Nog niet klaar De Weduwnaar

Hoe goed is dit verhaal?

  • 1

    Stemmen: 0 0,0%
  • 2

    Stemmen: 0 0,0%
  • 3

    Stemmen: 0 0,0%
  • 4

    Stemmen: 0 0,0%
  • 5

    Stemmen: 0 0,0%
  • 6

    Stemmen: 0 0,0%
  • 7

    Stemmen: 0 0,0%
  • 8

    Stemmen: 0 0,0%
  • 9

    Stemmen: 1 50,0%
  • 10

    Stemmen: 1 50,0%

  • Totaal stemmers
    2

beddenplasser

volwassen peuter
HOOFDSTUK 36 OUDJAAR, EEN DAG VAN AFSCHEID

Net op tijd. Met dat ik mijn hoofd heb omgedraaid richting de klokradio zie ik dat ik één minuutje eerder dan het alarm ben. En natuurlijk ook weer zo typisch dat je zelfs je eigen alarm iet haalt, maar soit.
Ook merk ik dat het inderdaad extra druk is in bed. Blijkbaar zijn Inge en ik redelijk dicht naar elkaar toe gerold en ik voel die kleine spruit daar nog tussengewrongen tussen liggen. Haar poep duwt in mijn buik, terwijl haar gezicht nog altijd veilig en wel begraven ligt in de boezem van Inge. Alleen is Inge haar slaapkleed naar boven gekropen zodat dat nu deels bloot ligt.
Snel schakel ik de klokradio uit en draai me weg van de twee schatten. Ook zorg ik er voor dat de donsdeken snel terug dik ingeduffeld over hen komt te liggen, zodat ze niet wakker worden van de plotse koude.

Beneden aangekomen steek ik mijn smartphone in de oplader, steek ik de kerstlichtjes in de boom aan, zet de verwarming en begin ik koffie te zetten. Het is een beetje vaste routine van me als ik niet moet douchen. Vooral die koffie is dan fijn als ik daarna gewassen en gestreken beneden kom om de dag echt te beginnen.
Terwijl ik de koffie zet, hoor ik mijn smartphone als een bezetene zoemen. Het is normaal dat hij ’s morgens wat teken van leven geeft, als de pop-ups en eventuele whatsapp’jes en zo binnenkomen eenmaal de smartphone heeft bewogen na de nacht en dus ook actief mag worden. Maar deze morgen is het toch wel heftig. Misschien dat het te maken heeft met Oudjaar.
Ik weet mijn nieuwsgierigheid te bedwingen en ga me eerst boven wassen. Gelukkig dat ik zo slim was mijn kleren gisteren in de badkamer te leggen zodat ik niet meer in de slaapkamer moet zijn.

Tijdens het tandenpoetsen voel ik dat ik moet plassen en laat het maar in mijn luier lopen. Het gebeurt zo dikwijls dat ik dat doe, en het gebeurt zelden dat mijn luier de ochtendstroom niet kan houden. En als dat gebeurt, dan is de vloer snel genoeg opgekuist.
We hebben trouwens ondertussen allemaal dezelfde routine in de badkamer. Pyjama uit, tandenpoetsen, gezicht wassen, luier uit, eventueel naar de wc en poep wassen. Ik ben lang niet de enige die dat naar de wc gaan kan overslaan. Ook bij de meisjes merk je heel dikwijls dat hun luier extra warm aanvoelt, en niet zelden heeft hun luier nog niet alle vocht opgeslorpt en zie je de pipi nog liggen.


Tegen dat ik beneden ben, is inderdaad de koffie doorgelopen. Ik giet hem in de thermos, pak een tas en melk en installeer me aan tafel. Die tien minuutjes dat ik de dag opstart met mijn tas koffie gaat het verschil niet maken. De pistolets bij onze bakker zullen nog altijd warm aanvoelen.
Mijn nieuwsgierigheid doet me nu toch mijn gsm vastpakken. Met dat ik het scherm zie, besef ik wat die immens stroom berichtjes was. Al maar goed dat ik mijn tas koffie net op tafel heb staan, want ik voel mijn hand beginnen trillen van spanning.
Het allereerste dat ik te zien krijg is een Breaking-bericht van het VRT-nieuws, met een foto van een brandend gebouw, een brandend gebouw dat ik onmiddellijk herken als het gebouw waar ik dagelijks mijn uren verslijt. Blijkbaar staat onze fabriek in brand.
Ik doe wel de moeite om eerst te zien wie er berichtjes heeft gestuurd. Twee afzenders wil ik absoluut weten. Het BE-Alert raadt de inwoners van Borsbeek en Deurne en zo aan ramen en deuren gesloten te houden en niet wij. Maar even verder een nieuw BE-Alert waarin wordt gezegd dat een verplichte evacuatie van woonzones volgt. Gelukkig niet wij. De wind staat echt wel in de andere richting. Maar dat betekent dus ook dat de chemische installaties geraakt zijn.
En wat ik ook wil weten is de info van het werk zelf. En dat is heel duidelijk. Tot nader bericht mag de komende dagen niemand het terrein op. Tot dan is iedereen technisch werkloos.

Pas dan kan ik me er toe aanzetten meer te lezen over de brand zelf. Die is blijkbaar al enkele uren bezig. Ze hebben nog geen idee wat er juist is gebeurd. En het is vooral vreemd dat dit is gebeurd op een moment dat alle installaties stil lagen. Maar wel is geweten dat de eerste uitslaande brand ons gebouw was. Ik krijg een slecht gevoel. Ik kan alleen maar hopen dat mijn collega’s onze installaties correct hebben afgesloten toen ze vertrokken.
Ik besef dat ik het overige nieuws van me af moet blokken. De bakker wacht en Elena moet op tijd thuis zijn. Maar de gebeurtenissen enkele kilometers verder malen wel degelijk door mijn hoofd op weg naar de bakker. Hoe hard ik ook probeer het af te blokken, ik besef dat ik nadenk over mijn toekomst op het bedrijf. En hoe bizar ook, de brand voelt ergens als een bevrijding.
Aangekomen bij de bakker bekruipt me een vreemd gevoel dat ik voor mezelf al een beslissing heb genomen. Ik moet me echt in een plooi wringen als de bakkersvrouw bijna in tranen aan me vraagt hoe het met me gaat. Die weet natuurlijk verdomd goed dat mijn werk in de fik staat.


Terwijl ik op weg naar huis stap, begin ik ook te beseffen dat Oudjaar voor heel veel mensen vanavond in het water valt. Het is maar de vraag wat er met de fabriek zal gebeuren. Pas als de brand geblust is, zal duidelijk worden welke installaties en gebouwen nog hersteld kunnen worden.
En er lopen heel wat koppels rond in het bedrijf. Plezant vieren als je weet dat je voor maanden, zo niet jaren werkloos zult zijn. Er gaan vele tranen vloeien, dat is zeker.
Zelf zit ik eigenlijk in een luxepositie. Ik heb het geld eigenlijk niet echt nodig, of toch niet onmiddellijk. De erfenis van mijn ouders heeft me een aardige spaarpot opgeleverd, genoeg om voor mezelf te kunnen zeggen dat de brand me niet te hard aan het hart komt.

Als ik er bijna ben, zie ik een ziekenwagen met loeiende sirene in onze straat komen, en zich voor het huis van onze buurvrouw zetten. Terwijl de ene ambulancier in de wagen gerief pakt, zie ik de andere naar de voordeur van haar huis gaan en aanbellen. En na een tijdje nog eens aanbellen. Hij probeert door de ramen te kijken, maar de gordijnen houden elke doorkijk tegen. Wat er gebeurd is, weet ik natuurlijk niet, maar feit is wel dat ik hen kan helpen.
“Ik kan jullie helpen. Ik heb een sleutel van haar achterdeur, en zij van de mijne, voor in gevallen als deze. Is er iets gebeurd ?”
“Dat weten we niet. Er kwam een hulplijn binnen vanop dit adres, maar het enige dat we weten is dat de operator iemand heeft horen zeggen dat ze zich niet goed voelde, en daarna allerlei gestommel, alsof iemand viel. Weet jij wie hier woont ?”
“Anita Mittelbauer, een alleenstaande vrouw van ergens in de vijftig vermoed ik. Ik ken voor de rest eigenlijk niets van haar. Ze is heel introvert, maar wel een hele lieve vrouw.”

Binnen aangekomen leidt ik de twee heren in één kaar naar het tuinhuis, waar ik de sleutel bewaar. Alleen is er wel een onverwachte confrontatie, want blijkbaar zijn Inge en de kinderen al op. De tweeling staat enkel in hun luier klaar met een stapeltje propere kleren in hun handen.
En Elena is net dat tikkeltje verder, want die staat op haar fopspeen na poedelnaakt in de kamer, te wachten op Inge die bezig is een washandje nat te maken om haar te wassen. Haar overvolle luier ligt naast haar op de grond te wachten om weggesmeten te worden.
En wat het zeker ook voor Inge heel ambetant maakt, is het feit dat zij haar natte luier ook nog aan heeft, en dat haar slaapkleedje is blijven steken aan de bovenkant van haar luier, zodat die nu wel heel zichtbaar is voor de twee onverwachte heren die me in vol ornaat en met al hun materiaal volgen.
Ik laat het niet aan mijn hart komen en leidt de twee ambulanciers de tuin in, en dan door het poortje dat onze twee tuinen scheidt en laat hen binnen via Anita haar achterdeur. Vrij snel roept één van hen dat ze gevonden is.


Als ik terugkom in huis, zie ik dat Inge, zichtbaar geschrokken op een stoel zit, met de kleine Elena tegen zich aan gedrukt. Alhoewel ik haar niet hoor, zie ik wel dat de jarige zit te snikken. Die heeft natuurlijk ook zonder boe of ba ineens twee gele mannen zien verschijnen in ons huis.
“Er is blijkbaar iets met Anita. Die heeft de ziekenwagen nog kunnen bellen, maar voor de rest niets. Ik hoop dat het niet te ernstig is. En zeker jij, kleine meid. Jij bent geschrokken, hé. Maar ze zijn terug weg. Ze moesten hier naast zijn, en ik kon hen daar bij helpen. Maar die tranen zijn helemaal niet nodig. Die zal ik eens heel snel wegtoveren.”

Ik neem haar voeten vast, en voor ze eigenlijk goed en wel beseft wat er gebeurt, hangt de blote meid hoog in de lucht te bengelen, en geef ik haar ondersteboven een heel gemeende verjaardagskus op de mond. Waarna ik haar in mijn nek placeer, en de andere drie dames even goed trakteer op een goeiemorgenkus op hun lippen.
De minuten die volgen trakteer ik Elena op kriebels overal waar ik maar aan kan. Op haar voeten, onder haar voeten, langs verschillende plaatsen op haar benen, in haar zij. Ook trakteer ik de blote billen die ergens achter mijn nek bengelen op enkele speelse kneepjes. Wat er toe leidt dat ze binnen de kortste keren de miserie van de ambulanciers is vergeten en vol vrolijkheid de dag verder kan aanvatten.

Blijkbaar was Inge hen beginnen wassen, maar had ze gemerkt dat ze de kleren van Elena per ongeluk al had weggestoken. Dus waren ze maar met zijn allen naar beneden gekomen en zou Inge hen daar dan verder klaarmaken.


Een half uurtje later wandel ik met Elena op mijn arm naar buiten. Ondanks een nieuwe wasbeurt in haar gezicht zie ik ook nu nog wit poeder rond haar neusje. We weten dat ze het superlekker vindt, en nogal logisch konden we het haar dan ook niet weigeren op haar verjaardag, maar een klein zesjarig meisje een boule de berlin laten eten blijft een belevenis.
Nog meer dan het uur voordien, merk ik goed de snijdende natte kou. Zo goed het weer de voorbije dagen was, hoe lelijk het er vandaag uitziet. Er hangt van die koude winterregen in de lucht. Nog niet voor nu, maar over enkele uren heel zeker. We hebben ons alle twee dan ook goed dik ingeduffeld.
De ambulanciers zijn trouwens nog altijd bezig bij Anita. Ze hebben hun ziekenwagen voor mijn garage gezet, met hun blauwe lichten op vaste stand, om aan te geven dat ze met een interventie bezig zijn. Ik heb hen zelf dit plaatsje voorgesteld. Ik moet niet weg met de auto, en zo blokkeren ze de straat niet.

De wandeling naar Elena thuis duurt zo’n twintig minuutjes. Misschien nu iets langer, want én steenkoud, én Elena doet vooral ook geen moeite om snel te zijn. Ze hield het trouwens ook niet droog toen Inge haar een prettig feest wenste en haar vertelde dat ze ook volgend weekend twee nachten zou blijven in plaats van één.
Maar het is vooral dat Elena totaal geen zin heeft in het feest bij haar thuis. Het is haar verjaardag, maar ook Oudjaar wordt gevierd en Kerstmis. De ouders van haar papa gaan er zijn en als ik het goed heb begrepen ook zijn broer met diens vrouw en kinderen. In totaal gaan ze met veertien zijn. En buiten Elena hebben ze allemaal al samen geslapen de voorbije nacht.


Op het moment dat we haar straat willen indraaien, worden we tegengehouden door enkele politiemannen. Elena kijkt vooral met veel schrik naar de twee redelijk robuuste kerels, maar ik zie onmiddellijk dat er verder een in de straat allemaal blauwe lichten staan te zwaaien.
Ik geef aan dat ik op nummer 27 moet zijn, dat ik Elena thuis ga afzetten na een logeerpartijtje. Ik zie de twee mannen even naar elkaar kijken waarna de ene de andere beveelt dat hij ‘den Albèèrt’ moet oproepen. Aan de manier waarop de naam wordt uitgesproken, verwacht ik mij aan zo’n stevig besnorde vijftiger met een air die kickt op macht. Ik zal er wel compleet naast zitten, maar toch voel ik me op dit moment heel ongemakkelijk.

Ondertussen heeft ook Elena alle zwaailichten verderop in de straat in het vizier gekregen. Vooral de brandweermannen zijn angstaanjagend, met hun flessen met perslucht en beademingsmaskers. We kunnen niet zien wat er juist gebeurt, maar het feit dat die er zo bij lopen is natuurlijk geen goed teken.
Elena is in ieder geval zwaar onder de indruk. Ze staat zichtbaar te trillen. Terwijl ik zelf gehurkt zit te kijken naar wat er verder in de straat gebeurt, trek ik haar even dicht bij mij en sla mijn armen om haar heen om haar een knuffel te geven, in de hoop dat ze daardoor wat kan kalmeren.
“Koen ?”
Met dat ik de stem hoor, kijk ik op en zie ik het vragende gezicht van Kathy.
“Hey goeiemorgen Kathy. Hoe kom jij hier ?”
“Ze hebben me opgeroepen om een klein meisje voor nummer 27 op te halen.”
“Hoe bedoel je ? Ik verwachtte me aan een man eerlijk gezegd, iemand die Albèrt heet.”
“Die Albèrt ben ik. Koen, denk eens na, wat is mijn achternaam ?”
“Albert. Och, tuurlijk, alleen heeft uw collega het op zijn Frans uitgesproken.”
“Voila. Maar als jij dat meisje tot hier hebt gebracht, wilt dat dan zeggen dat zij Elena is, dat vriendinnetje van de tweeling is dat jullie elk weekend opvangen ?”
“Dat klopt, ja. En zij gaat nu naar huis terug na een weekje logeren. Ze verjaart vandaag en gaat feest vieren met haar familie.”

Ik zie onmiddellijk aan het gezicht van Kathy dat er veel meer aan de hand is. Met wat ze nu net van mij heeft gehoord, krijgt Kathy het zichtbaar moeilijk, en een korte blik naar de twee politiemannen leert me dat wat nu komt geen goed nieuws gaat zijn.
Kathy gaat zelf door de knieën om op gelijke hoogte te komen met Elena. Je ziet haar zichtbaar naar woorden zoeken. Dat Elena in zekere zin een bekende is, waar ze al meer van heeft gehoord, maakt het ook voor haar blijkbaar extreem moeilijk.
“Goeiedag. Mijn naam is Kathy. Ik ben een goede vriend van Koen hier, maar nu ben ik hier vooral voor jou, Elena. Je ziet dat de brandweer en de politie ginder bezig is. Ik vrees dat je voorlopig niet naar huis kunt gaan, lieve meid. Er is een ongeluk gebeurd bij jullie thuis. En ik vind het heel erg om te moeten zeggen, maar bij dat ongeluk zijn er mensen doodgegaan. Ook jouw papa en mama.”
“Mama ?”
“Sorry schat. Ook je mama is gestorven. En je mag er nog niet naartoe. Het is te gevaarlijk nog op dit moment.”


Het blijft enkele seconden muisstil. Dan zie ik aan de blik van Kathy dat er een reactie volgt die ze niet onmiddellijk had verwacht. Een reactie die enkele seconden later de straatstenen tussen haar benen lokaal nat maakt.
“Oh schat toch. Ik snap het wel dat dit gebeurt.”
Elena kijkt wezenloos voor zich uit naar de blauwe zwaailichten verderop in haar straat. Geen traan, wel een natte broek, ondanks dat het haar niet lukte vanmorgen om te drinken. Zo zenuwachtig was ze.

Kathy heeft zich ondertussen wat verwijderd van ons en is druk in gesprek aan de telefoon. Enkele minuutjes later komt ze terug in onze richting.
“Koen, kan je haar eventueel mee terug nemen ? Hier is er geen mogelijkheid om haar op te vangen, en in dat koude weer heeft ze binnen de kortste keren iets te pakken met die natte broek. Ik heb met de onderzoeksrechter gebeld, en als het kan zouden we haar graag straks even wat vragen willen stellen. Mogen we dan afkomen ? Dat zal denk ik over een uurtje zijn.”
Ik bevestig, maar voor ik Kathy laat gaan, stel ik haar fluisterend de vraag of er nog andere mensen ook zijn gestorven. Het antwoord van Kathy is even veelzeggend, want zonder klank maar goed leesbaar, antwoordt ze met een doffe blik in haar ogen “Allemaal !”
Ik neem Elena haar handje vast, en samen wandelen we naar huis. Elena heeft geen woord meer gezegd. Haar blik staat nog altijd op datzelfde oneindige.

De terugweg is zo mogelijk nog trager dan de heenweg naar haar huis. Haar natte broek is natuurlijk geen hulp, maar zeker vanaf dat we onze straat zijn ingedraaid, lukt het de kleine meid amper nog voetjes te zetten. Haar blik is ondertussen overgegaan van oneindig naar iets wat het houdt tussen leeg en hulpeloos. Alle leven lijkt uit haar te stromen.
Op het moment dat we onze garage passeren, heeft de ziekenwagen plaats gemaakt voor een lijkwagen. Ik ben er vrij zeker van dat het volledig voorbijgaat aan Elena, maar het ziet er dus naar uit ook onze buurvrouw het niet heeft gehaald.
 

luierdromertje

Niet geschoten is altijd mis.
Allemachtig wat een heftig hoofdstuk.
Met Recht een verjaardag om nooit te vergeten. dit gun je niemand.
Inderdaad maar, goed dat het een ( fantasie)verhaal is.
Reuze benieuwd naar het onderzoek naar de oorzaak en, of Elena goed beseft wat het gevolg is.
Dat ze liever bij Koen en, Inge verbleef oké maar, zo?
Helaas is ook dit het dagelijks leven.
:lipzzz:lipzzz:lipzzz:lipzzz
 

beddenplasser

volwassen peuter
Hierna een nieuw vervolg. Beschrijvend, met weinig luiers, maar cruciaal voor het verdere verloop van het verhaal. Ik heb heel lang geworsteld met dit hoofdstuk, omdat dit een keerpunt vormt.
 

beddenplasser

volwassen peuter
HOOFDSTUK 37 OUDJAAR, EEN DAG VAN VERANDERING

Binnen aangekomen krijgt Inge Elena heel even te zien. Inge is volop bezig gehaktballetjes te rollen en kan dus onmogelijk helpen. Die is nogal logisch heel verbaasd Elena terug te zien, maar ik geef aan dat ik eerst even Elena wil hebben klaargemaakt. Daarna krijgt ze alle uitleg die ik ken.
Elena heeft zich ondertussen in de gang met haar natte poep gewoon op de koude stenen vloer laten vallen, of nog beter gezegd is gewoon door haar benen gezakt. Op een koude vloer die bovendien nog net extra is afgekoeld omdat die in de ijskoude natte buitenwind heeft gestaan toen we binnen kwamen.
Snel neem ik Elena in mijn armen. De grootste natheid is ondertussen weggetrokken doorheen haar broek en bovenkleding, dus dat eventjes dat ze op mijn arm leunt, kan geen kwaad.

In de verzorgingskamer leg ik eerst Elena op het dubbele verzorgingskussen. Ze laat zich echt volledig hangen, met nog altijd de lege blik in haar ogen. Alle emotie lijkt uit dit prachtige meisje te zijn verdwenen.
Ik neem al het nodige gerief om haar op te frissen. Het duurt even voor ik zowel warm water heb gepakt als haar propere kleren, het enige andere setje dat ze van bij haar thuis had meegekregen. Het waren de kleren die ze aan had de vrijdag voor de kerstvakantie. Haar mama wist toch dat ze bij ons onesies en andere dingen zou dragen.
Op het moment dat ik terug voor haar sta, merk ik op dat ze nog steeds even bewegingloos voor zich uit ligt te staren. Ze heeft geen enkele moeite gedaan om haar natte kleren uit te doen. Haar onderbenen hangen ook volledig hulpeloos te bengelen, hoe ongemakkelijk dit ook voor haar moet zijn.

Met dat ik haar schoenen uit doe, merk ik dat die gelukkig amper nat zijn geworden. Op het moment dat ze begon te plassen bij haar thuis stonden haar benen wat uit elkaar en dat is haar geluk geweest, want haar urine is daardoor niet volledig langs haar benen gelopen. Ik ben al blij want het is niet dat we zwemmen in de schoenen voor haar. Van ons Janne heeft ze gelukkig ook een paar dat haar past.
Terwijl ik haar was, blijft ze zich volledig apathisch houden. Of ik nu een meisje van zes jaar was of een overmaatse lappenpop, veel verschil is er niet. Ze werkt op geen enkele manier mee. Of laat staan zelfs maar enig teken van leven geven.
Op het moment dat ik haar haar andere onderbroek wil aandoen, aarzel ik. Ze zal hier voorlopig niet weggaan, vermoed ik, en ze heeft net terug in haar broek geplast. Ik besluit haar toch maar terug een luier aan te doen. En Kathy is er toch om meer uitleg te geven mocht iemand er een opmerking over te maken. Ze mag dan hier wel in geen tijden meer zijn geweest, ze weet wel wie Elena is hier thuis, en wat onze gewoontes zijn met haar.


Met dat ik een hele tijd later met Elena in mijn armen de trap begin af te gaan, gaat de bel. Zo snel als ik kan, ga ik verder en doe de deur open. In de deuropening zie ik Kathy staan, samen met twee politieagenten en een vierde persoon. Een vrouw van pakweg in de vijftig, de onderzoeksrechter neem ik aan. Blijkbaar heeft de wandeling naar huis en de verschoonbeurt langer geduurd dan gedacht.
Met dat ze binnenkomen, merk ik dat Kathy me een welkomstzoen wil geven, maar dat ze op tijd realiseert dat het op dit moment minder gepast is. Ze is hier uiteindelijk wel in functie. Ze aanvaardt gelukkig wel mijn hand, een gebaar dat ik ook herhaal met de andere drie.
Ondanks dat laat Kathy tegenover haar collega’s toch zien dat ze vertrouwd is hier thuis, en een andere relatie heeft. Want anders dan de anderen doet ze gewoon haar jas uit en hangt die aan een kapstok in de kast. Om vervolgens zonder veel poeha zelf naar binnen te gaan. Ik krijg gewoon de kans niet de deur voor haar en de anderen open te laten.

Maar wat er dan gebeurt is iets dat zelfs Kathy in geen enkel draaiboek heeft staan. Inge, denkend dat ik het ben, komt de keuken uit om het verhaal te horen. Maar in de plaats daarvan zie ik Kathy naar haar kijken. Inge weet ook nog totaal niets af van wat zich heeft afgespeeld, en weet ook niet dat er nog anderen met Kathy zijn meegekomen.
Het oogcontact tussen de twee is kort, maar heel veelzeggend. Inge komt recht op Kathy af, pakt met haar handen diens trui vast, en duwt Kathy redelijk fors tegen één van de weinige vrije stukken muur, naast de kerstboom. Zelfs de twee politieagenten zijn zo in shock dat ze niet onmiddellijk reageren. Maar tegelijkertijd zie ik ook Kathy vanachter het lijf van Inge een bepaald teken geven met haar hand, waarna de agenten gewoon het verder bekijken.

“Dit doe je nooit meer, Kathy. Ik ben zo kwaad op jou. Je laat niks weten, je doet alsof ik niet besta. Waarom heb je niks laten weten ? Zijn wij dan niet meer belangrijk ?”
Inge drukt Kathy volledig tegen de muur met haar lichaam. Ongetwijfeld zal Kathy manieren kennen om zichzelf te bevrijden, maar het gebeurt niet.
“Ik was zo ongerust over jou. Ik dacht echt dat je niks meer met mij te maken wou hebben, en ik snapte totaal niet wat ik verkeerd had gedaan.”
Inge is ondertussen vol met haar vuisten beginnen kloppen op Kathy haar borstkas, terwijl ze haar hart volledig lucht.
“En dat lost niet op door hier nu vandaag wat vroeger te zijn. Je hebt me pijn gedaan, hier van binnen, terwijl ik je zo hard mis.”
Ondanks alle klappen die Kathy te verduren krijgt, blijven de agenten gewoon in de hal staan toekijken. Ik ben er trouwens zeker van dat Inge de andere bezoekers gewoon zelfs nog niet heeft gezien.
“Ik wil echt niet dat je nu nog weggaat, Kathy. Ik mis je te hard. Ik heb je nodig. Altijd… … … Ik hou van jou !”
Zonder op een antwoord te wachten plant Inge haar lippen recht en vol op de lippen van Kathy, niet van plan deze los te laten voor de komende minuten. En de tongkus duurt inderdaad lang. Zeker omdat Kathy, na het eerst eerder op zich te laten afkomen, nu vol meegaat in de tongkus en de hele wereld rondom haar vergeet, zoals ook Inge doet.

Eindelijk is het Inge gelukt. Ik heb nog altijd geen idee wanneer zij zelf tot het besef is gekomen, maar mij was het al redelijk snel duidelijk, van in de zomer, dat Inge smoorverliefd was en dat het ook voor Kathy meer betekende dan enkel wat vriendschap.
Het blijft een raadsel waarom Kathy na haar terugkomst niet tot bij ons is geraakt, en ik ben er zeker van dat Inge al haar twijfels heeft gehad bij de oprechtheid van Kathy, maar het onverwachte ontmoeten heeft bij haar dingen in gang gezet die alle twijfels heeft doen wegnemen.


Toch wat gegeneerd door deze onverwachte situatie besluit ik uiteindelijk de agenten en de onderzoeksrechter binnen te laten. Ze zijn zelf tactisch genoeg om dit in stilte te doen, en ze zetten zich op de zetel.
En ik neem aan dat Kathy op zijn minst iets doorheeft, want met dat ze zitten, zie ik haar de kus onderbreken en haar vinger zachtjes op de mond van Inge leggen. Onhoorbaar zegt ze iets tegen Inge, waarna die door haar kersverse vriendin wordt omgedraaid.
“Sorry mensen. Ik had gehoopt dat dit zou gebeuren, maar niet nu, wel vanavond. Mag ik jullie voorstellen, Inge Cleynen. Inge, dit zijn twee van mijn collega’s en onderzoeksrechter Laporte.”
“Onderzoeksrechter ? Hebben wij iets verkeerd gedaan ? Of heeft het te maken met Anita ?”
“Wie is Anita ?”
“Onze buurvrouw. Die is vanmorgen overleden.”
“Vandaar die lijkwagen hier wat verder. Ik vroeg het me al af. Nee, Inge, het heeft niks met jullie buurvrouw te maken, maar alles met die kleine meid hier die Koen in zijn armen heeft. Heeft Koen nog niets gezegd ?”
“Ik weet van niks. We hebben elkaar nog niet gesproken. Ik was stomverbaasd dat hij Elena terug mee had, maar ze had een natte broek, en Koen is ze eerst gaan verschonen. En toen stond jij ineens hier.”
“Oei. Goed. Schat, we gaan eerst met Elena praten. Ik wil wel dat je erbij blijft, want daarna gaan we met jullie praten, maar stel aub geen vragen of laat als je kan niks merken aan haar.”

Ik zet me ook in één van de zetels, terwijl Inge en Kathy zich op een stoel zetten. Elena hangt al heel de tijd tegen me aan, levensloos, en met dat ik haar in de zetel op mijn been zet, zodat ze naar de anderen kan kijken, valt pas echt op dat ze een voddenpop is. Alle levenskracht is uit haar lijf, want ze valt letterlijk tegen me aan, haar ogen wel open, maar zonder alertheid, zonder zin.
Ik zie Inge naar haar gedrag kijken en tranen in de ogen krijgen, iets wat de onderzoeksrechter trouwens ook niet ontgaat.

“Dit is nieuw gedrag voor haar ?”
“Ze is zo geworden op weg naar huis daarnet. Eenmaal binnen is ze volledig zo geworden. Ze reageert op niets meer, praat niet meer, is een voddenpopje geworden. Zo heb ik haar nog nooit gezien.”
“En als je tegen haar spreekt ?”
“Niks, geen enkele reactie. Zelfs op haar naam kwam daarnet geen enkele reactie.”
“Denk je dat ze in staat is vragen te beantwoorden ?”
Als enige antwoord toon ik mijn hand in de richting van de kleine meid die volledig weggezakt in een ongemakkelijke houding tegen me aanleunt, terwijl ik de onderzoeksrechter aankijk om aan te geven dat ze zelf het antwoord ook kent.
“Koen, is er anders een mogelijkheid dat ze even naar boven kan ? We zouden jullie ook nog een paar vraagjes willen stellen zonder dat zij er bij is.”
“Ik stel voor dat ik haar anders even in haar bedje leg. Geef me wel enkele minuutjes, want ik ga haar dan wel even iets anders aandoen dat comfortabeler ligt.”


Als ik terug naar beneden kom, merk ik dat de setting wel ineens een pak anders is. Iedereen zit nu aan tafel, en één van de politiemannen heeft zijn laptop voor zich. Inge zegt, nog voor ik kan gaan zitten, dat ik mijn identiteitskaart best eerst pak. Dit wordt dus wel degelijk een echte getuigenverklaring.
Het is ook de onderzoeksrechter die de vragen stelt. Ze geeft aan dat ze eerst haar vragen zal stellen, en dat we pas daarna te horen krijgen wat de situatie is. Na wat administratieve plichtplegingen begint ze er aan.
Zoals verwacht wil ze weten hoe wij Elena hebben leren kennen, hoe dikwijls ze hier is, enz. En nogal logisch komen ook haar gezinsleden aan bod. Alleen moeten we toegeven dat we van haar gezin eigenlijk niets weten. Dat ze drie broers heeft, dat ze een goeie band heeft met haar moeder en een heel troebele band met haar vader, maar dat we eigenlijk zelfs niet weten van waar ze oorspronkelijk is.

“Jullie weten niet dat ze van Wit-Rusland komen ? Heeft Elena ooit iets gezegd over haar papa en haar nonkel ?”
“Nooit. Elena leefde hier een compleet ander leven dan bij haar thuis. Hier was ze bij haar vriendinnen en kon ze zichzelf volledig zijn. Thuis was dat volgens mij niet het geval. Het weinige dat ze liet doorschemeren was dat ze thuis niet zo gelukkig was. Ook omdat ze thuis niemand had om mee te spelen. Haar broers waren allemaal een pak ouder.”
“Maar je weet dus niets van haar vader zijn beroep of waar die mee bezig was. Heeft Elena de voorbije dagen dan niks gezegd over de mensen die op bezoek kwamen ?”
“Ja, dat ze haar grootouders niet altijd verstaat want die spreken hun eigen taal, en dat er broers mee op haar kamer zouden slapen. Maar details over de personen zelf heeft ze niet gezegd. Ze wou veel liever hier blijven. Daarom dat ik nu heel erg verschiet van haar reactie. Ze is compleet van de wereld op dit moment.”

De onderzoeksrechter beseft dat ze niet veel wijzer zal worden van ons, en geeft daarom kort uitleg wat nu al geweten is.
De brandweer heeft bij een interventie vanmorgen de lichamen gevonden van alle aanwezigen. Er is een vermoeden van CO-vergiftiging, maar de brandweer kon dit nog niet bevestigen. En ook waren er andere signalen die kwaad opzet niet volledig kunnen uitsluiten.
“Kwaad opzet ? Heeft dat met haar vader en diens broer te maken, dat je daar zo expliciet achter vroeg daarnet ?”
“Ja en neen. Misschien. Dat gaan we onder andere onderzoeken. Maar we weten wel dat zijn vader en diens broer politieke vluchtelingen zijn. Dus dat is een piste die nu wel degelijk open ligt.”

“Plus, we hoopten eigenlijk dat Elena ons kon vertellen wie haar papa en haar broers zijn. Zowel de haar vader en diens broer lijken sterk op elkaar, maar ook de neven lijken sterk op elkaar. De foto’s van de identiteitskaarten geven onvoldoende uitsluitsel.”
“Je gaat Elena toch geen identificatie van dode mensen laten doen ? Die is net vandaag zes jaar.”
“Nee, natuurlijk niet. We zouden haar foto’s laten zien. Maar alle beetjes helpen.”
“Sorry dat we niet kunnen helpen. En zoals Elena nu is, zo hebben wij haar dus nog nooit gezien. Ik denk niet dat ze veel reactie gaat geven.”
“Jammer, maar het is wat het is. Ik ga wel een dokter opvorderen, liefst zelfs een kinderpsychiater. En ik wil ook zo snel mogelijk een bloedafname bij haar. We moeten de genetische lijn kennen, zeker als ze geen personen zou herkennen.”

Vijf minuten later staan de onderzoeksrechter en de twee politieagenten vertrekkensklaar. Inge en Kathy staan nog even bij de onderzoeksrechter.
“Dus in de late namiddag komt dokter De Ruyter naar hier ?”
“Ja, zowel Inge als haar tweeling zijn geen onbekenden voor haar. Ze is hier nog al eens geweest.”
“Prima, dan hoor ik het wel van haar. Mevrouw Cleynen, tot wanneer zou Elena hier kunnen blijven ? Is het mogelijk haar nog enkele dagen langer te houden ?”
“Die mag hier blijven zolang ze zelf wil of zolang als nodig is. Alleen voor de Efteling moeten we eens bekijken of ze nog mee kan. Wij gaan van woensdag tot vrijdag naar de Winterefteling.”
“Oei. Ik snap dat je haar wil meepakken, maar eigenlijk mag ze nu het land niet uit. Daar moet ik even over nadenken wat daar mogelijk is.”
“En wat als Elena voor die periode wordt overgedragen aan een inspecteur van de politie ? Kan die dan wel naar het buitenland ?”
“Je bedoelt jezelf. Op zich kan dat, maar je weet dat je dan volledig voor haar verantwoordelijk bent. Ga jij ook met hen mee ?”
“Ja en misschien. Ja, ik ga ook die dagen naar de Winterefteling en misschien ga ik met hen mee, omdat zij nog niet weten dat ik daar dan ook ben.”
“Tot daar de verrassing dus. Dat laat ik aan jullie over. Kathy, van mij mag je haar meenemen, maar je hebt je aan de voorwaarden te houden die zullen worden opgelegd. Daar kan ik geen uitzondering in maken.”


“Dag Patricia. Goeiedag mevrouw.”
“Dag Koen ! Prettig Oud en Nieuw gewenst. Ik weet dat het wat onvoorzien is, maar vind je het erg dat mijn collega bij me is ? Ze is zelf kinderarts, en een hele goeie vriendin van me. We vieren elk jaar Oud en Nieuw samen. Ze heeft me naar hier gebracht. Toen ik haar uitlegde wat de situatie was, stelde ze zelf voor om ook haar expertise in te brengen.”
“Oh, dank u voor het aanbod, en eerlijk gezegd zitten we met onze handen in het haar. Ze is niet alleen volledig lusteloos, maar sinds vanmorgen heeft ze niets meer gegeten of gedronken. Zelfs als we een beker tegen haar mond houden, dan loopt het gewoon langs haar mond naar beneden.”
“Dat klinkt niet goed. Is ze hier beneden ?”
“Ja, nu wel. Ze heeft al meerdere uren in haar bed gelegen, maar ook dan slaapt ze niet echt, zeggen de meisjes.”

Op dat moment komt Inge uitgelaten de hal in.
“Koen, ze drinkt, dankzij ons Sofie. Dat we daar niet zelf aan gedacht hebben. Je zal het zelf wel zien. Oh, dag dokter. En dag mevrouw ?”
“Inge, dat is een collega van dokter De Ruyter, maar zij is kinderarts.”
Onmiddellijk zie ik achterdocht in de ogen van Inge, iets wat ook dokter De Ruyter opmerkt.
“Inge, geen schrik. Ik heb Meryem in de auto kort op de hoogte gebracht van de situatie hier thuis. Ik ben toch juist dat het meisje het vriendinnetje is van Sarah en Sofie waar je al meer over hebt verteld ?”
“Dat is ze, ja.”
“Meryem, ik stel voor dat jij haar anders eerst onderzoekt. Ik denk dat jij op dit moment meer voor haar kan doen dan ik.”

Ik ga als eerste binnen en zie nu wat Inge bedoelde. Op de salontafel staat een bijna leeg zuigflesje water. Elena zit, of beter hangt, in de zetel tussen de tweeling in, met een ondertussen natte en door de verdikking als gevolg hiervan ook zichtbare luier en haar fopspeen in de mond.
Ik verwacht me aan het ergste als de collega van Patricia dit ziet, maar haar reactie is zo mogelijk nog verrassender.
“Elena ? Oh Elena, schattebol, dat jij dit nu moet meemaken. Kom hier ?”
Zonder iets te vragen gaat ze naar Elena en neemt haar in de armen. Op het moment dat ze zich omdraait, struikelt ze bijna over de sloefjes van Sarah. Ze verliest even haar grip en laat Elena bijna vallen. En voor de eerste keer sinds ze terug bij ons is, laat Elena iets van reactie zien, want haar armen en handen gaan bij het bijna vallen wijd open, als wil ze iets of iemand vastgrijpen.

“Meryem, jij kent dit meisje ?”
“Van bij haar geboorte. Koen en Inge, wat valt jullie op bij dit meisje ?”
Inge antwoordt wat ik ook zou zeggen. Vrolijk, alert, slim, op andere vlakken dan weer wat trager in haar ontwikkeling, wel heel klein voor haar leeftijd.
“Bingo. Dat is ook de reden dat ze een patiënt van me is. Bij haar geboorte woog ze geen 2 kg, alhoewel ze geboren is op 39 weken. En ze is altijd klein gebleven. Te klein. En ondanks haar groeiachterstand heeft ze zich altijd kunnen redden in de kleuterschool. Alleen heb ik haar moeder aangeraden haar nog een jaartje langer in de kleuterschool te houden.
Nu, Koen of Inge, is het mogelijk een handdoek te voorzien. Ik zou haar even willen onderzoeken en ze zal ook een droge luier nodig hebben.”
“Dat mag anders ook boven, hoor. Daar ligt alle verschoongerief en in die kamer is het bewust warmer. De kamer recht voor je als je de trap op gaat.”

Even later ligt Elena op de verschoonkussens. Terwijl dokter Yaramis haar onderzoekt, zie ik haar ook de ruimte rondkijken. Ze ziet natuurlijk ook de stapels met luiers liggen. Niet alleen de stapels voor de tweeling en voor Elena, maar ook de stapels luiers voor mij en Inge.
“Familietrekje ?”
“De tweeling is enkel van Inge, niet van mij. En onze incontinentie is ook anders gegroeid.”
“Ik vind het anders wel knap dat je er geen geheim van maakt. Da’s niet zoveel mensen gegeven.”

Ondertussen gaat ze verder met het onderzoeken van Elena. Heel af en toe zien we iets van beweging of reflex, maar voor het overgrote gedeelte blijft de kleine meid bewegingloos. Ze lijkt meer in een comateuze toestand dan dat ze echt wakker is.
“Koen en Inge, hebben jullie maandag tijd om met haar langs te komen in het kinderziekenhuis ? Dan kan ik een uitgebreider onderzoek doen en kan ik ook bloed afnemen. En wij hebben ook een diëtiste in huis die gespecialiseerd is in baby’s, peuters en kleuters.
Ik stel voor dat je Elena tot dan gewoon zuigelingenvoeding geeft. De meeste winkels zijn vandaag tot 18 uur open, dus je kan nog enkele bussen gaan kopen. Neem de versie voor pasgeborenen, daar zit de rijkste voeding in. Maandag zien we dan wel hoe we de voeding kunnen oplossen.”

Even later, terwijl dokter Yaramis met een soort lang oordopje speekselstalen afneemt van Elena voor het DNA-onderzoek dat de onderzoeksrechter heeft bevolen, komt het bedplassen terug ter sprake.
Dokter Yaramis vraagt Inge of die de meisjes al eens getest heeft. Dat is er nog niet van gekomen. Nogal logisch niet voor ze bij me introk, en nadien is het eigenlijk ook nooit meer ter sprake gekomen.
“Ik zou je graag een voorstel doen. Ik ben bezig om een nieuw genetisch onderzoek te doen naar de oorzaken van bedplassen. Er is sowieso een genetische aanleg, en we proberen die te vinden. Jouw meisjes intrigeren me. Duidelijk last van bedplassen, maar via jou geen directe genetische link.”
“Nee, maar wel misschien via de vader, maar die ken ik totaal niet.”
“Dat weet ik, en dat maakt hen zo interessant. Omdat we dan kunnen gaan zoeken naar iets dat ze van jou niet hebben, maar dat wel in hun DNA zit. Het enige dat ik dan eigenlijk nodig heb, is jouw toestemming en een DNA-staal van zowel jou als je twee meisjes, net hetzelfde als wat ik net bij Elena deed.”


Twee uur later ligt Elena rustig tegen Inges volle borsten te drinken van haar tweede fles op een kwartier tijd. Nadat Patricia en haar collega zijn vertrokken, heb ik me naar de Colruyt gespoed en heb ik inderdaad nog enkele bussen zuigelingenvoeding kunnen kopen, flessenvoeding die de kleine meid in ieder geval deugd doet, want de eerste fles was zo snel op dat we er op gokte dat een tweede nodig was.
Wat me verontrust, is iets dat Patricia bij haar vertrek tegen ons zei. Elena deed haar wat denken aan iets wat ze in Zweden hebben meegemaakt bij adolescenten wiens asielaanvraag in het slop zat. Ook een comateuze toestand zonder veel fysieke oorzaak. Alleen stopte daar de coma toen er groen licht kwam in de asielprocedure. Dat is bij Elena natuurlijk niet mogelijk. Haar ganse gezin komt nooit meer terug.

Kathy is ondertussen ook terug bij ons gekomen. Ze heeft bewust nog even de tijd genomen haar proces-verbaal neer te schrijven, zodat ze de komende week zonder oponthoud bij ons kan zijn. Of tenminste bij Inge.
Het zal voor mij ook wennen zijn. Al maanden ligt Inge naast me in bed en heb ik mijn hand rond haar stevige borst als ik inslaap. Dat gaat vanavond niet het geval zijn. Elena gaat wel naast me liggen, zodat ik haar een nachtvoeding kan geven, maar dat is natuurlijk niet het zelfde.
Alles is veranderd vandaag. Mijn werk, Elena haar situatie en onze thuissituatie waar Inge en Kathy elkaar eindelijk hebben gevonden. Alles verandert, maar ik hoop alleen dat het voor ons de goede kant uit gaat.
 
Laatst bewerkt:

luierdromertje

Niet geschoten is altijd mis.
Weer zo'n mooi maar, vooral heftig hoofdstuk.
Het arme kind, hoop dat Elena goeie hulp/zorg krijgt om alles te verwerken.
Benieuwd waar dit heen gaat

:duivel:duivel:oops::oops:
 

beddenplasser

volwassen peuter
Weer zo'n mooi maar, vooral heftig hoofdstuk.
Het arme kind, hoop dat Elena goeie hulp/zorg krijgt om alles te verwerken.
Benieuwd waar dit heen gaat

:duivel:duivel:oops::oops:
Bedankt voor je reactie. Ik schrijf verhalen waarin luiers een element zijn in het leven van mijn personages. En lang niet elk verhaal is zomaar happy happy joy joy. Is dit een leuk verhaal ? Misschien niet altijd. Boeit het mensen ? Ik hoop het des te meer, want dan is mijn opzet geslaagd.
 

luierdromertje

Niet geschoten is altijd mis.
Bedankt voor je reactie. Ik schrijf verhalen waarin luiers een element zijn in het leven van mijn personages. En lang niet elk verhaal is zomaar happy happy joy joy. Is dit een leuk verhaal ? Misschien niet altijd. Boeit het mensen ? Ik hoop het des te meer, want dan is mijn opzet geslaagd.
Een boeiend verhaal is het zeker.
Inderdaad hoeft het niet altijd hosanna te zijn, dat is in het echte leven ( helaas) ook niet.
Bovendien heeft iedere schrijver zijn/haar eigen stijl.
Dat maakt deze site zo boeiend, neem de tijd voor het volgende deel.
Heb zelf soms ook dat ik niet direct weet hoe verder te gaan maar, er komt altijd wel weer inspiratie om verder te gaan
 

beddenplasser

volwassen peuter
HOOFDSTUK 38 ALLEEN OP DE WERELD

Hoe anders kan het leven lopen. Als ze me afgelopen vrijdag hadden gezegd dat ik de maandag erop technisch werkloos zou zijn en zowel een afspraak zou hebben op de jeugdrechtbank en bij een kinderarts, ik zou raar gekeken hebben. Om nog maar te zwijgen van het feit dat ook onze buurvrouw gestorven is.
En nu staan Inge, Kathy en ik samen met de tweeling en de buggy met daarin Elena klaar om door dokter Yaramis te worden ontvangen. Elena gaat meer nog dan afgelopen zaterdag onderzocht worden en hopelijk krijgen we ook meer zicht op wat we moeten doen met haar eten.

“Goeiemorgen allen. Kom binnen. Komen jullie nu rechtstreeks van de jeugdrechtbank ? Hoe was het daar ?”
Voor ze moet vertrekken, vertelt Kathy kort wat er is beslist. Elena wordt voorlopig toegewezen aan ons. Eerst wordt er via de Wit-Russische ambassade geprobeerd verwanten terug te vinden die Elena kunnen opvangen. Mocht dat geen resultaat opleveren, dan kan er gesproken worden over adoptie.
Maar dan nog is haar medische toestand een groot probleem, want gezien haar leeftijd heeft Elena het recht om gehoord te worden in de adoptieprocedure. Dus zolang Elena in de comateuze fase zit, of hoe je het ook moet benoemen, kan ook adoptie niet beslist worden.

“Dus we weten niet of ze in België zal blijven ? Ik zou het wel spijtig vinden. Zowel professioneel als persoonlijk. Ik heb altijd een zwak gehad voor Elena. En medisch gezien blijft haar zaak geweldig interessant. Groeivertraging komt wel meer voor, maar bij haar is het echt opvallend dat het bijna elk lichaamsdeel betreft en dat de groei even gestaag als traag verloopt. Je kan echt zeggen dat ze in het lichaam van een driejarig meisje zit.”
“Ik heb dat zelf ook soms al gedacht. Alleen verstandelijk is ze toch slimmer ?”
“Absoluut, en dat is de voorbije jaren zowel haar sterkte als haar zwakte geweest. Maar voor ik dat uitleg, Inge, moet ik je mijn excuses aanbieden. Ik weet niet waar de fout juist gebeurd is, dat moet ik nog verder uitzoeken, maar vanmorgen zijn ook jullie DNA-stalen mee vertrokken naar het NICC, samen met dat van Elena. Ik zou dus willen vragen of ik van jullie terug een DNA-staal mag afnemen, van jouw en van je tweeling.”

Inge kijkt dokter Yaramis met een argwanende blik aan.
“Gaan wij daar geen problemen mee krijgen ?”
“Met wat ? Met het NICC ? Geen schrik, Inge. Die doen enkel analysewerk. Die gaan tot de conclusie komen dat er iets van een veertien stalen verwant zijn, en drie helemaal niet.”
“Moet je van Elena ook terug stalen afnemen ?”
“Nee. Haar staal is gewoon naar het NICC gegaan zoals het moest. En ikzelf had van haar geen DNA nodig, enkel van jullie. Maar wat ik wel bij jullie alle vier zou willen doen, is ook een kleine bloedafname. Er zijn namelijk voor mijn onderzoek enkele aandoeningen die ik wil uitsluiten die ik veel beter kan laten testen via het bloed. En het NICC heeft van Elena nog een bloedstaal nodig.”


Dik drie uur later verlaten we de spreekkamer van dokter Yaramis. Een dikke pluim voor het verplegend personeel. Na een dik half uur was dokter Yaramis klaar met het onderzoek en de bloedafname bij de tweeling, en enkele verplegers of verzorgenden hebben hen meegenomen.
Een kort telefoontje nu, en even later komt de tweeling op ons afgestormd. Ze zien net als ons groen en geel van de honger, maar zijn behoorlijk uitgelaten, én met een nog altijd droge onderbroek. Tijd dus voor een hapje.
Op weg naar huis overloopt Inge het recept van de diëtiste. Net omdat Elena zo goed reageert op de zuigflessen, is er voor gekozen die weg te bewandelen. We gaan verrijkte zuigelingenvoeding krijgen, maar het gaat wel huiswerk zijn, want we moeten de eerste dagen meten hoeveel ze drinkt, en elke luier moet apart gewogen worden.
Zeker die paar dagen in de Efteling gaat het zaak zijn bij te houden welke luier wanneer werd verschoond, want we gaan geen aparte weegschaal meezeulen in de Efteling zelf. Dat moet maar gebeuren in het huisje.

Wat mij vooral is opgevallen tijdens het onderzoek, is de nadruk dat dokter Yaramis legde op de reflexen. Drie keer heeft ze een volledige serie van reflextesten doorlopen, met drie keer een gelijkaardig resultaat. En ik mag dan een ergotherapeut van opleiding zijn, de helft van haar reflextesten zeiden me eigenlijk niets. Duidelijk dat zij kinderarts is en ik niet.
De kinesitherapie wordt ook nog lachen. Elena gaat een specifiek soort comatherapie moeten volgen, gericht op instandhouden, én aangroei van de spiermassa. Gelukkig heeft dokter Yaramis dit al geregeld met een kinesist van het kinderziekenhuis. Alleen betekent dat wel enkele keren per week naar daar voor een sessie van minstens een uur.


“Koen, hoe is het nu met jou ?”
“Hoe bedoel je ?”
“Koen, alsjeblief, hou je niet van de domme. Ik meen het. Je bent je werk voorlopig kwijt, je bent mij in zekere zin kwijt, je bent Elena eigenlijk ook kwijt, je bent zelfs de zekerheid kwijt wie er naast je woont. Dus ja, ik vraag op de man af hoe het met je gaat. Ik maak me zorgen om je. Het is niet omdat ik iemand heb gevonden, dat ik niet meer zielsveel van je hou, ook nu nog.”
De vraag van Inge komt harder binnen dan ik wil toegeven. Wat me het meeste raakt, is inderdaad het besef dat we Elena ook voorgoed kwijt kunnen zijn. Niks zegt dat haar familie ons gaat toelaten in haar leven. Dat onze buurvrouw gestorven is, dat is jammer, maar het raakt me inderdaad wel hard dat Elena zomaar van de ene dag op de andere weg kan zijn.
“Aarde aan Koen ?”
“Huh ? Ow, sorry ! Ja, hoe ik me voel. Op dit moment vooral heel verward. En bang om eerlijk te zijn. Bang voor wat ons allemaal te wachten staat.”
“Ik zit met hetzelfde, Koen. Ik zit nogal logisch op een roze wolk, maar ik ben tegelijkertijd ook bang. Is het goed dat we er vanavond verder over praten ?”
Met dat ze haar hand van mijn been af doet, besef ik pas dat ze ergens in de voorbije minuten haar hand er op moet hebben gelegd. Ik had zelfs niet door dat ze daardoor licht naar mij gebogen zat.


Thuis aangekomen worden we intens begroet door Kathy haar lippen op de onze - Inges lippen niet onverwacht intenser dan de mijne – en door de geur van heerlijke verse soep. Hoewel ook de tweeling een dikke pakkerd op de lippen krijgt, gaat hun aandacht vol uit naar het kookfornuis.
Hun vooruitgang de laatste maanden is toch groot, besef ik nu. Niet alleen zijn ze wel degelijk gegroeid, want ze komen nu met hun gezicht boven het aanrecht. Maar ook mentaal zijn ze sterker. Ze weten maar al te goed dat Kathy iets heeft klaargemaakt en willen maar wat graag zien wat er in de pot zit.
Alleen ’s nachts is er nog niet veel van te merken. Hun potjestraining lukt wonderwel goed, zeker gezien de stress van de voorbije dagen, maar ’s nachts slapen ze nog altijd liever in de kleuterbedden, met trappelzak en fopspeen, en hun knuffelbeestjes. Wat meer begon als een oplossing voor acute situaties sinds hun verhuis naar hier, is voor hen nu nog altijd een enorme houvast.

De rest van de dag staat in het teken van rust en alles laten bezinken. Na het eten leggen we de drie meisjes nog even in hun bed voor een dutje. Al tijdens het eten zit Sarah in haar ogen te wrijven, en als we voorstellen om eventjes te gaan rusten, kan ze alleen maar knikken. En Sofie protesteert ook totaal niet. Ook Inge kruipt even onder de wol.


Kort voor drie uur gaat de bel, net op het moment dat ik met Elena de trap af ga na een nieuwe kakkebroek te hebben verschoond. De flessenvoeding werkt, dat kunnen we wel zeggen. Als ik de voordeur opendoe, zie ik twee mensen staan, een onbekende man en een vrouw die ik herken als één van de twee vrouwen met wie onze buurvrouw elke zondagmorgen ging wandelen.
“Goeiedag meneer. Misschien kent u me wel. Ik ben Greet Schoukens. Ik ben een goeie vriendin van Anita, jullie buurvrouw. Ik ben hier samen met mijn baas notaris Van Geel.”
Voor ze verder kan met haar uitleg, vraag ik of ze binnen kunnen komen. Ik wil namelijk niet dat Elena lang in de kou blijft.
“Komen jullie voor de reservesleutel van haar huis ? Die heb ik eigenlijk al terug in het tuinhuis gehangen eergisteren.”
“Nee, eigenlijk niet, maar wel goed te weten dat die sleutel er is. Je mag die inderdaad straks geven. Nee, wij komen voor iets anders. Klopt het dat mevrouw Inge Cleynen hier ook woont?”
Verbaasd bevestig ik. Geen idee wat Inge met de dood van Anita te maken heeft. Ik nodig hen natuurlijk wel uit in de woonkamer.

Dik vijf minuten later zit het gezelschap rond de tafel. Ik heb maar voor thee gezorgd. Iets zegt me dat het langer gaat duren dan vijf minuten.
“Goeiedag mevrouw. U bent Inge Cleynen ?”
Ik zie de angst en de argwaan in Inges ogen als de notaris haar die vraag stelt, nog veel harder dan ze zaterdag had toen dokter Yaramis hier binnenkwam.
“Ik heb wat vraagjes voor je in verband met uw buurvrouw. Weet u wie ze is ?”
Ik zie Inge nog meer in paniek schieten. Dit is een gesprek dat ze totaal niet had verwacht, en met Kathy die net nu naar de winkel is, en ik die niet naast haar zit, is het aan haarzelf om kalm te blijven.
“Ik ken haar eigenlijk niet. We hebben elkaar af en toe gesproken als we alle twee in de tuin waren, maar nooit lang.”
“Weet je iets van haar familie ?”
“Nee. Daar hebben we het nooit over gehad. Ik weet wel dat ze zelf geen kinderen heeft, en dat haar man is gestorven. Ze was altijd wel blij als ze onze kinderen in de tuin zag. Dat vrolijkt haar dag, zei ze altijd. Maar Koen weet dat misschien. Ik woon hier zelf nog maar een dik half jaar.”
“Sorry. Ik kan jullie daar ook niet bij helpen. Ik weet dat ze dit huis samen met haar man heeft gekocht enkele jaren voor wij hier kwamen, en dat hij kort daarna is gestorven. In ieder geval ook voor wij naar hier verhuisden. Maar ik weet ook niets af van broers of zussen of ouders van haar.”

Een knikje van de notaris aan zijn medewerker is voldoende om Greet het te laten overpakken.
“Inge, heb je zelf nog familie ?”
De vraag verrast Inge nogal logisch. Zo’n wending zie je ook niet aankomen.
“Nee. Mijn mama is een paar jaar geleden gestorven, en ook mijn grootouders zijn al dood. Mijn papa heb ik nooit gekend, en mama weet eigenlijk ook niet wie dat was. Ze had op dat moment veel wisselende contacten en er moet iets gebeurd zijn.”
“Had je mama nog broers of zussen ?”
“Eén zus, maar mama heeft altijd gezegd dat die geen contact wou met haar omdat ze prostituee was. Ik heb mijn tante in ieder geval nog nooit gezien.”
“Inge. Anita heeft destijds de naam van haar man overgenomen. Haar meisjesnaam is Anita Cleynen. Ik vind het heel jammer voor je, want ze wou heel graag het zelf bekendmaken, maar Anita was wel degelijk je tante. Het heeft haar wel wat geld gekost, maar ze heeft zelf verleden week bevestiging gekregen dat jij haar nicht was.”

Het gesprek duurt uiteindelijk nog een kleine twee uur. Blijkt dat Inges moeder duidelijk niet eerlijk is geweest tegen haar. Anita heeft Inge wel degelijk nog gekend als baby’tje, maar het was Inges moeder die niet opgezet was met de partner van Anita. Het is ook Inges moeder geweest die het contact heeft verbroken en niet andersom.
Anita heeft blijkbaar al geprobeerd om terug contact te krijgen met haar zus. Eigenlijk tot de verhuis naar het huis hier, waarna ze een klik heeft gemaakt en haar zoektocht naar haar zus heeft gestopt.
Toen ze dan de naam van Inge hoorde, en het weinige dat Inge tegen haar vertelde over zichzelf, is ze gaan beseffen dat ze haar nicht had teruggevonden. Alleen heeft ze dat dus niet persoonlijk kunnen zeggen.


’s Avonds na het eten, als de meisjes in bed liggen, kraakt Inge. Begrijpelijk ook. Zij heeft ongeveer achttien jaar in een leugen geleefd, meegesleurd in een op zijn minst bizarre houding van haar eigen moeder.
Inge beseft maar al te goed dat haar leven er compleet anders had uitgezien mocht haar tante wel in beeld zijn geweest. Je kan er donder op zeggen dat zij en de meisjes na de dood van haar moeder meer dan welkom zouden zijn geweest.
Ik zie Inge ook meer en meer in foetushouding gaan liggen op de zetel, met haar vingers altijd in de buurt van haar mond. Teken genoeg om te weten dat ze emotioneel diep zit. En voor mij ook teken genoeg om naar boven te gaan en Inges fopspeen te gaan halen in de slaapkamer. Ze gebruikt hem niet veel, maar nu gaat hij nodig zijn.

In de hal zie ik Kathy op de trap zitten. Ik ging er vanuit dat die naar de wc was, maar blijkbaar niet.
“Kathy, alles in orde ? Waarom zit je hier ?”
“Ik probeer mijn woede te laten wegvloeien. Da’s zo raar, hé Koen. Mocht ik bij andere mensen in zo’n situatie komen, dan weet ik als iemand van Slachtofferhulp heel goed hoe ik zo’n machteloos verdriet er kan laten zijn bij mensen. Maar nu ik Inge zo zie, dan word ik zo kwaad op haar moeder. In zoveel zaken is al gebleken dat die zoveel verkeerd heeft gedaan voor Inge, puur om er zelf beter van te worden.”
“Ik heb me die bedenking ook al gemaakt. Maar daar ga je Inge nu niet mee verder helpen natuurlijk.”
“Dat weet ik ook wel. Maar ik wil niet dat zijn mijn woede voelt. Of toch nu nog niet. Ik kan er niet zijn voor haar zoals ik nu ben.”
“Geloof je dat nu zelf? Kathy, ga naar binnen, leg je bij haar. Je bent haar vriendin. Wat je zelf ook voelt, dat mag er zijn, ook bij haar. En je kan er simpelweg niet niet-zijn. Niet in een relatie.”

Met die woorden ga ik verder naar boven om de fopspeen te pakken. En als ik dan toch ineens bezig ben, neem ik gelijk ook één van de knuffels mee die ook Inge in haar bed verzamelt. Zo voelt ze zich hopelijk niet helemaal alleen op de wereld.
 

luierdromertje

Niet geschoten is altijd mis.
Weer een ijzersterk hoofdstuk, niet wat betreft Elena, maar vooral de situatie van Inge
Maakt wel nieuwsgierig waar dit heen gaat, laat ik er maar het beste van hopen.
;););)
 
Bovenaan