HOOFDSTUK 7 BOODSCHAPPEN
“Dat is hier precies nog geen spat veranderd sinds de laatste keer dat ik hier was. Dan hadden jullie nog geen kinderen. Koen, als je ooit van plan bent het te verkopen, belt dan naar ons, hé. Da’s waar, hé schat ? Ik heb niet overdreven, toch ?”
Het enthousiast spat van Marys haar gezicht. Jacky kan haar bewondering ook niet onder stoelen of banken steken als ze de strak ingerichte ruimtes ziet. Ze zijn meegekomen omdat we straks in de buurt iets gaan eten, en ik nog in het huis van Rik en Magda moest zijn voor hun kamerplanten.
Mijn schoonouders hadden niet bepaald dezelfde stijl als Inge en ik. Wij houden van doorleefde rustieke meubelen, maar voor Rik en Magda kon het niet strak genoeg zijn. Eigenlijk nooit geweten dat Marys en Jacky ook van de stijl houden.
“Om eerlijk te zijn, ik ben inderdaad van plan het te verkopen, ja ? Het huis is niet mijn ding en ik ben blij waar ik nu woon. En verhuren zie ik niet zitten.”
“Koen, wat ligt er nu in de vuilbak in de garage ? Dat lijken precies opgerolde grote natte luiers ?”
“Ja mama, dat zijn het ook.”
Ik zie haar gezicht zich in alle bochten wringen. Mijn moeder heeft net ontdekt dat ik luiers draag. Meestal gooit ze iets in de vuilbak in de keuken, maar ze was toch in de garage om te kijken of ze iets met de fiets van Inge kan doen en heeft daar blijkbaar iets in de grote vuilbak gegooid. En die ligt nu behoorlijk vol natte luiers, klaar om volgende week buiten te zetten.
Eigenlijk verbaast het me dat nog niet eerder iemand het heeft opgemerkt. Ik verberg mijn weggegooide luiers niet. Ik gooi ze wel altijd ineens in de grote bak, maar ze liggen open en bloot. Ik ben toch alleen. Ik moet voor niemand iets verbergen. En misschien wil ik het diep van binnen wel dat iemand het zo ontdekt.
Knettergek dat het huis van Rik en Magda al verkocht is. En ik ben blij voor Jacky en Marys. Wat een etentje al niet als resultaat kan hebben. Nooit gedacht dat het zo vlot ging gaan. Zij onmiddellijk bereid met de prijs die ik in gedachten had, op voorwaarde dat een heel deel van het meubilair mocht blijven staan. Natuurlijk geen probleem voor mij, want dan heb ik ook al niet de miserie om het huis leeg te halen.
De deal was al beklonken toen ik zei dat ik van plan was het huis te verkopen, maar ze nog gewacht tot na het etentje en tot na een telefoontje met Jacky haar ouders. Ik vermoed dat zij geldschieters zijn.
Twee dagen later zijn ze met zijn zessen komen kijken en tekenen. Marys blij als een klein kind. Als kind kwam ze er heel dikwijls als goede vriendin van Inge, en blijkbaar is het altijd haar ideaalbeeld van een huis geweest. Ik denk dat ze zelf zelfs bereid was het dubbele ervoor te betalen dan ze nu zal doen.
Ik moet eerlijk toegeven dat ik vrees dat dat zo’n vriendschappen zijn waarvan ik zelf vermoed dat ik ze na een tijd zal kwijt zijn. Marys is een heel toffe, en ook Jacky is een fijne meid, maar als Marys geen goede vriendin van Inge was geweest, dan denk ik niet dat het tot een vriendschap was uitgegroeid.
Bovendien zijn ze al enkele maanden zwanger, dus eenmaal dat die kleine er is gaan onze contacten gegarandeerd nog meer verwateren. Maar tot dan is het alle hens aan dek om het huis voor hen bewoonbaar te krijgen. Marys heeft beloofd te helpen met alles op te ruimen. Ze mag als gehandicaptenverzorgster toch al niet meer gaan werken nu ze zwanger is.
“Dag Kathy, komt er in. Ik ben blij dat ik je zie.”
Voor ze naar binnen gaat, geeft ze me een kus op de kaak. Ik ben verrast door deze daad.
“Mocht ik dat niet doen ?”
“Euh jawel. Graag zelfs. Ik had het alleen niet verwacht.”
“Oh sorry. Ik geef standaard al mijn vrienden een kus als begroeting. Ik vind dat veel warmer. Ik bedoel, je geeft mekaar toch geen hand. Hoe onpersoonlijk is dat.”
“Dus jij beschouwt mij als vriend.”
“Ja tuurlijk. Wat is dat nu weer voor hersenspinsel. Ik ga echt geen mensen kussen waarmee ik me niet verbonden voel.”
“Ja, nee, sorry Kathy. Ik ben blij dat ik één van je vrienden ben ondertussen. Verleden week in het ziekenhuis bedacht ik me nog dat ik jou eigenlijk ondertussen meer als vriendin zag dan als de professionele hulp, en ik hoopte maar dat dat wederzijds was.”
“Tuurlijk is dat wederzijds. Hoe is het trouwens geweest ? Heb je al een uitslag ?”
“Ja. En jij ? Hoe is het met jou ? Vind je vriend het niet vreemd dat jij een avond naar mij komt ?”
“Ik heb geen vriend meer. Hij heeft het uitgemaakt. Daarom ook dat ik met jou wou afspreken. Ik heb goesting om me vanavond in jou te begraven en een lekker een potje te zitten janken bij één of andere romcombleitfilm.”
Ze kijkt me recht in mijn ogen om mijn reactie te peilen. Ik weet gewoon niet wat zeggen. Alles schiet door mijn hoofd, waardoor ik niet goed weet wat eerst te zeggen. Gevat gaat ze verder.
“Het mag ook iets anders zijn, hoor. Heb je nog iets alcoholisch in huis ? Ik wil me bezatten.”
Ze haakt haar arm in mij en duwt me naar binnen richting de keuken. Ik hou zo hard van haar directheid. Een fijne meid, die Kathy.
“Meneer. MENEER ! Kan u aan de kant gaan alsjeblief ? Dank je !”
Ik schrik op, en zie dat ik met mijn winkelkar eigenlijk het gangpad blokkeer. Ik heb er geen idee van hoe lang ik hier al sta te dromen. Het gebeurt me de laatste tijd vaker dat ik op de meest stomme plaatsen ineens begin te dromen en situaties herbeleef die in de periode ervoor zich hebben plaatsgevonden.
Ik besef dat ik de drie ‘belangrijke’ gebeurtenissen van de voorbije twee weken terug heb beleefd, of toch zo goed als. En het verbaast me niet dat dat in de Colruyt gebeurt. Het is me al opgevallen dat het wegdromen eigenlijk alleen gebeurt op plaatsen die onschuldig zijn, dus niet tijdens het rijden bijvoorbeeld. Toch ben ik blij dat ik geen glazen pot vastheb, of één of andere zware verpakking.
En ik besef ook hoe het komt dat ik ben beginnen wegdromen. Ik dacht terug aan de bloemmengsels voor de broodbakmachine van het merk van de Colruyt zelf die wij altijd moesten kopen voor Rik en Magda. Ze winkelden hier nooit zelf graag, en waren/zijn hier vaste klant, dus…
“Koen, mag ik eens vragen. Je bent nu toch al enkele weken alleen. Hoe zien jouw avonden er uit ?”
We hebben net samen de afwasmachine ingeladen en staan in de keuken onze wijnglazen te vullen.
“Och, heel gewoon. Ik ben begonnen aan de opruim van het huis van mijn schoonouders, dus ofwel ben ik daar bezig, en dan werk ik laat door, dikwijls tot bijna middernacht. Ofwel blijf ik thuis, en dan heb ik eigenlijk de gewoonte om me vroeg om te kleden, ook omdat ik dan al eens rapper in slaap val voor de tv.”
“Dus jij bent een pyjamaman ?”
“Ja en neen. In de winter wel, maar nu het warmer wordt, zal ik sneller bloot slapen.”
“Met enkel een pamper bedoel je ?”
Kathy is één van de weinige aan wie ik heb verteld dat in bed plas. En dan was dat nog meer een accident-de-parcours, omdat ik op een bepaald moment zichtbaar natte lakens had liggen in de gang toen zij langskwam. Met haar directheid had ze gewoon gevraagd of in bed had geplast. Ik heb dan maar alles verteld.
“Ja, met enkel een luier. Maar zoals het weer nu is, is het nog pyjamaweer.”
“En als je je omkleedt, dan bedoel je enkel een pyjama, of ook een kamerjas ?”
“Ik heb geen kamerjas, dus enkel een pyjama.”
Ze moet gehoord hebben dat er iets niet klopte aan mijn stem.
“Niet enkel een pyjama, lijkt me. Bedoel je dat je ook je luier al aandoet ’s avonds ?”
“Als ik alleen thuis ben, dikwijls wel, ja. Ik wil gewoon niet in de zetel plassen als ik slaap sukkel.’
“Doe me een lol, en ga je omkleden zoals je anders zou doen. Ik wil een Koen bij wie ik me veilig kan voelen, en niet één die schrik moet hebben om in slaap te sukkelen.”
“Pardon ! ik ben jouw gastheer. Ik ben echt niet van plan in slaap te sukkelen.”
“Ik zou dat anders als een groot compliment beschouwen. Dat wil zeggen dat je me volledig vertrouwt.”
“Gij zijt een goei. Ik moet me hier bloot geven, en jij houdt mooi je kleren aan. Zeker dat je niet blijft slapen ?”
“Heel zeker. Trouwens, ik ben van wacht vanavond en vannacht, dus voor hetzelfde geld ben ik hier sebiet weg.”
Het volgende moment ligt ze met haar hoofd op mijn buik, haar hand onder haar gezicht en op de bovenkant van mijn luier, terwijl de filmgeneriek begint. Zelfs mocht ik slaap sukkelen, dan voel ik me volledig gerust. En ze heeft het me zelf nog eens letterlijk gezegd. Ze is niet op zoek naar mijn liefde, maar naar lichamelijke vriendschap. Ze wil voelen en gevoeld worden.
Ik kom terug tot de levenden net op het moment dat ik in de gang van de verzorgingsproducten loop. Ik ben dus al meer dan een gang lang op automatische piloot aan het wandelen zonder dat ik dat doorhad.
Bij het maandverband en dergelijke passeer ik een moeder die gebukt staat bij de pakken incoverbanden voor vrouwen, terwijl twee kinderen zich op het onderste gedeelte van de kar hebben gelegd, wat normaal gezien dient voor bierbakken en andere grote en zware volumes. En ook nu weer zijn mijn gedachten weg.
Ik ben blij dat mijn moeder het nu te weten is gekomen en niet twee weken later.. Na mijn onderzoeken heeft mijn mutualiteit het licht op groen gezet voor de terugbetaling van beschermend materiaal, lees incontinentiemateriaal voor de nacht, of kortweg gewoon luiers.
Ik slaap er al mee sinds kort nadat ik terug ben beginnen bedplassen, en ik ben er ondertussen wel aan gewend. Maar doordat nu is vastgesteld dat het voorlopig een blijvertje zal zijn, ben ik ook op zoek gegaan naar ander materiaal, zoals een betere matrasbeschermer en dikkere luiers.
En ik kan zeggen dat de zoektocht meer dan vruchtbaar is geweest. Zo ben ik er bijvoorbeeld op uitgekomen dat er niet alleen luiers bestaan met neutrale merkkleuren, maar ook dat er een gigantisch gamma aan beprinte luiers bestaat, dikwijls met behoorlijk baby-achtige motieven.
En natuurlijk dat er mensen zijn die dat dan nog leuk vinden ook. Nu, mij niet gelaten. Ik ben altijd redelijk ruimdenkend geweest, dus dit is er eentje dat er ook wel bij kan.
En eerlijk gezegd kan ik zo’n mensen die het fijn vinden om luiers te dragen nog wel ergens snappen ook. Het gebeurt meer dan eens dat ik uit veiligheid ’s avonds vroeg op de avond mijn luier al om doe als ik voel dat ik heel moe ben. Ook ik voel me veiliger met dan zonder een luier op dat moment, dus ik kan me wel wat verplaatsen in het gevoel van die mensen.
Ik ben dus van plan enkele van die beprinte luiers ook eens te proberen. Ik heb een site gevonden die ze per stuk verkoopt, dus ik moet niet gelijk een heel pak bestellen. Van wat ik heb gelezen, zijn de meeste van die luiers behoorlijk dik.
Ik neem aan dat het de dragers ervan vooral te doen is om zich zo klein mogelijk te voelen, maar als ze mij helpen om droog de nacht door te komen, dan zie ik geen reden om het niet te proberen. Ik krijg wel nachtluiers vergoed, maar wat dingen uitproberen kan geen kwaad. Maar dat zijn zaken die mijn moeder niet per sé hoeft te zien. Ik heb alles wel uitgelegd, maar toch.
En verder heb ik voor mezelf al besloten dat ik ook rompers ga bestellen. Toen ik het de eerste keer zag, vond ik het wel grappig, maar hoe meer ik er over lees, hoe meer ik besef dat ze ook een groot praktisch nut hebben. Ze houden blijkbaar een luier beter op hun plaats, en dat ik iets dat ik wel kan gebruiken. Ik durf behoorlijk te wroeten in bed.
Ik heb nog geen bestelling gedaan, om dat ik alles nog wat aan het vergelijken ben. En natuurlijk heb je ook hier een reeks kinderlijke motieven, naast de gewone neutrale die ze ook in de gehandicaptenzorg en zo gebruiken. Sommige zijn eigenlijk echt wel plezant, en ik betrapte me er al op dat ik het nog wel plezant zou vinden met zo’n romper te gaan slapen. Geen kat die me ziet, nu ik alleen ben.
Terug onder de levenden handel ik op een drafje de koelafdeling af, en moet dan terug voor melk. Ik passeer de moeder van de incoverbanden die nu bij de babyluiers staat, en haar portefeuille vast heeft en geld telt.
Plots herken ik de twee carré-kopjes die nog altijd vanonder in de kar liggen. Terwijl ik enkele melkbussen pak, merk ik echter dat Inge tranen in de ogen heeft. Ze neemt een pak luiers vast van de grootste maat van het huismerk, kijkt gewoon nog even naar haar handtas, en legt dan het pak terug terwijl ik zie dat ze terug begint te snikken.
Net op dat moment moet ik me zelf verplaatsen omdat er iemand van de winkel een vol palet melk komt wegzetten. Op het moment dat ik terug in de gang kan kijken, is zij verdwenen. Nieuwsgierig geworden ga ik toch even kijken bij de luiers. Ik merk waarom ze graag luiers kocht. De korting die je kan krijgen als je meer dan één pak koopt, is behoorlijk stevig. Alleen, als je echt op je geld moet letten, dan lukt het niet om meerdere pakken tegelijkertijd te kopen.
Ik besluit maar verder te winkelen. Ik moet deze keer geen diepvriesproducten meer kopen. Ik trakteer mezelf enkel nog op een nieuwe pot choco. En daarna moet ik enkel nog aanschuiven, wat gelukkig ook niet al te lang zal duren. Ze zijn al bezig met de kar voor mij, alleen is dat een volle kar.
Net op het moment dat ze beginnen met mijn kar, zie ik Inge en de meisjes passeren. Ik krijg ze dus niet meer te spreken vandaag. Ergens hoopte ik er wel op. Nee, ik verlangde er echt naar nog eens iets tegen haar te zeggen. Dat was sterker dan hoop.
Ik heb echter geluk. Op het moment dat ik naar buiten ga, de ruimte in waar de karretjes staan opgesteld, zie ik dat Inge de meisjes aan het inpakken is tegen de regen. Haar aangekochte goederen staan in drie dozen nog in de winkelkar, twee kleine doosjes en één heel grote. Ik kom deze keer toe met twee plooiboxen die al bij het scannen ingeladen zijn geworden.
“Dag Inge ! Met de fiets ?”
Ik begroet haar met een zoen op de kaak. Ik zak door mijn knieën en geef ook de meisjes een zoentje.
“Hallo ! Ken je me nog ? Van in het ziekenhuis.”
“Ik kom altijd te voet naar hier. Ik heb geen fiets.”
“En moet je ver ? Het is al aan het druppelen. Sebiet ben je kletsnat. Naar war moet je ?”
“Naar de steenweg.”
“Naar Boechout ? Da’s nog een eind wandelen. En jullie doen dat altijd ?”
“Soms, ja.”
Ik heb de indruk dat ze met dat laatste niet volledig de waarheid spreekt. Los daarvan heb ik teveel medelijden om dit zo te laten.
“Inge, doe me een lol. Ik moet ook die richting uit. Laat me jullie afzetten. Dan blijven jullie tenminste zo goed als droog. Ik heb plek zat in de auto.”
Is het haar eerdere ervaring met mij, is het haar afkeer om kletsnat te worden, het doet er niet toe. Zonder veel aarzelen stemt ze toe. Ik duid aan welke auto de mijne is, en samen lopen we met onze boodschappen er naar toe. De twee kleine doosjes die eigenlijk voor de meisjes zijn bedoeld, heb ik bovenop mijn twee plooiboxen gezet.
Eenmaal geïnstalleerd in de auto krijg ik een ingeving. Ik kom nu toch langs haar huis, dan kan ik het evengoed gewoon doen. Met een half leugentje om bestwil zet ik de eerste stap.
“Oh Inge, ik besef dat ik iets vergeten ben. Mag ik dat alsjeblief nog eventjes halen ? Blijf maar gewoon in de auto zitten.”
Verrast geeft ze toe. Meer instinctief neem ik de autosleutel mee, ik draai me nog eventjes naar de meisjes, die behoorlijk los in de auto zitten, maar liever even een beetje gevaarlijker zitten dan hen kletsnat te laten worden. Ik ben gewoon van plan extra voorzichtig te rijden.
Ik spurt terug de winkel in, loop naar de luiers, en neem een doos met vier pakken, een doos die ik eerder van boven op het schap had zien staan. Het kost me trouwens maar de prijs van drie pakken. Ik ben er eigenlijk zeker van dat ze niet gaat doorhebben wat er in het pak zal zitten, tenzij ze me echt zit op te wachten.
Sneller dan voorzien kan ik afrekenen. Het regent nog wat harder. Ik spurt zo snel ik kan naar de auto, open de koffer en leg het pak er vanachter in. Ik neem plaats van voor en start de motor.
“Gelukt ! Merci om te wachten.”
“Ik moet jou bedanken. We zouden inderdaad doorweekt zijn geweest.”
Enkele minuutjes later staan we voor een café waarvan de rolluiken naar beneden zijn. Inge doet eerst de meisjes naar boven en komt dan terug naar beneden om de boodschappen op te halen, eerst de zwaarste doos, en daarna de andere twee doosjes samen. Terwijl ze de tweede keer naar boven is, zet ik de doos luiers in de gang voor de trap.
Ik wil haar nog even zien en besluit om toch eventjes de trap op te gaan. Ik hoor haar stem vanop de tweede verdieping, maar hoor ook dat ze zelf naar beneden komt.
“Dag Inge, ik kwam nog even gedag zeggen.”
“Koen, ik weet niet meer wat zeggen. Ik zou je gewoon kunnen omhelzen van blijdschap en dankbaarheid.”
“Doe dat dan gewoon.”
Een beetje verrast door mijn antwoord kijkt ze nog even recht naar me, waarna ze me omhelst en een zoen op de kaak geeft.
“Graag gedaan. Ik moet nu wel gaan. Ik sta echt niet geweldig geparkeerd en wil geen boete. Denk er aan dat er beneden nog een doos boodschappen staat van jullie. Salut !”
Het laatste dat ik zie is een verwarde blik in haar ogen. Zij is er natuurlijk van overtuigd dat alles al boven staat. Het kan me niet schelen. Ik hoop dat ze blij is met mijn cadeautje.