De proefpersoon deel 22
Mijn vader stormt de kamer in, gevolgd door een tweede man. De vader van Inez vermoed ik. Mijn vader kijkt mij woest aan. 'Daar ben je dan klein kreng' schreeuwt hij.
Inez wordt bang van het geschreeuw van mijn vader en begint te huilen. 'Henry doe eens rustig, je maakt ze helemaal bang' zegt de vader van Inez. En hij pakt Inez op en houdt haar troostend tegen zich aan.
Inez is blijkbaar blij haar vader te zien en ze kalmeert enigzins. 'Volgens mij zit Sophie hier achter' zegt mijn vader.
'Ik weet niet wat er aan de hand is maar volgens mij is ze tot meer in staat dan wat we denken, misschien dat de medicijnen zijn uitgewerkt.'
'Wat doen we nu?' Vraagt de vader van Inez. 'Ik denk dat we Sophie en Inez naar de kliniek moeten brengen voor onderzoek.' Ik schrik, ik wil niet terug naar de kliniek dan begint alles weer van voor af aan.
De vaders staan te overleggen hoe ze het verder zullen aanpakken en letten even niet op mij. Ik schiet overeind en sprint naar het gat van de deur. Helaas. Mijn vader heeft het door en pakt me bij mijn arm.
'Hier blijven jij!' Schreeuwt hij. 'Laah muh los' Ik probeer me los te rukken, maar hij is veel te sterk. Ik gil de boel bij elkaar en ook Inez begint weer te huilen.
'Ik weet wel raad met jou' zegt mijn vader. Hij legt mij over zijn schouder, mijn vuisten beuken op zijn rug. Mijn vader zet mij in de rolstoel en maakt alle riempjes vast, ik kan geen kant meer op. Ik scheld mijn vader uit voor alles wat los en vast zit. Mijn vader pakt een theedoek en rolt die op. Hij propt hem in mijn mond en knoopt deze achter mijn hoofd vast.
De theedoek trekt strak in mijn wangen en ik kan geen woord meer uitbrengen. Van woede springen de tranen in mijn ogen. 'We gaan naar de kliniek.' Zegt mijn vader. Even later lopen we de oprijlaan van het huis van Inez op.
Ik in de rolstoel en Inez, die de situatie niet echt lijkt door te hebben, op de arm van haar vader. Mijn vader duwt mij het busje in.
In de centrale hal van de kliniek staat directeur Joke Koenen ons al op te wachten, samen met een verpleegkundige. 'Door telefoon zei U dat er wat probleempjes waren met Sophie.'
'Ja, ze kan weer lopen en praten gaat ook heel behoorlijk, ze is samen met Inez bij ons weggelopen.' Antwoordt mijn vader. 'Jullie waren bezig om de medicijnen wat af te bouwen, misschien dat de oorzaak is. We zullen het onderzoeken.' De verpleegkundige stroopt een van mijn mouwen op, zoekt een ader en drukt er een injectienaald in. 10 seconden later wordt alles zwart.
Ik word wakker, het is donker. Ik heb het gevoel dat ik iets mis. Ik kan alleen niet bedenken wat. Ik voel een huilbui opkomen en barst in snikken uit. 'Wat is er Sophietje?'
Het is een stem die ik herken, maar door de duisternis kan ik niet zien wie het is. 'Waarom moet jij huilen? Oh, ik zie het al je bent je speentje kwijt.' Ik voel dat er een speentje in mijn mond wordt gedrukt, onmiddellijk kalmeer ik en val weer in slaap.
Ik word opnieuw wakker. Dit keer is het licht. Ik kijk om heen om te zien waar ik ben. Het is de babyruimte van de kliniek, ik herken de 6 bedjes aan elke kant.
In het bed naast me ligt Inez. Aan de overkant zijn nog twee bedjes bezet. Ik onderzoek mijn situatie. Ik leeg volledig vastgebonden.
Ik kan mijn voeten niet bewegen, en mijn polsen zitten met riempjes vast aan mijn tailleband. Ik voel wel dat ik kracht in mijn armen en benen heb. Ik probeer te praten, maar er komen alleen klanken uit.
Blijkbaar ben ik weer terug in de toestand toen ik de kliniek verliet. Aan het gevoel in mijn kruis te oordelen heb ik een luier om die allang niet is verschoond en heb ik ook gepoept.
'Goedemorgen Sophietje' hoor ik plotseling. Ik herken de stem van vannacht en zie nu ook de persoon. Het is Claudia een van de twee verpleegkundigen van de babygroep.
'Niet gedacht, dat ik jou hier nog eens zou zien, maar leuk dat je er bent.' Zegt ze. 'Ik zal eens beginnen met jou lekker te verschonen en daarna gaan we een lekker flesje drinken want je zult wel honger hebben.'
Ze maakt de riempjes los en tilt me van het bed op de komode. 'Nou, nou, dat is wel nodig' zegt ze, terwijl ze mijn rompertje open knoopt. Niet veel later ben ik verschoond en lig ik op de schoot van Claudia. Ze stopt het flesje in mijn mond en ik begin gretig te zuigen. Even later komt Joke binnen. 'Hoe is het met haar?'
'Volgens mij is ze weer volledig terug naar het babyniveau. Ik zie geen tekenen dat ze coordinatie heeft over armen en benen en toen ze wakker werd lag ze wat onsamenhangend te brabbelen, dus haar spraakvermogen is ook weer weg.'
'Goede zaak, we kijken het vanmiddag aan en anders kan ze morgen weer naar huis.' Zegt Joke en ze geeft me een aai over mijn wang. 'Je hebt ons wel laten schrikken kleine deugniet.'
Ik lig op het speelkleed samen met Inez en de twee andere babies. Inez is zo te zien ook weer volledig terug naar haar babyniveau. Ze herkent mij niet meer. Ik overdenk de situatie.
Als ik niks doe ga im morgen weer naar huis, naar mijn vader die zint op wraak. Maar als ik forceer dat ik hier kan blijven dan wordt waarschijnlijk de dosering van de medicijnen verhoogd, met het risico dat ik straks daadwerkelijk mijn armen en benen niet meer kan gebruiken.
Als dat eenmaal gebeurt ben ik echt reddeloos verloren. Ik besluit me als dociel babietje te gedragen, ook al betekent dat, dat ik morgen naar mijn verschrikkelijke vader terugga.
De volgende dag word ik al vroeg door Claudia gewekt. 'Wakker worden Sophietje, vandaag mag je naar huis.' Na het ochtend ritueel van verschonen, flesje en bordje pap word ik in de rolstoel gezet, de riempjes worden vastgemaakt.
Niet veel later rijden we door de gangen van de kliniek. In de kamer van Joke zitten mijn ouders al te wachten. Mijn moeder komt huilend op me af. 'Oh, Sophietje, meisje, ik heb je zo gemist en wat was ik ongerust.'
Ze streelt door mijn haar en aait over mijn wang. 'Ik krijg een brok in mijn keel, ik merk nu dat ik mijn moeder ook heb gemist.' Mijn vader keurt mij geen blik waardig.
'Nou gelukkig is alles weer goed gekomen met Sophie' zegt Joke. 'We hebben de dosering van de medicijnen weer teruggebracht naar het oude niveau.
Het was blijkbaar niet zo'n goed idee deze te verlagen. Ik denk dat we niet meer moeten experimenteren. Ik stel voor dat we de controle even wat vaker doen, ik denk aan eens per week.' Mijn ouders knikken. 'Nou het beste met Sophie, en nogmaals ik ben blij dat het zo is afgelopen. En jij niet meer stout zijn, he? Zegt Joke met een glimlach naar mij.
We lopen door de centrale hal. 'Oh wacht even Henry. Ik moet nog even naar het toilet.' Zegt mijn moeder en ze loopt weg. Mijn vader en ik staan alleen in de hal. Mijn vader brengt zijn gezicht vlak bij die van mij.
'Je begrijpt natuurlijk wel dat je straf hebt verdiend. Mammie is vanavond niet thuis en dan zal pappie eens wat tijd aan jouw opvoeding besteden. Ik denk dat jij dan maar eens moet laten zien dat jij ook heel lief voor pappie kan zijn en hem lekker moet verwennen.' Mijn vader kijkt mij indringend aan. Mijn maag draait zich om. Hoe kom ik hier onder uit? (Wordt vervolgd)