Hoofdstuk 21: Theater
“Wat doe je?”
Renée trekt boos haar arm terug en ritst de jas weer dicht. Sofie staart haar een paar momenten verbaasd aan. Ze kan maar niet geloven wat ze zojuist gezien heeft.
“Die choker..”
“Ja, wat? Mag ik niet eens iets nieuws proberen? Of ben je soms jaloers dat jij alleen de saaie, preutse look kunt hebben?”
“Renée..”
Het is duidelijk dat Renée niet weet dat Sofie met precies dezelfde accessoire om haar hals moet rondlopen. De vijandigheid die ze nu laat zien is defensief bedoeld. Ze is bang om ontdekt te worden en dat zou niet zo zijn als ze zou weten dat Sofie in hetzelfde schuitje zit.
“Wacht even..”, zegt Sofie.
Sofie zet een stap opzij en probeert vervolgens de kraag van haar coltrui naar beneden te trekken. Als dat niet goed genoeg lukt, besluit ze de trui dan maar helemaal uit te doen. Zodra ze de trui op de bank legt, is haar eigen halsband duidelijk zichtbaar.
Renée staart naar Sofie en schrikt van deze onthulling. Ze was er oprecht van overtuigd dat zij de enige was die nu in de problemen zat. Ze schudt haar hoofd en laat een hand door haar krullen glijden terwijl ze nadenkt over wat ze moet zeggen en doen. Uiteindelijk zakken haar ogen naar de broek van Sofie, waar het randje van diens luierbroekje nog net zichtbaar is.
“En nog altijd draag je vrolijk je luier. Je vindt het allemaal gewoon lekker, hè?”
“Soms wel”, bekent Sofie nors.
Snel trekt ze haar hemdje recht, waardoor het randje weer onder haar kleding verdwijnt. Renée is nogal overdonderd door haar eerlijkheid en ze weet even niet te reageren.
“Maar ik heb er niet voor gekozen. Niet om dat soms zo te voelen en ook niet om er steeds weer toe gedwongen te worden ze te dragen. Net zoals jij er niet voor gekozen hebt om die halsband te dragen. Want dat is wat het is, Renée. Een teken van onderdanigheid naar die gek die ons allebei als een speeltje aan het gebruiken is.”
Renée slikt.
“Waar word je mee gechanteerd? Wat heeft diegene om je bang mee te maken?”
“Mijn leven”, zucht Renée. “Als ik niet luister, dan word ik afgemaakt.”
“En dat geloof je?”
“Ik heb niet echt een keuze, hè?! Dimi is dood en als ik die berichtjes moet geloven dan is dat zeker geen toeval! Denk je dat ik het risico wil nemen om zelf onder een laken te eindigen? Denk je dat ik hier voor mijn plezier ben?”
Sofie schudt haar hoofd. Renée geeft het verzet op en trekt haar jas uit. De halsband is nu zichtbaar en het valt Sofie meteen op dat er een slotje aan zit, in tegenstelling tot bij haar. Die hangt symbolisch door de ring, terwijl Renée haar band op slot zit. Gedurende een kort moment beseft Sofie dat Renée duidelijk gedwongen wordt, terwijl zij ervoor gekozen heeft om hem te dragen. Al is het bedreigen van het leven van Puck iets anders dan vrijwilligheid..
“Waarom ben je dan wel hier?”
Renée laat zich op de bank zakken en snikt zachtjes.
“Voor de tweede helft van mijn straf.”
“Je straf? Waarvoor?”
“Ja, weet ik veel?! Het eerste berichtje kwam gisteravond pas. De halsband lag al op het nachtkastje en ik vond hem toen ze met Puck naar het ziekenhuis waren. Toen bleven de instructies maar komen..”
Sofie kent het gevoel. Ze gaat naast Renée op de bank zitten en legt een troostende hand op haar schouder. Het ergste aan deze situatie is hoe alleen je jezelf kunt voelen. Niemand die weet door welke hel je gaat en welke kunstjes je allemaal uit moet halen om te overleven. Stapje voor stapje kun je zo jezelf verliezen.
Renée begint nu echt te huilen. Het duurt bij haar nu dus blijkbaar net iets langer dan een dag en het breekt haar nu al op. Zo vreemd is dat eigenlijk ook niet. De dood van Dimi maakt alles al zo moeilijk, en zal het effect van de stalker voor haar alleen maar vergroten.
“Eerst dacht ik dat jij het was..”, geeft Renée snikkend toe.
“Waarom zou ik dat doen?”
“Omdat ik je zo gemeen behandel..”
“Dat is inderdaad niet leuk, maar ik snap toch hoe moeilijk het allemaal voor je is? Als er iemand is die begrijpt hoe zwaar het is om in andermans ellende verstrikt te raken, dan ben ik het wel..”
Renée schudt haar hoofd.
“Ik heb jullie altijd gezegd dat Dimi het niet gedaan heeft. Maar niemand wilde luisteren. En kijk hoe het er nu voor staat?”
“Ik had naar je moeten luisteren”, knikt Sofie. “Ik wilde gewoon dat het zou stoppen. Niet dat hij zou vallen.. of dat hij..”
“Dat snap ik ook wel..”
Even blijven ze zo zitten. Het tikkende geluid van de klok vult de gevallen stilte op een onheilspellende manier op. Een spel dat vordert, of ze nu willen of niet.
Renée kijkt Sofie huilend aan.
“Ik wil hem af, Sofie..”, snikt ze. “Ik wil geen straf meer.”
“Wat heb je moeten doen?”
Sofie is er niet zeker van dat ze het antwoord echt wil horen, maar alle informatie is op dit moment welkom. Ieder detail kan een aanwijzing zijn voor wie deze ellende met hen uithaalt. Eerder zal het toch niet stoppen.
“Ik moest mijn pyjama aandoen en in jouw bed gaan liggen. Dus ik heb de loper bij Fleur gepakt om je kamer open te doen. Toen ik in bed lag, kreeg ik een berichtje met de instructie om in mijn broek te plassen. Dus ik heb het.. ik heb het laten lopen. Het was zo vies. En toen mocht ik niet meer uit bed..”
Sofie hoort het hoofdschuddend aan. Het is niet voor het eerst dat ze dankbaar is voor de beschermer die op haar matras ligt. Het is wel duidelijk dat de stalker een heel specifieke voorkeur heeft voor één soort straffen.
“Laat me raden. Vanmorgen kreeg je de instructie om hierheen te komen?”
Renée knikt. Ze veegt haar tranen koppig weg.
“Ik moest eerst langs huis. Al mijn ondergoed verzamelen en meenemen. Alles. Zelfs de bikinibroekjes. Het voelt allemaal zo smerig. Ik wil niet lullig doen, maar in zo’n nat bed voel je jezelf echt de grootste loser ooit..”
“Welkom in mijn wereld..”, zucht Sofie.
“Let maar op.. hij gaat ons nu tegen elkaar gebruiken..”, stamelt Renée.
“Heb je enig idee wat de reden is dat JIJ bent uitgekozen?”, vraagt Sofie.
Renée schudt haar hoofd.
“Ik zal wel een makkelijk doelwit voor die
psycho zijn. Wat kan ik doen om me te verdedigen? Hem uitschelden? Ik weet al dat zoiets niet helpt..”
“Waarom denk je dat het een man is?”
“Welke vrouw zou zoiets doen? Alleen als ze compleet gestoord is! Dat is het niet. Je kunt niet zo slim zijn als je gestoord bent.”
Sofie kijkt even weg. Sinds de ellende weer is begonnen heeft ze geen moment een duidelijk beeld van de stalker gehad. Man of vrouw, oud of jong, bekend of onbekend.. al moet Sofie toegeven dat Renée een punt lijkt te hebben. Dit soort harteloosheid kent ze niet van de vrouwen in haar leven. Wellicht van Mia, maar Sofie is er zeker van dat Mia het niet is. Die heeft geen geduld voor zo’n lang spelletje.
Ineens piepen hun telefoons tegelijkertijd. Sofie en Renée kijken elkaar aan. Ze weten allebei precies hoe laat het is.
“Kijk jij maar”, zucht Renée. “Ik kan het even niet meer zien.”
Sofie knikt. Renée zou eens moeten weten hoe moeilijk het is om dit maanden achter elkaar te moeten doorstaan. Wellicht is Sofie toch sterker dan ze zelf dacht..
“
Die aap is uit de mouw. Een speelkameraadje! Ik zou Renée wel een klein zusje willen noemen, maar bij jullie is het natuurlijk nog maar de vraag wie er echt de kleinste is. Dus jullie vechten onder elkaar maar uit wie welke rol speelt.”
“Welke rol?”, vraagt Renée.
“
In de foto zien jullie het nieuwe dagschema. Eén voor de grote zus en één voor de kleine zus. Van minuut tot minuut. Over een uur gaat het in. Elke keer als jullie je hier niet aan houden, volgt er een straf. Voor jullie, of misschien wel voor die paar mensen die jullie nog in hun leven kunnen dulden.”
Sofie slikt even voordat ze de rest voorleest.
“
Voor de uitvaart van Dimi krijgen jullie een uitzondering. Het is tenslotte een perfect voorbeeld van wat er kan gebeuren als jullie niet braaf luisteren.”
Renée verbijt zich. Sofie kan de woede bijna letterlijk in haar zien opborrelen.
“
Renée heeft nog een straf af te maken. Binnen het uur heeft ze al haar ondergoed via de stortkoker weggegooid. Anders beginnen we meteen op slechte voet en moet ik de handrem aantrekken.”
Sofie zucht en legt haar telefoon weg.
“Wat voor schema’s staan er?”
“Slaaptijden. Douchetijden. Eettijden. Een hoop over luiers en broekjes.”
“Ik ga echt geen luiers dragen”, reageert Renée vastbesloten.
“We hebben weinig keuze. De kleinste moet de hele dag in de luiers. De grootste alleen ’s nachts, maar overdag luierbroekjes aan.”
Renée grist haar telefoon van de tafel. Ze weigert te geloven wat ze Sofie hoort vertellen en leest de berichten nu toch zelf. Een tijdje staart ze naar de schema’s. De machteloosheid dringt langzaam tot haar door.
“Maar wie is dan wat?”
“Ik weet het ook niet”, reageert Sofie.
“We hebben anders niet veel tijd om te beslissen..”
Uiteindelijk komen Renée en Sofie tot de beslissing om het meest vervelende potje steen-papier-schaar ooit te spelen. De winnaar speelt de rol van de grotere zus. Renée verliest en vloekt.
Sofie moet toegeven dat ze zich opgelucht voelt. Voltijd in de luiers is niet wat ze zoekt in het leven, zelfs al vindt ze het bij momenten juist een fijn gevoel. Maar dan zonder dwang. Bovendien weet ze na alle ellende al precies hoe ze overdag een luierbroekje moet verbergen voor de buitenwereld. Hier komt ze goed weg.
Alleen zal ze Renée nu ook overeind moeten houden. Ze is van haar afhankelijk om iedereen waar ze van houdt te beschermen. Als Renée niet meespeelt en blijft spelen, dan maakt het niet eens uit wat Sofie doet. En ze wil Puck koste wat kost beschermen. Die heeft al genoeg moeten doorstaan vanwege Sofie haar ellende.
“Ik weet dat het moeilijk is..”, begint ze voorzichtig.
“Ja, ja.. ik weet het. De tijd loopt”, reageert Renée geïrriteerd.
“Ik ben bij je. We doen dit samen.”
Sofie spreekt de woorden uit waarvan ze hoopt dat Puck ze ook tegen haar zou hebben gezegd als die zou weten wat er nu speelt. Troostend, geruststellend.
Even later staan Sofie en Renée bij het luik van de afvalkoker op hun verdieping. Renée snikt zachtjes, terwijl ze de zak met haar ondergoed leegt in de koker. De afvalcontainer waar ze in zullen belanden staat in de kelder en is voor bewoners niet bereikbaar. Het is misschien maar kleding, maar de vernedering is er niet minder om. Sofie wrijft opnieuw troostend over haar schouder.
“Het is maar voor even”, fluistert ze. “Als dit voorbij is, gaan we uitgebreid shoppen. Beloofd.”
Renée zegt geen woord.
Op één van de slaapkamers vinden ze even later een groot pak luiers. Een maat die duidelijk niet meer bedoeld is voor baby’s of peuters, maar voor oudere kinderen. Renée maakt het zelf open en haalt er één uit die ze vervolgens aan Sofie geeft.
“Ik weet niet hoe het moet”, geef ze toe.
Sofie kijkt naar de vier blauwe plakkers die in duidelijk contrast afsteken tegen de spierwitte luier zelf. Ze heeft het ook nooit eerder gedaan, maar Puck is er bij haar ontzettend handig in geworden het afgelopen jaar. Ze kan proberen om het op dezelfde manier te doen. Sofie slikt en kijkt Renée dan verontschuldigend aan.
“Doe het nou maar gewoon.”
Een aantal ontzettend ongemakkelijke minuten later is de missie geslaagd. Renée draagt de luier, waarvan ze allebei meteen merken dat het plastic enorm kraakt. De prop tussen Renée haar benen is nog veel dikker dan Sofie van de broekjes gewend is. Het wordt nog een hele uitdaging om dit in het openbaar te kunnen verbergen.
“Wit is niet mijn kleur..”, snikt Renée.
Sofie hoort de wanhoop in haar stem. Ze snapt het volledig. Stilletjes geeft ze Renée haar broek weer aan. De broek sluit nog amper door de dikke luier en Renée ziet eruit alsof haar onderlijf op knappen staat. Even betrapt Sofie zich op een gedachte waar ze van schrikt.
“Nu weet ze tenminste zelf eens hoe het is..”
Nee, zo mag ze niet denken. Renée is net zo goed een slachtoffer. Het is niet aan Sofie om te oordelen.
“Wat nu?”
Sofie checkt de schema’s op haar telefoon en schrikt opnieuw.
“Ik heb drie minuten om een droog luierbroekje aan te trekken en jij moet zo een dutje doen.”
Sofie veert meteen op van het bed. Al op weg naar haar eigen slaapkamer begint ze met het losmaken van haar broek. Ze zal moeten opschieten.
“Moet dat in bed? Ik wil niet alleen zijn..”
Waar is het pak gebleven? Sofie heeft het verdorie een uur geleden zelf nog ergens neergelegd..
“Staat er niet bij!”, roept ze naar Renée.
“Dan ga ik op de bank liggen. We hebben een dekentje, toch?”
Renée verschijnt in de deuropening, terwijl Sofie zich herinnert dat het pak onder haar bed ligt. Sofie had haar al aan horen komen. Dat gekraak gaat echt nog een probleem zijn..
Zo snel als ze kan trekt Sofie het pak onder het bed vandaan en stapt ze uit het ene luierbroekje en weer in een schone. Meteen daarna checkt ze haar telefoon, die precies op dat moment springt naar één minuut over het uur. Was dat nog op tijd? Ze heeft niet door dat Renée haar met enige jaloezie staat te bekijken.
“Kom, jij moet echt NU naar de bank”, zegt ze gehaast.
Nadat ze Renée op de bank onder een dekentje heeft gestopt en haar wat afleiding heeft gegeven door de televisie aan te zetten, rent Sofie weer terug naar haar slaapkamer. Ze schopt het pak luierbroekjes weer onder haar bed en trekt een gemakkelijke joggingbroek aan.
Net als ze daarmee klaar is, piept haar telefoon. Die van Renée hoort ze niet.
“
Jullie nemen het wel nauw. Hoe klein moet dat kringetje nog worden?”
Op dat moment hoort Sofie Renée weer uit de woonkamer roepen. Ze wist dankzij Joy natuurlijk al lang dat kleine zusjes een hoop werk zijn, maar dat op-en-neer rennen is niet haar sterkste kant. Bijna buiten adem staat Sofie al snel weer bij de bank.
“Wat is er?”
“Kijk..”
Renée wijst naar de televisie. Ze heeft de lokale omroep opstaan, waar beelden worden getoond van een auto die uit het water wordt getakeld.
“Wat bedoel je?”
“Komt die auto je niet bekend voor?”
Sofie kijkt en opnieuw naar het beeld en dan pas valt het kwartje. Het is de auto van Daniël..
De wereld lijkt even stil te staan, terwijl Sofie de situatie probeert te verwerken. De woorden van de verslaggevers gaan langs haar heen.
Het enige dat Sofie meekrijgt is dat haar telefoon opnieuw piept.
“
Als je Puck echt wil beschermen, dan maak je het uit. Je bent gewaarschuwd.”
Dankjewel voor het lezen van dit hoofdstuk!
Voel je vrij om te laten horen wat je er van vindt; likes en comments zijn altijd welkom.