fijn gevoel.
Voorzichtig, om niet te lekken, lopen we naar de badkamer. Die is gelukkig ook boven. Of ik zonder lekkage beneden zou zijn aangekomen, betwijfel ik…
In de douche doe ik eerst het plasticbroekje uit, schuif het zorgvuldig over mijn benen naar beneden en stap er uit. Dan de doorweekte luier uit en in de wasmand.
Tom heeft het makkelijker: gewoon uitdoen, en dan kan zijn natte luier zo in de afvalbak. Ik neem de douche en spoel eerst het natgeplaste plasticbroekje af, Tom neemt ondertussen de douche die in de badkuip hangt. Even stoeien….
Ik gooi het plasticbroekje naar Tom: “Die is van jou!”
“Hou maar” zegt Tom, “ik heb er genoeg!”
En daar ben ik erg blij mee, want ik heb nu al in de gaten dat ik dat plasticbroekje vaker aan wil, desnoods over de drynites heen. Schoon en vrolijk gaan we naar beneden.
“Ik hoorde jullie in de douche”, zegt ma. “Weer in bed geplast?”
“Ja ma”, zeg ik, en “ja mevrouw” echoot Tom.
“Eigenlijk moeten jullie je schamen!” zegt mijn moeder. “Jullie zijn vijftien jaar en dat is echt te groot om nog in bed te plassen!”
En ik schaam me ook best wel een beetje, maar als ik zie hoe Tom me een vette knipoog geeft is dat gauw over.
“Volgend weekend bij mij?” vraagt hij, en ik knik.
“Mag ‘t, ma?”
`Je doet maar” zegt ze. `Maar ´t blijft een schande, zulke grote jongens die nog in bed plassen!”
Deel 3 staat verder op.