Verhaal Klaar Wisselspoor

Hoe goed is dit verhaal?

  • 1

    Stemmen: 0 0,0%
  • 2

    Stemmen: 0 0,0%
  • 3

    Stemmen: 0 0,0%
  • 4

    Stemmen: 0 0,0%
  • 5

    Stemmen: 0 0,0%
  • 6

    Stemmen: 0 0,0%
  • 7

    Stemmen: 0 0,0%
  • 8

    Stemmen: 0 0,0%
  • 9

    Stemmen: 3 33,3%
  • 10

    Stemmen: 6 66,7%

  • Totaal stemmers
    9

hallow16

Gelukkig zijn er luiers
@Snakebite Als je ooit besluit om hier te stoppen, zou je me dan stiekem wel even een pb kunnen sturen waar ik je werk dan wel kan vinden? Of dat nou wel of niet abdl gerelateerd is maakt me eigelijk niet eens uit ;)
 

Abbjornnl

Wees jezelf ongeacht wat andere ervan zeggen
De verhalen van snakebite zijn moeilijk om niet te kunnen waarderen.

En een Ai geschreven verhaal zit naar wat ik tot nu toe gelezen heb weinig gevoel in iets wat ik graag in een verhaal zie.

Dit verhaal daarintegen nodigd je echt uit om door de ogen van de karakters te kunnen kijken wat het verhaal een mooie diepgang heeft.

Dus snakebite ga vooral door met schrijven op deze manier
 

Snakebite

Niet voeren!
Forumleiding
WS9.png



Hoofdstuk 09: Reputatieschade

De zoen is in eerste instantie voorzichtig en klunzig, maar verdiept zich al snel als Froukje en Bindi zich in elkaar verliezen. Froukje voelt haar handen trillen. Het is de eerste keer dat ze met een vrouw zoent en het is er niet zomaar één. Misschien is ze nog niet helemaal bekomen van hoe ze hier een minuut geleden nog met een kussen in haar handen stond, klaar om al haar problemen te laten verdwijnen. Hoe is deze situatie zo snel gekanteld?

Veel schijfruimte om na te denken over het hoe en wat heeft Froukje echter niet over. De zoen voelt erg fijn en neemt haar steeds meer in beslag. In haar hoofd blijft het stil, terwijl haar tong Bindi’s mond verkent. Nieuwsgierig, maar vooral voorzichtig, laat Froukje haar hand van Bindi haar schouder naar beneden zakken.

Ineens schiet Bindi terug en verbreekt ze de zoen. Froukje schrikt en is meteen bezorgd. Was het de aanraking met haar hand die Bindi heeft overvallen? Ging ze een stap te ver? Bindi lijkt haar in het geheel geen preuts type, dus zo heftig kan dat voor haar toch niet zijn?

“Sorry, ik..”, stamelt Bindi.

“Wat is er?”

“Ik weet het niet goed.. ik.. ik heb gewoon nog nooit gezoend.”

“Ik heb ook nog nooit met een meisje gezoend”, glimlacht Froukje geruststellend.

“Nee, ik bedoel.. ik heb helemaal nog nooit gezoend.. tot nu..”

“Oh..”

Waarschijnlijk moet Froukje haar mening over de preutsheid van Bindi alsnog herzien. Hoe vreemd dat iemand die zich zo gemakkelijk omkleed in het bijzijn van anderen toch zo weinig ervaring heeft opgedaan. Het is niet alsof ze nog op de middelbare school zit. Froukje probeert niet te oordelen, maar tegelijkertijd snapt ze het ook weer niet helemaal.

“Ik had het niet moeten doen”, zucht Bindi.

“Vond je het niet fijn?”

“Jawel.. heel fijn.. maar ik..”

Froukje kijkt Bindi niet-begrijpend aan. Wat is nou het probleem?

“Ik ben niet verliefd.. en Spoor en jij.. het is gewoon geen slim idee..”

“Niet alles hoeft slim te zijn. Soms is iets ook gewoon leuk, omdat het toevallig leuk is..”

“Dat weet ik. Maar het is gewoon niet eerlijk tegenover jou. Ik zit heel gek in mijn vel nu en je bent oprecht superlief voor me. Als ik nu iets met je doe, terwijl ik er niet echt iets bij voel, dan.. dan..”

Froukje begrijpt het.

“Dan gebruik je me.”

“Ja. Dat wil ik niet.”

“Natuurlijk gebruikt ze je, sukkel.. en jij trapt er weer in. Wanneer ga je nou eens begrijpen dat niemand ooit echt interesse in jou zal hebben?”

Froukje slikt. De stem is terug. Dat kan er ook nog wel bij..

“Het spijt me..”, fluistert Bindi.

“Dat zeggen ze allemaal..”

“Dat zeggen jullie allemaal”, mompelt Froukje, keihard.

Zowel Bindi als Froukje zelf hebben een moment nodig om dat brute antwoord te laten zakken. Voor Bindi is het vooral een kwestie van een groeiend schuldgevoel, terwijl Froukje moeilijk kan geloven dat ze de innerlijke stem voor het eerst het roer heeft laten overnemen. Dat is nou precies waar ze al die tijd tegen gevochten heeft..

“Je weet toch dat Spoor gek op je is?”, vraagt Bindi.

“Ja. En op jou.”

“Goed zo.. laat het kreng maar weten dat je haar doorhebt..”

Bindi schudt verward met haar hoofd. Ze heeft deze voorbije dagen natuurlijk wel in de gaten gekregen dat Spoor een zeker respect voor haar heeft. Een onverwachte wending in Bindi haar toch al turbulente leven. Dat Froukje het nu op deze manier karakteriseert gaat echter een stap te ver. Bindi heeft van heel dichtbij kunnen observeren hoe de dynamiek tussen Froukje en Spoor werkt en haar eigen band met hem komt totaal niet in de buurt.

“Er is niets tussen Spoor en mij..”

“Dat denk je nu. Of misschien ook niet. Misschien is dat wel precies wat je wilt en gebruik je mij nu om nog dichter bij hem te komen.”

“Dat zou ik nooit doen. Ik heb trouwens ook helemaal geen vaderfiguur nodig.”

Froukje kijkt Bindi indringend – en veelbetekenend – aan.

“Oké, misschien ook wel”, geeft ze toe. “Maar ik ken Spoor daar niet goed genoeg voor. Bovendien hoor ik iedereen alweer kletsen. Dat ik met een docent ga. Want DAT maken ze er dan van. Ik heb wel genoeg aan mijn hoofd.”

“Alles draait om haar, is het niet?”

Froukje zucht. Het begint haar nu echt teveel te worden. Misschien had ze dat kussen toch moeten gebruiken zoals ze bedacht had..

“Laat één ding duidelijk zijn”, gromt ze haast richting Bindi. “Als je hem pijn doet. Verdriet doet. Boos maakt. Teleurstelt. Dan weet ik je te vinden en dan zul je zien wat Ben mij waard is. Ben ik duidelijk?”

Bindi is volledig overdonderd door de manier waarop Froukje tegen haar praat. Wat is er met die lieve meid van eerder gebeurd? Oké, het was de hele tijd wel duidelijk dat Froukje haar op enige afstand wilde houden en behoorlijk wantrouwend was.. maar dit? Dit is wel de laatste toon die ze van Froukje had verwacht..

“Ik wil niemand pijn doen.”

“Te laat, bitch.”

“Te laat, bitch..
, snauwt Froukje.

Wederom laat Froukje de stem in haar hoofd de controle overnemen. Waarom ook niet? Zodat Bindi ook nog eens even fijn over haar heen kan lopen, net zoals iedereen in haar leven doet? Elke keer als Froukje zich kwetsbaar opstelt eindigt het met nieuwe pijn. Héél even dacht ze dat Bindi met een reden in haar leven was gekomen, maar het is duidelijk dat ze gewoon de volgende in een lange rij van rotte appels is. Het is genoeg geweest.

Froukje draait zich om en wil weglopen. Weg van deze hele ervaring. Nog nooit heeft ze ook maar overwogen om met een meisje te zoenen. Bindi was de eerste waar ze een bepaalde nieuwsgierigheid naar ontwikkelde en voor wie Froukje – zelfs in deze korte tijd – gevoelens had. Zo fijn als de zoen was, zo vreselijk zuur is de nasmaak nu. Niemand is te vertrouwen.

Bindi staat met een ruk op. Froukje ziet het niet, maar kan het dankzij het kraken van Bindi haar luier duidelijk horen.

“Wat kan ik doen om het goed te maken?”, vraagt ze zachtjes.

Froukje stopt en kijkt om naar Bindi. Is die meid serieus? Denkt ze nou echt dat ze even met haar toverstokje kan zwaaien, of een paar mooie woorden kan mompelen? Dat het binnen een paar tellen allemaal weer goed is? Vergeven en vergeten? Zand erover?

“Wat dacht je van aarde erover?”

“Niets. Je snapt zelf toch zeker ook wel dat het nu te laat is? Rot lekker weg in je luier!”

Met grote passen stapt Froukje vervolgens door naar haar slaapkamer. Het ritselen van haar eigen luier maakt die laatste opmerking in de richting van Bindi natuurlijk een stuk minder indrukwekkend, maar ze meende ieder woord. Het kost Froukje alle concentratie die ze nog heeft om de deur niet dicht te slaan. Ondanks alles is Ben nog steeds te belangrijk. Wat zou ze bovendien tegen hem moeten zeggen als ze hem nu wakker zou maken?

“Sorry, Ben, ik heb het weer eens verkloot?”

Dat liedje begint oud te worden. Een echte klassieker. Ben zijn geduld zal ook een keer opraken en het laatste dat Froukje wil is hem verliezen. Ondanks alles en juist vanwege alles. Hij is haar steunpilaar en de enige reden dat ze er überhaupt nog is.

Toch kan Froukje niet langer ontkennen dat ze het zelf ook allemaal spuugzat is. Elke keer jezelf voor iemand openstellen en vervolgens keihard genaaid worden. Behandeld als oud vuil. Te laf om er iets van te zeggen of om ook maar voor haarzelf op te komen. Altijd maar het makke lammetje zijn. Niet langer..

Het was heerlijk om naar die stem in haar hoofd te luisteren.

Eindelijk een beetje controle. Eindelijk een keer degene die pijn DOET in plaats van degene die pijn HEEFT. Laat dat kind maar lekker zitten janken. Weet ze ook eens hoe het voelt. Froukje zal nooit, maar dan ook echt nóóit meer iemand speelbal zijn. Zo is het elke keer gegaan en het heeft haar elke keer bijna haar leven gekost. Soms letterlijk, soms figuurlijk, maar – met uitzondering van Ben – heeft iedereen haar steeds kapotgetrapt.

Kijk maar naar deze nieuwste terugval..

“F*cking Timo..”

Hoe meer Froukje terugdenkt aan haar verliefdheid op Timo, hoe minder ze snapt dat het ooit zo ver is kunnen komen. Om te beginnen zijn jongens met Franse namen altijd slecht nieuws, maar Timo was echt op geen enkel vlak Froukje haar type.

Tijdens hun lessen zaten Froukje en Timo altijd naast elkaar. Niet omdat ze het meteen zo goed konden vinden, maar omdat ze de twee personen waren die altijd als laatste overbleven. Die slechts aan de randjes van de groep kleefden. Voor Froukje was het begonnen als een voorzichtigheid die onbedoeld is blijven bestaan als afzondering. De mensen in hun groep waren gewoonweg niet het slag mensen waar Froukje zich comfortabel bij voelde.

Timo was gewoon een nerd. Nog steeds. Dat zal ook wel nooit veranderen. Elke sociale interactie die hij uitprobeerde eindigde in een groter bloedbad dan de vorige. Toch had Froukje enige sympathie voor hem, aangezien ze begreep hoe het voelde om een outcast te zijn. Iemand wiens bestaan getolereerd wordt, maar nooit gevierd. Een staat van zijn die je niemand toewenst. Dus negeerde Froukje al zijn onhebbelijkheden en stelde ze zich open voor hem.

De verliefdheid kwam plots, maar hevig. Timo was dankbaar voor Froukje haar aandacht en deed zijn uiterste best voor haar. Eerst kleine dingen, zoals het delen van zijn aantekeningen. Daarna grotere gebaren, zoals het schrijven van een paper dat Froukje mocht inleveren alsof het van haarzelf was, nadat ze door een flinke griep op achterstand kwam.

Dat Froukje heeft gedacht dat haar gevoelens wederzijds waren, was achteraf bezien niet eens zo heel gek. Op een vrijdagmiddag – na een koffiedate om het einde van de week te vieren – kon ze zich niet langer inhouden. Ze zoende hem en hij zoende terug. Het voelde bijna net zo fijn als bij Ben, maar goed genoeg om zich helemaal in zijn aanwezigheid te verliezen. Ze had geen seconde door dat klasgenoten hen gezien hadden.

Na de zoen bleef Timo ineens veel weg van school. Hij was er soms wel, maar het leek alsof hij zijn zeldzame verschijningen precies tijdens haar eigen afwezigheid plande. Via het uitwisselen van berichtjes bleven ze echter intensief contact houden en probeerde Froukje hem te overtuigen om nog eens samen af te spreken.

De gesprekken en berichtjes gingen steeds dieper, tot op het punt waar Froukje durfde op te biechten dat ze wel ‘iets’ had met luiers. Erg seksueel werd het gesprek niet, maar toch wist ze dat Timo er op was aangeslagen. Hij wilde het ervaren, voelen en vooral heel graag zien. Na lang wachten ging hij eindelijk op haar vraag in en spraken ze af bij het station.

Froukje had het kunnen weten. Wie heeft er nou zoveel geluk dat je verliefd wordt en aan diegene bekent dat je een bijzondere liefhebberij hebt, waarop diegene meteen aangeeft er oprecht in te zijn geïnteresseerd? Iedereen zou haar hebben uitgelachen. Timo net zo goed. Ze had kunnen weten dat zijn verzoekje niets anders was dan een sluipweggetje naar ellende.

Toch deed ze het. Ze droeg een luier, onder een outfit die eigenlijk iets te strak zat. Haar lange jas kon dat zonder problemen verbergen. Timo stond haar al op het perron op te wachten en nam haar mee naar de fietsenstalling, die – wonder boven wonder – zo’n beetje uitgestorven leeg leek te zijn. Ze zoenden en al snel liet ze toe dat zijn handen op verder onderzoek gingen. Binnen een minuut lag haar jas op de vloer.

Ze was compleet in de val gelokt. Een aantal van de stoerdere jongens in haar klas bleek toevallig ook aanwezig en stonden al met hun telefoons klaar om het moment vast te leggen voor het nageslacht dat ze waarschijnlijk nooit zullen kunnen verwekken. Het filmpje was vernietigend voor Froukje haar reputatie. Iedereen kon de luier duidelijk zien. Volledig overstuur is ze gevlucht, terug naar huis. Terug naar het appartement in Weert.

Dat was het begin van de nieuwe aftakeling. Tot Spoor ineens op de stoep stond, is ze het appartement gebleven. Terend op haar voorraad, op zijn geld voor bezorgdiensten en op haar eigen verdriet. Ook al kreeg Froukje net zo veel berichtjes met oprechte steun als berichtjes met rotopmerkingen.. deze nieuwe vernedering kwam ze zelf niet meer te boven.

Hij had met haar gespeeld, haar via de telefoon aan het lijntje gehouden en haar uiteindelijk kapot gemaakt voor zijn eigen gewin. Geloof maar dat Timo ineens het grote mannetje van de groep was geworden. Misschien wel voor een hele week! De sociale verhoudingen zijn inmiddels ongetwijfeld weer teruggekeerd naar het oorspronkelijke evenwicht, terwijl de balans voor Froukje mogelijk voor altijd zoek is geraakt.

“Vertrouwen brengt je ellende. Controle brengt je rust. Dat was de les van Timo.”

Zittend op de rand van haar bed, pinkt Froukje de nieuwste tranen weg. Dat gevoel wil ze nooit opnieuw hoeven ervaren. Sterker nog, ze besluit – hier, ter plekke – dat het ook nooit meer zal gebeuren. Al zal ze dwars door Bindi, Ben en de rest van de wereld heen moeten.. het eindigt hier. Als je moet kiezen tussen de jager of de prooi.. dan ben je veel beter de eerste. Waarvan akte.

Terwijl Froukje zichzelf probeert te vermannen, laat ze haar oog ook vallen op de foto van haar moeder. Eén van de weinige dingen die Ben heeft weten te redden uit één van haar vorige levens. De foto heeft al die tijd op haar bureau gestaan, maar toch heeft Froukje nooit echt de tijd genomen om bij haar moeder stil te staan.

De draaikolk aan boosheid en verdriet lijkt voorzichtig te gaan liggen. Misschien is ze ook wel iets te hard geweest. Je kunt jezelf tenslotte optrekken zonder tegelijkertijd anderen naar beneden te hoeven trappen. Kan Froukje Bindi bovendien echt verantwoordelijk houden voor alle pijn die Timo en de anderen in haar leven hebben veroorzaakt?

“Natuurlijk kan dat.”

“Dat wil niet zeggen dat het moet!”

Ineens haalt de slaap Froukje in. Ze besluit de boel voorlopig nog even gewoon de boel te laten. Als het echt tijd is voor harde beslissingen, dan kan ze die morgen altijd nog nemen. Een keuze uitstellen is tenslotte niet hetzelfde als de keuze kwijtraken.

Toch?

Een paar uur later is de schemering ingedaald en staat Froukje bijtijds op. De haat mag dan aan het zakken zijn, toch wil ze hoe dan ook als eerste op de badkamer zijn. Puur voor dat kleine momentje waarop zij haar luier al kwijt is en Bindi nog niet. Het is het meest kinderachtige statement dat ooit gemaakt kan worden, maar toch is ze vastbesloten dat wel degelijk te doen.

Na een verfrissende douche neemt Froukje alle tijd van de wereld om voor de spiegel haar make-up te doen. Hoe langer ze de badkamer bezet houdt, des te groter de kans is dat Bindi in haar eigen nattigheid zit te smoren. Froukje heeft zelfs de badkamerdeur op een kier gezet, zodat ze voor Bindi extra duidelijk te horen zou zijn.

“Wrijf het er maar goed in..”

Het maakt Froukje er uiteindelijk ook niet echt vrolijker op om zo in het leven te staan, maar de les blijft geleerd. Iemand moet de prooi zijn en dat is Froukje deze keer niet zelf. Al schrikt ze zichzelf rot als Ben ineens in de deuropening verschijnt.

“Goedemorgen”, glimlacht Froukje, terwijl ze vrolijkheid probeert te veinzen.

“Goed geslapen?”, vraagt Ben.

“Mwoah.”

“Oei, dat klinkt niet heel positief.”

“Jawel.. droge luier!”, knipoogt ze.

Daar had Froukje niet eens bij stilgestaan. Ze werpt het feitje vliegensvlug op tafel, maar het is wel degelijk de eerste keer in tijden dat ze haar luier tijdens het slapen droog heeft kunnen houden. Over een enorme opluchting gesproken. Misschien zijn de effecten van de ketamine toch nog niet op het niveau van permanente schade aangekomen?

“Goed bezig! Volhouden!”, knipoogt Ben.

Froukje knikt en hij loopt daarna vrolijk door. Gelukkig zal er altijd één persoon zijn die nog minder goed is in het oppikken van emotionele hints. Froukje zag Ben wel onderzoekend naar haar kijken. Hij weet heus wel dat er iets is, maar goed.. het is Ben. Die ontcijfert het vast niet.

Uiteindelijk heeft Froukje haar verblijf op de badkamer nog bijna met een half uur kunnen verlengen, voordat ze echt niets meer te doen heeft. Haar haren zijn droog en gestijld, de make-up is klaar, haar outfit is on-point. En niet alleen die van Froukje..

Zodra Froukje even later de woonkamer binnenstapt, ziet ze hoe Bindi meteen van de eettafel opstaat. Het zal wel jeuken in die tere liesjes van d’r. Geen probleem. Terwijl Bindi haar bord op het aanrecht zet, tikt Froukje haar even aan.

“Als je het echt goed wilt maken, dan trek je aan wat ik voor je heb klaargelegd. Geen vragen, geen gezeur bij mij, geen gejank bij Ben.”

“Wat bedoel je precies?”, vraagt Bindi verbaasd.

“Ga maar op de badkamer kijken.”

Froukje ziet Bindi bedeesd vertrekken. Haar wraak mag zoet smaken. Op de badkamer ligt een stapeltje kleren klaar voor Bindi. Een schone luier, een lievig geel shirtje en een tuinbroek. Die laatste hebben ze niet samen gekocht, maar komt uit Froukje haar eigen kledingkast. Ze kan tenslotte best delen, als het doel maar goed genoeg is. Vandaag gaat ze waarschijnlijk meer plezier dan ooit beleven aan die tuinbroek, bedenkt ze nog.

Een half uurtje later heeft Froukje er al een heel gesprek met Ben opzitten. Hij kan enorm vermoeiend zijn als hij het op zijn heupen heeft. Toch laat Froukje hem maar begaan. Er is een bepaald leven in zijn ogen aanwezig, alsof het helpen van Bindi ervoor zorgt dat hij weer echt iets te doen heeft. Die walging kan ze wel even loslaten. Voor hem kan dat. Het is tenslotte het enige aan Ben dat er echt levendig uitziet. Hij oogt opvallend moe voor iemand die leeft op cafeïne.

Gelukkig doet hij niet al te moeilijk als Froukje aangeeft dat ze haar oorspronkelijke voornaam – Puck – weer wil gebruiken. Het lukt Ben zelfs om haar niet om te dopen tot Ukkepuk, waar Froukje enorm dankbaar voor is. Maastricht moet echt weer een nieuwe start voor haar worden. Ze kijkt er inmiddels zelfs naar uit. Maar eerst moet er opgeruimd worden. Niet alleen hier in Weert.

Na het gesprek met Ben verzamelt Froukje de boeken die ze voor haar mislukte studie heeft gebruikt en stapelt ze die in een stevige verhuisdoos. Met een beetje inspanning weet ze de doos precies naast de kluis in de voorraadkast in te passen. Het is tijd voor een nieuw begin en daar horen sommige dingen nu eenmaal niet meer bij. Een beetje verdrietig, maar wel met zekerheid, stopt ze de foto van haar moeder bij de boeken voordat ze de doos dichtvouwt.

Eenmaal weer overeind twijfelt Froukje nog even, terwijl ze naar de verhuisdoos en de kluis staart. Zou ze niet toch..? Voor de zekerheid?

Zodra Froukje de deur van de voorraadkast symbolisch sluit, ziet ze Bindi op haar afstappen. Een duidelijk gevoel van overwinning maakt zich meester van Froukje, aangezien Bindi alles heeft aangetrokken dat ze had klaargelegd. Dezelfde outfit die zij droeg toen Timo.. deed wat hij deed.

Bindi levert haar gedragen luier in bij Froukje die een triomfantelijke glimlach niet kan onderdrukken. Zo voelt dat dus, mevrouwtje. Geniet maar lekker van je ervaring. Bindi haar ogen stralen niets uit. Het is duidelijk dat ze uit schuldgevoel alles over zich heen laat komen. Perfect.

“Als je straks verschoond wil worden, dan vraag je het maar. Ik heb extra luiers voor je mee.”

Een vaag knikje is het teken waar Froukje op hoopte. Controle voelt goed. Héél goed.

De rest van de dag is er één van stil genot voor Froukje. Ben heeft allerlei plannen gemaakt en ze heeft geen andere keuze dan die te volgen. Niet dat dit zo’n groot probleem is, aangezien het de enige manier is om Bindi haar straf volledig mee te kunnen krijgen. Irritant genoeg lijkt ze zich er vrij gemakkelijk doorheen te kunnen slaan. Ze geeft geen krimp tijdens de taxirit. Froukje had geen idee wie Jakki was, maar hij lijkt op haar hand.

Zijn rijstijl geeft Bindi namelijk zat smoesjes om haar luier te kunnen vullen. Wat een wegpiraat! Gek genoeg lijkt Ben enorm op Jakki gesteld. Froukje zal ooit het hele verhaal nog wel horen.

Het aanzicht van de gestripte Corolla is Froukje een doorn in het oog. Natuurlijk wist ze dat dit moment zou komen, maar het schuldgevoel is er niet minder om. Ben heeft haar nooit expliciet verteld dat dit de auto van zijn overleden vrouw is, maar Froukje heeft het altijd vermoed. Vrouwelijke intuïtie. Ze kan zichzelf wel voor haar hoofd slaan dat ze dit heeft laten gebeuren met iets dat hem zo dierbaar is. Iets waar hij haar mee vertrouwd heeft..

Ben en Jakki vinden ineens een oude tas van Froukje in de kofferbak. Froukje wist niet eens dat ze die kwijt was geraakt. Een duidelijk teken van de ketaminetrip die ze de afgelopen tijd heeft meegemaakt. Toch zit het haar niet lekker. Zelfs de domste dief zou die tas gewoon hebben meegenomen. Het liefst zou ze tas weggooien, maar Ben staat erop dat ze die toch meeneemt. Froukje negeert haar donkere onderbuikgevoel en stop de tas in de taxi van Jakki.

Froukje geniet er nog het meest van om Bindi te zien wiebelen in het appartement dat Ben van plan is te kopen. Het is duidelijk dat Bindi haar blaas aan zijn capaciteit zit, precies op het moment dat zij haar volle aandacht nodig heeft voor Ben en de makelaar. Genietend van deze fantastische samenloop van omstandigheden nestelt Froukje zich tegen een vensterbank. Zo heeft ze perfect uitzicht als Bindi zo stiekem mogelijk in haar luier plast.

Elke keer als Ben richting Froukje kijkt, doet ze precies op tijd alsof ze uit het raam tuurt. Hij is gelukkig vermoeid genoeg om het spelletje niet door te krijgen. Zelfs de rode blosjes op Bindi haar wangen zijn geen hint dat er meer speelt. Dat ze zich maar lekker schaamt..

Het duurt helemaal tot in de vroege avond voordat Bindi eindelijk een beetje tegengas durft te laten zien. Froukje en Ben zijn inmiddels te gast in het huis van Bindi en ze wacht af tot hij is gaan roken.

“Stuur je die arme man nou echt naar buiten om te roken?”, sneert Froukje.

“Ik wil niet dat hij ons kan horen”, geeft Bindi toe. “Mag ik alsjeblieft de luier afdoen? Het jeukt echt enorm en ik kan er gewoon niet meer tegen.”

“Jouw probleem.”

“Serieus? Hoe diep wil je me nog vernederen voordat je beseft dat je gewonnen hebt?”

“Gewonnen?”

“Ik doe alles wat je zegt, toch?”

Froukje haalt haar schouders op.

“Je wilde toch zelf ervaren hoe het is? Welkom in mijn wereld. Ik voel me elke dag zo. Blij dat je het nu weet? Begrijp je nu hoeveel je vannacht kapot hebt gemaakt?!”

“Het was echt niet mijn bedoeling, Froukje..”

“Maak het af.. laat zien dat jij geen genade meer kent!”

Froukje slikt en laat daarna een stilte vallen terwijl ze haar opties afweegt. Met een hand peutert ze wat aan haar broekriem en met de vingers van de andere trommelt ze op tafel. Het kan in een paar tellen voorbij zijn.. maar dat geldt dan ook voor haar.. dat is niet wat Ben verdient..

“Beloof dat je ons met rust zal laten.”

“Ik kan niet zomaar verdwijnen, Froukje. Ik ga van hem huren..”

“Dat snap ik ook wel! Maar daar houdt het contact wel op. Je neemt zijn hulp aan, doet wat je belooft. Dat beetje huur betalen, elke maand een update. Af en toe een foto. Maar steeds minder. Je verdwijnt niet, maar je vervaagt. Duidelijk?”

Bindi staart naar de vloer. Het is maar goed dat Ben buiten staat te roken, want zelfs hij zou nu in staat zijn om vast te stellen dat Bindi meer twijfels heeft dan logisch lijkt. Irritant genoeg klinkt dan ineens de deurbel. Het eten dat Ben heeft besteld is er nog sneller dan gedacht. Bindi excuseert zichzelf om de voordeur open te gaan doen.

Tegelijkertijd stapt Ben naar binnen. Het is geen verrassing, aangezien hij intussen een zwarte band zal hebben in het plannen van rookpauzes. Alsnog is het Froukje duidelijk dat er iets niet helemaal goed zit. Zijn hoofd is rood en hij ademt zwaar. Zou hij dan toch iets hebben meegekregen van het spelletje dat ze met Bindi aan het spelen is?

Veel tijd om conclusies te trekken heeft Froukje echter niet. Bindi komt terug naar binnen, maar niet in haar eentje. Er staat een pistool tegen haar slaap. Froukje herkent de mannen die naar binnen stappen meteen. Het zijn haar voormalige dealers. Dus toch! Ze wist het! Die tas was een slecht idee. Het is niet de eerste keer dat iemand haar heeft proberen te tracken. Wat nu?

“Zo, wij moeten eens een klapke doen”, sist de dommere van de twee.

Froukje schrikt overeind.

“Komen jullie.. mij m’n.. pan terugbrengen?”, puft Ben.

Dan grijpt Ben naar zijn linkerarm en zakt hij door zijn knieën.

“Ben! Gaat het?”, roept Froukje, terwijl ze op hem af stapt.

“Ik zei het.. toch? Die.. klote.. thee..”

“Ben?!”

Froukje weet Ben nog net op te vangen als hij het bewustzijn verliest. Hij is zwaarder dan ze zich kan herinneren, waardoor ze haar evenwicht slechts met moeite weet te houden. Zachtjes legt ze Ben op zijn zij.

“Hij ademt nog..”, fluistert ze, geconcentreerd luisterend.

Amai, nog n’en showke ook..”, grijnst de dealer die het pistool op Bindi haar hoofd houdt.

Misc’ien moet he uzelf effkes bezih jouden met ’t ehte noodheval”, raaskalt de ander.

Alsof het Froukje ook maar een seconde kan schelen wat die gasten met Bindi doen. Ze weet het zeker, Ben heeft hartproblemen. Ze moet een ambulance bellen..

Froukje staat op en wil haar telefoon van tafel pakken, maar het pistool wordt dan op haar gericht. Een gebaar om te gaan zitten. Ze weigert.

Wij komen voor ons held..

“Ik heb geen geld.”

Spijtih.

“Zij wel..”, wijst Froukje naar Bindi. “Zoveel als je maar wil.”

Is ’t et?

De dealers laten zich een moment afleiden en kijken heel geïnteresseerd naar Bindi. Die staat intussen doodsangsten uit en Froukje is er zeker van haar luier inmiddels kennis heeft gemaakt met een nieuw couplet van het lied van Bindi’s blaas. Ze zal er ongetwijfeld zeker van zijn dat Froukje bereid is om haar op te offeren.. en echt mis heeft ze het niet.

Toch is het Froukje om de afleiding te doen. Ze is blij dat ze toch naar haar instinct heeft geluisterd. In een flits beweegt haar rechterhand zich naar haar de achterkant van haar broek, waar ze het pistool van Ben al de hele dag verstopt heeft gehouden. Alsof ze het al jaren doet, zwaait Froukje de loop van het pistool eenvoudig richting de dealers.

“Wowowowow…”

“Hoede Hod, doe kalm!”

“Niet doen”, piept Bindi nog.

"Dit is je kans!"

Zonder te twijfelen haalt Froukje de trekker over. Het schot is oorverdovend.



Bedankt voor het lezen van dit hoofdstuk. Laat gerust weten wat je ervan vond en een like voor de moeite wordt altijd gewaardeerd! :)
 

Pjotr007

DL geen AB (ieder z'n ding:)
Een beetje verdrietig, maar wel met zekerheid, stopt ze de foto van haar moeder bij de boeken voordat ze de doos dichtvouwt.
Wat een mooi vervolg weer. En gaaf hoe dit soort tekstfragmenten weer linken aan eerdere verhalen/beschrijvingen. En cool hoe die in die tas van Froukje waarschijnlijk een tracker heeft gezeten. En...ach, te veel moois om weer op te noemen!
 

Snakebite

Niet voeren!
Forumleiding
Wat een mooi vervolg weer. En gaaf hoe dit soort tekstfragmenten weer linken aan eerdere verhalen/beschrijvingen. En cool hoe die in die tas van Froukje waarschijnlijk een tracker heeft gezeten. En...ach, te veel moois om weer op te noemen!
Het is bizar hoe fijn de puzzelstukjes bij dit verhaal in elkaar vallen. Dit is de eerste keer dat ik volledig zonder schrijfplan werk. Wellicht komen de antwoorden daardoor ook makkelijker. :) Zelfs nu.. ik weet hoe het gaat eindigen, maar wat er in de tussentijd nog gaat gebeuren? Meh.. :lipzzz

Wel goed dat het nog slechts één hoofdstuk is, want zonder schrijfplan worden de hoofdstukken echt drie keer langer dan normaal.. nog even en ik kan weer slapen. :2funny
 

Paddy

Superlid
Het is bizar hoe fijn de puzzelstukjes bij dit verhaal in elkaar vallen. Dit is de eerste keer dat ik volledig zonder schrijfplan werk. Wellicht komen de antwoorden daardoor ook makkelijker. :) Zelfs nu.. ik weet hoe het gaat eindigen, maar wat er in de tussentijd nog gaat gebeuren? Meh.. :lipzzz

Wel goed dat het nog slechts één hoofdstuk is, want zonder schrijfplan worden de hoofdstukken echt drie keer langer dan normaal.. nog even en ik kan weer slapen. :2funny
Ze zijn nou mooi lang, ik zet hem dan in voorlees stand in de auto onderweg naar huis. Ongeveer 35 tot 40 min onderweg. Nog maar 1 hoofdstuk gehad waarbij ik hem niet afkreeg in die tijd. Beter dan een podcast
 

Snakebite

Niet voeren!
Forumleiding
Ze zijn nou mooi lang, ik zet hem dan in voorlees stand in de auto onderweg naar huis. Ongeveer 35 tot 40 min onderweg. Nog maar 1 hoofdstuk gehad waarbij ik hem niet afkreeg in die tijd. Beter dan een podcast
Damn, die had ik nog niet gehoord. Ik zou niet hebben gedacht dat het zo'n half uur duurt om een hoofdstuk te luisteren. Wel ontzettend leuk om te horen dat de verhalen ook op die manier worden gebruikt. Het laatste hoofdstuk zal ongetwijfeld een vergelijkbare lengte hebben, zeker met de epiloog erbij.. voor de rest durf ik het niet te beloven. Eén Wisselspoor is ongeveer 3,5 keer zo lang één hoofdstuk Peetoom. :lipzzz
 

Snakebite

Niet voeren!
Forumleiding
Ze zijn nou mooi lang, ik zet hem dan in voorlees stand in de auto onderweg naar huis. Ongeveer 35 tot 40 min onderweg. Nog maar 1 hoofdstuk gehad waarbij ik hem niet afkreeg in die tijd. Beter dan een podcast
Vraag me alleen af hoe goed de flauw woordgrapjes in die variant overkomen. Althans, mijn flauwe gebruik van het accent van Acid in het laatste hoofdstuk zal niet heel helder zijn doorgekomen.. :2funny
 

Paddy

Superlid
haha, nou hij doet wel zijn best. bepaalde woorden zijn wat moeilijk uit te spreken. maar de nieuwste versies kunnen er redelijk mee overweg. De schrijfstijl zorgt er voor dat hij snapt waar de punt ligt. en ik kan zelf natuurlijk ook gewoon nadenken hahaha
 

Snakebite

Niet voeren!
Forumleiding
WS10.png

Hoofdstuk 10: Eerste Hulp

Ik ben blij dat ik een witte blouse heb aangetrokken, aangezien het behoorlijk warm is. Een vredige zon staat op de hoogste stand zijn werk te doen. Gelukkig is de lucht niet al te vochtig en blijft zo ook de benauwdheid uit. Mijn voorhoofd is verdacht vrij van zweetdruppeltjes terwijl ik op m’n dooie akkertje langs de plantjes slenter. Af en toe stop ik om in de schaduw van een wat grotere boom de heerlijke geur van de gewassen op te snuiven.

Als dit geen paradijs is, dan weet ik het ook niet meer.

De rijen met plantjes lijken zich eeuwig uit te strekken, waardoor mijn wandeling eindeloos kan duren. En waarom ook niet? Ik ben nooit een wandelaar geweest, maar het is niet alsof ik het klokje in de gaten moet houden. Of me aan iemand heb te verantwoorden. Toch?

In de verte zie ik iemand in mijn richting lopen. Iets waar ik normaal ontzettend van zou balen, maar dat me nu gek genoeg niet stoort. Ik kan hier zo rustig wandelen dat ik tijdens mijn hele tocht nog geen enkele ziel ben tegengekomen. Dan moet je ook niet klagen als er één persoon per ongeluk dezelfde plek heeft uitgekozen om even alleen te willen zijn.

Naarmate we elkaar dichter naderen begint ik haar te herkennen. Die blauwe ogen, bijna verborgen onder de rand van haar zonnehoed. Die mooie, goudblonde krullen. Zelfs het loopje is typisch voor háár.

Ik zet mijn zonnebril af om een betere blik op de vrouw te kunnen werpen. Het kan toch niet? Dit is toch onmogelijk? Snel kijk ik om me heen. De vredige plantage, de heerlijke geur van koffie en nu zij.. het kan maar één ding betekenen.

Zo snel als ik kan ren ik op haar af. Als ik dichtbij genoeg ben, verschijnt er een glimlach op haar gezicht. Diezelfde, prachtige glimlach die mij zo vaak heeft doen smelten. Ze is het echt.

“Vera?”

Ik grijp haar stevig vast en til haar kort op, alsof ik haar volledig in me wil opnemen. Mijn tranen belanden op haar mooie jurk, maar we zijn allebei gewend om die vakkundig te negeren. Het liefst zou ik haar een eeuwigheid lang zo vasthouden, maar ik wil haar zien. Ik wil naar haar kunnen kijken. Haar zien.. ruiken.. horen..

Zodra ik haar weer op de grond zet, legt Vera een hand op mijn wang.

“Ben.. ik kan niet geloven dat ik je zie..”

“Vertel mij wat..”, zucht ik.

Zonder tijd te verspillen zoen ik haar. Het voelt inniger dan ooit. Ik had nooit gedacht om haar ooit nog eens te kunnen proeven, hoe klef het dan ook mag klinken. De zoen duurt veel te lang en tegelijkertijd veel te kort. Starend in haar prachtige ogen probeer ik de hele situatie te begrijpen. Ik snap niet hoe dit mogelijk is, maar het is oprecht het beste dat me ooit is overkomen.

Wacht.. ‘oprecht’..

Ik zoek het elastiekje, maar mijn pols is leeg en vrij van pijnlijke rode plekken. Langzaam dringt het tot me door. Ik droom. Het kan niet anders..

“Jij bent niet echt, hè?”, vraag ik, vrezend voor het antwoord.

“Ik ben net zo echt als jij”, glimlacht ze.

“Waar zijn we?”

“Geen idee. Jij hebt deze plek uitgekozen.”

“Oh..”

Mijn hand vindt zijn weg naar de hare en grijpt die stevig vast.

“Waarom.. zijn we hier? Ben ik dood?”

“Daar lijkt het wel op, hè?”

“Ik weet dat je dit nooit echt hebt gevat, maar een vraag krijgt meestal een antwoord.. niet een wedervraag..”

“Wat ik bedoel is dat je een leven leidt alsof je al overleden bent. Maar dat is niet zo, Ben. Het heeft toch geen enkele zin om je dagen te slijten alsof je al naar de koffietafel toeleeft?”

“Eén.. elke tafel is een potentiële koffietafel. Twéé, de koffietafel komt meestal na het overlijden. Iets dat – in mijn geval – de ultieme ironie zal zijn.”

“Dit bedoel ik nou. Je gaat alles uit de weg dat echt belangrijk is.”

“Ik ga alles uit de weg? Veer, ik weet niet of jullie breedbeeldtelevisie hebben, maar het lijkt er toch op dat je een aantal details stevig hebt gemist. Ben ik Froukje uit de weg gegaan? Of Bindi? Volgens mij doe ik precies wat je me hebt gevraagd. Je geld inzetten voor iets goeds.”

“Het is prachtig wat je voor hen doet, maar dat is niet alles dat ik heb gevraagd. Weet je nog?”

“Ik leef toch nog? Of in elk geval ongeveer, afhankelijk van wat dit precies moet voorstellen..”

“Op de bank zitten en dutjes doen noem ik niet echt leven.”

“Dus jij bent nu de expert?”

Vera grinnikt. Ik smelt. Hoe doet ze dat toch? Hoe heeft ze dat altijd al gekund? Mijn sarcasme uit de lucht zuigen en omzetten naar geluk? Altijd dwars door me heen kunnen kijken? Die gefronste wenkbrauw omhoog houden tot ik toegeef en zeg wat ik echt voel?

“Ik wil helemaal niet leven zonder jullie”, geef ik toe.

“Die keuze is niet aan jou.”

“Oh, dus God bestaat?”, sla ik aan, terwijl ik demonstratief rondkijk. “Waar is zijn kantoor? Ik heb zowel een paar dankwoorden als een enorme stapel aan klachten die ik nog moet indienen.”

“Denk je echt dat je een discussie van Hem zou winnen?”

“Ik win van Bindi. Soms..”, protesteer ik zwakjes.

“Je bent alleen maar bezig met hoe oneerlijk alles is. Ja, je doet het heel goed met die meisjes, maar niet voor jezelf. Ik ben ongelooflijk trots op hoe je voor hen al het onrecht probeert op te lossen, maar er is meer in het leven dan alleen ellende.”

Hard disagree.

“Ben..”

Voorzichtig legt Vera mijn hand op haar onderbuik en ik voel háár. Ons meisje.

“Het moet geen last zijn om die vadergevoelens een plekje te geven. Om ze te kunnen uiten. Je denkt toch zeker niet dat het toeval is dat de twee mensen die je ondersteunt geen echt vaderfiguur in hun leven hadden tot ze jouw ontmoetten?”

“Dat was mijn hoop..”

“Tot je accepteert dat wat wij hebben meegemaakt niet jouw schuld is, zal die last niet van je schouders kunnen. Je mist veel te veel van het leven door jezelf te verstoppen en wijs te maken dat slechte dingen gebeuren omdat je een slecht mens bent. Dat moeten die twee je intussen toch wel hebben geleerd? Of zijn zij ook slechte mensen?”

“Ze hebben me gedwongen om thee te drinken, dus ik zie voorlopig af van een mening.”

“Weet je nog hoe we elke ochtend samen thee dronken? Hoe ziek ik ook was, of hoe moe jij je ook voelde. Juist die momentjes maakten het voor mij draaglijk. Ook al was er een overvloed aan pech, kon ik door blijven vechten door die kleine geluksmomenten. Dat doe je allemaal niet meer. Weet je nog hoe hard je je best deed om elke keer nieuwe smaakjes voor me te vinden? Je had er nog lol in ook! En nu?”

“Ik was zevenentwintig. Wat wist ik nou helemaal?”

“Je zorgde ervoor dat ik me goed voelde en daardoor durfde jij dat ook. Nu niet meer. Thee is uit den boze, omdat de herinnering alleen al je teveel pijn doet. Al het licht dat je anderen brengt, lijkt je totaal niets te doen. Je bent zo onverschillig geworden..”

“Mwoah..”

“Laat het licht toe, Ben. Je mag gezien worden. Je mag zijn wie je echt bent en dat is zoveel meer dan die chagrijnige docent die af en toe iemand helpt als het echt niet meer anders kan. Ga leven, lieverd.”

“Ik weet niet eens hoe dat moet zonder jou”, fluister ik.

Vera glimlacht en zoent me.

“Sukkel. Loslaten en kwijtraken zijn twee verschillende dingen.”

Ik weet dat ze gelijk heeft. Ik voel het zelfs.

“Zeg dat nog eens?”

“Sukkel..”

Ik omhels Vera steviger dan ik ooit heb durven doen. Hoe laat je in ’s hemelsnaam iets los dat jou juist volledig in zijn greep heeft?

“Je moet gaan”, zegt ze plots.

Ik had gehoopt dat ze dit nooit zou hoeven zeggen als ik haar maar in mijn armen zou houden. Een manier om vals te kunnen spelen en hier zo lang te kunnen blijven als ik maar wil.

“Echt?”

“Echt..”

Vera legt haar hand op mijn borst. Een enorme schok trekt door mijn lichaam, dat volledig lijkt te verkrampen. Ik sluit mijn ogen kort en – zodra ik ze weer open – concludeer ik dat ik ergens anders ben.

Ik draag een kostuum en ben in een grote zaal vol met mensen die hetzelfde apenpakje dragen. Hoewel ik niemand zijn gezicht echt kan herkennen, staat één van hen op een groot podium voorin in de zaal.

“De Nobelprijs voor de Snotneuskunde van dit jaar gaat naar.. Do..”

Instinctief sta ik op. Die moet voor mij zijn! De persoon naast mij kijkt verschrikt op, alsof het een eeuwige zonde is dat ik het protocol heb verbroken. Altijd blijven zitten tot ze je naam volledig hebben uitgesproken zeker? Dramatisch wil hij zijn hand op mijn borst leggen om te gebaren dat ik weer moet gaan zitten. Zodra hij me aanraakt voel ik weer diezelfde schok. Diezelfde kramp. De duisternis.

Als ik mijn ogen open, is Froukje de eerste die ik zie.

Ik lig op de vloer van Bindi haar keuken. Mijn overhemd is opengemaakt en er kleven allerlei plakkers aan mijn lichaam, via draadjes bevestigd aan een apparaatje van de ambulancemedewerkers. Ik dacht altijd dat reanimatie er niet voor zorgde dat iemand het bewustzijn weer zou vinden, maar blijkbaar ben ik speciaal.. of hebben ze gewoon wat extra voltage door mijn lichaam gejast..

Zodra ik eenmaal op de brancard lig, word ik naar de ambulance gereden. Ik zie Bindi nergens. Ook Sjors en Sjimmie zijn nergens meer te bekennen. Wel zie ik verschillende bloedvlekken en een gat in de muur dat volgens mij alleen maar van een kogel kan komen..

“Waar is Bindi?”, vraag ik Froukje, moeilijk verstaanbaar door het zuurstofmasker.

“Rustig maar, ik blijf bij je. Alles komt goed.”

Het laatste dat me opvalt voordat de ambulancedeuren sluiten, zijn de politiewagens in de straat. Ligt hier nu ook al een Dunkin’ Donuts? Alles draait en zodra de naald voor het infuus mijn arm in wordt gestoken zak ik weer weg in een rustige slaap.

---------- ---------- ---------- ---------- ----------

Bindi wordt compleet overvallen door de luide knal. Als er in films wordt geschoten is er niemand die laat zien dat het geluid net zo’n schrikeffect heeft als de kogel die in jouw richting wordt afgevuurd. De echo wordt alleen nog overstemd door de harde piep in haar oren. Ze kan het niet geloven. Froukje heeft echt geschoten. In haar richting. Wat moest ze in ’s hemelsnaam met een pistool? Wat was ze überhaupt van plan?!

Ineens voelt Bindi de grip van de overvaller om haar hals verslappen. Het gevoel van zijn pistool tegen haar eigen slaap zakt weg. Geschrokken opent ze haar ogen en ziet ze het pistool nog net op de grond vallen. Froukje heeft hem geraakt. Met een flinke ruk trekt ze zich los uit zijn arm, voordat hij tegen de muur in elkaar zakt. Er is overal bloed. Instinctief trapt Bindi het pistool van de Belg aan de kant en het ding klettert onder de bank.

“Achter mij..”, commandeert Froukje.

Bindi weet in dit geval niet beter dan te luisteren en haast zich om zo snel mogelijk achter Froukje te gaan staan. Spoor ligt op de grond en hij heeft duidelijk pijn en moeite met ademen. Hij ademt in elk geval nog. Als Bindi haar blik op de gewonde overvaller richt, ziet ze dat hij in zijn schouder is geraakt. De kogel zit in de muur en dus dwars door hem heengegaan. Hij kermt van de pijn.

Zijn collega staart verschrikt naar Froukje met allebei zijn handen omhoog. Hij is zelf duidelijk niet gewapend, want dan zou deze situatie al volledig uit de hand gelopen zijn. Voor zo ver dat nog niet het geval is, natuurlijk.

Ik zal niekske zehhen. Laat mij hewoen haan..”, bedelt hij.

Pas dan daalt het besef bij Bindi in. De overvaller die op de vloer ligt is geen onbekende. Het is de dealer die haar in Eindhoven heeft aangerand en daarna door Spoor is aangevallen met een wok. Hoe komt hij hier?! Hebben ze háár gevolgd? Of..

Een tweede knal verdrukt elke theorie die Bindi kan ontwikkelen in een enkele seconde. De schreeuw die daar op volgt komt rechtstreeks uit de ziel van de Belg met het accent dat Bindi nooit meer zal vergeten. Froukje heeft een kogel door zijn been geknald en ook hij zakt piepend van de pijn op de vloer.

Froukje draait zich om naar Bindi. Haar blik staat vreemd, enigszins triomfantelijk.

“Gaat het?”

“Ik heb geen flauw idee..”, stamelt Bindi.

No cap..

“Hier”, instrueert Froukje, terwijl ze Bindi het pistool in de handen duwt. “Als je één verkeerde beweging ziet, dan haal je de trekker over en knal je ze terug de grens over..”

Bindi weet niet wat haar overkomt en heeft amper het bewustzijn om in het moment af te wegen of ze het pistool wel moet aannemen. Ineens heeft ze het vast en houdt ze twee Belgen onder schot. Froukje knielt intussen neer bij Spoor.

“Hij ademt heel zwak.. we moeten een ambulance bellen..”, constateert ze.

“Eén maar?!”, mompelt Bindi, kijkend naar de twee bloedende mannen op haar vloer.

Zonder na te denken grijpt Froukje Bindi’s telefoon uit haar achterzak. Er is geen tijd voor beleefdheden en haar eigen telefoon is begraven in één van de vele tassen die ze bij zich heeft. Bindi laat het allemaal gelaten over haar heenkomen. Wat valt er tenslotte te protesteren?

Terwijl Froukje in gesprek raakt met de telefoniste begint het Bindi allemaal iets meer helder te worden. Twee neergeschoten mannen in háár huis. Háár vingerafdrukken op het pistool. Bloedvlekken op háár kleding. Wat als zij hiervoor opdraait?!

“Ze zijn onderweg”, puft Froukje.

“Wie zijn deze mensen? Wat willen ze van je?”, vraagt Bindi.

“Ongeveer vierduizend euro..”, mompelt Froukje, terwijl ze Spoor in de stabiele zijligging rolt.

“En dat heeft mij bijna de kop gekost? Vierduizend euro?!”

“Je moet mij niet hebben. Ik heb je niet overvallen.”

“Hoe komt DIT pistool hier dan binnen?!”

“Het is van Ben. Ik had een voorgevoel..”

Bindi rolt met haar ogen en komt dan tot de conclusie dat het zinloos is om stokstijf met het pistool te blijven staan, aangezien het gevaar wel zo’n beetje geweken is. Die twee gaan voorlopig nergens heen en het ziet er niet naar uit dat ze andere wapens bij zich hebben.

“Was het voor mij bedoeld?”, vraagt Bindi gedecideerd.

“Zou je dan nog rechtop staan?”

“Nee, waarschijnlijk niet..”

Bindi weet niet helemaal zeker of ze die opmerking als een geruststelling moet zien, maar slikt het.

“Wat zeggen we tegen de politie?”, vraagt ze vervolgens.

Froukje haalt haar schouders op.

“De waarheid?”

Bindi kan niet geloven wat ze hoort. Inmiddels heeft ze het pistool laten zakken en een houding aangenomen die – in theorie – meer ontspannen zou moeten zijn, al wil dat voorlopig nog niet bepaald doordringen tot haar lichaam.

“De waarheid?! Wat dacht je van verboden wapenbezit? Dan naai je Spoor ook. En bovendien jezelf!”

“Zelfverdediging?”

“Die tweede niet!”

“Wat stel jij dan voor als je het allemaal zo goed weet? Jij studeert dit! Ik zit in de cijfertjes..”

Bindi denkt na. Allerlei mogelijke scenario’s gaan razendsnel door haar hoofd. Alles waar ze zo hard voor heeft gewerkt.. een blanco strafblad en een uitstekende cijferlijst bij een juridische opleiding.. vertellen haar dat er alsnog maar één mogelijke oplossing is. Het grijze gebied..

“We liegen..”

“Ook dat is strafbaar, weet je?”

“Wie denk je dat ze geloven? Die twee of wij? De politie kan ons tenminste verstaan en zolang we maar precies hetzelfde verhaal vertellen.. komen we hier ongeschonden uit.”

“Zeg het maar..”, bindt Froukje in.

“Zij hebben het meegenomen en in de chaos heb jij jezelf weten te bevrijden.. één pistool af kunnen pakken en uit zelfverdediging geschoten. Daarna – in paniek – de ander om mij te redden.. Ze hebben handschoenen aan, dus het gebrek aan vingerafdrukken is geen issue.”

“En als die van Ben er wel op te vinden zijn? Ik heb geen idee hoe vaak hij dat ding in zijn handen heeft gehad..”, reageert Froukje.

“Dan zeggen we dat hij heeft geprobeerd tussenbeide te komen..”

“Dat gaat toch nooit werken, Bindi”, zucht Froukje.

“Het MOET.. anders hang jij.. hangt hij.. en met de reputatie van mijn vader.. hang ik sowieso..”

Froukje reageert niet meer. Haar oog valt op Ben en dan trekt ze wit weg. Uit het niets vliegt ze op hem af. Ze trekt zijn overhemd open en legt haar handen op zijn borst. Hardop telt ze mee terwijl ze keer-op-keer stevig drukt.

“Help me dan! Hij ademt niet meer!”

Bindi stapt op ze af. In de verte doemen de sirenes op. Het zal niet lang meer duren.

“Hou vol.. ze zijn bijna hier..”

Als twee minuten later de agenten het huis binnenstappen zien ze Bindi met een pistool in haar handen staan. Ondanks dat ze het meteen laat vallen en protesteert, wordt ze direct in de boeien geslagen. Met pijn en moeite slepen de agenten haar naar buiten, terwijl de ambulancebroeders naar binnen stappen. Froukje is al die tijd blijven reanimeren en kijkt geen seconde om naar Bindi.

Bindi geeft het verzet op en laat zich in de politieauto zetten. De enige die ze nog ziet is de bezorger die hun eten komt brengen en geschrokken gadeslaat wat er allemaal gebeurt.

---------- ---------- ---------- ---------- ----------

Froukje is ongelooflijk opgelucht als Ben zijn ogen opent. Ze zit aan zijn bed in het ziekenhuis en heeft al die tijd zijn hand stevig vastgehouden. Haar ogen zijn schraal en rood. De stress en emoties van de laatste dag zijn er allemaal pas uitgekomen toen ze Ben hier zag liggen. Al die tijd moest ze sterk zijn en haar kalmte bewaren.

“Gaat het? Heb je iets nodig?”

Ben slikt en kijkt langzaam de kamer rond. Ook hij probeert helder te krijgen waar hij is en wat er allemaal precies is gebeurd.

“Wil je wat water?”

“Heb je ook espresso?”

Zijn stem klinkt schor, dus dwingt Froukje hem om voorzichtig een paar slokken water te nemen. Ze veegt bezorgd door zijn haar. Het feit dat hij gewoon zijn stomme opmerkingen kan maken is een goed teken. Hij lijkt in orde. Verzwakt en verdoofd, maar in orde..

“Waar is Bindi?”

“Dit weer..”

“Bij de politie voor verhoor..”, reageert Froukje.

“Zijn jullie oké? Hoe hebben jullie jezelf daar uit weten te redden?”

“Maak je nou maar geen zorgen. We zijn oké. Ik vertel je alles later wel.”

“Waar is die spanningsboog voor nodig?”

“Later, Ben..”

Gelukkig hoeft Froukje niet al teveel te overtuigen, want de arts stapt precies op dat moment de kamer van Ben in. Bij binnenkomst was Ben buiten bewustzijn, maar stabiel genoeg voor de benodigde onderzoeken. Het is inmiddels een paar uur later, dus ze zullen nu wel helder hebben wat er met Ben aan de hand was.

“Meneer Spoor? Hoe voelt u zich?”, vraagt de dokter.

“Kunt u zich nog herinneren hoe u zich voelde toen u in 2016 hoorde dat Trump verkozen was?”

“Misselijk en zwak in de benen, bedoelt u?”

“Juist, alleen iets minder intens dan toen.”

Froukje rolt met haar ogen.

“Let er maar niet op, dokter. Zo is hij altijd.”

“Ga jij anders even uitzoeken waar hier de rookruimte is..”, zucht Ben.

Hij probeert voorzichtig overeind te komen, maar Froukje moet hem daar uiteindelijk bij helpen.

“In elk geval..”, gaat de arts verder. “We hebben de uitslagen bekeken en het ziet er naar uit dat u een mild hartinfarct heeft gehad.”

“Dat meent u niet?”

“Ben!”

“Nee, serieus.. als dit ‘mild’ was.. dan ben ik tevreden met de trailer. Die film hoef ik niet te zien.”

“Het vreemde is echter dat we geen duidelijke fysieke oorzaak hebben kunnen vinden en dat u op dit moment volledig stabiel lijkt.”

“Hoe bedoelt u? Geen dichtgeslibte aderen? Geen aangeleerde afwijking aan de hartspier? Niets?!”

“Hij klinkt bijna teleurgesteld..”

“Voor zover we hebben kunnen zien.. niets. Het komt vaker voor, alleen meestal niet op uw leeftijd. Er zijn zelfs mensen die door een infarct heen slapen. Uiteraard willen we dat verder opvolgen, maar dat kan uw arts in.. Maastricht u later allemaal vertellen. Wij houden u een dagje hier ter observatie.”

“Kan het roken er iets mee te maken hebben? Stress? Of levensstijl?”, vraagt Froukje.

“Je bedoelt mijn grenzeloos optimisme?”

“Dat kan absoluut een factor zijn geweest. Voor nu is het vooral belangrijk dat u het goed heeft doorstaan en tot rust komt. Neemt u die dan ook, alstublieft.”

“Voor deze ene keer dan..”, zucht Ben. “Bedankt voor de goede zorgen, dokter.”

“Tot uw dienst”, knikt de arts. “Mevrouw, kan ik u nog even spreken?”

“Je hangt..”

Froukje volgt de dokter naar de gang en sluit uit voorzorg de deur van Ben zijn kamer. Bloednerveus kijkt ze de jonge dokter aan en wacht ze de ellende af. Nu komt natuurlijk alsnog het slechte nieuws..

Een paar minuten later stapt Froukje de kamer van Ben weer binnen. Hij heeft zijn sigaretten en aansteker al in de hand en gebaart richting de gang.

“Gaan we?”

“Ik dacht het niet! Dat risico gaan we dus mooi niet nemen. Als jij echt niet tot morgen kunt wachten, dan strompel je maar lekker zelf naar buiten.”

“Mijn vrouw zou jou enorm gemogen hebben in dit moment.”

“Misschien is dat het wel.. een gebroken hart..”

Froukje grist de spullen uit Ben zijn hand en legt ze strategisch ver buiten zijn bereik. Vervolgens gaat ze weer op de stoel naast zijn bed zitten.

“Wat moest McDreamy van je?”

“Hij complimenteerde me met hoe ik het gedaan heb. Het reanimeren en zo..”

Ben glimlacht. Nu is hij het die Froukje haar hand vastpakt. Froukje glimlacht terug en even blijven ze zo zitten. De stilte is ongemakkelijk en fijn tegelijkertijd.

“Mild.. wat een kwakzalver..”, zeurt Ben dan ineens.

“Misschien moet je toch maar eens wat beter voor jezelf zorgen?”

“Daar heb ik jou nu voor, toch?”

Froukje haalt haar schouders op.

“Ik heb zelf ook hulp nodig, Ben. We zijn allebei.. stuk..”

“Dat wil niet zeggen dat we er niet voor elkaar kunnen zijn. Volgens mij heb je vandaag voor de tweede keer mijn leven gered. De wereld zal het je niet in dank afnemen, maar je ziet nu wel waar je toe in staat bent.”

“Hij moest eens weten..”

“Misschien.. is dit wel wat ik wil gaan doen.. de zorg..”

“LOL!”

“Denk er maar eens over na. Je kunt voorlopig waarschijnlijk op mij oefenen.”

Froukje glimlacht. Ze had kunnen zeggen dat ze HBO Terrorisme wilde gaan studeren en nog zou Ben haar steunen.

“Oh, beloof me wel één ding..”

“Alles!”

“Géén katheters.”

Froukje schiet in de lach.

“Volgens mij zouden wij dat sowieso wel anders oplossen, toch?”

“Ik meen het, Froukje. Echt, ik drink nog liever een emmer arsenicum. Of – erger nog – thee..”

Froukje zoent Ben zijn voorhoofd. Hij wordt langzaam weer de oude. Hopelijk.

“Blijf je bij me?”

“Tot je me zat bent.”

Froukje staat op en kruipt op het ziekenhuisbed van Ben. Ze nestelt zich veilig tegen hem aan. Hij legt dankbaar een arm om haar heen en kust dan háár voorhoofd.

“Vraagje..”

“Ja?”

“Je kunt alleen iemand reanimeren als die technisch gezien dood is, toch?”

“Volgens mij wel. Hoezo?”

“Dan is iemand mij een koffietafel verschuldigd.”

“Serieus? Dat is waar jij nu aan denkt?”

“Tja, ik ben wel mooi herrezen. Cappu-jesus.”

Stilletjes schudt Froukje haar hoofd. Hij is er weer. Ze heeft hem nog. Hallelujah.



Bedankt voor het lezen van dit hoofdstuk. Laat gerust weten wat je ervan vond en een like voor de moeite wordt altijd gewaardeerd! :)
 

Snakebite

Niet voeren!
Forumleiding
WSEPI.png



Epiloog

---------- ---------- ---------- ---------- ----------
EEN PAAR MAANDEN LATER
---------- ---------- ---------- ---------- ----------​

Ik schrik wakker uit mijn middagdutje als de deurbel gaat. Illusies van mijn overleden vrouw uit mijn onderbewustzijn kunnen de bomen in. Middagdutjes zijn heerlijk en zeker niet contraproductief. Als er iets is dat mij energie geeft, dan zijn het dutjes wel. Bovendien is het zomervakantie, dus aan wie heb ik verantwoording af te leggen?

Mijn oog valt instinctief op de foto van Vera.

“Waag het niet”, knipoog ik.

Met een grote portie verse tegenzin sta ik op van de bank en slof ik richting de voordeur. Vreemd, ik verwacht geen bezoek. Dat doe ik sowieso niet vaak, maar iedereen die mij een beetje kent weet wel dat ze beter niet onaangekondigd langskomen. Een gevoel van diepe vrees maakt zich meester van me.

“Alsjeblieft, niet weer een jonge vrouw die hulp nodig heeft.. alsjeblieft, alsjeblieft, alsjeblieft..”

Ik open de deur en kom vrijwel meteen tot de conclusie dat ik dikke pech heb. Een meisje van een jaar of zeventien kijkt me beleefd aan, zij het met enig wantrouwen.

“Kunt u me helpen?”

“Ik vraag één ding..”, mopper ik.

“Sorry?”

“Geeft niets. Wat kan ik voor je doen?”

Het blijft altijd een leuk moment om een nieuw persoon kennis te laten maken met mijn manier van converseren. Het is een zeldzaam talent.

“Het huis hiernaast is van mijn vader en hij wil persé dat ik naar de zolderkamer ga kijken. U weet wel, voor komend schooljaar. Alleen is er niemand thuis. Papa zegt dat u een reserve heeft?”

“Ah, dus jij bent de jongste dochter van Frans? F…”

“Fleur”

“Natuurlijk. Geef me een momentje. Ik moet even kijken waar dat ding ook alweer ligt.”

Stilletjes mopperend loop ik naar het sleutelkastje en staar ik naar de verzameling ijzer die aan lievige, kleine haakjes stof hangt te verzamelen. Gelukkig heeft de reservesleutel van het buurhuis een label, anders had ik F.. dat meisje.. het hele kastje mee moeten geven.

“Dankuwel”, reageert ze beleefd, zodra ik de sleutel overhandig.

“Dus jij komt dit schooljaar al naar hier? Zei je zus niet dat je nog een jaar moest?”

“Klopt, maar ik heb de laatste twee jaar vwo in één keer gedaan”, reageert Fleur trots.

“Iemand moet het doen..”

“Gelukkig maar, want mijn zus is inmiddels naar een andere studie moeten gaan. Die woont hier dus niet meer. En er is nog iemand weg, dus zonder mij zouden er twee kamers leegstaan.”

“Dat kan je vader natuurlijk niet laten gebeuren.”

“Nee, de hypotheek moet ook betaald worden.”

“Vast niet van jouw zolderkamertje, toch?”

Fleur glimlacht, aangezien ze precies weet wat ik bedoel. Nepo-baby..

“Hebben jullie al iemand voor de andere vrije kamer dan?”

“Nee, Papa gaat de advertentie morgen online zetten.”

Ik denk kort na, maar besluit op mijn instinct af te gaan. Iemand moet het doen..

“Zeg maar tegen Frans dat hij een dag wacht. Misschien heb ik iemand en hij weet dat in mijn netwerk genoeg vuur zit om het hypotheekvuurtje te laten blijven branden.”

“Oké, is goed! Leuk om kennis te maken, meneer..?”

Fleur steekt haar hand uit.

“Spoor. Staat ook op het bordje, hè?”, wijs ik.

De hand zakt weer naar beneden. Jammer. Ik leer het ooit nog wel een keer. Voorzichtig zwaai ik Fleur uit en sluit ik de deur.

Als Froukje die middag thuiskomt van haar therapiesessie, leg ik het idee aan haar voor. Ondanks dat ik haar eerst heel sterk gerust moet stellen dat ik niet van haar af probeer te komen, warmt ze snel. Het is de perfecte manier om in kleine stapjes aan zelfstandigheid te bouwen. Het nieuwe leven dat ze als Puck wil gaan leiden, maar wel heel dichtbij. Als er iets is, dan kan ze zelfs slaapwandelend naar binnen. Ze heeft tenslotte de sleutel.

---------- ---------- ---------- ---------- ----------

Het is al een paar dagen later als ik in mijn kantoortje werk aan de lesvoorbereidingen van het nieuwe schooljaar. Vanwege de situatie met mijn hart – waarvan geen arts in Limburg mij kan vertellen wat het precies is – is de hogeschool bereid om mij voorlopig alleen in Maastricht te laten werken. Geen lange reistijden meer. Misschien moet ik vaker zo’n infarctje nemen.

Ik speur het internet af, op zoek naar inspiratie voor colleges die zowel verrassend als inhoudelijk sterk kunnen zijn. Helaas wil het allemaal nog niet echt lukken. Gelukkig word ik al snel afgeleid. Er springt een venster open op het scherm van mijn laptop. Bindi heeft een video-oproep gestart. Vooruit dan maar.. ik houd mijn sigaret net buiten beeld en accepteer de oproep.

“Mevrouw Bartels, waar heb ik dit onverwachte, virtuele bezoekje aan te danken?”

“Met mij gaat het goed. Dankuwel. Hoe gaat het met u?”

“Mega-super-de bom.”

“Hoe kent u dat liedje nou weer?”

“Ik heb iets te lang doorgebracht in een speelgoedwinkel rondom de verjaardag van Froukje, vrees ik.”

“Ah..”, aarzelt Bindi.

Het is duidelijk dat ze het verder niet over Froukje wil hebben. Daar kan ik wel enig begrip voor opbrengen sinds ik weet wat er zich allemaal precies heeft afgespeeld tussen die twee. Laten we maar stellen dat therapie geen overbodige luxe is gebleken.

“Wacht even.. bent u nu toch aan het roken?”

“Nee”, lieg ik.

“Ik zie de rook toch..”

“Ach, hemeltje, ik sta brand..”, speel ik, voordat ik een laatste teug neem en daarna de sigaret uitdruk in de asbak.

“Ik dacht dat u zou gaan stoppen?”

“Dat dacht ik ook. Daarna heb ik ervoor gekozen om iets anders te denken. Voelt prettiger.”

Bindi schudt haar hoofd en ik weet heus wel dat ze het goed bedoelt. Ze lijdt gewoon aan het Syndroom van Bezorgdheid. Dat krijg je iemand niet snel afgeleerd.

“Ik ben oké.”

“Anders kom ik naar Maastricht om u alles af te pakken waarvan de dokter heeft gezegd dat u ermee moet stoppen!”, waarschuwt ze.

“Niet nodig”, stel ik haar gerust, waarna ik subtiel mijn mok uit het zicht van de camera schuif.

“Ik zal u niet te lang storen, maar ik wilde u toch even laten zien hoe het appartement is geworden.”

“Ik zat er al op te wachten!”, lieg ik.

Uiteraard neemt Bindi me via de videoverbinding mee door het hele appartement om te laten zien wat ze ervan gemaakt heeft. De goedgevulde spaarrekening – die ik haar heb geschonken in ruil voor stilte over het schietincident – heeft voor een degelijke inrichting gezorgd. Bovendien hoeft Bindi zich voorlopig geen zorgen te maken over de zorg voor Bo. Medicatie, verpleging, gezelschap.. het kan er allemaal af.

“Ik kan u niet genoeg bedanken”, straalt Bindi, aan het einde van de virtuele tour.

“Eens”, knik ik.

“Echt. Ik kan me niet herinneren dat ik me ooit zo licht heb gevoeld. Als er ooit iets is dat ik voor u terug kan doen?”

Ik glimlach beleefd. Als er iemand zijn eigen zaakjes wel kan doppen, of zijn eigen boontjes wel regelt, dan ben ik het wel. Toch? Of zou ik..?

“Nou..”, begin ik.

“Eindelijk! Ik wacht al zo lang op de kans om eens iets terug te kunnen doen!”

“Even dimmen, Icarus. Het is een grote vraag, dus ik snap het heel goed als je het niet kunt doen.”

Bindi heeft al meer dan genoeg gedaan. Ze heeft bijna een hele dag op het politiebureau vastgezeten voordat Froukje me alles heeft verteld. Hoewel het idee van die keurige mevrouw Bartels in ijzeren armbandjes me enorm amuseerde – en nog altijd amuseert – heb ik Froukje heel duidelijk gemaakt hoe kwaad ik was.

Al die tijd heeft Bindi het door haar bedachte verhaal volgehouden en zowel mijzelf als Froukje buiten schot gelaten. Nadat wij gelijke verklaringen hadden afgelegd, heeft de politie haar laten gaan. Dankzij een paar strategische belletjes in mijn netwerk is de zaak nooit verder gegaan dan dat. Bovendien zitten Keta en zijn West-Vlaamse maatje voorlopig nog wel even binnen.

“Zeg nou maar gewoon wat het is..”

“Zou jij jezelf eens willen verdiepen in Indonesisch recht? Ik denk erover om een stuk grond op Sumatra te kopen.”

“Op Sumatra? Hoe komt u daar nu weer bij?”

“Een investering. Ik heb alleen zelf niet genoeg tijd om de boel te regelen.”

“Wacht eens even.. denkt u erover om een eigen koffieplantage te kopen? U weet dat u moet minderen!”

Ik zucht.

“Het is niet zo dat ik op die manier mijn inkoopkosten wil verlagen. Al zou het een aardige bijkomstigheid zijn. Noem het maar een sentimenteel idee, oké?”

“Vooruit dan maar. Ik zal mij er zo snel mogelijk in verdiepen. Bo komt pas over twee dagen, dus ik heb nog even tijd voor mijzelf.”

“Goed zo. Spendeer die maar aan jezelf. Dit projectje kan wachten tot Bo gewend is aan jullie nieuwe thuis.”

“Weet u het zeker?”

“We hebben alle tijd van de wereld.”

“Dan is het goed. Ik zal mijn best doen voor u.”

“Dat weet ik.”

“Tot snel, meneer Spoor!”

“Ah, joh.. zeg toch Ben.”

Als we ons videogesprek beëindigen kan ik niet vermoeden dat ik Bindi daarna niet meer zou spreken..

---------- ---------- ---------- ---------- ----------

Ik wil iedereen graag een keer extra bedanken voor het lezen van 'Wisselspoor'. Het is een verhaal waarvan ik zelf ook geen idee had wat ons allemaal te wachten zou staan, maar dat hopelijk de gaatjes heeft opgevuld tussen 'Ontspoord' en het begin van 'Sofie'.

Hm, wacht even.. volgens mij ben ik iets vergeten..


















---------- ---------- ---------- ---------- ----------

“Ben?!”

Geërgerd duw ik mijzelf overeind op de bank. Zijn middagdutjes nou voor niemand nog heilig? Ik draai me richting de tafel en gris mijn pakje tabaksrollen van tafel. Nog voordat Puck de woonkamer heeft bereikt, heb ik hem aangestoken.

“Hi!”, glundert Puck.

Puck. Ik weet dat het haar echte voornaam is, maar ik kan er nog altijd niet aan wennen.

“Lag u nou alweer te slapen?”

“Nee.. het lukte niet..”

“Ik dacht wel dat het een moeilijke dag voor u zou zijn”, legt Puck uit, als ze naast me op de bank ploft.

We laten de woorden even voor wat ze zijn, tot een ongemakkelijke stilte de kamer heeft gevuld.

“Het is moeilijk te geloven dat het al een jaar geleden is.”

“En ze hebben nog altijd geen enkel spoor van haar gevonden”, mopper ik. “Het is net alsof ze Bindi helemaal niet zoeken.”

“Dat is het hem nou net, Ben. Na een jaar kan ze overal zijn.”

“Ik weiger te geloven dat ze gewoon is opgestaan en vertrokken. Wie weet wat ze allemaal meemaakt en iedereen zit er maar gewoon een beetje bij.”

Puck weet ook niet goed hoe ze daar op moet antwoorden.

“U heeft haar brief toch gelezen?”

“Dat is haar taalgebruik helemaal niet. Ik zeg het je, er speelt meer. Bindi zou gebeld hebben.”

“Waar ze ook is.. ik weet zeker dat ze zichzelf wel kan redden. Laat het los.. u heeft gedaan wat u kon.”

Ik haal mijn schouders op. Een stevige knuffel volgt.

“Ik kwam gewoon even kijken hoe het met u was. Timo en ik hebben zo een feestje, maar ik kan ook blijven als u dat wil.”

“Laat meneer El Foso maar vooral niet wachten”, reageer ik.

Het is me een raadsel waarom Puck die jongen heeft opgezocht, vergeven en opnieuw toelaat in haar leven. Aan de andere kant: het is háár leven. Zolang ze er open over is, zullen we het wel overleven.

“Oh, ik moet van Mia en Fleur doorgeven dat er vanavond mogelijk wat extra geluid te horen is.”

“Heeft Mia groot bezoek? Of komt iedereen kijken hoe de vriend van Fleur zich gaat opdrukken?”

“Dimi? Nee, dat is weer uit. Denk ik. Het punt is dat ze vanavond een aantal mensen over de vloer hebben om te zien of er een goede, nieuwe huisgenoot tussen zit.”

“Moet jij daar niet bij aanwezig zijn?”, vraag ik.

“Ik heb gezegd dat ik moest werken. Al die nieuwe mensen.. het liefst leer ik gewoon één nieuwe huisgenoot kennen als die er eenmaal is.”

“Snap ik. Nou, ga maar.. Jakki komt vanavond. Nederland-Polen.”

“U kijkt voetbal?”

“Nee, maar ik moet Jakki een beetje te vriend houden. Het heeft even geduurd, maar de Corolla ziet er als nieuw uit.”

“Ik snap het”, knikt Puck.

“Doe hem de groeten”, doel ik op Timo.

“Beter van niet. Hij vindt u een beetje eng.”

“Mooi.”

---------- ---------- ---------- ---------- ----------

Ha! Did it again! Maar alles heeft een einde, en een worst wel twee..

Wacht even, waarom kijken jullie alsof je me niet gelooft?



Oké,
fine..
















---------- ---------- ---------- ---------- ----------

Het is een paar uur later als ik een pizza van de bezorger aanneem. Puck hoeft niet te weten dat mijn leugentje over Jakki precies dat was. Het is tenslotte niet alsof Jakki en ik niet in contact staan. Sterker nog, we hebben straks een telefoongesprek op de planning staan. Maar dat houd ik graag nog even weg van Puck. Het is niet voor niets dat ze zo aandringt op dat ik Bindi los moet laten. Dat gaat niet gebeuren. Nooit.

Soms bekruipt me de vrees dat Puck er zelf iets mee te maken heeft gehad. Toch laat ik dat los. Toen Bindi verdween was Puck al aan de medicatie en in therapie. Het ging in die tijd al beter met haar en dan heb ik het nog niet over hoe goed ze het nu doet. Los van die Timo.. het meisje is helemaal opgebloeid. Nu ik nog..

“Wacht, ik heb nog een fooitje voor je”, zeg ik tegen de bezorger.

Ik zet de pizza binnen snel op tafel en neem mijn beurs mee naar de voordeur. Zodra ik daar aankom, zie ik iets dat me schokt.

“Gaat het?”, vraagt de bezorger bezorgd.

“Ja, nee, prima”, kap ik af.

Ik druk hem een willekeurig biljet in de handen. Het is blijkbaar meer dan voldoende, aangezien hij me bedankt met een boks. Zonder er echt over na te denken geef ik er een terug. De bezorger vindt het al best en vertrekt in de richting van zijn scooter, die hij keurig scheef tegen een lantaarnpaal heeft geparkeerd. Terwijl hij de oprit verlaat, zie ik een meisje de oprit naderen.

“Onmogelijk”, fluister ik. “Als twee druppels water..”

Het meisje zwaait beleefd in mijn richting en ik zwaai netjes terug. Ze kijkt me enigszins vreemd aan, maar dat is te verklaren door mijn wagenwijd opengevallen mond.

Terwijl Fleur vrolijk de deur openmaakt voor het meisje, besef ik dat deze ontwikkeling mij waarschijnlijk een enorme hoop tijd zal gaan kosten. Ik heb het universum goed genoeg leren kennen om nu al te weten dat dit meisje het zal gaan worden. De andere kandidaten kunnen net zo goed thuisblijven. Daar gaat de rust..

“Hoi! Ik ben Fleur!”

“Hoi”, groet het meisje. “Sofie!”

---------- ---------- ---------- ---------- ----------

Zo. Boekje dicht. Helemaal klaar. Nogmaals ontzettend bedankt voor het lezen en reageren. Elke like wordt ook ontzettend gewaardeerd!
Hopelijk is het verhaal goed bevallen en kan ik jullie verleiden om mee te gaan naar Sofie voor de derde serie. Daarna? Wie zal het zeggen?

Naja, ik.


Hm..
















---------- ---------- ---------- ---------- ----------

Als Bindi haar ogen opent, wordt ze overvallen door de duisternis om haar heen. Bewegen lukt nog niet. Bijna alles doet pijn. Vooral haar hoofd. Als ze nu iets zou kunnen zien – wat dan ook – dan zou het allemaal rond haar heen lijken te draaien. Haar mond is droog en al haar gewrichten zeuren. De koude vloer helpt wat dat betreft ook niet mee.

Bindi heeft geen idee hoe lang ze precies geslapen heeft, maar het moet meer dan een middagdutje zijn geweest. Ze vermoedt dat er mensen uit jarenlange coma’s zijn wakker geworden met meer energie dan zij op dit moment kan opbrengen. Het is toch heel wat feestjes geleden sinds ze met zo’n katerig gevoel wakker is geworden. Geen idee van het waar of wanneer..

Voorzichtig probeert Bindi zich om te draaien. Als dat is gelukt en ze op haar buik komt te liggen, beseft ze pas dat ze geen kleren aanheeft. De koude vloer op haar huid maakt dat pijnlijk duidelijk. Haar hoofd protesteert echt aan alle kanten. Haar voorhoofd bonkt enorm en Bindi ziet nog steeds niets. Aan een mondhoek voelt ze duidelijk dat ze gekwijld heeft.

Als ze probeert op te staan, protesteert haar hele lichaam. Haar armen doen pijn als ze zich omhoog duwt en ze krijgt haar knie niet fatsoenlijk opgetrokken. Bindi voelt ook duidelijk iets om haar nek zitten, waardoor ze maar weinig lucht krijgt. Gefrustreerd laat ze zich terugzakken op de vloer en zoekt ze naar een punt van herkenning.

Alles lijkt donker, maar als Bindi extra haar best doet kan ze ergens een klein straaltje licht vinden. Dat komt duidelijk van boven. Bindi probeert zich – ondanks de duizelingen – opnieuw omhoog te duwen en dat lukt net lang genoeg om het kleine raampje te kunnen zien.

“Tralies?”, vraagt ze schor.

---------- ---------- ---------- ---------- ----------

Bedankt voor het lezen van dit hoofdstuk. Laat gerust weten wat je ervan vond en een like voor de moeite wordt altijd gewaardeerd! :)
 

goudvis

visje.. vissie..
Wow! Dikke pluim snakebite!. Heb mij geen moment verveeld met t lezen van dit verhaal, je houd de spanning er goed in! Dankjewel!!
 

luieluieraar

ik in m'n tena maxi o yeah
Huh wat doet bindi nou in de gevangenis

Wel weer grappig geschreven weer
En mooi hoe je beschrijft hoe de dood eruit ziet dat doet me denken aan een scène in harry potter

Kortom weer veel losse eindjes
Ben benieuwd
 
Bovenaan