De proefpersoon deel 17
'Vandaag gaan we naar de kliniek voor controle' zegt mijn moeder terwijl ze mij aan het verschonen is.
Dit betekent dat ik nu al weer een maand bij mijn 'nieuwe' ouders ben.
Een maand waar ik met zeer gemengde gevoelens op terug kijk. Wel beschouwd bevalt het leventje als babietje ansich niet slecht. Het om hebben van luiers is aangenaam. Het gevoel als mijn luier zich vult met warme plas is heerlijk.
Ook het behandeld worden als een willoos persoontje geeft een prettig geborgen gevoel. Ik vraag me af in hoeverre dit door de medicijnen komt. Mijn moeder vertroetelt en verzorgt me met veel liefde, bij haar voel ik me op mijn gemak.
Maar helaas is er ook nog mijn vader. Gelukkig was ik de afgelopen maand niet heel veel met hem alleen. Maar de enkele keren dat ik door hem werd verschoond of gevoerd waren altijd onaangenaam. Of ik kreeg slaag of hij zat net iets te naderukkelijk aan mijn intieme delen.
Om hem wil ik ook weg uit deze situatie maar helaas heb ik nog geen nieuwe mogelijkheden gekregen. Ik ben zelden alleen en meestal in mijn rolstoel vastgebonden. Wel legt mijn moeder me 's ochtends vaak een uurtje in de box op mijn kamer. Ik ben dan even alleen en kan dan gaan staan en wat oefeningen doen.
Ik wil voorkomen dat ik bij een volgende vluchtpoging weer omval.
Ik ben ondertussen verschoond en aangekleed. 'Zo klaar is mijn kleine meid' en mijn moeder tilt me van de komode in de rolstoel en maakt de riempjes vast.
Even later rijden we in de het busje naar de kliniek, mijn vader is gelukkig niet mee. Als we van de parkeerplaats naar de ingang lopen komt een vrouw ons tegemoet, zij komt uit de kliniek, en duwt ook een rolstoel.
Als ze dichterbij komen begint mijn hart sneller te kloppen.
Ik herken de persoon in de rolstoel, het is Inez. Van opwinding roep ik haar naam, maar ben even vergeten dat ik niet kan praten. 'Unne, unne' Er komen alleen wat klanken uit mijn mond. 'Ja dat is een ander babietje' zegt mijn moeder.
Als we elkaar passeren kijk ik Inez aan. Ze herkent mij niet. Zo te zien is te ver heen, bij haar hebben de medicijnen waarschijnlijk wel hun volledige werk gedaan. Inez laat haar. knuffeltje vallen.
Mijn moeder raapt het op en geeft het aan Inez. Ze begint te lachen. 'Wat is ze schattig' zegt mijn moeder tegen de vrouw achter de rolstoel. 'Ja het is een hele lieve meid, maar die van u ziet er ook lief uit' de vrouw streelt over mijn wang.
'Ja, dat is ze ook ik ben er erg blij mee, het is een hele stap zo'n adoptie, maar ik zou haar niet meer willen missen.' Adoptie, denk ik, amehoela, ik ben gewoon gekocht en Inez waarschijnlijk ook.
Gaan deze dames nou een beetje de schijn lopen ophouden naar elkaar? 'Ik zou Inez ook niet meer willen missen ik vind het zo heerlijk om voor zo'n grote baby te zorgen.'
'Zullen we anders eens keertje koffie drinken dan kunnen we ervaringen uitwisselen?' Stelt mijn moeder voor.
'Ja dat lijkt me goed plan, ik pak even mijn telefoon en dan kunnen we gelijk even afspreken.'
'Over twee weken op woensdag?' 'Kom je dan bij ons?' Stelt de vrouw voor. 'Oke, is het goed als ik Sophie mee neem?'. 'Ja is goed, lijkt me ook leuk voor Inez.' 'Mooi afgesproken, wat is het adres?' De moeder van Inez geeft het adres.
'Maar nu moeten we snel gaan anders zijn we te laat.' Doei'. Ik werp een laatste blik op Inez, die zo te zien van het gesprek niets heeft meegekregen. Ze lijkt niet ongelukkig, maar toch heb ik met haar te doen.
Even later zitten we in de kamer van Joke Koenen, de directeur van de kliniek.'Hoe gaat het?' Vraagt Joke.
'Sophie is een heel lief babietje, makkelijk in de omgang, huilt weinig, drinkt zoet haar flesje en is niet moeilijk met eten.
Eigenlijk de perfecte baby.' 'Goed om te horen, geen moeite met het toedienen van de medicijnen?' 'Nee, die doe ik altijd door het flesje en Sophie vindt het krijgen van de fles heerlijk.'
'En ze poept en plast ook goed?' 'Ja dat is ook allemaal in orde. Ik heb nog wel een andere vraag ik zou het leuk vinden als Sophie zich wat zou ontwikkelen. Het lijkt me leuk om haar woordjes te leren of zo iets, is dit mogelijk?'
'In principe wel' antwoordt Joke. 'We zouden de dosering wat kunnen aanpassen, alleen is niet altijd goed te voorspellen wat de effecten zijn, maar we zouden eens wat kunnen proberen.
Ik zal wel dit wel even laten uitzoeken en zet de nieuwe dosering op de mail, is dat goed?' Mijn moeder knikt. 'ik heb dit trouwens nog voor u' Joke overhandigt een foldertje aan mijn moeder. 'Dit is van de dagopvang waar we goede contacten mee hebben. Misschien leuk voor Sophietje om eens in een andere omgeving wat indrukken op te doen. Heeft u verder nog vragen?'
Mijn moeder staat op om afscheid te nemen. Joke loopt naar me toe en streelt mijn haar. 'Fijn om te horen dat jij zo'n lief babietje bent geworden.'
Als ik 's avonds in mijn bed lig denk ik terug aan het gesprek met Joke, ik ben benieuwd wat het effect van de nieuwe dosering van de medicijnen zal zijn. Het is ook bizar dat ik Inez ben tegengekomen en dat we elkaar over twee weken zullen zien, ik kan me er nu al op verheugen.
Van de opwinding kan ik niet slapen. Ik probeer met te ontspannen door op mijn speentje te zuigen, bewegen kan ik me niet, ik ben volledig gefixeerd. Wel voel ik hoe mijn blaas leegloopt, de warme urine verspreidt zich in mijn kruis. Een heerlijk ontspannen gevoel overvalt me en ik doezel langzaam weg. Als plotseling de deur van mijn kamer open gaat en ik het silhouet van mijn vader in de deuropening zie. Ik schrik en ben meteen weer klaarwakker. Wat komt hij hier doen? (Wordt vervolgd)