Bedankt voor de complimenten weer, altijd leuk! Het is alweer tien dagen geleden dus tijd voor niet één, maar twee nieuwe hoofdstukken! Enjoy.
Hoofdstuk 15 – De eerste werkdag (vervolg)
“Met alle respect, dat ga ik dus niet doen” zei Eva resoluut.
McCarthy’s ogen leken vuur te spuwen, maar realiseerde zich al te goed dat ze niet Eva’s baas was. Het vertrouwen van de bazen dat ze genoot maakte dat ze best veel voor elkaar kon krijgen, maar de keerzijde was dat ze ook moest waken dat vertrouwen niet te schaden. En aan de reactie van Eva merkte ze dat ze een grijs gebied zou intreden. Deze patstelling accepterend noteerde ze iets in het boekje. “Goed, het is aan jou hoe je dit invult” zei ze veel kalmer dan Eva zich momenteel voelde. Had ze die ouwe toch maar even mooi een grens gesteld.
Eindelijk was het tijd om Eva een rondleiding door het gebouw gegeven. Urenlang had ze met McCarthy allerlei algemene zaken doorgenomen, zoals haar arbeidscontract, inlogcodes en een personeelspas. Eva was inmiddels een beetje klaar met de oudere vrouw, die haar constant toesprak alsof Eva een beetje traag van begrip was. McCarthy bleek er dan ook nog eens plezier aan te beleven om een soort half te refereren naar de voorvallen op Eva’s sollicitatiedag, zonder die echt te benoemen. De stille maar duidelijke hints kwamen echter prima aan, waardoor Eva constant een ongemakkelijk gevoel werd bezorgd. Eva hoopte dat ze gewoon naar haar afdeling werd gebracht en dat iemand anders haar vanaf daar een rondleiding zou geven, maar helaas leek het daar niet op.
Het had bijna de hele dag geduurd, het rondleiden, laptop ophalen, bekend raken met hoe de gangen in elkaar zaten en uit het hoofd leren hoe je de bedrijfskantine kon vinden. McCarthy had haar bijna gedwongen de route van haar werkplek tot de kantine uit haar hoofd op te dreunen, alsof ze anders als een klein kind in een pretpark totaal verloren zou raken. Eva had het hoogst irritant gevonden, achteraf was ze nu stiekem toch wel blij dat ze een beetje de weg zou weten. Alsof het uit je hardop uit je hoofd leren van een looproute nog niet belerend genoeg was geweest, had McCarthy ‘gevraagd’ of ze de volgende werkdag een gaatje had in de agenda om bij de bedrijfsarts langs te lopen in verband met haar ‘probleempje’. Dat verkleinwoord ook, hoe oud was ze?! Eva vond het zwaar onzinnig, het was echter de manier waarop McCarthy het vroeg dat maakte dat ze geen nee durfde te zeggen. Sowieso wist McCarthy ook wel dat Eva’s agenda momenteel één groot ‘gaatje’ was nog. Met deze vrouw viel simpelweg niet te sollen. Eva haalde opgelucht adem toen ze uiteindelijk door McCarthy bij haar nieuwe werkplek alleen werd gelaten.
Eva’s werkplek zag er totaal anders uit dan die van Reinaards en McCarthy. Waar deze twee belangrijke sleutelfiguren een eigen kantoor hadden gehad, had Eva dat niet. Het was een grote en lichte kantoorruime, met screens in de ramen die genoeg licht doorlieten dat het een open en natuurlijke uitstraling gaf aan het geheel, zonder irritant fel te zin, mooi matchend met de lichtgrijze vloer. Het kantoor was bezet met in totaal met acht bureaus, waarvan zes centraal in een groep. De manier waarop de zes in het midden waren opgesteld maakten het mogelijk individuele werkplekken te creëren, en toch makkelijker overleg met elkaar te kunnen plegen. Ze waren alle zes afgewerkt met een kunstmatige beukennerf patroon op het bureaublad, wat de bureaus een rustige en professionele uitstraling gaf. De overige twee bureaus waren van hetzelfde type, echter wit uitgevoerd en ieder aan een andere zijde van het ‘eiland’ opgesteld tegen de muur, bedoeld om meer individueel en afgezonderd te kunnen werken.
Eva stapte naar binnen, met de nieuwe bedrijfslaptop onder haar arm. “Ehm, hoi. Ik ben Eva” zei ze tegen de zes mensen die al in het kantoor aan het werk waren. Eén iemand keek even op, een ander slaakte een hummetje. “Aangenaam” mompelde Eva, en bij het uitblijven van enige reactie ging Eva ongemakkelijk naar één van de witte bureaus, achterin het kantoor, aangezien de zes in het midden allen al waren bezet. Ze startte haar laptop op en logde in de met de codes die ze zojuist had gekregen, niet goed wetend wat daarna te doen. Hoe werkte dat hier? Zou ze ingewerkt worden door iemand? Zou het zichzelf wijzen? Waarom werd ze min of meer genegeerd door haar nieuwe collega’s?
Eigenlijk was het best irritant dat ze met haar rug naar haar nieuwe collega’s toe zat. Terwijl zij af en toe een beetje konden sparren of een beetje konden geinen zat Eva helemaal alleen. Soms werd er gelachen, maar als Eva zich omdraaide om zich in het plezier te mengen leek iedereen plots heel gefocust te zijn op zijn werk. Zouden ze het over haar hebben gehad? Dat McCarthy zoveel tijd had opgeslokt met Eva’s inleiding had tenminste één voordeel; de werkdag duurde nog maar een paar uurtjes. Ze zou morgen met een schone lei kunnen beginnen.
Hoofdstuk 16 – Eva's tweede werkdag
De volgende ochtend was ze extra vroeg opgestaan. De vorige dag had ze een beetje afgekeken bij wat de andere dames op haar afdeling zoal hadden gedragen, en het waren meestal mantelpakjes geweest, vaak in donkere kleuren. Gelukkig had Eva nog iets soortgelijks in de kast hangen. Ze kleedde zich netjes aan, besteedde extra veel aandacht aan haar kapsel en deed zelfs een beetje meer make-up op dan anders. Ze twijfelde of ze nog boterhammen zou smeren en meenemen. Straks zou ze de enige zijn, misschien haalde iedereen wel iets in de bedrijfskantine. Eva besloot voor de zekerheid toch maar trommeltje in haar tas te doen. Toen ze die er in stak viel haar blik op de luier die ze vorige dag ook had meegenomen. McCarthy had ergens wel een punt gehad, in haar tas was het ding zo goed als nutteloos. ‘Ga je die snel aantrekken als de toiletten bezet zijn ofzo?’ had McCarthy gevraagd. Tuurlijk niet. Eva liet haar vingers even over de zachte rand van de luier gaan. Als hij in haar tas geen nut had kon ze hem maar beter… thuis laten? Of aantrekken? Het zou wel makkelijk zijn, ze zou zich geen zorgen meer hoeven te maken om toiletbezoekjes, en kon het gewoon laten lopen waar en wanneer ze maar wilde, desnoods midden in de bedrijfskantine, waar iedereen zat te lunchen. Na een poosje dagdromen riep Eva zichzelf weer tot de orde, dit kon zo niet. Ze besloot dat het risico ontdekt te worden met haar luier nogal groot was. Ze zou erover moeten nadenken, en stopte de luier weer terug in haar tas.
Doordat ze zo vroeg was opgestaan was ze ook vroeg op het werk. Toen ze de grote hal binnenkwam speet het Eva een beetje dat Brenda er nog niet was, ze had graag nog even een praatje gemaakt. Eigenlijk wist ze niet hoe laat die begon. Ze moest zelf nog ontdekken welke begintijd ze zou hanteren. Langzaam, maar in één keer goed, wist Eva haar werkplek terug te vinden. Ze had zelfs de automaat gevonden en zichzelf op een kopje dubbele espresso getrakteerd. Met haar pasje ontgrendelde ze de deur, en keer naar dezelfde acht bureaus als de vorige dag, alleen zat er nu niemand. Deze keer koos ze een bureau op het eiland in het midden. Hopelijk zou ze wat meer interactie hebben met haar collega’s. Dan zou ze een beetje kunnen binden.
Eva opende haar mailbox, en zag dezelfde mails als gister. Niemand had haar gemaild. Niet zo vreemd, men wist natuurlijk nog niet wat ze van haar konden verwachten. Ze besloot te starten met de e-learnings die op haar account nog openstonden. Het zou haar wegwijs maken in de verschillende programma’s waar ze mee moest werken.
Terwijl Eva ijverig werkte druppelde één voor één haar collega’s binnen. Als eerst een vrouw, met een beetje Arabisch uiterlijk ofzo, dacht Eva. Ze had een wat grote neus, maar bovenal had ze ontzettend mooi, glanzend, zwart haar, waar ze zo te zien met een stijltang en haarlak de nodige moeite in had gestopt. Haar gezicht was bedekt in een dikke laag make-up. Eva vond het te veel, maar smaken verschillen nu eenmaal. Toen ze langs haar liep kwam er een vlaag van een zwaar parfum voorbij. De vrouw deed alsof Eva er niet was en koos de plek tegenover Eva, aan het eiland van de zes bureaus.
“Goedemorgen” zei Eva in een poging het gesprek te starten. “Morgen” zei de vrouw terug. “Ik ben Eva” zei Eva. “Weet ik” antwoordde de vrouw. Ze wachtte tot haar laptop was opgestart.
“En wie ben jij?”. De vrouw zuchtte en tikte een wachtwoord in op haar toetsenbord. “Karima” zei ze. “Aangenaam”. Karima humde. “Sorry, ben ’s ochtends nogal chagrijnig” lichtte ze toe, alsof Eva dat niet al door had. Eva concentreerde zich weer op haar werk, ondertussen nog een slokje nemend van haar koffie.
Ondertussen kwamen er nog wat anderen binnen. Een stevige man met rood haar en een baardje in dezelfde kleur. In tegenstelling tot Karima stelde hij zichzelf wél voor. Stefan heette hij. Later kwamen er nog vier binnen. Met licht ongemak stelden ook zij zichzelf voor, maar Eva kon hun namen al niet meer onthouden. Hoe dan ook was het centrale deel van zes bureau nu geheel bezet. Desondanks werd er eigenlijk niet gesproken. Iedereen was druk bezig. Eva miste een beetje de gezelligheid die ze op haar oude werk had gekend, maar toch was het fijn dat ze nu zich concentreren op haar e-learnings. Ze ging er werkelijk met een sneltreinvaart doorheen. Misschien kwam het wel door de dubbele espresso.
Na een tijdje begon de koffie te zakken, en Eva begon aandrang te merken. Ze zorgde ervoor dat ze nog even de e-learning afmaakte alvorens naar de wc te gaan. Ze stond op, en verzekerde zichzelf ervan dat ze haar bedrijfspas bij zich had. Zichzelf buitensluiten zou niet gebeuren. Het kantoor uitlopend besefte ze dat haar blaas toch wel erg vol zat en… welke kant was de wc eigenlijk op? Volgens mij had McCarthy dat helemaal niet laten zien. Ze liep maar richting de plek waar ze de koffieautomaat had gevonden, daar waren vast toiletten in de buurt. Waarom had ze nou zo lang gewacht?
Bij de koffieautomaat stonden allemaal, eigenlijk te veel mensen, mensen die Eva niet kende. Waar de wc zich zou bevinden was nog steeds niet helemaal duidelijk, dus noodgedwongen vroeg Eva het maar, met de blikken van verschillende mensen op haar gericht. Door de druk had haar stem iets overgeslagen. Eentje giechelde, terwijl een ander de weg wees naar de wc. Ongemakkelijk liep ze de aangewezen richting op. Gelukkig was er nog een hokje vrij vooraan, en ze haastte zich het hokje in. Ze voelde hoe de druk hoog werd en bijna liet ze al een scheut haar slipje inlopen. Gelukkig wist ze die binnen te houden. Nog even volhouden Eva, moedigde ze zichzelf aan, je bent er al, zo goed als. Ze rommelde even met haar rok. Toen hij los was liet ze die met een plof op om haar enkels vallen, terwijl de sluizen zich al begonnen te openen.
Met haar slipje nog aan begon ze te plassen, en vliegensvlug ging ze op de wc zitten. Een tikkeltje onhandig trok ze haar slipje opzij, in de hoop dat hij niet te nat zou worden, en met een ferme straal kwam haar plas in de wc terecht. Opluchting alom, maar die maakte al snel plaats voor frustratie… Moest ze nou echt op haar tweede dag al gelijk weer zo’n enorme vernedering riskeren? En nu was ook nog eens haar slipje nat geworden. Een schone had ze niet bij zich, en even overwoog ze de luier uit haar tas te pakken. De tas, die nog steeds op haar werkplek stond. Wat zouden mensen raar opkijken als ze na zo lang wegblijven opeens haar tas zou halen om wéér naar de wc te gaan. Iedereen zou direct weten wat er mis was gegaan. Daarnaast, waar kon ze haar natte onderbroekje laten? Toch zeker niet in de tas waar ze ook haar kantoorspullen in vervoerde. Bovendien zou het dan niet kunnen drogen. Eva zag geen andere optie dan het slipje weer aan te trekken. Onder haar rok zou het niet opvallen, en dan zou het in elk geval wel ietsje opdrogen. Hopelijk zou niemand iets merken. Ondanks dat niemand Eva kon zien binnen het hokje, toch trok ze met de grootste geacteerde nonchalance het slipje terug omhoog, waarbij de natte stof zich nog warmpjes tegen haar huid aan klampte. Ze deed de rok weer goed en verzekerde ze zichzelf ervan dat die er nog netjes uitzag.
Toen Eva weer terugkwam op haar kantoor zag ze dat de zes bureaus in het midden bezet waren. Dat was al zo toen ze wegging, maar dit keer waren alle plekken bezet. Ook haar plek! Door een ander! Door een iemand die ze ook niet kende. Een vrouw waarvan ze meende al een glimp te hebben opgevangen, maar wist het niet zeker. Eva liep ernaartoe, en bleef op gepaste en veilige afstand staan. “Eh sorry, maar ik was daar aan het werk” zei Eva beleefd. De vrouw keek op. Net als Karima had deze vrouw niet zuinig gedaan met haar make-up, met de kleuren was ze wel wat beheerster geweest. En gaf haar gezicht een mooi, bij elkaar passend geheel. Het was subtiel, maar Eva zag er ook iets gehaaids in. “Nu ben ik er aan het werk”. Er had nadruk gelegen op het woord ‘ik’, en Karima gniffelde zachtjes. De twee maakten even kort oogcontact, duidelijk hadden deze twee meiden een soort band. Niet een langer de collegiale band waar het waarschijnlijk ooit mee begon, nee, het soort collegiale band dat uitgroeit tot een vriendschap. Eva nam zich voor er niet door uit het veld te laten slaan. “Maar dit is mijn plek”, zei Eva, en ze moest haar best doen om niet haar stem te laten trillen. De vrouw trok één van haar strak geëpileerde wenkbrauwen op. “Jouw plek?” Hoewel niet zo uitgesproken, en met kleine subtiliteit ging er een bepaalde spot van uit, zodat alleen Eva dat merkte. En Karima natuurlijk, die haar best deed haar gezicht in de plooi te houden. “Ja, ik zat hier eerst” zei Eva, nu wat uitdagender. “Volgens mij zat ik hier eerder hoor” zei de vrouw. “Zo’n vier jaar, nee wacht, vijf jaar zelfs al! Je spullen heb ik daar neergelegd, dat is je plek, toch?” Ze knikte met haar hoofd richting het bureau waar Eva gister enkele uren aan had plaatsgenomen, alsof haar arm opheffen voor Eva te veel moeite zou zijn.
Op haar plaats gezet, bijna vernederd, was Eva aan haar plaats gaan zitten. Ze werkte verder aan haar e-learning, terwijl ze de klok in gaten hield. Over iets meer dan een half uur had ze haar afspraak bij de bedrijfsarts staan. Eva wist eigenlijk totaal niet waar ze moest zijn, en na de confrontatie met Karima’s vriendin net had ze ook de moed niet meer om ernaar te vragen. Eva had in haar hoofd al een doemscenario, waarbij ze na uren dolen door lange gangen véél te laat bij de arts zou zijn, helemaal bezweet van het rennen en van de stress. Tot overmaat van ramp had ze zichzelf geen tijd gegund naar de wc te gaan en liet ze alles lopen, klaterend onder haar rokje vandaan. Eva schudde zichzelf wakker uit haar dagdroom, toen achter haar iemand kuchte. Shit, nog maar een kwartier en dan zou ze bij de bedrijfsarts moeten zijn. Ze had weer veel te lang zitten dagdromen! Gehaast pakte ze haar tas in. Als iemand dat al raar vond zo midden op de ochtend lieten ze dat niet blijken, of ze besteedden gewoon simpelweg geen aandacht aan Eva. Terwijl ze terugliep naar de centrale hal bedacht ze zich dat Brenda wel aan de balie zou zitten, die zou haar wel kunnen helpen met de route.
Na een wandeling van slechts een paar minuten kwam ze in het mooie atrium, met het mooie plafond van glas waardoor de zon zachtjes naar binnen scheen. Zo midden op de ochtend was het atrium een stuk rustiger dan hoe Eva het de vorige ochtend had aangetroffen; in plaats van een geordende drukte van mannen en vrouwen die door elkaar liepen waren er nu slechts enkele mensen. Een secretaresse met een paar koppen koffie, een man in pak die de entreedeur uit liep. Maar Eva had geen oog voor die vredigheid, ze had haast. “Hé Brenda” begroette ze de enige die ze echt kende. “Morgen Eva, hoe is het op je nieuwe werk meid?” zei Brenda uitnodigend, ze leek oprecht blij Eva te zien. “Goed hoor” zei Eva kort “Heb alleen wat haast, weet jij waar de bedrijfsarts is?” Brenda’s glimlach verdampte in een zucht, ze had wel zin gehad in een praatje, dit wat het saaiste moment van de dag voor haar. “Best een stukje” Brenda wees op de lift die ze moest pakken en beschreef hoe ze bij de arts kon komen. “Thanks Brenda. Ik spreek je met de lunch straks!” riep Eva nog over haar schouder, en bij Brenda verscheen weer een glimlach op haar gezicht. Een oprechte. Zo alleen aan de balie werd ze door veel mensen geminacht, hoorde ze nergens echt bij en had ze maar weinig binding met collega’s. Hoewel slecht van start gegaan, met Eva had ze toch wel iets meegemaakt dat min of meer als intiem beschouwd kon worden. Brenda hoopte dat het een band zou scheppen en keek er naar uit voor het eerst in weken een lunchpartner te hebben.
Eva volgde de route die Brenda had uitgelegd, in de hoop dat ze hem goed had onthouden. Ze keek even op haar telefoon en besefte dat ze er nog maar zeven minuten resteerde voor ze op de afspraak diende te zijn. Ze zette het op een drafje en liep, volgens Brenda’s beschrijving, de laatste lange gang uit. Die eindigde in een klein wachtkamertje met zes stoelen, waarin Eva met klotsende oksels plaatsnam. Door het snel lopen, bijna rennen, had ze het warm gekregen. Hoe ironisch dat de dagdroom waardoor ze bijna te laat was er voor zorgde dat hij bijna waarheid leek te worden, bedacht Eva zich. Ze had zichzelf wederom geen tijd gegund naar de wc te gaan, en haar blaas liet dat uitgerekend nu weten. Ze zou het wel ophouden, dat kwam vast wel goed, hield Eva zichzelf voor.