Peetoom (TB, ML, TL, WL, NL, GL, VN, BP)

Hoe goed is dit verhaal?

  • 1

    Stemmen: 1 1,4%
  • 2

    Stemmen: 0 0,0%
  • 3

    Stemmen: 1 1,4%
  • 4

    Stemmen: 0 0,0%
  • 5

    Stemmen: 0 0,0%
  • 6

    Stemmen: 0 0,0%
  • 7

    Stemmen: 0 0,0%
  • 8

    Stemmen: 1 1,4%
  • 9

    Stemmen: 10 14,1%
  • 10

    Stemmen: 58 81,7%

  • Totaal stemmers
    71

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Peetoom (Hoofdstuk 23)

Hoofdstuk 23: Gebroken

Tijd is een apart fenomeen. Als er geen grote dingen op het programma staan, is een week voorbij voordat je er erg in hebt. De maanden kunnen dan zelfs voorbij vliegen. Maar als je slechts zeven dagen hoeft af te tellen, is het ongelofelijk hoe langzaam deze dan voorbij kruipen.

De rechter heeft Anne en Noor een week de tijd gegeven om te bepalen waar ze willen gaan wonen, omdat zowel de familie Franssen als ikzelf in staat zijn gebleken ze een degelijk thuis te kunnen geven.
Omdat ik niets wil forceren heb ik besloten om Anne en Noor niet te vragen naar hun beslissing. In het ergste geval raak ik weer in een ruzie met Anne verwikkeld en met haar temperament weet niemand wat er dan kan gebeuren.
Hierdoor kan ik niets anders doen dan wachten en aftellen. Zeven dagen lang.

Na dagenlang op eieren te hebben gelopen, is het bijna voorbij. Gelukkig. Morgen komt Roos bij ons op bezoek en dan kunnen Anne en Noor hun beslissing officieel maken. Hopelijk kunnen we dan eindelijk dat gezin vormen, dat ik al zo lang met mijn nichtjes wil zijn.
Het enige dat ik nog moet doen is ervoor zorgen dat vandaag net zo’n rustige dag zal zijn als de rest. Geen geruzie, geen ellende. Het klinkt zo simpel, maar van binnen voelt het bijna als een onmogelijke opgave.

Vooral omdat ik vanmorgen allereerst bezoek krijg van Pierre. Niet omdat ik daar nu zo’n behoefte aan heb, maar omdat ik eindelijk iets aan de jongen ontdekt heb dat mij van pas kan komen.
In onze keuken lekt de waterleiding onder het aanrecht. Dat deed het eigenlijk al toen Marnix en Lisa nog leefden. Voor Marnix en mijzelf is dat een onmogelijke klus, met twee linkerhanden. Lisa had er nog enige handigheid in, maar dat strekte niet verder dan een opvangbak onder het lek en een plastic zak om de leiding.
Bij de barbecue voor de verjaardag van Noor kwam ik erachter dat de vader van Pierre een loodgieterbedrijf heeft, en dat Pierre daar veel geleerd heeft. Als ik toch met de gast opgescheept zit, kan het mij net zo goed iets opleveren. Vandaar dat ik hem gevraagd heb of hij naar de leiding wil komen kijken. In ruil voor een kratje bier dan wel, want ik verzuip nog liever in mijn afwaswater dan dat ik hem ook maar een cent betaal.

Als de bel gaat, zit ik net rustig met Anne en Noor aan de ontbijttafel. Wonderbaarlijk genoeg gaat alles erg goed. Het is gezellig en de meiden eten goed. Wanneer de meiden met iets zitten, uit zich dat meestal in hun eetgedrag. Te veel of te weinig. Maar dat is nu blijkbaar niet het geval. Het stelt me enigszins gerust.

“Krijgen we bezoek?”, vraagt Noor, terwijl ik van tafel opsta om Pierre binnen te laten. “Die vrouw komt morgen toch pas?”, reageert Anne. Ze doelt natuurlijk op Roos.
“Dat klopt. Maar Pierre komt even langs om die kapotte leiding te bekijken. Hopelijk repareert hij hem ook nog”, leg ik uit. Het gezicht van Anne betrekt meteen. Als iemand denkt dat ik Pierre totaal niet mag, dan heeft die persoon Anne nog niet ontmoet.

Even later ligt Pierre onder het aanrecht. Terwijl hij daar zo aan het werk is, valt het me op dat er veel plaats is. Even onthouden, want misschien kan ik er ooit het lijk nog kwijt.

“Rick?”, vraagt Noor, die me uit mijn moordlustige dagdroom helpt. “Kun je me boven even helpen met mijn gitaar? Hij moet gespannen worden.” Precies het excuus waar ik op heb zitten hopen om niet de hele tijd bij Pierre te hoeven zijn. Het stemmen van een gitaar kost normaal niet meer dan een kwartiertje, maar als het moet kan ik dat rekken tot een klein uur. Ideaal, dus.
Na een half uurtje ben ik er echter al mee klaar. Het liefst was ik nog een tijdje bij Noor blijven zitten, maar als ze op haar gitaar aan het ‘spelen’ is, doet ze dat het liefst alleen. Heel af en toe mag ik haar een beetje helpen, maar over het algemeen is ze nog te onzeker.

Ik twijfel even of ik me niet nog een paar minuten met een sigaretje zal verstoppen op een andere slaapkamer, maar besluit toch maar terug naar beneden te gaan. Het is bijna onmogelijk om Pierre constant te ontwijken. Bovendien kan ik het niet maken om hem de hele tijd alleen met Anne te laten, tegenover beiden niet.

Als ik de keukendeur openmaak, zie ik iets dat ik nooit had verwacht. Anne, die Pierre een knuffel geeft. Ik moet het moment even goed in me opnemen. Anne geeft Pierre een knuffel. Wat krijgen we nou? Even kijk ik door het raam naar buiten of er toevallig varkens rondvliegen, maar ik blijk niet te dromen.

“Zo, is het hier een beetje gezellig?”, vraag ik. Pierre en Anne verbreken hun omhelzing, en als Anne zich naar me omdraait zie ik dat ze tranen in haar ogen heeft staan.
“Alles in orde?”, vraag ik opnieuw. Anne knikt, terwijl ze een traan van haar gezicht veegt. Snel loopt ze de woonkamer in en gaat op de bank liggen. Ik richt me tot Pierre en vraag voor een derde keer of alles goed is.

“Ja, hoor”, antwoordt Pierre. “Ik probeerde een gesprekje met haar aan te knopen toen jullie naar boven zijn gegaan. Eerst was ze erg kortaf en toen ik vroeg of ze mij soms een eikel vond, begon ze te huilen. We hebben gepraat en begrijpen elkaar nu beter. Ze heeft gewoon nog heel veel verdriet om alles”, vertelt hij.

Vertel mij wat, kapitein Obvious.

“Luister, ik waardeer dat je je best doet, maar als het op Anne en Noor aankomt, kom je naar mij. IK ben degene die ze opvoedt, dus als er gepraat of getroost moet worden, doe ik dat zelf. Oké?”, reageer ik, enigszins geïrriteerd. Het laatste wat ik wil is dat hij zich nu ook nog met de meiden gaat bemoeien.

“Ik begrijp wat je bedoelt, sorry. Maar ik had er zelf ook behoefte aan om met iemand te praten. Het gaat niet zo goed tussen Chantal en mij”, legt Pierre uit. Als ik hem vraag wat hij daarmee bedoelt, vertelt hij verder.
“Het is gewoon niet meer hetzelfde. Toen we net samen waren, was alles nieuw en spannend. Maar nu is het net alsof we alles al weten. Bijna saai.”

Als ik Pierre’s verhaal een beetje vertaal, betekent het niet meer dan dat Chantal een keer boos op hem is geworden en dat de lol er wel een beetje af is. Krijg ik toch nog gelijk. Ik heb van het begin af aan al verwacht dat hij haar zou dumpen bij de eerste kans die hij zou krijgen.

“Pierre, ik heb twee vragen voor je. Ga je het uitmaken met Chantal?” Even blijft het stil, maar aan zijn ogen kan ik zien dat hij dat inderdaad van plan is. Even later knikt hij. Ik zucht.
“Wat is je tweede vraag?”, reageert hij meteen.

“Is de leiding gemaakt? Want dan kun je wat mij betreft meteen vertrekken.”

Pierre maakt zich inderdaad uit de voeten en ik ga in de woonkamer zitten. Op de bank, naast Anne. Ze heeft voor het eerst in lange tijd haar duim weer in haar mond. Als ik vraag of alles goed is, krijg ik geen antwoord. Wel komt ze dicht tegen me aan zitten en laat ze me een arm om haar heen slaan. Zo kijken we samen een tijdje naar de tv.

De rest van de dag verloopt gelukkig wel rustig. Samen met Anne heb ik nog wat tv gekeken en later op de dag heeft Noor toch een liedje op de gitaar voor me gespeeld. Ze gaat echt met grote stappen vooruit. Mooi om te zien, én te horen.
Na het avondeten begint mijn mobiel opeens te rinkelen. Stiekem hoop ik dat het Chantal is, die me wil vertellen dat het eindelijk voorbij is met Pierre, maar het blijkt iemand anders. Ellen.

“Heb je zin om wat af te spreken? Vanavond misschien?”, vraagt ze meteen. Ik denk direct terug aan de laatste keer dat we samen zijn geweest. Aan hoe ze me vertelde dat ze een goede baan in Nijmegen op wil geven als ik iets met haar wil beginnen.
“Sorry, maar dat gaat voorlopig niet lukken”, reageer ik koeltjes. Ze vraagt of het komt vanwege de rechtzaak en of alles goed is met de meiden. Ik bevestig dat. “Maar het lijkt me gewoon niet slim om iets af te spreken als ik nog over zaken moet nadenken”, vervolg ik.
“Dus je denkt er wel over na om iets met me te beginnen?”, vraagt Ellen scherp. Ik betrap me op dat moment pas erop dat ik dat ook daadwerkelijk doe. “Misschien”, ontwijk ik voorzichtig. “Maar ik moet nu echt ophangen. Ik laat je iets weten, oké?”
Ellen kan ik er nu even niet bijhebben. Roos is en blijft haar moeder en, tot het moment dat alle zaken met de Kinderbescherming en de voogdij geregeld zijn, moet ik die dus te vriend houden. Een beetje flikflooien met haar dochter is dan niet het slimste dat ik kan doen.

Daarna gaat alles heel snel. Anne gaat vroeg naar bed. Nadat ik met Noor nog naar GTST heb gekeken, besluiten we allebei hetzelfde te doen.
Een goede nachtrust later, is het moment waarop Roos voor de deur staat erg dichtbij. Vlak nadat ik mijn ontbijt opheb, gaat de deurbel alweer. Misschien moet ik eens stoppen met het plannen van afspraken zo vroeg op de dag.

“Hallo Roos, kom binnen! Noor en ik zitten net te ontbijten. Anne ligt wel nog te slapen. Volgens mij is ze wat ziekjes aan het worden”, probeer ik zo vrolijk mogelijk over te komen.
“Dat maakt niet uit”, antwoordt Roos. “Dan drinken we nog even een kop koffie. Ik heb alle papieren toch al in orde; het is een kwestie van enkele dingetjes invullen”, zegt ze met een knipoog.
Terwijl we wat koffie drinken, komt er een aap uit de mouw. “Mijn dochter vertelt me dat jullie elkaar ook goed kennen”, zegt Roos abrupt. Ik bevestig dit, maar let erop dat ik niet teveel zeg. “Ik denk dat jullie een leuk stel zouden zijn. Mijn zege heb je, hoor”, vervolgt ze. Ik bedank haar, maar laat maar niet doorschemeren dat een groot deel van me er niet in gelooft dat het ooit met Ellen zal gaan werken.

Omdat Anne wel erg lang in bed blijft liggen, besluit Roos om de papieren van Noor maar alvast in orde te brengen. Ze vraagt Noor waar ze wil wonen en of ze dit zeker weet. Noor twijfelt geen seconde en zegt dat ze bij mij wil blijven. De eerste opluchting maakt zich al van me meester. Binnen een paar minuten zijn de papieren afgehandeld en mogen we alle drie ondertekenen.

Net als ik op wil staan om Anne wakker te maken, gaat de keukendeur open. Anne staat, volledig aangekleed, in de deuropening. “Goedemorgen!”, roep ik vrolijk, voordat ik zie wat ze in haar handen heeft.

“Anne? Wat ga je met die tassen doen?”

Weer rolt er een traan over haar wang.

“Het spijt me. Ik kan hier niet blijven.”
 

scenekid

Toplid
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Argh, het ziet er zo goed uit, ik wil het dolgraag lezen. Maar ik wil mezelf niet kwellen dus ik lees het pas als het helemaal af is (en ik het als boekje naast mijn bed heb :3 )
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

scenekid zei:
Argh, het ziet er zo goed uit, ik wil het dolgraag lezen. Maar ik wil mezelf niet kwellen dus ik lees het pas als het helemaal af is (en ik het als boekje naast mijn bed heb :3 )
Nou, er komen hoe dan ook nog 4 hoofdstukken. Daarna zal ik het boek met de complete 27 hoofdstukken uitgeven (momenteel zijn het alleen de eerste 13).

Mijn probleem is echter dat ik steeds meer nieuwe ideeën krijg en ik niet weet of het bij de eerste serie van 27 zal blijven. Op dit moment heb ik twee versies van hoofdstuk 27. Eén waarin ik het verhaal afsluit en één met een aantal cliffhangers die een tweede serie kunnen inluiden.

Decisions, decisions. :eek:
 
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Wow, wat een prachtig verhaal! Ik heb het net in een keer gelezen en ik vind het geweldig. Ik vind het jammer dat ik nu niet verder kan lezen. :)
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Poko zei:
Wow, wat een prachtig verhaal! Ik heb het net in een keer gelezen en ik vind het geweldig. Ik vind het jammer dat ik nu niet verder kan lezen. :)
Als je nog even wakker blijft, kun je binnen het uur hoofdstuk 24 lezen. :p
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Peetoom (Hoofdstuk 24)

En dan komt eindelijk het geheim van Anne uit.

Hoofdstuk 24: Het Geheim

CHANTAL

Rick zit op de bank in zijn woonkamer.

“Pierre is bij me weg”, vertel ik hem.

Ik heb verschillende keren aangebeld, maar hij deed niet open. Via de tuin en de achterdeur ben ik alsnog binnen weten te komen. Ik moet en zal met hem praten. Een reactie krijg ik echter niet van hem. Het enige dat hij doet is een nieuwe sigaret aansteken.
Pas dan valt het me op dat alle lichten uit zijn. Het is negen uur in de avond en inmiddels al donker buiten. Ook de televisie staat niet aan. Een klein lichtje in de keuken zorgt ervoor dat we elkaar toch nog kunnen zien.

Als ik na enkele minuten nog steeds geen reactie heb gekregen, besluit ik om maar op een stoel te gaan zitten. Mijn jas hang ik over de leuning, waarna ik mijn handtas naast een tafelpoot zet.
Even blijf ik zonder beweging zitten. De stress maakt zich echter meester van me en ik grijp het pakje sigaretten van Rick van de tafel af. Snel steek ik er zelf ook eentje aan.
Rick kijkt me verbaasd aan. Het is de eerste keer dat hij mij ziet roken. We kennen elkaar al heel lang, maar toch weet hij niet dat ik er heel soms eentje wegpaf. Alleen als ik stress heb. Meestal geef ik hem zelfs op zijn kop als ik hem weer eens zie roken.

Het is inmiddels alweer een tijdje geleden sinds ik gerookt heb, en zodra ik inhaleer moet ik hevig hoesten. Rick schiet even in de lach.
“Dat had je beter niet kunnen doen”, zegt Rick. “Net zoals je Pierre beter niet had kunnen doen”, vervolgt hij sarcastisch. “Ik heb je gewaarschuwd. Verschillende keren.”
Ik weet dat hij gelijk heeft, maar toch is het niet fijn om dit te moeten horen. “Dat weet ik”, reageer ik. “Maar ik heb ook altijd geweten dat dit een keer zou gebeuren. Dat Pierre geen blijvertje was”, leg ik verder uit.

Rick maakt een sarcastisch geluid. “Waarom ben je er dan toch aan begonnen?”, vraagt hij, bijna verbijsterd. “Alsof je niets beters kon krijgen.”
“Dat kon ik ook niet. Er is er altijd maar één geweest die ik wilde. Jij. Maar jij kan je niet binden. Dus wat moet ik dan? Ik kan niet eeuwig gaan zitten afwachten”, reageer ik, in de hoop hem aan het denken te zetten.

“Nee, nu wordt ‘ie goed!” Rick staat geïrriteerd van de bank op. “Nu ben IK het schuld dat jij Pierre willens en wetens de kans hebt gegeven om je te gebruiken? Rot toch op, mens!”
“Ik ga nergens heen”, zeg ik beslist. “Niet meer.”

“Prima, dan blijf je toch? Kan ik mooi iets gaan drinken. Noor is hiernaast. Op bezoek bij Anne, die hier niet meer woont, trouwens. Tien uur moet ze thuis zijn. Bedankt, hè?”, roept Rick pissig.

Hij grijpt zijn sleutels en sigaretten, voordat hij inderdaad verdwijnt. Ik blijf stomverbaasd achter. Gelukkig heb ik Lucky en Strike nog om me gezelschap te houden.

MAX

Mijn vrouw is erg tolerant. Ik heb een goedlopende praktijk, zij een drukke baan. Vaak zijn we ook in het weekend nog met ons werk bezig. Daardoor blijft er vrij weinig tijd over om met elkaar door te brengen.
Toch vindt ze het prima dat ik bijna iedere avond een uurtje naar mijn stamkroeg ga. Ik ben een gelukkig man.

Ik kom al jaren bij de Shamrock, een Ierse pub in het centrum van onze stad. Niet alleen omdat ik dol ben op Guinness en soortgelijke bieren, maar ook vanwege de gezellige sfeer. Het is een beetje een thuis, weg van thuis.
Goed, de muziek is niet echt mijn smaak. De rock kan ik nog wel waarderen, maar dat wat ze volgens mij ‘metal’ noemen is niet wat ik thuis zou luisteren. Maar de geweldige gesprekken met de andere stamgasten maken dat ruimschoots goed. Het zijn vooral jonge gasten, die zich er nog altijd over verbazen om zo’n ‘bejaarde’ als ik hier te zien.

Mezelf al verheugend op een gezellig avondje, open ik de deur van de pub. Snel hang ik mijn jas op en begeef me naar de bar. Ray, de barman, weet precies wat de bedoeling is, en nog voor ik op mijn kruk zit, staat er al een glas (of beter gezegd, bijna een emmer) Guinness voor me klaar. Heerlijk.
Terwijl ik geniet van mijn bier, valt me een persoon aan de andere kant van de bar op. Het is Rick. Bij het binnenkomen heb ik hem niet zien zitten, waarschijnlijk omdat hij zich alleen op zijn drank aan het concentreren is.

Ik heb Rick pas twee maanden terug leren kennen. Mijn dochter, Ellen, heeft hem naar mijn praktijk doorverwezen. Volgens mij hebben ze een tijdje gescharreld. Of scharrelen ze nog steeds. Ik kan het bij Ellen niet altijd volgen.
Het is een goede jongen. Een jaar of zesentwintig. In oktober is zijn broer om het leven gekomen bij een auto-ongeluk. Sindsdien heeft hij de zorg over zijn twee nichtjes op zich genomen. Net nu alles een beetje tot rust leek te komen, hebben zijn buren hem voor de rechter gedaagd omtrent de voogdij. Rare mensen.
Met mijn bier in de hand loop ik naar Rick toe. “Ha, Rick! Een paar uurtjes vrij genomen van het opvoeden? Heb jij geluk dat je in mijn stamkroeg verzeild bent geraakt. Nu kunnen we tenminste samen vieren dat de ellende voorbij is”, begin ik vrolijk een gesprek.

Rick kijkt me aan met een lege blik in zijn ogen. “Ik weet niet of je toevallig jarig bent, Max. Maar ik heb zelf niets te vieren”, reageert hij. “Maar Roos is vandaag toch langs geweest om alle papieren in orde te maken?”, vraag ik verbaasd.
Inmiddels bekruipt me een angstig gevoel. Ik heb Roos vandaag nog niet gesproken. Is er dan toch iets misgelopen?

“Anne is vertrokken. Gewoon vertrokken. Met spullen en al”, antwoordt hij, voordat hij een glas whisky achterover gooit. Ik voel me met stomheid geslagen. “Het spijt me. Dat wist ik niet”, antwoord ik, terwijl ik op de kruk naast hem ga zitten.

“Waarom is ze weggegaan?”, vraag ik na enige tijd stilte. “Daar wilde ze niets over zeggen. Roos is meteen met haar naar de buren gegaan. Ik snap er helemaal niets van”, vertelt Rick.
Het is me duidelijk dat er niets is dat ik op dit moment kan zeggen om hem te troosten. Verslagen bestel ik nog maar twee whisky. Gedeelde smart is halve smart. Zelfs nu.

NOOR

Nieuwsgierig bekijk ik de kamer die sinds vandaag van mijn zus is. De muren en het plafond zijn helemaal wit. Er hangt niets, geen foto’s, geen posters. In de kamer staan alleen nog een bed en een grote kast.
In het midden van de kamer staan twee grote tassen, met daarin alle spullen van Anne. Vanmorgen heeft ze plotseling alles ingepakt en is ze vertrokken.

Gelukkig is ze niet ver weg. Ze is bij onze buren ingetrokken. Sinds oom Rick voor ons zorgt, hebben ze heel vaak ruzie gemaakt. Toch ben ik erg geschrokken dat ze besloot om bij ons weg te gaan. Ik snap niet waarom. Het kan toch niet alleen maar door de ruzie komen?
Anne zit op haar nieuwe bed. Zelfs het beddengoed is spierwit. Op het voeteneinde staat een dienblad met twee glazen melk en wat koekjes. De buurvrouw is die net komen brengen. De koekjes zijn wel lekker, maar ik lust geen melk. Dat weet zelfs oom Rick nog.

Beleefd neem ik toch maar een slokje, voordat ik besluit om te vragen wat ik wil weten.
“Waarom ben je nou weggegaan?”

Een traan rolt over mijn wang. Anne schrikt er blijkbaar een beetje van, maar al snel staat ze op en geeft ze me een knuffel.
“Ik kan gewoon niet meer in dat huis wonen, oké? Alles daar doet me aan Pappa en Mamma denken. Ik kan het niet meer, Noor”, vertelt ze.
Aan haar stem kan ik horen dat ze ook bijna moet huilen. Daar wordt ik alleen maar verdrietiger van.

“Daar geloof ik niets van. Je houdt toch van Pappa en Mamma? Waarom zou je dan weggaan van alles wat bij hun hoort?”, vraag ik.
“Natuurlijk houd ik van ze. Altijd! En van jou. En ook van oom Rick. Daar ligt het niet aan”, geeft Anne vervolgens toe.
“Maar als het daar niet aan ligt, en ook niet aan mij en oom Rick .. waar ligt het dan wél aan? We kunnen alles oplossen, toch?”, vraag ik, bijna smekend.

Anne barst ineens in huilen uit. “Ik kan het niet zeggen, Noor. Ik mag het niet zeggen!”
Nu snap ik er niets meer van. “Van wie mag je niets zeggen?”

RICK

Als Max me midden in de nacht thuis afzet, heb ik zoveel gedronken dat ik zijn hulp nodig heb om de sleutel in het slot te steken. Samen waggelen we de woonkamer in, op zoek naar de bank en een luie stoel. Even ontnuchteren.
Ik ben verbaasd als ik zie dat Chantal en Noor nog wakker zijn. Samen zitten ze op de bank, met betraande ogen.

“Waarom zijn jullie nog wakker?”, vraag ik, met de grootste moeite. “Rick, we weten waarom Anne vertrokken is”, zegt Chantal kalm.

Ik laat me op de luie stoel zakken. “Wat? Waarom dan?” Chantal zucht. “Beloof me dat je rustig blijft”, zegt ze vervolgens. Een angstig gevoel bekruipt me, en ik word heel snel nuchter. “Wat is er aan de hand?”, vraag ik verbaasd.
“Het is Pierre”, vertelt Chantal, terwijl ook Max zich in een stoel nestelt. “Ach, kom! Niet alles ligt aan Pierre!”, roep ik geïrriteerd. “Het is een zak, maar nu is Anne gewoon smoesjes aan het verzinnen.”

“Dat is ze niet”, zegt Noor stellig, waarna Chantal haar sust. De serieuze blik van Chantal baart me nu echt zorgen. “Oké”, zeg ik. “Waarom ben je daar zo van overtuigd?”

Chantal zucht opnieuw.

“Rick. Hij heeft Anne verkracht.”
 

luierfan_boy

Zeg niet wat je weet, maar weet wat je zegt.
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Wow! vier hoofdstukken opsparen zodat ik ze achter elkaar kon lezen was dus echt wel een goed idee!

Het laatste hoofdstuk was wel even omschakelen vanwege die verschillende perspectieven, maar dat maakt het weer origineel.
Ik kan nu echt niet meer wachten op het vervolg! :D

~ LB.
 

Daltons

Toplid
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

wow dat had ik niet verwacht, mijn mond hing er van open. Je bent 1 van de beste schrijvers op deze forum vind ik
 

luierfan_boy

Zeg niet wat je weet, maar weet wat je zegt.
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

die-hard zei:
wow dat had ik niet verwacht, mijn mond hing er van open. Je bent 1 van de beste schrijvers op deze forum vind ik
Als je uitlogt en naar onder scrollt zie je een lijst van de 'meest gewaardeerde' verhalen van het forum. Dit is dan wel op basis van het aantal reacties en het aantal keren gelezen... maar Peetoom staat trots op #1 8)
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Mooi om te lezen dat de laatste plottwist écht een verrassing is. Ik heb er namelijk alles aan gedaan om jullie een beetje van het spoor af te gooien, en meer in de richting van 'Anne heeft iets met luiers'. (Jullie willen niet weten hoeveel PB's ik heb gehad met 'Ik heb al lang door waar je naartoe wilt, blablabla' :p )

Het is overigens geen plottwist om maar een plottwist te hebben. In de volgende hoofdstukken zal blijken dat de eerste tekenen al een hele tijd geleden te lezen waren. ;)
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Peetoom (Hoofdstuk 25)

Hoofdstuk 25: Hufter

Ik ben in één klap weer nuchter. “Verkracht?”, vraag ik voor misschien wel de honderdste keer. Een enorm ongeloof klinkt nog steeds door in mijn stem.
Chantal knikt. “Anne heeft het Noor allemaal verteld”, legt ze uit. “Noor mocht het niemand vertellen, maar zodra ze thuiskwam zag ik dat er iets aan de hand was. Gelukkig is ze verstandig geweest en heeft ze me gelijk alles verteld.”

“Wanneer dan?” De verbijstering wil maar niet zakken. “Weet je nog toen ik met de meiden zou gaan winkelen? Dat Anne toen ziek was en bij Pierre is gebleven?” Ik knik. “De dag dat ze voor het eerst ongesteld is geworden. Is het toen gebeurd?”
Chantal schudt met haar hoofd. “Ze is toen niet ongesteld geworden. Waarschijnlijk heeft ze door de verkrachting zo gebloed.” De woorden doen pijn en ik bal mijn vuisten.

“Waar is Anne nu?”, vraag ik, terwijl duizenden gedachten door mijn hoofd spoken. “Ze is gewoon hiernaast”, antwoordt Chantal.
Ik slaak een zucht en sta op uit mijn stoel. Op goed geluk vind ik mijn weg naar de keuken en drink ik wat water.

Boven het aanrecht hebben we een groot raam, met uitzicht op het huis van de buren. Terwijl ik naar buiten kijk, probeer ik mijn hoofd wat tot rust te brengen. Dat lukt redelijk, tot ik merk dat er nog licht brandt bij de buren. Al snel herken ik Anne, die ineens voor haar raam verschijnt en naar ons huis kijkt.
Héél even kijken we elkaar aan, voordat ze geschrokken de gordijnen sluit.

Op dat moment maakt de emotie zich van mij meester. “Dit moet nu stoppen”, fluister ik. “Wat zeg je?”, vraagt Max, die ook behoefte heeft aan een glas water. Ik draai me om en kijk hem aan. “Ik ben zo terug”, zeg ik vastbesloten.
Doelbewust loop ik naar buiten en rechtstreeks naar de voordeur van de buren. Direct begin ik aan te bellen en op de deur te kloppen, terwijl ik Anne’s naam roep.

Het duurt enkele minuten voordat er een reactie komt. Voorzichtig maakt de buurman de deur een stukje open, maar deze zit wel nog vast met een kleine ketting. “Ga weg! Anders bel ik de politie”, dreigt hij zelfverzekerd.
Mij interesseert het echter niets. Hij had me een miljoen kunnen aanbieden, en dan nog had ik het niet gehoord. “Laat me erin. Ik wil mijn dochter zien”, zeg ik. “Anne is je dochter niet. Dat is ze ook nooit geweest. Begrepen?”, antwoordt de buurman.

“Ik heb het netjes gevraagd”, zeg ik sarcastisch, voordat ik alle boosheid loslaat en tegen de deur schop. Blijkbaar heb ik voldoende kracht gezet, want het kettingslot breekt van de deur af. Vlot duw ik de geschrokken buurman aan de kant en baan ik me een weg naar boven.
“Anne! Waar ben je?”, roep ik, terwijl ik alle kamers openmaak. Pas bij de derde deur zie ik haar zitten. In de hoek van de kamer, met haar knieën opgetrokken. Even is het doodstil, tot ze begint te snikken. Iedere snik snijdt dwars door mijn ziel.

“Het spijt me zo”, zegt ze, tussen het huilen door. Ik kniel voor haar neer en pak haar handen vast. “Lieve schat, jij hebt niets waarvoor je je hoeft te schamen, oké? Het is voorbij nu. Kom je alsjeblieft mee naar huis?”, reageer ik, terwijl ik haar tranen wegveeg.
Anne knikt en ik draag haar in mijn armen de trap af. “Stuur de rekening maar”, bijt ik de bange buurman nog toe, voordat ik vertrek. Naar huis. Met Anne.

“Ik heb Roos gebeld; ze is onderweg”, zegt Max, terwijl ik met Anne in een stoel ga zitten. Ik knik als teken dat ik hem begrepen heb, maar op dit moment is al mijn aandacht alleen maar voor Anne. Noor ligt op de bank, naast Chantal. Max legt een hand op mijn schouder. Anne zit op mijn schoot, haar gezicht verstopt in mijn armen. Huilend. Zo is het een hele tijd gebleven. Niemand bewoog, niemand maakte een geluid. Alleen de snikken van Anne waren hoorbaar.

Als Roos arriveert, zijn Anne en Noor van de uitputting al in slaap gevallen. De zon komt buiten al op. Voorzichtig laat ik Anne in de stoel glijden, terwijl ik opsta. Ze wordt er gelukkig niet wakker van.
“Wat doen we nu?”, vraag ik Roos. “De politie bellen”, antwoordt ze kordaat. “Dan kunnen we namens Anne aangifte doen en zullen ze hem arresteren.”
“Dat is het? Zo simpel?” Ik kan niet geloven dat het allemaal zo makkelijk klinkt. “Sorry, er is maar één juiste manier van handelen op dit moment”, legt Roos uit.

Even laat ik die woorden op me inwerken. “Nee, dat is er niet”, reageer ik tenslotte. “Chantal, kun jij Noor naar bed brengen?”, vraag ik vervolgens. Chantal knikt. “Moet ik haar de luier omdoen, of kan ik haar beter wakker maken?”, vraagt ze. Ik haal mijn schouders op.
“Zorg gewoon dat ze veilig in bed ligt. Dat er iemand bij Anne blijft en dat alle deuren op slot gaan, oké?” Chantal kijkt me niet-begrijpend aan. “Waar ga jij dan naartoe?”, vraagt ze voorzichtig.

“Ik ga het juiste doen”, reageer ik. Zonder de reacties van Chantal, Max en Roos af te wachten loop ik naar buiten en stap ik in de auto. Doelbewust rijd ik naar het flatgebouw waar Pierre op driehoog een appartement heeft.
Terwijl ik me een weg baan door de wijk, kom ik ook langs de flat waar ik zelf tot voor kort een woning had. Ik bedenk me hoe gelukkig ik daar dacht te zijn en dat ik nu voor geen goud meer terug zou willen. Niet naar die flat. Niet naar die tijd.

Al snel kan ik de auto op de parkeerplaats voor de flat van Pierre kwijt. Normaal heb ik niet zoveel moeite met inparkeren, maar de alcohol en frustratie drijven me er uiteindelijk toe om maar dubbel te parkeren.
In de hal van de flat hangt een groot bord met alle namen van de bewoners. Ik zoek de naam van Pierre en druk op de bel naast zijn naamkaartje. Pas na een kwartier krijg ik een reactie.

“Jezus, wat krijgen we nou? Het is midden in de nacht!”, roept Pierre via de intercom naar beneden.

“Pierre, Rick hier. Doe eens open”, reageer ik kalm. “Rick? Wat is er aan de hand? Weet je wel hoe laat het is?”, antwoordt hij vervolgens. “Sorry, maar er is iets met Chantal. Maak nou maar gewoon open”, dring ik aan.

Als er iemand is die niet doorheeft hoe laat het is, is het Pierre zelf wel.

Even blijft het stil aan de andere kant van de verbinding. “Oké, kom maar naar boven dan”, reageert hij tenslotte. Direct erna klinkt er een felle zoemer, en kan ik de deur naar het trappenhuis openmaken.

Ik neem niet eens de tijd om op de lift te wachten, en ren de trappen op. Het zijn er dan ook slechts drie. Nog steeds rennend sla ik linksaf de galerij op en zoek ik de deur van Pierre’s appartement.

Enkele seconden later sta ik in zijn flat. De schemering buiten zorgt voor precies genoeg licht om rond te kunnen kijken. Pierre zie ik nergens. Niet in de woonkamer, of keuken. Ik controleer de slaapkamers en de badkamer. Nergens.

Pas dan valt het me op dat de deur naar het balkon openstaat en snel neem ik daar ook een kijkje. Op het balkon zelf is hij niet, maar al snel zie ik hem op de parkeerplaats. In zijn pyjama rent hij richting zijn auto.
Hij moet in de gaten hebben gehad dat ik loog, toen ik hem vertelde dat er iets met Chantal was.

De woede maakt zich opnieuw van me meester en ik via de brandtrappen op de galerij ben ik binnen een kwestie van seconden op de eerste verdieping. Zonder na te denken spring ik daar over het hek naar beneden. Gelukkig ben ik in mijn jeugd vaak uit bomen gevallen en weet ik hoe ik moet doorrollen.
Ik sta direct op. Met wat blauwe plekken, maar gelukkig zonder gebroken botten, ren ik richting de auto van Pierre. Ik snap niet hoe hij zo snel beneden is kunnen komen. Waarschijnlijk heeft hij de lift gepakt, zodra hij mij de trap op hoorde komen.

Pierre start net de auto als ik het handvat van zijn deur vastgrijp. Met een vloeiende beweging trek ik deze open, voordat ik Pierre met twee handen bij zijn keel vastpak. Hij heeft geen gordel om, waardoor ik hem vrij gemakkelijk uit de auto kan trekken. Woedend duw ik hem op de grond.

“Ze is dertien! DERTIEN!”, schreeuw ik, terwijl ik me naast hem op mijn knieën laat zakken. “Hoe kún je zoiets doen?”

Pierre staart naar de schemerende lucht en geeft geen krimp. Net als ik mijn vraag wil herhalen, begint hij te lachen. “Dertien, achttien, dertig. Wat maakt het uit? Ze moet het toch een keer leren? Bovendien ze wilde het zelf, joh. Maak je niet zo druk”, zegt hij, sarcastisch lachend.

Op dat moment kan ik niet meer helder nadenken. Ik sta op en geef hem een schop in zijn kruis. “Je hebt haar verkracht, stomme idioot!”, schreeuw ik, voordat ik op hem ga zitten. “Je hebt haar onschuld weggenomen.”

Pierre doet niets anders dan lachen, ondanks de pijn die hij duidelijk heeft van mijn trap. Net als ik uithaal, om te gaan slaan, weet hij zich van me af te duwen. Ik stoot mijn hoofd tegen een stoeprand en blijf even verdwaasd liggen.
Rap als een konijn weet Pierre in zijn auto te komen en probeert hij weg te rijden. Als ik besef wat er gebeurt, maak ik dat ik in mijn eigen auto kom. Snel zet ik de achtervolging in.

Het duurt een minuut of tien voordat ik op de bumper van de auto van Pierre zit. Ik ben zó boos over de pijn die hij Anne heeft gedaan, dat ik niet meer helder nadenk. Een paar keer probeer ik zijn auto te rammen.
Op dat moment rijden we over de brug waar het dodelijk ongeluk van Marnix en Lisa is gebeurd. Ik schrik even en Pierre kan zo wat afstand nemen. Ik zie alleen Marnix en Lisa voor me. Hun gezin, dat nu het mijne is. Dat ik gezworen heb te beschermen.

En dat zal ik doen ook.

Zodra we van de brug af zijn geef ik opnieuw plankgas. Al snel heb ik Pierre weer bijgehaald en ga ik links naast hem rijden. Ik heb behoorlijk mazzel dat er geen tegenliggend verkeer aankomt.

Als we zij-aan-zij rijden kijken we elkaar heel even aan. Op dat moment steekt Pierre zijn middelvinger naar me op. Woedend stuur ik mijn auto naar rechts. De klap is veel harder dan verwacht en allebei raken we de macht over het stuur kwijt. We crashen samen de berm in, waarbij de auto van Pierre over de kop slaat.

Mijn auto komt op dat moment hard tot stilstand tegen een boom. Alles wordt zwart.
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Peetoom (Hoofdstuk 26)

Hoofdstuk 26: Vermoorde Onschuld

In eerste instantie heb ik geen idee wat er is gebeurd. Voorzichtig open ik mijn ogen en probeer ik te ontwaren waar ik ben. Ik zit nog steeds in de auto. Van onder de motorkap stijgt een flinke pluim rook op.
Voorzichtig maak ik mijn gordel los. Al snel ontdek ik dat ik bloed. In de spiegel zie ik een flinke wond boven mijn rechteroog. Of het van de crash is weet ik niet, want ik herinner me ook dat ik eerder nog tegen een stoeprand ben gevallen.

Ik moet wat kracht zetten als ik de deur van de auto open wil maken, want deze is bij het ongeluk erg beschadigd. Als ik uit de auto stap, kijk ik om me heen.
Het ongeluk is gebeurd aan de rand van een klein bos, een klein stukje van een brug. Dezelfde brug waar Marnix en Lisa zijn overleden. Overal liggen onderdelen van twee voertuigen. Die van Pierre ligt even verderop. Op zijn dak.

Het is één grote ravage.

Langzaam loop ik naar de auto van Pierre. Ik ga op mijn knieën naast het wrak zitten en kijk hoe hij er aan toe is. Tot mijn verbazing zie ik helemaal niets meer in de auto.
Ik herinner me dat hij waarschijnlijk geen gordel heeft gedragen en mogelijk uit de auto is geslingerd.

Op dat moment zie ik in de spiegel van Pierre’s auto iets achter me bewegen. Snel draai ik me om en zie ik een grote tak op me afkomen. Op het allerlaatste moment weet ik hem te ontwijken.

Als ik opsta, zie ik Pierre achter me staan, met de dikke tak in zijn handen. De woede die ik eerder nog voelde, is op slag helemaal terug.
“Ik maak je kapot!”, bijt ik hem toe.

“Probeer het maar. Ik heb helemaal niets fout gedaan. Anne wilde het helemaal zelf!”, probeert hij zich, tevergeefs, te verdedigen.
“Ze is dertien! Zelfs als ze het gewild zou hebben, blijf je met je poten van een kind af!”, schreeuw ik. “Kinderen zijn onschuldig! Die laat je met rust.”

“Stel je niet zo aan”, reageert Pierre laconiek. “Anne is alles behalve onschuldig. Ik heb zelden zo’n geil ku…”.
Ik kan hem niet laten uitpraten. Zonder aan de tak in zijn hand te denken, werp ik me op Pierre. De crash heeft is Pierre blijkbaar zwaar gevallen, want er zit geen kracht meer in hem. We vallen samen op de grond, terwijl op de achtergrond te horen is hoe sirenes ons naderen.

Nog steeds kokend van woede, ga ik op Pierre’s borst zitten. Mijn benen drukken zijn armen op de grond. Dan bal ik mijn vuist en begin ik te slaan.

“Niet doen! Houd op!”, jammert Pierre, als ik hem voor de derde keer in zijn gezicht raak. “Wat nou? Je wilt het toch zelf?”, reageer ik sarcastisch. “Je wilt dit net zo graag als Anne verkracht wilde worden. Geniet er maar van!”

Ik kan niet meer helder nadenken en blijf maar slaan. Pierre bloedt als een rund, wanneer de sirenes bij de plek van ons ongeluk aankomen. Het zijn een ambulance en een politiewagen.

“Houd op met slaan!”, roept iemand, wiens stem me bekend voorkomt. Als ik dit niet kan, wordt ik door twee agenten van Pierre afgetrokken.

“Rick, doe eens rustig!”, roept één van hen. Het is Kim, de oude partner van Marnix. “Wat is er gebeurd?”, vraagt ze gelijk.
“Hij denkt dat ik zijn nichtje verkracht heb”, zegt Pierre, kreunend van de pijn. “Maar hij is knettergek. Je kunt iemand niet verkracht hebben als ze je smeekt om haar te neu..”

Ik trek me los van de agenten en ren op de nog liggende Pierre af. In een roes verkoop ik hem nog één laatste trap. Hij is zó hard dat ik zijn neus kan horen breken. “Vuile hufter!”, bijt ik hem toe.
Pierre huilt van de pijn, terwijl de ambulancemedewerkers hem behandelen. Ik heb voor de zoveelste keer de mazzel van mijn leven. Als iemand anders dan Kim in die politiewagen had gezeten, had ik een groot probleem gehad.

“Hoe haal je het in je hoofd?”, preekt ze me toe, terwijl ik naast de auto in het gras zit. Ik houd een doek tegen mijn voorhoofd, om de wond te stelpen.
“Wat bedoel je?”, reageer ik. “Hij heeft Anne verkracht!” Kim schudt haar hoofd. “We hebben de aangifte binnen. Maar waarom ga je er in hemelsnaam eigen rechter mee spelen? Gast, je had wel dood kunnen zijn!”

“Ja, en hij ook”, antwoord ik, ongeïnteresseerd. “Ik snap dat je Anne wilt beschermen. Maar wat heeft zij hieraan gehad?”, preekt Kim verder. “Zou Marnix dit zo hebben aangepakt?”

Ik lach hardop. “Nee. Die had hem ter plekke een kogel door zijn hoofd gejaagd. En terecht.”
“Hij zou zijn gezin in ieder geval niet nóg meer in gevaar hebben gebracht!”, reageert Kim, enigszins boos om mijn desinteresse. “Nee”, beaam ik. “Marnix hield zich altijd verre van gevaar. Maar ik BEN Marnix niet!”

“Nu moet je echt uitkijken wat je zegt”, waarschuwt Kim me. “Marnix was een geweldige vader. Maar hij was ook een geweldig agent. Hij was daar constant in gevaar! Denk je dat het makkelijk is om undercover te zijn, als je een gezin hebt?”

Even snap ik het niet. “Hoe bedoel je undercover? Marnix deed toch gewoon patrouillewerk?”
Kim kijkt alsof ze betrapt is. “Dat doet er nu niet toe. Ik wil je nooit meer over Marnix horen praten alsof het een slapjanus was. Begrepen?”
“Sorry”, zeg ik oprecht. “Maar je weet toch ook dat ik veel respect voor Marnix heb? Als agent, als man, als vader..”
“Ja, dat weet ik”, reageert Kim. “Maar je moet niet vergeten dat jij net zo’n goede vader voor Anne en Noor bent als hij. Je moet alleen nooit meer zoiets stoms doen. Bel mij dan gewoon!”

Ik besef dat Kim gelijk heeft en laat mijn hoofd hangen. “Heb je nog pijn?”, vraagt ze. Ik schud mijn hoofd, ondanks dat ik dat wel degelijk nog heb. “Kom, dan breng ik je naar huis.”
Terwijl we van de plek des onheils wegrijden, kan ik in de buitenspiegel nog net zien hoe Pierre in de boeien wordt geslagen. Ik slaak een zucht van opluchting.

Het is eindelijk voorbij.

Max, Roos en Chantal zitten om de keukentafel als ik met Kim thuiskom. Ze schrikken zichtbaar van hoe ik eruit zie.
“Rick, wat is er gebeurd?”, vraagt Max, die intussen ook weer helemaal nuchter lijkt te zijn. Kim en ik schuiven aan tafel aan. Ik leg uit wat er is gebeurd nadat ik in de auto ben gestapt. Over hoe ik naar Pierre ben gereden, de vechtpartij op de parkeerplaats en de achtervolging in de auto.
Roos slaat een hand voor haar mond, wanneer ik vertel over het ongeluk. Als Chantal hoort hoe ik Pierre in elkaar heb geslagen, springen de tranen in haar ogen. Met heel veel moeite weet ze deze nog net binnen te houden.

“En nu?”, vraagt Max, als ik uit ben verteld. Ik kijk naar Kim, omdat ik niet weet in hoeveel problemen ik op dit moment zit.
Kim denkt even na. “Pierre is gearresteerd. Hij wordt momenteel behandeld in het ziekenhuis, waarna we hem in voorarrest zullen plaatsen. Iemand die de dochter van Marnix Volders misbruikt heeft, zal op ons bureau nog een hoop pijn lijden, dat beloof ik jullie. Alle agenten hebben nog altijd een groot respect voor hem.”

Het stelt me enigszins gerust om te weten dat Pierre er ook nu niet makkelijk vanaf zal komen. “En ik? Hoe diep zit ik in de problemen?”, vraag ik Kim. “Nou, het enige dat het voor jou moeilijk kan maken, is als Pierre aangifte tegen je doet. Maar dat zal dan moeten gebeuren via één van onze agenten. Ik verwacht dat, als die aangifte er al komt, deze wel ergens kwijt zal raken”, antwoordt ze.

Hierna richt ze zich tot Chantal. “Ik begrijp dat jullie net met Anne naar het ziekenhuis zijn geweest?”, vraagt ze. Chantal knikt. “Ik ben net even met haar daar naartoe gereden. Het blijkt dat ze er nog steeds veel pijn van heeft, maar dat is het enige. Dat gaat gelukkig over.”
“Ik heb Anne gevraagd om eens met me te komen praten”, zegt Max daarna. “Daar kijkt ze niet naar uit, maar ze snapt dat het nodig is om alles te verwerken.”
Ik knik. “Dankjewel, Max. Dat waardeer ik echt.”
“Anne heeft me ook gevraagd om terug te draaien dat ze onder voogdij is gekomen van de familie Franssen”, zegt Roos ten slotte. “Maar die papieren had ik toch nog niet ingediend, dus dat is geen enkel probleem.”

“Dan klinkt het alsof alles hier tot rust kan komen”, reageert Kim. “Ik kan met een gerust hart vertrekken.” Samen met haar loop ik naar de voordeur.
“Bedankt voor alles”, zeg ik. Ik schaam me enigszins dat ik haar inderdaad niet eerder ingeschakeld heb. “Het is wel goed. Zorg voor je dochters”, reageert ze, voordat we elkaar de hand schudden.

Net als Kim in haar dienstwagen wil stappen, bedenk ik me nog iets. “Kim? Wat bedoelde je eigenlijk toen je het over Marnix had? Dat hij undercover was?”
Kim blijft even stilletjes staan. “Dat is een verhaal voor een andere keer, oké?” Ik knik en besluit het onderwerp te laten rusten. Ik heb nu andere prioriteiten.

Even later sta ik in de slaapkamer van Noor. Ze ligt heerlijk te dromen. Waarschijnlijk enorm opgelucht dat we allemaal weer samen zijn. Ik pak het dekbed vast en stop haar nog eens goed in.
Als ik de gang oploop, hoor ik dat Anne me roept. Ze ligt gelukkig weer in haar eigen bed. “Gaat het? Ik heb alles gehoord..”, vraagt ze. Ik ga naast haar op bed zitten en houdt haar vast in mijn armen.

“Het gaat goed. We zijn nu weer samen. Jij, Noor en ik. En we staan er niet meer alleen voor, oké? We hebben Max en Roos. En Chantal. We kunnen nu weer een gezin zijn”, stel ik haar gerust.

“En Pierre?”, vraagt ze, met een angstige toon in haar stem. “Maak je maar geen zorgen, lieverd”, troost ik haar. Ik geef haar een kus op haar voorhoofd. “Er kan je niets meer gebeuren. Alles is nu voorbij.”

Maar terwijl ik dat zeg, heb ik er geen flauw benul van dat ons huis stiekem wordt gadegeslagen door een mysterieus figuur…
 

dwaas

Ooit kom je iemand tegen die je hartje verwarmt
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Snakebite je weet het wel weer mooi te verpakken allemaal he..

wat een clifhangers elke keer..



al zou dit verhaal 100 hoofdstukken bevatten ..... ze zijn allemaal goed
 

Snakebite

Superlid
Forumleiding
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

dwaas zei:
Snakebite je weet het wel weer mooi te verpakken allemaal he..

wat een clifhangers elke keer..



al zou dit verhaal 100 hoofdstukken bevatten ..... ze zijn allemaal goed
Haha, thanks! Ik ben inderdaad een enorme fan van cliffhangers. ;)

die-hard zei:
zoals gewoonlijk fantastisch.
Thanks! ^-^
 

luierfan_boy

Zeg niet wat je weet, maar weet wat je zegt.
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

WOW! heb het met een bonzend hart gelezen.. ècht geweldig gedaan! ;)
Eerst vond ik het al niet bij het karakter passen dat het leek alsof hij geen actie ging ondernemen, maar ik had het gelukkig verkeerd!

Je had trouwens een tijdje geleden verteld dat je na Peetoom pas met Celblok-D verder ging. Maar wat ga je doen nu Peetoom verder gaat? (totaal niks op tegen natuurlijk!)

~LB
 
Bovenaan