Nieuw deel! 'n Weekend in luiers - en de maandag erna
Nieuw deel!
’n Weekend in luiers – en de maandag erna
Naarmate we dichter bij ons huis kwamen, werd ik stiller. Het had zo’n goed idee geleken om een droge luier aan te doen. Ik was er van overtuigd geweest dat mijn vader het verschil niet zou weten tussen de tena die ik vanmorgen aan had gehad en de drynite die ik op dit ogenblik droeg. Maar nu was ik er niet meer zo zeker van, en een dergelijke poging tot bedrog zou zeker op straf kunnen rekenen.
Patrick had in de gaten dat ik me zorgen maakte. Hij nam het pak drynites van me over en zei:
‘Je vader heeft die luier maar even gezien. Hij stuurde je immers meteen weer naar boven, om je plasticbroekje aan te trekken.’
Ik knikte, en probeerde me de scene van vanmorgen weer voor de geest te halen.
Patrick ging verder:
‘Toen je je plasticbroekje aan had, heeft hij toen nog eens gekeken?’
Ik wist het niet meer, maar Patrick zei:
‘Doet er ook niet toe. Want zelfs als hij al heeft gecheckt, dan kon hij nog niet door je plasticbroekje heen kijken. Je hebt immers die blauwe aan, en niet zo’n doorzichtige!’
Daar had Patrick gelijk aan, en de gedachte stelde me ietwat gerust.
Ik vond het nog steeds belachelijk om straf te krijgen voor bedplassen. Ik kon er immers niets aan doen dat ik ’s morgens nog vaak nat was! Toch zei ik tegen mijn vriend:
‘Denk je dat straf helpt? Om van het bedplassen af te komen, bedoel ik?’
‘Nee’, antwoordde Patrick beslist. ‘Mijn neef, je weet wel, die heeft me vaak genoeg verteld dat hij het echt niet kan helpen dat hij in bed plast. Hij wil er wel graag van af. Ze hebben al van alles geprobeerd. De plaswekker. Zonder luier slapen. Acupunctuur. Een tijdje lang hadden ze zelfs wat onder het eind van zijn matras gelegd, zodat z’n voeten hoger lagen. Geen idee waar dat goed voor was, maar het hielp niks. Dus hij pist nog steeds in bed, en ik vind het wel geinig dat hij het nog doet.’
‘Oh’, zei ik gepikeerd, ‘dus je vindt het van mij ook wel geinig!’
‘Zo bedoel ik het niet’ zei Patrick. ‘Ik vind het rot voor jou, en ook wel voor hem. Vooral dat jij nou straf krijgt. Maar tegelijkertijd ben ik jaloers op jullie. Ergens. Ik snap het zelf ook niet, maar ik vind het machtig dat jullie luiers om hebben.... ‘
Hij keek hulpeloos.
‘Jij hebt nou ook een luier om’, herinnerde ik hem. ‘En je krijgt geen straf!’
‘Je vader denkt dat ik met de mattenklopper krijg’, lachte Patrick.
‘Doet me ergens aan denken! Op mijn vorige school, voor we hier naar toe verhuisden, had ik een vriendje die het ook nog deed. Dat wil zeggen, hij was eerst droog, maar toen hij elf of zo was begon hij weer. Met in bed plassen.’
‘Vet!’ zei Patrick.
‘Nee, want hij kreeg wel straf. Niet met de mattenklopper, maar als hij nat was kreeg hij een pak slaag, niet zuinig. Zijn vader sloeg altijd. Voor van alles kreeg hij slaag. En mijn vriendje vond dat nog goed ook. Hij zei altijd, zo is dat nou een keer bij ons.’
‘Hoezo bij ons?’, vroeg Patrick.
‘Hij was Marokkaans, tenminste zijn ouders kwamen uit Marokko. Hij zelf was gewoon hier geboren.’
‘Oh, okee’.
‘Maar wat ik zeggen wou. Toen hij weer begon in bed te plassen kreeg hij dus klappen. Elke morgen weer als hij nat was. En hard ook. Maar vier maanden later was hij droog, en voorzover ik weet heeft hij nooit meer in bed geplast. Dus misschien helpt straf toch wel.’
‘Zonder klappen was hij ook wel droog geworden, denk ik’, zei Patrick.
‘Misschien’, haalde ik mijn schouders op, ‘en misschien ook niet. In ieder geval was hij op z’n elfde weer droog, en ik plas op mijn vijftiende nog steeds in bed.’
‘Ja, fijn!’ grijnsde mijn kameraad.
Aan zijn brede grijns zag ik dat hij het niet meende, maar hij zei: ‘dan kan ik tenminste nog eens een luier van je lenen!’
‘Is goed’, knikte ik genadiglijk, en bedacht dat ik op dit moment een luier van hém aanhad. Patrick had immers de drynites betaald.
We waren bij mij thuis aangekomen, en de knoop in mijn maag werd weer merkbaar. We gingen achterom, zetten onze fietsen op de patio en liepen via de tuindeuren naar binnen.
Mijn vader zat weer in dezelfde stoel als vanmorgen. De krukjes stonden er ook nog. Alleen waren wij nu niet in kletsnatte luiers en plasticbroekjes gekleed, en kwamen niet net uit bed.
Patrick en ik gingen weer op de krukjes zitten.
Vader liet ons wachten, terwijl hij een pijp opstak.
Het duurde. En weer was het die stinktabak.
Hij keek mij onderzoekend aan.
‘Vertel mij wat je aan hebt onder die spijkerbroek, en waarom.’
Hij klonk niet onredelijk. Dat kon hij soms.
‘Ik heb een luier aan. En een plasticbroekje.’
‘En waarom?’
‘Ik had vannacht weer in bed geplast, pa.’
‘In bed geplast. Juist ja. Hoe oud ben je geworden, jongen?’
Alsof hij dat niet wist!
‘Vijftien, pa.’
‘Vind je vijftien jaar niet veel te oud om nog in bed te plassen!’
Het klonk niet als een vraag. Meer een vaststelling.
‘Ik kan het niet helpen! Het gebeurt gewoon. En dan ben ik ’s morgens nat.’
‘Hoe vond je het vandaag, om in een luier op school te zitten.’
‘Echt ruk!!’ riep ik uit de grond van mijn hart.
‘Druk je normaal uit, Tim!’
‘Ik vond het niet leuk, pa. Ik moest er de hele tijd aan denken..... ’
Met een handgebaar onderbrak hij mij.
‘Je moest er de hele tijd aan denken. Dat je een luier om had. Nú komen we ergens.’
Ik begreep niet waar we kwamen, maar mijn vader sprak door.
‘Ben je nog droog?’
Het werd spannend. Gelukkig hoefde ik niet te liegen. Ik wás droog, dankzij Patrick en zijn pak drynites.
Dat hij overigens nog onder zijn t-shirt had. Patrick kan behoorlijk cool zijn.
‘Ja pa. Ik ben nog droog. Ik... ‘
‘Je hebt er de hele tijd aan gedacht dat je een luier om had. En je bent nog droog. Jongen, als je nu ’s nachts ook eens nadenkt! Dat je een luier om hebt! Op jouw leeftijd! Dat je je daarvoor moet schamen. Net zoals je je vandaag op school hebt geschaamd voor die luier!’
Hij begon in vaart te raken.
‘Ik wil dat je je ervan bewust wordt, jongen. Van die luier. Van dat plasticbroekje. En dat je daar echt te groot voor bent. En dat je er dan aan denkt dat je droog moet blijven. Net zo droog als vandaag op school!’
‘Maar pa, als ik slaap, dan...’
‘Het wordt tijd dat je een grote jongen wordt. Veel te lang heb ik jouw bedplassen getolereerd. Het door de vingers gezien. Gedacht dat het wel over zou gaan. Maar nu ben je vijftien. En het moet ophouden, hoor je me! Ophouden met dat bedplassen!!’
Hij had zichzelf boos gepraat.
‘En als je vannacht weer in bed plast, ga je morgen weer met die luier om naar school! Dan blijf je weer een dag droog. Daar leer je van. Dan zie je dat je het kan.......... Je bént toch droog gebleven, vandaag?’
‘Ja pa’, zei ik met trillende stem.
Het klonk zeker niet overtuigend genoeg, of hij wilde me nog meer vernederen dan hij met deze preek al deed.
Of misschien was hij het al de hele tijd van plan geweest.
‘Laat zien’, zei hij. ‘Laat zien of je droog bent.’
Buiten toeterde vrolijk een auto. De vogels in de tuin zongen. Voor mij stond de tijd stil.
Ik deed mijn spijkerbroek los, liet hem zakken.
Daar stond ik, in mijn staalblauwe plasticbroekje. Dat ik eigenlijk wel stoer vond.
Mijn vader vond het niks. Patrick keek geboeid, maar zei niets.
Hij en ik hielden allebei onze adem in.
Zou de verwisseling bemerkt worden? Dat ik die tena niet meer om had?
Met een bruuske hoofdbeweging liet mijn vader me weten dat ik het plasticbroekje ook moest laten zakken. Hij wou echt zien of mijn luier nog droog was. Ik gehoorzaamde.
Buiten werd er weer getoeterd.
Natuurlijk was mijn luier droog. Ik had niet nog eens in mijn broek geplast.
Ik trok het donkerblauwe plasticbroekje weer op. Dat leek toch iets minder kinderachtig dan die luier. Al kon het nog veel erger dan de drynite die ik aan had, die voor een oppervlakkige toeschouwer wel voor een soort onderbroekje door kon gaan.
Patrick gaf me een bijna onmerkbare knipoog. We hadden het gered.
Totaal onverwachts kwam mijn oma de kamer binnen. Ook zij kwam door de tuindeuren, zoals eigenlijk iedereen in de zomer deed, die ons goed genoeg kende.
Oma! Die had zo vrolijk getoeterd natuurlijk! Met haar oude oranje Kever, die ze al twintig jaar reed alsof de baarlijke duivel haar op de hielen zat.
Oma, mijn liefste oma, die me nooit een verwijt over mijn bedplassen maakte als ik bij haar logeerde. Bij wie ik rustig ’s morgens met een natte luier onder mijn plasticbroekje aan de ontbijttafel mocht zitten. Oma, die altijd over een onuitputtelijke voorraad luiers en plasticbroekjes leek te beschikken, Oma, die me al heel vroeg had geleerd om zelf een katoenen luier om te spelden zonder mezelf te bezeren. Voor als de nood aan de man komt, zei ze dan, want katoenen luiers droeg ik maar zelden. Oma die me nam zoals ik was, bedplasser of niet.
‘Dag jongen’, sprak ze tot mijn vader. ‘Ik was in de buurt, dus ik dacht, ik wip even langs. Alles goed?’
En in één adem door: ‘Ha die Timmy! Mijn liefste kleinzoon!’
Ze keek Patrick vriendelijk aan. ‘En wie is dit? Vriendje van je, Tim?’
‘Ik ben Patrick, mevrouw’ zei mijn vriend beleefd, en stond op om mijn oma een hand te geven. Patrick wist hoe het hoorde.
‘Ik zie dat je je plasticbroekje nog aan hebt, Tim. Bedplassen nog niet over?’
Ik schudde van nee.
‘Geeft niets Timmyboy, komt vanzelf!’ lachte Oma.
En tegen Patrick:
‘Ben jij ook nog een bedplassertje, dat je er zo gezellig bij zit terwijl Tim zijn plasticbroekje showt?’
Patrick knikte van ja.
Hij vond het niet erg om door deze vriendelijke mevrouw voor een “bedplassertje” te worden aangezien.
‘Moeder!!’ viel mijn vader haar in de rede. ‘Van gezellig is hier geen sprake! Ik was net..... ’
‘Ik vind het anders heel gezellig, zo met die jongens’ zei Oma. ‘Jeugd houdt jong!’
Ze keek om zich heen.
‘Is Lina er niet?’
Ze bedoelde mijn moeder.
‘Die doet boodschappen’, zei mijn vader. Ze is met een vriendin naar de stad. Zal wel laat worden.’
‘Ja ja’, lachte Oma, ‘boodschappen! Ik hoop dat ze jouw creditcard niet bij zich heeft, want dan wordt het duur. Jurkje, nieuwe schoenen, parfummetje! Wij vrouwen weten wel hoe we jullie geld op moeten maken!’
Ze gierde het uit. En nam het heft in handen, resoluut als ze was.
‘Tim, trek die spijkerbroek van je op. Stoer plasticbroekje hoor, maar ga nu maar even thee voor Oma zetten. En haal die koektrommel van de bovenste plank, want daar zitten de lekkerste in!’
Ik glunderde. Oma vond mijn staalblauwe plasticbroekje ook stoer! De dag zag er ineens een stuk beter uit.
Thee zetten was een fluitje van een cent en de koektrommel met de lekkere koekjes – chocolade wafeltjes en sjieke Deense boterkoekjes, heel wat anders dan de mariakaakjes die we meestal kregen als er geen visite was – had ik ook zo maar te pakken. Zelfs al moest ik er voor op een stoel klimmen.
Ik zette de mooie kopjes op een dienblad, het lepelvaasje met de zilveren theelepeltjes ernaast. Ik wist dat Oma dat soort dingen op prijs stelde. Toen ik de kamer weer binnenkwam, zat Oma gezellig met Patrick te kletsen. Tot mijn verbazing hadden ze het over gamen. Mijn ouders vonden dat niets, begrepen er niets van, en al helemaal niet wat wij er aan vonden. Oma scheen echter aardig op de hoogte te zijn en lachte hartelijk toen Patrick haar iets op zijn iphone liet zien.
Mijn vader daarentegen had een gezicht alsof hij een schip met zure appelen aan zag komen.
Ik schonk voor iedereen thee in, presenteerde de koekjes – ‘neem er toch twee, jongens, ze zijn er voor!’ zei Oma, en zelfs mijn vader nam er twee – en ging weer op het krukje zitten.
‘Toch moet je me nog even één ding uitleggen’ wendde Oma zich tot mij. ‘Waarom heb je midden op de dag je luier om? Het is vier uur, je komt toch niet net uit je bed? Ik zag het wel, onder je plasticbroekje. Je hebt toch overdag al lang geen problemen meer?’
‘Nee Oma, ik plas niet meer in mijn broek, hoor.’
Patrick ahumde, maar ik deed of ik het niet hoorde. Vandaag was een uitzondering geweest, en niet mijn schuld, en dat wist hij.
‘Of liet je het aan je vriendje zien?’
Ze knikte Patrick opgewekt toe: ‘Jij hebt zeker alleen nog van die moderne luiers, waarbij je geen plasticbroekjes nodig hebt?’
Ik keek Oma aan.
‘Nee Oma’ zei ik, ‘ik had straf vandaag......... ‘
‘Straf? Wat voor straf?’ vroeg Oma verbaasd.
‘Voor het bedplassen’ zei ik. ‘Nu ik vijftien ben geworden, vindt pa dat ik er te groot voor ben.'
‘Zo zo’, zei Oma, ‘vindt hij dat.’
Ze klonk wat minder opgewekt nu.
‘Ik moest zo naar school vandaag, met een luier om....’
Ze keek mijn vader aan en sprak: ‘Timotheus!!’
Ik ben naar mijn vader genoemd. Maar niemand noemt me ooit Timotheus. En niemand zegt het ooit tegen mijn vader. Die wordt Timon genoemd. Het was de eerste keer dat ik mijn oma Timotheus hoorde zeggen, en dat nog wel met een stem waar stukken ijs van af vielen.
‘Timotheus, hebben wij jou ooit iets anders geleerd dan dat jongens NIETS aan bedplassen kunnen doen!’
‘Moeder, niet nu alsjeblieft.......’
‘Niet nu? Geen betere tijd dan nu! Sinds wanneer straffen wij onze kinderen voor bedplassen?’
‘Moeder, hij is vijftien! Als hij het nu niet afleert, dan... ‘
‘Zwijg, jongen! Of moet ik even een geschiedenislesje geven hier!’
Mijn vader was niet zo makkelijk tot zwijgen te brengen.
‘Dat bedplassen moet ophouden! Ik heb voor de vakantie een duur hotel geboekt, en...’
‘En nou schaam je je voor je eigen zoon?’
‘Ja! Nee.. Ik wil gewoon niet meer dat hij in luiers loopt! Hij is er te oud voor!’
Oma stak een hand op, gebaarde om stilte en zei streng tegen mijn vader:
‘En nu luister je, Timotheus!'
Voor ons jongens had ze echter een echte Oma-glimlach over.
'Jullie luisteren ook mee, Tim en... wat was je naam ook al weer........ Patrick. Je kan er wat van leren.’
We waren allemaal stil, en Oma begon te vertellen.
Wordt vervolgd