Peetoom (Hoofdstuk 12)
Hoofdstuk 12: Troost
Eergisteravond wist ik het nog zo zeker: pas sinds ik bij de meiden in huis woon, heeft mijn leven echt betekenis gekregen. Maar sinds ik vanmorgen ben opgestaan, liggen de zaken niet meer zo simpel als dat.
Sinds mijn nichtjes weer naar school gaan is er een soort van sleur in mijn leven geslopen. Het is net alsof iedere dag hetzelfde is. Opstaan, douchen, de meiden wakker maken, lunch klaarmaken terwijl zij douchen, samen ontbijten, de meiden naar school brengen, het huis in orde houden, de meiden ophalen, koken, avondeten, Goede Tijden, bedtijd. Het is eigenlijk meer een ritueel.
Het is niet zo dat ik geen tijd meer voor mezelf heb. ’s Middags en ’s avonds weet ik nog wel wat uurtjes vrij te maken als Anne en Noor op school zijn of slapen. Maar dat is gelijk een oorzaak van mijn twijfels; wat ik doe op die momenten is nadenken. En meestal denk ik dan aan hoe het ‘vroeger’ was.
Met ‘vroeger’ bedoel ik eigenlijk ‘voor de dood van Marnix en Lisa’. De tijd dat ik nergens aan hoefde te denken, behalve mijn volgende maaltijd, mijn volgende feestje en (vooral) mijn volgende wip. De tijd waarin ik één keer per week de grappige oom kon uithangen, zonder de verantwoordelijkheden. Geen zorgen om gezonde voeding, rekeningen, school, Noor’s bedplassen of de beugel die Anne binnenkort moet krijgen.
Kort gezegd: het leven was toen simpel. Misschien té simpel voor de meeste mensen, maar stiekem ben ik ook maar een simpele jongen.
De zingeving die ik eergisteren vond in het cadeau van Anne, is dat echt zo? Geef ik hiermee mijn leven zin? Of gebruik ik mijn nichtjes als excuus om de grote stappen niet te hoeven zetten? Om niet te hoeven werken aan het waarmaken van mijn eigen dromen?
Ik heb altijd veel van de wereld willen zien, maar daarvoor zal ik veel moeten reizen. Hoewel ik geen probleem heb met het in een vliegtuig stappen en de Kerst op de Bahama’s doorbrengen, zie je daarmee niet zoveel als ik zou willen. Om bovenop de Kilamanjaro te komen, zul je eerst een paar dagen moeten klimmen. Een mooie analogie. Klimmen, dat is altijd mijn probleem geweest. Is het niet gewoon luiheid?
Hoe dan ook; nu ik de zorg over mijn nichtjes heb, hoef ik aan dat soort zaken voorlopig niet meer te denken. Als ik dat niet wil, tenminste. Is het het beste voor mij om op deze manier verder te gaan? Het is in ieder geval lekker makkelijk. Maar is het voor Anne en Noor ook het beste? Want dat verdienen ze wel.
Wat nou als de familie Franssen wel beter voor ze is dan ik ben? Ze vechten niet voor niets de voogdij over de meiden aan. Misschien is dit wel het lot. Een kans om alles terug te draaien. De meiden krijgen opnieuw een familie en ik kan terug naar mijn eigen leventje.
Zo pieker ik al de hele dag. Zelfs tijdens het poetsen. Niet mijn favoriete klusjes, wat ook wel te zien is aan het resultaat. Ik zet de stofzuiger uit; de overloop ziet er weer netjes uit. De slaapkamer van Noor is ook al klaar. De volgende halte: de slaapkamer van Marnix en Lisa.
Al sinds ik hier woon, probeer ik deze slaapkamer zoveel mogelijk te vermijden. Het bed is natuurlijk al ruim twee maanden onbeslapen, maar ik krijg mezelf er niet toe gezet om er zelf te gaan liggen. In de tijd dat Chantal hier logeerde, heeft ze er wel geslapen. Op een luchtbed. Niet in het bed van Marnix en Lisa. Dat is voor mij nog even heilig. Alsof het symboliseert waar het hier in huis al die jaren om gedraaid heeft.
Overigens is dat compleet mijn eigen redenering. Ik praat regelmatig met de meiden over hun overleden ouders, maar ze vinden het maar raar dat ik niet in dat bed ga slapen. “Doe niet zo dom”, zei Anne laatst nog. Typisch.
Zo voorzichtig als maar gaat, manoeuvreer ik me met de stofzuiger door de ouderlijke slaapkamer. Erna neem ik snel nog wat stof af, en dan ziet het er weer uit alsof Marnix en Lisa ieder moment thuis kunnen komen. Even denk ik weer aan ze. Alles draaide om hun viertjes. Een oud speentje van Noor, met de opdruk “I love Daddy” staat nog op het nachtkastje van Marnix. Boven het bed prijkt een grote foto van hun gezinnetje. Met zijn vieren staan ze er mooi op.
Ik voel hoe het verdriet zich weer even aandient, maar ik weiger het toe te laten. Nu even niet. Snel pak ik de poetsspullen en loop ik door naar de laatste kamer, die van Anne. Ook daar neem ik even snel wat stof af.
Als ik daarna de stofzuiger aan wil zetten, kom ik erachter dat de kabel naar het stopcontact te kort is. Gelukkig weet ik dat bij Anne onder het bed een verlengsnoer ligt, waar bijvoorbeeld haar nachtlampje insteekt. Ik ga op mijn knieën zitten en zoek met mijn handen naar de stekkerdoos. Behendig steek ik de stekker in het contact en wil ik mijn handen weer terugtrekken.
Echter, op dat moment voel ik iets anders onder het bed liggen. Een luierbroekje van Noor. Ik had haar toch gevraagd om die twee broekjes weer bij Noor in de kast te leggen? Waarschijnlijk heeft ze zich vanmorgen weer zo gehaast, dat ze het vergeten is. Ik ga op de vloer liggen en zoek het tweede broekje, maar kan het nergens vinden.
Na een minuut onder het bed te hebben gezocht, vind ik het best en sta ik op. Hoe kan die luier nou ineens verdwenen zijn? Zou Noor die vannacht hebben gedragen? Ik loop terug naar Noor’s kamer en tel de luiers die nog in haar kast liggen. Met het gevonden broekje erbij, kom ik nu ineens uit op één luier teveel.
Ik snap er nu helemaal niets meer van, tot me iets anders opvalt. Het patroon op de luiers verschilt. De broekjes in de kast van Noor hebben allemaal roze vlinders en hartjes, terwijl die wat onder Gina’s bed lag, versiert is met Minnie Mouse. Het is dus een oud broekje, wat een keer is blijven liggen.
Anne vertelde me dat Noor vaker bij haar in bed heeft geslapen, ook toen ze nog wat jonger waren. De luiers legden ze altijd naast het bed, om ze maar bij de hand te hebben, indien Noor ze nodig had. Dan komen ze ook snel ónder het bed terecht en, aangezien het tegen de muur staat en Anne een hekel heeft aan stofzuigen, raakt het makkelijk kwijt.
Ik leg het broekje bij de rest en sluit de kast. Als Anne’s kamer ook gestofzuigd is, kan ik aan de koffie.
Zo gezegd, zo gedaan. Een kwartiertje later zit ik aan de keukentafel met de post en een grote kop troost. Na een minuut of vijf schrik me rot als ineens iemand de keuken binnenkomt. Het is Ellen, de juf van Noor, met wie ik laatst een date had. Ik heb haar niet horen aankomen.
“Hey, sorry dat ik zomaar binnen kom vallen, maar ik móést je gewoon zien”, zegt ze. Van de schrik heb ik wat koffie geknoeid en ik probeer het bij elkaar te vegen. “Waarom moet je me zo nodig zien? Vind je vriend dat wel goed?” reageer ik geïrriteerd.
“Mark en ik hebben een pauze in onze relatie! We zijn niet eens echt meer samen. We wonen nog in hetzelfde appartement, maar daar..”
“Daar is ook alles mee gezegd?” maak ik de zin voor haar af. Ze knikt. Ik krijg de koffie niet bij elkaar geveegd en zoek de theedoek. Die ligt nog boven! Vergeten tijdens het poetsen. “Luister, ik heb hier geen behoefte aan, oké? Kun je niet gewoon weggaan?” bijt ik haar toe, terwijl ik de deur naar de gang openmaak.
Met twee treden tegelijk loop ik de trap naar boven op en sla gelijk linksaf de kamer van Anne in. Snel kijk ik om me heen, maar de theedoek ligt er niet. Als ik de overloop weer op loop, zie ik dat Ellen me is gevolgd. Ik zucht geïrriteerd en loop de slaapkamer van Marnix en Lisa in. Op de vensterbank zie ik de theedoek liggen en snel pak ik hem daar weg.
Als ik me omdraai, zie ik dat ze me brutaal achterna gelopen is. Ze staat gewoon ín de slaapkamer. Ik neem haar in me op. Man, wat is ze toch mooi. Even snap ik ook niet meer waarom ik nou boos op haar ben. Het is niet alsof ik zelf nou de meest monogame persoon ooit ben. Als het mijn eigen slaapkamer zou zijn, dan lag ze allang naakt op bed.
Ellen pikt op dat ik in tweestrijd sta. Over wat zij wil, laat ze geen twijfel bestaan. Ze sluit de deur achter zich. Daarna haalt ze een elastiek uit d’r haar en schudt ze deze los. Haar mooie donkere krullen zitten wat wild. Haar handtas gooit ze naast het nachtkastje. De oude speen van Noor valt haar op en ze doet hem provocatief in haar mond.
Langzaam loopt Ellen naar me toe en zegt: “Kun je me vergeven, ‘Daddy’?” De blik in haar ogen zegt meer dan ze ooit zou kunnen uitspreken. Ze wil me en ze zal er alles aan doen om te zorgen dat ze me krijgt. Hoe onschuldig Ellen er met die speen ook uitziet, ze is zo ‘stout’ als wat.
Dat kan ik niet langer weerstaan. Als ze vlak voor me staat, pak ik haar bij haar bovenarmen vast, en duw haar op het bed van Marnix en Lisa. Meteen ga ik bovenop haar zitten. We zoenen, we strelen, we vrijen. In het bed dat nog geen uur geleden zo heilig voor me was.
Als we klaar zijn, liggen we onder de dekens te knuffelen. Althans, Ellen knuffelt mij. Ik probeer zelf voornamelijk te beseffen wat ik net gedaan heb. Waarom ik het gedaan heb. Heb ik door hier met Ellen te vrijen nu gekozen voor mezelf? Of juist níét voor mijn nichtjes gekozen?
“Heb je me nu vergeven?” vraagt Ellen met een suikerzoet stemmetje. “Ik neem je niets meer kwalijk, maar begrijp goed dat dit niets betekent, oké? Dit was ééns, maar nooit meer.”
Verbaasd kijkt ze me aan. “Waarom niet? Het voelt zo goed”, reageert ze, voordat ze aan mijn oorlel begint te zuigen. “Zo fijn..”
Ik draai mezelf weg. Dit is toch echt niet wat ik wil. Zo zeg ik het ook tegen Ellen. “Nou, voor iets wat je echt niet wil, had je er toch verdraaid veel zin in!” zegt ze, enigszins beledigd. “Oké, goed. Ik was geil. En het is niet dat ik jóú niet wil. Maar je hebt een vriend! Je bent de juf van mijn nichtje! Op deze manier kan ik toch geen goed voorbeeld voor ze zijn?!”
Doordat ik mijn stem flink verhef, heb ik niet in de gaten dat iemand de trap op komt gelopen en één van de andere slaapkamers opgaat.
“Een goed voorbeeld zijn. Dat is toch niet wat je echt bent, Rick? Dat is toch niet waar een jongen als jij z’n hele leven van gedroomd heeft?” reageert Ellen. “Nee, natuurlijk niet! Net als iedereen van mijn leeftijd wil ik andere dingen. Reizen, drinken, feesten, jou! Daar heb ik altijd van gedroomd! Dat is wat ik altijd heb gewild..” Ik draai hierna mijn hoofd terug naar Ellen, maar dan slaat me de schrik om het hart.
De deur van de slaapkamer is open. Anne heeft de klink in haar hand. Ze heeft alles gehoord wat ik zojuist heb gezegd. Ik zucht van frustratie. Ze heeft de tranen in haar ogen staan. “Dus je hebt ons nooit gewild? Nou, prima, dan ga ik toch?” Anne klinkt niet boos, maar wel heel verdrietig als ze dit zegt. Ze slaat de deur dicht en ik hoor haar de trap aflopen.
Ik spring meteen uit bed en trek mijn broek aan. Ik ren de kamer uit, terwijl ik mijn blouse nog snel meegraai. Halverwege de trap hoor ik hoe de voordeur dichtslaat. Op blote voeten ren ik ook naar buiten, waar ik Anne nergens zie. Ik loop de over de oprit de stoep op. In de verte zie ik hoe Anne een zijstraat in rent. Wat is ze toch snel, zeg.
Gelukkig ken ik de straat. Bram, haar ‘halve’ vriendje woont daar. Dan gaat ze in ieder geval naar een bekende. Ik zie hoe Ellen in de deuropening staat met mijn sokken en twee sigaretten. Beiden kan ik wel gebruiken.
Snel doe ik mijn sokken aan en steken we allebei een sigaret op. We zitten naast elkaar op de drempel, maar zeggen geen woord. We kijken alleen wat om ons heen. Ineens staat voor mij de tijd even stil. “What de f..”, vloek ik, terwijl ik van de drempel opsta. “Wat is er?” vraagt Ellen verschrikt. Ik kijk naar de deur van de buren. Buurman ‘Sulletje’ en zijn mooie vrouw, die vaker op de meiden komt passen. “Het naambordje”, fluister ik.
“Familie Franssen”