Peetoom (Hoofdstuk 14)
Hoofdstuk 14: Max
“Hallo, ik ben Max. Kom verder”, zegt de kleine, kale man die voor me staat. Hij zal een jaar of zestig zijn, schat ik zo. Max is de vader van Ellen, op wiens aanraden ik een afspraak met hem heb gemaakt.
Gezien alle ellende van de afgelopen maanden leek het haar, en mijzelf overigens ook, geen slecht idee om er eens met een professional over te gaan praten. Het is ten slotte niet niets: eerst de dood van Marnix en Lisa, gevolgd door de verhuizing en de voogdij over Anne en Noor. Nu ook nog de hele rechtzaak met de familie Franssen.
Het is nooit leuk om toe te moeten geven dat je het in je eentje niet meer kunt redden, maar een gevoel van schaamte heb ik niet echt. Je hoort vaak dat er bij mensen die psychologische hulp zoeken een grote angst is om een plaatje opgeplakt te krijgen. Alsof je dan ook direct gek bent. Helaas leven we inderdaad in een maatschappij waar dit stigmata nog veel voorkomt.
Max vraagt me of ik een kop koffie lust – en dat doe ik uiteraard. Terwijl hij deze klaarmaakt, heb ik even de tijd om zijn kantoor in mij op te nemen. Het is vrij groot; alles bij elkaar heeft het wel het volume van onze woonkamer.
Bij het raam staat een groot bureau, met daarop zijn computer en een uitgebreide verzameling randapparatuur. Aan de kant van de deur staat een grote ronde tafel, met daaraan vier stoelen. Als uit gewoonte ga ik zitten op degene die het meest in de hoek staat, zodat ik meer overzicht over de kamer heb.
Het laatste opvallende in Max zijn kantoor is een riante boekenkast. Ik vind het altijd heerlijk om daar een beetje door te neuzen en te zien wat mensen voor een verzamelingen aanleggen in hun leven. In dit geval slaat alle literatuur terug op zijn werkveld in de psychologie. Ik heb zo snel niet één boek zien staan dat daar niets mee te maken heeft.
Als Max zijn kantoor opnieuw binnenkomt met de koffie neem ik hem ook nog eens goed in me op. Max is echt niet groot, maximaal één meter zeventig met een flinke buik. Hij is vrijwel kaal, maar heeft wel een ringbaardje. Aan zijn ogen denk ik Indische trekjes te kunnen herkennen.
Het belangrijkste aan Max is echter dat hij je gelijk op je gemak kan stellen. Iets aan zijn zachte uitstraling is rustgevend; je weet dat je bij hem in goede handen bent. Volgens de verhalen van Ellen is het een joviale levensgenieter. Ik kan goed zien wat ze bedoelt. Hij heeft in ieder geval het juiste vak gekozen.
“Zo, Rick. Dus jij bent hier verzeild geraakt vanwege mijn dochter?” is het eerste dat hij me vraagt, nadat hij zo’n twee kilo suiker in zijn koffie heeft geschept.
“Ik weet niet of ‘vanwege’ het goede woord is. Misschien kan ik beter zeggen dat ik hier ‘dankzij’ Ellen ben”, zeg ik, terwijl ik vooral goed op mijn woorden probeer te letten.
“Ach, ik ken mijn dochter. Ellen heeft een zekere mysterieuze kwaliteit in zich, die al menig man de muren heeft laten beklimmen. Waaronder ikzelf”, zegt Max met een knipoog. Ik kan aan mijn water precies voelen wat hij bedoelt.
Ik leg Max uit wat er de afgelopen maanden gebeurd is. Rustig vertel ik hem over het dodelijke ongeluk van Marnix en Lisa, over mijn nichtjes en de problemen met de voogdij die zeer recentelijk de kop weer hebben opgestoken.
Kalm luistert Max naar alles dat ik hem vertel. Hij laat me ook helemaal uitpraten, wat een prettige afwisseling is in vergelijking met de gesprekken die ik met mijn nichtjes heb. Bij tienermeisjes krijg je nou eenmaal niet vaak de kans om je hele verhaal te doen.
“Dat is inderdaad niet niks”, zegt hij kalmpjes, zodra ik eenmaal uitgepraat ben. “Het ene moment ben je een student, het andere een alleenstaande vader.” Ik moet lachen om die opmerking en Max vraagt direct waarom ik dat doe.
“Ach, een vader kan ik me moeilijk noemen na vier maanden. En student ben ik nooit echt geweest. De colleges doe ik er tenslotte maar bij. Of, ja, deed”, leg ik hem uit.
“Dat klinkt wat mij betreft juist als een echte student”, grapt Max. “Daarnaast, of je een vader bent, hangt niet af van hoe lang je dat bent. Het gaat erom hoe je met je kinderen omgaat. Hoe je het ook wendt of keert, het zijn nu jouw kinderen.”
Die opmerking krijgt me even stil. Max merkt dat gelijk en probeert het gesprek op gang te houden. “Maar dat is natuurlijk iets dat je jezelf al had gerealiseerd, denk ik. Daarnaast hoef ik je natuurlijk ook niet te vragen of het zwaar is. Je vertelde bovendien dat je verder geen familie meer hebt. Voel je je niet eenzaam op deze manier?”
Ik moet opnieuw even lachen. “Nee, hoor. Zolang de meiden thuis zijn heb ik geen tijd om me eenzaam te voelen. Die kunnen met zijn tweeën het hele huis op zijn kop zetten. De stille momenten als ze er niet zijn, vind ik dan eigenlijk wel fijn om even op adem te komen. Eenzaam ben ik dus niet. Ellen is er ook nog altijd. En Chantal ..”
Die laatste naam wordt gevolgd door een zucht, welke Max natuurlijk niet ontgaat. Het begint bijna irritant te worden hoe scherp de man is. Natuurlijk is dat gewoon omdat hij zo goed in zijn vak is, maar het is best heftig om met iemand te praten die alles wat je zegt of doet kan doorgronden. Zo kom ik Max dus over Chantal aan het vertellen.
Ook hier begin ik bij het spreekwoordelijke begin. Over onze middelbare schooltijd, gevolgd door onze studententijd. Zo kort mogelijk benoem ik ook die paar keer dat er iets tussen ons leek op te bloeien en waarom dat niets geworden is. Uiteraard vertel ik Max ook dat Chantal er altijd voor me geweest is en vooral de afgelopen maanden. Ten slotte stip ik nog even aan dat ze intussen een relatie met Pierre heeft, en dat me dat mateloos irriteert.
“Irriteert je dat uit bezorgdheid, of .. tsja, jaloezie?” vraagt Max vervolgens. Vinger op de zere plek leggen, dat kan hij wel.
Ik denk er rustig over, waarna ik kies voor de bezorgdheid. “Ik ben er echt bang voor dat die jongen haar niet goed zal behandelen. Pierre is een eikel en hij speelt met meiden. Daarnaast had ze laatst een paar blauwe plekken en dacht ik gelijk dat hij haar pijn gedaan had. Ik acht hem echt tot alles in staat.”
“Die beschuldiging is niet mild. Maar waarom ben je er zo zeker van dat hij slecht met vrouwen omgaat? Zijn reputatie?” vraagt Max.
“Niet alleen dat. Ik voel het gewoon als ik hem zie. Veel doet me denken aan .. nou, mezelf”, geef ik toe. “Ik ben zelf ook niet de beste persoon als het op meiden aankomt.”
Max blijft even stil, maar moet dan hard lachen. Zijn lach is een beetje bulderend, maar wel hartelijk. “Nou, dat zou ik maar niet te hard zeggen tegen de vader van het meisje met wie je op het moment omgaat!”
Dat had ik hem niet verteld. “Nou, Ellen woont toch samen?”, doe ik alsof mijn neus bloedt. Max geeft me een knipoog. “Zoals ik al zei: ik ken mijn dochter. Rustig maar, ik bemoei me totaal niet met haar liefdesleven. Daarnaast denk ik dat het met jou wel meevalt. Je zit niet zo slecht in elkaar als je zelf denkt, Rick.”
“Maar ..”, vervolgt hij. Ik wist het, een mooi compliment wordt bij mij meestal gevolgd door een ‘maar’.
“Maar, ik merk wel aan je dat je eigenlijk heel onzeker bent als het op de liefde aankomt. Of, eigenlijk, als het op vrouwen aankomt.”
“Hoe bedoelt u?”, vraag ik met de nodige interesse. “Nou, je doet toch niets verkeerds? Goed, je wilt je nog niet binden, maar daar is niets mis mee. In sommige opzichten kun je je “scharrels” meer respect tonen, akkoord, maar je doet niets dat verboden is, toch?” analyseert Max.
Ik moet hem daar gelijk in geven. “Maar om welke reden dan ook, je denkt zelf wel dat je dingen fout doet. Dat je niet met vrouwen om kunt gaan. Dat is ook de reden waarom je zo bang bent om in te zien dat je nu een vader van twee dochters bent”, vervolgt hij.
De woorden raken me. Voorzichtig kijk ik hem aan. “Die peetdochters van je, dat zijn ook vrouwen. Vrouwen waarmee jij in je eigen beleving niet goed kan omgaan. Eigenlijk zit je gewoon te wachten op het moment dat je iets fout doet, in plaats van durven toegeven dat je nog dingen moet leren qua ouderschap. Dat is het grootste teken van je onzekerheid”, analyseert Max.
“U heeft gelijk”, moet ik toegeven. “Joh, zeg nou gewoon ‘je’ en ‘Max’. Ik ben de paus niet”, reageert Max met een kwinkslag.
Hij neemt een grote slok van zijn suiker-met-koffie, voordat hij verder gaat.
“Er is niets mis met dingen moeten leren. Denk je dat toen mijn dochters geboren werden, ik gelijk wist hoe ik met elke situatie om moest gaan? Ik ben vaak zat in de fout gegaan, maar maakt mij dat een slechte vader? Of een slecht mens?”
Ik schud van niet. Slecht is Max zeker niet, op geen enkel vlak. Maar ikzelf? Daar ben ik inderdaad nog niet zo over uit.
Opnieuw kijkt Max dwars door me heen. “Welke fouten denk je dan dat je gemaakt hebt, die zo erg zijn dat ze je een slechte vader maken?”
Ik reageer laconiek. “Hoe lang hebben we nog? Dit kan even duren.”
Zorgvuldig som ik hem de dingen op waarover ik zo mijn twijfels heb. Het daten van Noor’s juf, ook als is ze maar een vervanger. Ook vertel ik hem dat ik het moeilijk vind om Noor haar zelfvertrouwen hoog te houden, vanwege haar bedplassen. Dat ik het moeilijk vind om met Anne om te gaan vanwege haar wisselende stemmingen. Ten slotte noem ik de keer op vakantie, waar ik Anne straf heb gegeven door haar een hele dag in één van Noors luiers te laten lopen.
Na mijn opsomming blijft Max in eerste instantie stil. “Dat was het?”, is zijn eerste reactie. Ik knik.
“Nou, ik denk niet dat je je zorgen hoeft te maken. Als het op bedplassen en de stemmingen van de puberteit aankomt, heb je net zoveel moeite als iedere ouder. Daarnaast, je mag toch zeker zelf bepalen met wie je uitgaat en met wie niet?”
Hij steekt een sigaartje op en biedt mij er ook een aan. “Geen bezwaar als ik rook, toch?” Uiteraard heb ik dat niet en neem dan ook graag een sigaartje aan. Na een eerste teug vervolgt hij zijn analyse.
“Ten slotte die straf. Tsja, zo verkeerd was het niet. Je wilde voor Noor opkomen en tegelijkertijd Anne iets leren. Straffen zijn nooit leuk en, hoewel het wat korter had gekund, was deze nodig.”
Het was de bevestiging waar ik al weken naar zocht, om eerlijk te zijn. Dat zat me al lang dwars.
Max staat op. “Het is helaas tijd”, zegt hij. “Kom snel eens terug”, moedigt hij me vervolgens aan. Echter was ik dat toch al van plan.
Hij geeft me een klopje op mijn schouder.
“Knoop dit in je oren, jongen. Het is allemaal niet jouw schuld.”
Rake woorden.