Daddy Coowl
Toplid
Leuk, al die positieve reacties! En nog weer een volgend deel, voorlopig blijf ik gewoon doorgaan met meerdere delen per week!
Hoofdstuk 7
De indeling van het kantoor had verdacht veel weg van een doolhof, vond Eva. Daardoor kostte het haar steeds meer tijd om te beslissen vanaf welke kant ze eigenlijk was gekomen. Na verschillende gangen al te hebben geprobeerd leek het Eva beter om op te geven, dit zou niet gaan lukken. Ze kon maar beter verder lopen, in plaats van terug. Toen ze zich omdraaide en de gang in keek waardoor ze gelopen had besloop haar een vlaag van herkenning. Hier had ze wel gelopen, ze was dus vlakbij het kantoor! Langzaam achteruit probeerde ze als een ware detective haar route terug te reconstrueren. Intussen tikten de seconden voorbij, en zou het moment dat ze het niet zou kunnen houden steeds dichterbij komen. Maar in het kantoor zou ze veilig zijn. Het kantoor had een telefoon en daarmee kon ze bellen. Het kantoor bood privacy, niemand zou haar zien. Het kantoor zou haar de mogelijkheid geven goed haar opties te overwegen. Het kantoor….was ook op slot met een paslezer. Gloeiende gloeiende!
Oké, ze moest nu snel met een nieuw plan op de proppen komen, want dit ging niet werken. Puur willekeurig begon Eva maar gewoon een kant op te lopen. In de hoop iets of iemand tegen te komen, en dan een toilet vooral. Maar die vondst bleef uit. Ze begon haar pas iets te versnellen, zo veel als dat haar blaas het toeliet. Om geen rare geluiden te maken maar vooral om het gedreun om haar blaas te vermijden landde ze bij elke stap zo zachtjes mogelijk op haar voeten waardoor haar loopje langzaamaan veranderde in een vreemd schouwspel, echter voor niemand om te aanschouwen.
Naar Eva’s gevoel ging er veel tijd voorbij, en nog veel meer gangen met evenzoveel deuren. En nog steeds niemand! De gang waar ze liep eindigde in een hoekje met een printer, een slecht verzorgde plant en een trap naar boven. Prima, dan maar de trap naar boven. Aanvankelijk leek daar ook niemand te zijn, maar achterin de gang zag ze iemand de hoek omlopen. Eigenlijk had Eva er achteraan willen rennen, roepend, schreeuwend, plassend! Dan kon ze haar blaas de vrije ruimte geven die het nodig had, dan zou haar pl- Eva betrapte zichzelf erop dat ze haar verlangen naar het plegen van een plas aan het omdenken was naar een fantasie. Niet doen, je maakt het alleen maar erger, hield Eva zichzelf voor. Gewoon nog even volhouden. Bij gebrek aan betere ideeën liep ze maar de gang af in de richting waar het mysterieuze persoon de hoek om was verdwenen.
Zo snel als ze kon liep Eva de gang door. Ze mocht nu niet riskeren de persoon uit het oog te verliezen, het was misschien haar enige kans. Bij elke stap die ze deed protesteerde haar blaas. Ze begon te rennen, langzaam, en ze voelde hoe er kleine druppeltjes vocht een weg vonden haar slipje in. Bijtend op haar onderlip ging ze verder. Het kon niet waar zijn dat ze vandaag twee keer haar broek zou vol plassen. Inmiddels was ze bij de hoek waar het mysterieuze persoon had gelopen. Ze rende de hoek om en zag achterin de gang net iemand door een klapdeur verdwijnen. Was dit dezelfde persoon? Nóg sneller begon ze te rennen, een iets groter scheutje ontsnapte en een kletsnat slipje plakte wederom tegen haar billen. Ze stond even stil, spande zich aan en hield haar plas verder binnen. En weer door Eva! Ze rende door de gang, een sprint bijna, alsof haar leven er vanaf hing. In zeker zin voelde dat ook wel zo. Nog maar 5 meter, nog 3, laatste stukje. Eva verdeelde haar gewicht iets naar voren, en met gestrekte armen en iets te veel vaart ging ze door de klap deur. Eva wist zich net op tijd op te vangen om niet te vallen, ze stopte en realiseerde zich wat ze had gedaan. Ze had hier niet mogen komen. Van de aanblik stokte haar adem in haar keel....
Vergeet niet weer een reactie achter te laten!
Hoofdstuk 7
De indeling van het kantoor had verdacht veel weg van een doolhof, vond Eva. Daardoor kostte het haar steeds meer tijd om te beslissen vanaf welke kant ze eigenlijk was gekomen. Na verschillende gangen al te hebben geprobeerd leek het Eva beter om op te geven, dit zou niet gaan lukken. Ze kon maar beter verder lopen, in plaats van terug. Toen ze zich omdraaide en de gang in keek waardoor ze gelopen had besloop haar een vlaag van herkenning. Hier had ze wel gelopen, ze was dus vlakbij het kantoor! Langzaam achteruit probeerde ze als een ware detective haar route terug te reconstrueren. Intussen tikten de seconden voorbij, en zou het moment dat ze het niet zou kunnen houden steeds dichterbij komen. Maar in het kantoor zou ze veilig zijn. Het kantoor had een telefoon en daarmee kon ze bellen. Het kantoor bood privacy, niemand zou haar zien. Het kantoor zou haar de mogelijkheid geven goed haar opties te overwegen. Het kantoor….was ook op slot met een paslezer. Gloeiende gloeiende!
Oké, ze moest nu snel met een nieuw plan op de proppen komen, want dit ging niet werken. Puur willekeurig begon Eva maar gewoon een kant op te lopen. In de hoop iets of iemand tegen te komen, en dan een toilet vooral. Maar die vondst bleef uit. Ze begon haar pas iets te versnellen, zo veel als dat haar blaas het toeliet. Om geen rare geluiden te maken maar vooral om het gedreun om haar blaas te vermijden landde ze bij elke stap zo zachtjes mogelijk op haar voeten waardoor haar loopje langzaamaan veranderde in een vreemd schouwspel, echter voor niemand om te aanschouwen.
Naar Eva’s gevoel ging er veel tijd voorbij, en nog veel meer gangen met evenzoveel deuren. En nog steeds niemand! De gang waar ze liep eindigde in een hoekje met een printer, een slecht verzorgde plant en een trap naar boven. Prima, dan maar de trap naar boven. Aanvankelijk leek daar ook niemand te zijn, maar achterin de gang zag ze iemand de hoek omlopen. Eigenlijk had Eva er achteraan willen rennen, roepend, schreeuwend, plassend! Dan kon ze haar blaas de vrije ruimte geven die het nodig had, dan zou haar pl- Eva betrapte zichzelf erop dat ze haar verlangen naar het plegen van een plas aan het omdenken was naar een fantasie. Niet doen, je maakt het alleen maar erger, hield Eva zichzelf voor. Gewoon nog even volhouden. Bij gebrek aan betere ideeën liep ze maar de gang af in de richting waar het mysterieuze persoon de hoek om was verdwenen.
Zo snel als ze kon liep Eva de gang door. Ze mocht nu niet riskeren de persoon uit het oog te verliezen, het was misschien haar enige kans. Bij elke stap die ze deed protesteerde haar blaas. Ze begon te rennen, langzaam, en ze voelde hoe er kleine druppeltjes vocht een weg vonden haar slipje in. Bijtend op haar onderlip ging ze verder. Het kon niet waar zijn dat ze vandaag twee keer haar broek zou vol plassen. Inmiddels was ze bij de hoek waar het mysterieuze persoon had gelopen. Ze rende de hoek om en zag achterin de gang net iemand door een klapdeur verdwijnen. Was dit dezelfde persoon? Nóg sneller begon ze te rennen, een iets groter scheutje ontsnapte en een kletsnat slipje plakte wederom tegen haar billen. Ze stond even stil, spande zich aan en hield haar plas verder binnen. En weer door Eva! Ze rende door de gang, een sprint bijna, alsof haar leven er vanaf hing. In zeker zin voelde dat ook wel zo. Nog maar 5 meter, nog 3, laatste stukje. Eva verdeelde haar gewicht iets naar voren, en met gestrekte armen en iets te veel vaart ging ze door de klap deur. Eva wist zich net op tijd op te vangen om niet te vallen, ze stopte en realiseerde zich wat ze had gedaan. Ze had hier niet mogen komen. Van de aanblik stokte haar adem in haar keel....
Vergeet niet weer een reactie achter te laten!