Nog niet klaar Peetoom

Hoe goed is dit verhaal?

  • 1

    Stemmen: 1 1,4%
  • 2

    Stemmen: 0 0,0%
  • 3

    Stemmen: 1 1,4%
  • 4

    Stemmen: 0 0,0%
  • 5

    Stemmen: 0 0,0%
  • 6

    Stemmen: 0 0,0%
  • 7

    Stemmen: 0 0,0%
  • 8

    Stemmen: 1 1,4%
  • 9

    Stemmen: 10 14,1%
  • 10

    Stemmen: 58 81,7%

  • Totaal stemmers
    71

Snakebite

Superlid
Peetoom (Hoofdstuk 25)

Hoofdstuk 25: Hufter

Ik ben in één klap weer nuchter. “Verkracht?”, vraag ik voor misschien wel de honderdste keer. Een enorm ongeloof klinkt nog steeds door in mijn stem.
Chantal knikt. “Anne heeft het Noor allemaal verteld”, legt ze uit. “Noor mocht het niemand vertellen, maar zodra ze thuiskwam zag ik dat er iets aan de hand was. Gelukkig is ze verstandig geweest en heeft ze me gelijk alles verteld.”

“Wanneer dan?” De verbijstering wil maar niet zakken. “Weet je nog toen ik met de meiden zou gaan winkelen? Dat Anne toen ziek was en bij Pierre is gebleven?” Ik knik. “De dag dat ze voor het eerst ongesteld is geworden. Is het toen gebeurd?”
Chantal schudt met haar hoofd. “Ze is toen niet ongesteld geworden. Waarschijnlijk heeft ze door de verkrachting zo gebloed.” De woorden doen pijn en ik bal mijn vuisten.

“Waar is Anne nu?”, vraag ik, terwijl duizenden gedachten door mijn hoofd spoken. “Ze is gewoon hiernaast”, antwoordt Chantal.
Ik slaak een zucht en sta op uit mijn stoel. Op goed geluk vind ik mijn weg naar de keuken en drink ik wat water.

Boven het aanrecht hebben we een groot raam, met uitzicht op het huis van de buren. Terwijl ik naar buiten kijk, probeer ik mijn hoofd wat tot rust te brengen. Dat lukt redelijk, tot ik merk dat er nog licht brandt bij de buren. Al snel herken ik Anne, die ineens voor haar raam verschijnt en naar ons huis kijkt.
Héél even kijken we elkaar aan, voordat ze geschrokken de gordijnen sluit.

Op dat moment maakt de emotie zich van mij meester. “Dit moet nu stoppen”, fluister ik. “Wat zeg je?”, vraagt Max, die ook behoefte heeft aan een glas water. Ik draai me om en kijk hem aan. “Ik ben zo terug”, zeg ik vastbesloten.
Doelbewust loop ik naar buiten en rechtstreeks naar de voordeur van de buren. Direct begin ik aan te bellen en op de deur te kloppen, terwijl ik Anne’s naam roep.

Het duurt enkele minuten voordat er een reactie komt. Voorzichtig maakt de buurman de deur een stukje open, maar deze zit wel nog vast met een kleine ketting. “Ga weg! Anders bel ik de politie”, dreigt hij zelfverzekerd.
Mij interesseert het echter niets. Hij had me een miljoen kunnen aanbieden, en dan nog had ik het niet gehoord. “Laat me erin. Ik wil mijn dochter zien”, zeg ik. “Anne is je dochter niet. Dat is ze ook nooit geweest. Begrepen?”, antwoordt de buurman.

“Ik heb het netjes gevraagd”, zeg ik sarcastisch, voordat ik alle boosheid loslaat en tegen de deur schop. Blijkbaar heb ik voldoende kracht gezet, want het kettingslot breekt van de deur af. Vlot duw ik de geschrokken buurman aan de kant en baan ik me een weg naar boven.
“Anne! Waar ben je?”, roep ik, terwijl ik alle kamers openmaak. Pas bij de derde deur zie ik haar zitten. In de hoek van de kamer, met haar knieën opgetrokken. Even is het doodstil, tot ze begint te snikken. Iedere snik snijdt dwars door mijn ziel.

“Het spijt me zo”, zegt ze, tussen het huilen door. Ik kniel voor haar neer en pak haar handen vast. “Lieve schat, jij hebt niets waarvoor je je hoeft te schamen, oké? Het is voorbij nu. Kom je alsjeblieft mee naar huis?”, reageer ik, terwijl ik haar tranen wegveeg.
Anne knikt en ik draag haar in mijn armen de trap af. “Stuur de rekening maar”, bijt ik de bange buurman nog toe, voordat ik vertrek. Naar huis. Met Anne.

“Ik heb Roos gebeld; ze is onderweg”, zegt Max, terwijl ik met Anne in een stoel ga zitten. Ik knik als teken dat ik hem begrepen heb, maar op dit moment is al mijn aandacht alleen maar voor Anne. Noor ligt op de bank, naast Chantal. Max legt een hand op mijn schouder. Anne zit op mijn schoot, haar gezicht verstopt in mijn armen. Huilend. Zo is het een hele tijd gebleven. Niemand bewoog, niemand maakte een geluid. Alleen de snikken van Anne waren hoorbaar.

Als Roos arriveert, zijn Anne en Noor van de uitputting al in slaap gevallen. De zon komt buiten al op. Voorzichtig laat ik Anne in de stoel glijden, terwijl ik opsta. Ze wordt er gelukkig niet wakker van.
“Wat doen we nu?”, vraag ik Roos. “De politie bellen”, antwoordt ze kordaat. “Dan kunnen we namens Anne aangifte doen en zullen ze hem arresteren.”
“Dat is het? Zo simpel?” Ik kan niet geloven dat het allemaal zo makkelijk klinkt. “Sorry, er is maar één juiste manier van handelen op dit moment”, legt Roos uit.

Even laat ik die woorden op me inwerken. “Nee, dat is er niet”, reageer ik tenslotte. “Chantal, kun jij Noor naar bed brengen?”, vraag ik vervolgens. Chantal knikt. “Moet ik haar de luier omdoen, of kan ik haar beter wakker maken?”, vraagt ze. Ik haal mijn schouders op.
“Zorg gewoon dat ze veilig in bed ligt. Dat er iemand bij Anne blijft en dat alle deuren op slot gaan, oké?” Chantal kijkt me niet-begrijpend aan. “Waar ga jij dan naartoe?”, vraagt ze voorzichtig.

“Ik ga het juiste doen”, reageer ik. Zonder de reacties van Chantal, Max en Roos af te wachten loop ik naar buiten en stap ik in de auto. Doelbewust rijd ik naar het flatgebouw waar Pierre op driehoog een appartement heeft.
Terwijl ik me een weg baan door de wijk, kom ik ook langs de flat waar ik zelf tot voor kort een woning had. Ik bedenk me hoe gelukkig ik daar dacht te zijn en dat ik nu voor geen goud meer terug zou willen. Niet naar die flat. Niet naar die tijd.

Al snel kan ik de auto op de parkeerplaats voor de flat van Pierre kwijt. Normaal heb ik niet zoveel moeite met inparkeren, maar de alcohol en frustratie drijven me er uiteindelijk toe om maar dubbel te parkeren.
In de hal van de flat hangt een groot bord met alle namen van de bewoners. Ik zoek de naam van Pierre en druk op de bel naast zijn naamkaartje. Pas na een kwartier krijg ik een reactie.

“Jezus, wat krijgen we nou? Het is midden in de nacht!”, roept Pierre via de intercom naar beneden.

“Pierre, Rick hier. Doe eens open”, reageer ik kalm. “Rick? Wat is er aan de hand? Weet je wel hoe laat het is?”, antwoordt hij vervolgens. “Sorry, maar er is iets met Chantal. Maak nou maar gewoon open”, dring ik aan.

Als er iemand is die niet doorheeft hoe laat het is, is het Pierre zelf wel.

Even blijft het stil aan de andere kant van de verbinding. “Oké, kom maar naar boven dan”, reageert hij tenslotte. Direct erna klinkt er een felle zoemer, en kan ik de deur naar het trappenhuis openmaken.

Ik neem niet eens de tijd om op de lift te wachten, en ren de trappen op. Het zijn er dan ook slechts drie. Nog steeds rennend sla ik linksaf de galerij op en zoek ik de deur van Pierre’s appartement.

Enkele seconden later sta ik in zijn flat. De schemering buiten zorgt voor precies genoeg licht om rond te kunnen kijken. Pierre zie ik nergens. Niet in de woonkamer, of keuken. Ik controleer de slaapkamers en de badkamer. Nergens.

Pas dan valt het me op dat de deur naar het balkon openstaat en snel neem ik daar ook een kijkje. Op het balkon zelf is hij niet, maar al snel zie ik hem op de parkeerplaats. In zijn pyjama rent hij richting zijn auto.
Hij moet in de gaten hebben gehad dat ik loog, toen ik hem vertelde dat er iets met Chantal was.

De woede maakt zich opnieuw van me meester en ik via de brandtrappen op de galerij ben ik binnen een kwestie van seconden op de eerste verdieping. Zonder na te denken spring ik daar over het hek naar beneden. Gelukkig ben ik in mijn jeugd vaak uit bomen gevallen en weet ik hoe ik moet doorrollen.
Ik sta direct op. Met wat blauwe plekken, maar gelukkig zonder gebroken botten, ren ik richting de auto van Pierre. Ik snap niet hoe hij zo snel beneden is kunnen komen. Waarschijnlijk heeft hij de lift gepakt, zodra hij mij de trap op hoorde komen.

Pierre start net de auto als ik het handvat van zijn deur vastgrijp. Met een vloeiende beweging trek ik deze open, voordat ik Pierre met twee handen bij zijn keel vastpak. Hij heeft geen gordel om, waardoor ik hem vrij gemakkelijk uit de auto kan trekken. Woedend duw ik hem op de grond.

“Ze is dertien! DERTIEN!”, schreeuw ik, terwijl ik me naast hem op mijn knieën laat zakken. “Hoe kún je zoiets doen?”

Pierre staart naar de schemerende lucht en geeft geen krimp. Net als ik mijn vraag wil herhalen, begint hij te lachen. “Dertien, achttien, dertig. Wat maakt het uit? Ze moet het toch een keer leren? Bovendien ze wilde het zelf, joh. Maak je niet zo druk”, zegt hij, sarcastisch lachend.

Op dat moment kan ik niet meer helder nadenken. Ik sta op en geef hem een schop in zijn kruis. “Je hebt haar verkracht, stomme idioot!”, schreeuw ik, voordat ik op hem ga zitten. “Je hebt haar onschuld weggenomen.”

Pierre doet niets anders dan lachen, ondanks de pijn die hij duidelijk heeft van mijn trap. Net als ik uithaal, om te gaan slaan, weet hij zich van me af te duwen. Ik stoot mijn hoofd tegen een stoeprand en blijf even verdwaasd liggen.
Rap als een konijn weet Pierre in zijn auto te komen en probeert hij weg te rijden. Als ik besef wat er gebeurt, maak ik dat ik in mijn eigen auto kom. Snel zet ik de achtervolging in.

Het duurt een minuut of tien voordat ik op de bumper van de auto van Pierre zit. Ik ben zó boos over de pijn die hij Anne heeft gedaan, dat ik niet meer helder nadenk. Een paar keer probeer ik zijn auto te rammen.
Op dat moment rijden we over de brug waar het dodelijk ongeluk van Marnix en Lisa is gebeurd. Ik schrik even en Pierre kan zo wat afstand nemen. Ik zie alleen Marnix en Lisa voor me. Hun gezin, dat nu het mijne is. Dat ik gezworen heb te beschermen.

En dat zal ik doen ook.

Zodra we van de brug af zijn geef ik opnieuw plankgas. Al snel heb ik Pierre weer bijgehaald en ga ik links naast hem rijden. Ik heb behoorlijk mazzel dat er geen tegenliggend verkeer aankomt.

Als we zij-aan-zij rijden kijken we elkaar heel even aan. Op dat moment steekt Pierre zijn middelvinger naar me op. Woedend stuur ik mijn auto naar rechts. De klap is veel harder dan verwacht en allebei raken we de macht over het stuur kwijt. We crashen samen de berm in, waarbij de auto van Pierre over de kop slaat.

Mijn auto komt op dat moment hard tot stilstand tegen een boom. Alles wordt zwart.
 

Snakebite

Superlid
Peetoom (Hoofdstuk 26)

Hoofdstuk 26: Vermoorde Onschuld

In eerste instantie heb ik geen idee wat er is gebeurd. Voorzichtig open ik mijn ogen en probeer ik te ontwaren waar ik ben. Ik zit nog steeds in de auto. Van onder de motorkap stijgt een flinke pluim rook op.
Voorzichtig maak ik mijn gordel los. Al snel ontdek ik dat ik bloed. In de spiegel zie ik een flinke wond boven mijn rechteroog. Of het van de crash is weet ik niet, want ik herinner me ook dat ik eerder nog tegen een stoeprand ben gevallen.

Ik moet wat kracht zetten als ik de deur van de auto open wil maken, want deze is bij het ongeluk erg beschadigd. Als ik uit de auto stap, kijk ik om me heen.
Het ongeluk is gebeurd aan de rand van een klein bos, een klein stukje van een brug. Dezelfde brug waar Marnix en Lisa zijn overleden. Overal liggen onderdelen van twee voertuigen. Die van Pierre ligt even verderop. Op zijn dak.

Het is één grote ravage.

Langzaam loop ik naar de auto van Pierre. Ik ga op mijn knieën naast het wrak zitten en kijk hoe hij er aan toe is. Tot mijn verbazing zie ik helemaal niets meer in de auto.
Ik herinner me dat hij waarschijnlijk geen gordel heeft gedragen en mogelijk uit de auto is geslingerd.

Op dat moment zie ik in de spiegel van Pierre’s auto iets achter me bewegen. Snel draai ik me om en zie ik een grote tak op me afkomen. Op het allerlaatste moment weet ik hem te ontwijken.

Als ik opsta, zie ik Pierre achter me staan, met de dikke tak in zijn handen. De woede die ik eerder nog voelde, is op slag helemaal terug.
“Ik maak je kapot!”, bijt ik hem toe.

“Probeer het maar. Ik heb helemaal niets fout gedaan. Anne wilde het helemaal zelf!”, probeert hij zich, tevergeefs, te verdedigen.
“Ze is dertien! Zelfs als ze het gewild zou hebben, blijf je met je poten van een kind af!”, schreeuw ik. “Kinderen zijn onschuldig! Die laat je met rust.”

“Stel je niet zo aan”, reageert Pierre laconiek. “Anne is alles behalve onschuldig. Ik heb zelden zo’n geil ku…”.
Ik kan hem niet laten uitpraten. Zonder aan de tak in zijn hand te denken, werp ik me op Pierre. De crash heeft is Pierre blijkbaar zwaar gevallen, want er zit geen kracht meer in hem. We vallen samen op de grond, terwijl op de achtergrond te horen is hoe sirenes ons naderen.

Nog steeds kokend van woede, ga ik op Pierre’s borst zitten. Mijn benen drukken zijn armen op de grond. Dan bal ik mijn vuist en begin ik te slaan.

“Niet doen! Houd op!”, jammert Pierre, als ik hem voor de derde keer in zijn gezicht raak. “Wat nou? Je wilt het toch zelf?”, reageer ik sarcastisch. “Je wilt dit net zo graag als Anne verkracht wilde worden. Geniet er maar van!”

Ik kan niet meer helder nadenken en blijf maar slaan. Pierre bloedt als een rund, wanneer de sirenes bij de plek van ons ongeluk aankomen. Het zijn een ambulance en een politiewagen.

“Houd op met slaan!”, roept iemand, wiens stem me bekend voorkomt. Als ik dit niet kan, wordt ik door twee agenten van Pierre afgetrokken.

“Rick, doe eens rustig!”, roept één van hen. Het is Kim, de oude partner van Marnix. “Wat is er gebeurd?”, vraagt ze gelijk.
“Hij denkt dat ik zijn nichtje verkracht heb”, zegt Pierre, kreunend van de pijn. “Maar hij is knettergek. Je kunt iemand niet verkracht hebben als ze je smeekt om haar te neu..”

Ik trek me los van de agenten en ren op de nog liggende Pierre af. In een roes verkoop ik hem nog één laatste trap. Hij is zó hard dat ik zijn neus kan horen breken. “Vuile hufter!”, bijt ik hem toe.
Pierre huilt van de pijn, terwijl de ambulancemedewerkers hem behandelen. Ik heb voor de zoveelste keer de mazzel van mijn leven. Als iemand anders dan Kim in die politiewagen had gezeten, had ik een groot probleem gehad.

“Hoe haal je het in je hoofd?”, preekt ze me toe, terwijl ik naast de auto in het gras zit. Ik houd een doek tegen mijn voorhoofd, om de wond te stelpen.
“Wat bedoel je?”, reageer ik. “Hij heeft Anne verkracht!” Kim schudt haar hoofd. “We hebben de aangifte binnen. Maar waarom ga je er in hemelsnaam eigen rechter mee spelen? Gast, je had wel dood kunnen zijn!”

“Ja, en hij ook”, antwoord ik, ongeïnteresseerd. “Ik snap dat je Anne wilt beschermen. Maar wat heeft zij hieraan gehad?”, preekt Kim verder. “Zou Marnix dit zo hebben aangepakt?”

Ik lach hardop. “Nee. Die had hem ter plekke een kogel door zijn hoofd gejaagd. En terecht.”
“Hij zou zijn gezin in ieder geval niet nóg meer in gevaar hebben gebracht!”, reageert Kim, enigszins boos om mijn desinteresse. “Nee”, beaam ik. “Marnix hield zich altijd verre van gevaar. Maar ik BEN Marnix niet!”

“Nu moet je echt uitkijken wat je zegt”, waarschuwt Kim me. “Marnix was een geweldige vader. Maar hij was ook een geweldig agent. Hij was daar constant in gevaar! Denk je dat het makkelijk is om undercover te zijn, als je een gezin hebt?”

Even snap ik het niet. “Hoe bedoel je undercover? Marnix deed toch gewoon patrouillewerk?”
Kim kijkt alsof ze betrapt is. “Dat doet er nu niet toe. Ik wil je nooit meer over Marnix horen praten alsof het een slapjanus was. Begrepen?”
“Sorry”, zeg ik oprecht. “Maar je weet toch ook dat ik veel respect voor Marnix heb? Als agent, als man, als vader..”
“Ja, dat weet ik”, reageert Kim. “Maar je moet niet vergeten dat jij net zo’n goede vader voor Anne en Noor bent als hij. Je moet alleen nooit meer zoiets stoms doen. Bel mij dan gewoon!”

Ik besef dat Kim gelijk heeft en laat mijn hoofd hangen. “Heb je nog pijn?”, vraagt ze. Ik schud mijn hoofd, ondanks dat ik dat wel degelijk nog heb. “Kom, dan breng ik je naar huis.”
Terwijl we van de plek des onheils wegrijden, kan ik in de buitenspiegel nog net zien hoe Pierre in de boeien wordt geslagen. Ik slaak een zucht van opluchting.

Het is eindelijk voorbij.

Max, Roos en Chantal zitten om de keukentafel als ik met Kim thuiskom. Ze schrikken zichtbaar van hoe ik eruit zie.
“Rick, wat is er gebeurd?”, vraagt Max, die intussen ook weer helemaal nuchter lijkt te zijn. Kim en ik schuiven aan tafel aan. Ik leg uit wat er is gebeurd nadat ik in de auto ben gestapt. Over hoe ik naar Pierre ben gereden, de vechtpartij op de parkeerplaats en de achtervolging in de auto.
Roos slaat een hand voor haar mond, wanneer ik vertel over het ongeluk. Als Chantal hoort hoe ik Pierre in elkaar heb geslagen, springen de tranen in haar ogen. Met heel veel moeite weet ze deze nog net binnen te houden.

“En nu?”, vraagt Max, als ik uit ben verteld. Ik kijk naar Kim, omdat ik niet weet in hoeveel problemen ik op dit moment zit.
Kim denkt even na. “Pierre is gearresteerd. Hij wordt momenteel behandeld in het ziekenhuis, waarna we hem in voorarrest zullen plaatsen. Iemand die de dochter van Marnix Volders misbruikt heeft, zal op ons bureau nog een hoop pijn lijden, dat beloof ik jullie. Alle agenten hebben nog altijd een groot respect voor hem.”

Het stelt me enigszins gerust om te weten dat Pierre er ook nu niet makkelijk vanaf zal komen. “En ik? Hoe diep zit ik in de problemen?”, vraag ik Kim. “Nou, het enige dat het voor jou moeilijk kan maken, is als Pierre aangifte tegen je doet. Maar dat zal dan moeten gebeuren via één van onze agenten. Ik verwacht dat, als die aangifte er al komt, deze wel ergens kwijt zal raken”, antwoordt ze.

Hierna richt ze zich tot Chantal. “Ik begrijp dat jullie net met Anne naar het ziekenhuis zijn geweest?”, vraagt ze. Chantal knikt. “Ik ben net even met haar daar naartoe gereden. Het blijkt dat ze er nog steeds veel pijn van heeft, maar dat is het enige. Dat gaat gelukkig over.”
“Ik heb Anne gevraagd om eens met me te komen praten”, zegt Max daarna. “Daar kijkt ze niet naar uit, maar ze snapt dat het nodig is om alles te verwerken.”
Ik knik. “Dankjewel, Max. Dat waardeer ik echt.”
“Anne heeft me ook gevraagd om terug te draaien dat ze onder voogdij is gekomen van de familie Franssen”, zegt Roos ten slotte. “Maar die papieren had ik toch nog niet ingediend, dus dat is geen enkel probleem.”

“Dan klinkt het alsof alles hier tot rust kan komen”, reageert Kim. “Ik kan met een gerust hart vertrekken.” Samen met haar loop ik naar de voordeur.
“Bedankt voor alles”, zeg ik. Ik schaam me enigszins dat ik haar inderdaad niet eerder ingeschakeld heb. “Het is wel goed. Zorg voor je dochters”, reageert ze, voordat we elkaar de hand schudden.

Net als Kim in haar dienstwagen wil stappen, bedenk ik me nog iets. “Kim? Wat bedoelde je eigenlijk toen je het over Marnix had? Dat hij undercover was?”
Kim blijft even stilletjes staan. “Dat is een verhaal voor een andere keer, oké?” Ik knik en besluit het onderwerp te laten rusten. Ik heb nu andere prioriteiten.

Even later sta ik in de slaapkamer van Noor. Ze ligt heerlijk te dromen. Waarschijnlijk enorm opgelucht dat we allemaal weer samen zijn. Ik pak het dekbed vast en stop haar nog eens goed in.
Als ik de gang oploop, hoor ik dat Anne me roept. Ze ligt gelukkig weer in haar eigen bed. “Gaat het? Ik heb alles gehoord..”, vraagt ze. Ik ga naast haar op bed zitten en houdt haar vast in mijn armen.

“Het gaat goed. We zijn nu weer samen. Jij, Noor en ik. En we staan er niet meer alleen voor, oké? We hebben Max en Roos. En Chantal. We kunnen nu weer een gezin zijn”, stel ik haar gerust.

“En Pierre?”, vraagt ze, met een angstige toon in haar stem. “Maak je maar geen zorgen, lieverd”, troost ik haar. Ik geef haar een kus op haar voorhoofd. “Er kan je niets meer gebeuren. Alles is nu voorbij.”

Maar terwijl ik dat zeg, heb ik er geen flauw benul van dat ons huis stiekem wordt gadegeslagen door een mysterieus figuur…
 

dwaas

Ooit kom je iemand tegen die je hartje verwarmt
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Snakebite je weet het wel weer mooi te verpakken allemaal he..

wat een clifhangers elke keer..



al zou dit verhaal 100 hoofdstukken bevatten ..... ze zijn allemaal goed
 

Snakebite

Superlid
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

dwaas zei:
Snakebite je weet het wel weer mooi te verpakken allemaal he..

wat een clifhangers elke keer..



al zou dit verhaal 100 hoofdstukken bevatten ..... ze zijn allemaal goed
Haha, thanks! Ik ben inderdaad een enorme fan van cliffhangers. ;)

die-hard zei:
zoals gewoonlijk fantastisch.
Thanks! ^-^
 
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

WOW! heb het met een bonzend hart gelezen.. ècht geweldig gedaan! ;)
Eerst vond ik het al niet bij het karakter passen dat het leek alsof hij geen actie ging ondernemen, maar ik had het gelukkig verkeerd!

Je had trouwens een tijdje geleden verteld dat je na Peetoom pas met Celblok-D verder ging. Maar wat ga je doen nu Peetoom verder gaat? (totaal niks op tegen natuurlijk!)

~LB
 

Snakebite

Superlid
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Poko zei:
En ik was ook benieuwd of iemand (TS wellicht?) mij kan uitleggen wat al die afkortingen betekenen in de TT
Dat zijn codes die aangeven met welk type verhaal je te maken hebt. Er is ergens een topic over deze 'Limbocodes', maar ik weet niet precies waar. :)

Voorbeelden zijn: TB = Teen Baby ; ML = Meisje Luier ; NL = Natte Luier, etc, etc.

Poko zei:
We zijn nu natuurlijk wel benieuwd wie dat mysterieuze figuur is. ;)
Dit weekend zal ik het laatste deel online zetten. Dus je hoeft gelukkig niet lang benieuwd te zijn. :p
 

Paddy

Daddy, searching...
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Lastig hoor. Nu moet ik dit hele weekend online kijken of er al een nieuw deel is ;-).

Super verhaal, kan niet wachten op het volgende deel. Zeker het wachten waard :)
 
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Ik vraag me af wat een Tie-in precies betekend, Snakebite? Zonder te spoilen natuurlijk :p
 

Snakebite

Superlid
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

luierfan_boy zei:
Ik vraag me af wat een Tie-in precies betekend, Snakebite? Zonder te spoilen natuurlijk :p
Een tie-in is een moment waarop (in dit geval) de twee verhalen elkaar overlappen. :)

paddy123 zei:
Lastig hoor. Nu moet ik dit hele weekend online kijken of er al een nieuw deel is ;-).

Super verhaal, kan niet wachten op het volgende deel. Zeker het wachten waard :)
Top om te horen! :D Het laatste deel zal in de loop van de nacht verschijnen, dus als je morgenvroeg op het forum bent, zie je het vanzelf. :)
 

Paddy

Daddy, searching...
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Snakebite zei:
Top om te horen! :D Het laatste deel zal in de loop van de nacht verschijnen, dus als je morgenvroeg op het forum bent, zie je het vanzelf. :)
Ben zeker weer te vroeg ;-), kon het niet laten even te kijken :)
 

scenekid

Toplid
Re: Peetoom (TB ML TL WL NL GL VN BP)

Snakebite zei:
luierfan_boy zei:
Hier ook iemand die het liefst s' nachts schrijft, Snakebite ;)
Fijn, hè? Lekker rustig. Niet teveel afleiding. Afgezien van de chat. :p
Ha, wist niet dat zoveel mensen dat hadden. Maar zoveel schrijvers ken ik eigenlijk ook niet...
 

Snakebite

Superlid
Peetoom (Hoofdstuk 27) [SLOT]

Hoofdstuk 27: Vaderdag

“RICK! Ben je wakker?!”

Nog voordat ik genoeg bij mijn positieven ben om te bedenken hoe praten ook alweer in zijn werk gaat, stormt Noortje de slaapkamer al binnen. Meteen springt ze op het bed.
“Hoe laat is het?”, vraag ik fluisterend. “Half acht”, antwoordt Noor, alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
Net als ik denk dat ik een hamer en beitel nodig heb, weet ik toch op eigen kracht mijn ogen te openen. Meteen kijk ik naar de alarmklok. 7:23 uur.

“Noor, kom eens hier. Oom Rick gaat je iets leren over de zogenaamde “zondag”. Dit is namelijk de enige dag in de hele week dat ik kan uitslapen. Althans, tot twaalf uur. Voordat jij moet voetballen en jullie daarna allebei naar scouting gaan. Daarom moet je er vanuit gaan dat ik op deze heel speciale dag nooit, maar dan ook nooit, wakker zal zijn vóór elf uur. Oké, lieverd? Tot straks.”

Maar Noor blijft gewoon op het bed zitten, met een enorme glimlach. Uiteindelijk geef ik toch maar toe aan mijn nieuwsgierigheid. “Oké, wat is er aan de hand?”, vraag ik, tussen het geeuwen door.

“Voel eens aan mijn luier”, zegt Noor, doodserieus. “Sorry, wat?”, reageer ik, niet begrijpend. “Voel nou maar gewoon even”, dringt Noor aan, terwijl ze haar enorme slaapshirt wat omhoogtrekt. Een beetje ongemakkelijk laat ik de rug van mijn hand even over de voorkant van haar luier glijden.
“Voel je het?”, vraagt Noor vrolijk. “Sorry, ik voel niets”, reageer ik. “Dat bedoel ik! Ik ben nog droog!”, roept Noor opgewonden.
Pas dan dringt het tot me door hoe belangrijk dit voor Noor is. Het is de eerste nacht sinds het ongeluk van Marnix en Lisa dat ze droog is gebleven. “Ah, wat goed!”, probeer ik zo enthousiast mogelijk te roepen. “Ik ben trots op je.”
“Mag ik naast je komen liggen?”, vraagt ze vervolgens. Ik twijfel. “Ben je nog moe?” Noor knikt. “Dan kom maar rustig hier liggen, lieverd”, reageer ik, blij dat ze niet de hele ochtend wilt kletsen.

Om kwart voor elf begint de alarmklok te piepen en word ik voor de tweede keer deze ochtend wakker. Noor slaapt, zoals gewoonlijk, overal doorheen en ik besluit om haar nog even in bed te laten liggen. Dan is ze tenminste goed uitgerust als ze straks moet voetballen.
Even later ben ik beneden in de woonkamer, waar Chantal nog op de bank ligt te slapen. Na alle ellende van de afgelopen nacht, heeft ze besloten om hier te slapen. Voor haar is het ook niet goed om nu alleen te zijn. Ze voelt zich er erg schuldig over dat ze Pierre in Anne’s leven heeft gebracht. Geheel onterecht, maar wel begrijpelijk.

Zo stil als ik kan maak ik twee kopjes koffie klaar in de keuken. Met deze in mijn handen, kniel ik stilletjes naast de bank neer.
“Goedemorgen, schoonheid”, grap ik. Langzaam wordt Chantal wakker. “Hoe laat is het?”, vraagt ze slaperig. “Koffietijd”, antwoord ik lachend. Chantal gaat rechtop zitten en kruipt bijna helemaal weg onder een deken.
“Hoe voel je je nu?”, vraag ik bezorgd, terwijl Chantal haar mok koffie aanneemt. “Nog steeds de domste mens op aarde”, antwoordt ze. “Helaas voor jou heb is die titel al vergeven”, probeer ik de situatie te verlichten met een grap.
Het werkt niet echt. Chantal’s schuldgevoel is zelfs in haar ogen nog terug te zien. “Luister eens naar me”, probeer ik het opnieuw. “Niemand heeft dit kunnen voorkomen, oké? Er is maar één persoon die schuld heeft aan wat er gebeurd is en dat is Pierre. Hij heeft de keuze gemaakt, niet jij.”
Chantal kijkt me niet-begrijpend aan. “Hoe kun je mij dit nu niet kwalijk nemen? Je hebt me keer op keer gewaarschuwd voor hem. En hoe vaker jij me zei dat ik Pierre moest dumpen, hoe meer ik naar hem toetrok. Er is geen excuus!”, reageert Chantal emotioneel.
“Waarom ik je dat niet kwalijk neem?”, vraag ik. “Omdat ik weet dat je Anne en Noor nooit met opzet in gevaar zou brengen. Hoe boos je ook op mij zou zijn. En omdat ik weet dat je een goed persoon bent. De liefste die ik ken”, antwoord ik.
Chantal is duidelijk geraakt door mijn woorden, en ze pakt mijn hand vast. Momentenlang kijken we elkaar in de ogen aan. Gevoelens waaraan ik nooit heb durven toegeven stromen door me heen.
“Omdat ik van je houd”, geef ik tenslotte toe, voordat ik Chantal op haar voorhoofd zoen. Langzaam beweeg ik mijn lippen richting haar mond. Alle twijfel die ik jarenlang gevoeld heb, is verdwenen. Ineens drukt Chantal haar lippen tegen de mijne. Heel even verdwijnen alle problemen op de wereld en draait alles om onze zoen. Om ons.
Als we onze zoen afbreken, kijkt ze me met betraande ogen aan. “Eindelijk”, zegt ze. “Ik houd ook van jou..”

Na een innige omhelzing, vraag ik Chantal of ze iets wilt eten. “Heb je nog pindakaas?”, vraagt ze. “Wat dacht jij dan? Anne smeert dat in kilo’s op haar brood”, antwoord ik, voordat ik van de bank opsta.
Op het moment dat ik me omdraai en naar de keuken wil lopen, blijft mijn blik hangen op het raam. Op wat ik buiten zie. Op wie ik buiten zie. Zittend op het gemeentebankje aan de overkant van de straat. Het is Ellen. Ze zal alles gezien hebben.
Ik ben zo terug”, zeg ik tegen Chantal, voordat ik naar buiten loop.

“Hoe lang zit je daar al?” vraag ik. “Hoe lang? Sinds vannacht!”, reageert Ellen, als ze me ziet aankomen. “Waarom heb je tegen me gelogen?”, vervolgt ze. “Ik heb niet tegen je gelogen”, reageer ik kalm.
“Je zei dat je over ons zou nadenken!”, roept ze, iets te hard. “Over een andere meid heb je me niets verteld!” Ik zucht. “Er was ook niets te vertellen”, reageer ik eerlijk. “Oh, dus ik moet geloven dat dit de eerste kus was?”, vraagt Ellen wantrouwend.
Ik ga naast haar op het bankje zitten en steek voor ons allebei een sigaret aan. “Ik ga je niet vertellen wat je moet geloven”, zeg ik, terwijl ik Ellen haar sigaret geef. “Maar dit was inderdaad onze eerste zoen sinds ik jou ken.”
Minutenlang zitten we stil naast elkaar. Ik weet dat het de laatste keer zal zijn. Zo snel als de sigaretten in rook opgaan, zo ook onze tijd samen.
“Heeft het ooit iets voor je betekend?”, vraagt Ellen tenslotte. Ik knik. “Het heeft heel veel voor me betekend. We hebben het geweldig gehad samen. Maar als het er echt op aankomt ..” Ik zucht.

“Het is altijd Chantal geweest. Sorry.”

Eén laatste knuffel later is Ellen verdwenen. Ik blijf nog even op het bankje zitten. Tot mijn sigaret op is. Er is een treffende symboliek. Mijn verhouding met Ellen was ook erg lekker, maar ongezond. De filter verdwijnt, net zoals mijn tijd met Ellen, in het putje.

“Gaat het?’, vraagt Chantal, als ik de woonkamer weer binnenkom. “Jawel, hoor”, antwoord ik. “Het is afgehandeld nu. Maar ik ga de meiden wakker maken, want we hebben niet lang meer tot de wedstrijd.”

Uiteindelijk is Chantal met de meiden naar de voetbalwedstrijd gereden. Ik wilde even rust en heb besloten om naar het voetbalveld te lopen. Een wandeling is één van de beste manieren om je gedachten een beetje te kunnen ordenen.

Ik ben vlakbij het voetbalveld als ik besluit om nog even snel een sigaretje te roken. Van wat ik zo snel kan zien, is de wedstrijd toch nog niet begonnen. Ineens slaat me de schrik om het hart. Mijn aansteker! Snel doorzoek ik al mijn zakken, maar ik moet me er al snel bij neerleggen dat ik deze thuis vergeten ben.
Nieuwsgierig kijk ik om me heen om te zien of er andere rokers zijn. Tegenover het voetbalveld zie ik een meisje eenzaam op een muurtje zitten. Ze zal iets jonger zijn dan ik. Voorzichtig loop ik naar haar toe en vraag ik beleefd om een vuurtje.
“Als ik van jou een sigaret mag hebben, krijg je van mij een vuurtje”, is haar duidelijke antwoord. Ik neem het meisje eens goed in me op, terwijl ik haar een sigaret geef. Ze is slank, maar niet té slank en heeft mooie bruine haren. Haar gezicht is bedekt met lieve sproeten. Maar er is iets aan haar waar ik mijn vinger maar niet op kan leggen. Iets raars.
“Dankjewel”, zegt ze, als ze de sigaret aanneemt en mij een vuurtje geeft. “Speelt je dochter ook in het team?”, vraagt ze vervolgens. Ik knik. “Mijn zusje ook”, vertelt ze. “Het is pas de derde keer in misschien wel tien jaar dat ik naar haar kom kijken.”
“Speciale reden?”, vraag ik nieuwsgierig. “Het is waarschijnlijk mijn laatste kans”, geeft ze toe. “Niet weten wat je hebt, totdat je het kwijt dreigt te raken.” Ik knik. “Daar kan ik over meepraten”, zeg ik eerlijk.

Plotseling rijden twee politieauto’s de straat in. Voordat ik doorheb wat er gebeurt, wordt het meisje hardhandig in de boeien geslagen. Huilend, bijna smekend, vraagt ze me om hulp, voordat ze in de politiewagen wordt gezet.
Chantal is in de tussentijd één van de mensen geweest die op de commotie van de arrestatie is afgekomen. Ze vraagt me of ik weet wie dat meisje is.

“Geen idee”, geef ik toe. “Maar ik heb zo’n gevoel dat we nog veel van haar gaan horen."

Het team voor Noortje heeft de voetbalwedstrijd glansrijk gewonnen. Acht tegen één. Dat moet gevierd worden, en dat kan bij mij altijd maar op één manier: bij de ijsboerderij.
Het is wat dat betreft maar goed dat Noor niet iedere week een wedstrijd heeft, want dan zou ik intussen al moddervet zijn.
Met zijn vieren zitten we aan een tafeltje in de lekkere zon. Ook al hebben we vreselijke dingen meegemaakt, op dit moment is iedereen even heel vrolijk. Ik betrap mezelf erop dat ik er ontzettend van geniet.

“Rick, weet je toevallig welke dag het vandaag is?”, vraagt Chantal opeens. Ik denk even rustig na. Geen verjaardagen die me zo te binnen schieten, dus het is veilig om maar met een grapje te antwoorden. “Nou, gisteren was het zaterdag. Dus dan moet het vandaag óf zondag zijn, óf maandag. Hangt af van hoe lang ik geslapen heb.”
“Sukkel!”, lacht Anne. “Het is vaderdag vandaag”, verklaart ze. Derde zondag van juni. Het klopt, inderdaad. Daar had ik nog helemaal niet bij stilgestaan.
“Nu je het zegt!”, reageer ik. “Dus krijg ik vandaag een extra groot ijsje, toch? Dan mogen jullie betalen.”
“Mooi niet”, antwoordt Noor. “Maar we hebben wel een klein cadeau voor je. Door alles wat er is gebeurd hebben we niet echt iets speciaals kunnen bedenken.”
“Dat hoeft toch ook niet”, reageer ik. “Ik vind het al erg lief dat ik iets van jullie krijg.”

Het is een koffiemok, met het woord ‘vader’ erop geschilderd.
“Tof!”, reageer ik. “Je kunt nooit genoeg koffiemokken hebben. Maar, Marnix is jul..”

Anne onderbreekt me. “Marnix is onze pappa. Maar, hoewel we maar één pappa hebben, dat wil niet zeggen dat we geen twee vaders kunnen hebben.”

En deze keer ben IK degene die tot tranen toe geroerd is.

-----
Nu is het aan jullie. Willen jullie de epiloog lezen? Een tweede serie? Ik hoor graag van jullie! :D
 
Bovenaan