Hoofdstuk 5
Meneer Reinaards zag haar dilemma, haar zorgen. Hij keek haar indringend aan en ze voelde hoe deze man tot het binnenste van haar ziel kon kijken. Dit was een geboren leider. Hij zou niet vragen of voorstellen wat Eva wilde. Onder de twee enorme spreekwoordelijke vleugels die zijn reputatie en bedrijf moesten beschermen had hij een plekje voor Eva gereserveerd. “Maak je geen zorgen. Hou je onderbroek aan, die droogt vast wel zo. Hang je broek over de radiator en neem plaats” zei hij gebarend. Reinaards ging vast zitten in de fauteuil tegenover degene die hij naar Eva had gebaard, zijlings zodat ze een soort semi-privacy genoot. Langzaam begon ze haar broek, die inmiddels koud was geworden, van haar kletsnatte benen af te stropen. Langzaam, om tijd te rekken, doorstond ze deze marteling, al moest ze in alle eerlijkheid toegeven dat hoe meneer Reinaards met haar omging nauwelijks beter had gekund. Haar wegsturen was nog veel erger geweest, en ze had het nog begrepen ook.
Net als de rest van het vertrek was de radiator aangenaam warm, maar niet heet. Met de zenuwen gierend door haar lijf naam ze met blote benen plaats tegenover de een van de meest invloedrijke mensen die ze ooit zou tegenkomen. Eva had natuurlijk verder niks om zich te wassen, haar benen glommen helemaal van het dunne laagje urine. Net als het plasje dat zich onder de radiator aan het verzamelen was. Meneer Reinaards had veel vertrouwen in zijn schoonmaakpersoneel.
“Ik ga je nergens toe dwingen, maar nu je toch hier zit en voorlopig niet weg kan kunnen we me maar net zo goed doen waarvoor je hier gekomen bent”. Met ogen als schoteltjes en totaal overdonderd keek Eva meneer Reinaards aan. Dit is niet waar ze op gerekend had. Aangezien haar kansen zich hadden verkleind tot iets ter grootte van een strohalm besloot ze dat ze zich er maar beter aan kon vastklampen. Zonder een woord te zeggen liep ze naar de radiator en viste het half natte A4’tje uit haar broekzak. Dat had ze gehaast daar in gepropt toen ze op het punt stond opgehaald te worden uit het atrium. Ze spreidde het uit op de glazen tafel, duidelijk nattigheid achterlatend. Even probeerde Eva zichzelf weer voor de geest te halen als de bad-ass die ze zich voelde in de trein. Ze bereikte dat gevoel al snel, maar dat verdampte als sneeuw voor de zon toen nóg een goed geklede kerel het kantoor ik kwam stappen. “He ho hallo wat is dit?” zei de man in alle joligheid. “Doen we tegenwoordig de sollicitaties zonder kleren?”. Terwijl de man nog even bezig was met de kwaliteit van zijn eigengemaakte grap werd Eva kort en indringend door meneer Reinaards aangekeken. Dit was haar kans om te laten zien wie ze was. Om zich te herpakken. “Nee meneer. Ik had het ongeluk dat…” even stokte haar adem “dat ik in mijn broek heb….” Het laatste woord perste ze bijna geluidloos over haar lippen heen, alsof het niet bestond. “Eva Boogerd” zei ze er vlug achteraan, alsof dat het vorige teniet deed. “Ben van Baak” zei de man. Weer zo’n allitererende naam.
Hoewel het gesprek moeizaam begon bleken de heren Reinaards en Van Baak, die Eva later Richard en Ben mocht noemen, een natuurlijk overwicht te hebben. Ze boden een luisterend oor en stelde haar goede vragen. Eva had zich goed voorbereid en voor ze het wist had ze nauwelijks meer door dat ze bijna half naakt tegenover de twee grootste bazen van een enorm bedrijf zat. Het was bijna ontspannend, tot ze de penetrante lucht van haar eigen broek begon te ruiken. Drogende urine is nou niet bepaald fris, en als zij het rook, zouden de heren het zeker ook ruiken. Ze begon weer lichtelijk onzeker te worden over zichzelf. Tot overmaat van ramp werd hun gesprek ook nog gestoord omdat er nóg iemand binnenkwam. Een vrouw, dit keer. Als ze al enigszins verbaasd was over de situatie wist ze het goed verborgen te houden. Doelgericht, zonder op of om te kijken, eigenlijk alles negerend, liep ze doelgericht met een stapeltje papieren richting het bureau achterin het kantoor. Ze maakte de bovenste lade open en verwisselde wat documenten die erin lagen voor wat ze had meegenomen. Zo snel als ze was binnengekomen, was ze ook weer vertrokken, met de andere papieren. Misschien een secretaresse of iets dergelijks. Hoewel Eva blij was dat de vrouw niks had laten blijken, was ze toch even van haar à propos.
“Goed” zei Richard afrondend, al was het maar om de ontstane stilte te breken. “Een iets korter gesprek dan gepland, je kent de omstandigheden.” Eva schaamde zich diep, maar de heren zouden toch weggaan naar een nieuwe afspraak. Tot die tijd zou ze in het kantoor mogen blijven tot haar spullen droog waren, en met een korte aantekening op een kladblok kreeg ze van Ben uitgelegd hoe ze het pand kon verlaten als het zo ver was. Om 8 uur zou de portier het pand afsluiten, maar dan moest haar broek toch wel lang en breed droog zijn. Met een vreemde kriebel in haar buik zakte ze in haar onderbroek onderuit in de fauteuil, overdenkend wat ze vandaag allemaal wel niet had meegemaakt. Wat een dag, dacht ze, terwijl ze moederziel alleen vocht tegen haar tranen.
Hoe zal dit nu weer verdergaan ;-)