Nog niet klaar De weduwnaar

beddenplasser

volwassen peuter
HOOFDSTUK 16 VREUGDE EN VERDRIET

Ik draai me om in bed en zie dat Inge net bezig is haar ogen te openen. Op het moment dat ik merk dat ze wakker genoeg is kruip ik wat naar haar toe, plant mijn lippen kort op de hare en ga dan terug op mijn eigen plekje liggen terwijl ik naar haar kijk.
“Goeiemorgen, Inge, en gelukkige verjaardag.”
Ik zie dat mijn opmerking haar effect niet mist. Een afwezige maar gelukkige glimlach verraadt dat ze met haar gedachten elders is. Het duurt daarom eventjes voor ze beseft dat ze iets vergeten is.
“Dankjewel, Koen. En dank je wel dat je aan mijn verjaardag hebt gedacht. Hoe wist je dat het vandaag is ?”
“We zijn verleden week toch naar het gemeentehuis geweest en de ziekenkas en zo. Ik heb je geboortedatum genoeg keren te horen gekregen om hem niet te onthouden.”
“Het is wel plezant om zo wakker te worden.”
“Hoe bedoel je ?”
“Gewoon, wakker worden naast iemand die je graag heeft. En die ochtendzoen heeft ook wel iets. Je wordt er gelijk warm van vanbinnen. Wordt jij er niet gelukkig van ?”
“Tuurlijk wel. Anders had ik het niet gedaan. Welk cadeau wens je voor je verjaardag ?”
Inge kijkt me met een grote verwonderde blik aan.
“Ben jij nu helemaal knetter ? Gewoon dit alles, dat wij hier mogen wonen, dat wij ons leven terug op poten kunnen zetten, en dan vraag jij welk cadeau ik moet hebben. Wat is dit dan ? Echt Koen, gij zijt gewoon geschift. Zeker dat je niet verliefd op me bent ? Met wat voor cadeaus heb jij al niet zitten zwaaien de voorbije weken.”
Ondanks dat ze me zwaar onder vuur neemt, zie ik toch vooral hoe het geluk van haar gezicht straalt.
“Is er dan niks dat je mist ? Het zou toch kunnen ?”
“Nee, er is niks dat ik mis. Of… Ja, nee, ik… Nee, NEE, er is niks dat ik mis.”

“Inge Cleynen, je hebt je verraden. Je liegt, en je weet zelf ook dat je liegt.”
Inge is niet sterk genoeg om koppig te blijven.
“Ja, er is nog iets dat ik mis, maar dat kun jij me op dit moment onmogelijk geven, en ik wil ook niet dat je me dat op dit moment geeft.”
“Dus ik zou het op dit moment wel kúnnen geven. Mag ik het weten ? Is het misschien iets meer lichamelijks ?”
Ergens zie ik een opluchting in haar blik, precies of ze kan het tegen iemand vertellen. Ongevraagd komt ze tegen me gelepeld liggen en legt ze mijn hand en arm tegen haar borstkas aan. Onder mijn arm voel ik haar warme tepel drukken.
“Misschien heel stom, maar weet je wat ik mis ? Het gevoel van een warme penis die in mij zit. Gewoon dat gevoel. Niet de seks, niet het gewriemel of gelik aan mijn lijf, maar gewoon zo’n warme stijve massa die in me zit, daar kan ik wel van genieten. Dat geeft een heel apart gevoel en dat gevoel mis ik wel. En geen enkel ander voorwerp of lichaamsdeel heeft dat al kunnen vervangen.”
“Da’s ineens wel heel direct. Ik hoop dat je het me niet kwalijk neem dat ik je dat nu nog niet kan geven ?”
“Tuurlijk niet. Ik verwacht van jou juist niks. Maar je vroeg er gewoon achter. Dan antwoord ik ook eerlijk. Maar los daarvan ben je wel welkom in mij.”
Om haar woorden kracht bij te zetten, drukt ze me steviger tegen haar aan. Ik voel hoe haar tepel harder wordt. Ik neem aan dat ze op dit moment vooral heel opgewonden is. Veiligheidshalve zwijg ik verder en laat haar maar in haar fantasie.

Terwijl ik besef dat haar lichaam mij ook last doet hebben van hormonale schommelingen, voel ik iets heel anders gebeuren onder mijn arm. Haar hele lichaam ontspant zich, en al snel merk ik een diepe regelmatige ademhaling. Voor mij het teken om een volgende deel van de verrassing te bezorgen.
Snel glip ik uit bed en leg de deken goed over haar zodat ze verder kan slapen. Op mijn sokken ga ik naar boven en doe de deur van de slaapkamer zachtjes open. Twee paar groenbruine ogen kijken me hoopvol aan.
“Dag meisjes. Weten jullie nog welke speciale dag het vandaag is ?”
Ik heb het niet meer met de meisjes kunnen bespreken, maar ze hebben het er zeker met mijn moeder over gehad. Nu zie ik vooral onwetende blikken.
“Heeft mijn mama niks met jullie gedaan woensdag ? Hebben jullie geen tekeningen gemaakt ?”
Nu krijg ik twee ja-knikkers als antwoord. De ringen van hun fopspenen tikken als antwoord tegen het schildje, wat wel een komiek effect heeft.
“Voor wie waren die tekeningen ? En weten jullie nog waarom ?”
Sarah mompelt van achter haar fopspeen het woordje mama, reden genoeg om het tutje uit haar mond te nemen en te vragen duidelijker te spreken.
“Voor mama, voor haar verjaardag.”
“Helemaal juist. En vandaag verjaart ze. Wat zouden jullie er van zeggen nog eens bij haar in bed te gaan liggen. Dan ga ik beneden het ontbijt klaarmaken.”
Ik heb zelfs geen antwoord meer nodig, want hun oogjes beginnen te blinken van plezier. Ik geef Sarah haar tutje terug en hef ze één na één uit bed. Samen gaan we de trap af en onze slaapkamer in.
Als vanzelf kruipen de meisjes op bed en zoeken een plekje tegen hun mama. Niet dat ik denk dat er nog veel geslapen zal worden nu, maar ik ben er zeker van dat Inge dit gebaar ook waardeert. Ik zie haar toch met veel warmte haar meisjes omarmen en bij zich trekken.

Beneden doe ik eerst de klassieke dingen. Ik zet koffie, zet de ramen open zodat het beneden al kan verluchten, laadt de vaatwasser uit en zet voor de rest alles klaar voor een ontbijt. Als laatste doe ik de ondertussen doorgelopen koffie in de thermos.
Tot daar verloopt het normaal, maar vanaf dan kan je niet meer van de klassieke ochtendroutine spreken. Ik maak pistolekes voor de drie dames en voor mezelf, neem vier tassen en een kommetje melk en zet alles op een dienblad. Daarna maak ik de verrassing klaar die ik me een week eerder herinnerde door iets wat Inge zei.
Na enkele minuten is de verrassing volledig klaar en lukt het me om met een vol dienblad en een thermos koffie naar boven te gaan. Boven aangekomen ben ik blij dat ik alles even in de bureau kan neerzetten zodat ik de deur van de slaapkamer kan opendoen.
In de deuropening zie ik drie paar glunderende en verwachtingsvolle ogen kijken. Ze voelen ook aan dat er iets op til is. Als eerste neem ik de thermos en zet die op de commode in de slaapkamer. Dan draai ik terug de hoek en neem het dienblad, er voor zorgend dat geen van de drie de verrassing al kan zien.

“Inge, weet je nog wat je verleden week tegen me zei toen de meisjes op de schoot van Kathy lagen te luisteren naar het verhaaltje dat Kathy voorlas ?”
Haar blik verraadt al dat ze het niet onmiddellijk kan herinneren.
“Je hebt toen iets gezegd over de meisjes. Je vond een bepaald beeld echter, maar je had het er moeilijk mee omdat ze al wat ouder zijn.”
Ze kijkt me eerst nog bedenkelijk aan, maar plots zie ik een blik van herinnering in haar ogen.
“Ja, dat. Ja, nu weet ik het weer. Maar wat heeft dat te maken met vandaag ? Of bedoel je, bedoel je dat je het nu bij hebt ?”
“Ja. Toen je het verleden week zei, leek het me ook een bizar iets, maar toch is het blijven malen. En gisteren besefte ik plots dat alle gerief van ons Janne nog in de kast stond, en we het dus gewoon konden uitproberen. Wil jij het geven, of wij samen, of laten we het hen doen ?”
“Ik wil het geven, en als ze willen wij samen. Maar dan wil ik wel dat je dicht tegen me aan komt zitten.”
Het volgende moment stelt Inge het plan voor aan de meisjes. En zoals al zoveel keer is gebeurd de voorbije weken, laten ze ook dit weer toe zonder één woord van onbegrip of weerstand. Ik installeer de plateau op bed, en plak mezelf tegen Inge. Even later ligt Sofie bij mij en Sarah bij Inge te genieten van een volle fles warme poedermelk voor kleuters die we hen geven. Ik kan niet zeggen wie van ons vier het hardste geniet.
Het knusse gezinsmoment wordt daarna gewoon verder gezet met de pistolets en voor Inge en mij een tas warme koffie. De twee andere tassen hebben we niet nodig. Ik had ze meegepakt voor het geval de meisjes het niet zagen zitten dat ze een fles kregen. Maar ik ben er nu wel zeker van dat wat zonet gebeurde, vanavond al een vervolg krijgt. Dit was te intens fijn.
Het plezante is ook dat de meisjes gewoon bij ons blijven zitten, ook al nemen we de tijd om onze koffie te drinken. Niet dat we veel keuze hebben. We zouden ons bakkes los verbranden mochten hem sneller proberen drinken.

Tegen half tien moet ik het volgende deel van het plan in werking zetten. Ik stel voor dat ik de meisjes verschoon en daarna een douche pak. Inge gaat op mijn voorstel naar beneden met het dienblad en de thermos.
Voor Inge naar beneden vertrekt, houd ik haar de kamerjas voor die altijd van mijn vrouw is geweest. Ook nu merk ik nog enige weerstand, maar die wordt door mij vakkundig de grond in gebeurd. Nadat ze haar tweede arm er heeft ingestoken, trek ik haar tegen me aan zodat we gelepeld staan. Ze laat het gelukkig toe dat ik hem met de stoffen band dichtknoop, waarna een gemeende van-achter-naar-voor-knuffel volgt.
Ik neem rustig de tijd om de meisjes een propere luier aan te doen, naar de badkamer te gaan, mijn tanden te poetsen, zelf mijn eigen luier uit te doen en in de douche te stappen. Mijn plan is meer dan geslaagd als ik kort nadat ik mezelf nat heb gemaakt de deurbel hoor gaan.

Ik ben me net aan het inzepen als ik de deur van de badkamer hoor opengaan. Aan de voetstappen hoor ik dat Inge is binnengekomen. Zwijgend hoor ik dat ze haar tanden begint te poetsen. Terwijl ik ondertussen de kraan terug open zet om me af te spoelen, zie ik ondanks het matte glas dat Inge zich begint uit te kleden, op haar luier na.
Nog voor ik de tijd heb om er uit te komen, zie ik de douchedeur open gaan. Ik heb niet gezien dat ze haar luier heeft afgedaan, maar resultaat is wel dat ze nu volledig naakt is, de douche binnenstapt en zich tegen me aan duwt om de douchedeur te kunnen sluiten.
Voor ik van de verbazing ben bekomen draait ze zich, slaat haar armen rondom mij en geeft me een dikke kus op de lippen. De directe aanrakingen langs alle kanten zijn teveel voor mijn hormonenbalans, die zwaar één kant op helt. Inge boelt dit natuurlijk ook, en beantwoordt dit met een stralende glimlach, haar armen nog steeds rond mij geklemd.
“Jij beseft toch wel dat ik mijn luier nog aan had. Ik was blij dat ik die kamerjas aan had. Mijn slaapkleedje verhult die luier van geen kanten.”
“Waarom denk je dat ik je in die kamerjas heb gestoken, en dat ik er voor heb gezorgd dat hij zeker goed aan was ?”
“Jij bedoelt dat dit deel van het plan was, mij in mijn slaaptenue de voordeur laten open maken omdat iemand het nodig vond een boeket bloemen te geven voor mijn verjaardag.”
“Dat was een deel van het plan. En die van de bloemenwinkel was er op voorzien, dat hij eventueel meerdere keren moest proberen. Maar ik heb zo de indruk dat je het wel kan appreciëren.”
“Wel kan appreciëren ? Koen, ik ben er superblij mee. En het zijn zo’n mooie bloemen. Ik weet eigenlijk zelfs niet of ik die man wel heb bedankt, zo in shock was ik daarjuist.”
Inge legt even haar hoofd tegen mijn borstkas en vertelt van daaruit verder.
“Ik heb nog nooit bloemen van iemand gekregen. Ook niet van mijn klanten of van mijn baas vroeger. Echt Koen, dit was een hele, hele fijne verrassing.”
“En de meisjes ?”
“Die zijn heel gefascineerd door dat boeket. Ik heb hen heel duidelijk moeten maken dat ze er enkel aan mogen ruiken, niet er met hun handen aan komen. Ik heb het trouwens voorlopig in de pompbak gezet in een bodempje water. Ik weet niet waar jouw vazen staan.”
“Da’s niks. Dat zal ik sebiet wel doen. Kom, pak je shampoo maar. Als jij het goed vindt, was ik jou.”

De rest van de voormiddag verloopt heel rustig. Er moet toch nog wel wat gebeuren qua administratie, zeker voor die van Inge. Samen zetten we ons voor de laptop beneden om de verschillende mails die daarrond binnengekomen zijn door te nemen.
Geen kat zou ons geloven als we zeggen dat we geen koppel zijn, mochten ze weten wat er tussen ons gebeurt. Niet alleen het samen slapen en de vele kussen op de mond neigen in die richting, maar het samen douchen en vooral dat ik haar mocht wassen, is uitzonderlijk.
We voelen echter allebei feilloos de grens die we hebben opgetrokken. We weten dat we fysiek aangetrokken worden tot mekaar, en net dat maakt dat we de grens kunnen trekken. Toen ik daarnet haar borsten waste, was het goed zichtbaar dat we allebei opgewonden waren, maar geen haar op mijn hoofd dat er aan dacht hier gebruik van te maken.
De enige die denk ik onze situatie correct kan inschatten, is Kathy. Ik heb al lang door dat Kathy zich niet rap van de wijs laat brengen door bizarre situaties. Haar werk zal daar wel een rol in spelen. En ze is zelf ook behoorlijk lichamelijk ingesteld. Dat heb ik al genoeg aan den lijve ondervonden.
Aan mijn zus bijvoorbeeld moet ik zelfs niet proberen dit uit te leggen. Die is op zich heel ruimdenkend, maar die snapt gewoon niet dat er nog heel wat meer variaties bestaan dan enkel man-vrouw, man-man of vrouw-vrouw. Op dat vlak stonden mijn vrouw en ik veel dichter op dezelfde lijn.

Het is al half één gepasseerd als we eindelijk klaar zijn. Terwijl ik wacht tot de laptop volledig is afgesloten, gaat de deurbel. Inge kijkt op, en kijkt daarna mij recht in de ogen. Ik probeer zo neutraal mogelijk te kijken.
“Ga jij anders even opendoen ? Dan kan ik de laptop wegzetten.”
Inge gaat de deur opendoen, maar ik maak me geen illusies dat mijn theater heeft standgehouden. Ze zal wel doorhebben dat er terug iemand voor haar aan de deur staat. Ik hoor de deur opengaan, direct gevolgd door het geritsel van plastieken zakken. Op het moment dat ik in de hal kom op weg naar boven, volgt de begroeting pas.
“Goeiemiddag, schattebout. En een heel gelukkige verjaardag. Is het al prettig geweest ?”
Nog voor Inge kan reageren, pakt Kathy haar vast, geeft haar eerst een dikke zoen op elke kaak, waarna ze vol haar lippen op die van Inge plakt. Nog terwijl ze Inge vast heeft, wenkt ze ook mij en proef ik ook de zoete smaak van haar lippen op de mijne als begroeting.
“Ik neem aan dat ook dit bezoekje niet onaangekondigd is ?”
“Koen, weet Inge van niets ? Heb je niet gezegd dat ik kwam ?”
“Kathy, Koen zit mij hier al heel de dag te verrassen. Ik weet gewoon met mijn geluk geen blijf meer.”
“Da’s toch plezant. Gewoon van genieten. Trouwens, als je inderdaad van niks weet, ga dan maar eventjes naar boven, dan kan ik beter mijn plan trekken.”

Inge sputtert tegen, maar ze kan niet beletten dat ik de laptop in haar pollen duw met de instructie die boven in de bureau te leggen. Ze ziet in dat ze toch nog niet te weten gaat komen wat Kathy en ik hebben bekokstoofd, en vertrekt dan maar naar boven.
Wij zetten snel de inhoud van de plastieken zakken op de voorziene plaats, en beginnen de tafel te dekken. De meisjes, die al heel de tijd beneden aan het spelen waren met de poppen, hebben eindelijk door dat Kathy er is. Ook zij krijgen de ondertussen gekende begroeting, terwijl ze één na één worden opgepakt door hun grote vriendin.
Geen tien minuten later zitten we aan tafel en vertelt Inge honderduit. Haar verjaardag heeft in ieder geval al grote indruk op haar gemaakt. Mijn plan om er voor haar een onvergetelijke dag van te maken is al zeker gelukt.
Zeker als Kathy even verdwijnt in de keuken en begint te rommelen. Mijn rol beperkt zich tot het nemen van twee opgerolde vellen papier uit een schuif van de grote buffetkast. Op het moment dat ik een vlammetje zie in de keuken, neem ik de meisjes ook mee naar de keuken. Inge heeft natuurlijk wel door dat er iets staat te gebeuren, maar is wel zo slim nu haar nieuwsgierigheid te onderdrukken en af te wachten.
Het moment dat we met zijn vieren beginnen zingen en Kathy triomfantelijk een taart op tafel tovert met eenentwintig brandende kaarsjes houdt Inge het echter niet meer droog. Met een van tranen gedrenkt gezicht slaagt ze er uiteindelijk in alle kaarsjes uit te blazen, waarna ze haar dochtertjes op de schoot neemt om naar hun tekeningen te zien.

De namiddag brengt ons naar de bossige omgeving van het Middelheim in Wilrijk. Omdat we stevig willen doorstappen, zijn de meisjes veiligheidshalve toch maar in de buggy gezet. Geen overbodige luxe trouwens. Het gewieg en geschokker over de soms oneffen wegen heeft wel degelijk voor effect dat ze in slaap sukkelen.
En net zo feilloos dat ze voelden dat ze in slaap mochten sukkelen, voelen ze ook aan dat ze wakker moeten worden. Vlak voor we de oprijlaan naar het café opdraaien, laten ze ongeveer tegelijkertijd van zich horen, goed wakker om zich te storten op één of ander lekker drankje.
Tijdens de wandeling duw ik eigenlijk altijd de buggy. Niet dat het is afgesproken. Nee, het gebeurde gewoon, en ik vind het wel fijn. Kathy en Inge lopen eigenlijk de hele tijd arm in arm en soms ook hand in hand bij elkaar. Er zijn momenten dat ik zelfs hun gesprekken niet volledig volg. Je kan er echter niet naast kijken dat die twee mekaar heel graag hebben.
Ook tijdens de wandeling terug naar de auto en nadien bij ons thuis blijven de twee dames bij mekaar in de buurt, tot en met het maken van eten en het in bad zetten van de meisjes. En had ik vanmorgen nog de eer een fles te mogen geven, nu beperkt mijn rol zich tot toeschouwer.

Nadat de meisjes in bed zijn gelegd, door de twee dames, zetten we ons in de zetel. Kathy laat merken dat ze nog een mededeling te doen heeft.
“Koen en Inge, ik vrees dat jullie me een tijdje gaan moeten missen. Ik heb het aanbod gekregen een stage te mogen gaan doen in het buitenland. In ’t kort.”
”Wow, fijn. Naar waar trekt het ? En voor hoe lang dan ? En kunnen we je komen bezoeken ?”
“Koen, rustig. Er is een stageplaats vrijgekomen van iemand die ernstig ziek is geworden, en de reis niet durft maken nu. Ik ga kunnen meedraaien bij enkele politie-units in Canada. De stage zelf duurt vier maanden, maar een hele goeie vriendin woont al een tijdje in Montréal. Toen ze hoorde dat ik naar Canada kwam, heeft ze aangeboden dat ik na mijn stage zes weken bij haar intrek neem en dat we samen verlof pakken.”
“En wanneer vertrek je dan ?”
“Binnen twee weken. En ik betwijfel eerlijk gezegd of ik voordien nog bij jullie geraak. Ik heb het daarnet trouwens al tegen de meisjes gezegd. Daarom dat ik iets langer wegbleef daarjuist.”
“Wat zeiden ze ?”
“Ik betwijfel of ze echt begrepen dat ik langere tijd niet meer zal komen. Maar langs de andere kant hebben ze jullie gewoon. Een mama en een soortement pluspapa, en een volledig veilige omgeving. Meer heeft zo’n kleuter niet nodig.”

“Schattebout, ik kom terug, hé. Ik ga niet verhuizen, hoor. En er zal wel een mogelijkheid zijn om te skypen of zo. We gaan mekaar echt nog wel zien. Kom hier, dat ik jouw eens heel goed vast pak.”
Inge laat haar tranen al eventjes de vrije loop. Tijdens het gesprek in de zetel was ze stilgevallen, ze had zich nog eventjes goed gehouden, maar nu Kathy op het punt staat te vertrekken is de veer gebarsten. Ze ligt nu haar hart uit te storten in de armen van haar goeie vriendin.
Het duurt met gemak nog tien minuten eer Kathy echt een laatste zwaai doet vanachter het raam van haar auto. Inge is mentaal leeg. Tijdens die tien minuten is vooral duidelijk geworden dat Inge vooral bang is. Bang om verlaten te worden vooral, wat nu wel heel tastbaar is geworden voor haar. Het verlies van haar moeder op een heel cruciale leeftijd zal daar wel een rol in hebben.
Ik voel dat ik weer eventjes meer een vaderlijke rol moet oppakken, wat misschien ook verklaart waarom geen van ons twee zich in een relatie met mekaar kan smijten. Misschien hebben we niet enkel een relatie als gelijken, maar ook een beetje een soort vader-dochterrelatie. In ieder geval voel ik goed aan dat Inge nu gestuurd moet worden.

Nadat Kathy uitgezwaaid is, leid ik Inge naar onze slaapkamer. Als een klein meisje laat ze zich uitkleden, nu zonder zelfs maar de minste schroom om haar intiemste delen te ontbloten. Liefdevol doe ik haar de luier aan en doe haar nachtkleedje aan, dat in feite niet meer is dan een lang t-shirt en langs geen kanten verhult dat ze een luier eronder heeft. Als laatste volgt terug de kamerjas.
Ook ik doe maar meteen mijn slaapkledij aan, maar in tegenstelling tot de voorbije dagen doe ik terug zelf mijn luier aan. Voor Inge is het dik oké. Ze wacht geduldig tot ik klaar ben om samen naar beneden te gaan om nog wat tv te kijken.
Ook beneden is Inge nog steeds in een kleine bui. Ze kruipt dicht tegen me aan, en tijdens de serie die we zien op tv houdt ze me stevig vast. Is het omdat zij het in stand houdt of is het toch vaderlijkheid, maar ook ik zorg ervoor dat ik haar blijf omarmen en bijvoorbeeld in haar haar strelen.
Geen van ons twee is geboeid aan het kijken, en hebben maar één blik naar elkaar nodig om bij het einde van de serie te besluiten dat we naar bed gaan. Zonder iets te zeggen leggen we onze hoofdkussens tegen elkaar en gaan we gelepeld liggen zoals vanmorgen. Ik voel terug haar tepel onder mijn arm, een zacht, rond topje dat ik met veel liefde omarm.
 

DL-dinges

Toplid
Vannacht het hele verhaal kunnen lezen.
Wat een tof verhaal.
Een hele fijne manier van schrijven Beddenplasser.
Dank voor het verhaal tot nu toe.
Mochten er meer delen komen dan lees ik graag mee.
 

beddenplasser

volwassen peuter
HOOFDSTUK 17 DE LAATSTE SCHOOLDAG

“Ben je nog altijd zeker dat je er mee wil doorgaan ? Geen schrik van de weerbots ?”
Het doet raar om deze woorden uit de mond van mijn vader te horen komen. Als mama dit zou vragen, dat zou ik heel normaal vinden. Trouwens, ze heeft het ook al met mij besproken. Maar dat nu ook mijn vader duidelijk laat merken dat hij zijn twijfels heeft bij het volledige plan is toch wel nieuw. Maar ik ben heel zeker van mijn stuk en dat zeg ik hem ook.
Trouwens, niet dat we nog terug kunnen eigenlijk. Alles is al vastgelegd en betaald. En Inge is volop bezig alles mee voor te bereiden. Maar ik begrijp hun bezorgdheid wel. Het gaat zeker confronterend zijn, maar net daarom wil ik het ook eigenlijk doen. En plezant gaat het zeker worden.

Het zal weer even wennen worden, maar dat gaat sowieso zijn voor de komende twee maanden als de meisjes eigenlijk non stop thuis zullen zijn. De voorbije maand was op dat vlak dan ook een luxesituatie. Ik mag nog niet gaan werken van de dokter, ten vroegste over een maand pas, en Inge heeft zich een plaatsje kunnen geven in ons gezinnetje, dat we eigenlijk toch wel vormen.
De meisjes liggen al eventjes in hun bed. Ze hebben geen flauw benul wat hen te wachten staat morgen. Ze denken alleen dat het voor hen gewoon de laatste schooldag is. Ze weten niet dat ze na morgenvroeg hun bedje thuis voor enkele dagen gaan missen. Ondertussen liggen ze vredig op hun matras met enkel hun fopspeen en een bij alle twee al goed gevulde luier. Het is te warm voor een pyjama of laken.
Als ik onze slaapkamer terug binnen kom, staat Inge voorover gebogen kleren in de valies te leggen. Ook zij heeft alleen nog maar een lichte beha aan en voor de rest een onderbroek met daarin een meer dan gevuld incontinentieverband.
“Wie was het aan de telefoon ?”
“Papa. Hij wou enkele dingen weten voor van ’t weekend.”
“Hij weet toch dat we weg zijn ?”
“Jaja. Absoluut. Ik moest je trouwens veel groeten doen en je een fijne reis wensen. En als ik van jou was, dan zou ik nu eerst je verband gaan verschonen. Het staat behoorlijk dik moet ik zeggen.”
“Ja, ik weet het, maar ik wil eerst de valies hebben gevuld. IK ben bijna klaar. Eigenlijk alleen nog al wat gerief van de badkamer zoals de haardroger, en nog onze luiers en incoverbanden.”
“Merci dat je wou inpakken. Ik ga al naar beneden de keuken verder opruimen. Tot sebiet.”
Beneden aangekomen begin ik de opruim met het uitspoelen van de zuigflessen van de meisjes. Het is voor hen ondertussen dagelijks hun afsluiter van de dag. En in het weekend beginnen ze er meestal ook hun dag mee, of zoals ze daarstraks vroegen ook om hun laatste schooldag. Ik ga ze straks dan ook al vullen met poedermelk zodat er morgenvroeg enkel nog water bij moet.

Een half uurtje later al leg ik me naast Inge op bed. We hebben allebei alleen maar een luier aan. De lege dekbedovertrek ligt wel klaar voor vannacht mochten we het toch koud krijgen, maar de warmte zit zodanig in huis dat we zo naakt mogelijk willen slapen.
“Weet je dat mijn werkloosheidsvergoeding gestort is ? Ik dacht dat dat maanden kon duren. Nu kan ik eindelijk eens iets voor je terug kopen.”
“Je weet wat we hebben afgesproken. Of ben je het ondertussen vergeten ?”
“Nee, Koen. Ik ben het niet vergeten. Je krijgt de helft. Maar wat als ik het nu eens omdraai ? Ik geef jou gewoon toch alles van mijn vergoeding, en jij vertelt mij gewoon waar we naartoe gaan.”
Inge krijgt geen kans nog verder in te gaan op wat ze heeft gezegd. Mijn antwoord zijn meerdere knepen in haar zij, op een plaats waarvan ik weet dat ze daar veel kietels heeft. Amper is ze bekomen of ik trek haar naar me toe, en leg me boven op haar.
“Inge De Cleyne, jij komt pas morgenmiddag te weten waar we naartoe gaan, samen met de meisjes. Maar ik ben heel blij dat jullie bij mij wonen. Jullie maken mij gelukkig.”
Zonder waarschuwing, maar wel voorzichtig, laat ik me verder op haar zakken. Ik voel hoe onze tepels contact maken, wat onmiddellijk een hormonenhuishouding in gang zet. Ik heb het maar bij mezelf te voelen, en Inges ogen beginnen op een gelukzalige uitdagende manier te blinken. Ik plant mijn lippen op de hare, en geef een gemeende lange zoen, waarna ik van haar afrol en haar in mijn armen neem.
Het is ondertussen even goed bijna een vast ritueel. Quasi elke avond gunnen we mekaar een kleine seksuele prikkeling. Ik ben er ondertussen zeker van dat dit ooit wel een verder gevolg zal krijgen, maar voor nu is het prima. Het is één van de dingen waaraan je merkt dat we mekaar graag hebben.

Ik weet niet hoe het komt, maar je pikt ze er toch uit. Er is iets aan hun uiterlijk. Ik durf er voor wedden dat de moeder die voor ons in de gang naast de ingang van de klas staat van Oost-Europa komt. Niet dat het mij iets kan schelen, maar het valt me gewoon op. Gelukkig is mijn overpeinzing maar van korte duur, want ik hoor plots dat juf Franka iets over ons zegt.
“Da’s goed dat jullie elkaar tegelijkertijd treffen. Ze komen de tweeling halen, dus kan je als je wil hun telefoonnummer vragen. Mama van Sarah en Sofie, dit is de mama van Elena. Elena gaat ook een jaartje langer bij ons blijven. De meisjes zijn de laatste weken naar elkaar toegegroeid, zeker toen ze aparte activiteiten hadden als we met de rest van de groep de diploma-uitreiking oefenden.”
In meer dan gebrekkig Nederlands vraagt de mama van Elena of haar dochtertje eens bij ons kan komen spelen tijdens de grote vakantie. Sarah en Sofie zijn eigenlijk de eerste echte vriendjes die Elena heeft blijkbaar en Elena heeft blijkbaar gezegd dat ze de tweeling graag wil blijven zien.
Zonder nadenken stemmen we in en Inge en de mama van wel degelijk Oost-Europese afkomst wisselen snel nummers uit. Vlak daarna roept de mama haar dochtertje, maar die wil eerst weten of ze naar ons mag komen spelen. De korte knik met haar hoofd is voldoende om Elena teug naar de meisjes te doen lopen en hen in de armen te vliegen.
Al snel doen ze met hun drieën een vreugdedansje dat vooral bestaat uit ongecoördineerd rondhuppelen terwijl ze aan elkaar vastgeklonken lijken te hangen. Pas na nog een laatste dikke knuffel loopt Elena terug naar haar mama en vertrekken moeder en dochter.

“Komt erin. Jullie zijn toevallig ook de laatsten. Maar dat vind ik niet erg. Ik weet dat ik het niet mag zeggen, maar met ouders zoals jullie sluit ik liever mijn dag af dan met andere ouders. Maar dat heb je dus niet gehoord hé !”
Het moment later zie ik Inge naar de tafel voor haar kijken die vol staat met cadeautjes voor de kleuterjuf, en Franka eerst naar Inge en dan naar mij kijken met het besef in haar ogen dat ze iets verkeerd heeft gezegd.
“Sorry Koen, Ik heb ouders van gezegd, maar ik besef nu dat dat bij jullie niet klopt. Maar als ik eerlijk moet zijn, stralen jullie dat wel uit. Het lijkt echt dat jullie papa en mama zijn.
En mevrouw, ik zie dat je blijkbaar schuldig kijkt naar de cadeautjes, maar geloof me vrij dat ik oprecht blij ben als jullie meisje niks zouden hebben gegeven. Een tekening of een knutselwerkje pakken we altijd met heel veel liefde en plezier aan, maar elk jaar opnieuw zoveel drinktassen Liefste Juf en dergelijke hoeft echt niet.”
Terwijl Franka de twee obligate grote zelfgemaakte kartonnen zakken met knutselwerkjes van de meisjes aanreikt, zie ik dat Inge nog steeds sterk weifelend naar de tafel kijkt. Pas bij de laatste zak herstelt ze zich terug. In die laatste zak zitten reservekleren van de meisjes en het restant van de pamperbroekjes. Voor zover ik goed kan zien, zijn het er eigenlijk nog maar twee.

Terwijl de meisjes eindelijk door hebben dat wij in de klas staan en Inge komen omarmen, polst Franka nog even naar de zindelijkheidstraining.
“Dat is nog niet voor nu om eerlijk te zijn. Ik vind het zelf belangrijker dat Inge volledig terug stabiliteit heeft vooraleer we ons met de meisjes gaan bezig houden. En om eerlijk te zijn beperkt hun terugval zich niet tot luiers.”
“Je bedoelt de fopspenen ?”
“Weet jij er van ?”
“We hadden het enkele weken geleden over slapen, en wat je daarbij nodig hebt. Er waren nog enkele kindjes die hun vinger opstaken toen ik vroeg of ze nog met een tutje sliepen. Maar ik kan je geruststellen, ze waren niet de enigen. Zijn er nog meer dingen waarin ze een terugval kennen ?”
“Ja. Een paar weken geleden zijn we er op uitgekomen dat ze nog of terug nood hebben aan een zuigfles. Ze krijgen er ’s avonds één en in het weekend ook al eens rapper ’s morgens.”
“Ik ga eerlijk zijn. Dat hoor ik niet graag. Die fopspenen, tot daar aan toe, maar kinderen van de derde kleuterklas moeten geen zuigfles meer krijgen, vind ik.”
“Dat dacht ik ook, Franka, maar ze zitten duidelijk beter in hun vel sinds we dat doen. Maar zowel Inge als ik weten dat dit niet kan blijven duren. Trouwens, een goede vriendin van me heeft de naam van een kinderpsychiater doorgegeven die vertrouwd is met kinderen van kwetsbare gezinnen. Ik vermoed eigenlijk dat ze nu pas kunnen beginnen aan de verwerking van het verlies van hun oma, en dat ze eerst terug moeten naar die levensfase.”
“Goei idee. Als wij vanuit de school iets moeten doen, laat het dan maar gewoon weten.”

Mijn aandacht wordt daarna opgeëist door de meisjes die ook mij hun klas willen laten zien. Een knipoog van Franka stelt me gerust. Zij begint zelf ondertussen verder met opruimen. Na enkele minuten is de rondleiding voorbij en denken wij zelf ook stilaan aan vertrekken. We hebben toch nog een stevig ritje te doen vooraleer we er zijn.
“Zeg Franka, is er een plaatsje waar ik de meisjes nog kan verschonen ? We hebben sebiet nog een autorit te doen en ik zie dat hun broekjes eigenlijk behoorlijk vol zijn.”
“Koen, daar achter die kast staat de verzorgingstafel. Mijn klas is ietsje groter dan die van Ilse, dus was het logisch dat hier de verzorgingstafel kwam te staan en ik Jasmine in mijn klas kreeg.”
Bij het horen van de naam herinner ik me plots ook terug het meisjes dat ik in het ziekenhuis zag samen met haar moeder.
“Juist. Jasmine. Ik heb het gezien in het ziekenhuis enkele maanden geleden. Toen heb ik ook Inge leren kennen. Ze gingen verhuizen naar Beveren.”
“Dat zijn ze al. Jasmine verbleef de voorbije twee weken bij haar oma, nog altijd full time in de luiers. Geen idee hoe haar ouders het gaan oplossen, maar ik geef eerlijk toe dat ik er niet rouwig om ben dat die moeder weg is. Zo’n roddeltante. En Jasmine zelf was ook niet het meest aangename kind. Stel je voor. Ze zat zelf heel de tijd in de luiers, maar lachte de tweeling uit om hun natte broeken.”

Even later ligt eerst Sarah en dan Sofie klaar om verschoond te worden. De laatste twee pamperbroekjes worden rond hun poep gedaan na eerst nog proper te zijn gemaakt met billendoekjes en een laag billenzalf te hebben ontvangen.
“Laat die natte pampers maar hier. Ik smijt die wel weg in de container straks. Trouwens, over Jasmine gesproken. Ik had verwacht hen vandaag toch nog te zien, maar zelfs dat was niet waar. Haar reservekleren houden we nog bij, maar jullie haar pampers nu meer gebruiken dan haar.”
Franka wijst met haar vinger naast de luiertafel, waar een grote onaangebroken doos Pampers staat in de maat die de meisjes dragen, en daarbovenop een doos die wel aangezet is, maar ook nog zo goed als volledig.
“Allee Franka. Dat zijn er nog ‘k-weet-nie-hoeveel. Kunnen jullie er niks mee doen ?”
“Nee gij. De kleuters die hier nog pampers dragen, dragen van die broekjes, geen echte luiers. Nee echt. Pakt mee. Hier staat dat toch maar in de weg.”
“Merci. Dat hebben we zeker genoeg luiers mee de komende dagen.”
“Gaat ge weg ?”
“Ja, maar de meisjes weten nog totaal van niets. We vertrekken nu direct met de auto. Gaan jullie nog weg ?”
“Ja, volgende maandag. Naar ’t zeetje, zoals elk jaar. Naar waar gaan jullie ?”
“Verrassing, trouwens ook voor Inge. Die zit even goed vol spanning naar waar het gaat.”

Ongemerkt is Inge er komen bij staan, waardoor haar felle reactie me doet verschieten.
“Koen, hou op. Juf, hij zit me al enkele dagen te treiteren dat ik absoluut wil weten naar waar we gaan. Ik was net wat gekalmeerd. Ik had nog zo gehoopt dat ik me wat kon inhouden tot dan.”
Ik maak op dat er bij Inge meer speelt dat enkel wat ergernis. Ze bedoelt ongetwijfeld dat de vernieuwde spanning nefast is geweest voor haar blaas.
“Franka, zouden wij nog even de wc aan de leraarskamer mogen gebruiken voor we verterekken ? Die kleuterwc’s zijn wat klein voor ons.”
“Ja, en er zit geen deksel op, en ze zijn nog niet gepoetst na deze voormiddag, en er zijn geen deuren in de hokjes. Alhoewel ik niet verwacht dat er nog volk gaat zijn van ouders of zo.”
Even later wandelen we met ons vijven richting de leraarskamer. De dozen met luiers en de zakken knutselwerkjes worden buiten gezet, en Inge neemt haar handtas om naar het toilet te gaan.
“Inge, je kan beter je handtas aan Koen geven. De lavabo van het toilet wordt regelmatig door de kindjes gebruikt om handen af te spelen. Ik kan niet garanderen dat de vloer droog is.”
Ik zie Inge twijfelen, en mijn licht brutale kant komt weer boven. Ik beslis in haar plaats, neem haar handtas, graai er met mijn hand in en geef een zakje incoverband aan haar. Het bekende logo schijnt door het dunne witte omhulsel door. Franka doet alsof ze niets gezien heeft, maar de dikte van het verband laat natuurlijk niks te wensen over.
Wat Inge natuurlijk niet weet, maar ik als één van de weinige ouders wel, dat is dat Franka maar al te goed weet wat het is. Ik vermoed dat Franka wel open kaart met Inge zal spelen als ze haar de weg naar het toilet wijst. En wie weet vertelt ze ook hoe het komt dat ik het weet. Wat een avondje doorzakken na een activiteit van het oudercomité al niet tot resultaat kan hebben.

Voor we vertrekken geven we de meisjes nog een busje chocolademelk en een halve banaan. We hebben hen verteld dat we enkele dagjes op reis gaan, en dat we zelfs niet meer over huis gaan, maar onmiddellijk vertrekken. De glinsteringen die daarbij in de ogen van de tweeling komen, smen met de gelukzalige glimlach en het nodige gegibber dat zo eigen is aan opgewonden meisjes van vijf jaar, doet Inge kraken.
Ze heeft zich vooraan in de auto gezet, haar benen nog buiten de auto, haar hoofd leunend tegen de stoel, met dikke tranen die over haar gezicht rollen. Voor de zoveelste keer ervaart ze wat haar meisjes ontzegd geworden is door haar financiële toestand van de jaren ervoor. Ik laat haar haar moment van schuldig voelen.
Ze weet zelf goed genoeg dat ze er niets kon aan doen, maar dit gevoel gaat ze nog veel hebben, en het beste wat ik kan doen, is dat gevoel er te laten zijn, en haar te laten voelen dat ik er ben voor haar. Nadat ik de mondjes van de meisjes heb proper gemaakt, buig ik me naar haar en droog haar tranen met een zakdoekje. Ik krijg een dankbare en voor mij geruststellende glimlach als antwoord.

Wat ik vermoedde en hoopte, gebeurt ook al snel nadat we vertrokken zijn. Ik heb de meisjes hun fopspeen gegeven vlak voor we vertrokken en we zijn nog maar pas op de Ring als Inge meldt dat de meisjes slapen. Ik geef eerlijk toe dat ik ook bewust hun stoelen naar achteren heb geklapt, zodat ze in ligstand zitten.
De tocht gaat verder noordelijk, en al snel verandert de E19 richting Nederland van wegnummer en moet ik mijn maximumsnelheid aanpassen. Inge heeft eigenlijk pas na een tijdje door dat we in Nederland rijden.
“Gaan wij naar Nederland ? Dat is fijn. Ik ben nog nooit op vakantie naar het buitenland geweest. Als mama en ik al op verlof gingen, was het naar de Ardennen, waar mama een stacaravan kon huren van vrienden van haar. Voor zover je dat huren kan noemen natuurlijk. Pas later had ik door wat huur in natura betekende.”
“Toch niet terwijl jij erbij was ?”
“Niet openlijk, maar ik zag toch wel voornamelijk mannen op bezoek komen. Ikzelf kwam de speeltuinen en het zwembad niet uit. En nu ik er aan terug denk, snap ik ook ineens waarom de uitbater van de camping zo dikwijls dingen kwam bespreken met mama. Ik zal het maar grappig vinden zeker ?”
Ik kan het niet laten even mijn hand op haar been te leggen, wat ze terug in dank aanneemt.

Na Breda gepasseerd te zijn, krijg ik een vraag die het me zelfs nog gemakkelijker maakt. Inge is helemaal stilgevallen na haar verhaal over de camping, en vraagt ineens aan mij of ze zich te slapen mag leggen. Nogal logisch heb ik er geen bezwaar tegen.
De rest van de rit verloopt redelijk moeiteloos. Hier en daar wat aanschuiven, maar uiteindelijk weet ik mijn auto de parking van het hotel op te draaien. Ik zet de motor stil, maar mijn drie vrouwen geven nog steeds geen krimp. Zeker Inge is echt ver weg. Dat belooft om haar nog wakker te maken.
De hoteluitbater heeft me gevraagd me eerst aan te melden. De kamer gaat normaal gezien in orde zijn, maar hij wil me eerst zien. Ik verlaat de auto, sluit het portie zo stil mogelijk en haast me naar de receptie.
Ik moet even wachten maar eenmaal ik me heb aangemeld, gaan bij wijze van spreken alle alarmen af. Binnen de kortste keren wordt de hoteluitbater er bij gehaald. Hij staat er op me persoonlijk naar de kamer te begeleiden.
Als ik vertel dat mijn passagiers alle drie nog liggen te slapen in de auto, schakelt hij snel twee extra personeelsleden in. Onderweg naar de auto vragen ze me of zij misschien de meisjes mogen wakker maken. Gezien hun uiterlijk heb ik daar absoluut geen enkel probleem mee. Ik ben er zeker van dat de meisjes dit geweldig gaan vinden. Ikzelf ontferm me wel over Inge.

“Zoet, we zijn er. Word je wakker ?”
Normaal gezien zou ik haar makker maken met een kusje op de mond, maar dat laat ik voorlopig maar. Ze hebben hier weet van de situatie, en ik wil niemand choqueren, zeker nu niet. Inge doet haar ogen open, ziet de uitbater staan wachten, maar herkent niets. Vanwaar de auto staat, zie je ook niets van het hotel, enkel van het park aan de overkant van de weg.
Als ze achter haar stemmen hoort, gaan haar ogen pas echt open. Ze weet totaal niet wat ze moet denken van wat ze ziet. En de meisjes zijn op de meest zachte manier wakker gemaakt. Niet dat ze de kans krijgen te beseffen dat ze wakker zijn, want als ze zien wie hen heeft wakker gemaakt, ben ik er zeker van dat ze nog steeds denken in dromenland te zijn.
 

Abbjornnl

Wees jezelf ongeacht wat andere ervan zeggen
Het is als fan van je schrijven een persoonlijke blunder dat ik dit verhaal zolang over het hoofd gezien heb.
En nu in 1x gelezen heb
 

beddenplasser

volwassen peuter
HOOFDSTUK 18 EEN ONVERWACHT GESCHENK

Te laat besef ik dat de meisjes hun fopspeen in hebben en dat door de naar achter geklapte stoelen hun luiers wel erg zichtbaar open liggen. Ik had ook niet verwacht dat de ontvangst zo gastvrij zou zijn. En eerlijk gezegd ben ik er eigenlijk vrij zeker van dat de twee dames die de meisjes wakker maken wel wat gewend zijn. Ze kunnen hooguit hun leeftijd te laag inschatten.
En ik besef ook dat de twee dames niet alleen de luiers van de meisjes zelf zien, maar uitzicht hebben op de twee dozen die we van de school hebben gekregen. Die staan tussen de twee kinderstoelen in op de middelste zitplaats.. Ik wil niet weten wat de dames denken als ze de hoeveelheid zien. Daar zijn we weken zoet mee, en zo lang komen we hier echt niet op vakantie.

Inge is na de allereerste schok aan het genieten van wat zich op de achterbank afspeelt. De hoteluitbater houdt ondertussen voor haar het portier open, nadat ze wel nog eerst even de fopspenen van de meisjes heeft aangenomen.
De twee dames zitten ondertussen schitterend in hun rol en weten de verbazing van de meisjes met sprekend gemak op te vangen. Dit is een ervaring die voor de rest van hun leven in het geheugen van de meisjes wordt gegriift.
“Nou. Als je het mij vraagt is het de allereerste keer dat ze een echte prinses zien. Zie hun ogen eens groot naar ons kijken. Wat denk je, Roodkapje ?”
“Zouden ze ons wel kennen ? Misschien kennen ze ons wel helemaal niet en zijn ze een beetje bang van ons.”
“Nou, daar zou je wel eens helemaal gelijk in kunnen hebben. Dat is natuurlijk ook niet zo netjes van ons niet eerst even voor te stellen. Ik zal maar beginnen. Goeiedag meisjes, mijn naam is Doornroosje. Ik woon in een heel mooi kasteel hier vlakbij in het grote bos. En mijn goeie vriendin Roodkapje woont ook in het bos, maar niet bij mij op het kasteel. Wij zijn jullie ?”
De ongedwongen aanpak van de twee dames heeft een enorm stimulerend effect op de meisjes. En niet alleen op de meisjes, maar ook op Inge. Ik zie een grote glimlach op haar gezicht verschijnen als de meisjes beginnen mee te gaan in het spel.
“Ik ben Sarah, en zij is Sofie. Zijn jullie echt Roodkapje en Doornroosje. En heb jij echt honderd jaar geslapen ? En ben je dan wakker gekust door een prins ? Woont die ook op het kasteel ?”
“Goeie grutjes. Dat zijn wel ineens heel veel vragen. Ik denk dat jullie misschien beter eerst alles in orde maken dat jullie kunnen slapen, en dat jullie ons dan straks komen opzoeken. En misschien dat jullie ook nog een nieuwe luier nodig hebben, want de deze zijn wel goed gebruikt, zie ik.
Ik vrees, lieve schatjes, dat Roodkapje en ik nu wel zelf terug naar ons bos moeten. De wolf en de boze heks zijn daar eer op wandel en dat willen we niet.”
De twee meisjes worden nog op de meest prinsessige manier uit de auto geholpen, maar dan moeten de twee dames echt wel vertrekken. Sarah en Sofie blijven nog lang kijken naar de plaats waar de dames linksaf geslagen zijn en uit het zicht zijn verdwenen.

Terwijl ik bezig ben de dubbele buggy open te klappen, weet Inge eindelijk haar eigen verbazing de baas te kunnen.
“Koen, waar zijn wij ? En wie waren die twee dames die hier de meisjes kwamen wakker maken ? En zeg nu niet Doornroosje en Roodkapje. Ik heb ook wel door dat ze een rol spelen. Wat heeft dit te betekenen ?”
“Heb je nog niet door waar we zijn ? Het zal wel duidelijk worden als we in het hotel binnen gaan. Alleen had ik zelf deze ontvangst ook niet verwacht. Ik weet wel dat we een speciale behandeling krijgen, maar dit overtreft ook mijn verwachtingen.”
“Speciale behandeling ?”
“Ja en neen. We zijn hotelgasten zoals de andere, maar ik weet dat er kleine extra’s zijn. Alleen weet ik zelf niet volledig wat dat gaat zijn.”
“Hoe komt dat ?”
“Als je het goed vindt, laat ik dat verhaal graag over aan onze gastheer.”
Met een kort knikje bevestigt de hoteluitbater dat hij heeft gehoord wat ik zei. Ik vermoed dat hij het pas zal zeggen als we in onze kamer zijn. Daar is het normaal gezien rustiger.

“Goeiedag meneer Decorte en mevrouw Cleynen. Hebt u ooit al in het Efteling Hotel overnacht ?”
We schudden beiden ons hoofd. Meneer de Bruijn kent mijn situatie maar al te goed, en weet ondertussen ook dat Inge hier nog nooit is geweest. Bij het inchecken heb ik hem dat met een klein briefje laten weten, zowel dat als het feit dat ze op voorhand niet wist naar waar we naartoe gingen.
“Dan heet ik u van harte welkom op onze Suite van de Koning. Deze suite wordt niet verhuurd, maar wordt enkel gebruikt als wij zelf gasten uitnodigen en hen de grootste luxe willen aanbieden. En nu zie ik u kijken, mevrouw, wat u in hemelsnaam hebt gedaan om dat te verdienen. En de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat u helemaal niets hebt gedaan, en er ook niets voor hebt moeten doen. Wij bieden het aan.”
De vraagtekens in Inges ogen worden alleen maar groter. Ik kan er niet aan doen, maar ik geniet hoe langer hoe meer van deze beslissing.
“Je moet weten mevrouw, dat ook wij enorm geschokt waren te horen wat er met meneer Decorte zijn gezin was gebeurd. Zeker omdat ze net terug kwamen van een deugddoende vakantie in het park.
Er is toen bij het personeel de idee ontstaan om iets terug te doen. We wisten niet goed wat concreet te doen. Wel zamelden we met de personeelsgroep een mooi bedrag bijeen ter financiering.
Ik denk enkele weken na het ongeluk heeft onze directeur u dan gecontacteerd, om natuurlijk innige deelneming over te maken en meneer Decorte te laten weten dat er een som bijeen was gespaard die ter zijner beschikking stond. De enige voorwaarde was dat wij betrokken werden in de uitvoering.”

Meneer de Bruijn wacht even om te zien of ik hier op wil inpikken, maar ik doe teken dat hij verder mag gaan.
“Meneer Decorte had zelf eerst ook nog geen idee wat hij kon doen, tot we enkele weken geleden telefoon kregen. Blijkbaar had hij een gezin leren kennen dat een uiterst penibele situatie achter de rug had, en nood had aan een onbezorgde vakantie. Hij vroeg of dat eventueel kon met het beschikbare budget. En nu zit u dus hier. Tot en met zondagavond bent u onze gasten.”
Inge zit perplex aan de kleine tafel. De tranen staan haar in de ogen. Voor de zoveelste keer in enkele maanden tijd ervaart ze geluk dat haar zomaar in de schoot wordt geworpen.
“Maar, Koen, meneer de Bruijn, dat kan toch niet. Dat moet toch handenvol geld kosten. Moeten wij dan echt niets doen ?”
“Met één ding zou je het personeel heel veel plezier doen. Zouden jullie het zien zitten om tijdens jullie verblijf een interview te geven aan een reporter van het personeelsblad en een kleine fotoreportage te laten maken van hier of van in het park ?”
Nog voor ik ook maar iets kan zeggen, bevestigt Inge onmiddellijk de vraag. Ik denk dat ze eigenlijk grote moeite moet doen om de hoteluitbater niet meteen te omarmen en hem een dikke knuffel te geven.
“Dan laat ik u rustig op uw gemak komen. Naar ik heb begrepen, moet u nog middagmaal nemen. Het restaurant beneden is nog steeds open, maar niet voor eeuwig. U kan er vandaag nog tot twee uur terecht.
Maar ik moet u alleen nog één praktische vraag stellen. Er staan in deze suite twee tweepersoonsbedden. Het is voor ons een kleine moeite om één van de bedden zo nodig te vervangen door twee kinderbedjes. Die keuze laat ik aan u over.”
“Wat bedoelt u juist met kinderbedjes ?” Reisbedjes zoals in Bosrijk ?”
“Nee. Houten spijlenbedjes volledig in de stijl van deze kamer. Maar wel even groot natuurlijk.”
“Zet de bedjes maar. De meisjes gaan toch eerder op hun gemak zijn in een knusser bedje dan in een open bed zonder zijwanden. Bedankt voor het aanbod.”

Tijdens het verschonen van de meisjes durft Inge eindelijk de vraag te stellen waar ze nu al een tijdje mee rondloopt. Haar mimiek verraadt haar dan elke keer. En nu staan wel zij aan zij de meisjes te verschonen. Het zal wel geen toeval zijn dat ze twee verzorgingskussens in de suite hebben gelegd in plaats van de gebruikelijke één.
"Koen, wat bedoelde die man nu eigenlijk met het park ? Is dat dat park aan de overkant van de weg naast de parking ?”
“Het park ligt wel naast de parking, maar net niet aan de overkant van de weg. Je kent toch de naam van dit hotel ?”
“Ja, het Efteling-hotel. Heeft dat dan iets met de Efteling te maken ?”
Ik neem haar mee naar de ronde ruimte die het salon vormt. De meisjes laten we maar even met blote poepen liggen op de verzorgingskussens. Het is niet dat we ze nog in het oog moeten houden om er niet af te vallen.
Ik doe het raam open en zet haar voor het raam. Ik kan het niet laten me vlak achter haar te zetten, mijn armen rond haar te doen en haar dicht bij me te nemen. Ze neemt de omarming maar al te graag in ontvangst.
“Dat is het park waar we de komende dagen zullen verblijven.”

Mijn oriëntatie heeft me niet in de steek gelaten. We zitten hoog in de toren van het hotel die het meest uitkijkt op het park. We zien in de verte de Pagode die hoger gaat en een treintje van de Baron dat omhoog getakeld wordt.
“Is dat de Efteling ? Kunnen wij daar meerdere dagen naartoe ? Is dat zo groot ?”
“Dat is inderdaad de Efteling. En als je wil kan je daar met gemak meerdere dagen in kwijt. Maar dat is geen verplichting. We kunnen perfect ook hier gewoon in de omgeving gaan wandelen. Weet je er iets van af ?”
“Nee. Alleen dat het er naar ’t schijnt heel mooi is. Ik ben nog nooit van mijn leven in een pretpark geweest. Mama durfde dat niet, en op het moment dat ik oud genoeg was om eventueel met vrienden te gaan, werd ik zwanger.”
Nog terwijl ze in mijn armen ligt, draait ze zich om en kijkt me recht aan.
“Wij gaan echt naar de Efteling ? Met ons vieren ?”
“Wij gaan echt naar de Efteling. Met ons vieren.”
De volgende moment krijg ik een Inge te zien die gelukzalig straalt als een klein kind. Ik heb nog niet veel momenten van haar gezien dat ze zich gewoon eenentwintig voelt, zoals elke jongere van die leeftijd zich zou moeten voelen, zonder de verplichtingen die bij het moederschap horen. Maar nu zie ik en hoor ik het enthousiasme van iemand die een stukje wereld gaat ontdekken.

In haar enthousiasme vergeten we de meisjes. Nieuwsgierig geworden naar het geluk en het plezier van hun moeder besluiten ze toch maar eens gewaagd te doen en van de tafel te klauteren. Al snel zitten ze nog steeds met een blote poep op onze arm ook naar buiten te kijken naar de grote tuin die op hen wacht.
Even later liggen ze toch maar terug gewoon op het verzorgingskussen te wachten tot ik hen een droge luier heb omgedaan. In hun klas had ik nog de laatste twee luierbroekjes van het pak van juf Franka gebruikt, maar nu krijgen ze een gewone luier met kleefstrips om. Die blijven ondanks alle reclames beter zitten als ze nat zijn. Inge is zich ook even gaan verschonen. De spanning van het moment ervoor was op haar blaas geschoten, en ze wilde eerst een proper verband inleggen.
Ondanks het aanbod dat we kregen, gaan we geen gebruik meer maken van het hotelrestaurant voor ons middagmaal. Ik weet toch dat het allereerste dat de meisjes van de Efteling te zien gaan krijgen de speeltuin is, dus we hebben dan ineens een goede plek om onze boterhammen op te eten die we van thuis uit hebben meegepakt.

Ik moet eerlijk toegeven dat ook ik nog verrast ben door het aanbod dat hebben gekregen. Ons toegangsticket is een goud omrande rode keypass met het Efteling-logo teug in goud. Normaal gezien krijg je gewoon ticketjes voor het park zelf, maar deze keer niet. De uitbater heeft me verzekerd dat deze pass ook toegang geeft tot het park.
En hoe. Op het moment dat ik de vier pasjes laat zien aan de incheckbalie om het park in te mogen worden de meisjes met de grootst mogelijk eer ontvangen. Wij ook natuurlijk, maar het is duidelijk dat de meisjes hier koningin voor vier dagen worden.
In het ganse pakket zit trouwens een bezoek aan het Raveleijnrestaurant en de show vanop de VIP-banken. En we mogen gaan zwemmen in het zwembad van Bosrijk, iets wat we zeker nog gaan doen. In het hotel zeiden ze bovendien dat het de moeite loont om de kaartjes te laten zien aan de chauffeur van de Stoomtrein. Ik heb zo’n vermoeden dat ze mee vooraan mogen zitten.

Voor vandaag is het puur verkennen van wat dichtbij is. We hebben de buggy niet meegenomen omdat we toch al wat later zijn en de meisjes moeten kunnen lopen. De komende dagen nemen we hem wel mee, ook om de langere afstanden niet te zwaar te laten worden. Ze zijn geen lange wandelingen gewend, en niks zo rot als een kind dat einde latijn is.
Bovendien hebben we het geluk dat redelijk wat kleuteractiviteiten vlakbij zijn, zoals het doolhof en de treinfietsjes. En nogal logisch staat ook het Carnavalfestival op de agenda. Een half uur later horen we de meisjes nog het overbekende liedje neuriën. De afsluiter van de korte dag is een tochtje in de Pagode.
Het is gelukkig niet druk op de attractie, zodat ik de meisjes goed in het oog kan houden. Niet dat ze er nog maar aan zouden denken op de reling te durven kruipen. Ik merk best wel angst in hun ogen. Ook Inge vertrouwt het voor geen meter. Ze staat op een te veilige afstand in de verte te kijken.
“Hoogtevrees ?”
“Ik weet niet. Ik durf niet naar beneden te kijken.”
“Zou het helpen als ik bij je ben ?“
“Misschien.”
Aarzelend komt ze naast me staan. Ik leg mijn armen terug rond haar middel en laat haar wat tegen mijn lichaam leunen. Samen gaan we naar de reling en nu durft ze wel wijd over het park kijken. Op het moment dat we terug naar beneden gaan, draait ze zich om, slaat haar armen rond mijn nek en geeft ze me een zoen op de mond, en blijft dit doen, ook nadat we onze lippen hebben opengedaan en de smaak van elkaars tong in ons opnemen.
“Dank je, Koen, ik ben klaar voor je geschenk.”
 

beddenplasser

volwassen peuter
HOOFDSTUK 19 EEN ONVERWACHT GESCHENK (DEEL 2)

Ik zie Inge even rond kijken. Met dat ze terug naar mij kijkt, zie ik niet anders dan pretoogjes die op het punt staan ondeugende dingen te doen. Binnen de paar seconden heeft ze de schouderbandjes naar beneden gedaan en laat ze zich topless op mij vallen.
“Weet je dat we hier helemaal alleen zijn ?”
“Ik vermoedde al zoiets, en je weet dat ik kan waarderen wat je nu doet, maar dat kunnen we echt niet maken. Niet nu, niet hier. Wij zijn hun gouden gasten. Ik wil hun vertrouwen niet beschamen. En we zijn dan misschien wel alleen, maar ik ben er niet zeker van dat hier geen camera’s hangen.”
Eén voor één, zonder haast te maken, zo slim ben ik ook wel, doe ik de schouderbandjes van haar badpak terug dicht, met als afsluiter even voelen of het ook rond haar borsten wel allemaal terug goed is.

Verder dan dat zal ons kleine genot voor vandaag niet gaan. Daarvoor liggen de meisjes ’s nachts te dicht bij ons, plus dat we zelf al twee dagen als een blok in slaap zijn gevallen. Ik wist van de vorige keer al dat de Efteling vermoeiend kan zijn, maar wat we de voorbije twee en een halve dag al hebben beleefd, overtreft met gemak de voorgaande keer.
En nu dan ook weer. Het is hoogseizoen van de Efteling, en het is natuurlijk ideaal pretparkweer, maar dan nog is het ongelooflijk dat wij de enigen in het zwembad zijn. De meisjes vermaken zich in het kleuterbad, en wij genieten even van de rust van het bubbelbad.
Ik leg Inge op haar rug, en leg mijn handen op haar bovenbuik. Haar hoofd komt net onder het mijne op mijn borstkas te liggen. In een andere situatie zou ze gegarandeerd terug mijn handen op haar borsten hebben gelegd, maar nu houdt ze zich in. Ze weet maar al te goed dat het personeel ons langs alle kanten in de watten legt, en ze weet ook dat haar onvrijwillige bekentenis daar een rol in speelt.

“Koen, heb jij voor vanavond al een idee wat we kunnen eten ?”
“Ideeën zat, maar eigenlijk ligt het al vast. Deze avond ligt zelfs al het langst vast van allemaal. Maar meer zeg ik niet.”
“Stouterik, je weet dat ik er niet van houd. Nee, da’s niet waar. Je weet ondertussen verdomd goed dat ik het eigenlijk stiekem heel plezant vind, maar dat wil niet zeggen dat ik het niet graag zou weten. Ik voel me echt een prinses hier.”
“Ik snap wat je bedoelt. Maar jij beseft toch wel dat dat niet alleen door die kaartjes met dat gouden randje komt.”
“Jij bedoelt ons interview van donderdagavond ?”
“Ook, maar vooral je onvrijwillige ontboezeming aan onze interviewster. Of ben je vergeten wat ze zei toen ze het ontdekte.”
“Ze zei dat ze het zeker niet in het artikel ging vermelden. En dat heeft ze niet gedaan ook niet.”
“En wat heeft ze gevraagd toen ze ons ’s avonds het artikel liet lezen voor ze het liet verspreiden op hun personeelsnet.”
“Ja, ze vroeg of ze het aan enkele collega’s mocht vertellen zodat die ons konden helpen met mijn probleempje. Ik heb wel gemerkt dat ik zonder problemen de sleutel mee krijg van het invalidentoilet zonder dat iemand vragen stelt. Maar is dat niet normaal ?”
“Inge, meen je dat nu ? Gij zijt ongelooflijk. De meisjes zijn hier absoluut de koningin te rijk, maar jij moet echt niet onderdoen. Ik word lang niet zo prinselijk behandeld als jou. Of is het je nog niet opgevallen dat zoveel vrouwelijke personeelsleden hier zich onmiddellijk tot jou richten om het je zo aangenaam mogelijk te maken ? Aan mij is nog niet veel gevraagd de voorbije twee dagen.”
“Och zot. Ja, ik geef toe dat ik veel wordt aangesproken door vrouwelijke personeelsleden hier, maar ik dacht dat dat zo hoorde. En jij denkt dat dat komt door…”
“Doordat jij midden in ons interview stevig doorlekte, ja, en je wel moest toegeven dat je incontinent bent en je smeekte dit niet te vermelden omdat je de meisjes een zo zalig mogelijk weekend wilde bezorgen.
Ik ben er zeker van dat ze behoorlijk kwistig is geweest met haar adresboek om te zeggen wat jij tegen haar hebt gezegd. Je hebt nog meer dan ervoor de harten van ettelijke vrouwen hier doen opengaan. En van ettelijke mannen ook, maar die durven dat niet zo openlijk tonen omdat ze gewoon instant verliefd op je worden.”
“Onnozel manneke. Wie wordt er nu verliefd op mij ? Een moeder met twee kinderen die al lang uit de luiers hadden moeten zijn. Ik ben niet echt het toonbeeld van een goede moeder.”
“Dat doet er voor hen niet toe. Voor hen ben je vooral een beeldschone vrouw, maar die onbereikbaar voor hen is, want én een bezoeker van het park én in het bijzijn van een andere man. Voor hen blijf je een onbereikbaar ideaal, wat het net gemakkelijker maakt om toch te proberen net iets dichter te komen door extra vriendelijk te zijn.”

“Mama, mama, kijk, daar zijn Omi en Opi !”
We staan onder de inkompoort van Bosrijk en de deur van het zwembad is net toegevallen. Nog voor Inge of ik nog maar iets hebben kunnen zeggen, stormt de tweeling op mijn ouders af. Ze worden met veel liefde opgepakt, geknuffeld en gekust, waarna wij iets rustiger aan de beurt komen.
“Da’s pas kwestie van timing. Ik wist niet dat jullie hier waren.”
Inge staat versteld. Tegelijk heeft ze een blik vol ongeloof als een blik die doorheeft dat er meer achter zit. Ze begroet mijn ouders eerst met een knuffel en drie zoenen, maar pakt dan het initiatief.
“Ik neem aan dat het niet toevallig is dat jullie hier zijn ? Zijn jullie deel van de uitnodiging ?”
“Dag liefje. Dat wij hier in de Efteling zijn is geen toeval. Dat is al enkele weken geleden gepland, maar dat we mekaar hier nu zouden tegenkomen is puur toeval. Wij zijn ons net gaan installeren in ons appartementje hierboven, en waren nu van plan jullie te bellen met de vraag waar jullie waren. Dat laatste is dus niet meer nodig. Maar wat bedoelde je met de uitnodiging ?”

Omdat ik besef dat de uitleg wel eens langer zou duren dan gedacht, stel ik voor dat we eerst op weg gaan naar het park.
Onderweg naar de ingang vanuit Bosrijk laat ik vooral Inge vertellen. Het is eigenlijk de eerste keer dat ik merk dat Inge geweldig kan ratelen. Het is duidelijk dat ze geen blijf weet met haar indrukken. Maar ik moet toegeven dat ik zelf ook enorm onder de indruk ben. Het personeel is geweldig voor ons, en dan vooral voor Inge en de meisjes, maar dat stoort me allerminst.
En het zijn echt niet alleen die gouden kaartjes. Het is zo overduidelijk dat Inge haar situatie rondgang heeft gemaakt onder de vrouwen, want ze moet maar in de buurt komen en omzeggens elk vrouwelijk personeelslid staat voor haar klaar.
“Annick, het is geweldig. We maken er geen misbruik van, maar ondertussen is onze foto verschenen in het personeelsblad, en herkennen veel personeelsleden ons. Wij mogen dus nergens betalen. Als wij een restaurant binnengaan, en ze hebben door dat wij het zijn, dan krijgen we een persoonlijke assistent die ons bedient.
De eerste dag hebben we nog aan een kraampje iets betaald, en ik denk gisteren ook nog, maar sinds vandaag lukt het niet meer. En elke keer als we in de buurt van de wc’s komen staat er al iemand klaar om het invalidentoilet open te maken met de sleutel. Echt, ik heb me nog nooit zo ongemakkelijk gevoeld.”
“En de meisjes ?”
“Omi, je moest eens weten. Die beleven de tijd van hun leven. Ze weten gewoon niet wat hen overkomt. Weet je dat ze vanmorgen al om acht uur aan de ingang waren. Ze mochten samen met Doornroosje de andere bewoners van het sprookjesbos gaan wakker maken.
Blijkbaar was de boze heks heel boos, en de grote boze wolf was eigenlijk heel aardig. Hij zei dat iedereen er altijd van uitging dat hij groot en boos was, maar dat hij het heel plezant vond om door hen wakker gemaakt te worden, en hij had graag nog even met hen alleen geweest. Maar dat durfden de meisjes dan weer niet, en ze waren blijkbaar heel blij dat ze daarna het handje van Doornroosje mochten vastpakken.”
Terwijl Inge het verhaal vertelt dat de tweeling ’s morgens hebben meegemaakt, voel ik Sofie heftiger bewegen. Een blik naar papa, en we weten genoeg. De meisjes staan te heftig en willen zelf het woord nemen. We zetten hen op de grond, en ze lopen direct naar Omi om verder te vertellen.
“Klein duimpje, hé, weet je dat die helemaal niet bij de reus slaapt ? Die reus snurkt zo hard dat Klein Duimpje er wakker van blijft. Hij slaapt altijd in het huisje van Repelsteeltje even verderop. Die twee komen blijkbaar goed overeen. ’s Morgens vroeg kruipt Klein Duimpje dan altijd terug naar de reus.
En de Boze Heks stinkt. Naar paddendarmen, zegt Doornroosje, maar volgens mij wast die zich niet, en stinkt die daarom.”
“En we hebben het Sprookjesbos stipt om tien uur mogen openen. Met een grote Gouden Sleutel. En dat was heel moeilijk. We hebben met twee zitten draaien, en dan nog moest de Poortwachter helpen voor de sleutel helemaal omgedraaid was.”

Het valt me op dat de meisjes ongevraagd elk een hand hebben vastgenomen van mijn moeder. Niet dat dat hen er van weerhoudt te stoppen met praten, of zeg maar ratelen. En mama, die luistert geïnteresseerd naar de verhalen van de tweeling.
Op het paadje naast de fietsenstalling laat Inge zich noodgedwongen hangen tot ze naast me loopt, en ook ik voel haar hand de mijne vastnemen. Ik ben er zeker van dat ze me zou hebben vastgenomen mochten mijn ouders er net bij zijn geweest. Zelfs met enkel haar hand in mijn hand voel ik de emotie in haar arm. Ook zij beseft maar al te goed dat vooral mijn moeder en de tweeling een grootouderband aan het scheppen zijn.
Dat wordt alleen maar versterkt als we ons aanmelden aan de ingang. Nog voor de jongedame aan de Bosrijk-ingang ook maar iets kan zeggen, roepen de meisjes dat Opi en Omi er ook zijn. Niet allen ik, maar ook Inge trekken grote ogen. Dit is zeer ongewoon voor de tweeling om zich zo vrijuit bloot te geven met woorden. En het blijft voor Inge niet bij grote ogen. Ik voel haar hand zich stevig vastknijpen in de mijne.

Bij het checken van het toegangskaartje van mijn ouders, draait de dame zich plots naar ons. Ik keer terug terwijl de tweeling mijn ouders en Inge meesleurt naar één van de figuren van Symbolica die aan de ingang iedereen welkom heet.
“Hebben zij geen gouden kaartjes ?”
“Nee. Pas toen we zekerheid hadden dat wij naar hier konden komen, hebben we nagekeken of het nog mogelijk was voor mijn ouders om ook langs te komen. We hebben het geluk gehad dat er nog een appartement in Bosrijk vrij was voor twee dagen. En wij wisten natuurlijk niks af van die gouden kaartjes.”
“Blijven jullie samen ?”
“Vandaag wel, maar wij waren eigenlijk van plan om de tweeling morgen met mijn ouders mee te geven, dat wij ook eens iets heftigers kunnen doen.”
“Natuurlijk dat. Hebt u nog een minuutje, aub ? Dan ga ik even iemand opbellen.”
Tijdens het wachten zie ik dat Sarah en Sofie op een bepaald moment door hun knieën buigen, waardoor hun romper komt piepen onder hun kleedje. Zelfs vanop deze afstand zie ik een duidelijke verdikking tussen hun benen. Lang hebben ze niet genoten van een droge luier blijkbaar.
“Het is in orde, meneer. Kan je vragen aan je ouders dat ze straks voor ze naar hun appartement gaan even langs de receptie gaan in Bosrijk ? Alles is geregeld voor morgen.”
Ik laat het maar passeren. Ik ga niet vragen wat er juist geregeld is. Ook ik blijf hier van de ene verbazing in de andere vallen. En geen vragen stellen is de beste manier om er van te blijven genieten. Anders zou het alleen maar heel genant aanvoelen, en dat is ook zonde van de energie die de medewerkers er hier in steken.

De rest van de dag blijven we in de buurt van de centrale weg. Symbolica doen we nog een keer, maar ook het spookhuis en de Fata Morgana passeren de revue. Onze afsluiter van de dag wordt de eerste voorstelling van Aquanura, waarna we met ons vieren afzakken naar het hotelrestaurant. Daar wacht ons een Koninklijke Maaltijd.
De Pirana is een favoriet van mijn ouders, en het is logisch dat we die doen vlak voor de verschoonbeurt van de meisjes (en Inge). En met reden. We kunnen niet zeggen of het alleen pipi is of ook gewoon water, maar we halen maar net de dichtstbijzijnde verschoonruimte. Terwijl Inge zich terugtrekt in het invalidentoilet, neem ik de tweeling mee om te verschonen.
Op het moment dat ik Sarah omhoog til om haar neer te leggen op het verschoonkussen, hoor ik de luier loskomen. En ook haar romper is vanonder doorweekt. Ik ben al blij dat haar kleedje niet nat is daar, maar het betekent wel uitkleden en terug aankleden met droge luier en droge romper. En mijn gevoel zegt me dat ik dat ook nu twee keer kan doen.

“Merci, Koen !”
Inge weet me met een vlugge zoen op de mond te verrassen.
“Waaraan heb ik die te danken ?”
“Omdat je me hebt overtuigd een luier aan te doen. Zonder had ik al enkele keren naar de wc moeten gaan om me te verschonen. En het dessert moet dan nog komen.”
Voor ons hebben ze kort ervoor gouden lepeltjes gelegd. Of iets wat daar voor moet doorgaan. In ieder geval worden we ongelooflijk in de watten gelegd. Voor de meisjes bijna letterlijk zelfs, want die zitten op een schapenmatje op hun stoel.
Ik had deze maaltijd vanaf het begin in de planning opgenomen, of toch tenminste gewoon een à la carte maaltijd in het hotelrestaurant, maar natuurlijk hebben ze ook aan dit evenement een eigen draai gegeven. En hoe. Geen à la carte, maar een stevige vijfgangenmenu. En servies en bestek dat je amper durft aanraken.
We twee vaste obers en de meisjes worden tussendoor geëntertaind door twee meisjes die me verdacht veel doen denken aan Sneeuwwitje en Roodkapje van de eerste dag. En de kok zelf, die zo lijkt te zijn weggelopen uit Symbolica, heeft ons de gerechten komen presenteren. Heerlijk om te zien hoe hij de meisjes inpalmde en warm maakte voor wat ging komen.
En wij ook. Een visgerecht gemaakt van een vis waar ik nog nooit van had gehoord, maar die smelt in de mond, en voor het eerst in mijn leven struisvogel gegeten. Heerlijk. En Inge blijft met tranen in de ogen zitten. Die weet niet wat haar overkomt, en probeert zich sterk te houden voor de meisjes. Ik weet nu al dat die zich straks in mij gaat wurmen om in slaap te vallen. Ze is meer dan welkom.

“Mevrouw. Wij hebben een voorstel voor u.”
Inge is verrast als de twee kamermeisjes, of hoe je ze ook moet noemen, naast haar staan. Ik weet dat ze in zo’n geval meestal behoorlijk achterdochtig van aard is, wat gezien haar voorgeschiedenis natuurlijk niet verwonderlijk is, maar ze weet zich nu goed te beheersen.
“Het is zo dat de maaltijd eigenlijk nog een achterafje bevat, maar de meisjes zijn nu al aan het knikkebollen. Wat zou u er van vinden dat u beiden nog geniet van een afsluitend drankje en dat u ons het genoegen biedt de meisjes naar boven te brengen en hen als echte prinsessen de nacht laat in gaan.”
“U bedoelt…”
“Dat wij met hen naar boven gaan, hen verschonen en klaar maken voor de nacht. En natuurlijk hoort daar een verhaal bij.”
Nog voor Inge kan reageren, pik ik in.
“Inge, dat is een aanbod dat je niet mag weigeren. De tweeling vertrouwt hen. Dat is ondertussen wel duidelijk. En ze zijn in goede handen. Doe dat maar.”
“Maar Koen. Ze weten niks liggen. En wat gaan de meisjes zeggen als ze geen … Allee, je weet wel hoe ze hun dag afsluiten.”
“Ik ben er zeker van dat de dames hier dat met plezier zullen overnemen. Het klinkt misschien raar, maar wij geven de tweeling ’s avonds nog een fles voor ze gaan slapen.”
“Nou, dan nemen wij dat toch ook over. Als u ons even uitlegt waar we alles kunnen vinden, dan gaan wij deze prinsesjes in bed leggen. En dan kan u nog een laatste keer genieten van een prachtige zomeravond in de Eftelingsfeer. Onze collega’s staan klaar om u verder te bedienen.”
Even later krijgen we allebei twee dikke nachtzoenen op onze lippen. De meisjes gaan naar boven, en niks te vroeg want bij het vastnemen voelde ik overvolle luiers rond hun poep zitten.

Op het moment dat ze langs mij komt, kan ik het niet laten even over haar billen te glijden. Haar luier voelt nogal logisch droog aan. Ze komt dan ook net terug van het toilet. Anders dan de voorbije dagen heeft ze vandaag al heel de dag een luier gedragen. Op die manier heeft ze ongelukjes weten te vermijden in de wilde attracties.
Twee keer zei ze me dat de spanning haar blaas veel te veel werd. Een eerste keer in Joris en de Draak, en tweede keer nogal logisch boven in de Baron. Achteraf wist ze me te vertellen dat het de eerste keer was dat ze bewust de luier van voor voelde nat worden. Ze noemde het een verrijkende ervaring, wat dat ook mag betekenen.
Mama en papa zitten al eventjes op ons te wachten, samen met de meisjes. Zij hebben natuurlijk een veel rustiger dag achter de rug, en genieten nu van een stevig biertje en een wijn. En ook zij hebben het genot van de gouden gasten één dag mogen ervaren als begeleiders van de tweeling.
Ze hebben er twee keer ‘misbruik’ van gemaakt om de wachtrij te omzeilen. Eén keer aan de Droomvlucht en een tweede keer vlak voor ze naar hier kwamen om nog een keer Carnaval Festival te beleven. En nu krijgen we een laatste keer een koningsbehandeling hier in het Pannenkoekenhuis. Ik zie al een kok onze richting uit komen.

“Jullie moeten nu nog heel dat stuk terug wandelen. Waarom zijn jullie niet aan het restaurant afgedraaid richting het hotel ?”
“Zeg, mama, dat eventjes dat we terug moeten wandelen. En trouwens, de tweeling gaat sebiet toch in de buggy. Die hun pijp is uit. Dat zag je daarjuist al toen we hen hun pyjama aandeden en hun fles gaven. Sarah was al aan het wegdommelen.”
“Waar draaien jullie terug ?”
“Als de tweede ingang van het Sprookjesbos nog open is, dan gaan we daar afscheid nemen. Dan kunnen we nog een laatste keer langs daar wandelen.”
Enkele minuutjes later zijn we aan de poort. We zijn eigenlijk net te laat, want we zien een bediende de poort sluiten. Als zij de meisjes ziet, kan ze het niet laten hen nog een keer te begroeten. En ons gouden uitstapjes krijgt dan toch nog een verlengstukje, want op eenvoudige vraag wordt de poort voor ons wel terug opengemaakt.

Bij het passeren van het theater botsen we bijna op de twee mensen waarmee ons avontuur drie dagen eerder begon. Nog volledig uitgedost begroeten Doornroosje en Roodkapje heel hartelijk Sarah en Sofie. Die zijn terug klaarwakker en willen niets liever dan aan de hand van de Sprookjesfiguren verder wandelen.
“Zijn jullie op weg naar het hotel ? Mogen we anders mee wandelen ? Dan kunnen we ginder afscheid van jullie nemen. Da’s toch ideaal. We hebben jullie verwelkomd, en we nemen als laatste afscheid. Mooier kan niet, toch ?”
De tocht naar de parking van het hotel verloopt voor ons heel rustig. De tweeling vertelt honderduit tegen de twee dames, alsof ze elkaar al jaren kennen. En die laten dat gewoon gebeuren en stellen zelf vragen. En vertellen over het leven in het Sprookjesbos. Ik heb Inge dicht bij me getrokken en zie haar nog een laatste keer ten volle genieten.
Aan de parking kunnen de dames het niet laten de tweeling vast te maken. Als laatste verdwijnen de tutjes in de monden, en binnen de kortste keren zie je de ogen dichtvallen. Die worden morgen pas terug wakker, maar dan wel in hun eigen bedje.

Met ons vieren gaan we nog even naar binnen. Anders dan de gewone kaartjes moeten we onze toegangskaartjes wel afgeven. Bij het naar binnen gaan, kan Inge haar nieuwsgierigheid niet bedwingen.
“Mag ik eens vragen. Doen jullie nu niet heel lange dagen ? Jullie zijn hier al vroeg bij het ontbijt, en het is nu al bijna acht uur ’s avonds en jullie zijn hier nu nog.”
“Wij werken in twee ploegen hoor. Donderdag toen jullie aankwamen, waren wij eigenlijk net begonnen. De manager zag dat we net klaar stonden om het park in te gaan, en hij leek het wel een fijn idee om jullie door ons te verwelkomen.”
“En hebben de meisjes dat dan niet gezien.”
“Kindjes van die leeftijd zien enkel het personage, niet de acteur die het personage speelt. Voor hen is het personage zelf de mens van vlees en bloed. En je mag er zeker van zijn dat de volledige toneelploeg hier mekaar op de hoogte heeft gehouden wat er met de meisjes gebeurde.”
“Is dat dan zo uitzonderlijk ?”
“Absoluut. Karel, de man die de wolf speelt, werkt al het langste van ons hier in de Efteling, en hij heeft ook nog nooit meegemaakt dat er jonge kindjes gouden gasten zijn. Iedereen heeft zich echt uit de naad gewerkt om toch maar geen fouten te maken. Kindjes zoals zij zijn onze absolute core-business, dus als je dan gouden kindjes hebt, dan ga je er gewoon 200 % voor.”
“Dank u wel. Ik weet niet hoe ik jullie ooit kan bedanken. Deze vier dagen waren gewoon wonderlijk. Dit staat nu al in ons geheugen gegrift.”

Een korte blik tussen de twee sprookjesfiguren overtuigt hen te springen.
“Mevrouw, voor de grote personeelsgroep zou ik zeggen, zet je bedanking op papier, en wat ons persoonlijk betreft, is er wel iets waarmee je ons kan bedanken.”
Inges ogen staan onmiddellijk helder, klaar om de twee dames ter wille te zijn.
“De tweeling vertelde ons daarstraks tijdens de show dat jullie in Mortsel wonen. Je moet weten dat Helga en ikzelf, Mira, nog studeren. Het werk hier is voor ons een manier om onze studies te betalen. Wij studeren drama aan het conservatorium van Antwerpen. Dus als je vanaf september babysitters nodig hebt, dan staan wij klaar om af te komen.”
“Graag. Maar gaan de tweeling jullie wel herkennen ? Ze hebben jullie enkel gezien als sprookjesfiguren. Ik hoop dat ze niet gaan bang zijn dat er ineens twee wildvreemde Nederlandse dames komen babysitten.”
“Laten we zeggen dat ze ons al wel hebben gezien. En we hebben ze zelfs al verschoond, en een fles melk gegeven terwijl we een verhaal voorlazen, waarna we hen in hun bedje hebben gelegd. En ze vonden dat heerlijk. En wij ook.”
De frank valt dan pas bij Inge. Het is duidelijk dat ze zich wat schaamt dat ze de twee vrouwen niet heeft herkend die gisteren kamermeisjes waren. Die lachen het echter weg en stellen voor ons ook verder uit te zwaaien. Aan de auto wisselen we gegevens uit. Helemaal op het laatste laten ze hun rol voor wat het is en krijgen we drie afscheidszoenen van elk.
“Als je er zin in hebt, De eerste week van augustus hebben we vrij en gaan we naar Antwerpen om een nieuwe studentenkamer in te richten. Ik ben er zeker van dat Mira net als ik er veel zin in heeft om de meisjes dan al terug te zien. Doei, doei !”
 
Laatst bewerkt:

beddenplasser

volwassen peuter
Om de één of andere reden had ik een ongezonde facinatie voor Sneeuwwitje. Die is nu gelukkig overal vervangen door Doornroosje, die wel een fysieke rol heeft in de Efteling. Dus geen onnodig gespring meer tussen die twee sprookjesfiguren.
 

florisjan2000

Een dag niet geluierd is een dag niet geleeft
Het blijft een mooi verhaal hoop dat er weer gauw een vervolg komt lees het graag grtz florisjan
 
Bovenaan